DAMRUBRIEK
S
81
ja - i;
Spatt en Spet
Vop that
jjET SPEL DER CLUBS UIT
HAARLEM EN OMGEVING.
jjeicbouwingen over de laatste vijf
seizoenen.
„-intte volgen ln serie nog eenlge bij-
d rheden over onzen nieuwen tweede-kl&sser
00 die op 'het terrein aan den Heerenweg te
""''"onze6lezers weten speelde zij het vorig
nog in de R.K. Federatie. De letters H.B.C.
.Heemstede Berkenrode Combinatie",
ggizoen
r iQD2 wérd de neutrale club „Heemstede" op-
gjchten 111 1906 de R,-K' vereeni^ing „Berken-
r°jè jnje Werd tot fusie tussohen deze twee orga-
•Sip? besloten, waardoor een krachtige vereeni-
a tot stand kwam, waaraan de naam „H.B.C.'
werd en die in Heemstede een zeer groo-
S aanhang gekregen heeft,
rn' het R.-K. verband waren haar prestaties
»\m (fipel goed. Er moest steeds rekening met
ff worden gehouden. In 1924/'25 speelde zij in
j overgangsklasse, die toen in het Westen de
f "te' af deeling was. Een jaar later en ook in
Sf# werd het- kampioenschap behaald; in
j^tgenoemd seizoen zelfs zonder één punt ver
min 1930/'31 werd de eerste klas in de R.-K. Fe
..„«e ingesteld. Ook hierin sloeg H.B.C. een goed
Kr Hier werd vier jaar later eveneens het
iSmoenschap behaald. In 1936/'37 won zij 15
Srijden, speelde er 2 gelijk en verloor er
bdits één, waarmee opnieuw het kampioenschap
«Soverd werd. In de competitie om het lands-
Enoioenschap eindigde zij echter op de eerste
bds de titel kwam bij Brabantia (Eindhoven)
Pin 1937/'38 ging het met H.B.C. aanvankelijk
JJ niet goed, maar toen ondernamen zij een
in eindspurt, die haar weer op de eerste plaats
Kht Ditmaal moest zij in het tournooi om het
5 K kampioenschap van Nederland met de vier
de plaats genoegen nemen
In het volgende seizoen kwam H.B.C. niet voor
Am titel in aanmerking; toen eindigde zij zelfs
m de zesde plaats, maar in 1939/'40 werd weder-
i on flinke wijze op het afdeelingskampioen-
cohaD beslag gelegd; dat was op 16 Juni 1940, toen
5 met 7—2 van T.Y.B.B. won. Voor het R.-K.
hUkampioenschap werd twee maal van V.V.Z.
één keer van Quick (Oldenzaal) gewonnen;
Latstgenoemde club nam in den tweeden wed
strijd revanche. Deze competitie kon helaas niet
uitgespeeld worden.
m onze voetballiefhebbers waren aan het be
rin van dit seizoen, toen de R.-K. voetbalveree-ni-
ien in den grooten Ned. Voetbalbond werden
ingedeeld, nieuwsgierig hoe H.B.C. zich in het
nieuwe milieu zou houden. De niet-Katholieken
wisten natuurlijk wel, d-at Kick Smit in haar gele
deren speelde, maar van de overigetien spelers
ïadden zij nooit iets gehoord. Daarom was het een
toede gedachte van de besturen van H.B.C. en
pCH.om Zondag 4 Augustus vóór het begin van
de competitie een vriendschappelijken wedstrijd
ilaten spelen. Dit geschiedde op het fraaie veld
tan Berkenrode aan den Heerenweg te Heem-
«öe. Het werd een faire strijd, die door de
Racing met 41 gewonnen werd. En hoewel dit
voor de H.B.C.'ers natuurlijk een teleurstellend
"resultaat ~wus,-toonden-^zij" zich' 'göedè verliezers.
Natuurlijk waren ze wel belust op revanche;
die werd hun 25 Augustus geboden. Deze wedstrijd
eindigde in een 4—4 gelijk spel.
H.B.C. kon derhalve met groot vertrouwen aan
de competitie van den Ned. Voetbalbond begin
nen.
Zij sloeg een heel goed figuur en ze zou zelfs
nog een kansje op het kampioenschap hebben ge
had, als haar achterstand op E.D.O. en H.V.C. niet
te groot geworden was. Nu staan de Heemstede
naren op de derde plaats en het moeten knappe
jongens zijn, die hen er van kunnen verdrijven!
Na hetgeen we jJ. Zondag van haar spel tegen
H.F.C. gezien hebben meenen we als onze overtui
ging te mogen uitspreken, dat H.B.C. haar weg
in de Nederlandsche voetbalwereld wel vinden zal.
