Teddy Trix
Een eigenaardige aanbieding
Voor de Kinderen
door MABEL-GRUNDY.
Vertaald door
E. GRIESE-KETS DE VRIES.
41)
„Voor mij geen kippenhok" sprak de keukenmeid.
„Daar zijn ze! Ik hoor een taxi". Het triomfantelijke
gebaar, waarmede Whiff mevrouw Redpath het
huis induwde, herinnerde Quinton aan vrouwen, die
geschiedenis hebben gemaakt, zooals Cleopatra. Zij
scheen het woord heldenfeit te belichamen. Haar
wangen hadden een blos, haai- oogen glansden en
haar blonde lokken, die onder een met bont gegar
neerde muts uitkwamen, leken te tintelen van vol
doening en electrische vonken van energie uil te
zenden.
Mevrouw Redpath weigerde de thee, die de keu
kenmeid en Panton hadden gezet, en verzocht direct
het huis te mogen bekijken. „Ik geloof niet, dat ik
ooit in mijn leven zoo meegesleept of gejacht ben",
zei ze tegen Quinton. „Alleen de beschrijving van
deze jonge dame over menschen, die morgenochtend
zullen vechten om uw huis te zien, heeft me van
avond hier gebracht. Ze zei, dat het nu of- nooit
was. Ik mag deze kamer wel, ze is licht en heeft
goede plinten, die meestal verveloos zijn in dezen
tijd. Ik houd niet van de decoratie, als u mij niet
kwalijk neemt, dat ik het zeg. maar de deur sluit
goed en de muren, te oordeelen naar de vensters,
lijken dik".
„Dank u", zei Quinton. In het bijzijn van zooveel
beslistheid en energie want mevrouw Redpath
was nu bij de stookplaats (een open haardvuur) en
trachtte in den schoorsteen te kijken, hetgeen
moeilijk was, omdat het vuur lustig brandde
voelde hij zich een beetje overbluft en heel be
schroomd.
„De trek is goed".
„Dank u", zei hij weer, niet in staat iets anders te
bedenken om te zeggen.
„En ik bespeur geen rook. Alleen misschien bij
een sterken Noordoostenwind?"
„Zoo!"
„Maar ik vraag het u; het is uw huis".
„Natuurlijk", zei hij haastig. „Ik heb heusch nie'
aan den wind gedacht".
Hij wierp een tamelijk smeekenden blik op Whiff.
„Ik geloof niet, dat de schoorsteenen rooken".
zei ze te hulp komend, en verloor geheel en al uit
het oog, dat zij slechts vier zeer warme dagen in
Augustus in het huis had doorgebracht, „maar ik
zal het de dienstboden vragen". Na van de keu
kenmeid en Panton de verzekering te hebben
ontvangen, dat het een van de best functioneerende
schoorsteenen in Putney was, stapte mevrouw
Redpath naar de eetkamer en daarna naar de keu
ken en de provisiekamer en de bijkeuken en de
kolenkelder. Vervolgens ging ze de trap op naar de
vliering; en dit alles met zoo'n razende snelheid, dat
Quinton, die haar volgde, hét gevoel had. alsof hij
aan een wedstrijd deelnam gedeeltelijk op de
vlakke baan, gedeeltelijk met hindernissen en hij
was stom van bewondering over de wijze, waarop
Whiff terzelfder tijd mevrouw Redpath, trappen en
conversatie „nam". Vrouwen waren heel wonderlijk,
vertelde hij zichzelf, en de manier, waarop zij over
alles onder de zon dachten en alles zagen en opmer
kingen maakten over het water en de inkomsten
en de personeele belasting, deed hem duizelen. Me
vrouw Redpath vond dat Quinton wel buitengewóón
hoog was aangeslagen. Waar moest het heen met al
die lasten?
„U bent het met me eens?"
„Belasting is beslist iets, dat men wenscht te
vergeten".
„En u zoudt liever naar de gevangenis gaan dan
nog méér te betalen?"
„O, dat zeg ik niet; uiteraard weet ik zeker
van niet, hoewel ik menschen, die sterk genoeg zijn
om voor hun principes te vechten, bewonder; maai
de gevangenis wel ik heb nooit ergens voldoende
aanleiding toe gevonden, om er voor naar de ge
vangenis te gaan. Wilt u de volgende ruimte graag
zien? Het is een aardige plaats, om appels te be
waren, goed droog".
