t";<k Een eigenaardige aanbieding Jiact Tlieuias DINSDAG 29 A PRIL' 1941 Huurbeschermingsbesluit toegelicht Het aandeel van het /V. F. F. in de totstandkoming Wijziging in systeem der werkverruiming te wachten. AMSTERDAM, 28 April. In een bijeenkomst van vertegenwoordigers der dagbladen heeft van morgen de leider van de sociaal-economische af- deeling van het N.V.V., de heer A. Vermeulen een uiteenzetting gegeven van het huurbeschermings besluit 1941. Behalve de departementen van binnenlandscihe zaken en justitie heeft het N.V.V. aan de tot standkoming van deze regeling krachtig medege werkt. Op grond daarvan achtte het N.V.V. het nuttig een en ander- toe te lichten. De uiteenzetting werd ingeluid door den com missaris van het N.V.V., den heer C. Woudenberg, die er o.m. op wees, dat de positie van onze volks huisvesting op het oogenblik zoodanig is. dat wel van een zekere woningschaarschte, maar niet direct van woningnood gesproken kan worden. Dit verschijnsel heeft er toe geleid, dat in vele gemeenten, waar de huuropzegging door plaatse lijk gebruik wordt beheerscht, de verhuurder van zijn recht tot opzegging gebruik maakte, om de huurovereenkomst eenzijdig te beëindigen, ten einde zijn eigendom voor zichzelf ter beschikking te krijgen, dan wel het huis aan een ander te kunnen verhuren. Daarnaast heeft men het feit kunnen constateeren. dat zelfs in vele gevallen, waarbij van woningschaarschte geen sprake is. toch opzegging plaats heeft, om het effect van het huurprijsbesluit van 13 December 1940, waarbij het verboden is om den huurprijs te verhoogen, tenzij daaraan een verbetering van het huis vooraf is gegaan, te niet te doen. Daar het nu de taak van het N.V.V. is het so ciale leven ongehinderd te doen voortgaan en te verstevigen, heeft het N.V.V. zich beijverd tegen dit euvel maatregelen in het leven te roepen. Hier moest de economisch -zwakkere beschermd wor den tegen a-sociale toepassing van het eigen domsrecht. De heer A. Vermeulen, die daarna het woord verkreeg, zeide o.m.: Het huurbeschermingsbesluit 1941 heeft zoowel een economisch als een sociaal karakter. Het huurbeschermingsbesluit laat het recht van den verhuurder, om de huurovereenkomst op te zeggen, onaangetast m.a.w. de verhuurder mag altijd de huur doen opzeggen, maar slechts met toestemming van den rechter het huis doen ont ruimen. Wil dit nu zeggen, dat de huurder met de op zegging accoord moet gaan en slechts dan moet protesteeren. als de eisch tot ontruiming inge diend wordt? Neen, want art. 3 zegt, dat de huurder reeds na opzegging door den verhuurder aan den kantonrechter kan verzoeken om te verklaren, dat een toekomstige vordering tot ont ruiming moet worden afgewezen. Dit beteekent dus, dat de huurder, die meent dat hij recht heeft om in het huis te blijven wonen, zich reeds na de opzegging van de huur kan overtuigen, dat hij er niet uitgezet zal worden. Zooals het besluit vermeldt, staan tegen de be slissingen van den rechter noch 'hooger beroep, noch cassatie open. Dit is ook juist. Immers, in dien hooger beroep en daarna zelfs cassatie zou den worden aangeteekend, dan kan de tijdsduur van deze processen zoodanig zijn, dat één van beide of beide partijen intusschen ernstig in hun belangen worden geschaad. Bovendien kan daarbij een zoodanige kostenlast, ontstaan, dat de verlie zende partij bij veroordeeling tot betaling daarvan economisch ten gronde zou worden gericht. Wanneer spr. nu den inhoud van dit besluit samenvat, kan hij vaststellen, dat hier een groot sociaal werk is verricht. Men moet echter niet uit het oog verliezen, dat de werking van het besluit preventief moet zijn, dat wil zeggen, dat aller eerst gestreefd moet worden naar een behoorlijke oplossing van conflicten, door partijen zelf. Alleen als deze oplossing niet mogelijk is, moet pas een beroep op den rechter gedaan worden. Hoe goed de kwestie ook geregeld is en hoe een voudig de procedure mogé zijn, staat naar de meening van spr. vast, dat de huurder in vele gevallen rechtskundig advies., resp. bijstand van noode zal hebben. Op dit gebied is naar spr.'s oor deel een prachtige taak weggelegd voor de N.V.V.