JillHSt pe waarde van afval is zeer groot. Een Jubilaresse. Internationale rechtskamer" opgericht. Eigenaardigheden Er komt een economische rechter. Onze industrie voor een belangrijk deel erop aan gewezen. October van het vorige jaar werd een ver- "reingsverbod afgekondigd voor oude materialen Ivalstoffen. Daardoor werd het aan een ieder '"•loden al datgene, wat onder oude materialen /valstoffen verstaan wordt, te vernietigen, weg !n of zoodanig te bewaren, dat de waarde K werpen pdstof voor industrieele bewerking vermin kt of te niet gaat. Toen is tevens een begin ge- kt met de organisatie van een ophaaldienst. "Harlem en zijn randgemeenten zullen vermoe- rk weldra aan de beurt zijn voor een stelsel- organisatie op de manier, die op het oogen- reeds te Utrecht, Gouda en Voorburg in uit- ring is- zai intusschen nog wel even duren 3 te Haarlem ca. de ophaaldienst marcheert. ttL het ophalen van de afvalstoffen, waar het geVal om te doen is (etensresten, aardappel- hillen en afval van groenten hooren er niet bij) I de gemeente in een aantal wijken worden ver- j «ld in elk waarvan een ophaler te werk zal wor- fn besteld. Deze zal de uitsluitende bevoegdheid hpbben de afvallen in kwestie dus: metalen, papier. ,0n linnen, katoen, jutë, wol, zijde, kunstzijde of !ndere vezelstoffen, huiden, vellen, leer, glas, rub ber van elke soort, minerale oliën, celluloid, hoorn, Ln kurk, dierlijk haar, borstels, veeren e.d. in Üntvangst te nemen. Hij wordt hiervoor van over- ^dswese aangesteld en krijgt een onderscheidings teken dat vermoedelijk uit een plaatje of een 'noop'in het knoopsgat te dragen, zal bestaan en al ook van een legitimatiebewijs worden voor- :!Cpe ophalers zijn min of meer „ambtenaren", zij worden met zorg uitgekozen en er wordt op toege zien, dat er onder hen niemand voorkomt, die niet van'goed gedrag is of niet behoorlijk bekend staat. Dit omdat men wel begrijpt, dat de huis vrouw, die het meest met den ophaler te doen zal hebben, er niet op gesteld is „iedereen" in huis te krijgen. Het zal immers wel eens noodig zijn, dat de ophaler om een -vrachtje in ontvangst te nemen in de huizen moet komen, bijv. om oud papier int den kelder of van den zolder weg te halen. Men moet hier bij niet het "risico loopen, dat er iia het bezoek het een of ander wordt vermist of lilt de woning door een onzindelijken ophaler met oSfflMerte of andere ongerechtigheden wordt be nnet. Van den ophaler zal voor zekere goederen (bij- 1 voorbeeld oud papier) die altijd een bepaalde handelswaarde hebben gehad, eenige bete ling kunnen worden vastgesteld, men vergete echter 'niet, dat het ophalen van afval zijn broodwin ning vormt en late hem dan ook niet meer be talen dan strikt noodig is. De afgifte vam het afval is overigens ver plicht, tenzij men er mee wil blijven zitten. Want vernietiging is verboden. Men is er dus niet mee at bijvoorbeeld oud papier in den vuilnisbak te werpen, want als dit wordt gemerkt zal de reini gingsdienst het niet in ontvangst nemen. En er zal op worden gelet. Wie zich bij herhaling aan zulke verkwisting (ook op ander gebied) schuldig maakt, zal zelfs voor een bekeuring in aanmerking kunnen komen. Uit het vorenstaande volgt, dat men oud papier eigenlijk ook niet mag verbranden. Natuurlijk zal er echter geen aanmerking op gemaakt worden in dien men voor het aanmaken van de kachel eenig papier bezigt. Maar het verwerken van papier tot papierballen om in kaohels of cëntrale verwarming Ie stoken is een vernietiging ,van papier op eenigs- zins grooter