JillHSt
pe waarde van afval is
zeer groot.
Een Jubilaresse.
Internationale
rechtskamer" opgericht.
Eigenaardigheden
Er komt een
economische rechter.
Onze industrie voor een
belangrijk deel erop aan
gewezen.
October van het vorige jaar werd een ver-
"reingsverbod afgekondigd voor oude materialen
Ivalstoffen. Daardoor werd het aan een ieder
'"•loden al datgene, wat onder oude materialen
/valstoffen verstaan wordt, te vernietigen, weg
!n of zoodanig te bewaren, dat de waarde
K werpen
pdstof voor industrieele bewerking vermin
kt of te niet gaat. Toen is tevens een begin ge-
kt met de organisatie van een ophaaldienst.
"Harlem en zijn randgemeenten zullen vermoe-
rk weldra aan de beurt zijn voor een stelsel-
organisatie op de manier, die op het oogen-
reeds te Utrecht, Gouda en Voorburg in uit-
ring is- zai intusschen nog wel even duren
3 te Haarlem ca. de ophaaldienst marcheert.
ttL het ophalen van de afvalstoffen, waar het
geVal om te doen is (etensresten, aardappel-
hillen en afval van groenten hooren er niet bij)
I de gemeente in een aantal wijken worden ver-
j «ld in elk waarvan een ophaler te werk zal wor-
fn besteld. Deze zal de uitsluitende bevoegdheid
hpbben de afvallen in kwestie dus: metalen, papier.
,0n linnen, katoen, jutë, wol, zijde, kunstzijde of
!ndere vezelstoffen, huiden, vellen, leer, glas, rub
ber van elke soort, minerale oliën, celluloid, hoorn,
Ln kurk, dierlijk haar, borstels, veeren e.d. in
Üntvangst te nemen. Hij wordt hiervoor van over-
^dswese aangesteld en krijgt een onderscheidings
teken dat vermoedelijk uit een plaatje of een
'noop'in het knoopsgat te dragen, zal bestaan en
al ook van een legitimatiebewijs worden voor-
:!Cpe ophalers zijn min of meer „ambtenaren", zij
worden met zorg uitgekozen en er wordt op toege
zien, dat er onder hen niemand voorkomt, die niet
van'goed gedrag is of niet behoorlijk bekend
staat. Dit omdat men wel begrijpt, dat de huis
vrouw, die het meest met den ophaler te doen zal
hebben, er niet op gesteld is „iedereen" in huis te
krijgen. Het zal immers wel eens noodig zijn, dat
de ophaler om een -vrachtje in ontvangst te nemen
in de huizen moet komen, bijv. om oud papier
int den kelder of van den zolder weg te halen. Men
moet hier bij niet het "risico loopen, dat er
iia het bezoek het een of ander wordt vermist of
lilt de woning door een onzindelijken ophaler met
oSfflMerte of andere ongerechtigheden wordt be
nnet.
Van den ophaler zal voor zekere goederen (bij-
1 voorbeeld oud papier) die altijd een bepaalde
handelswaarde hebben gehad, eenige bete ling
kunnen worden vastgesteld, men vergete echter
'niet, dat het ophalen van afval zijn broodwin
ning vormt en late hem dan ook niet meer be
talen dan strikt noodig is.
De afgifte vam het afval is overigens ver
plicht, tenzij men er mee wil blijven zitten. Want
vernietiging is verboden. Men is er dus niet mee
at bijvoorbeeld oud papier in den vuilnisbak te
werpen, want als dit wordt gemerkt zal de reini
gingsdienst het niet in ontvangst nemen. En er
zal op worden gelet. Wie zich bij herhaling aan
zulke verkwisting (ook op ander gebied) schuldig
maakt, zal zelfs voor een bekeuring in aanmerking
kunnen komen.
