We? Eigenaardigheden in Haarlem en Omgeving U VOELT U NIET PRETTIG CARTERS PREDIKBEURTEN Houten wielen. Pompen zijn nu in het stadsbeeld een eigen- -jrdigheid geworden. Vroeger waren er vele, 3ar°er zijn ex- alleen wat overgehouden als mo- -umentale versiering. Sinds de duinwaterleiding yWr zuiter water zorgt, worden de pompen na tuurlijk niet meer gebruikt, of het zou moeten zijn voor het verkrijgen van water om de straat te jclirobben of den tuin te begieten. 40 a 50 jaar geleden „viel" men te Haarlem nog over de openbare pompen. Tegen de Groote Kerk aangeleund stonden er al twee. Eén daarvan, vlak bij de Jansstraat, had de roem dat haar water goed zou zijn voor de genezing van kinkhoest. Weten schappelijke menschen haalden over die bewering de schouders op, maar het volksgeloof hield de legende in stand. Er kwamen in dien tijd wel menschen van elders die kinderen met kinkhoest hadden, naar Haarlem om zich van eenige fles- jchen van dit genezingbelovende water te voor- Tri de Groote Houtstraat stonden ook eenige pompen, evenzoo op de Botermarkt, in de Jans straat, de Kruisstraat, enzoovoort. Men kon in de jRadio Moors f ZEEWEG 374, DRIEHUIS. Tel. 4572 BETERE SERVICE door VAKMENSCHEN. PHILIPS nieuwste serie v.a. ƒ92.50 Ook .op conditiën. De pomp op het hofje in de Barrevoetestraat te Haarlem. (foto de Haas). kleine binnenstad toen geen 100 Meter loopen zonder een pomp te zien. De grijze hardsteen, waarvan ze opgebouwd waren, was in dien tijd blijkbaar niet duur. De omwonenden die niet allemaal zelf een pomp in de keuken hadden, haalden er het water uit voor huishoudelijk gebruik. De hofjes hadden alle een eigen pomp. Die plek was voor ae oudjes de vez'zamelplaats voor de dagelijksche conversatie. Op enkele hofjes is de pomp behouden gebleven als versiering van den tuin. Ook in het aardige schildei-achtige hofje in de Barrevoetestraat te Haarlem, waarvan wij hier boven een foto geven. (Adv Inaez. Med.) NOODLOTTIGE ZEILPARTIJ. Jongeman uit RIocmendaal verdronken. HAARLEM Vrijdag De eerste vacantiedag voor een groep leerlingen van het Gymnasium te Haarlem is al bijzonder tragisch geëindigd. Eenige leerlingen van de vierde klas, meisjes en jongens, hadden afgesproken, een zeiltocht over de Westeindex-plassen te gaan maken. Het was wel vrij koud, maar overigens was liet uitstekend zeil- weer; er stond een matige bries en 't water was niet al te wiid. In drie booten ging het gezelschap vroolij'k op weg. Bij de jachthaven van den heer Dracht te Aalsmeer werden drie booten gehuurd; afgespro ken, werd .dat de drie booten zoo dicht mogelijk bij elkaar zouden blijven. Aanvankelijk was dit dan ook zoo, maar weldra ging een der booten steeds verder van het andere gezelschap af en zelfs zóó ver. dat die boot weldra uit het gezicht verdwe nen was. In deze boot zaten twee jongens en twee meis jes. Aan het stuur zat de zestienjarige A. Hool- horst uit Bloemendaal. „Door welke oorzaak is nog onbekend', aldus vertelde ons vanmorgen een der leerlingen, die den zeiltocht had meegemaakt, „maar vermoèdelijk door 'n on,verwachten windstoot sloeg die boot om, zoadat alle vier de jongelui te water geraakten. Gelukkig konden ze allemaal zwemmen; ze wisten boven op de omgeslagen boot te