schaal, die niet kan worden toege laten, des te minder omdat er geen werkelijk nut tegenover staat. Het 'is reeds voldoende gebleken, dat de warmtewaarde van papier zeer gering is. en dat men er -bovendien zijn kachels kapot mee ziookt. Redenen genoeg om het te laten. Juist- papier heeft onder het afval groot be lang, omdat in ons land lang niet genoeg grond stof voor de papierfabricage (hout en cellulose) wordt geproduceerd, zoodat wij het meerendeel moeten invoeren. Waar dit nu moeilijk meer kan cn de invoer, als hij mogelijk is altijd geld kost, ligt het voor de hand in dit opzicht te sparen, wat kan door het oude papier te bewaren ën aan den ophaler mee te geven. Hoe meer oud papier de pa pierindustrie toegevoerd krijgt des te minder grondstof van anderen aard zal' zij noodig heb ben. Door zich hiernaar te gedragen houdt men het bedrijf aan den gang, wat indirect een belang van ons allen is. Bovendien mag men wel iets verder zien dan zijn neus lang is. Aan den wereldvoor raad van grondstoffen is een einde, speciaal aan het hout voor de papierfabricage. Als wij met het tegenwoordige interen doorgaan zal over een jaar of vijftig, zestig, alle grondstof, die in bosschen «Mi aanwezig is, opgeteerd zijn. Ook voor een nor malen tijd wanneer ~de aanvoer van de normale grondstoffen wèl weer mogelijk zal zijn is dus toch zuinigheid geboden. In het bijzonder dénken wij hierbij aan oude kranten en tijdschriften, die om zoo te zeggen on middellijk weer voor de papierindustrie te gebrui ken zijn. Daarentegen hebben papieren waar vet een zit, bijvoorbeeld omslagen van boter, geen waarde meer. Men lette erop, dat het papier niet noodeloos vochtig wordt want dit is tot schade van oe houtvezel, die erin zit, de bruikbaarheid voor verwerking tot nieuw papier gaat dor vocht ach teruit. Ook glas, oude flesschen e.d. kunnen nog zeer Mtige diensten bewijzen. Men doet het best hen apart te houden en zorge er vooral voor, dat zij met bij etensresten, schillen en dergelijke afval dat voor dierlijk voedsel is bestemd terecht komen, went als er splinters van glas daardoorheen raken 2ijn de etensresten, schillen enz. voor dierlijk voed- isi onbruikbaar, want gevaarlijk, verder zij men ook zuinig op lompen van allerlei «rd. Het is alweer ons eigen belang, dat de textielindustrie kan blijven draaien en hierbij »an het afval van de huishoudens in den vorm 'en lompen een belangrijke hulp verleënen. Men oenoeft niet-beducht te zijn, dat de lompen naar het If0zullen worden weggevoerd, want dit alleen reeds vanwege de transportmoeilijk- boden onmogelijk wezen, bovendien' heeft -onze ■adustne hen veel te hard noodig. m Van nuttige producten kunnen altijd nog uit •™pen worden vervaardigd. Het is wel interessant in v'Gr jemen' in ons land de textiellompen honderden soorten worden onderscheiden, de °»en lompen vroeger bij ons in wel 750 en meer oudere landen gaat men nog veel verder, e-rh an<*er opzicht „zit" er veel meer in den nemmer dan men meestal wel vermoedt. In lliif enigde Staten heeft men dit, onafhanke- I,' VaQ gi-'ondstoffenmoeilijkheden, al sedert jaren oud <*aar is het °Plla^en van afvallen, vooral papier, zeer stelselmatig georganiseerd, letalen zijn feitelijk voor 100 pet. grondstof, op deze zuinig te wezen is dus wel bijzonder be- Word °U(*e ru^er kan nog zeer goed gebruikt (enh h i,als grondstof voor de tegenwoordige niM> t den' die grootendeels uit geregenereerde 2c,_ bestaan, ook gebruikte olie kan voor een elan2rijk gedeelte, zelfs tot 80 pet. worden bet n Mre en ^et wel