Quinton wenschte het geval met zoo groot mo
gelijken spoed af te handelen. Mevrouw Redpath
was vlug. maar als zij nog vlugger was, zou het
hem niet onaangenaam zijn. Als zij vertrokken was
hoopte hij op een paar minuten alleen met Whiff.
Hij verlangde niet over belasting te praten; hij
verlangde, dat mevrouw Redpath een besluit zou
nemen, of zij het huis zou nemen of niet.
Zij nam het. Zij had zin in de appelbergplaats
en de planken er in. De appels deden haar belas
ting vergeten. Daar zij bovenin het huis waren, zou
de lucht van de opgeslagen appels niet naar be
neden trekken, maar naar boven. En zij keurde de
overige bergruimte goed. De meeste moderne berg
ruimten, beweerde zij, waren slechts bereikbaar
met een ladder en door een vierkant gat, waardoor
de koffers met touwen moesten worden opge-
heschen, een lastig en gevaarlijk experiment!
„Over het geheel genomen heb ik wel zin in
het huis" zei ze, toen ze weer in de zitkamer waren
aangeland: „het is allesbehalve artistiek, maar het
ip gerieflijk en warm. Ik had het huis en de om
geving liever bij daglicht gezien, maar u zegt, dat
de voorkamers, de kamers, die ik ga bewonen, zon
nig zijn?"
„Gloeiend", zei Whiff.
„Dan gaat mijn huis niet naar mijnheer Lamb
Ik neem aan, dat u", zij sprak Quinton aan „de
voorwaarde kent, die ik heb gemaakt, dat mijn huis
overgaat aan den persoon, die voor mij een huis
zou vinden of aanbieden?"
„Ja", zei hij. Terwijl zij de keukenruimte en rook
kanalen in oogenschouw nam, had Whiff hem ter
zijde getrokken en hem van de overeenkomst ver
teld.
„Dus mijn huis zal het uwe zijn, als u het ver
langt, en uw huis het mijne. Wilt u nu een voor-
loopig contract opmaken, dat we allebei kunnen
teekenen? En als u vlug bent en een taxi voor me
kunt krijgen, kan ik op tijd den trein halen, dien
juffrouw Woffran mij opgaf, om naar Bramling
terug te gaan. Het is allernaar erg haastig. Ik voel
me als een Amerikaan, die in een week Europa ziet.
maar met al die duizenden menschen, die morgen
op. uw huis zullen afkomen, ben je gedwongen
om vlug te zijn. Ik weet "niet wat mijnheer Lamb
zal zeggen".^ een oogenblik zweeg zij en scheen
te overleggen, wat mijnheer Lamb wel zou zeggen
en toen grinnikte zij.
„Mijnheer Lamb zal geergerd zijn", meende zij
tegenover Whiff.
Whiff stemde toe.
„Verdiende loon; hij was uiterst bemoeiziek en
opdringerig".
Weer stemde Whiff toe.
„En dat bent u ook", zei de oude dame.
Whiff glimlachte alleen; maar nadat de over
eenkomst geteekend was en mevrouw Redpath was
weggereden', lachte zij hardop en toen ging zij
Quinton vertellen hoe zijn nieuwe woning er uitzag
HOOFDSTUK XXVIII.
Den volgenden dag ging hij het huis bezichtigen
Hij kocht het op sfaanden voet.
Twee weken later zal mevrouw Redpeth goed en
wel in Lavender Lodge en Whiff was behaaglijk
geïnstalleerd op de Noord Farm en werkte harder
dan zij ooit in haar leven gedaan had. Zij had ge
zegd,, dat De Zuid een massa veranderingen en ver
fraaiingen had te ondergaan, voor Quinton zijn
meubels kon laten overbrengen. Hij had er heele-
maal geen bezwaar tegen zijn meubels tijdelijk te
laten opslaan. Eenmaal in zijn nieuwe huis ge
vestigd, wist hij. dat zijn betrekkingen met Whiff
verbroken zouden worden. Zij zou weggaan en zijn
hart en zijn leven zouden inderdaad eenzaam zijn
Op zijn voorstel, dat zij voor het opknappen zou
zorgen, maakte zij geen tegenwerping. Zij stelde
belang in het huis, zij zag de mogelijkheden cn dat
het geschikt was, om er een heel behoorlijke ver
blijfplaats van te maken. Zij. vreesde, dat het in de
handen van Quinton heel gewoon zou worden. Bo
vendien, hoe kon hij toezicht houden, wanneer hij
voor zaken in de stad was. Dus installeerde zij zich
heel prettig bij de dames Frimley, had succes bij
haar pogingen om den werkman, dien zij aange
nomen had, naar haar hand te zetten. Maar ge
durende de weken, die volgden, gebeurde het meer
dan eens, dat zij grondig wenschte. dat hij van den
aardbodem weggevaagd kon worden.