Uit het vorenstaande volgt, dat men oud papier
eigenlijk ook niet mag verbranden. Natuurlijk zal
er echter geen aanmerking op gemaakt worden in
dien men voor het aanmaken van de kachel eenig
papier bezigt. Maar het verwerken van papier tot
papierballen om in kaohels of cëntrale verwarming
Ie stoken is een vernietiging ,van papier op eenigs-
zins grooter schaal, die niet kan worden toege
laten, des te minder omdat er geen werkelijk nut
tegenover staat. Het 'is reeds voldoende gebleken,
dat de warmtewaarde van papier zeer gering is.
en dat men er -bovendien zijn kachels kapot mee
ziookt. Redenen genoeg om het te laten.
Juist- papier heeft onder het afval groot be
lang, omdat in ons land lang niet genoeg grond
stof voor de papierfabricage (hout en cellulose)
wordt geproduceerd, zoodat wij het meerendeel
moeten invoeren. Waar dit nu moeilijk meer kan
cn de invoer, als hij mogelijk is altijd geld kost,
ligt het voor de hand in dit opzicht te sparen, wat
kan door het oude papier te bewaren ën aan den
ophaler mee te geven. Hoe meer oud papier de pa
pierindustrie toegevoerd krijgt des te minder
grondstof van anderen aard zal' zij noodig heb
ben. Door zich hiernaar te gedragen houdt men het
bedrijf aan den gang, wat indirect een belang van
ons allen is. Bovendien mag men wel iets verder
zien dan zijn neus lang is. Aan den wereldvoor
raad van grondstoffen is een einde, speciaal aan
het hout voor de papierfabricage. Als wij met het
tegenwoordige interen doorgaan zal over een jaar
of vijftig, zestig, alle grondstof, die in bosschen
«Mi aanwezig is, opgeteerd zijn. Ook voor een nor
malen tijd wanneer ~de aanvoer van de normale
grondstoffen wèl weer mogelijk zal zijn is dus toch
zuinigheid geboden.
In het bijzonder dénken wij hierbij aan oude
kranten en tijdschriften, die om zoo te zeggen on
middellijk weer voor de papierindustrie te gebrui
ken zijn. Daarentegen hebben papieren waar vet
een zit, bijvoorbeeld omslagen van boter, geen
waarde meer. Men lette erop, dat het papier niet
noodeloos vochtig wordt want dit is tot schade van
oe houtvezel, die erin zit, de bruikbaarheid voor
verwerking tot nieuw papier gaat dor vocht ach
teruit.
Ook glas, oude flesschen e.d. kunnen nog zeer
Mtige diensten bewijzen. Men doet het best hen
apart te houden en zorge er vooral voor, dat zij
met bij etensresten, schillen en dergelijke afval dat
voor dierlijk voedsel is bestemd terecht komen,
went als er splinters van glas daardoorheen raken
2ijn de etensresten, schillen enz. voor dierlijk voed-
isi onbruikbaar, want gevaarlijk,
verder zij men ook zuinig op lompen van allerlei
«rd. Het is alweer ons eigen belang, dat de
textielindustrie kan blijven draaien en hierbij
»an het afval van de huishoudens in den vorm
'en lompen een belangrijke hulp verleënen. Men
oenoeft niet-beducht te zijn, dat de lompen naar het
If0zullen worden weggevoerd, want dit
alleen reeds vanwege de transportmoeilijk-
boden
onmogelijk wezen, bovendien' heeft -onze
■adustne hen veel te hard noodig.
m Van nuttige producten kunnen altijd nog uit
•™pen worden vervaardigd. Het is wel interessant
in v'Gr jemen' in ons land de textiellompen
honderden soorten worden onderscheiden, de
°»en lompen vroeger bij ons in wel 750 en meer
oudere landen gaat men nog veel verder,
e-rh an<*er opzicht „zit" er veel meer in den
nemmer dan men meestal wel vermoedt. In
lliif enigde Staten heeft men dit, onafhanke-
I,' VaQ gi-'ondstoffenmoeilijkheden, al sedert jaren
oud <*aar is het °Plla^en van afvallen, vooral
papier, zeer stelselmatig georganiseerd,
letalen zijn feitelijk voor 100 pet. grondstof,
op deze
zuinig te wezen is dus wel bijzonder be-
Word °U(*e ru^er kan nog zeer goed gebruikt
(enh h i,als grondstof voor de tegenwoordige
niM> t den' die grootendeels uit geregenereerde
2c,_ bestaan, ook gebruikte olie kan voor een
elan2rijk gedeelte, zelfs tot 80 pet. worden
bet n Mre en ^et wel merkwaardig dat
van het regeneratie-proces in zeker
rw Zelfs beter is dan het oorspronkelijke.