merkwaardig dat van het regeneratie-proces in zeker rw Zelfs beter is dan het oorspronkelijke. Stoffen Vfrr belft van de hoeveelheid grond- uit w' v onze industrie gebruikt werd vroeger Vod o buitenland aangevoerd. Over 1938 bijv. uit-H ^edrag van f 450.000.000. Nu de aanvoer zoov buitenland grootendeels is stopgezet, moet bet hij m°£elijk wat de nijverheid noodig heeft uit teivonftki nd W01'den gehaald. Vandaar de fouiten- vaktJt beteekenis, die de oude materialen en af- Qa - n ns bezitten, De eerste gevangen genomen Servische soldaten worden door de Duitsche troepen binnengebracht. (Foto Stapf) komen, deze zullen waarschijnlijk zoodanig .wor den ingedeeld, dat iedere ophaler een 6 a 7000 per sonen, dus door elkaar genomen een 1800 huisge zinnen te bedienen krijgt. Hierbij zal er naar ge streefd worden dat hij zooveel mogelijk in de zelfde straten op dezelfde dagen voorbij komt, zoo dat de huisvrouwen op zijn komst kunnen reke nen. Over een maand of drie zal voor de 60 groot ste gemeenten van ons land de ophaaldienst van afvallen op deze wijze in orde 'zijn. Een paar groote gemeenten, zooals Amsterdam en Rotterdam en ook Den Haag worden er vermoedelijk voor het oogenblïk nog buiten gelaten. Het succes van de inzameling hangt in hooge mate van de huisvrouwen af. Als de ophaaldienst eenmaal loopt zullen er huis aan huis pamfletjes worden uitgereikt met wenken voor de huisvrouw- hoe zij nuttige afvalstoffen moet bewaren om het nuttigste effect ervan te waarborgen. Het boven staande is hoofdzakelijk geschreven om er haar nu reeds van te doordringen, dat zij door zuinig te zijn op de nuttige afvallen van haar huishouding meëwerkt in het algemeen belang. Nederlanrlsche Padvinders- organisaties ontbonden. 's-GRAVENHAOE. 9 April. Krachtens ver ordening van den Rijkscommissaris werden door de veiligheidspolitie de gezamenlijke pad-vindersor ganisaties in het bezette Nederlandsche gebied ont bonden en verboden. De Nederlandsch padvinders, die een deel waren van de internationale boy-scouts-beweging en cen traal vanuit h't Internationale Padvindersbureau te Londen geleid werden, waren een actief instru ment der Bi-itsche cultureele en politieke propa ganda. Ook na dé bezetting werd deze tegen de belan gen van het Duitsohe rijk gerichte werkzaamheid voortgezet. Daar de Nederlandsche padvinders, wier leiding eenzijdig op Engeland was ingesteld, ondanks uitdrukkelijk verbod vele tochten en voorbereidend militaire oefeningen bielden, zijn de van het standpunt der bezettende macht niet duid bare padvindersorganisaties ontbonden. Bonneii voor de volgende week reeds op Zaterdag geldig. 's-GRAVENHAGE, 9 April. De secretaris generaal van het departement van landbouw en visscherij deelt mede, dat reeds op Zaterdag 12 dezer voor het inkoopen van distributiegoederen gebruik zal mogen worden gemaakt van de bonnen, welke voor de daarop volgende week zullen worden aangewezen. De nummers van de aan te wijzen bonnen feullen worden bekend gemaakt in de bladen van Vrijdagavond c.q. Zaterdagochtend. Voorzoover de detaillisten op Zaterdagmorgen niet tijdig op de hoogte moch ten zijn van de aangewezen bonnummers kunnen zij zich voor inlichtingen wenden tot de plaatselijke distributiekantoren. Gevogelte als distributiegoed. Alle voor menschelijke consumptie geschikte, door conserveering in glas of in blik, dan wel door afkoeling verduurzaamde soorten gevogelte zijn aangewezen als distributiegoederen in den zin van art. 4 der Distributiewet 1939. (De Nederlandsche Academie van Wetenschappen