Op Ontdekkingsreis
Maximum-prijzen voor
paarden vastgesteld
Uit de geschiedenis van
het rijwielplaatje
Kinderkamers.
in de arbeidssfeer aan...
Een snuifje, meneer?"
Met hoofdschen zwier wordt den gast een fraai-
•erkte, zilveren snuifdoos voorgehouden en
ichtig, als geldt het iets kostbaars, worden
en wijsvinger in de korrelige tabak gestoken.
n minuscule hoeveelheid snuif wordt in de neus
den gestopt en flink opgesnoven.
Een daverende niesbui.
De vriendschap is gesloten.
Zoo gebeurde het in den tijd van kant en prui-
zoo gebeurde het nog in het begin van onze
w Wij menschen van den verlichten tijd doen
f! eenvoudiger en met minder omhaal: „Ciga-
Doch in wezen hebben beide dezelfde
vLi'oeling: een vriendschapsbetuiging. Maar snuif
i; een veel minder gevraagd, dus beter te ver-
Leen artikel dan de vlotte cigaret, en alleen
vrom al zou het aan te raden zijn, ook eens met
uif te beginnen, want de gébrs. Hioolen te Wa-
feningen kunnen u nog genoeg leveren. Denk ech-
•er niet, dat dit een gevolg is van groote productie.
tegendeel, de laatste vijf jaar is er in de kleine
„iffabriek overigens een klein onderdeel van
L uitgestrekte groente- en fruitkweekerij, waar
fcrgen glas nog doen denken aan den voorbijen
orlog heelemaal geen snuif meer vervaardigd.
Steeds uit voorraad geleverd en wanneer de vraag
et nog meer terugloopt, dan zit er in de zakken,
L in de knusse, propvolle werkplaats een door
dringend-fijne tabaksreuk verspreiden, nog genoeg
Lr zeker de eerstvolgende drie jaar. Het ras der
,'nuivers sterft uitZe zijn er nog wel, natuur
lik maar het zijn de ouden, die verbeten vast
houden aan met de jaren vergroeide tradities.
Vroeger", zegt de heer W. Hioolen, „ging de
■•if weg met vaten tegelijk, maar tegenwoordig
irordt ze verpakt in kistjes van 5 of 10 K.G. En daar
doen de winkeliers een heelen tijd mee! De platte-
indsgemeenten herbergen naar verhouding nog
«1 de meeste snuivers: het oude ras, dat van geen
,aar of cigaret weten wil. Doch zij sterven uit en
Ht zal wel niet zoo lang meer duren of de laatste
«auiver is gevallen. En dan is het gedaan met de
if....» Dat zegt de heèr Hioolen in droef ge-
oems, ómdat daarmee een stuk familiegeschiedenis
lot het verleden zal behooren. Als sinds 1400 of
1500 Hioolen weet het niet zoo precies zit-
lende Hioolens in de snuiffabrïcage. Zij waren een
der eersten, of misschien wel de eerste, die de snuif
voor ons land „ontdekten" en daarmee het hunne
-en waarlijk iniet zoo weinige! bijdragen tot
de groote vlucht, die het snuifgebruilc in den loop
der tijden heeft genomen. Het ging met de snuif,
zooals met alle mode-artikelen: steeds meer snuif-
makers wierpen hun snuif op de markt en het
ipreekt 'vanzelf, dat er onder hen zeer veel beun
hazen waren. Lieden, die geen snars verstand had
den van tabak, die geschikt en tabak, die niet ge-
zchikt is voor vervaardigen van snuif. En
nuk voor stuk vielen zij af. Doch ook de bona-
tde snuiffabrikanten konden het bij gebrek aan af
name niet langer bolwerken. En thans is de fa.
Hioolen de laatst overgeblevene. Hoe lang nog?