Haar elftal is nu als volgt samengesteld:
Bloemink,
Onland, Van der Horst,
Vinken, Van der Veldt, Martin Jr.,
Feeperkoom, Drayer, Van Bakel, Smit, Martin Sr.
J. H. D. K.
D. O. S.—V. S. V.
V. S. V. komt Zondag als volgt uit:
Michel,
v. d. Gevel, Voet,
Poulus, De Vries, Van Osch,
Bot, v. d. Kuil, Bouwens, Balvers, Godschalk.
Van der Lugt en Sterk zijn door blessures verhinderd
te spelen.
R. C. H.—H. B. C.
den wedstrijd R. C. H.-^H. B. C„ die te twee uur
zijn de ploegen als volgt samengesteld:
H.:
v. d. Vliet,
Brandse, Bartels,
Vreenegoor, Koppen, Vos,
Hoogedoorn, Hanse, Biesbrouck, v. Rot
C.:
Voor
begint
R. C.
Berk,
H. B.
Martin Sr., Smit, Van Bakel, Drayer, Peeperkoorn,
Martin Jr., v. d. Veldt, Vinken,
v. d. Horst, Onland,
Bloemink.
ALCMARIA VICTRIX—E. D. O.
Wederom kreeg E. D. O. een vrijen Zondag.
Met dat al moet E. D. O. nog zes wedstrijden spelen,
te weten:
Thuis: Hercules, Velox en Spartaan.
Uit: H. F. C., H. V. C. en Spartaan.
Nu de laatste wedstrijden zoo belangrijk worden, is het
noodig dat de goede vorm bewaard blijft, daarom werd
Alcmaria Victrix, dat eveneens vrij was, bereid gevonden
als tegenpartij te fungeeren.
Het elftal is als volgt samengesteld:
Wille,
Zandstra, v. d. Sluis,
W. Schildwacht, Schijvenaar, Oomen Jr.,
Spek. J. Schildwacht, de Jong, Hellingman, v. d. Staaij
SCHOOLVOETBAL TE VELSEN.
De loting voor de schoolvoetbalwedstrijden had het vol
gend resultaat:
Afdeeling C.
1. U. L. O. 2—H. B. S. 4
2. Gr. v. PrinstererschoolH. B. S. 3
3. Dulnwijkschool—Creutzbergschool 2
4. Centrale School (B'wijk)—Nijverheidsschool 3
5. Nijverheidsschool 2—U. L. O. (B'wijk)
Afdeeling E.
L School 4—Marnixschool
2. School 5—Neutrale School
3. Julianaschool—Emmaschool
4. InsingerschoolSchool 6 II
5. School 1—P. Vermeulenschool
6. School 6 I—School 2 I
7.. School 2 II—School 3
ffockej
De laatste volledige com^etitiedag.
B. M. H. C. ontvangt dc kampioenen.
Zondag a.s. is eigenlijk de laatste gewone competitie-dag.
De meeste clubs zijn dan uitgespeeld; slechts nog enkele
uitgestelde wedstrijden blijven nog over. Maar ge-
hockeyed wordt er nog veel: kampioens-wedstrijden, de
gradatie-wedstrijden en districts-wedstrijden volgen nog.
B. M. H. C. krijgt Zondag de ongeslagen lands-kam-
pioenen op bezoek. Ongetwijfeld zullen de Haarlemmers
er een eer in stellen tegen hen een goed resultaat te be
reiken.
Zandvoort speelt Zondag haar laatsten wedstrijd, welke
van groot, belang ls. Uit tegen S. O. S. is een zware op
gaaf, temeer daar ook S. O. S. nog in degradatie-gevaar
verkeert. En als derde is dan nog B. M. H. C. 2 aan
bod. dat uit speelt tegen H. D. M. 2. Allerlei mogelijk
heden zitten hier nog in en wij wenschen Zandvoort en
B. M. H. C. 2 het beste toe op hun moeilijken weg tot be
houd van hun hockey-leven. De stand luidt hier:
gesp. gew. gel. verl. pnt. v.-t.
B. M. H. C. 2 12 5 1 6 11 21—25
S. O. S. 12 5 0 7 10 24—27
Zandvoort 13 4 1 8 9 14—41
De volgende week komt dan nog (misschien als klap
op de vuurpijl?) de wedstrijd S. O. S.—B. M. H. C. 2.
De Strawberries spelen ook hun laatsten wedstrijd
ontvangen D. H. C„ dat den laatsten tijd erg raar doet. In
het begin en midden van de competitie bleek D. H. C.
ongenaakbaar, maar nu moet 't den laatsten wedstrijd nog
winnen om nog juist het kampioenschap te behalen, an
ders gaat Leiden er misschien nog mee strijken.. De vorige
week hielp D. H. C. S. O. S. aan een overwinning, zou
Strawberries niet tot hetzelfde in staat zijn?
Het volledige programma luidt:
Eerste klasse.