- bureaux voor rechtsbescherming, iedere werkne mer kan zich tot deze bureaux wenden met het verzoek om advies, resp. bijstand, die hem geheel gratis worden verleend. Tenslotte deelde de neer Vermeulen mede, dat het N.V.V. zeer belangrijke besprekingen heeft gevoerd op ander terrein en binnenkort zal men groote veranderingen kunnen verwachten in het systeem dér werkverruiming. Die veranderingen zullen zoo ingrijpend zijn, dat de werkverruiming practisch vrij bedrijf wordt. Het N.V.V. is bij de voorbereidende werkzaamheden ingeschakeld en heeft hier een belangrijke rol gespeeld. Heel wat oude wenschen zullen door de verandering van systeem worden, ingewilligd en heel wat oude ge breken worden opgeruimd. Verder kan men binnenkort ook verwachten een nieuwe regeling van de geldelijke vergoeding bij werkloosheid. (A.N.P.) De gelijkstelling van getuigschriftCcU Een toelichting van Ohcrregierungsrat dr. Schwarz. 's-GRAVENHAGE, 28 April. -- Oberreglerungs- rat dr. Schwarz van het Rijkscommissariaat voor het bezette Nederlandsche gebied gaf he den ter persconf eren tie te 's-Gravenhage een toelichting op het den 14den April j;l. van kracht geworden besluit betreffende de ge lijkstelling van getuigschriften. De nieuwe verordening, aldus dr. Schwarz, is een grondleggende verordening voor verdere uitvoerende bepalingen. Ze heeft tweeërlei doel: in de eerste plaats wil ze' tusschen Duitschland eenerzijds en Nederland anderzijds een weder- keerige loyaliteits verklaring ter tafel brengen inzake de opvoeding in het algemeen en de f examens in het bijzonder. De verordening in kwestie regelt dit van Nederlandsche zijde. Van Nederlandsche zijde wor'dt door de verordening erkend, dat de Duitsche diploma's evenveel waard zijn als de Nederlandsche. Doel is, dat een gelijksoortige verordening ook in Duitsch land zal worden uitgevaardigd en daardoor een gelijke waardeering ten opzichte van de Neder landsche diploma's, wettelijk zal worden vast gelegd. Aan te- nemen is, dat deze Verordening niet te lang op zich zal laten wachten. In de tweede plaats wil de nieuwe verordening ter bevordering van het wederzijdsch verstaan de mogelijkheid scheppen om in het andere land te gaan studeeren of voor eenig beroep zich te bekwamen, zonder dat daardoor de moeilijkheid ontstaat, dat de elders gebruikte voorbereidings tijd in het eigen land niet mee zou tellen. De grepzen gaan cultureel open in dit opzicht. Het wor'dt een groot voordeel, dat wie in het andere land zich voor een beroep voorbereidt, den daar toe gebruikten tijd in het eigen land in gelijke mate ziet tellen als ware hij daar gebleven en voor de behaalde diploma's de volle erkenning- verwerft. Ook dit is uiteraard wederzijds en komt in de te Berlijn te scheppen verordening dan op gelijke wijze tot uitdrukking. Inmiddels is er zorg voor gedragen, aldus ging Oberregierungsrat dr. Schwarz voort, dat b;;v. niet een groote toevloed van krachten uit het p-ootste land het kleinere Nederlandsche volk in dit opzicht in gedrang zou brengen. In Duitschland heeft men de methode, dat voor de uitoefening van een beroep niet slechts een di ploma noodig is, maar ook een officieele .toela ting van staatswege. Zonder „staatsstempel" kan het beroep niet uitgeoefend worden. In Ne derland bestaat deze methode in slechts gerin ge mate, doch de Verordening voorziet in uit breiding hiervan. Dan heeft men de regeling van een eventueelen toevloed in de hand. In elk geval