klauteren en trachtten door hulpgeroep de aandacht te trekken, maar dit werd niet gehoord. Er werden eenige angstige oogenblikken doorgebracht. De jongelui zagen de andere booten in de verte; telkens scheen het, of ze naderbij kwamen en of het gezelschap het ongeluk had opgemerkt; maar steeds bleek die hoop ijdel, want dan gingen de booten weer een anderen koers uit. Na ruim tien minuten op de boot gezeten te hebben, besloten de jongelui, naar de booten te zwemmen. Zij dachten dien afstand wel te kunnen afleggen en in normale omstandigheden zou dit dan ook wel gebeurd zijn, maar het water was ijskoud en de zwemmers werden sterk door hun kleeding gehinderd. Steeds riepen ze om hulp, maar Hoolhorst zei op een zeker oogenblik: ..roep maar niet, want daar komt een boot aan!" De jongelui hadden toen bijna een half uur gezwommen. Hool horst „en hij was nog wel de sterkste van ons vieren!", zei onze zegsman kon het toen helaas niet meer houden. We hebben hem niet meer terug gezien. Intussohen hadden de andere jongelui het groote gevaar gezien, waarin hun vrienden ver keerden; ze zeilden zoo spoedig mogelijk naar de drenkelingen toe. Ongelukkig was het in éen geval te laat. Wel waren we op tijd om de drie anderen op te pikken en dat had waarlijk ook niet lang meer moeten duren. We hebben toen nog een heel en tijd haar Hoolhorst gezocht, maar vonden hem niet. De twee meisjes, die zich heel flink ge houden hebben, brachten we naar een bootwerf aan den Leïmuiderdijk en den dei-den drenkeling naar de jachthaven „De Westeinder". Hier werden onmiddellijk de politie en een dokter telefonisch gewaarschuwd. Spoedig was er een politieboot aan wezig, waarvan de bemanning meteen ging dreggen". Tot zoover de jongeman, die ons deze inlichtingen verstrekte. Hij en zijn reisgezelschap waren ten zeerste onder den indruk van de gebeurtenis. Hedenmorgen twaalf uur was bet lijk van den jeugdigen zeiler nog niet gevonden. ALS uw lever niet voldoende LEVER-G A L afscheidt. lederen dag moet uw lever een liter lever-ga! In uw ingewanden doen vloeien. Wanneer deze stroom van lever-gal onvoldoende is, verteert uw voedsel niet, het bederft. U voelt u opgeblazen, u raakt verstopt. Uw lichaam is vergiftigd, u voelt u beroerd en ellendig. De meeste laxeermiddelen zijn slechts lapmiddelen. U moet CARTER'S LEVER-PILLETJES nemen om deze liter lever-gal vrü te doen vloeien en u zult u eea geheel ander mensch voelen. Onschadelijk, plantaardig, zacht, onovertroffen om de lever-gal te doen vloeien. Eischt Carter's Lever-Pilletjes bij apothekers en drogisten f 0.75. 13 L E V ER - PI L LET JES (Adv. Ingez, Med.) verstopping, overmatig vet wit doen verdwijnen en de schade lijke gevolgen: aambeien, rheu- matiek, zenuwachtigheid wil voorkomen, die zuivere bloed en Ingewanden met Dr. Schieffer's Stofwissellngszout Het resultaat is verrassend I Men bespeurt terstond den grooten dienst aan de gezondheid; men gevoelt zich vrijer en beter. Flacon f 1.06. Dubbele flacon f 1.76 bij apothekers en vakdrofliaten. (Adv. Ingez. Med-) ZONDAG 13 en MAANDAG 14 APRIL SANTPOORT N. H. KERK. 10.30: Ds. R. H. Olcleman. Lit. VII, N. H. KAPEL. 10: Ds. M. G. Blauw, Em. pred. te Ovei-veen. 4: Paaschliturgie. Maandag 10: Ds. G. Grootjans Jr., te Water graafsmeer. GER. KERK in H. V. Wustelaan. 