De tegenwoordige Hioolens hebben het roer al
«enige jaren omgegooid, doch de vervaardiging
van de snuif bleef bestaan. Dat achten zij zich
verplicht aan de traditie van hun geslacht. Hun
voorouders hebben de snuif verfijnd en veredeld
tot een précieus genotsartikel, dat waard was, dat
het werd bewaard in edelgesmede snuifdoozen en
kunstig-beschilderde tabakspotten. Van deze laat-
!ien toont de heer Hioolen ons een specimen, en
r,og wel een zeer oud, want zijn vader vond de pot
destijds op den rommelzolder van den molen, dik
onder het stof, doch nog volkomen gaaf. Een ex
pert zou moeten uitmaken, hoe oud de pot wel is,
maar in ieder geval is zij prachtig van bewerking.
„Tabaksvergunning" staat er op de deurpost
van de werkplaats en terwijl we dat lezen, schra
pen onze schoenen over de stoep: een molensteen.
Twee attributen, die voor de snuif even onont
beerlijk zijn als de molen en de zeeven. Alleen
het émaillebordje is nog vrijwel nieuw en de mo
lensteenja, hoe oud? Dat laat zich alleen
maar raden. Èn dan staan we in het domein van
man. die men gevoeglijk een grossier in nies
buien kan noemen. Een electrische molen in den
hoek, eenige vaten en zakken met snuif, zeeven
san den wand, een molensteen, tabaksbladeren,
een weegschaal en.een penetrante tabaksgeur,
natuurlijk.
..We maken twee soorten snuif", zegt de heer
Hioolen. „Dat zijn steelensnuif en krottensnuif".
is natuurlijk Sanskriet voor iemand, die de
winkels plat loopt voor cigaretten, maar snuif al-
i maar kent uit de Camera Obscura en zoo.
Sn in die twee soorten hebben we dan mis
schien wel 200 andere soorten...." Dat zit zoo.
Krottensnuif is snuif, die gemaakt wordt van ta
baksbladeren. De tabak daarvoor is Virginia- of
Kentuckytabak, import dus, waarvan de Hioolens
nog enkele monsters hebben. Overigens zijn zij
momenteel ln het geheel niet afhankelijk van
nieuwen aanvoer, want we zeiden al, dat de voor
raad nog wel voor een jaar of drie toereikend is.
De steelensnuif wordt vervaardigd van de steelen
van gestripte tabak. Dat zijn dan de steelen van
de tabak, die zij gebruiken voor de krottensnuif
- het strippen gebeurt eveneens in eigen be
drijf, zooals alles hier op eigen gelegenheid ge
schiedt en wat zij daaraan tekort komen wordt
aangevuld met de steelen, die overblijven in onze
sisarenfabriekenin voorkomend geval dus van
folandsche tabak.
Doch deze twee „hoofdsoorten" worden in ver
schillende geuren geparfumeerd, misschien wel
meer dan 200, en juist het mengen van de diverse
reuken", zooals de vakterm luidt, vormt een kost
bar geheim. De heer Hioolen toont ons een maat-
ia. waarin de reuk afgemeten wordt. Het heeft de
grootté van een vingerhoed met een handvaatje en
ket ziet er uit alsof het een paar eeuwen oud is,
wat overigens zeer goed mogelijk is. Al die samen
stellingen van de reuk staan vermeld, in een geel
Perkamenten boekje, dat de heer Hioolen zorgvul
dig bewaart: het fabrieksgeheim! Zoodra men in
vroeger eeuwen iets nieuws had samengesteld,
werd bet in het kostbare boekje vermeld en steeds
Sing het over van vader op zoon.Hij laat ons
enkele recepten zien: zooveel citroenolie, Berga
motolie, rozenolie, violetolie, enzoovoort en dat
alles staat geschreven in de fraai-gekrulde letters,
'wals men ze in vroeger eeuwen schreef. In een
noek van de kleine werkplaats staat de molen: zon
der dien molen was de snuif onbestaanbaar, want
daarin vindt het eigenlijke fijnmalen plaats. De
molen die er uit ziet als een weefgetouw, wordt
®lectrisch gedreven, doch vóór 1916. in welk jaar
dc snuiffabriek werd verplaatst van de Kralingsche
Plas bij Rotterdam naar Wageningen. was het de
wind, die den windmolen langs de plas deed
draaien.