moet worden gezorgd dat niet bv. zij die in Duitschland om een of andere reden niet zou den kunnen slagen hier te lande op eventueel gemakkelijker wijze hun intree in een beoogd beroep zouden kunnen doen en zoodoende gees telijk „uitschot" dat er nu eenmaal in elk be roep is, Nederland op den hals geschoven werd. Voor de zoodanigen moeten hier te lande in elk geval even scherpe voorwaarden gelden als in Duitschland. Ook zijn er beroepen, voor welke het niet mogelijk is zich elders op gelijke wijze te bekwamen als in het eigen land. Neder- landsch recht bijv. is anders dan het Duitsche recht. Een rechter in Nederland zal steeds een Nederlander moeten zijn. De methode van de officieele toelating of weigering daarvan door het departement doet dit op voldoende wijze, ge heel in eigen hand blijven en toont aan, dat deze methode een goede methode is. Tenslotte voorziet de verordening er in, dat zij die na 30 Januari 1933 het Nederlandsche UIT DE STAATSCOURANT. Bij besluit van den secretaris-generaal van het departement van binnenlandsche zaken is J. Wuite Jz-n. op zijn verzoek met ingang van 1 Mei 1941 eervol ontslagen als burgemeester van de gemeente Smallingerland. Voorjaar op het land van Gronsveld in Zuid Limburg, wordt de stalmest over de akkers verspreid. In groote hoeveelheden (foto Het Zuiden) burgerrecht verkregen, niet zonder meer van de voordeelen dezer verordening gebruik kunnen maken. Dat richt zich met name tegen Joodsche emigranten. In andere gevallen wordt voorzien, doordat de secretaris-generaal op verzoek de ver ordening toepasselijk verklaren kan. Ook ver dient nog de opmerkzaamheid, dat de moge lijkheid bestaat overeenkomstige diploma's, die noch in Duitschland noch in Nederland be haald zijn (België werd als voorbeeld ge noemd) in de voordeelen dezer verordening te betrekken. (A.N.P.) HET FAILLISSEMENT HOOGERVORST EN SCHEFFER. Omtrent het faillissement Hoogervorst en Schef- fer meldt de persdienst van het N.V.V., dat de curator er nadrukkelijk op wijst, dat de wet ver schil maakt tusschen schuldeischers van den boe del (boedelcrediteuren) en schuldeischers, die voorrang hebben boven de andere schuldeischers (preferente crediteuren). Alle vorderingen,, die uit een arbeidsovereenkomst zijn ontstaan, zijn preferente vorderingen, maar zij kunnen slechts worden voldaan na erkenning op de vergadering van schuldeischers (verificatievergadering) vol gens een door den rechter-commissarïs goed te keuren plan van uitdeeling (uitdeelingslijSt). Door den rechter-commissaris is bepaald, dat de eerste vergadering van schuldeischers zal worden jehouden op Zaterdag 24 Mei 1941 in een "der zalen van de Arrondissements-rechtbank te Am sterdam. In verband met de bestaande wettelijke bepalingen moeten de schuldeischers hun vorde ringen bij den curator indienen vóór 10 Mei 1941. Met niet ingediende vorderingen kan de cura tor bij de verdeeling van een actief geen rekening houden. Het adres van den curator is Vondelsraat 30 Amsterdam. A. N. W. B. tracht watertoeristen te helpen. Hoewel de A. N. W. B. hoop heeft, dat het verbod om tusschen 12 en i uur 's nachts in boot of tent te verblijven niet ongewijzigd zal blijven, is hij toch actief bezig overal, in de verschillende nieuwe behoeften van de water toerist te voorzien „Bondsslaapplaatsen voor watertoe risten" die hoogst eevoudig van comfort en hygiëne vol- zekere minimum eischen van comfort en hygiëne vol doen, worden ingesteld. Het is immers te verwachten, dat de hotels en restaurants in de watertoeristische centra niet in staat zullen zijn om het heele leger watersport- beoefenaars, dat anders in de boot verblijft, te herbergen. Voorts zullen „Bondstoeristenkeukens" de watertoeris ten in de gelegenheid stellen in eigen pan een wi hapje te halen, omdat de, toeristen