De toekomst van Rotterdam. Cercis Siliquastrum. LANGS DE STRAAT. UIT EICEN Tui Reizen en avonturen ZATERDAG 12 APRIL 1941' Er zal niet Amerikaansch gebouwd worden. Men rekent op 1.200.000 inwoners. 's-GRAVENHAGE, 10 April. De gevolmachtig de van den Rijkscommissaris voor de stad Rotter dam dr. Völckers gaf in de dagelijksche perscon ferentie te 's-Gravenhage éen zeer interessante en meesterlijke verhandeling over Rotterdam. De stad Rotterdam, aldus dr. Völckers, heeft door de oorlogshandelingen ontzettend geleden. 25000 woningen, die 80.000 inwoners huisvesting boden, werden verwoest. Maar de stad. aldus ging dr. Völ ckers voort, verdient alle hulde voor de energie, waarmee zij dadelijk de problemen aanvatte. Reeds den dag na de capitulatie vergaderden bij den heer N. P. van der Mandele, president van de Kamer van Koophandel, vele Rotterdamsche voormannen om over den wederopbouw te beraadslagen. Op 18 Mei stond in de Nederlandsche bladen een oproep van het stadsbestuur van Rotterdam om vracht auto's, teneinde het puin weg te rijden. Den 20sten Mei meldde de N. Rott. Crt, dat de stadsarchitect ir. Witte veen de. opdracht van het stadsbestuur had ontvangen om een plan tot wederopbouw te ont werpen. Sneller kan het niet. Dr. Völckers ver klaarde, dat het aantrekkelijk is, boeiend, om in zulk een stad werkzaam te zijn. De opruimingswerkzaamheden wei-den maanden voltooid (Mei-November 1940). Tot 20.000 arbeiders waren daarmee gelijktijdig bezig. Een getal van 2000 vrachtauto's voerde het puin weg. Deels werd dit op vrij terrein in reserve ge houden, deels voor het aanplempen van een stukje van de Kralinger Plas ten behoeve van verbreeding der straat aldaar gebruikt. Moeilijkheden die zich met de arbeiders voordeden over loon en arbeids voorwaarden werden opgelost door middel van een tot dat doel ingestelden arbeiders-vertrouwensraad, die uitnemend werkte. Bij het begin van den wederopbouw kwam als eerste noodzakelijkheid naar voren het zakenleven weer naar het centrum te trekken. Nood-winkels, nood-zaken, nood-fabrieken werden gebouwd. De Goudsche singel, de Coolsingel hebben hun zaken verkeer weer terug. De noodbouwwerken zijn vol gens vast schema gebouwd. Het stadsbestuur is bouwheer; het verhuurt de gebouwen van de ondernemers. Voorts hebben vele ondernemers eigen noodgebouwen gezet. De middelen hiertoe werden door een stichting, de „Stichting 1940" ver schaft, welke tot dusver leeningen tot een totaal bedrag van 23 millioen gulden verschaft. Het wederopbouwplan is op 10 tot 30 jaar be rekend. De stad heeft thans 620.000 inwoners. Som migen schatten dat dit tot 2 millioen in de toe komst zal stijgen. Die schatting schijnt voorshands echter te hoog. Een havenstad is afhankelijk van het zeeverkeer en al wat daarmee samenhangt. Normaal en gezond is, dat Schiebroek, Hillegersberg en IJselmonde bij de stad gevoegd worden. Het is verwachten, dat zulks nog dit jaar geschieden zal. Mogelijk volgen Schiedam en Vlaardingen later, maar dit is nog niet zeker. De inlijving der drie eerstgenoemde plaatsen voert het inwonertal tot 700.000 op. Verder zal het na den oorlog ie wach- Judasboom. Het eerste stalvee naar buiten. In West-Friesland zijn de hokkclingen reeds in de weide gebr; Op de plaatsen, waar nog weinig gras staat, worden de dieren met hooi bijgevoerd. (Foto Pax Holland) ten groote zeeverkeer het inwonertal sterk doen stijgen, maar men moet hierin toch niet fantas tisch worden. Wellicht is op 900.000, 1 millioen, hoogstens 1.200.000 inwoners te rekenen. Deze cijfers liggen in elk geval aan het opbouwplan ten grondslag. Hierbij is het groote probleem in een reeds be staande stad met een belangrijke geschiedenis een nieuwe binnenstad te scheppen. De eerste vraag is hierbij het verkeer. Reeds voorheen was dit' pro bleem wegens de nauwe straten moeilijk. Er wordt op gerekend breede