GooiHilversum
H. H. Y. C.— H. O. C.
Amsterdam—T. O. G. O.
B. M. H. C.H. D. M.
Promotie-klasse
S. O. S.Zandvoort
StrawberriesD. H. C.
H, D. M. 2—B. M. H. C. 2
Tweede klasse B
H. D. M. 3—Alliance
H. B. S.Leiden 2
Derde klasse C.
B. M. H. C. 3—B. M. H. C. 4
H. B. S. 2Zandvoort 2
S. O. S. 2-Alliance 2
Derde klasse D.
Kraaien—F. A. H. C.
Alkmaar 2—F. A. H. C. 2
Strawberries 2—Ijsvogels 2
V. V. V.—B. M. H. C. 5
Vierde klasse F.
Zdterdag: Alliance 3—B. M. H. C. 7
Strawberries 4—Alkmaar 4
H. B. S. 3Zandvoort 3
H. B. S. 3—Alkmaar 4
Strawberries 3—B. M. H. C. 6
Alliance 3—H. B. S. 4
B. M. H. C. 7Strawberries 4
B. M. H. C. 8—Zandvoort 3
Zondag
Dammen
onder leiding van B. Dukei.
UIT DEN WEDSTRIJD OM HET CLUBKAMPIOENSCHAP
VAN NEDERLAND.
In den wedstrijd IJmuiden—Res.-Damgenootschap, ge
speeld te IJmuiden op 16 Fébruari 1941, kwam aan bord
één tusschen Liglhart met Wit, en Bijlsma, Zwart, het
volgend eindspel voor:
Zwart:
wm.
W-
HP
1
11
B
f
mp
11
m
m
m
ÉS
m
'S
m
m
w
m
m
si
m
m
fi
Sf
36—41 7—2 (belet dam-halen op 4146 29—32 op 41—47
19—13) 16—21! 2—13 en Zwart ls nu steeds verloren. Op IS—20
13—36 Wint. Op 21—26 13—36 41—47 32—27 wint.
Maar Indien Wit in den tweeden diagramstand zou ver
volgen met 29—24 kan volgen: 18—22 27x29 21—27 32x21
16x27 24—19 27—31 19—13 31—37 13—9 37—41 9—3 41—46.
Dan krijgen wij den volgenden stand:
Wit l dam op 3, drie st. op: 29, 3, 34.
Zwart 1 dam op 46. 1 st. op 15
Nu moet men eerst weten, welke formatie met Wit's
stelling wordt ingenomen om een gunstige vangstelling
erkrijgen en den zwarten dam tot het verlaten van de
lijn 546 te dwingen. Dan bouwt men den volgenden stand
op: Wit 1 dam op 35. 3 stukken op 24. 29. 33 Zwart l st.
op 15 en dam op 32.
Nu moet Zwart de hoofdlijn verlaten. Ook dreigt 24—20
15x24 35x46 enz. Na hef verlaten der hoofdlijn, b.v. 32—16
volgt 29—23 waarna de vrije doortocht naar dam is ver
zekerd.
Stand luidt: m.
Wit:
Laten wij eerst het spelverloop aangeven. Zwart speelde:
111—16 2. 31—26! 20—25!
Wit heeft plotseling groote moeilijkheden. Er werd ge
speeld.
3. 36—31 a. 23—28 4- 32x21 16x36 5. 29—24 36—41
24x13 4147 remise.
Op a. 29—24 23—29 34x21 16x20 26—21 25x34 21—26 34—39
16—11 39—43 11—7 43—48 7—2 19—23 met gewonnen afspel.
Dat bij het damspel en vooral het eindspel, in bijna
alle partijen zeer belangrijke fouten worden gemaakt, is
een bewijs van de groote moeilijkheden waarmee de wed-
strijdspeler te kampen heeft. Direct na afloop toonde
één der omstanders het voor Wit zeer gunstige spel
verloop aan; van den diagramstand uit als volgt:
Zwart aan zet.
111—16! 2. 30—25!
Plotseling staat Zwart voor moeilijkheden. Er kan wor
den gespeeld: 23—28 25x21 28x17 29—23 22—27 23—19 27—32
(op 17—21 19—14 27—31 36x27 21x32 33—28 14—10 23—28 10—5
28—33 5—32 wint) 36—31 37x26 14—10 26—31 10—5 16—21 Wint.
17—21 Of 3. 25x14 19x10 4. 31—27 22x31
36x27
Nu faalt 18—22 27x18 23x12 32—27 21x32 33—28 32x23 29x7
Wint.
10—15
Wit heeft belangrijk voordeel, doch het eindspel levert
nog tal van moeilijkheden op.
Dé stand na den 5cn zet (10—15) luidt:
Zwart:
Zwart:
ITI
S 1
e
i 1
OM HET PERSOONLIJK KAMPIOENSCHAP VAN
NEDERLAND.