te Amsterdam viert haar 125 jarig bestaan.) Honderdvijfentwintig jaren Nederlandsche wetenschap, Dat, om kortweg te verklaren In één enkel woord is: knap. Waarlijk, die jubilaresse Hoewel oud nog friseh en sterk, Staat voor heel een reeks successen, In het wetenschaplijk werk. Vele namen van geleerden Zijn verbonden tot haar faam, Vorschers die hun roeping eerden En den Nederlandschen naam. Steeds in stilte en bescheiden, Hoezeer menschen van gewicht Dienaars, als door alle tijden, Hebben zij hun taak verricht. Nooit daarbij zichzelve zoekend Maar alleen de wetenschap, Zwoegend resultaten boekend, Kennis garend stap voor stap. 't Is geen tijd voor jubileeren In een kleurig woelig feest, Maar dat zou zij ook negeeren, Ware 't wel de tijd geweest. In haar geest van groote geesten Van het Nederlandsche bloed, Denken wij dus niet aan feesten, Maar wij lichten stil den hoed. Aangifte en amnestie op liet gebied der belastingen en deviezen. 's-GRAVENHAGE, 9 April. Het Verordenin genblad van heden bevat eerr besluit van den secretaris-generaal van het departement van financiën, houdende wijziging van het besluit no. 52-1941 betreffende de verplichting tot aangifte en betreffende amnestie op het ge bied der belastingen en der deviezen. De wijzi ging bestaat hierin, dat de datum van 15 April 1941 thans is veranderd in 20 Mei 1941. Volgens het gewijzigde besluit moet dus de aangifte, zon der dat daartoe een bijzondere ultrioodiging wordt gedaan, geschieden voor of op 20 Mei 1941. WEERMACHTSBONNEN. 's-GRAVENHAGE, 9 April. In het heden verschenen Verordeningenblad no. 15 geeft Verordening no. 70 een .aanvulling op verorde ning no. 51-1940 betreffende het invoeren van distributiekaarten- en -bons voor de Duit sche weermacht voor den aankoop van levens- en voedingsmiddelen, die onder de distributie vallen of waarvan het gebruik algemeen verbo den is. Rijksminister dr. Frank president. Interview met mr. dr. R. van Genechten. Nederland heeft als handelsland m het verleden maar al.te dikwijls moeten ondervinden,.tot welke moeilijkheden het gebrek aan eenheid van het recht tusschen de Europeesohe staten onderling, aanleiding kon geven.. Van Deensche zij.de, waar men dit precies zoo gevoelt, werd onlangs het ini tiatief genomen om te kopien tot de oprichting van een „internationale rechtskamer", welke bovendien moet trachten eenheid in de organisatie der juristen tot stand te brengen. Naar aanleiding hiervan noo- digde dé Bond der Duitsche rechtsgeleerden een aantal Duitsche en buitenlandsche collega's uit om overleg te plegen op d:t punt. Op het congres, dat de vorige week te Berlijn heeft plaats gehad, werd besloten tot de oprichting van een internationale rechtskamer. De correspondent van de Vereenigde Persbureaus had een onderhoud met den leider der Nederlandsche. afvaardiging, den procureur- generaal mr. dr. R. van Genechten, over de tot sta-ndkoming en de groote beteekenis ook voor Nederland van deze instelling. BERLIJN, 8 April. (V.P.B.) De vorige week heeft -hier een bijeenkomst plaats gevondén van Duitsohe en buitenlandsche juristen, waar ook Ne derland vertegenwoordigd was door een delegatie van rechtsgeleerden, onder leiding van den procu reur-generaalte 's-Gravenhage, mr. dr. R. van Genechten. Déze samenkomst had tot doel, om in gevolge een initiatief van Deensche zijde, te komen tot de oprichting van een „internationale rechts kamer". „Wat betoogt deze instelling?" .,De internationale rechtskamer zal in de eerste plaats trachten alle juristen der Europeesohe