Zij had onder den indruk verkeerd, dat zij hem
mocht; zij had met hem gesympathiseerd, zij had
geloofd, dat hij de ruggegraat van het land was.
Aan het eind van twee weken wist zij, dat hij het
niet was en dat zijn ruggegraat net zoo slap was
als van een geweekte haring. Zij kwam ertoe, hem
te zien als een onbestemd iets, dat bestond uit twee
armen en beenen en een zak: een verschrikkelijk
iets, dat noo^t bleef. Dat was haar voornaamste
grief: hij blee'f nooit. Hij arriveerde, smeet zijn zak
neer, nam zijn karwei in oogenschouw, en ging
Ging onder verschillende voorwendsels. Whiff be
gon zijn gaan in verband te brengen met den zak.
De zak scheen nooit iets te bevatten, dat noodig
was scheen opgepropt te zitten met alle ster
gereedschap behalve het een, dat op het oogci
vereischt werd. Daar had men bijvoorbeeld dee!«
tricien, een man genaamd Briggs. Quinton liet»
Irisch licht aanleggen. Zij had hem aangord
dit te doen en al waren de onkosten op dat
blik ook groot, later zou hij het urn- zegenen.'
hij het had laten doen, door het groote gems»'
genot, dat hij er van zou hebben. Naderhand
treurde zij dezen raad, daar haar eigen gezoni»
zenuwen en humeur ernstig te' lijden hadtien
het proces van den aanleg. Toen de beleefde, fs
tige en hoogst aantrekkelijke jopge bedrijii-f--
der Bramlingsche Electriciteit Maatschappij^
medegedeeld, dat de aanleg uitgevoerd zou wcro
zonder beschadiging, had zij hem geloofd; toen'
later gapende scheuren in zolderingen zag
vloeren, die herinnerden aan een bombarden»
onderging zij een gevoel van teleurstelling Jf?
den heer Hedge, den bedrijfsleider. Zij voelde.
hij misbruik had gemaakt van haar vertrouwen.,
kon zeggen, dat hij niet verantwoordelijk was'
de onbetrouwbaarheid van den werkman, inaJ
werkelijkheid was hij dat wel. De meésterkn
zoo redeneerde Whiff tenminst, had er voor.
ten zorgen, dat de vloeren niet tot splinters ges'®
werden, of de zolderingen herschapen in een
selderijbed. Bovendien had hij niet moeten
loven, dat het heele karwei in den tijd van
maand afgeloopen zou zijn. Het was een
ning. Het ergste was het eindelooze wachten e? -
kabel, die met den hoofdkabel aan den
worden verbonden. Het scheen, dat de kabels er
vandaan moesten komen, ze werden niet m
ling gefabriseerd en ze moesten reizen. Vrac,.:r(&
was in d^ze dagen moeilijk te vervoeren, goe
treinen waren gering in aantal
Toen de heer Hedge dit zei, schilderde Wni
onmiddellijk Quinton's kabel af, in het een
ontoegankelijk oord in het Noorden van
umberland gestrand liggend en zij pi-öbee
duldig te zijn, ofschoon al het andere werk
maar toen zij het op een dag waagde by
Hedge te informeeren, waar de kabel van1aa
komen en hij antwoordde: Gravesend, tee*
een heel korte reis om zoo lang onderweg 1
(Wordt v<n»l
misr$
Opvoedend*, laak van de pers.
Dr. Goedewaageitt spreekt de jornaüstcn toe.
UTRECHT, 3 Mei. (ANP) Hedenmiddag is in
gebouw Tivóli te Utrecht een vergadering gehou
den van het Verbond van Nederlandsehe Journalis
ten, ter gelegenheid van het afkondigen van het
Journalistenbesluit door hel departement van Volks
voorlichting en Kunsten.