Zondag a.s. wordt' ln „Lommerrijk", Straatweg te Hil-
legersberg, de achtste (voorlaatste) ronde van dén wed
strijd om het persoonlijk kampioenschap van Nederland
gespeeld.
Het programma voor deze ronde luidt als volgt:
J. de Krijger (Amsterdam) tegen W. v. d. Kraan (Dor
drecht); R. C. Keiler (Amsterdam) tegen J. Blom
(Rotterdam); G. E. Hartman (Nijmegen) tegen P. J. van
Dartelen (Zandvoort); J. M. Bom ('s Gravenhage) tegen
I. Druijff Jr. (Amsterdam); Ph. G. Ham (Rotterdam)
ls vrij.
De eerstgenoemde spelers spelen met wit.
Wit:
Zwart: 15, 16, 18, 21, 23.
Wit: 27, 29, 32, 33, 34.
Wit heeft twee voortzettingen in 33—28 en 29—24.
Laten wij eerst eens spelen 33—28, b.v.:
1. 33—28 21—26 28x19 18—22 27X18 26—31 18—12 31—36 12-
Wit:
In het algemeen wordt te weinig aandacht aan derge
lijke eindspelen geschonken. De „gemiddelde" damspe
ler moet nog leeren het geduld te hebben de zeer lange
analyses, te onderzoeken. Men staat hier nog al slordig
tegenover, terwijl het toch een zeer belangrijk onderdeel
van de partij is.
Wij hebben getracht in diagram III dc vangstelling voor
Wit op te bouwen, doch Zwart kan met behulp van de
ééne schijf, of met het optreden met den dam, steeds
beletten dat Wit tot de gcwenschte formatie 24, 29, 33 dam
op 35 komt. En daarom is diagram III inderdaad fraai
remise, tenzij één onzer oplossers een spelgang zou
kunnen aantoonen, die winst voor Wit oplevert.
Maar wij spelen b.v. eens:
lc. 34—30 46—10 en nu moet 30—25 of 20—24 waarna de
aangegeven opbouw vervalt.
2c. 29—24 46—23 33—20 of 34—30 cn Wit's kansen zijn
verkeken.
3—25 46—37 (hier was 46—19 of 46—5 29—23 wint).
25—30 (op 29—24 37—23) 15—20 en het spel ls steeds remise.
4e. 3—21 46—14 34—30 14—19 remise.
Een leerzaam eindspel waarin wij ten slotte nog enkele
spelgangen voor onderzoek aan onzen lezerskring over
laten.
Oplossingen en correspondentie te zenden aan het bureau
van dit blad of aan B. Dukel. Van Wassenaerstraat 23,
IJmuiden-Oost.
JETJE WAS EEN KIESKEURIG
MEISJE.
.Maar op bezoek bij de muizen kreeg ze een goede les.
Van melkvelletjes en een rode gombal.
„Jetje, maak voort, kind!" zei Moeder.
;,ja Moes" zei Jetje en ze zuchtte eens.
.Smaakt het je weer niet?" vroeg Moeder.
,'och jawel, maar...." zei Jetje en ze boog zich voor-
naar het sneetje brood op haar bordje, stak één
jp;ls vingertje uit. tot ze bijna het laagje boter raakte
Moeder, mijn brood is nat!" zei Jetje en ze keek héél
«rschrikt en héél verontwaardigd.
„Kind, hoe kan dat nu?" En Moeder keek ook ln de
richting, waar Jetje gewezen had en zag een heel, héél
klein druppeltje melk op het brood liggen. Het druppel
tje stond bol bóvenop de boter, 't was zeker daarnet bij
't aan tafel gaan uit de beker gespat, die nogal vol was.
„Nu, boter en melk, dat bijt elkaar niet" zei Moeder.
Maar Jetje was 't hier niet mee eens. Ze keek nog eens
ioboos en zo zuur en riep: „maar dót kan ik niet opeten!
Bali, wie eet er nu nat brood!"
„Foei kind, bah zeggen en dat van het kostelijke
toMsel!"
Nu was het Moeders beurt om verontwaardigd te zijn.
„Bet het vlug op, vooruit hoor!"
En dan bemoeide Moeder zich weer haastig met kleine
Bobbie, die met z'n paplepel om zich heen zwaaide.
„Néé" zei Jetje en ze schoof haar bordje van zich af.
„Schaam j^ je niet?" zei Moeder.
„Je moest vreselijk dankbaar zijn, dat je al dat heer
lijke brood nog krijgt! Foell"
„Heerlijk brood? Nat brood!" mompelde het stoute
Jetje, en heel zachtjes omdat ze tóch wel "een beetje
bang was, dat Moeder écht boos zou worden! fluisterde
zeer achteraan: „bóh!"