10: C. Redcrt, van Zeist. 5: Zendeling H. J. Wesseldijk, van Santpoort Maandag geen diehst. IJMUIDEN N. H. KERK. Kanaalstraat. 10: Ds. Lagcrwey. 5: Ds. L. W. Erdman. Maandag 10: Ds. G. F. Callenbach, IJm.-O. BETHLEHEMKERK. James Wattstraat 10: Jeugd dienst. A. Kool, Jeugdkerkkoor. Maandag geen dienst. HERV. EVANGLISATIE, Oranjestr. 8. 10 en 5: Gebraad, Nieuwe Tonge. Maandag 10: Dezelfde. CHR. GER. KERK. 10 en 5: Ds. A. Zwiep. Maandag 10: Ds. A. Zwiep. DOOPSGEZ. en PROT. BOND, Helmstraat 9. 10.30: Ds. Milatz. GEB. EDISONSTRAAT 14. 10: Heiligingsdienst. 7.30: Verlossingssamenk. Maandag 10: Heiligingsdienst. 7.30 Bijzondere samenkomst. Spr. K. Offenberg. UMUIDEN-OOST. N. H. KERK. Goede Herderkerk, Velserduinweg 10: Ds. G. F. Callenbach. 5.30: Dr. J, Koopman. Jeugddienst. Maandag geen dienst. VRIJZ. HERV., Bovenzaal Rex Theater. 10.30 Ds. Prins v. Wijngaarden, Alkmaar. LUTH. GENOOTSCH. Herv. Vereen, geb. Kalver- straat. 10.30: Mej. F. A. v. d. Bosch, Amsterdam. STADSEVANG., Willemsbeek weg. 10: Broodbi'eken 5: Evangelisatiesamenkomst. Spr. A. Besselaar, Amsterdam. Maandag geen dienst. BAPTISTEN-GEM., Willemsbeekweg 22. Woensdag 7.30: Ds. L. de Haan, pred. te Haarlenl. HERST. APOST. ZENDINGSGEM., Willebrordstr. 10. Beide Paaschdagen geen dienst. Alleen dienst te Haarlem. VELSEN N. H. KERK. 10: Ds. Johs. Bronsgeest. Maandag geen dienst. (Een Amsterdamsche rijwielfabriek neemt proeven met houten fiets wielen zonder banden.) De nood maakt altijd vindingrijk, Dat kan geen stervling meer verbazen, En er is als 'k het goed bekijk, Op 't hout meer zoo'n partij geblazen. Het tegenwoordige geslacht Heeft moeite het zich voor te stellen, Maar 't kunstje is al eer volbracht, Op houten wielen voort t.e snellen. In dagen vóór den gummiband Was men er wel op aangewezen, Ook in ons goede vaderland, Wie heeft daar nooit eens van gelezen. Het ging natuurlijk niet erg snel Dit schokkend houterig bewegen, Maar eindlijk kwam men er toch wel, Al viel het zware trappen tegen. Wij zien dat nu als dwaas antiek, Geen mensch zou zich er gi-aag aan wagen, Maar nu, veel verder in techniek, Zal men ook met wat beters slagen. Voordat men ze in serie bouwt Wil men zorgvuldig proeven nemen, Niet alle hout is rijwielhout. En er zijn andere problemen. Maar wie zal zeggen wat nog wacht. In deze veelbewogen tijden, Misschien zal straks nog ons geslacht Op eigen houtje fiets gaan rijden. P. GASUS. BEVERWIJK N. H. KERK, Kerkstraat. 10: Ds. J. de Vries. 7: Paaschfeestviering. Maandag geen dienst. DOOPSGEZ. GEM., Meerstraat. 10: Dr. Alb. Vis. Medewerking van het Koor. Maandag geen dienst. VRIJZ. HERV. Parklaan, 10: Ds. C. Met, uit Zaan dam. Maandag geen dienst. EVANG. LUTH. GEM., Koningstr. 10.30: Ds. J. Ph. Haumex'sen. Maandag geen dienst. GER. KERK, C. H. Moensplein. 10 en 5: Ds. H. Holtrop. Maandag geen dienst. VRIJE EVANG. „MARANATHA", Koningstr. 41. 7.30: Zang in het Roode Kruis Ziekenhuis. 9.30: Bidstond. 10 cn 5: A. T. Polderman, uit den Haag 12: Zondagsschool. Maandag geen dienst. Dinsdag 7.30: Zangvex-eeniging. Woensdag 7.30: Ds. A. M. Bei-khoff, uit Groningen. CASTRICUM N. H. KERK. 10: Ds. J. M. Seulijn. HERV. EVANGELISATIEVEREENIGING. 