Op Ontdekkingsreis Maximum-prijzen voor paarden vastgesteld Uit de geschiedenis van het rijwielplaatje Kinderkamers. in de arbeidssfeer aan... Een snuifje, meneer?" Met hoofdschen zwier wordt den gast een fraai- •erkte, zilveren snuifdoos voorgehouden en ichtig, als geldt het iets kostbaars, worden en wijsvinger in de korrelige tabak gestoken. n minuscule hoeveelheid snuif wordt in de neus den gestopt en flink opgesnoven. Een daverende niesbui. De vriendschap is gesloten. Zoo gebeurde het in den tijd van kant en prui- zoo gebeurde het nog in het begin van onze w Wij menschen van den verlichten tijd doen f! eenvoudiger en met minder omhaal: „Ciga- Doch in wezen hebben beide dezelfde vLi'oeling: een vriendschapsbetuiging. Maar snuif i; een veel minder gevraagd, dus beter te ver- Leen artikel dan de vlotte cigaret, en alleen vrom al zou het aan te raden zijn, ook eens met uif te beginnen, want de gébrs. Hioolen te Wa- feningen kunnen u nog genoeg leveren. Denk ech- •er niet, dat dit een gevolg is van groote productie. tegendeel, de laatste vijf jaar is er in de kleine „iffabriek overigens een klein onderdeel van L uitgestrekte groente- en fruitkweekerij, waar fcrgen glas nog doen denken aan den voorbijen orlog heelemaal geen snuif meer vervaardigd. Steeds uit voorraad geleverd en wanneer de vraag et nog meer terugloopt, dan zit er in de zakken, L in de knusse, propvolle werkplaats een door dringend-fijne tabaksreuk verspreiden, nog genoeg Lr zeker de eerstvolgende drie jaar. Het ras der ,'nuivers sterft uitZe zijn er nog wel, natuur lik maar het zijn de ouden, die verbeten vast houden aan met de jaren vergroeide tradities. Vroeger", zegt de heer W. Hioolen, „ging de ■•if weg met vaten tegelijk, maar tegenwoordig irordt ze verpakt in kistjes van 5 of 10 K.G. En daar doen de winkeliers een heelen tijd mee! De platte- indsgemeenten herbergen naar verhouding nog «1 de meeste snuivers: het oude ras, dat van geen ,aar of cigaret weten wil. Doch zij sterven uit en Ht zal wel niet zoo lang meer duren of de laatste «auiver is gevallen. En dan is het gedaan met de if....» Dat zegt de heèr Hioolen in droef ge- oems, ómdat daarmee een stuk familiegeschiedenis lot het verleden zal behooren. Als sinds 1400 of 1500 Hioolen weet het niet zoo precies zit- lende Hioolens in de snuiffabrïcage. Zij waren een der eersten, of misschien wel de eerste, die de snuif voor ons land „ontdekten" en daarmee het hunne -en waarlijk iniet zoo weinige! bijdragen tot de groote vlucht, die het snuifgebruilc in den loop der tijden heeft genomen. Het ging met de snuif, zooals met alle mode-artikelen: steeds meer snuif- makers wierpen hun snuif op de markt en het ipreekt 'vanzelf, dat er onder hen zeer veel beun hazen waren. Lieden, die geen snars verstand had den van tabak, die geschikt en tabak, die niet ge- zchikt is voor vervaardigen van snuif. En nuk voor stuk vielen zij af. Doch ook de bona- tde snuiffabrikanten konden het bij gebrek aan af name niet langer bolwerken. En thans is de fa. Hioolen de laatst overgeblevene. Hoe lang nog? De tegenwoordige Hioolens hebben het roer al «enige jaren omgegooid, doch de vervaardiging van de snuif bleef bestaan. Dat achten zij zich verplicht aan de traditie van hun geslacht. Hun voorouders hebben de snuif verfijnd en veredeld tot een précieus genotsartikel, dat waard was, dat het werd bewaard in edelgesmede snuifdoozen en kunstig-beschilderde tabakspotten. Van deze laat- !ien toont de heer Hioolen ons een specimen, en r,og wel een zeer oud, want zijn vader vond de pot destijds op den rommelzolder van den molen, dik onder het stof, doch nog volkomen gaaf. Een ex pert zou moeten uitmaken, hoe oud de pot wel is, maar in ieder geval is zij prachtig van bewerking. „Tabaksvergunning" staat er op de deurpost van de werkplaats en terwijl we dat lezen, schra pen onze schoenen over de stoep: een molensteen. Twee