krottensnuif heeft overigens al een langdurig
Prooes ondergaan, voor zij in den molen terecht
komt. De gestripte tabaksbladeren worden name-
ilJk, na gesausd te zijn tot groote imitatie-worsten
pperst, Zij hebben een lengte van een halven me-
i ^t een middellijn van een decimeter. Zijn zij
I Seperst, dan gaan ze in het krottenhok. waar-
jn °e krotten zooals de geperste „worsten" hee-
i™ Gen soort, rottingsproces van gemiddeld een
«w endergaan, In dat hok hangt steeds een voch-
mede als gevolg van de in de tabakssaus
wezlge pekel. Men begrijpt, dat dat alles, het
sorteeren, het strippen, krottenmaken, heel wat
personeel vergde in vroeger jaren, doch thans wordt
er zoo eens in de week eens een dagje wat ge
daan
Uit het krottenhok komen de krotten, nadat ze
eerst opengebroken zijn, in den molen. Aan een
achttal lange stampers, die naast elkaar staan op
gesteld worden breede, vlijmscherpe messen be
vestigd, die voortdurend op en neer bewegen in de
ronddraaiende kuip, waarin de krotten liggen. Vol
komen fijn kunnen zij hierin niet worden, en
daarom komt er nog een bewerking onder den mo
lensteen. Van dezen molensteen, die zit geborgen
in een kist, voert een Jacobsladder de snuif om
hoog naar den zolder, waar zij in een zeef valt.
„En dan heb je snuif", besluit de heer Hioolen.
„Zij wordt dan nog wel nagezeefd, want u be
grijpt, dat alles zeer fijn moet zijn, maar feitelijk
is zij dan toch klaar om verzonden en.... opge
snoven te worden. Deze wijze van snuifberciding
geschiedt nu al die eeuwen op dezelfde wijze, be
halve dan de electriciteit, die de windkracht ver
vangen heeft. Het maken van steelensnuif geschiedt
vrijwel analoog, behoudens dan het rottingsproces
in het krottenhok. De steelen worden in de kuipen
door de messen fijn gesneden, gaan dan onder den
molensteen, en na gezeefd te zijn, is ook deze snuif,
die veel lichter is. klaar. Beide soorten snuif wor
den evenveel, of liever: even weinig gevraagd.
Verschil is er dan ook niet veel. Alleen is de stee
lensnuif zwart gekleurd, terwijl de krottensnuif
haar natuurlijke tabakskleur behoudt".
Uitvoer van snuif is er vrijwel nooit geweest.
Daarentegen werd er wel eens Belgische snuif in
gevoerd. in Brabant en voor de kloosters, doch veel
is dat nooit geweest. Steeds heeft de inheemsche
productie de vraag voldoende kunnen bevredigen,
doch de laatste 20. 30 jaar neemt het snuifgebruik
zienderoogen af. De iepenhouten molen staat nu al
jaren stil en het is niet te verwachten, dat hij spoe
dig weer zal draaien.
Maar zal er nog eens een tijd komen, waarin het
den man van de wereld past, een zilveren snuifdoos
bij zich te dragen en daaruit gracieus een snuifje
te nemen? Het kan nog, want nog is er snuif en
zijn er de instrumenten om haar te maken, maar
zoo heel lang zal dat niet meer duren.
J. G. H.
Een scène uii de galavoorstelling van „Der Rosenkavalier", door de Düsseldorfer
Opera in den Stadsschouwburg te Amsterdam.
(Foto Stapf)
Voor den aankoop is
voortaan vergunning noodig
's GRAVENHAGE, (A.N.P.) 24 April. De vraag
naar paarden, welke in dezen tijd grooten omvang
heeft aangenomen men denke hierbij aan den
overgang van de motor- op de paardentractie
heeft zijn invloed op de verkoopprijzen niet gemist.
Hooge zelfs buitensporig hooge prijzen waren aan de
orde van den dag, waardoor de belangen van de
koopers ernstig in het gedrang kwamen. Zij waren
immers voor de uitoefening van hun beroep of
bedrijf vooral van het bezit van een paard af
hankelijk en moesten daarom noodgedwongen mfet
de gevraagde prijzen genoegen nemen.