Stoffen Vfrr belft van de hoeveelheid grond-
uit w' v onze industrie gebruikt werd vroeger
Vod o buitenland aangevoerd. Over 1938 bijv.
uit-H ^edrag van f 450.000.000. Nu de aanvoer
zoov buitenland grootendeels is stopgezet, moet
bet hij m°£elijk wat de nijverheid noodig heeft uit
teivonftki nd W01'den gehaald. Vandaar de fouiten-
vaktJt beteekenis, die de oude materialen en af-
Qa - n ns bezitten,
De eerste gevangen genomen Servische soldaten worden door de Duitsche
troepen binnengebracht.
(Foto Stapf)
komen, deze zullen waarschijnlijk zoodanig .wor
den ingedeeld, dat iedere ophaler een 6 a 7000 per
sonen, dus door elkaar genomen een 1800 huisge
zinnen te bedienen krijgt. Hierbij zal er naar ge
streefd worden dat hij zooveel mogelijk in de
zelfde straten op dezelfde dagen voorbij komt, zoo
dat de huisvrouwen op zijn komst kunnen reke
nen. Over een maand of drie zal voor de 60 groot
ste gemeenten van ons land de ophaaldienst van
afvallen op deze wijze in orde 'zijn. Een paar groote
gemeenten, zooals Amsterdam en Rotterdam en
ook Den Haag worden er vermoedelijk voor het
oogenblïk nog buiten gelaten.
Het succes van de inzameling hangt in hooge
mate van de huisvrouwen af. Als de ophaaldienst
eenmaal loopt zullen er huis aan huis pamfletjes
worden uitgereikt met wenken voor de huisvrouw-
hoe zij nuttige afvalstoffen moet bewaren om het
nuttigste effect ervan te waarborgen. Het boven
staande is hoofdzakelijk geschreven om er haar
nu reeds van te doordringen, dat zij door zuinig
te zijn op de nuttige afvallen van haar huishouding
meëwerkt in het algemeen belang.
Nederlanrlsche Padvinders-
organisaties ontbonden.
's-GRAVENHAOE. 9 April. Krachtens ver
ordening van den Rijkscommissaris werden door de
veiligheidspolitie de gezamenlijke pad-vindersor
ganisaties in het bezette Nederlandsche gebied ont
bonden en verboden.
De Nederlandsch padvinders, die een deel waren
van de internationale boy-scouts-beweging en cen
traal vanuit h't Internationale Padvindersbureau
te Londen geleid werden, waren een actief instru
ment der Bi-itsche cultureele en politieke propa
ganda.
Ook na dé bezetting werd deze tegen de belan
gen van het Duitsohe rijk gerichte werkzaamheid
voortgezet. Daar de Nederlandsche padvinders,
wier leiding eenzijdig op Engeland was ingesteld,
ondanks uitdrukkelijk verbod vele tochten en
voorbereidend militaire oefeningen bielden, zijn de
van het standpunt der bezettende macht niet duid
bare padvindersorganisaties ontbonden.
Bonneii voor de volgende week reeds
op Zaterdag geldig.
's-GRAVENHAGE, 9 April. De secretaris
generaal van het departement van landbouw en
visscherij deelt mede, dat reeds op Zaterdag 12
dezer voor het inkoopen van distributiegoederen
gebruik zal mogen worden gemaakt van de
bonnen, welke voor de daarop volgende week
zullen worden aangewezen. De nummers van de
aan te wijzen bonnen feullen worden bekend
gemaakt in de bladen van Vrijdagavond c.q.
Zaterdagochtend. Voorzoover de detaillisten op
Zaterdagmorgen niet tijdig op de hoogte moch
ten zijn van de aangewezen bonnummers
kunnen zij zich voor inlichtingen wenden tot
de plaatselijke distributiekantoren.
Gevogelte als distributiegoed.