De heer P. J. van Megchelen, algemeen
voorzitter van het Verbond van Neder
landsehe Journalisten (Pax-Holland)
De druk bezochte vergadering werd geopend dooi
den voorzitter van het Verbond, den heer P. J. van
Megchelen, die met een kort woord de aanwezigen
welkom heette, in het bijzonder den secretaris-ge
neraal van het departement van Volksvoorlichting
en Kunsten, dr. Goedewaagen, en éenige vertegen
woordigers van het Rijscommissariaat.
Als eerste spreker nam de secretaris-generaal
van het departement van Volksvoorlichting en
Kunsten, dr. T. Goedewaagen, het woord.
Er is een zeer nauwe verwantschap tusschen
volksvoorlichting, opvoeding en onderwijs, aldus
spr. De liberale staat stélde het onderwijs onder
controle van zijn organen en bracht ons volk op een
peil van ontwikkeling, waardoor het met recht on
der de hoogst beschaafde samenlevingen van Euro
pa wordt gesteld. Een geheel anderen aanblik geeft
ons de volksvoorlichting.^Haar drie voornaamste
organen, de radio, de film en de pers, ontwikkelden
zich ten onzent in veel grooter vrijheid omdat de
liberale staat van meening was, dat hier. waar het
niet ging om kinderen, maar om volwassenen, de
staatscontrole en de staatsleiding tot een minimum
moesten worden beperkt. De resultaten van deze
„vrije" voorlichting zijn niet schitterend te noemen.
De nieuwe staatsgedachte nu heeft ook zorg voor
den volwassen mensem Zij heeft den plicht, zich
ook de voorlichting der volwassenen aan te trek
ken en hen tegen slechte invloeden te beveiligen,
indien zij dit niet zelf blijken te doen.
Bij de pers heeft zich, vooral sinds 1933 een geest
van negativisme uitgesproken en ook hier heeft
dit negativisme een funeste werking gehad. De pers
als oudste onder de drie zusters, heeft in elk geval
niet getoond de wijste te zijn. Toen kwamen de
noodlottige dagen van 1940 en kort daarna hebben
wij toen den raad van voorlichting der Nederland
sehe pers opgericht. In de tweede helft van 1940
ontstond het Verbond van Ned. Journalisten als een
gesloten corporatie van aller., die schrijvend bij de
pers betrokken zijn. Het sluitstuk op de bemoeiingen
van den raad van voorlichting, die het moge
hier geconstateerd worden er allengs in geslaagd
is, de Nederlandsehe pers min of meer te magne-
tiseeren, is het Journalistenbesluit dat den journa
list op een gansch ander niveau brengt, dan waarop
hij vroeger verkeerde,
Staatszorg voor de persvoorlichting beteekent,
evenals die bij radio en film het geval is geweest:
le. het verwijderen van die elementen, die den ge
zonden ontwikkelingsgang tegenhouden, bewust of
onbewust; 2de het losmaken en activeeren van die
krachten, die bevorderlijk zijn voor de verheffing
der Nederlandsehe pers en tevens de concentratie
en gelijkrichting dier krachten op één doel. De
journalist wordt een openbaar functionaris.
Het is feitelijk onjuist te zeggen, dat ..de pers
vroeger vrij en thans gebonden is. Het gaat er al
leen om, waaraan de pers gebonden is en waartoe
zij vrij is, want de pers is altijd gebonden en vrij
tegelijk. Het Journalistenbesluit schept een andere
gebondenheid en een andere vrijheid voor den
journalist. Het bindt den journalist voor alles aan
het welzijn van het volk. zooals dit door den Staat
wettelijk en reglementair wordt geïnterpreteerd.
Het geeft den journalist de volle vrijheid om, elk
op de wijze van zijn persoon, zijn confessie, zijn ge
west en zijn plaatselijk milieu de nieuwe orde te
dienen.