10: Ds. H. Prins, uit Haarlem. Maandag geen dienst. GER. KERK. Beverwijkerstr.weg 32. 10 en 5: Ds. J. Krüger. Maandag geen dienst. HEEMSKERK N. H. KERK. 10: Ds. Joh. IJzex*man. 7: Paaschwjjding. Maandag geen dienst. WIJK AAN ZEE EN DUIN. N. H. KERK, Wijk aan Zee. 11.15: Ds. A. J. Bronk- horst. VEREENIGINGSGEBOUW, Populierenlaan. 10: Ds. A. J. Bronkhorst. Maandag geen dienst. Van Bandenpech en Wandelpret. Hoe Job en Joop eindelijk lopen leerden. 't Was een heerlijke, frisse voorjaarsdag. Niet zonnig, maar met een bol windje, dat na een regenbui de grauwe Kolken ulteenjoeg en de straat in een oogwenk droogbltes. In het tuintje achter 't huis knielde Job bij z'n fièts. HU kneep in de voorband, draaide de pomp aan en pompte. En dan kneep hij wéér, maar tevergeefs: de band bleef Elap. Job zuchtte eens. Hij inspecteerde zijn doosje met rubberrondjes. Ellendig gevoel was dat: een fiets te hebben èn een prachtkarretje was het! een vrije Zaterdagmiddag voor fe boeg. al het plakmateriaal bij de hand, maar een band tó oud en poreus, dat ie met geen mogelijkheid meer te repareeren was! Eigenlijk had Job dit allang geweten. Had de vorige Teek Lauwers. de fietsenmaker 't niet gezegd: „Strop, fat jij geen band meer in reserve hebt. Job. Nu krijg je ze niet meer en dat voorbandje van je 's een vod."? Maar hij, koppig en hardnekkig, had 't niet willen ge loven. Hij had gezegd: „Dat bandje af? Ben je mal, jö? Maar als 't je teveel moeite is, dan probeer ik 't zelf nog weleens. Aju!" Lauwers was er niet eens boos om geworden, want hij kende Job al zolang en wist, dat hij een beste kerel was ondanks z'n heetgebakerde, koppige buien. En nu had Job al zeker 'n uur aan die band omgeknoei. Eerst 'm in een emmer water gehouden, maar hij was geschrokken van èl die belletjes! Toen geplakt en nogeens geplakt, en de pomp er weer afgedraaid. Maar 't hielp niet. Ontmoedigd en verdrietig trok hij z'n eene been, dat llijf geworden was, onder zich vandaan en ging plat op 't kiezel zitten, leunend tegen de muur. Half in gedachten verdiept, keek hij uit over de weg. Daar reden ze, als iedere dag: jongens en meisjes, die uil school kwamen, mannen met bakfietsen, dames en heren >n een kalm gangetje, echt voor hun pleizier uit. De eene stroom fietsers voorovergebogen en ingespan- ten trappend tegen de wind in en degenen, die de andere kant uitgingen, op hun akkertje. Een heerlijke, uitgezochte middag om te fietsen. Een Riddag om met je tweeën een reuzetocht uit te stippelen en dan kilometers na kilometers te verslinden in de koele VMrjaarslucht. Om moe maar fris terug te komen, hele maal van binnen vol windgeruis en buitengeluiden en upiekikkerd voor wel een paar weken! ..Hè.... kostelijk!" dacht Job en hij zag zichzelf karren tast z'n vriend Joop. Hoeveel lange tochten, in zomer en winter, bij zonoe- Kiüjn en regen, hadden die twee al achter de rug! £n nulamgeslagen was ie! Een oud mannetje gelijk, "nt z'n kar zei: rij nou maar 's alleen, ik staak! Fini, basta!" Job zuchtte nog eens heel diep. toen hij Joop's jolige Hem voor 't huls hoorde „Zeg, waar hang jij uit?" ..Hier!" riep Job, maar bij deed geen pogingen om op te staan. Hij hoorde z'n vriend om 't huis heen lopen. En toen die Dor hem