Alle voor menschelijke consumptie geschikte,
door conserveering in glas of in blik, dan wel
door afkoeling verduurzaamde soorten gevogelte
zijn aangewezen als distributiegoederen in den
zin van art. 4 der Distributiewet 1939.
(De Nederlandsche Academie van
Wetenschappen te Amsterdam viert
haar 125 jarig bestaan.)
Honderdvijfentwintig jaren
Nederlandsche wetenschap,
Dat, om kortweg te verklaren
In één enkel woord is: knap.
Waarlijk, die jubilaresse
Hoewel oud nog friseh en sterk,
Staat voor heel een reeks successen,
In het wetenschaplijk werk.
Vele namen van geleerden
Zijn verbonden tot haar faam,
Vorschers die hun roeping eerden
En den Nederlandschen naam.
Steeds in stilte en bescheiden,
Hoezeer menschen van gewicht
Dienaars, als door alle tijden,
Hebben zij hun taak verricht.
Nooit daarbij zichzelve zoekend
Maar alleen de wetenschap,
Zwoegend resultaten boekend,
Kennis garend stap voor stap.
't Is geen tijd voor jubileeren
In een kleurig woelig feest,
Maar dat zou zij ook negeeren,
Ware 't wel de tijd geweest.
In haar geest van groote geesten
Van het Nederlandsche bloed,
Denken wij dus niet aan feesten,
Maar wij lichten stil den hoed.
Aangifte en amnestie op liet gebied
der belastingen en deviezen.
's-GRAVENHAGE, 9 April. Het Verordenin
genblad van heden bevat eerr besluit van den
secretaris-generaal van het departement van
financiën, houdende wijziging van het besluit
no. 52-1941 betreffende de verplichting tot
aangifte en betreffende amnestie op het ge
bied der belastingen en der deviezen. De wijzi
ging bestaat hierin, dat de datum van 15 April
1941 thans is veranderd in 20 Mei 1941. Volgens
het gewijzigde besluit moet dus de aangifte, zon
der dat daartoe een bijzondere ultrioodiging
wordt gedaan, geschieden voor of op 20 Mei
1941.
WEERMACHTSBONNEN.
's-GRAVENHAGE, 9 April. In het heden
verschenen Verordeningenblad no. 15 geeft
Verordening no. 70 een .aanvulling op verorde
ning no. 51-1940 betreffende het invoeren
van distributiekaarten- en -bons voor de Duit
sche weermacht voor den aankoop van levens-
en voedingsmiddelen, die onder de distributie
vallen of waarvan het gebruik algemeen verbo
den is.
Rijksminister dr. Frank president.
Interview met mr. dr. R. van Genechten.
Nederland heeft als handelsland m het verleden
maar al.te dikwijls moeten ondervinden,.tot welke
moeilijkheden het gebrek aan eenheid van het
recht tusschen de Europeesohe staten onderling,
aanleiding kon geven.. Van Deensche zij.de, waar
men dit precies zoo gevoelt, werd onlangs het ini
tiatief genomen om te kopien tot de oprichting van
een „internationale rechtskamer", welke bovendien
moet trachten eenheid in de organisatie der juristen
tot stand te brengen. Naar aanleiding hiervan noo-
digde dé Bond der Duitsche rechtsgeleerden een
aantal Duitsche en buitenlandsche collega's uit om
overleg te plegen op d:t punt. Op het congres, dat
de vorige week te Berlijn heeft plaats gehad, werd
besloten tot de oprichting van een internationale
rechtskamer. De correspondent van de Vereenigde
Persbureaus had een onderhoud met den leider
der Nederlandsche. afvaardiging, den procureur-
generaal mr. dr. R. van Genechten, over de tot
sta-ndkoming en de groote beteekenis ook voor
Nederland van deze instelling.
BERLIJN, 8 April. (V.P.B.) De vorige week
heeft -hier een bijeenkomst plaats gevondén van
Duitsohe en buitenlandsche juristen, waar ook Ne
derland vertegenwoordigd was door een delegatie
van rechtsgeleerden, onder leiding van den procu
reur-generaalte 's-Gravenhage, mr. dr. R. van
Genechten. Déze samenkomst had tot doel, om in
gevolge een initiatief van Deensche zijde, te komen
tot de oprichting van een „internationale rechts
kamer".