straten (tot 52 M. toe) te schep pen. Pleinen zullen zeer groot gemaakt worden (Hofplein, Blaak) met groote parkeergelegenheden. Ook zal er groen in het centrum komen. Het groote verkeer zal worden omgeleid. Wat de spoorwegen betreft: het viaduct kan niet verdwijnen. Een om legging van de spoorbaan om de stad heen zou 6 K.M. méér kosten en oneconomisch zijn. Maar wel zal worden getracht het niet-schoone zooveel mogelijk weg te werken. De rivierdijk, die tot dusver een eindje in de stad lag, zoodat een deel der stad af en toe overstroomingslast had, zal thans, voorzoover dit het nieuwste gedeelte betreft, langs den oever gelegd worden. De bruggen zullen hoo- ger worden gelegd, zoodat grootere schepen door vaart verkrijgen. (foto Hendriks.) Laat de naam, Judasboom, U niet afschrikken. Die slaat alleen op den vorm van de bladeren, die eenigszins op den judaspenning lijken. Ze zijn er echter niet minder mooi om, met hun glanzend donkergroenen bovenkant en licht blauwgroenen onderkant en hun breeden hartvorm met afge- ronden top. De jonge bladeren zijn vaak iets roodachtig getint. En de bloemen zijn wel zoo onvergelijkelijk mooi. Ze lijken op vlinderbloemen van een prach tige rosviolette kleur, die in bundels bijeen staan. Ze verschijnen in April-Mei, vóór de bladeren. Wanneer Cercis Siliquastrum tegen een muur is opgeleid, lijkt hij op een prachtige paarsrose bloeienden blauwen regen. Deze heester kan nJ. heel goed als gevelversiering worden aangewend, maar ook als alleenstaanden struik. In dit laat ste geval groeit hij zeer breed uit. Cercissoorten hebben behoefte aan een vrij vruchtbaren zandgrond, die liefst wat kallkhou- dend moet zijn. Verder is het zaak den struik een beschuttende standplaats te geven. Wanneer we hem tegen een gevel laten groeien, liefst tegen een zuidmuur. De vrijgroeiende struik komt zeer mooi uit op een gazon. De bijzondere bladvorm geeft dezen heester ook gedurende den zomer volop zijn sierwaarde. Maar in den bloei overtreft hij zich in schoonheid. Dan is het een waar feest van sierlijke bundels van violetrose vlindervormige bloemen, die weken achtereen voor de mooist denkbare bloemenpracht zorgen. Er is ook een witte variëteit, Cercis Siliquastrum album, die ook bijzonder mooi is tijdens den bloei. Maar de rose variëteit wint het mijns inziens toch verre van haar. Ook Cercis canadensis komt wel in onze tunien voor. Deze stelt dezelfde voorwaarden als Cercis Silicuastrum. De bloemen zitn iets kleiner en van een iets lichter rose. De bladeren van deze struik hebben seen afaeronrfpn top. maar zijn aan den top plotseling toegespitst. Een enkele maal vinden we ook Cercis sinensis, maar toch slechts als uitzondering. Deze heeft donkervioletrose bloemen. De Cercis Siliquastrum is de meest voorkomen de soort van dit geslacht. De struik verdient door «ijn opvallende schoonheid zeker zijn plaats in onze tuinen. A. J. D. Wat de architectuur betreft: in elk geval moet ermeden worden, dat er Amerikaansch zou wor den gewerkt. Leelijke bouwsels, gelijk men die soms in snel groeiende steden ziet, moeten ver meden worden. Het was een zeer goede gedachte an ir. Witteveen voorop te stellen, dat een Rotter dammer, die in 1950 zijn stad terug zou zien na ze vóór Mei 1940 verlaten te hebben, zijn eigen stad zou moeten hervinden, hoezeer ook veran.derd. De molen op het Oostpleïn blijft, het raadhuis, het postkantoor enz. ze blijven en noodigen om daar omheen een stad te groepeeren, die opnieuw een echt Rotterdam zal zijn, in dezen geest wordt de architectuur geleid. Bij de Kralingsche Plas komen in een nieuwe wijk een. 800-tal woningen te midden van veel groen. In de binnenstad zullen een 800010.00 wo ningen komen. De andere van de 25.000 verwoeste huizen vinden hun vervangers in Vreewijk, IJsel monde, Blijdorp. De havens der stad ontvingen in vredestijd 14.000 zeeschepen