stond, zag hij iets verbazingwekkends. Joop had «een fiets bij zich en toch keek hij niet brommerig of h'ur of landerig. Hij lachte zelfs. En hij had zich erg manhaftig uitgedost. Een korte pilobroek, een geruite House met opgerolde mouwen, hoewel 't nog fris was. een rigzak om en opgerold tussen de riemen van die rugzak •e kort jasje. Aan z'n gordel bengelden een mes, een taallle beker en een fluitje. Job moest erom lachen. ■•Waarom doe jij zo stoer?" vroeg hij. "Ik ga lopen!" verklaarde Joop. „Een wandeltocht ®aken. Nou ga je mee of niet?" "Hèlopen? Gewoon maar lopen?" Job kon er niet «fil „Maarwaarom?" "°=idat ik m'n bandje sparen wil, want anders ben ik er «door!" zei j0op „en omdat lopen enorm gezond is en ^1 sportiever en omdat je veel meer ziet en 't eigenlijk ^ijs Is om altijd maar op een fiets rond te dazen." •Ju lijkt wel mal" zei Job, maar hij zei het eigenlijk *ar uit gewoonte. -Hou, ga je mee of niet?" herhaalde Joop. -n toen zei Job opeens, opspringend: „wacht even. dan Rmeel" Ti«n minuten later waren ze op weg, terwijl Job er al •Dn „stoer" uitzag als z'n vriend. Ook hij had zijn kort ?r«kje van de zolder gehaald, waar 't veilig in de mot- Mllen lag. Stevig en'regelmatig stapten ze langs 't voetpad van de rem.!. !Veg' eerst honderduit pratend over school, de Wtlties en die vreselijke herrie met de Kuif, je weet wel. ilan »°en"" werden ze langzamerhand stil. Stap-stap, P-stap gingen hun regelmatige voetstappen. dat je zo weinig opschiet" vond Job, I," we zlJn nu pas bij 't witte boerderijtje en dat flets ders In tien minuten" zei Joop. V!" ^a' moel eraan wennen!" £~a' Ml ?eker wel." weer stapten ze door. k> dat kleine zijweggetje wel nemea" stelde °°r» u's UJken, waar dat uitkomt", „Goed, vooruit maar." Maar net, toen ze 't weggetje wilden Inslaan, greep Joop z'n vriend bij de arm. „Sst, kijk eens!" Ze stonden stil en keken 'allebei gespannen dezelfde kant uit, zonder een woord te zeggen. Daar, vlak bij 't slootje, op een beschut plekje, zat een eend op eieren. Ze zagen het aan de starre houding en de angstige oogen van het dier. En toen ze er zacht voorbijgingen, zei Job: „Zag Je, hoe bang die was? Ga mee. er moeten er hier nog meer zitten." Ja hoor, het weggetje liep langs een slootje met wilgen langs de kant en daartussen waren verscheidene nesten: een echt lenteparadijs. De Jongens warerj direct vol belangstelling aan 't zoe ken of er al eieren uit waren. Maar nee hoor, 't was zeker nog te vroeg in de tijd.: „Aan de overkant zitten er ook nog" zei Job, „even kijken". En ze gingen onder een boom zitten en tuurden naar de slootkant. „Die eend heeft er genoeg van" zei Joop. Ze keken, hoe een witte eend van 't nest opstond, wat rondscharrelde en luid begon te kwaken. En toen zagen ze iets leuks. De eend pikte aan een der eieren, toen nogeens en nog eensen direct daarop zagen ze een klein, donkergeel dotje in 't groene gras. „Kijk, Kijk!" „Ssst, stil toch!" „Ben je bang, dat ze anders weer In de eieren terug kruipen?" Maar de jongens waren toch doodstil, alleen fluisterde Joop heel zacht: „hadden we maar een kijker!" Zo zagen ze drie eendjes uit het ei kruipen dien middag Toen werden ze koud van 't zitten en stonden op. „Grappig toch, hè, dat jonge