Thans is echter, naar de gemachtigde voor de
prijzen mededeelt, een regeling tot stand gekomen
in den vorm van het „Paardenbesluït 1941 (handel
en prijzen)'', waarbij de verkoopprijzen van paarden
aan bepaalde maxima worden gebonden. Dit be
sluit bepaalt o.m. dat het koopen van paarden
slechts is toegestaan aan gebruikers, die in het bezit
zijn van een schriftelijke vergunning van de land
bouw crisis organisatie en aan paardenhandelaren,
aan wie door de Nederlandsche veehouderij eentrale
een daartoe strekkende schriftelijke vergunning is
verleend.
De paarden worden voortaan in twee kwaliteits
klassen ingedeeld, die elk weer in vier ouderdoms-
klassen zijn onderscheiden. Maximumprijzen zijn
voor al deze categorieën vastgesteld.
Bij den verkoop mógen echter deze maximum
prijzen niet zonder meer worden aangehouden.
Voor ieder paard, dat ten verkoop wordt aange
boden, wordt namelijk een zoogenaamde verkoop
kaart verstrekt, waarop naast de verschillende
kenmerken van het paard, ook de getaxeerde ver
koopwaarde wordt aangegeven. Deze taxatiewaarde
mag niet hooger zijn dan de in het besluit vastge
stelde maximumprijzen en mag bij den verkoop
niet worden overschreden. Hierop wordt alleen
een uitzondering gemaakt voor den wederverkoop
door een paardenhandelaar, die op den overeen
gekomen verkoopsprijs een bepaalden vastgestelden
opslag voor kosten en winst mag leggen. Deze ver
hooging van den verkoopprijs mag echter slechts
eenmaal plaats vinden.
De taxatie der paarden en de verstrekking van
de verkoopkaarten geschiedt door de taxatiecom
missies, welke door de Nederlandsche veehouderij
centrale worden ingesteld.
Het „rijwielplaatje" werd bij de wet van 20 Juni
1924 in het leven geroepen en bij K.B. van 8 Juli
met ingang van 1 Augustus van dat jaar in wer
king gesteld. In de eerste jaren moest men er f 3
voor betalen, welk bedrag evenwel ingaande 1 Ja
nuari 1928 tot f 2.50 is verlaagd en sindsdien on
veranderd is gebleven.
Over de jaren 1924 en '25 kwam de opbrengst
geheel ten bate van de algemeene middelen,
1926 is 70 pet., 1927 40 pet., en 1928 10 pet. van de
opbrengst ten goede van die middelen gebracht,
terwijl het restant in het wegenfonds werd gestort,
welk fonds over de jaren 1929 tot en met '34 de
geheele opbrengst dezer belasting heeft genoten.
Van 1935 af, toen het wegenfonds werd vervangen
door het verkeerfonds, is de rijwielbelasting in haar
geheel naar laatstgenoemd fonds overgeheveld.
Van de instelling af tot en met 1929 heeft de rij
wielbelasting per jaar gemiddeld f 6.497.000 opge
bracht, daarna tot en met 1934 f 7.109.000.
Verder heeft de opbrengst zich steeds in stijgen
de lijn bewogen» over 1935 was deze opbrengst
f 7.655.595, '36 f 7.632.455, '37 f 8.032.760, '38
f 8.189.167.50, '39 f 8.408.902.50 en '40 f 9.034,010.
Zooals men weet, werden kostelooze plaatjes
verstrekt voor rijwielen uitsluitend te berijden
door hoofden van gezinnen, die htm rijwiel noodig
hebben voor de uitoefening van hun beroep of be
drijf en niet in de rijksinkomstenbelasting voor het
loopende jaar zijn of worden aangeslagen. Indien
het hoofd van een gezin niet voor zijn beroep of
bedrijf een rijwiel noodig heeft, doch dit wel het
geval is met een door het hoofd aangewezen lid
van het gezin, dat, evenals het hoofd zelf, niet in
de rijksinkomstenbelasting is aangeslagen, wordt
een belastingmerk kosteloos uitgereikt voor een
rijwiel, uitsluitend door dat lid te berijden.