attributen, die voor de snuif even onont beerlijk zijn als de molen en de zeeven. Alleen het émaillebordje is nog vrijwel nieuw en de mo lensteenja, hoe oud? Dat laat zich alleen maar raden. Èn dan staan we in het domein van man. die men gevoeglijk een grossier in nies buien kan noemen. Een electrische molen in den hoek, eenige vaten en zakken met snuif, zeeven san den wand, een molensteen, tabaksbladeren, een weegschaal en.een penetrante tabaksgeur, natuurlijk. ..We maken twee soorten snuif", zegt de heer Hioolen. „Dat zijn steelensnuif en krottensnuif". is natuurlijk Sanskriet voor iemand, die de winkels plat loopt voor cigaretten, maar snuif al- i maar kent uit de Camera Obscura en zoo. Sn in die twee soorten hebben we dan mis schien wel 200 andere soorten...." Dat zit zoo. Krottensnuif is snuif, die gemaakt wordt van ta baksbladeren. De tabak daarvoor is Virginia- of Kentuckytabak, import dus, waarvan de Hioolens nog enkele monsters hebben. Overigens zijn zij momenteel ln het geheel niet afhankelijk van nieuwen aanvoer, want we zeiden al, dat de voor raad nog wel voor een jaar of drie toereikend is. De steelensnuif wordt vervaardigd van de steelen van gestripte tabak. Dat zijn dan de steelen van de tabak, die zij gebruiken voor de krottensnuif - het strippen gebeurt eveneens in eigen be drijf, zooals alles hier op eigen gelegenheid ge schiedt en wat zij daaraan tekort komen wordt aangevuld met de steelen, die overblijven in onze sisarenfabriekenin voorkomend geval dus van folandsche tabak. Doch deze twee „hoofdsoorten" worden in ver schillende geuren geparfumeerd, misschien wel meer dan 200, en juist het mengen van de diverse reuken", zooals de vakterm luidt, vormt een kost bar geheim. De heer Hioolen toont ons een maat- ia. waarin de reuk afgemeten wordt. Het heeft de grootté van een vingerhoed met een handvaatje en ket ziet er uit alsof het een paar eeuwen oud is, wat overigens zeer goed mogelijk is. Al die samen stellingen van de reuk staan vermeld, in een geel Perkamenten boekje, dat de heer Hioolen zorgvul dig bewaart: het fabrieksgeheim! Zoodra men in vroeger eeuwen iets nieuws had samengesteld, werd bet in het kostbare boekje vermeld en steeds Sing het over van vader op zoon.Hij laat ons enkele recepten zien: zooveel citroenolie, Berga motolie, rozenolie, violetolie, enzoovoort en dat alles staat geschreven in de fraai-gekrulde letters, 'wals men ze in vroeger eeuwen schreef. In een noek van de kleine werkplaats staat de molen: zon der dien molen was de snuif onbestaanbaar, want daarin vindt het eigenlijke fijnmalen plaats. De molen die er uit ziet als een weefgetouw, wordt ®lectrisch gedreven, doch vóór 1916. in welk jaar dc snuiffabriek werd verplaatst van de Kralingsche Plas bij Rotterdam naar Wageningen. was het de wind, die den windmolen langs de plas deed draaien. krottensnuif heeft overigens al een langdurig Prooes ondergaan, voor zij in den molen terecht komt. De gestripte tabaksbladeren worden name- ilJk, na gesausd te zijn tot groote imitatie-worsten pperst, Zij hebben een lengte van een halven me- i ^t een middellijn van een decimeter. Zijn zij I Seperst, dan gaan ze in het krottenhok. waar- jn °e krotten zooals de geperste „worsten" hee- i™ Gen soort, rottingsproces van gemiddeld een «w endergaan, In dat hok hangt steeds een voch- mede als gevolg van de in de tabakssaus wezlge pekel. Men begrijpt, dat dat alles, het sorteeren, het strippen, krottenmaken, heel wat personeel vergde in vroeger jaren, doch thans wordt er zoo eens in de week eens een dagje wat ge daan Uit het krottenhok komen de krotten, nadat ze eerst opengebroken zijn, in den molen. Aan een achttal lange stampers, die naast elkaar staan op gesteld worden breede, vlijmscherpe messen be vestigd, die voortdurend op en neer bewegen in de ronddraaiende kuip, waarin de krotten liggen. Vol komen fijn kunnen zij hierin niet