per jaar. Dat beteekent, dat gemiddeld elke 20 minuten een schip den Waterweg op of af gaat. De Rijn- en binnenscheepvaart omvatte 200.000 schepen per jaar, dit is 700 per dag. Rotter dam heeft een goede toekomst. Na den oorlog zal er een geweldige honger naar grondstoffen zijn, zoodat een groot verkeer té wachten is. De havens verwerkten voor den oorlog 42 millioen ton per jaar. De massa-goederen (kolen, erts, koren, hout) namen hiervan 32 millioen ton; de stukgoederen hadden met 10 millioen ton ook een groot aandeel in het vertier. Het ware niet practisch de havens te verdeelen, n.l. voor ieder doel een speciale haven te bestemmen. Zeehavens moeten veelzijdig zijn. Het verkeer is een wankel moedig vriend. Goed dat heden komt kan morgen soms een anderen weg gaan. De vereischte veelzij digheid bestaat. Ze blijve aldus bestaan. De havens, die door de oorlogshandelingen niet geleden hebben, kunnen voorts hun capaciteit tot 50 millioen ton per jaar opvoeren. Derhalve is het nog niet noodig thans nieuwe havens te ontwerpen, ofschoon bij eventueele behoefte natuurlijk in de noodige ruimte voorzien is. Over de tarieven, de groote factor, kan thans nog niet met vruchtbaarheid gesproken wor den. Dit onderwerp blijve bewaard tot het einde van den oorlog. (A.N.P.) T)t Pioaye hoed Er is een tijd geweest dat de hooge hoed een ge wild artikel was= Een halve eeuw geleden liep elke dominé in een gekleede zwarte jas, het hoofd ge dekt door den hoogen hoed. De catechiseermeesters deden daarvoor niet onder. De dokters ging in hun coupétje met dzelfde kleedij der deftigheid visites bij hun patiënten maken; alleen de gekleede jas was bij sommigen door een jaquet vervangen. Er waren zelfs schoolmeesters die met de hooge zijden naar school gingen. Op Zondag was het aantal hooge hoeden dat zich op den weg vertoonde nog veel grooter. Niet alleeen de dominé maar ook de ouder lingen, diakenen en collectanten, zelfs vele kerk gangers. droegen den glimmenden dop. Kortom, de hooge hoed was in dien tijd de dracht voor elkeen die deftig wilde zijn. Het was een on misbaar onderdeel van iedere garderobe, op week dagen liep de schoenmaker met een pet om de laarzen die gerepareerd moesten worden bij zijn klanten te halen.droeg de schoorsteenveger zijn witte hoofddoek, maar op Zondag glom hun hooge hoed even deftig als die van den dominé of den dokter. Als een gelukkige vader zijn pas geboren kind bij den ambtenaar van den Burgerlijken Stand moest aangeven, deed hij die expeditie met zijn hoogen hoed. Trouwens die ambtenaar droeg hem altijd als teeken van waardigheid. Nu heeft de hooge hoed zijn populariteit vol komen ingeboet. Alleen bij begrafenisplechtig heden en trouwfeesten ziet men hem nog dragen, maar ook dat vermindert. Het gebeurde dezer dagen op een verkooping te Haarlem. Eerst waren er stoelen, tafels, kasten, ledikanten en ander huisraad geveild. Toen kon digde de afslager aan: nummer zooveel, een hooge hoed. De knecht kwam aandragen met een hoeden doos en daar kwam het artikel uit dat een anderen eigenaar zocht. Dames en heeren! een mooie, zoo goed als nieuwe hooge hoed. Wie wil er deftig uit zien? zoo vroeg de afslager. De menigte in het verkooplokaal zweeg eerst Toep klonk er gelach, de een ried den ander -aan den hoed te koopen. „Klaas dat is iets voor jou als je Zondags met je vrouw gaat wandelen!" Maar Klaas liet het over aan Hein om den hoed te koopen voor het geval hij nog eens een baantje kreeg als aapjeskoetsier. Eenige personen pasten den hoed op om te demonstreeren hoe die stond. Het algemeene oor deel was vol lof, maar iedereen wilde een ander er mee gelukkig maken. Geen pretjes, zei de afslager, ik moet een koo- per hebben. Zonder bon is die hoed te koop. Wie biedt een gulden? Geen antwoord. Dus geen gulden waard? Dan maar twee kwart jes.. Wie wil er deftig uitzien voor een halven