In 1934 is aan die kostelooze verstrekking uit
breiding gegeven, onder bepaalde voorwaarden,
tot werkloozen.
Zoo werden over 1930-31 81.597 kostelooze rij
wielplaatjes uitgereikt, welk aantal over de vol
gende jaren respectievelijk bedroeg 96.625, 128.955,
238-240. 312.334, 378.708. 440.260, 454.194, 457.749
en over 1939-1940 442.713.
Bescherming van deviezen, belasting
en douanerechten.
Verordening uitgevaardigd.
's-GRAVENHAGE, 24 April. Het heden uitge
geven nieuwe Verordeningenblad bevat een ver
ordening van den rijkscommissaris voor het be
zette Nederlandsche gebied, houdende aanvulling
en wijziging van de Verordening no. 37,1940 be
treffende maatregelen op het gebied van de be
scherming van deviezen, belasting en douanerech
ten. In deze nieuwe verordening wordt nader be
paald, dat de uitvoering van de bepalingen van
het deviezenbesluit 1941 (no. 63 1541) en van de
uitvoeringsvoorschriften, uitgevaardigd of uit te
vaardigen op grond van genoemd besluit als
mede van de Distributiewet 1939 (Staatsblad no.
633) en van de voorschriften, uitgevaardigd of uit
te vaardigen op grond van genoemde wet, voor
zoover deze het beheer van diamanten en goud
betreffen, behalve bij de daar genoemde Neder
landsche ambtenaren ook berust bij de ambtena
ren van het deviezenbeschermingscommando (De-
visenschutzkommando)Bestaat het vermoeden,
dat een persoon voornemens is in strijd met het
bepaalde in de rechtsvoorschriften van het de
viezenbesluit 1941 (no. 63/1941) en van de distri
butiewet 1939 (Staatsblad no. 633) te handelen,
dan kan het deviezenbeschermingscommando de
maatregelen treffen, noodig ter verhindering van
zoodanige handelingen.
De -verordening treedt vandaag in werking.
(De gemeenteraad rail New Orleans
(V. St.) heeft besloten, drie leeg
staande zalen als kinderkamers in te
richten waar volwassen mannen zich
kunnen verstrooien met bouwdoo-
:en, spoortreintjes en zelfs zand-
hoopen.)
De dwaasheid is de wereld nog niet uit,
Zegt u, hel bovenstaande weer vernomen,
Het is nog logischer als u besluit,
Er lijkt wel steeds meer dwaasheid in të komen.
De vele nieuwtjes uit Amerika
Zijn zeker wel genoeg om vast te stellen,
Dat daar de dwazigheden voor en na
Langzamerhand haast niet meer zijn te tellen.
Nu heeft opnieuw een Amrikaanschc stad,
Waar men onafgebroken broedt op plannen.
Een zeer oorspronkelijk idee gehad,
Drie kinderkamers voor volwassen mannen,
't Geldt ook voor Europeesche mannen wel,
Dat velen graag te gast gaan bij de kindren,
Om zich wat te verstrooien met hun spel
En dat zal hen noch andre menschen hindren.
Een vader speelt soms uren met den trein,
Dien hij zijn jeugdig zoontje heeft gegeven,
Hij heeft behoefte weer eens kind te zijn,
Dat drijft de zorgen even uit zijn leven.
En dat vermaak geeft ook zijn jongen vreugd,
Hij voelt een waren makker in zijn vader.
Die ook nog warm loopt voor het spel der jeugd.
Dat brengt de twee geslachten spelend nader.
Maar zoo'n volwassen-kinderkamerplan,
Zonder de zoons, alleen voor „ouwe heeren",
Dat is geen kinderspel meer voor een man
Dat kan 'k alleen als.... kindsch kwalificeeren.