De overheid wil door middel van het Journalis
tenbesluit den journalist onder haar toezicht heb
ben, hem leiding geven,' hem voor misstappen be
hoeden. Maar op die basis van verantwoorde een
stemmigheid en gelijkgerichtheid eischt zij van
hem. dat hij in rijke variatie zijn vrijheid aan den
dag legt ten bate van de leidende volksche idee
onzer dagen. Er is sinds de eerste besprekingen, die
tot oprichting van den raad van voorlichting leid
den, ongeveer een. jaar verstreken. In één jaar is
hel kernvraagstuk niet meer: het derde rijk, maar:
Europa met het derde rijk als hartader. Onze pers
heeft behoudens enkele hopelooze uitzonderin
gen, die nu eenmaal iedere revolutie met hun dom
heid sieren dit begrepen en zal het in Mei 1942
nog beter begrijpen, nu de Staat zich nog meer van
nabij met het perswezen zal gaan bezighouden, dan
tot nu toe het géval was.
Ten slotte betoogde dr. Goedewaagen, dat volks
voorlichting door radio, film en i.e. door de pers
een opvoedkundige taak heeft.
De nieuwe staatsgedachte zet de opvoeding ook
na den schooltijd nog voort door middel van de
volksvoorlichting. Een vrijwel onontgonnen terrein
ligt in Nederland hier nog voor ons. Wegen moeten
worden gebaand, methoden uitgedacht, ervaringen
gemaakt, experimenten opgezet.Alleen de hoofdidee
staat vast: opvoedende voorlichting, die ons in zijn
openbare meening verfrommeld volk weer recht en
glad strijkt. In den geest van deze idee leze men
ook het Journalisfenbesluit.
RICHTLIJNEN.
De directeur van het Perswezen, de heer N. Oos-
terbaan, gaf eenige algemeene richtlijnen, om den
journalist" te helpen zijn taak te vervullen:
1. De bouw van het nieuwe Europa' berust op de
vrije samenwerking van gelijkgerechtigde volks
gemeenschappen, staande onder de opperleiding
van Adolf Hitler, Fiihrer aller Germanen.
2. Tot het bereiken van het groote doel: De bum
deling van alle Germaansche krachten, wordt in
de Nederlandsehe pers doorloopend actieve aan
dacht geschonken aan de cultureele, economische
cn militaire mogelijkheden, welke de aaneensluiting
der Germaansche volken biedt.
3. Aan de geestelijke, zedelijke en materieele ver
sterking van ons eigen volksleven wordt voortdu
rend gearbeid, aangezien alleen een sterk volk een
sterke leiding kan aanvaarden.
4. Tegenover de bekrompen gescheidenheid der
maatschappelijke klassen, de onnoodige toespitsing
der godsdienstige verschillen en de pogingen tot in
standhouding der partijschappen, stelle de pers
steeds weer opnieuw de volkseenheidsgedachte,
daarbij rekening houdende met de rijke verschei
denheid van stam en streek.
5. Tot het Nederlandsehe volk worden geacht te
behooren. allen, die van Nederlandschen bloede zijn,
doch ook zij alleen.
6. Aan de middelen tot het voorkomen of lenigen
van den stoffelijken nood zal in de pers veel aan
dacht moeten worden besteed. Gedacht wordt hier
bij aan landwinning en ontginningswerkzaamheden,
aan de propaganda voor den productieslag, aan de
actie voor Winterhulp e. d.
7. Een beter begrip zij door de pers aangekweekt
voor de positie van den bodem bewerker, wiens ar
beid de natie voedt. Ons raszuiver hoerendom is
de belangrijkste drager der volksgemeenschap.
8. De door eenzijdige verstandaanbidding ont
stane minachting voor den handenarbeid dient in
de pers met kracht te worden bestreden. Eerbied
voor den arbeid en afkeer van parasitair bestaan
een ieder ingeprent.
9. De pers versterke door doeltreffende artikelen
en verhalen bij de jeugd den zin voor orde, tucht
en kameraadschap.
10 Wil de pers haar verantwoordelijke taak als,
mede-opvoedster des volks met vrucht kunnen uit
oefenen, zoo zal zij, naast het vereischte zelfrespect
den eerbied van iederen Nederlander moeten ver
werven. Voorwaarde daartoe is, dat zij in hechte
solidariteit en onwankelbare waarheidsliefde haar
arbeid verricht, deloyale methoden uit haar midden
bant en met vaste hand de openbare meening in de
juiste richting helpt stuwen.
De voorzitter van het Verbond, de heer P. J. van
Megchelen, gaf een overzicht van den inhoud van
het Journalistenbesluit, Hij wees er o.a. op, dat
door dit besluit een einde wordt gemaakt aan de
beunhazerij in de journalistiek. Hij, die niet is toe
gelaten als lid van het Verbond en zich toch jour
nalist noemt, komt in aanraking met den straf
rechter.