gulden? Geen liefhebber meldde zich aan! Toen gaf de afslager het op. De hooge hoed werd gezet onder niet-verkoopbare artikelen. De onmogelijkste artikelen en voorwerpen vinden meestal op een veiling een kooper, maar deze hooge hoed moest de beleediging ondergaan niet begeerd te worden. Het bewijs dat de hooge hoed definitief heeft afgedaan. VAN T. De triomftocht van een hit. De met een aftandsche, magere hit bespannen groentekar stond stil voor een huis in een eenvou dige. stille zijstraat. Een niet geheel bedaagde juffrouw, wier schon kig lijf gehuld was in een zéér hobbezakkig, ver schoten oehtendjak, dat in lang vervlogen dagen wellicht eens paars was geweest, stond nevens den wagen en was in een hevig debat gewikkeld met den eigenaar van kar en hit. Een „debat" kon men het eigenlijk niet noemen, want de juffrouw voerde vrijwel alleen het woord en wel op zoodanig rappe en levendige wijze, dat elke poging van den groen teboer om ook een duit in 't zakje te doen reeds mislukte op het moment, dat de man zijn mond opendeed. Hij beperkte zich dan tenslotte ook tot het maken van heftige en uiterst energieke ge baren. welke in hevigheid en plastisch uitdrukkings vermogen echter in belangrijke mate werden over troffen door bet gebarenspel van de juffrouw, die bij elk woord een ruk aan haar eivormig hoofd gaf, waardoor 'haar tot een gansche menigte, pa pillotjes verwerkte haardos telkens in wilde be roering geraakte. Middenin een schier niet te stuiten woorden stroom 'brak de spraakzame juffer plotseling haar monoloog af en stapte resoluut op de groen tekar toe. Lichtelijk steunend en kreunend zette zij een pantoffelvoet op het opstapje en klom moeizaam naar den bok. Daar aangekomen, ving zij onver wijld aan in den tamelijk overvloedigen voorraad groenten en vruchten te graaien. Van haar hooge standplaats af vertoonde zij den onthutsten groenteboer om beurten, op de wijze van een overijverigen standwerker, fleurig-oranje sinaasappeltjes, bloedroode -bieten en' paars aan- loopende roode kooien., Zij betastte onder het los laten van een nieuwen woordenvloed de gansche kleurige groenten- en vruchten schat, stak telkens hoonend-triomfantelijk een of ander exemplaar in de hoogte en zette ondertusschen onvermoeid haar peroratie voort, waarbij zij den thans geheel ver bijsterden groenteman, die van het trottoir af met open mond omhoog staarde als zoekend naar de bron van zooveel overborrelend spraakwater, ken nelijk aan zijn verstand trachtte te brengen, dat de qualiteit van zijn waar haar inziens omgekeerd evenredig was aan de hoogte van zijn prijzen. De groentebaas stond duidelijk paf. maar'als een verstandige zonder twijfel in den echtelijke staat verkeerend man liet hij deze nieuwe woorden bandjir zwijgend en zonder protest over zich heen gaan. Maar hij zou niet ongewroken blijven! Zijn oude, trouwe hit had al eenige malen het hoofd.half opzij gewend .en valsch geloenscht naar het kijvende vrouwspersoon daar boven op den bok. En toen een vrachtauto onder luidruchtig én schel claxongeloei voorbij denderde, gebeurde het. De ouwe hit verfiief in een quasi-jeugdigen kui tenflikker zijn vier houterige beenen tegelijk van de straatkeien en ging er daarop plotseling van door in een vriendelijk sukkeldrafje, dat weldra zelfs overging in een blijmoedig handgalópje. De groentekar slingerde vroolijk ratelend achter de dartele hit aan. op den bok met zich meevoe rend een hobbezakkig vrouwspersoon, dat zich angstig met één hand aan de leuning van den bok vastklemde, mét de andere hand de teugels van de hit trachtte te grijpen en ondertusschen om beur ten luide om hulp gilde en dan weer haar kwaad aardigheid tegen groenteboeren en hun hitten luchtte. Zoo maakten de wagen en de vrouw de joyeuse entrée in de drukke winkelstraat om den hoek. Het geheel trok onmiddellijk en volledig de alge meene