niet over petroleum beschikken om zelf ie koken. Enkele andere plannen wor den nog uitgewerkt. Doordat kinderen met lucifers speelden zijn te Bus- sum vier schuren afgebrand. Een graanpakhuis aan de Beestenmarkt te Amersfoort is Zondag in de asch gelegd. Op het station te Hengelo is de 27-jarige 'G. K. uit Almelo die in een reeds in beweging zijnden trein wilde stappen onder den trein terecht gekomen en op slag ge dood. In het gebouw ..Den Ingenschen Crayert" aan den Dam te Middelburg is Zaterdag de provinciale Zeeuwsche bibliotheek heropend. Het zesjarig zoontje van de familie J. W. Delft is in een waterput geraakt en verdron ken. op Winkeldie vegge in Den Haa; lieetcrdaad betrapt, Een 22-jarige meisje, dat in Limburg woa achtig was, >had oneenigheid gekregen met h huisgenooten waarna zij in Haarlem od kam was gaan wonen. Van haar vader ontving - maandelijks een kleine toelage, ten einde °d zij geen betrekking had in haar onderhoud T kunnen voorzien. Het meisje kwam echter met h geld niet toe en trachtte nu op een andere -vh verdiensten te krijgen. Dit deed zij echter on p ontoelaatbare manier. Zij legde zich er on t handtasschen te stelen van dames, die in gi-0 warenhuizen haar inkoopen deden. 18 Aanvankelijk had zij haat' operatieterrein i de Bijenkorf te Amsterdam gekozen, en daar hn machtigde ze inderdaad eenige tasschen. Vervd gens ging ze naar de Bijenkorf in den Haa» l bracht daar ook eenige bezoeken aan Vroom e Dreesmann. n In de Bijenkorf te 's-Gravenhage werd zij f-, heeterdaad betrapt en gearresteerd. 1 De politie stelde onmiddellijk op haar fcampr een onderzoek in en vond daar negen tasschen De geldelijke inhoud hiervan, wélke ongeveer on f 100 wordt geraamd, had zij ten eigen bate aao gewend. Andere artikelen bleken evenwel no* aanwezig te zijn en zoo konden de eigenaressen van de diverse tasschen spoedig worden opge spoord. e De holle §teen voor vloeren en daken. Men meldt het A.N.P. van bevoegde zijde: Hout is sohaarsch en duur en moet daarom steeds meer plaats maken voor andere producten. In de toe komst zal bij den bouw van vloeren, zolderingen en dakconstructies holle baksteen een steeds groo- ter toepassing kunnen vinden. De grondstoffen er voor zijn in voldoende mate hier te lande aanwezig het product kan bij de huidige hooge houtprijzen concurreeren met dit artikel en de toepassingsmo gelijkheden zijn vele. Deze holle steen dateerPvan lang voor den oorlog en is dus niet een kind van den nood, maar kon toen wegens zijn hoogen pn'js niet de plaats van hout innemen. Slechts in be paalde gevallen, namelijk daar waar aan geluids- en warmte-isolatie* hooge eisohen werden gesteld vond hij aanwending, bijvoorbeeld bij den bouw van ziekenhuizen. Het zijn voornamelijk dakpan- fabrieken, welke het product thans vervaardigen. Behalve de reeds genoemde voordeelen boven hout zijn holle baksteenen minder aan krimpen on derhevig dan hapt. Nadeelen zijn het zware gewicht en de geringere vochtwerende eigenschappen, waar door bij buitejiconstructie speciale maatregelen noodig zijn. Vóór holle baksteen mag worden toegepast, moet hij voldoen aan wettelijk voorgeschreven keurings- eischeri, o.m. de drukvastheid betreffende. Er wor den steenen in den handel gebracht, speciaal ge schikt voor dakconstructies. Deze zijn voorzien van groeven- of uitsteeksels, waaraan de dakpannen haken. Gebruik van hout is dan oveiibodig. DUITSCHE INVOERBEPALINGEN OPGEHEVEN NAALDWIJK, 28 April. Volgens besluit van den Duitschen rijksminister van voedselvoorzie ning en landbouw zijn met ingang van heden de Duitsche invoerbepalingen terzake van den colo radokever, voor groenten, snijbloemen, bloembol len enz. met uitzondering van be wortelde gewas sen met aardkluit, opgeheven. Voor de kinderen LEER OM LEER. (Teekeningen H. Kannegieter). Teddy Trix is dol op spelen, stoeien, dra ven, wat hij kan. Nimmer gaat het hem Vervelen en zijn kameraad is: Jan. Gaan zij saam een eindje loopen, rent en draaft hij snel vooruit. Ligt er speelgoed? 