lan den te organiseeren en hun vakbelangen te behar tigen in het kader van de nieuwe orde. In de twee de plaats zal zij db voorbereidende werkzaamhe den verrichten om met het oog op de toekomstige economische eenheid van het continent overal waar noodjig een zoo groot mogelijke overeenstemming tusschen het recht der verschillende Europeesohe lan-den tot stand te brengen. Daarbij zal in het bij zonder en dat is voor ons land mei zijn uitge- breidenhandel natuurlijk van eminent belang het handelsrecht de aandacht hebben. Op de vergadering werd uitdrukkelijk naar vo ren gebracht, zoowel door de Deensohe initiatief nemers, als door den voorzitter, dat het in de be doeling litrt om de zelfstandigheid van het recht in de verschillende aangesloten landen volkomen in tact te laten, evenals de wijze, waarop de juristen georganiseerd zijn, of zich in de toekomst wenschen te organiseerert. De vertegenwoordigers der Europeesohe landen erj ook die van een niet-Europeeschen staat, nl. Japan getuigden allen van hun instemming met de oprichting van.een dergelijke organisatie. Som migen van hen spraken namens reeds bestaande vereenigingen, d-ie zich dit tot doel gesteld hebben, Voor Néderland voerde de secretaris van het Reohtsfront, mr. H. B. de Bruyes Tack, subs.-offi- cier van Justitie te Alkmaar, het woord. Tot voorzitter van de internationale rechtskamer werd met algemeene stemmen gekozen rijksminis ter dr. Frank, gouverneur-generaal van Polen leider van den Rechtswahrerbund. die verklaarde ook den Italiaansohen minister bij het presidium te willen betrekken. In zijn rede, waarmede hij be dankte vo.or zijn verkiezing, heeft de» rijksminister tot uitdrukking gebracht, hoezeer hij het waar deerde, dat juist hij, als nationaal-socialist, tot voorzitter van de internationale rechtskamer was geroeperj om de verstandhouding der juristen en de goede werking van het recht tusschen de volke ren te bevorderen. Tevens .gaf hij een uiteenzetting van het recht in nationaal-socialistischen zin, waar_ bij hij den nadruk legde op de meervoudige ver bondenheid van het recht. o.a. de verbondenheid met ras, bodem en arbeid". „Welke Europeesohe landen wéren op de bijeen komst te Berlijn vertegenwoordigd?" „Duitschland, Italië; Noorwegen, Slowakije, Hon garije. Roemenië, Bulgarije, Spanje, Portugal, De- nemarkdh, Finland en Nederland. Voorts, zooals gezegd, ook een niet-Europeesch land: Japan. Nederland werd, behalve door mr. de Bruyes-Tack en mij, vertegenwoordigd door mr. Joan Muller, advocaat en procureur, mr. Hans Mul ler, kantonrechter, en professor dr. J. van Loon, hoogleeraar in het octrooirecht aan de rijksuniver siteit te Utrecht en aan de Teohnisohe Hooge- school te Delft",. Tenslotte deelde' de heer Van Genechten nog mede, dat vooral op de zelfstandigheid van het recht der verschillende landen de nadruk -was ge legd. Hopelijk, zoo besloot de procureur-generaal, zal Nederland de totstandkoming van deze interna tionale rechtskamer, die in de toekomst zoo be langrijk zal blijken bij de handhaving van onze positie in de nieuwe Europeesohe orde, weten te waardeeren. (Auteursrecht V.P.B.nadruk verboden). even op de ophaaldiensten terug te in Haarlem en daarbuiten. LAJOS VON EBNETH. Deze schilder, gedurende de Aprilmaand te gast in ons Frans Halsmuseum is in 1902 in Hongarije geboren en aanvankelijk niet voor. de kunst, doch voor de studie bestemd geweest. Zijn ouders, tot de eerste Hongaarsche families behoorend, stonden echter toe dat hij tusschen de studies door lessen