Spreker gelooft, als voorzitter van het Verbond
krachtig te zullen waken, dat de journalisten hun
taak emstig~opnemen. Hij zal niemand lichtvaardig
uitsluiten, doch hij zal evenmin aarzelen journalis
ten, die door hun geschrijf getoond hebben vijan
den van het volk te zijn, uit de beroepslijst le we
ren. Ook zullen geen volksvreemde elementen toe
gelaten worden. De journalist is dienaar van het
volk en hij moet wel bedenken, dat een negatieve
houding bijna even verderfelijk is als opzettelijke
misleiding. De journalist, die in dezen tijd bepaal
de onderwerpen, welke van belang zijn voor de
volksgemeenschap, stelselmatig uit zijn blad weert,
is een vijand van het volk en voldoet niet aan de
eischen, welke hem worden gesteld.
Na deze plichten van den journalist behandelde
spreker zijn rechten en de bescherming, welke hij
volgens het nieuwe besluit geniet. De journalist
werkt in de toekomst op schriftelijke arbeidsover
eenkomst en een werkgever kan een journalist niet
zonder meer ontslaan. Indien de journalisten hun
beroep zorgvuldig uitoefenen en pogen volkomen
open te staan voor den nieuwen tijd, behoeven zij
niets te vreezen.
De heer Larbuch, algemeen secretaris van het
Verbond deelde mede, dat hem een belangrijk be
drag door een vriend van de journalisten is ter be
schikking gesteld, dat. aldus moet worden besteed,
dat de journalist zichzelf erkend ziet als een der
dragers en beschermers van het groote cultureele
volksbezit. Er zullen jaarlijks omstreeks Kerstmis
drie prijzen van f 500 elk worden uitgekeerd aan
die drie leden van het Verbond die in den zin van
het Journalistenbesluit de beste journalistieke bij
dragen hebben geleverd in het belang der volksge
meenschap. De prijs zal den naam dr. Goedewaa-
genprijs krijgen.
De vergadering werd o.m. bijgewoond door ir.
van der Vegte, raadadviseur en jhr. de Ranitz juri
disch adviseur van het departement van volksvoor
lichting en'kunsten, Pressedezernent Janke, de heer
von Fetter, Wouter Hulsteyn, persadviseur van den
secretaris-generaal van volksvoorlichting en kun
sten, W. Goedhuys, vice-voorzitter van het Ver
bond van Nederlandsehe Journalisten en de leden
van den raad van voorzichting Kars en Arts.
De distributie van boter en
margarine.
DE HAAG, 3 Mei. Het Centraal Distributie
kantoor heeft voor de inlevering van bonnen van
de boterkaart en de vetkaart door winkeliers, die
boter of margarine verkoopen, een regeling voor
geschreven, welke afwijkt van de tot dusverre
geldende. De aandacht van belanghebbenden wordt
in dit verband gevestigd op een in de bladen op
genomen officieele publicatie van den secretaris
generaal van het departement van landbouw en vis-
scherij.
JUBILEUM A. GOVERS.
De 3de Mei is een onvergetelijke dag geworden voor den
lieer A. Govers, die veertig jaar pakhuisknecht bij de
N.V. Dyserinck was. Des morgens was hij door de N.V.
Dyserinck Zn. gehuldigd, en door de collega's, werd hem
een prachtige rooktafel met bloemenmand aangeboden.
In den loop van den dag kwamen vele bloemstukken en
schriftelijke gelukwenschen binnen. De heer Martin sprak
namens het Dudok de Wit Comité en bood den jubilaris de
medaille met eerepalm aan.
In Spakenburg vinden vele handen werk bij het zouten en rooken van pos, de
kleine vischsoorte welke thans in groote hoeveelheden als voedingsmiddel
wordt gebruikt.
(Foto Pax Holland)
Te Leiden weer examens.
Universiteit blijft echter gesloten.