'k Mag het hopen. Teddy zoekt een stokje uit. Blij komt hij het apporteeren. Blaft tot Jan: „Kijk, wat ik' vopd. Daar mee kun je me nu leeren. het te zoeken van den grond. Pak het aan, geeft het een slinger, links, rechts, 't komt er niet op aan. Roep: „Apport", wijs met je vinger en ik breng het je weer aan. Nou, hoe is 't? Zie ik 't haast komen? Komt er nog wat van, vandaag? Zeg, loop, jij soms wat te droomen? Toe dan Jan, wees niet zoo traag! Zoek je soms noo naar een plekje, waar ik het niet vinden kan? Waf-waf-waf, toe, naar dat hekje. Zeg eens op, waar blijft het Jan?" Dan hoort hij opeens iets suizen, langs zijn ooren, door de lucht. Een geluid van hon derd muizen, voor een kater op de vlucht. Hij springt op, staat rond te tollen als een aangeschoten haas; zet het eensklaps op een hollen, achter 't stokje van den „baas". door MABEL-GRUNDÏ. Vertaald door E. GRIESE-KETS DE VRIES. 56) Hoe kan een vrouw over gootsteenen praten, over zandige bodems en afwatering, als zij weet, dat een man niet luistert en over poëzie, zons ondergangen en huwelijk wenscht te praten? En zoo bleef zij hem ontloopen en beperkte hun telefoni sche gesprekken tot een minimum. Dit is een voor beeld van een dezer gesprekken: „Bent u daar?" (Whiff). „O, bent u het?" Een onderdrukte klank van blij heid in Quinton's stem, zoo goed mogelijk onder drukt vanwege de aanwezigheid van dien helscher Macnab aan den anderen kant van het vertrek. „Ja. Ik ben ergens heen geweest". „Geluk gehad?" <,ïk mocht het huis wel". Quinton (in zichzelf): „Verdraaid! Als zij het heeft gekregen, zal haar werk afgeloopen zijn en(hardop): „Goed beschouwd geloof ik, dat ik niet erg happig ben op dat dorpje een beetje steedsch niet?" „U hoeft zich geen zorgen te maken. Huis weg. Na het gezien en besloten te hebben, dat het wel kon, ofschoon de stookplaatsen afschuwelijk zijn en ik zeker wèet, dat de schoorsteenen rooken, ben ik naar den plaatselijken agent gegaan om te hoo- ren. dat het gisteren verkocht is". Quinton begon te zeggen, dat het niet hinderde hield op. verbeeldde zich dat hij een toon van neer slechtigheid :n de o-. -Pg- stem aan het andere ein< van den draad ontdekte. „Wat een beestachtige schande! Wie stuurde u?" „Waddy en Bean". „Zal ik schrijven en hun eens flink de les lezen?" „Nutteloos. Ze zijn allemaal eender. Zij kunnen «r niets aan doen. Er z ij n geen huizen". De toon van neerslachtigheid werd sterker. Quinton, tot medelijden en nog iets meer, veel meer bewogen, verlangt naar een paar zevenmijlslaarzen of een toovertapijt, waarop hij zichzelf kan overbrengen naar Whiff's zijde en in zijn stem sluipt teederheid (Macnab is vergeten). „Geeft niet. Maakt u geen zorg. Ik heb geen bijzondere haast. De club is niét kwaad en tante Sophia zit nog veilig in St. Ives. U wordt toch niet vermoeid, wel, juffrouw Woff- ran?" (Macnab bijt op zijn zakdoek, teneinde zijn vroolijkheid te beheerschen) „Een beetje. Het lijkt zoo'n hopeloos gezoek. Als u maar tevreden wilde zijn met een uur van de stad. Hoe grooter de afstand, hoe meer huizen er zijn". Whiff staat nu, onbewust, te smeeken. Daar is zij toe gekomen!" Quinton is, opnieuw nadenkend, benieuwd, of zij zich gewonnen geelt, als hij niet toegeeft. Krabbelt terug. „Verondersteld, dat ik toestem, om een uui van de stad te zitten, waar denkt u dan te gaan kijken?" „Daar hoeven we niet op in te ggan, todat u zeker toestemt. Anders is het maar tijdverspilling". „Welnu, mag ik vanavond korpen, om de zaak te bespreken?" (Macnab kon wel op een Zuidzee- eiland zitten, voor zoover het Quinton betrof). „Jammer. Ik