„Ring!" ging de bel.
„Daar heb je Emmy all" zei Moeder „en nu heb jij nog
je brood niet op."
Emmy was jetje's vriendinnetje, die haar iedere morgen
kwam halen en heel vaak zat het kieskeurige meisje dan
nog te eten, zodat ze al een paar keer te laat op school
gekomen waren.
„Mag ik mee?" riep Jetje.
„Ja, omdat je Emmy niet moogt laten wachten. Maar
Ik verzeker je, dat je om twaalf uur dit bróód opeet" zei
Moeder. „Zet het maar op 't bordje in 't buffet, dan ver
geet lk het niet."
Jetje was erg opgelucht, toen ze met Emmy, nog mooi
bijtijds, naar school staptje. „Ik heb lekker m'n brood
hten staan" zei ze. „Want het was nat, er zat melk op.
k eet geen nat brood, hoor!"
En ze nam zich voor het sneetje brood vast en zeker
niet op te eten, al kwam er de grootste narigheid van.
1 Was bijna elke dag zo met Jetje: nu eens zat er een
velletje op de melk en dat bliefde de jongedame niet, dan
Weer zat er een kluitje in de pap of was de chocola niet
zoet genoeg of verbeeldde ze zich, dat de groente te gaar
was, Moeder en Jetje hadden veel last van die kieskeurig
heid en Vader werd er gauw boos om.
Die zei: „Ja, we zullen een aparte kok nemen voor de
freule".
Dn als Vader zoiets zei, dan zweeg Jetje maar, want dan
wist ze dat 't ernst was!
Jetje hoopte dus maar, dat Vader niet thuis kwam kof-
brinken. Maar dat was die dag juist wél het geval,
het, toen ze gezellig zaten te babbelen met z'n drietjes,
techt Moeder aan het sneetje brood van vanmorgen en
hooide het uit 't buffet.
Kijk eens, kind" zei Moeder, terwijl ze 't bordje voor
'etjeneerzette. En.... verbeeldde Jetje 't zich of was het
Werkelijk zo, dat Moeder tegen Vader knipoogde?
Misschien verbeeldde ze 't zich alleen maar, maar in
leder geval: ze werd er woedend om! Opeens, wit van
drift, duwde ze 't bordje met de „natte" boterham een
'tnd van zich af en riep: „Maar ik eet het tóch niet op,
dót maar weet! Ik doe het niet!"
nietje!" zei Vader en stond op.
»Ja, Va?" zei Jetje.
"Eet onmiddellijk dat brood op óf ga van tafel!'
"Nee" schudde Jetje.
"Mars!" zei Vader en hij pakte haar bij de arm.
•■etjehad al spijt, maar ze was koppig. Met tranen in de
esen zette ze haar beker melk óp het bordje naast het
hrood en liep naar de deur. Moeder hield de deur voor
haar open, zonder iets te zeggen. Daar werd Jetje nog
Veel verdrietiger om. Moeder had best bij de deur nog-
kunnen zeggen: „kom Jetje, eet je nu je brood op?"
dan had ze zich nog wel bedacht. Maar nu was 't te
bat
Verdrietig en landerig slofte Jetje met het bordje naar
1 caaikamertje. waar ze altijd haar brood moest opeten,
ze kieskeurig was geweest, 't Was er kaal en kin en
'Sn beetje muf, want 't kamertje werd haast nooit ge
bruikt.
°P de tafel lag een ongezellig groen kleed. Jetje
haar bordje op en zuchtte.
.««ek naar het brood en voelde eraan met haar vin
gers en weer zei ze hardop „bah!". Ja, nu was het drup
peltje melk natuurlijk in het brood gezakt en dus moest
het nu echt nat zijn. Jetje griezelde en keek met gefronst
voorhoofd naar de beker melk. Zie je wel, dacht ze 't niet?
Daar zat een dik vel op! Jetje had geen lepeltje om 't er
af te halen, dus deed ze dat maar met haar vingers. En
legde het velletje op de rand van haar bordje en wilde
de melk opdrinken, want ze begon nu toch echt een
beetje trek te krijgen Maar brr, die melk was Iauwl Nu,
van lauwe melk hield Jetje helemaal niet. Als 't jiu nog
ijskoude óf warme melk was, maar lauw
De prachtige roomvla tverd over de gombalpudding
gedaan.
Hè, Jetje werd echt verdrietig en haar maagje knorde.
Uit de zak van haar schortje haalde ze een klein pa
piertje en in dat papiertje zal een mooie, vuurrode gom
bal, net een klein tulbandje.
Zou ze die dan maar opeten?
Jetje keek ernaar, rook er eens aan en toen,nee",
zei Jetje, „bah, er zitten haartjes aan, lk zie 't duidelijk."
En de gombal werd op 't bordje gelegd, naast het brood
en het velletje van de melk.