aandacht. De hit, hoewel duidelijk teekenen van vermoeid heid aan den dag leggend, hinnikte vroolijk en briesohte als een heusch ros, de kar slingerde en over de straat rolden appelen, sinaasappelen, aard appelen en kooien en de juffrouw gilde en schreeuwde onverpoosd, onvermoeid, ononderbro ken en ongegeneerd, hetgeen den hit echter leek aan te vuren tot -nog grooter spoed en nog zotter canriole-n. En deze zonderlinge zegetocht van een simp el en hit en een krakenden groentewagen, waarop als; menner een zeldzaam vrouwelijk verschijnsel, zou nog best een tijdje hebben kunnen .-.voortduren, ware het niet, dat bij een zijstraat plotseling de stoere figuur van den groenteboer, die inderhaast een fiets blijkt te hebben geleend, was opgedo ken. om met een handige beweging de teugels bij het bit te grijpen en den hit met een schok tot stilstand te brengen. Het amechtige dier stond te trillen op zijn houterige staken, maar een vroo- lijke grijnslach spleet zijn met schuim bedekte ka ken vaneen. De groenteboer klopte hem vriendelijk op den hals en blikte omhoog naar den bok. De juffrouw daarboven richtte zich met inspan ning van alle krachten nog eenmaal op in haar volle lengte. Zij schudde energiek haar papillotjëshoofd. haalde diep adem stak een gebalde vuist uit in de richting van hit. groentebaas en grijnzende men- sohenmenigte en ving aan: „Leelijke. dooie sijsjes lijmer. leelijke".Toen bleken haar de krach, ten te begeven en ontfermde een welkome flauwte zich over haar overspannen geest. Dit hit hinnikte triomfantelijk en een tikje wraakzuchtig. J. VAN Z. JUwiatid Een hoekje van onzen tuin houden we a kruiden. Zelfs in den kleinsten tuin is hie^'V<5! wel plaats te vinden en de huisvrouw h—r&5 voortdurend veel gemak van. In de eerste komt voor onzen kruidentuin wel de nó* p''-= aan merking. Peter*^ Wanneer we de witte wortelpuntjes zien nen, zaaien we het heel ondiep en dun gel uit. Het duurt tamelijk lang voor het Pe€!lt! komt. Peterselie wordt in de halfschaduw^0' omdat de blaadjes dan langer groen en ven. 1501 b!j VOOR DE KINDEREN Wat zuster Ursula daar ziei. Vergeet zij heel haar leven niet: Haar broeder op de witte golven Naar A, Couwruw. R#fc«n tn eeonturtn von Mhnhter P'tHthoti Tttienina van Aart eon Eli'lfh. En door het schuimend nat bedolven. En naast hem Juffer Pieternel. Alsof *t zoo hoort, gezond en wel. Dat is te veel voor Ursula, Zij vliegt op slag het tweetal na. Zij wil den booswicht achterhalen. Hij zal zijn schelmstuk duur betalen. Zij schreeuwt en krijscht om Pieternel. En vraagt niet: „Lukt mij zooiets wel." Een ander keukenkruid dat nu gezaaid le den is de kervel. Deze groeit bij voorkeur*" vetten, goed losgemaakten bodem. Ook boonenkruid wordt nu gezaaid W' of bieslook wil hebben, koopt hiervan nb t poot ze op een ouderlingen afstand van 30?m Een toekruid dat vooral door kinderen sm 1 wat suiker en citroensap op de boterham a811 wordt, is de tuinkers of sterkers. We kunn kers den heelen zomer door zaaien en grond. Een attractie voor kinderen is om h t in den vorm van hun voorletters uit te zaai breedte van de letter moet dan minstens m' zijn. C- Een gewas dat zoowel in ons kruidenhoekieai ónzen eigenlijken groentetuin thuis hoort fed De amateur waagt zich liever niet aan het l van uien, maar koopt pootuien, waarvan er 7 50 in een ons gaan. De uien worden on af£' van 25 c.M. tusschen en 12 a 15 c.M. in dp uitgeplant. We kunnen heel goed tusschen h! rijen sla een rij uien pooten. We zaaien de riien in dit geval wat verder uit elkaar dan gewoonii Omdat de oogsttijd van uien al in JuM-Auaw valt. kunnen we den grond later nog voor anl gewassen als andijvie gebruiken. Schorseneeren worden ook omstreeks dezen t gezaaid. Zij groeien het best in een voedzani zandgrond, die echter niet versch bemest ma» rj De bodem moet diep omgewerkt worden. Op een vasten grond gaan