worden, en daarom komt er nog een bewerking onder den mo lensteen. Van dezen molensteen, die zit geborgen in een kist, voert een Jacobsladder de snuif om hoog naar den zolder, waar zij in een zeef valt. „En dan heb je snuif", besluit de heer Hioolen. „Zij wordt dan nog wel nagezeefd, want u be grijpt, dat alles zeer fijn moet zijn, maar feitelijk is zij dan toch klaar om verzonden en.... opge snoven te worden. Deze wijze van snuifberciding geschiedt nu al die eeuwen op dezelfde wijze, be halve dan de electriciteit, die de windkracht ver vangen heeft. Het maken van steelensnuif geschiedt vrijwel analoog, behoudens dan het rottingsproces in het krottenhok. De steelen worden in de kuipen door de messen fijn gesneden, gaan dan onder den molensteen, en na gezeefd te zijn, is ook deze snuif, die veel lichter is. klaar. Beide soorten snuif wor den evenveel, of liever: even weinig gevraagd. Verschil is er dan ook niet veel. Alleen is de stee lensnuif zwart gekleurd, terwijl de krottensnuif haar natuurlijke tabakskleur behoudt". Uitvoer van snuif is er vrijwel nooit geweest. Daarentegen werd er wel eens Belgische snuif in gevoerd. in Brabant en voor de kloosters, doch veel is dat nooit geweest. Steeds heeft de inheemsche productie de vraag voldoende kunnen bevredigen, doch de laatste 20. 30 jaar neemt het snuifgebruik zienderoogen af. De iepenhouten molen staat nu al jaren stil en het is niet te verwachten, dat hij spoe dig weer zal draaien. Maar zal er nog eens een tijd komen, waarin het den man van de wereld past, een zilveren snuifdoos bij zich te dragen en daaruit gracieus een snuifje te nemen? Het kan nog, want nog is er snuif en zijn er de instrumenten om haar te maken, maar zoo heel lang zal dat niet meer duren. J. G. H. Een scène uii de galavoorstelling van „Der Rosenkavalier", door de Düsseldorfer Opera in den Stadsschouwburg te Amsterdam. (Foto Stapf) Voor den aankoop is voortaan vergunning noodig 's GRAVENHAGE, (A.N.P.) 24 April. De vraag naar paarden, welke in dezen tijd grooten omvang heeft aangenomen men denke hierbij aan den overgang van de motor- op de paardentractie heeft zijn invloed op de verkoopprijzen niet gemist. Hooge zelfs buitensporig hooge prijzen waren aan de orde van den dag, waardoor de belangen van de koopers ernstig in het gedrang kwamen. Zij waren immers voor de uitoefening van hun beroep of bedrijf vooral van het bezit van een paard af hankelijk en moesten daarom noodgedwongen mfet de gevraagde prijzen genoegen nemen. Thans is echter, naar de gemachtigde voor de prijzen mededeelt, een regeling tot stand gekomen in den vorm van het „Paardenbesluït 1941 (handel en prijzen)'', waarbij de verkoopprijzen van paarden aan bepaalde maxima worden gebonden. Dit be sluit bepaalt o.m. dat het koopen van paarden slechts is toegestaan aan gebruikers, die in het bezit zijn van een schriftelijke vergunning van de land bouw crisis organisatie en aan paardenhandelaren, aan wie door de Nederlandsche veehouderij eentrale een daartoe strekkende schriftelijke vergunning is verleend. De paarden worden voortaan in twee kwaliteits klassen ingedeeld, die elk weer in vier ouderdoms- klassen zijn onderscheiden. Maximumprijzen zijn voor al deze categorieën vastgesteld. Bij den verkoop mógen echter deze maximum prijzen niet zonder meer worden aangehouden. Voor ieder paard, dat ten verkoop wordt aange boden, wordt namelijk een zoogenaamde verkoop kaart verstrekt, waarop naast de verschillende kenmerken van het paard, ook de getaxeerde ver koopwaarde wordt aangegeven. Deze taxatiewaarde mag niet hooger zijn dan de in het besluit vastge stelde maximumprijzen en mag bij den verkoop niet worden overschreden. Hierop wordt alleen een uitzondering gemaakt voor den wederverkoop door een paardenhandelaar, die op den overeen gekomen verkoopsprijs een bepaalden vastgestelden opslag voor kosten en winst mag leggen. Deze