't Was doodstil ln 't kleine naaikamertje, waar de zon
warm naar binnen scheen. Doodstil en vervelend. Jetje
hing landerig op haar stoel en telde de blokken ln het
kleed: blauw, geel, rood bruin....
En toen.Piep, piep!" riep een bits stemmetje en een
klein bedrijvig muisje kwam aangetrippeld, holde rake
lings aan Jetje's voeten' voorbij en was vlug als de wind
op de tafel gekomen. Het snuffelde aan het brood, aan
het velletje en ook aan de gombal en toen ging het op de
achterpootjes zitten en riep nogeens, kort en fel: „Piep,
piep! Fiep-piep-piep!"
Dat beteekende: „Kinderen, komen jullie dan toch hel
pen! Er valt hier Iets te bikken!" En 't gekke van 't geval
was, dat Jetje precies de muizentaai verstond. Ze was
dan ook niets verwonderd, toen ze gekrabbel hoorde bij
't gaatje achter de kachel en rits roets wel zeven jonge
muisjes te voorschijn zag komen.
„Ha, zijn jullie daar?" riep de Moedermuis, „kijk eens,
wat ik hier allemaal vind! Eén rijkdom, een weelde ge
woonweg!"
En toen was 't een gepiep en gekwetter van belang.
„Is er geen onraad!" vroeg een klein, angstig meisjes-
muisje.
„Welnee: Het mensenmeisje zit doodstil, ze slaapt zeker.
En ze lust al dat heerlijke eten toch niet, dus mogen we
't gerust hebben. Kijk jongens, eerst brengen we die
mooie, rode pudding in veiligheid. Vooruit ieder een
eindjel"
Dat gebeurde. De gombal werd voorzichtig naar de
rand van de tafel gerold en toen naar beneden gegooid,
waar twee muisjes hem opvingen. En toen ging het ln
optocht naar het gaatje, de toegangsdeur tot het muizen
hol.
„Wat een pracht pudding, hè?" hoorde Jetje de muisjes
fluisteren. „Wat een heerlijke pudding voor Snuffeltje's
verjaardag!" En de stoet ging voorbij en verdween in
het hol.
Maar even later waren ze rits roets alweer terug
om het brood te halen. Daar deden ze zich eerst eens
flink aan te goed en de korstjes werden in 't hol ge
sleept. En tenslotte begonnen ze met z'n drieën aan het
velletje te trekken, zodat het van 't bordje losliet. Toen
werd het door twee flinke jongensmuizen opgerold en
net als een kostbaar tapijt tussen hen ln naar 't hol ge
dragen.
Toen Jetje dat zag, kon ze zich heus niet langer be
dwingen! Ze boo£ zich zover mogelijk naar 't holletje
toe en riep:
„Maarmaar wat doen jullie dóór nu toch mee? i
een velletje?"
De muisjes liepen niet weg, zoals Jetje gedacht had. Ze
lachten en fluisterden geheimzinnig en de moedermuis
zei: „Kom mee, mensenmeisje; als je belooft, dat Je ons
geen kwaad zult doen, dan zullen wij 't je laten zien."
En toen ging Jetje op visite in het muizenhuis. Heb Je
ooit zoiets leuks gehoord7 En daar de mulzendagen maar
één uurtje duren, was het al direct „morgen" en de ver
jaardag van Snuffeltje.
Of Jetje pret had? Reusachtig, dat kun Je Je voorstel
len! En wèet Je wat de muizenmoeder van het velletje
maakte? Een prachtige roomvla en die werd over de heer
lijke gombalpudding gedaan. En Jetje, 't kieskeurige
Jetje, at er ook een stukje van en 't smaakte haar heer
lijk. Wat vond ze zichzelf toen een flauw, kinderachtig
kind!
Alleen heeft Jetje nooit begrepen, hoe ze later weer
opeens in het naaikamertje op haar stoel zat en hoe 't
mogelijk was geweest, dat ze door zo'n héél klein gaatje
was gekropen!
Begrijpen Jullie het?
R. DE RUYTER-—V. d. FEER.
Bevroren kippen in consumptie 1
Bij aankoop üleeschbonnen noodig.
Naar wij vernemen zou te bevoegder plaatse ge
dacht worden over de mogelijkheid binnenkort
een groote hoeveelheid bevroren kippen die thans
in de koelhuizen liggen opgeslagen voor de voed
selvoorziening in ons land vrij te geven.
Deze kippen zouden dan door de poeliers ver
kocht worden en deze zouden bij verkoop vleesch-
1 bonnen in ontvangst moeten nemen. Een beslissing
in deze kwestie zou spoedig te wachten zijn.
van den dokter, dat is het beste. Misschienneen dat
schrijf ik nog niet. Beterschap hoor. Dag Goudmuiltje.