ben bezet". Whiff besluit wol op te houden voor de oude mevrouw Robinson, de doove dame, die het gewoonlijk om stoelruggen windt en daarbij alles en iedereen in de kamer aan het ontwarren zet. „Morgen?" „Ik ben bang, dat ik morgen evenmin kan af spreken". „Wanneer dan?" (Quintofi wordt een tikje onge duldig en autoritair. Macnab bijt nu op zijn eigen tong in plaats van op den zakdoek.) Een pijnlijk, leelijk woord ontsnapt Quinton, als hij op zijn beurt den hoorn ophangt, na nog ge- mimen tijd tevergeefs te hebben doorgesproken met als eenige resultaat: een zoemend geluid, ge volgd door een scherpe vraag met een scherpe vrouwelijke stem. „Welk nummer?" Macnab met zijn hoofd in een geweldig grootboek begraven grinnikt zachtjes: „Arme oude Quinton! en wéér een nieuwe das en brillantine. .Denkt, dat ik niet weet, dat hij Tacho gebruikt; maar ik weet het. Herken de reuk, gebruik het zelf. Wat een feeks is zol" Het diner was voorbij en de kalkoen was toerei kend geweest, dank zij het meesterlijke voorsnijden van mevrouw Paddie. Iedere gast had een goed stuk van de borst gekregen, enkelen de oude dames zelfs twee stukken. Toen de kalkoen de tafel verliet was hij niet dan een karkas van kale botten, en herinnerde Whiff aan voor wei-pen in musea en geraamten in kisten De plumpudding was eveneens, tot de laatste krent opgepeuzeld; iedere amandel en rozijn was ver dwenen en de papieren feestmutsen brachten er de stemming in: de oude mevrouw Robinson bracht tranen in de oogen en mevrouw Paddie bracht als een-kaketoe, zoo vreemd in tegenspraak met haar ronde, vriendelijke, glimlachende trekken, een soort kramp teweeg bij de gasten, iederen keer als zij haar aankeken. Zelfs Quinton had zijn verlegenheid afgeschud en als een Indiaan met een hooge, wuivende, ver- guld-veeren-hoofdtooi zag hij er heel opgeruimd en knap uit, terwijl hij tegen Whiff praatte (elke huur der moest, daar had mevrouw Paddie op aange drongen, naast zijn eigen of haar eigen gast zitten die er met een Zeeuwsche kap zoo lief als een plaatje uitzag. Zoo dacht Quinton er ook over. Dan waren er ook nog „muziek-instrumenten"; mevrouv. Paddie had een handvol geld voor de feestartikelen uitgegeven, ze waren clan ook prima; de mutser. waren prachtig; de spreukenwaren zoo gevoelig, dat ze de oogen van enkele der oudere, emotioneele. eenzame dames vochtig deden worden en de mu ziekinstrumenten schalden met zulke schelle, door dringende geluiden, dat mevrouw Paddie, wier ooren en neus van puur geluk schenen te glimmen voortdurend riep: „Dames en heeren, we zullen de politie hier krijgen. Maar neen, houdt niet op Het is heerlijk, maar blaas wat zachter". Mevrouw Robinson, met een gele kanarie aan haar lippen, maakte het meeste lawaai, misschien vanwege haar eigen doofheid. Was zij een echte vogel geweest, men zou zonder twijfel een servet over haar hoofd hebben gegooid; maar nu snerpte zij voort, tot zij purper in het gezicht werd en tenslotte verplicht was op te geven, omdat haar adem haar begaf. Quinton was met een mondhar monica een goede tweede, en een jonge man, Tonks geheeten, kwam op de derde plaats met een stui versfluitje. Om negen uur gingen zij bij paren naar de zitkamei en wat er van hun adem nog over was, werd geheel en al weggenomen, toen zij ontdekten, dat mevrouw PadcUe zelfs tot koffie was „gekomen". Ze was misschien een beetje dun en drabbig; de vrouw, die was aangenomen, om met het diner te helpen, had de koffie aan Doris overgelaten en Doris kon. zooals de huurders wisten, nooit koffie zetten, en* vanavond kon ze het minder dan ooit, vanwege het feit, dat haar jongen in de keuken was (hij was door de vriendelijke mevrouw Paddie ook uitge- noodigd om te komen dineeren), en die had haar voortdurend ondeugende duwtjes in haar ribben gegeven) terwijl