goed" zei Job. „Ga mee, dan gaan we nog meer leuke dingen ontdek ken" zei Joop ijverig. „Eerst een half uur langs de weg, dan komt een wegge tje met katjes" zei Job. „Die zijn natuurlijk al leeggehaald." „Toch probeeren!" Ze hadden geluk. Heel aari 't eind van 't weggetje stonden nog een paar wilgen, die vol grote, pluizig- grijze katjes zaten. „Hier komen de fietsers niet, omdat 't paadje hier te slecht is" meende Job. Nu kwam Joop's mes te pas. De ene tak na de andere moest eraan geloven. Juist toen ze een heel bos hadden, kwam er ergens uit een boerderijtje in de verte een man gelopen. Die schreeuwde en dreigde. „De wilgen zijn zeker van hem" dacht Joop „maar knap als hij die katjes nog krijgt." En op een draf renden ze naar de weg terug. „Jammer. Ik had dat weggetje langs gewild" zei Job „ik geloof, dat je dan langs een andere weg naar huis kunt." Ze stonden een ogenblik Besluiteloos, maar toen besloten ze maar langs de grote weg terug te keren. Stevig zetten ze de pas erin en dat was maar goed ook. Toen ze Job's huis naderden sloeg 't zes uur. „Etenstijd! Nu al." De beide jongens begrepén niet, hoe dèt mogelijk was. Dat het op een fietstocht laat werd, nou ja! Maar op een wandeling „Toch was 't enig" vond Joop. En ze spraken af: de volgende vrije middag gaan we wéér. Maar dan véél vroeger op'stap, zodat we nog veel meer leuke dingen zien! R. DE RUYTERv. d. FEER. BESTE VRIENDINNETJES EN VRIENDJES. A.s. Woensdag wordt geen club gehouden. We hebben clubvacantie tot Woensdag 7 Mei. Nieuwe vriendinnetjes worden dan weer toegelaten. De ouders van deze kinderen moeten op de IJmuider Courant geabonneerd zijn. 'k Wens allen met ouders, broers en zusters prettige Paasdagen toe. Best DROOMKONINKJE. Hoe was de film? Heb je genoten? Jammer dat je Paasstukje nu niet klaar is ge „ik ga lopen!" verklaarde Joop. „Nou, ga Je mee of aiaU" komen. Na de vacantle maar afmaken. Prettige Paas- vacantle. Dag Droomkoninkje. Lief VIOOLTJE. Je hebt een goed rapport zeg. Als je zoo goed blijft leren, zal je je doel best bereiken. Hoe vonden Je ouders het Paasstukje? Tot 22 April, want dan zie ik je weer in de school. Dag Viooltje. Best VLECHTJE. Denk je het clubuurtje nu nog meer te missen? Maar meisjelief, als het mooi weer is, dan kan je toch buiten spelen? in totaal heb je slechts 3 Woens dagmiddagen vrij. De weken gaan snel voorbij. Het is zo 7 Mei. Heeft men thuis je Paasstukje nog bewonderd? Wat heb je er in gekocht? Dag Vlechtje. Best BIJDEHANDJE. Je hebt vacantie doch geen rapport mede gekregen. Vind je het laatste zo jammer? Misschien waren de rapporten nog niet gereed en krijg je je puntenlijst direkt na de vacantie mede. Zal je mooi weer bestellen in de vacantie? Goed. Dan kan ik er ook van profiteren, 'k Zal zien of Je bestelling naar wens wordt uitgevoerd. Dag Bijdehandje. Best DOORNROOSJE. Je hebt een 6 voor Duits op je rapport. Gelukkig dus geen onvoldoende. Jammer dat Je rapport iets minder t;oed is dan het vorige. Maar extra je best gaan doen. Je volgende puntenlijst is dan beter, dat weet Ik zeker. Je vraagt of ik nog uit ga in de Paas- vacantie. Ja, ik ben het wel van plan. Men kan echter in deze tijd de plannen niet lang te voren klaar maken, Je hoort het nog wel als