volgde aan de Kunst-' akademie van Boedapest en zoo aan zijn na tuurlijke neiging naar beelding gevolg gaf. Hij is aan nog Bloed jong (zeventien jaar) en als hij, na tijdens de revolutie in zijn land ook in militairen dienst te zijn opgetreden, naar Mün- chen trekt en daar door Franz von Stück als leerling wordt aangenomen, is hij nog niet veel ouder. De jonge man zal iets later een van zijn natuurkundige studies nog in Stuttgart vol tooien, maar heeft dan intusschen reeds van al- lerhand opkomende en weer verdwijnende kunst opvattingen, kunstbevliegingen vaak, kennis genomen. In 1922 vestigt hij zich in Neder land, in Den Haag, en vindt hier langzamerhand de waardeering, waarop zijn werk hem recht geeft. Het Meisje tusschen Bloemen, dat wij hierbij reproduceerden en dat men in het Frans Hals museum thans in origineel kan zien, behoort tot de productie der laatste jaren en doet, ook in de reproductie, wel al het een en ander over aard en wezen van deze kunst kennen. Een le vendige, doch niet bonte kleurigheid, verdiept nog die stille, naar binnengekeerde beschou wing waarmee de schilder zijn model heeft door- vorscht. Meer dan om fotografische exactheid is het hem om een bepaalde stemming te doen die door het beeld bij den beschouwer wordt opgewekt. Behalve het visueele genot door de kleur teweeggebracht, is er een intel lectueel of litterair zoo ge wilt aanwezig dat door het opvoeren van bepaalde vormver houdingen aan dat wat noch zichtbaar noch tastbaar is uitdrukking verleenen kan. In de litteratuur is hetzelfde te bereiken, waar woor den en zinnen zóó geplaatst kunnen worden dat de suggestie meer beteekenis heeft dan de nuch tere zin dier woorden, ja, eigenlijk het eenig be doelde is. Men herinnere zich een drama- interieur van Maurice Maeterlinck óf eenig poëem der symbolisten. Het is niet geheel on verklaarbaar, dat men bij dit portret door Ebnèth aan de een of andere Maeterlincksche figuur moet denken. Het is het zacht-omsluierde geheim, dat zich voorzichtig onthult aan wie daar gevoelig voor is. In de kunst van von Eb nèth huist een groote suggestieve kracht, die geen namaak of aanstellerij is doch eerlijk uit het eigen wezen ontspruit. Keeren wij ons nu naar het zuiver materieele der techniek, dan wordt ons die eerlijkheid nog duidelijker. Wie, schilderkunstig gespro ken, anderen napraat of imiteert, verzorgt nooit zoo doeltreffend logisch zijn arbeidswijze als deze schilder het doet. Het laag-op-laag leg gen der kleuren, het wroeten in de verfpastei, het gevoelige plaatsen der lichtenhet wordt alles in ééne consequentie doorgevoerd, tot een zeker droombeeld gematerialiseerd is en men toch op de materie niet meer let. Wie on oprecht in zijn kunst is zal zelden hiaten in zijn product kunnen vermijden. Of men voor Von Ebneth's kunst gevoelig is of niet is een tweede doch de zuiverheid er van lijkt mij niet te betwisten. Ook onze nuchter-Hollandsche oogen kunnen van zijn bloemen, portretten, losse figuren en stadsge zichten volop genieten. En wij blijven zijn pein- ture waardeeren in dien armzaligen Job met zijn trekharmonica Gode een loflied zingend aan den buitenkant der stad. Doch innerlijk ont roert ons deze Job maar matig, werkt hij zelfs bijna parodistisch en heeft alle welsprekend heid van den explicator noodig om hem serieus te blijven nemen. Dat voor den schilder juist deze Job en dat andere groote doek De Profeet, van groot belang zijn, bewijst slechts dat wij op de overdrevenheden van het expressionisme nooit ingesteld waren en het après