ver hooging van den verkoopprijs mag echter slechts eenmaal plaats vinden. De taxatie der paarden en de verstrekking van de verkoopkaarten geschiedt door de taxatiecom missies, welke door de Nederlandsche veehouderij centrale worden ingesteld. Het „rijwielplaatje" werd bij de wet van 20 Juni 1924 in het leven geroepen en bij K.B. van 8 Juli met ingang van 1 Augustus van dat jaar in wer king gesteld. In de eerste jaren moest men er f 3 voor betalen, welk bedrag evenwel ingaande 1 Ja nuari 1928 tot f 2.50 is verlaagd en sindsdien on veranderd is gebleven. Over de jaren 1924 en '25 kwam de opbrengst geheel ten bate van de algemeene middelen, 1926 is 70 pet., 1927 40 pet., en 1928 10 pet. van de opbrengst ten goede van die middelen gebracht, terwijl het restant in het wegenfonds werd gestort, welk fonds over de jaren 1929 tot en met '34 de geheele opbrengst dezer belasting heeft genoten. Van 1935 af, toen het wegenfonds werd vervangen door het verkeerfonds, is de rijwielbelasting in haar geheel naar laatstgenoemd fonds overgeheveld. Van de instelling af tot en met 1929 heeft de rij wielbelasting per jaar gemiddeld f 6.497.000 opge bracht, daarna tot en met 1934 f 7.109.000. Verder heeft de opbrengst zich steeds in stijgen de lijn bewogen» over 1935 was deze opbrengst f 7.655.595, '36 f 7.632.455, '37 f 8.032.760, '38 f 8.189.167.50, '39 f 8.408.902.50 en '40 f 9.034,010. Zooals men weet, werden kostelooze plaatjes verstrekt voor rijwielen uitsluitend te berijden door hoofden van gezinnen, die htm rijwiel noodig hebben voor de uitoefening van hun beroep of be drijf en niet in de rijksinkomstenbelasting voor het loopende jaar zijn of worden aangeslagen. Indien het hoofd van een gezin niet voor zijn beroep of bedrijf een rijwiel noodig heeft, doch dit wel het geval is met een door het hoofd aangewezen lid van het gezin, dat, evenals het hoofd zelf, niet in de rijksinkomstenbelasting is aangeslagen, wordt een belastingmerk kosteloos uitgereikt voor een rijwiel, uitsluitend door dat lid te berijden. In 1934 is aan die kostelooze verstrekking uit breiding gegeven, onder bepaalde voorwaarden, tot werkloozen. Zoo werden over 1930-31 81.597 kostelooze rij wielplaatjes uitgereikt, welk aantal over de vol gende jaren respectievelijk bedroeg 96.625, 128.955, 238-240. 312.334, 378.708. 440.260, 454.194, 457.749 en over 1939-1940 442.713. Bescherming van deviezen, belasting en douanerechten. Verordening uitgevaardigd. 's-GRAVENHAGE, 24 April. Het heden uitge geven nieuwe Verordeningenblad bevat een ver ordening van den rijkscommissaris voor het be zette Nederlandsche gebied, houdende aanvulling en wijziging van de Verordening no. 37,1940 be treffende maatregelen op het gebied van de be scherming van deviezen, belasting en douanerech ten. In deze nieuwe verordening wordt nader be paald, dat de uitvoering van de bepalingen van het deviezenbesluit 1941 (no. 63 1541) en van de uitvoeringsvoorschriften, uitgevaardigd of uit te vaardigen op grond van genoemd besluit als mede van de Distributiewet 1939 (Staatsblad no. 633) en van de voorschriften, uitgevaardigd of uit te vaardigen op grond van genoemde wet, voor zoover deze het beheer van diamanten en goud betreffen, behalve bij de daar genoemde Neder landsche ambtenaren ook berust bij de ambtena ren van het deviezenbeschermingscommando (De- visenschutzkommando)Bestaat het vermoeden, dat een persoon voornemens is in strijd met het bepaalde in de rechtsvoorschriften van het de viezenbesluit 1941 (no. 63/1941) en van de distri butiewet 1939 (Staatsblad no. 633) te handelen, dan kan het deviezenbeschermingscommando de maatregelen treffen, noodig ter verhindering van zoodanige handelingen. De -verordening treedt vandaag in werking. (De gemeenteraad rail New Orleans (V. St.) heeft besloten, drie leeg staande zalen als kinderkamers in te richten waar volwassen mannen zich kunnen