P. GASUS.
Secretariaat Generaal voor
bijzonilcre economische
aangelegenheden.
Mr. Rost van Tonningen benoemd.
's-GRAVENHAGE, 24 April. Het Rijkscommis
sariaat maakt het volgende bekend:
De Rijkscommissaris voor het bezette Nederland
sche gebied heeft op grond van par. 1-1 van zijn ver
ordening nr. 108-1940 (vierde verordening over bij
zondere bestuursmaatregelen) den president der
Nederlandsche Bank mr. M. M. Rost van Tonningen
tot secretaris-generaal voor bijzondere economische
aangelegenheden benoemd.
De Rijkscommissaris heeft tegelijkertijd mr. Rost
an Tonningen tot nader order met de waarneming
der zaken van het secretariaat-generaal in het de
partement van financiën in alle aangelcgehcden van
de generale thesaurie der afdeeling comptabiliteit
en in de algemeene aangelegenheden van dit depar
tement belast.
Tevens heeft de Rijkscommissaris voor het bezette
Vederlandsohe gebied de overeenkomstige opdracht,
die hij 27 Maart 1941 aan den thesaurier-generaal,
den heer De Leeuw in het departement van finan
ciën gegeven heeft, ingetrokken, zulks onder dank
zegging voor de bewezen diensten.
Tenslotte droeg hij aan den directeur-generaal
der belastingen in het ministerie van Financiën,
den heer Postma. die den 27sten Maart 1941 reeds
met de waarneming der zaken van het secreta
riaat-generaal van het departement van Financiën
in alle zaken van het belasting- en douanebestuur,
der domeinen en in de afdeeling voor kabinet- cn
secretarie belast werd, bovendien nog op, om de
zakenvan dezen secretaris-generaal ton aanzien
van den rijksgebouwendienst op zich te nemen.
De omvang der werkzaamheden van het parte-
ment van Handel, Nijverheid en Scheepvaart wordt
door deze verordening niet aangetast.
Gelijkstelling van Nederlandsche en
Duitsclie getuigschriften.
Voor andere gevallen moet ecu verzoek worden
ingediend.
's-GRAVENHAGE, 24 April. Het Verorde
ningenblad van heden bevat een besluit van de
secretarissen-generaal van opvoeding, weten
schap en cultuurbescherming, van justitie, van
handel, nijverheid en scheepvaart, van landbouw
en visscherij, van waterstaat en van sociale za
ken betreffende de gelijkstelling van getuig
schriften.
Getuigschriften, welke door binnen het groot-
Duitsche rijk dan wel binnen Nederland gele
gen Duitsche onderwijsinstellingen worden uit
gereikt zoo lezen wij in dit besluit wor
den gelijkgesteld met de overeenkomstige ge
tuigschriften van Nederlandsche openbare of
bijzondere onderwijsinstellingen.
Aan Nederlandsche getuigschriften verbon
den bevoegdheden kunnen voorzoover vol
gens de geldende Nederlandsche voorschriften
geen bijzondere goedkeuring noodig is door de
bezitters van overeenkomstige Duitsche getuig
schriften op dezelfde wijze worden uitgeoefend.
Eventueele Nederlandsche voorschriften ten
aanzien van de overlegging van een bijzondere
goedkeuring voor de uitoefening van een beroep
of een bedrijf blijven onaangetast, onverschillii
of de bezitter van het getuigschrift het Duitsche
staatsburgerschap of het Nederlanderschap
bezit.
Bovenstaande geldt slechts voor Duitsche
rijksburgers en voor personen, die het Nederlan
derschap bezitten, tenzij zij het Nederlander
schap na 30 Januari 1933 hebben verkregen,
De secretaris-generaal van opvoeding we
tenschap en cultuurbescherming beslist op ver
zoek in hoeverre bovenstaande ook op andere
personen van toepassing is.