date ook wel niet zullen worden. En gelooven dat de waar deering dier zaken door minnaars van schoone frasen, een waardeering van voorbij gaanden aard zal blijven. De werkelijke waarde van deze kunst derhalve in ieder opzicht erkennend, zal men ze toch' op dit oogenblïk niet dienen te overschatten. Waar de schilder nog toe .komen kan is bij zoo uitzonderlijke begaafdheid nim mer te voorzeggen: hij bereikte immers reeds zoo veel. Doch de belangrijkheid van Von Eb nèth zit niet daarin dat hij een wegwijzer naar nieuwe mogelijkheden, een keerpunt in de mo derne peinture zou zijn doch daarin dat hij een aanvaardbaar symptoom van dezen tijd is. .waar in door een helder intellect en een aangeboren artisticiteit-een aantal droomen op beeldend ge bied op volkomen eerlijke wijze gekristalliseerd zijn. Een verschijning als de zijne zóó te bezien lijkt mij tenslotte minder verwarrend en zui verder waardeerend dan die waardoor de kun stenaar als een soort wonderdier wordt binnen geloodst. Hij heeft die malligheid gelukkig voor hem niet noodig. J. H. DE BOIS. in Haarlem en omgeving Een merkwaardige gevelsteen. Tot de mooist bewaarde gevelsteen mag zeker wel gerekend worden die in den gevel van het pand Botermarkt 13, waar sinds lange jaren de slagerij van den heer Hölsken is gevestigd. Deze gevelsteen vertoont een draagkoets, die door twee paarden of muilezels gedragen wordt. Een figuurtje in de koets is juist even zichtbaar. Alsof de voorstelling niet duidelijk genoeg was, staat er bovendien onder: Inden Rosbaer Ao. 1611. De steen is, in weerwil van zijn eerwaardigen ouderdom, uitstekend bewaard. Bovendien is hij naar den eiseh ingemetseld in een omlijsting van rooden steen, hetgeen .de voorstelling accen tueert. De Rosbaar herinnert ons aan een voertuig, dat volkomen uit den tijd is, nadat het zich eeuwen had gehandhaafd, ten minste hier te lande. Gevelsteen Botermarkt 13, te Haarlem. (Foto De Haas) In het kleine koetsje nam een of een tweetal personen plaats en deze werden dan, hetzij door twee paarden of-muilezels, hetzij door twee men schelijke dragers, naar de plaats hunner bestem ming gebx-acht. Er- is een tijd geweeat, dat men in ieder* stad tientallen van deze koetsjes tegen kwam en ongetwijfeld zullen qr bedrijven zijn geweest, waar men zulk een rosbaar kon huren, zoo goed als in later tijden een rijtuig of een taxi. Of ook de steen oorsprongkelijk den gevel van zulk een verhuur-inrichting heeft gesierd? Het jaartal 1611 in dien steen doet wel iets vermoeden Omstreeks dien tijd toch werd hef Bruningshofje gesticht, dat achter het perceel Botermarkt 13 is gelegen en men kan bezwaax-lijk aannemen, dat ter plaatse waar een aantal ouden van dagen haar levensavond in i-ust sleten, een stalhoudersbedrijf werd gevestigd. Eerder valt aan, te nemen, dat de gevelsteen de herinnering moest bewaren aan een te voren hier gevestigd bedrijf. En dan'zal men wel moeten denken aan een hei-berg waar de reizi gers afstapten en de paarden voor en achter de de rosbaar verwisseld werden. Berechting van: strafzaken rakende het economische leven. 