„Wat betoogt deze instelling?"
.,De internationale rechtskamer zal in de eerste
plaats trachten alle juristen der Europeesohe lan
den te organiseeren en hun vakbelangen te behar
tigen in het kader van de nieuwe orde. In de twee
de plaats zal zij db voorbereidende werkzaamhe
den verrichten om met het oog op de toekomstige
economische eenheid van het continent overal waar
noodjig een zoo groot mogelijke overeenstemming
tusschen het recht der verschillende Europeesohe
lan-den tot stand te brengen. Daarbij zal in het bij
zonder en dat is voor ons land mei zijn uitge-
breidenhandel natuurlijk van eminent belang
het handelsrecht de aandacht hebben.
Op de vergadering werd uitdrukkelijk naar vo
ren gebracht, zoowel door de Deensohe initiatief
nemers, als door den voorzitter, dat het in de be
doeling litrt om de zelfstandigheid van het recht in
de verschillende aangesloten landen volkomen in
tact te laten, evenals de wijze, waarop de juristen
georganiseerd zijn, of zich in de toekomst wenschen
te organiseerert.
De vertegenwoordigers der Europeesohe landen
erj ook die van een niet-Europeeschen staat, nl.
Japan getuigden allen van hun instemming met
de oprichting van.een dergelijke organisatie. Som
migen van hen spraken namens reeds bestaande
vereenigingen, d-ie zich dit tot doel gesteld hebben,
Voor Néderland voerde de secretaris van het
Reohtsfront, mr. H. B. de Bruyes Tack, subs.-offi-
cier van Justitie te Alkmaar, het woord.
Tot voorzitter van de internationale rechtskamer
werd met algemeene stemmen gekozen rijksminis
ter dr. Frank, gouverneur-generaal van Polen
leider van den Rechtswahrerbund. die verklaarde
ook den Italiaansohen minister bij het presidium
te willen betrekken. In zijn rede, waarmede hij be
dankte vo.or zijn verkiezing, heeft de» rijksminister
tot uitdrukking gebracht, hoezeer hij het waar
deerde, dat juist hij, als nationaal-socialist, tot
voorzitter van de internationale rechtskamer was
geroeperj om de verstandhouding der juristen en
de goede werking van het recht tusschen de volke
ren te bevorderen. Tevens .gaf hij een uiteenzetting
van het recht in nationaal-socialistischen zin, waar_
bij hij den nadruk legde op de meervoudige ver
bondenheid van het recht. o.a. de verbondenheid
met ras, bodem en arbeid".
„Welke Europeesohe landen wéren op de bijeen
komst te Berlijn vertegenwoordigd?"
„Duitschland, Italië; Noorwegen, Slowakije, Hon
garije. Roemenië, Bulgarije, Spanje, Portugal, De-
nemarkdh, Finland en Nederland.
Voorts, zooals gezegd, ook een niet-Europeesch
land: Japan. Nederland werd, behalve door mr.
de Bruyes-Tack en mij, vertegenwoordigd door mr.
Joan Muller, advocaat en procureur, mr. Hans Mul
ler, kantonrechter, en professor dr. J. van Loon,
hoogleeraar in het octrooirecht aan de rijksuniver
siteit te Utrecht en aan de Teohnisohe Hooge-
school te Delft",.
Tenslotte deelde' de heer Van Genechten nog
mede, dat vooral op de zelfstandigheid van het
recht der verschillende landen de nadruk -was ge
legd. Hopelijk, zoo besloot de procureur-generaal,
zal Nederland de totstandkoming van deze interna
tionale rechtskamer, die in de toekomst zoo be
langrijk zal blijken bij de handhaving van onze
positie in de nieuwe Europeesohe orde, weten te
waardeeren.
(Auteursrecht V.P.B.nadruk verboden).
even op de ophaaldiensten terug te
in Haarlem
en daarbuiten.
LAJOS VON EBNETH.
Deze schilder, gedurende de Aprilmaand te
gast in ons Frans Halsmuseum is in 1902 in
Hongarije geboren en aanvankelijk niet voor. de
kunst, doch voor de studie bestemd geweest.