Over de gelijkstelling van getuigschriften,
welke door buiten het groot-Duitsche rijk en
Nederland gelegen onderwijsinstellingen zijn
uitgereikt, met de overeenkomstige Nederland
sche getuigschriften beslist de secretaris-ge
neraal van opvoeding, wetenschap en cultuur
bescherming op desbetreffend verzoek. Werk
zaamheden, te verrichten op grond van bovenge
noemde getuigschriften, mogen geen aanvang
nemen voordat het verzoek is ingewilligd.
Personen, die op het tijdstip van inwerkingtre
den van dit besluit werkzaamheden verrichten
op grond van getuigschriften, welke door bui
ten het groot-Duitsche rijk en Nederland ge
legen onderwijsinrichtingen zijn uitgereikt,
dienen bovengenoemd verzoek binnen twee
maanden in. Zij mogen hun werkzaamheden
voorloopig voortzetten. De verplichting tot
diening van dit verzoek is geheel onafhanke
lijk van het feit of de werkzaamheden als hoofd,
dan wel als nevenberoep, bezoldigd, dan wel on
bezoldigd, worden verricht.
De secretaris-generaal van opvoeding weten
schap ,en cultuurbescherming stelt voor de uit
voering van dit besluit noodzakelijke voorschrif
ten vast. Dit besluit treedt vandaag in wer
king.
WAGONLADINGEN WORDEN NIET MEER OP
ZONDAG GELOST.
UTRECHT, 24 April. De Nederlandsche Spoor
wegen deelen mede dat met ingang van 27 April
wagonladingen voorloopig niet meer op Zondag
worden gelost. Voor de berekening van staangeld
blijft dus buiten beschouwing de termijn van Za
terdag 24 uur tot Zondag 24 uur.
Dagorder van Mussolini.
Gericht tot de legercorpsen van het
Grieksche front.
ERGENS IN ITALIë. 24 April. (Stefani). Vol
gens het Italiaansche hoofdkwartier heeft de Duce
de volgende dagorder uitgevaardigd:
Soldaten van alle legercorpsen strijdende aan het
Grieksche front!
Na zes maanden van verbitterden strijd heeft de
vijand de wapens neergelegd. De overwinning be
kroont uwe bloedige offers die bijzonder ernstig
waren voor de strijdkrachten te land en geeft een
nieuwe glorie aan uw vaandels. Het vaderland is
nooit zoo trotsch op u geweest. Op dit oogenblik
gedenkt en begroet het Italiaansche volk bewogen
zijn heldhaftige zonen, gevallen tijdens de gevech
ten in Albanië en betuigt zijn eeuwige dankbaar
heid aan u, die hen gewroken hebt. Leve de koning.
(w.g.) MUSSOLINI.
Het vliegtuig als vervoermiddel
voor munitie.
BERLIJN. 24 April (A.N.P.) De nauwe samen-
werking tusschen de verschillende wapens is een
van de voortreffelijkste kenteekenen van de nieuwe
Duitsche oorlogvoering. Deze samenwerk in?, die
vooral tusschen het luchtwapen en de op den grond
in actie zijnde troepen met zeer groot succes kon
worden uitgebreid, is ook tijdens den veldtocht in
Zuid-Oost-Europa schitterend gebleken. Opmerke
lijk is vooral het feit dat evenals in Noorwegen het
Duitsche luchtwapen ook in het zeer moeilijke
terrein van Joego-Slavië en Griekenland met be
langrijke vervoersfuncties voor het ravitailleercn
van de in de voorste linies strijdende troepen met
munitie en fourage werd belast. Zoo wordt er
in Duitsche berichten de nadruk op gelegd dat
nauwelijks een uur na de bezetting van Larissa
transportvliegtuigen voor een eerste vlucht naar de
heroverde stad startten om de voorhoeden van de
Duitsche pantsertroepen munitie te brengen.
Tengevolge van den zeer ongunstigen toestand
waarin de wegen verkeerden, was de weg door
de lucht sneller en veiliger dan dc weg, die
rijdende colonnes hadden moeten afleggen. Reeds
kort na de landing van dc Duitsche transportvlieg
tuigen op het vliegveld van Larissa was de munitie
op auto's en motorrijwielen geladen en werd zij on
middellijk naar de Duitsche pantserwagens ge
bracht die reeds door Larissa heen waren getrok
ken.