's-GRAVENHAGE, 9 April. Het Verordenin genblad van heden brengt een belangrijk besluit van den secretaris-generaal van het departement van justitie met -betrekking tot de berechting van strafzaken, rakende het economische leven. Bij iedere ai-rondissementsrechtbank worden ingesteld uit een lid bestaande (enkelvoudige) kamers voor de berechting van strafzaken, raken de het economische leven. De leden dezer kamers worden aangewezen door den secretaris-generaal van het departement van justitie; zij dragen den titel „economische rechter". De economische rechter oordeelt in eersten aan leg bij uitsluiting over alle misdrijven en over tredingen, waartegen strafis-bedreigd in: de landbouw-crisiswet 1933: de bodemproductiewet 1939: de distributiewet 1939; de prijsopdrijvings- en hamsterwet 1939; de voorschriften uitgevaar digd op grond van par. 1 der verordening no. 8/1940 betreffende het beperken van werk; de voorschriften uitgevaardigd op grond van par. 1 der verordening no. 15'1940 betreffende het ver voer van personen en goederen: de voorschriften uitgevaardigd op grond van artikel 3 der veror dening no. 111/1940 betreffende het verbod van verlaging van loonen en salarissen: de voorschrif ten uitgevaardigd op grond van artikel 8 der ver ordening no. 217'1940 betreffende de totstand koming van regelingen inzake loonen. salarissen en andere arbeidsvoorwaarden: het prijsbeheer- schingsbeshiit (no. 11 '1941)het voedselvoorzie- ningsbesluit (no. 12/1941); de verordening no. 421941 betreffende de verplichting tot het ver richten van diensten en betreffende de beperking ten aanzien van het veranderen van betrekking; het deviezenbesluit 1941 (no. 63/1941); het orga- nisatiebesluit voedselvoorziening 1941 (no. 69/ 1941): andere rechtsvoorschriften, voor zoover leze strafbare feiten tot de kennisneming van de rechterlijke macht behooren. Op het rechtsgeding voor den economischen rechter vinden de bepalingen betreffende het rechtsgeding voor den politierechter overeenkom stige toepassing, behoudens de navolgende afwij kingen: de artikelen 369. 375, 376, en in geval van een gerechtelijk vooronderzoek, 238. tweede tot en met 5de lid, van het wetboek van strafvordering blijven buiten toepassing; noch tegen de kennis geving van verdere vervolging, noch tegen de dag vaarding wordt een bezwaarschrift toegelaten; de rechter kan van het hooren van op de lijst van getuigen voorkomende niet verschenen getuigen afzien, indien hij dit hooren voor de beoordeeling van de zaak niet bepaald noodzakelijk acht; de rechter is niet verplicht op verzoek van den ver dachte schriftelijk vonnis te wijzen: in geval van berechting van overtredingen vinden de artike len 383 tot en met 393 en 398. eerste lid. onder 9. en 11. van het wetboek van sti-dfvordering over eenkomstige toepassing. Tegen uitspraken van den economischen rech ter kan geen verzet worden gedaan. Dc verdachte kan hooger beroen instellen in de gevallen waarin vrijheidsstraf of geldboete van f 200 is opgelegd. Hét openbaar ministerie kan hooger beroep instellen in de gevallen waarin een dezer straffen werd'gevorderd. De termijnen, ver- meld in de artikelen 408 en 410 van het wetboek van strafvordering, bedragen in plaats van veer tien dagen acht dagen; de termijn, bedoeld in artikel 413, eerste lid, bedraagt in plaats van tien dagen vijf dagen. De berechting in hooger beroep is toevertrouwd aan bijzondere kamers van het gerechtshof, bestaande uit drie leden. Het besluit treedt in werkin? op 15 Me* 1941. Het is niet van toepassing op. zaken voor dien datum bij eenie eerecht aanhangig gemaakt. .(Foto A. Dingjan.) Melk distributiegoed. Bij beschikking van den secretaris-generaal van het departement van landbouw en visscherij zijn al of niet ontroomde melk. alsmede choco lademelk in den zin van het melkbesluit 1929 aangewezen als distributiegoederen in den zin van art. 4 van de distributiewet 1938.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1941 | | pagina 5