Zijn ouders, tot de eerste Hongaarsche families
behoorend, stonden echter toe dat hij tusschen
de studies door lessen volgde aan de Kunst-'
akademie van Boedapest en zoo aan zijn na
tuurlijke neiging naar beelding gevolg gaf. Hij
is aan nog Bloed jong (zeventien jaar) en als
hij, na tijdens de revolutie in zijn land ook in
militairen dienst te zijn opgetreden, naar Mün-
chen trekt en daar door Franz von Stück als
leerling wordt aangenomen, is hij nog niet veel
ouder. De jonge man zal iets later een van zijn
natuurkundige studies nog in Stuttgart vol
tooien, maar heeft dan intusschen reeds van al-
lerhand opkomende en weer verdwijnende kunst
opvattingen, kunstbevliegingen vaak, kennis
genomen. In 1922 vestigt hij zich in Neder
land, in Den Haag, en vindt hier langzamerhand
de waardeering, waarop zijn werk hem recht
geeft.
Het Meisje tusschen Bloemen, dat wij hierbij
reproduceerden en dat men in het Frans Hals
museum thans in origineel kan zien, behoort
tot de productie der laatste jaren en doet, ook in
de reproductie, wel al het een en ander over
aard en wezen van deze kunst kennen. Een le
vendige, doch niet bonte kleurigheid, verdiept
nog die stille, naar binnengekeerde beschou
wing waarmee de schilder zijn model heeft door-
vorscht. Meer dan om fotografische exactheid
is het hem om een bepaalde stemming te
doen die door het beeld bij den beschouwer
wordt opgewekt. Behalve het visueele genot
door de kleur teweeggebracht, is er een intel
lectueel of litterair zoo ge wilt aanwezig
dat door het opvoeren van bepaalde vormver
houdingen aan dat wat noch zichtbaar noch
tastbaar is uitdrukking verleenen kan. In de
litteratuur is hetzelfde te bereiken, waar woor
den en zinnen zóó geplaatst kunnen worden dat
de suggestie meer beteekenis heeft dan de nuch
tere zin dier woorden, ja, eigenlijk het eenig be
doelde is. Men herinnere zich een drama-
interieur van Maurice Maeterlinck óf eenig
poëem der symbolisten. Het is niet geheel on
verklaarbaar, dat men bij dit portret door
Ebnèth aan de een of andere Maeterlincksche
figuur moet denken. Het is het zacht-omsluierde
geheim, dat zich voorzichtig onthult aan wie
daar gevoelig voor is. In de kunst van von Eb
nèth huist een groote suggestieve kracht, die
geen namaak of aanstellerij is doch eerlijk uit
het eigen wezen ontspruit.
Keeren wij ons nu naar het zuiver materieele
der techniek, dan wordt ons die eerlijkheid
nog duidelijker. Wie, schilderkunstig gespro
ken, anderen napraat of imiteert, verzorgt
nooit zoo doeltreffend logisch zijn arbeidswijze
als deze schilder het doet. Het laag-op-laag leg
gen der kleuren, het wroeten in de verfpastei,
het gevoelige plaatsen der lichtenhet wordt
alles in ééne consequentie doorgevoerd, tot een
zeker droombeeld gematerialiseerd is en men
toch op de materie niet meer let. Wie on
oprecht in zijn kunst is zal zelden hiaten in
zijn product kunnen vermijden. Of men voor
Von Ebneth's kunst gevoelig is of niet is een
tweede doch de zuiverheid er van lijkt mij niet
te betwisten.