's GRAVENHAGE, 3 Mei. Het Rijkscommis
sariaat maakt het volgende bekend: Op voorstel
van den secretaris-generaal van het departement
van opvoeding, wetenschap en cultuurbescherming
heeft de commissarrs-generaal voor bestuur en justitie
den rector-magnificus der universiteit te Leiden
gemachtigd, om toe te staan, dat van heden af pro
moties en examens aan de universiteit weer mogen
plaatsvinden. In zoover er echter tot dusver publieke
toegang tot de examens bestond, moet deze tot de
naaste verwanten en vrienden beperkt worden. Ove
rigens blijft de indertijd afgekondigde sluiting dei-
universiteit tot nader order van kracht.
Indien bij de voorbereiding en bij het plaats vin
den van promoties en examens niet alles zal achter
wege blijven, wat op eenigerlei wijze als tegen de
bezettingsmacht en haar verordeningen gericht zou
kunnen worden uitgelegd, zou het plaats vinden
van promoties en examens dadelijk weer moeten
worden gestaakt.
Zes kinderen door bomaanval
gedood.
's GRAVENHAGE 3 Mei. In den afgeloopen nacht
vlogen enkele Engelsche vliegtuigen ons gebied
binnen. De meeste bommen richtten geen schade
aan. Te betreuren is echter een voltreffer op een
boerderij, bewoond door een echtjaar met zeven
kinderen; Van deze zeven kinderen werden er
helaas zes gedood en één zwaar gewond.
De eerste Meikersen ter ve
—Op de groenten- en vruchtenveiling Uf-«
en Omstreken werden Zaterdag de eerste v
kersen aangevoerd door den heer J. van Vun
Jr. van de kweekerij „Gruno" te Bunnik
kersen werden verkocht door de firma Niem
te Utrecht voor zestien cent per stuk. Tevenstva
de eerste tomaten aangevoerd, die den prijs va
cent per stuk opbrachten.
EVANGELISCHE MAATSCHAPPIJ.
Na van de oprichting in 1923 af als zoodanig te u-,
gefungeerd, is ds. P. W. Foeken, Ned. Ilerv. predik,!
Haarlem, thans afgetreden als voorzitter van de J
ling van de Evang. Maatschappij. Zijn opvolger is dj.
Spliethoff, Evang. Luth. predikant hier ter plaatse
voorzitter van de afdeeling Deventer der Mij.
Burgemeester van Sneek benoen
's GRAVENHAGE, 3 Mei. Het Rijksco®
sariaat maakt- bekend: De Rijkscommissaris
het bezette Nederlandsehe gebied verleende
grond van par. 1 zijner verordening nr. 3
over de uitoefening van de regeeringsbevoegdhéi
in het bezette Nederlandsehe gebied den burgen»
ter van Sneek in de provincie Friesland, den";
L. Poppinga, eervol ontslag met toekenning'
pensioen. In zijn plaats benoemde de Rijkscw»
saris voor het bezette Nederlandsehe gebied'
grond van par. 3 van zijn verordening nr. 108!
(vierde verordening) over bestuursrechts
maatregelen, ds. I. R. J. Schut te Schingen
burgemeester van Sneek.
WAT IK NIET LUST, ZAL 3» OOK NIET HEM
(Teekeningen H. Kannega)
„Woef! Woef! Woef! Geef mij wat Jantje,
wat dat beest lust eet ik ook. Denk je. dat
ik wil verhong'ren voor dat nare. grijze
spook? Neen. maar! Is er niets meer over?
At die kat dan alles op? Wacht, dan zal ik
haar wel krijgen, dat stuk sluwe kattekop!
Scheer je weg! Jij rattenvanger. Maar geef
eerst eens even hier, wat je Jan hebt af
getroggeld. Neen. het helpt je heusch geen
zier. of je nu nog weg wilt rennen, 'k Haal
je gauw genoeg weer. in. Hier dat brok! Ik
zal je krijgen. Als ik eenmaal goed begin!"
„Zeg eens beest, Was jij weer gulzig? Ben
jij soms de vriend van Jan? Moet juist jij
nu weer verorberen, wat ik niet verdragen
kan? Maar dat duld ik niet, versta je! Jij
bent jij, maar ik ben ik! Etenswaar is voor
het hondje! Speel jij maar voor muizen-
schrik."
Zoo krijgt Teddy Trix ten slotte wat hij
zich heeft toegedacht. Rustig gaat hij weer
naar buiten, waar zijn baasje hem nog
wacht. En die ziet dan vol verbazing hoe
die, trouwelooze hond. alles wat hij poes
ontnam ook zelf weer uitspuwt op den
grond.