Best BLAAUWOOGJE. Je bent dus van school ver
anderd. In welke klas zit je? Ja, ik heb een goede en
prettige verjaardag gehad. Wanneer schrijft Jarmie haar
briefje weer eens zelf? 'k Geloof dat je haar te veel ver
went.- Dag Blaauwoogje.
Lief BLONDJE 2. Op welke school ben je eerst ge
weest? Je zit nu in de 2e, en je zus In de 5e klas? Wan
neer heb je verhoging op school? Je moet me in je vol
gend briefje op m'n vragen antwoorden. Dag Blondje 2.
Best VLECHTJE. Prettig dat Je broertje een goeda
verjaardag heeft gehad. Je bent overgegaan cn hebt een
goed rapport. Fijn zeg. Je ouders waren zeker wel tevre
den met je cijfers? Je hebt ons clubuur verleden week erg
gemist? 'k Geloof het graag. Je bent een zeef trouw
vriendinnetje van me. Je briefje heb Je ook keurig ge
schreven. Flink zo. Tot Woensdag. Dag Vlechtje.
Best VIOOLTJE. Een appelboom, die steeds fijna
vruchten geeft, verdient de goede zorgen van een tuin
man. De takken die weg gesnoeid zijn, zullen in het water
zeker uitkomen. Je hebt je aardrijkskundeproef goed ge
maakt. Van de 48 vragen, er 45 goed, Is best, Ben je van
plan door te leren? Dag Viooltje.
Beste ZONNEBLOEM. Natuurlijk mag Jc, nu je da
Woensdagmiddagen weer vrij hebt, op de club komen*
'k Geef a.s. Woensdag vacantie. Jc kunt dan na de vacan*
tie, d. i. waarschijnlijk 7 Mei. komen. Prettig dat Kecó
weer thuis komt. Als ik kan, kom ik hem even opzoeken
ln de vacantie. Je hebt in de zwemkunst weer goede vor
deringen gemaakt zeg. Tot ziens hoor. Dag Zonnebloem
Veel groeten van
Mej. E. VIJLBRIEP,
„Moeder, mijn brood is nat!" zei Jetje
BESTE VRIENDINNETJES EN VRIENDJES.
Heden ontvangen jullie geen briefje vooraf.
Best TEKENAARSTERTJE. Ja hoor, het plantje doet
het uitstekend, 'k Heb het in de erker op de vensterbank
gezet. Je plakwerk is thans klaar. A.s. Woensdag de zaak
in elkander zetten cn mede naar hul3 nemen. Dag
Tekenaarstertje.
Lief SNEEUWKLOKJE. Ja hoor, ik heb een prettige
verjaardag gehad met veel bloemen en andere cadeaux.
Je moet het werk thuis afmaken en bij me brengen, zo
dra je het af hebt. Dus niet wachten tot a.s. Woensdag,
'k Geloof dat alle moeders zo ongeveer aan de schoon
maak zijn. Wat zal het met Pasen tn alle hulzen blinken.
Dag Sneeuwklokje.
Best DROOMKONINKJE. Je hebt een 9 voor je repeti
tie Algebra en een li/ö voor je repetitie Aardrijkskunde.
Meisjelief, dat zijn behoorlijke cijfers. De cijfers voor Je
repetitie Ned. Taal en Vad. Gesch. kunnen beter. Ja hoor.
Ook mij heeft men even beet genomen, 'k Had zelf veel
schik in het welslagen van de grap. Dag Droomkoninkje.
Beste MAJA. Je bent dus een trouwe verhaaltjes
lezeresje. Het Paasstukje moet volgende week Woensdag
klaar komen. Het wordt snoezig. Het zal dus best naar je
zin zijn. Of ik het verhaaltje getiteld: „De Avonturen van
Tinteloog, het zwarte Beertje" ken? Neen meisje. Ik dank
je voor je tekeningen. Dag Maja.
Lieve MOEDER'S HULP. Je vader en je moeder zijn
gauw Jarig. Maar kindlief, dat is even fijn. 'k Wens je
met je ouders en zus prettige dagen toe. Dag Moeder's
Hulp.
Lief ROODKAPJE. Je hebt je best gedaan op je
briefje. Flink zo. Nu maar op school ook goed je best
doen, zodat Je volgend rapport nog mooier wordt. Als je
je werk thuis geplakt hebt, breng je het dan even bij
me? Er dus niet tot Woensdag mede wachten. Dag Rood
kapje.
Best DAUWDRUPPELTJE. Ja, ook lk vind het jam
mer dat An zo lang ziek blijft. Prettig dat Jij haar steeds
het werk van school brengt, zodat ze thuis nog iets kan
doen. De Paasvacantle is, gelukkig voor haar, ln aantocht.