Deze gang van zaken geeft een bijzonder ver
helderend voorbeeld voor de methodische samen
werking tusschen de verschillende onderdeden van
de weermacht die zich altijd weet aan tc passen aan
de behoeften van de strijdende troepen en aan de
eischen van het terrein.
OMREKENINGSKOERS RIJKSCREDIETKAS
BILJETTEN.
's-GRAVENHAGE, 24 April. Blijkens ver
ordening 1941 no. 78 is de koers voor het om
rekenen van rijkscredie.tkasbiljetten tot guldens,
welke als volgt was: 1 gulden 133 reichspfen-
nige, thans aldus vastgesteld: 1 gulden 132,70
reichspfennige.
Vier dagen strijden en marcheeren in
het Olyinpusgebicd.
De United Press correspondent te Athene meldt:
Zoo goed als het ging aan de overhangende
oevers van een sterk gezwollen rivier, beschermd
tegen de bom- en mitrailleuraanvallen van Duit
sche vliegtuigen die den geheelen dag door over
kwamen, hoorde ik de dramatische verhalen aan
van drie Australische soldaten, die aan de gevech
ten en den terugtocht der Engelschen in het gebied
van den Olympus deelgenomen hadden. Ons ge
sprek werd telkens onderbroken, daar Heinkels,
Dorniers en soms ook Messerschmitts explosieve
bommen om ons heen wierpen en op den spoordam
waarlangs van het front komende troepen passeer
den.
In de tegenstrijdige atmosfeer van krijgsrumoer
en warme zonneschijn van den Griekschen Paasch-
dag hoorde ik de berichten aan van de drie ver
moeide, hongerige en slaperige Australiërs. „Vier
dagen en vier nachten lang hebben wy in het ge
bied van den Olympus gemarcheerd en gestreden,
vaak in 15 cm. hoog liggende sneeuw. Vier dagen
en nachten zijn wij in beweging geweest. Een on
derdeel der gevechten begon op een bergtop aan
de andere zijde van het Serviadal. Wij hadden de
zen bergtop als geiten beklommen om dc hoofd
macht van onze troepen als rugdekking te dienen.
Toen ook ons het bevel voor de terugtocht bereikte,
schaften wij ons muilezels aan van de Grieksche
militairen of van de boeren der streek en laadden
deze op met onze pantserafweerkanonnen en an
dere uitrustingsstukken. Ons drinken bestond uit
gesmolten sneeuw, waarbij wij scheepsbeschuit
aten. Als wij op dezen mar'sch door het onbegaan
bare bergland volkomen uitgeput waren, sliepen
wij soms op de sneeuw. Vaak verloren wij den juis-
ten weg in de eenzame uitloopers van het Olympus
gebergte, waar de stilte voor het eerst sinds tal
rijke jaren door oorlogsgeweld verbroken werd."
De Australiërs vertelden voorts dat zij vervol
gens tezamen met Nieuw-Zeelanders stellingen aan
een nauwen pas ten oosten van den Olympus had
den ingenomen, waardoor de spoorlijn van Salo-
niki naar Athene loopt. Dit is de pas van Platamona
40 km. ten noordwesten van de monding van de
Pinios. Daar werd standgehouden tegen de aanval
len der Duitschers van den vroegen morgen tot
middernacht van den volgende dag.
De Australische colonnes, waartoe deze drie sol
daten behoorden, marcheerden tenslotte zuidwaarts
naar Larissa. Zij vonden deze stad echter reeds
door de Duitsche troepen bezet en zetten dus de
tocht naar het zuiden in andere richting voort.
Sociale opbouw in Duitschland. Zonnige arbeiderswoningen in de nabijheid van
Berlijn, huisvesten meer dan vijf duizend werknemers van een grootbedrijf
(Foto Stap ff.
WEEK-ABONNEMENTEN
dienen uiterlijk Woensdags avonds
betaald te zijn, daar de bezorgers op
Donderdaa moeten afrekenen.
DE ADMINISTRATIE.