de wortels vertakken en wort daardoor onbruikbaar. Daar schorseneeren niet verplant kunnen word zaaien we ze dun uit op rijen, die 25 c.M elkaar liggen. Het zaad komt pas na pl.m. 3 boven den grond. We nemen bij voorkeur de so Russische reuzen, waarvan we 12 gr. zaad per M2. noodig hebben en waarvan we 12 K.G. kuur oogsten. In April worden de aardappelen uitgepoot. wil het noodlot dat juist dit veel begeerde prod den liefhebber-tuinier nogal eens teleurstelling zorgt. Er zijn nl. gronden waar door verschild .redenen jaar op jaar zieke aardappelen worden oogst. Is er in uw naaste omgeving een boer tuinder, vraag hem dan eens hoe zijn bevindir.; hiermee zijn. En anders het eerste jaar maar een niet te groote hoeveelheid probeeren. Aardappelen worden op regels uitgepoot, die c.M. uit elkaar liggen. Tn de rij worden de as appelen op 40 c.M. afstand en 8 c.M. diepte gele We maken de plantgaten door middel van 1 poothout; d.i. een naar onderen toe aangepu stok, waaraan zich op ruim 8 c.M. hoogte - dwarslatje bevindt en dat een handvat heeft air een schop. Het hout wordt telkens tot aan dwarslatje in den grond getrapt. Zoodra onze rijserwten boven den grond kor en een paar blaadjes hebben gevormd, maken een aanvang met het plaatsen van het rijshout, hoogte van het rijshout is afhankelijk van de ho te van de erwtensoort, die we gezaaid hebben varieert van pl.rn. 70 c.M. tot 2 M., plus het s dat in den grond gestoken wordt. Het rijst wordt aan twee kanten plat gemaakt door de ov tollige takken weg te snijden. Verder punten, het rijs van onderen aan om het makkelijk in 1 grond te kunnen steken. In het midden van iederen dubbelen regel ei ten, de regels die 20 c.M. uit elkaar liggen, \vo een regel rijshout geplaatst. We steken het rijsh vooral diep in den grond en nemen alleen sie rijs, want anders zou het wel eens kunnen geh ren dat van den zomer na een onweersbui de he zaak tegen den grond lag. We kunnen inplaatsi rijshout ook grofmazig kippengaas gebruiken brengen het gaas dan aan stevige palen tot op gewenschte hoogte aan. De in dezen tijd van het jaar in den handel 1 brachte planten voor den teelt van roode en w -kool. is-kool die zomers geoogst wordt. De z.g. I waarkool wordt pas in Juni geplant, we wam dus liever tot dien tijd. Indien we gi-oenten als sla, raapstelen er. spil zie gedurende langeren tijd willen oogsten, zas we er telkens wanneer 't laatste zaaisel boven grond staat weer wat van. J. J.L Altijd succes met TABERNAL'f betere ZADEA Op aanvrage verstiekkei wij bij iedere zaadbestt! ling van f 2.- of meereei handige kweekwijzevwj groenten enz, gratit zaadhandëI a. tabernal zoon, Santpoor Telef. 8232, Hagclingerwcg 28. (Adv. Ingez. J Eierprijzen vastgesteld. Het rijksbureau voor de voedselvoorziening oorlogstijd maakt bekend: Begin November werden maximumprijzen vastgesteld voorden koop van eieren. Het lag daarbij in de öeflw, de groote prijsschommelingen, zooals deze ger-optraden, onmogelijk te maken en siecn onderscheiden tusschen een z.g. winterprys „zomer"-prijs. In het algemeen zal de wni iets hooger liggen dan de prijs, die gek»te tijd van de grootste productie. Intussen©qzij langs de veevoederprijzen verhoogd. Van e hooging van den winterprijs op eieren is afgezien, o.a. omdat thans tot vastste'1"*» een zomerprijs is overgegaan, waarin nieuwe veevoederprijzen volledig kon wor kening gehouden. De winkelprijzen zijn thans met uukb r de omzetbelasting vastgesteld voor: Klasse I (eieren van ten minste 65 gr 9 cent per stuk. oj Klasse ET eieren van ten minste 60 S1 cent per stuk. ej klasse UI (eieren van ten minste 55 8 cent per stuk. 0? Klasse IV (eieren van ten minste 5U 7y2 cent per stuk. oj Klasse V eieren van ten minste 4o g 7 cent per stuk. Klasse VI (eieren van ten hoogte o< 6V2 cent per stuk.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1941 | | pagina 8