verstrooien met bouwdoo- :en, spoortreintjes en zelfs zand- hoopen.) De dwaasheid is de wereld nog niet uit, Zegt u, hel bovenstaande weer vernomen, Het is nog logischer als u besluit, Er lijkt wel steeds meer dwaasheid in të komen. De vele nieuwtjes uit Amerika Zijn zeker wel genoeg om vast te stellen, Dat daar de dwazigheden voor en na Langzamerhand haast niet meer zijn te tellen. Nu heeft opnieuw een Amrikaanschc stad, Waar men onafgebroken broedt op plannen. Een zeer oorspronkelijk idee gehad, Drie kinderkamers voor volwassen mannen, 't Geldt ook voor Europeesche mannen wel, Dat velen graag te gast gaan bij de kindren, Om zich wat te verstrooien met hun spel En dat zal hen noch andre menschen hindren. Een vader speelt soms uren met den trein, Dien hij zijn jeugdig zoontje heeft gegeven, Hij heeft behoefte weer eens kind te zijn, Dat drijft de zorgen even uit zijn leven. En dat vermaak geeft ook zijn jongen vreugd, Hij voelt een waren makker in zijn vader. Die ook nog warm loopt voor het spel der jeugd. Dat brengt de twee geslachten spelend nader. Maar zoo'n volwassen-kinderkamerplan, Zonder de zoons, alleen voor „ouwe heeren", Dat is geen kinderspel meer voor een man Dat kan 'k alleen als.... kindsch kwalificeeren. P. GASUS. Secretariaat Generaal voor bijzonilcre economische aangelegenheden. Mr. Rost van Tonningen benoemd. 's-GRAVENHAGE, 24 April. Het Rijkscommis sariaat maakt het volgende bekend: De Rijkscommissaris voor het bezette Nederland sche gebied heeft op grond van par. 1-1 van zijn ver ordening nr. 108-1940 (vierde verordening over bij zondere bestuursmaatregelen) den president der Nederlandsche Bank mr. M. M. Rost van Tonningen tot secretaris-generaal voor bijzondere economische aangelegenheden benoemd. De Rijkscommissaris heeft tegelijkertijd mr. Rost an Tonningen tot nader order met de waarneming der zaken van het secretariaat-generaal in het de partement van financiën in alle aangelcgehcden van de generale thesaurie der afdeeling comptabiliteit en in de algemeene aangelegenheden van dit depar tement belast. Tevens heeft de Rijkscommissaris voor het bezette Vederlandsohe gebied de overeenkomstige opdracht, die hij 27 Maart 1941 aan den thesaurier-generaal, den heer De Leeuw in het departement van finan ciën gegeven heeft, ingetrokken, zulks onder dank zegging voor de bewezen diensten. Tenslotte droeg hij aan den directeur-generaal der belastingen in het ministerie van Financiën, den heer Postma. die den 27sten Maart 1941 reeds met de waarneming der zaken van het secreta riaat-generaal van het departement van Financiën in alle zaken van het belasting- en douanebestuur, der domeinen en in de afdeeling voor kabinet- cn secretarie belast werd, bovendien nog op, om de zakenvan dezen secretaris-generaal ton aanzien van den rijksgebouwendienst op zich te nemen. De omvang der werkzaamheden van het parte- ment van Handel, Nijverheid en Scheepvaart wordt door deze verordening niet aangetast. Gelijkstelling van Nederlandsche en Duitsclie getuigschriften. Voor andere gevallen moet ecu verzoek worden ingediend. 's-GRAVENHAGE, 24 April. Het Verorde ningenblad van heden bevat een besluit van de secretarissen-generaal van opvoeding, weten schap en cultuurbescherming, van justitie, van handel, nijverheid en scheepvaart, van landbouw en visscherij, van waterstaat en van sociale za ken betreffende de gelijkstelling van getuig schriften. Getuigschriften, welke door binnen het groot- Duitsche rijk dan wel binnen Nederland gele gen Duitsche onderwijsinstellingen worden uit gereikt zoo lezen wij in dit besluit wor den gelijkgesteld met de overeenkomstige ge tuigschriften van Nederlandsche openbare of bijzondere onderwijsinstellingen. Aan Nederlandsche getuigschriften verbon den bevoegdheden kunnen voorzoover vol gens de geldende Nederlandsche voorschriften geen bijzondere goedkeuring noodig is door de bezitters van