Ook onze nuchter-Hollandsche oogen kunnen van
zijn bloemen, portretten, losse figuren en stadsge
zichten volop genieten. En wij blijven zijn pein-
ture waardeeren in dien armzaligen Job met zijn
trekharmonica Gode een loflied zingend aan
den buitenkant der stad. Doch innerlijk ont
roert ons deze Job maar matig, werkt hij zelfs
bijna parodistisch en heeft alle welsprekend
heid van den explicator noodig om hem serieus
te blijven nemen. Dat voor den schilder juist
deze Job en dat andere groote doek De Profeet,
van groot belang zijn, bewijst slechts dat wij op
de overdrevenheden van het expressionisme
nooit ingesteld waren en het après date ook wel
niet zullen worden. En gelooven dat de waar
deering dier zaken door minnaars van schoone
frasen, een waardeering van voorbij gaanden
aard zal blijven. De werkelijke waarde van deze
kunst derhalve in ieder opzicht erkennend,
zal men ze toch' op dit oogenblïk niet dienen te
overschatten. Waar de schilder nog toe .komen
kan is bij zoo uitzonderlijke begaafdheid nim
mer te voorzeggen: hij bereikte immers reeds
zoo veel. Doch de belangrijkheid van Von Eb
nèth zit niet daarin dat hij een wegwijzer naar
nieuwe mogelijkheden, een keerpunt in de mo
derne peinture zou zijn doch daarin dat hij een
aanvaardbaar symptoom van dezen tijd is. .waar
in door een helder intellect en een aangeboren
artisticiteit-een aantal droomen op beeldend ge
bied op volkomen eerlijke wijze gekristalliseerd
zijn. Een verschijning als de zijne zóó te bezien
lijkt mij tenslotte minder verwarrend en zui
verder waardeerend dan die waardoor de kun
stenaar als een soort wonderdier wordt binnen
geloodst. Hij heeft die malligheid gelukkig
voor hem niet noodig.
J. H. DE BOIS.
in Haarlem en omgeving
Een merkwaardige
gevelsteen.
Tot de mooist bewaarde gevelsteen mag zeker
wel gerekend worden die in den gevel van het
pand Botermarkt 13, waar sinds lange jaren de
slagerij van den heer Hölsken is gevestigd.
Deze gevelsteen vertoont een draagkoets, die
door twee paarden of muilezels gedragen wordt.
Een figuurtje in de koets is juist even zichtbaar.
Alsof de voorstelling niet duidelijk genoeg was,
staat er bovendien onder:
Inden Rosbaer Ao. 1611.
De steen is, in weerwil van zijn eerwaardigen
ouderdom, uitstekend bewaard. Bovendien is hij
naar den eiseh ingemetseld in een omlijsting van
rooden steen, hetgeen .de voorstelling accen
tueert.
De Rosbaar herinnert ons aan een voertuig,
dat volkomen uit den tijd is, nadat het zich eeuwen
had gehandhaafd, ten minste hier te lande.
Gevelsteen Botermarkt 13, te Haarlem.
(Foto De Haas)
In het kleine koetsje nam een of een tweetal
personen plaats en deze werden dan, hetzij door
twee paarden of-muilezels, hetzij door twee men
schelijke dragers, naar de plaats hunner bestem
ming gebx-acht.
Er- is een tijd geweeat, dat men in ieder*
stad tientallen van deze koetsjes tegen kwam en
ongetwijfeld zullen qr bedrijven zijn geweest, waar
men zulk een rosbaar kon huren, zoo goed als in
later tijden een rijtuig of een taxi.
Of ook de steen oorsprongkelijk den gevel van
zulk een verhuur-inrichting heeft gesierd? Het
jaartal 1611 in dien steen doet wel iets vermoeden
Omstreeks dien tijd toch werd hef Bruningshofje
gesticht, dat achter het perceel Botermarkt 13 is
gelegen en men kan bezwaax-lijk aannemen, dat
ter plaatse waar een aantal ouden van dagen haar
levensavond in i-ust sleten, een stalhoudersbedrijf
werd gevestigd. Eerder valt aan, te nemen, dat de
gevelsteen de herinnering moest bewaren aan een
te voren hier gevestigd bedrijf. En dan'zal men
wel moeten denken aan een hei-berg waar de reizi
gers afstapten en de paarden voor en achter de
de rosbaar verwisseld werden.
Berechting van: strafzaken
rakende het economische
leven.
's-GRAVENHAGE, 9 April. Het Verordenin
genblad van heden brengt een belangrijk besluit
van den secretaris-generaal van het departement
van justitie met -betrekking tot de berechting van
strafzaken, rakende het economische leven.