Misschien kan ze na de vacantie weer naar school. Ze
heeft dan, met wat goede wil, de achterstand weer spoe
dig ingehaald*, Op de club geef ik ook Paasvacantle. Den
kelijk tot Woensdag 7 Mei. Dag Dauwdruppeltje.
Lief MEIBLOEMPJE. Ja. ik heb een zeer goede ver
jaardag gehad. M'n wensen zijn ongeveer allemaal ver
vuld geworden. Je wilt graag precies weten waar ik woon?
Rijksweg 231. Velsen. De Rijksweg loopt vanaf de Ponten
te Velsen naar Haarlem. M'n huis ligt dicht bij de speel
tuin „Rozenstein". Wat gezellig zeg, met de klas in de
duinen te mogen slagballen. Lichaamsbeweging ln de
frisse lucht, 't Kan niet beter. Dag Meibloempje.
Best GOUDMUILTJE. Heden heb ik Gré weer werk
voor je med.é gegeven Ze zal het je zo gauw mogelijk
brengen. Je moet nog steeds het bed houden. Dat Is wel
niet erg prettig maar noodzakelijk tof herstel van Je ge
zondheid. Je moet je maar trouw houden aan het advies i
EEN ZEEREIS IN EEN
BROUWKETEL
In de zomer van het jaar 1558 zaten te Königsberg eer*
paar burgers en schippers gezellig bij een potje bier. He»
gesprek liep vooral over de gevaarlijkheid van de scheep
vaart in het Frische Haff, dat vol zandbanken lag. Aller*
waren 't erover eens, dat het uitvaren van het Haff geef
peuleschilletje was en dat het heel wat zeemanskunst
eiste om dit er goed af te brengen.
Allenop één na. Want de bierbrouwer Rummelaff
beweerde, dat 't de moeite niet waard was om over da
praten en dat hU wel ln staat was, ln een van zijn kope
ren brouwketels van Königsberg naar Danzlg te varen!
Waarschijnlijk had de bierbrouwer wel een glaasje to
veel gedronken, toen hij zo aan 't opscheppen sloeg, maar
de anderen hielden hem aan zijn woord en gingen hoge
weddenschappen aan Rummelaff ging er grif op ln: hij
moest en zou ln een brouwketel naar Danzlg varen!
De volgende morgen was zijn Ijver wel een beetje be
koeld, maar toen hij dacht aan de grote sommen, die hij
zou verspelen als hij terugkrabbelde, besloot hij, het
waagstuk toch maar te gaan volbrengen.
En dus ging Rummelaff op 11 Augustus 1558, ten aan-
schouwe van een geweldige mensenmassa op reis. Hij liet
zijn koperen brouwketel ln 't water zakken, pakte twee
riemen en een flinke voorraad proviand er ln en zette af.
Toen hij met het gevaarlijk schommelende vaartuig zee
koos klonk een oorverdovend gejuich cn getier van de
opgewonden menigte en men wedde honderd tegen één,
dat hij na een paar meter de tocht zou opgeven.
Maar 't kwam anders uit. Eerst gleed hij de diepe Pre-
gel af, dan voer hij veertien mijlen ver door het Frischo
Haff en tenslotte kwam hij door de Nogat en de Weichsel
te Danzlg aan, zeer tot verbazing van de Inwoners, die
nog nooit zo'n vreemdsoortig vaartuig in hun haven had
den zien binnenlopen.
De burgemeester van Danzlg gaf een feestmaaltijd te
zijner eere en liet trompetten en pauken aanrukken om
hem feestelijk uitgeleide te doen, toen hij een paar dagen
later met zijn brouwketel op een gewoon kustschip naar
Königsberg terugkeerde.
Rummelaff streek ln zijn woonplaats vergenoegd het
eerlijk verdiende geld op, maar verklaarde toch, dat hij
voor honderdmaal zoveel niet nogeens zo'n avontuurlijke
tocht zou willen wagen!
Mijnheer Knops heeft zijn portefeuille verloren. Alles
zit erin: zijn geld, broodkaarten, vleeschkaarten, identi
teitsbewijs enz.
Mijnheer Knops zit te peinzen, waar hij die dag zoai
geweest ls. Dan fietst hij naar de spaarbank en naar 't
postkantoor, naar de sigarenwinkel, naar de bloemen
winkel, het café, den kapper.
Maar tevergeefs: niemand heeft zijn portefeuille ge
vonden. Met vermoeide knieën sleept hij zich naar huis*
Maar mevrouw Knops trekt een blij gezicht. „Verbeeld
Je" zegt ze „ik heb 't bureau voor gevonden voorwerpen
opgebeld en je portefeuille is terecht!"
Maar mijnheer Knops schudt treurig het hoofd.
„Dat kan niet!" zegt hij „want op 't bureau voor gevoiw
den voorwerpen ben ik helemaal niet geweest!" u