overeenkomstige Duitsche getuig schriften op dezelfde wijze worden uitgeoefend. Eventueele Nederlandsche voorschriften ten aanzien van de overlegging van een bijzondere goedkeuring voor de uitoefening van een beroep of een bedrijf blijven onaangetast, onverschillii of de bezitter van het getuigschrift het Duitsche staatsburgerschap of het Nederlanderschap bezit. Bovenstaande geldt slechts voor Duitsche rijksburgers en voor personen, die het Nederlan derschap bezitten, tenzij zij het Nederlander schap na 30 Januari 1933 hebben verkregen, De secretaris-generaal van opvoeding we tenschap en cultuurbescherming beslist op ver zoek in hoeverre bovenstaande ook op andere personen van toepassing is. Over de gelijkstelling van getuigschriften, welke door buiten het groot-Duitsche rijk en Nederland gelegen onderwijsinstellingen zijn uitgereikt, met de overeenkomstige Nederland sche getuigschriften beslist de secretaris-ge neraal van opvoeding, wetenschap en cultuur bescherming op desbetreffend verzoek. Werk zaamheden, te verrichten op grond van bovenge noemde getuigschriften, mogen geen aanvang nemen voordat het verzoek is ingewilligd. Personen, die op het tijdstip van inwerkingtre den van dit besluit werkzaamheden verrichten op grond van getuigschriften, welke door bui ten het groot-Duitsche rijk en Nederland ge legen onderwijsinrichtingen zijn uitgereikt, dienen bovengenoemd verzoek binnen twee maanden in. Zij mogen hun werkzaamheden voorloopig voortzetten. De verplichting tot diening van dit verzoek is geheel onafhanke lijk van het feit of de werkzaamheden als hoofd, dan wel als nevenberoep, bezoldigd, dan wel on bezoldigd, worden verricht. De secretaris-generaal van opvoeding weten schap ,en cultuurbescherming stelt voor de uit voering van dit besluit noodzakelijke voorschrif ten vast. Dit besluit treedt vandaag in wer king. WAGONLADINGEN WORDEN NIET MEER OP ZONDAG GELOST. UTRECHT, 24 April. De Nederlandsche Spoor wegen deelen mede dat met ingang van 27 April wagonladingen voorloopig niet meer op Zondag worden gelost. Voor de berekening van staangeld blijft dus buiten beschouwing de termijn van Za terdag 24 uur tot Zondag 24 uur. Dagorder van Mussolini. Gericht tot de legercorpsen van het Grieksche front. ERGENS IN ITALIë. 24 April. (Stefani). Vol gens het Italiaansche hoofdkwartier heeft de Duce de volgende dagorder uitgevaardigd: Soldaten van alle legercorpsen strijdende aan het Grieksche front! Na zes maanden van verbitterden strijd heeft de vijand de wapens neergelegd. De overwinning be kroont uwe bloedige offers die bijzonder ernstig waren voor de strijdkrachten te land en geeft een nieuwe glorie aan uw vaandels. Het vaderland is nooit zoo trotsch op u geweest. Op dit oogenblik gedenkt en begroet het Italiaansche volk bewogen zijn heldhaftige zonen, gevallen tijdens de gevech ten in Albanië en betuigt zijn eeuwige dankbaar heid aan u, die hen gewroken hebt. Leve de koning. (w.g.) MUSSOLINI. Het vliegtuig als vervoermiddel voor munitie. BERLIJN. 24 April (A.N.P.) De nauwe samen- werking tusschen de verschillende wapens is een van de voortreffelijkste kenteekenen van de nieuwe Duitsche oorlogvoering. Deze samenwerk in?, die vooral tusschen het luchtwapen en de op den grond in actie zijnde troepen met zeer groot succes kon worden uitgebreid, is ook tijdens den veldtocht in Zuid-Oost-Europa schitterend gebleken. Opmerke lijk is vooral het feit dat evenals in Noorwegen het Duitsche luchtwapen ook in het zeer moeilijke terrein van Joego-Slavië en Griekenland met be langrijke vervoersfuncties voor het ravitailleercn van de in de voorste linies strijdende troepen met munitie en fourage werd belast. Zoo wordt er in Duitsche berichten de nadruk op gelegd dat nauwelijks een uur na de bezetting van Larissa transportvliegtuigen voor een eerste vlucht naar de heroverde stad startten om de voorhoeden van de Duitsche