ik ga. Dag Doornroosje. Best BLAAUWOOGJE. Jij zit dus ln de 5e en Je zus ln de 2e klas. Je hebt evenveel vacantiedagen als ik. De club begint echter pas 7 Mei. Hoe vonden je ouders je werk? Heb je. het wagentje nog met iets gevuld. Dag Blaauwoogje. Lief Blondje 2. Je bent dus van de G. v. P. school naar de M. school gegaan. Je behoeft nu niet zo ver meer te lopen van en naar school. Heb je ook vacantie tot 22 April? Profiteer er maar flink van. Vooral veel buiten spelen en frisse lucht happen. Dag Blondje 2. Best DAUWDRUPPELTJE. Je bent nog al handig. Het afmaken van het Paasstukje zal Je best gelukt zijn. Men kan nu eenmaal maar op één plaats tegelijk zijn. In de bioscoop of op dé club, 'k Begrijp dat Je, nu je met je school ging, het eerste koos. Heb je An haar werk ook even gebracht? Prettige Paasdagen en tot 7 Mei. Dag Dauwdruppeltje. Lief GOUDMUILTJE. Gelukkig dat je thans goed vooruit gaat. Het bed moeten houden is wel niet prettig, maar voorloopig nog noodzakelijk. Wat heb je een snoes van een jurk gekregen zeg. Het maaksel ls snuitig, de ge borduurde bloemen maken het geheel echt vrolijk, 'k Hoop dat je de jurk zeer veel mag dragen, 'k Felici teer je met je broer en wens je met je ouders en familie leden prettige Paasdagen toe. Dag Goudmuiltje. Lief TEKENAARSTERTJE. Je hebt dus ook reeds vacantie gekregen. Wat zal Je genieten zeg. 'k Behoef je heus niet aan te sporen veel naar buiten te gaan. Je trekt er wel op uit. Heeft Dini ook reeds vacantie van de huis houdschool? Je hebt op school vacantie tot 22 April, op de club tot 7 Mei. Het beste hoor. Dag Tekenaarstertje. Beste MAJA. Heb je je werk thuis nog afgemaakt? 't Was jammer dat je juist de laatste clubmiddag voor vacantie naar school moest. Er ls thans clubvacantie tot 7 Mei. Dag Maja. Best MEIBLOEMPJE. Ook jij. kon niet op de club ko men omdat Je naar school moest. Heb je met Maja samen de Paasstukjes nog klaar kunnen krijgen? 'k Hoop van wel. 'k Wens je prettige vacantiedagen toe. Dag Mei bloempje. Vele groeten van Mej. E. VIJLBRIEF. Een onbeduidend schilder beklaagde zich eens tegen over Adolt Menzel over de slechte zaken, die hij maakte. „Joost mag weten, waar 't aan ligt!" riep hij tenslotte uit. „Ik maak met gemak in één dag een schilderij, maar 'k heb altijd een jaar nodig om het te verkopen," Menzel antwoordde hierop droogjes: „Probeert u T.e andersom. Als u voortaan een Jaar b.esteedt om een schil derij te maken, zult u 't gemakkelijk ln een dae karnen vtckoopea,* Sterretjes, waar kom je vandaan? Wat een Vlaams meisje me vertelde. Toen Ik een kleine jongen wan hadden we een dienst meisje uit Vlaanderen. Gezellig, dat die spelen konl En leuke verhaaltjes, dat ze wist! Eens had ik met haar een boodschap voor Moeder ge daan en we wandelden samen terug naar huis door de koude winteravond. Helder als duizenden, nee.... millloe- nen diamanten puntjes straalden de sterren boven ons hoofd. Ik liep ernaar te kijken met m'n hoofd zover achterover, dat Lene me telkens mee moest trekken, anders was lk overal tegenaan gelopen, 't Was ook zo'n prachtig ge zicht. die stralende, pinkelende lichtjes! „Kom Nolleke" zei Lene „kom nu zoet mee, dan zal lk je een mooi verhaaltje vertellen!" Ik spitste ra'n oren