zij de koffie trachtte te zetten Maar er was room, om het zaksel te vergoeden en, zooals Whiff zei, als men het met rust liet en niet roerde, clan was de koffie wel te genieten. Na de koffie, en met mevrouw Paddie als diri- gente ?n een juffrouw Wingard, die aan de Aca demie muziek studeerde, om te begeleiden, zongen ze allemaal „Noël". En hoe zongen zij het! En hoe zwaaide mevrouw P.addle haar armen en handen' Haar rechter greep een geplooide papieren waaier van den schoorsteenmantel, terwijl zij de maat sloeg. En met welke aanmoedigende gebaren zette zij de alten aan, die een beetje verlegen waren, of matigde de sopranen, die te hard zongen, of soebatte den bas één maar, mijnheer Tonks om iets hooger te zingen en niet het geluid van uit zijn avondschoenen te laten komen! En hoe zong zij zelf! Haar kaketoemuts nam een meer losban dige houding aan, terwij] zij haar dirigeerstok zwaaide, tot het ding eindelijk van haar hoofd fladderde en opgejaagd op den steel van de kolen schop bij den haard terecht kwam! Mevrouw Robinson dacht hardop. Of het zoo wezen moest. Ze deden spelletjes, kinderachtige spelletjes. Ze speelden ganzebord, mensch erger je niet, ezelen met kaarten vier stel dooreen ge schud tot mijnheer Tonks, die een beetje wild met grijpen was de handen- van minder wilde spe lers tot bloedens toe verwondde. Ze speelden „alle vogels vliegen!" en theepotten en standbeelden waarbij mevrouw Paddie met haar rug tegen den muur, een helm op het hoofd en een toastvork in de hand, als standbeeld stond; en een dikke dame, gast van mijnheer Tonks, in een wollen'haard kleedje een leeuw vertegenwoordigde. Ze speelden „Jan Huigen in de ton" en tenslotte speelden ze dat fascineerendste van alle gezelschapspelletjes: „Plof- plof-stoelendans"! Wat een tooneelen roept dat woord op! Sluit uw oogen en roep in uw geheugen alle vrienden uit uw jeugd terug (en zoo noodig uit lateren tijd) die u hebt zien worstelen, woelen, tas ten, vechten en misgrijpen „plof-plof-stoelendans"! De kring van stoelen, de kring van menschen, stevig op deze stoelen gezeten en met een houding van „zalig zijn de bezitters" over zich. De persoon, die zonder stoel in het midden van den kring staat: een uitgeworpene, bespot, beklaagd, beschimpt, inder daad stoelloos. Een lichte beweging onder hen die op hun stoel zitten, een angstige beweging, een blik van gespannen verwachting op de gezichten, een trilling door armen en beenen, een lichtelijk ge waagd verheffen van lichamen van de stoelen. De angst neemt toe, de adem wordt gejaagd en de verwachtingsvolle blik wordt nadrukkelijk; wan- naar zal 't fatale woord worden uitgesproken? Dan komt het, barst het geluid van een bom tegen de gespannen trommelvliezen: „Plof!" En iedereen, als door een veer bewogen, schiet met geweld om hoog in de lucht en ploft neer (hoopt hij) op den zoo juist leeggekomen stoel van zijn buurman, voordat de leegte kan worden aangevuld door den stoellooze in het midden. Werkelijk, een spel van uiterste spanning en het verschaft des te meer spanning, vanwege het gevaar, dat er aan verbon den is en het risico van gebroken beenen, armen en inwendig letsel. En het was tijdens dit spel en wel toen het het toppunt van dolheid bereikt had, dat de oude mevrouw Robinson haar eersten blunder begin en hardop sprak. Zij zat toe te kijken en terwijl zij keek breide zij en terwijl zij breide herkauwde zij en terwijl zij hei-kauwde sprak zij hardop, wat soms baar meest storende gewoonte was, en Aer volgt hetgeen- ze zei: „Ik zou wel eens willeir weten, waarom mijnheer Quinton juffrouw Woffran niet kuste, toen hij haar op zijn knie kreeg! Ik weet, dat ik net gedaan zou hebben, maar hij is een verlegen type (Wordt verwijd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1941 | | pagina 8