pantsertroepen munitie te brengen. Tengevolge van den zeer ongunstigen toestand waarin de wegen verkeerden, was de weg door de lucht sneller en veiliger dan dc weg, die rijdende colonnes hadden moeten afleggen. Reeds kort na de landing van dc Duitsche transportvlieg tuigen op het vliegveld van Larissa was de munitie op auto's en motorrijwielen geladen en werd zij on middellijk naar de Duitsche pantserwagens ge bracht die reeds door Larissa heen waren getrok ken. Deze gang van zaken geeft een bijzonder ver helderend voorbeeld voor de methodische samen werking tusschen de verschillende onderdeden van de weermacht die zich altijd weet aan tc passen aan de behoeften van de strijdende troepen en aan de eischen van het terrein. OMREKENINGSKOERS RIJKSCREDIETKAS BILJETTEN. 's-GRAVENHAGE, 24 April. Blijkens ver ordening 1941 no. 78 is de koers voor het om rekenen van rijkscredie.tkasbiljetten tot guldens, welke als volgt was: 1 gulden 133 reichspfen- nige, thans aldus vastgesteld: 1 gulden 132,70 reichspfennige. Vier dagen strijden en marcheeren in het Olyinpusgebicd. De United Press correspondent te Athene meldt: Zoo goed als het ging aan de overhangende oevers van een sterk gezwollen rivier, beschermd tegen de bom- en mitrailleuraanvallen van Duit sche vliegtuigen die den geheelen dag door over kwamen, hoorde ik de dramatische verhalen aan van drie Australische soldaten, die aan de gevech ten en den terugtocht der Engelschen in het gebied van den Olympus deelgenomen hadden. Ons ge sprek werd telkens onderbroken, daar Heinkels, Dorniers en soms ook Messerschmitts explosieve bommen om ons heen wierpen en op den spoordam waarlangs van het front komende troepen passeer den. In de tegenstrijdige atmosfeer van krijgsrumoer en warme zonneschijn van den Griekschen Paasch- dag hoorde ik de berichten aan van de drie ver moeide, hongerige en slaperige Australiërs. „Vier dagen en vier nachten lang hebben wy in het ge bied van den Olympus gemarcheerd en gestreden, vaak in 15 cm. hoog liggende sneeuw. Vier dagen en nachten zijn wij in beweging geweest. Een on derdeel der gevechten begon op een bergtop aan de andere zijde van het Serviadal. Wij hadden de zen bergtop als geiten beklommen om dc hoofd macht van onze troepen als rugdekking te dienen. Toen ook ons het bevel voor de terugtocht bereikte, schaften wij ons muilezels aan van de Grieksche militairen of van de boeren der streek en laadden deze op met onze pantserafweerkanonnen en an dere uitrustingsstukken. Ons drinken bestond uit gesmolten sneeuw, waarbij wij scheepsbeschuit aten. Als wij op dezen mar'sch door het onbegaan bare bergland volkomen uitgeput waren, sliepen wij soms op de sneeuw. Vaak verloren wij den juis- ten weg in de eenzame uitloopers van het Olympus gebergte, waar de stilte voor het eerst sinds tal rijke jaren door oorlogsgeweld verbroken werd." De Australiërs vertelden voorts dat zij vervol gens tezamen met Nieuw-Zeelanders stellingen aan een nauwen pas ten oosten van den Olympus had den ingenomen, waardoor de spoorlijn van Salo- niki naar Athene loopt. Dit is de pas van Platamona 40 km. ten noordwesten van de monding van de Pinios. Daar werd standgehouden tegen de aanval len der Duitschers van den vroegen morgen tot middernacht van den volgende dag. De Australische colonnes, waartoe deze drie sol daten behoorden, marcheerden tenslotte zuidwaarts naar Larissa. Zij vonden deze stad echter reeds door de Duitsche troepen bezet en zetten dus de tocht naar het zuiden in andere richting voort. Sociale opbouw in Duitschland. Zonnige arbeiderswoningen in de nabijheid van Berlijn, huisvesten meer dan vijf duizend werknemers van een grootbedrijf (Foto Stap ff. WEEK-ABONNEMENTEN dienen uiterlijk Woensdags avonds betaald te zijn, daar de bezorgers op Donderdaa moeten afrekenen. DE ADMINISTRATIE.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1941 | | pagina 5