cn vroeg: „Een verhaaltje over de sterretjes?" Lene dacht eventjes na en zei dan: „Nu goed. een verhaaltje over de sterretjes! Zeg. weet Je wel. waar die eigenlijk vandaan komen?" „Nee.... eh.... ze zijn er! Ze zijn er altijd geweest!" „Niet altijd", zei Lene geheimzinnig. „Vroeger waren ze er helemaal niet, weet je. En toen was het heel erg donker op aarde en in de hemel en overal. Ja, en toen dacht Onslieveheer, dat kan zo niet, we zullen een beetje licht maken. Goed, daar werden toen direct uit het hemelpaleis drie grote gouden schalen gebracht. En prachtige schalen, dat dat waren, zoiets heb je nog nooit gezien. In de eerste was wit vuur, in de tweede was helder water en ln de derde heerlijke zoete melk, want dat drinken de kleine engeltjea Iedere morgen, weet Jel" „Heus waar?" vroeg ik. Uit het hemelpaleis werden drie grote gouden schalen gebracht. „Ja, net als Jij" zei Lene. „Nu, lk ga door. Onslleveheer riep toen een grote engel bij zich. die heette Raphaël en gaf hem de eerste gouden schaal In de hand. Toen zei Onslleveheer. dat hij die schaal aan de hemel moest op hangen en dat deed hij ook. En toen begon die gouden schaal vol wit vuur te stralen en te stralen.... ze straalde over de hele aarde en maakte alle mensen warm en blij. En dat was de zon. En toen riep Onslleveheer nog een grote engel bij zich, die heette Gabrlël en die moest de tweede schaal op hangen, je weet wel: de schaal, waar al dat water in was, En toen die ook aan de hemel hing, begon ze heel zacht en vredig te schijnen en dat was de maan. En het heldere water, dat In de schaal was, druppelde zachtjes op de aarde en dat was de dauw. „Och" zuchtte ik „wat een mooi verhaalt" ,,'t Is nog niet uit" zei Lene „want je weet, dat er nog een derde schaal was," „Een schaal met melk van de engeltjes' zei ik. „Precies" zei Lene „maar dat is 't hem nu Juist: met die schaal gebeurde een ongeluk. Weet je. er was nóg een grote engel, dte heette Michaël. Maar die was een beetje wild. En toen hij nu de derde schaal aan do hemel moest hangen, liep hij ln zijn ijver veel te hard en struikelde en viel! En de schaal brak in duizend stukjes en de melk stroomde eruit, door de hele hemel heen. Toen begon de arme Michaël te huilen, te huilen. Maar de beide andere engelen troostten hem en hielpen ijverig mee. al die kleine stukjes opzoeken en aan de hemel zetten, 't Was een vreselijk werk, want er waren over de duizend, maar 's avonds was 't héle karwei toch klaar, maar ze waran zo moe, dat ze al die melk niet zo gauw'meer konden wegvegen. En toen kwam Onslieveheer nakijken of alles goed ge daan was en de drie engelen stonden beschaamd in een hoekje en waren bang, dat ze een vreselijk standje zouden krijgen. Maar Onslieveheer keek eens naar al die schit terende scherfjes en naar de Btroom van melk, die daar doorheen Hep en dacht aan het vele moeilijke werk dat de engelen gedaan hadden en daarom zet Hij: „*t Is heel goed zo. Laat het maar." En weet je. daar komen nu eifienlijk de sterren van daan". beslooi Lene. „Enig!" zei Ik. En toen waren we thuis en lk vergat helemaal, dat ik zulke koude handjes gehad had. Zó moot ko» fiUe Ma* yet talie a)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1941 | | pagina 3