Bij iedere ai-rondissementsrechtbank worden
ingesteld uit een lid bestaande (enkelvoudige)
kamers voor de berechting van strafzaken, raken
de het economische leven. De leden dezer kamers
worden aangewezen door den secretaris-generaal
van het departement van justitie; zij dragen den
titel „economische rechter".
De economische rechter oordeelt in eersten aan
leg bij uitsluiting over alle misdrijven en over
tredingen, waartegen strafis-bedreigd in: de
landbouw-crisiswet 1933: de bodemproductiewet
1939: de distributiewet 1939; de prijsopdrijvings-
en hamsterwet 1939; de voorschriften uitgevaar
digd op grond van par. 1 der verordening no.
8/1940 betreffende het beperken van werk; de
voorschriften uitgevaardigd op grond van par. 1
der verordening no. 15'1940 betreffende het ver
voer van personen en goederen: de voorschriften
uitgevaardigd op grond van artikel 3 der veror
dening no. 111/1940 betreffende het verbod van
verlaging van loonen en salarissen: de voorschrif
ten uitgevaardigd op grond van artikel 8 der ver
ordening no. 217'1940 betreffende de totstand
koming van regelingen inzake loonen. salarissen
en andere arbeidsvoorwaarden: het prijsbeheer-
schingsbeshiit (no. 11 '1941)het voedselvoorzie-
ningsbesluit (no. 12/1941); de verordening no.
421941 betreffende de verplichting tot het ver
richten van diensten en betreffende de beperking
ten aanzien van het veranderen van betrekking;
het deviezenbesluit 1941 (no. 63/1941); het orga-
nisatiebesluit voedselvoorziening 1941 (no. 69/
1941): andere rechtsvoorschriften, voor zoover
leze strafbare feiten tot de kennisneming van de
rechterlijke macht behooren.
Op het rechtsgeding voor den economischen
rechter vinden de bepalingen betreffende het
rechtsgeding voor den politierechter overeenkom
stige toepassing, behoudens de navolgende afwij
kingen: de artikelen 369. 375, 376, en in geval van
een gerechtelijk vooronderzoek, 238. tweede tot
en met 5de lid, van het wetboek van strafvordering
blijven buiten toepassing; noch tegen de kennis
geving van verdere vervolging, noch tegen de dag
vaarding wordt een bezwaarschrift toegelaten;
de rechter kan van het hooren van op de lijst van
getuigen voorkomende niet verschenen getuigen
afzien, indien hij dit hooren voor de beoordeeling
van de zaak niet bepaald noodzakelijk acht; de
rechter is niet verplicht op verzoek van den ver
dachte schriftelijk vonnis te wijzen: in geval van
berechting van overtredingen vinden de artike
len 383 tot en met 393 en 398. eerste lid. onder 9.
en 11. van het wetboek van sti-dfvordering over
eenkomstige toepassing.
Tegen uitspraken van den economischen rech
ter kan geen verzet worden gedaan.
Dc verdachte kan hooger beroen instellen in de
gevallen waarin vrijheidsstraf of geldboete van
f 200 is opgelegd. Hét openbaar ministerie kan
hooger beroep instellen in de gevallen waarin een
dezer straffen werd'gevorderd. De termijnen, ver-
meld in de artikelen 408 en 410 van het wetboek
van strafvordering, bedragen in plaats van veer
tien dagen acht dagen; de termijn, bedoeld in
artikel 413, eerste lid, bedraagt in plaats van tien
dagen vijf dagen. De berechting in hooger beroep
is toevertrouwd aan bijzondere kamers van het
gerechtshof, bestaande uit drie leden.
Het besluit treedt in werkin? op 15 Me* 1941.
Het is niet van toepassing op. zaken voor dien
datum bij eenie eerecht aanhangig gemaakt.
.(Foto A. Dingjan.)
Melk distributiegoed.
Bij beschikking van den secretaris-generaal
van het departement van landbouw en visscherij
zijn al of niet ontroomde melk. alsmede choco
lademelk in den zin van het melkbesluit 1929
aangewezen als distributiegoederen in den zin
van art. 4 van de distributiewet 1938.