Teddy Trix Een eigenaardige aanbieding Voor de Kinderen door MABEL-GRUNDY. Vertaald door E. GRIESE-KETS DE VRIES. 41) „Voor mij geen kippenhok" sprak de keukenmeid. „Daar zijn ze! Ik hoor een taxi". Het triomfantelijke gebaar, waarmede Whiff mevrouw Redpath het huis induwde, herinnerde Quinton aan vrouwen, die geschiedenis hebben gemaakt, zooals Cleopatra. Zij scheen het woord heldenfeit te belichamen. Haar wangen hadden een blos, haai- oogen glansden en haar blonde lokken, die onder een met bont gegar neerde muts uitkwamen, leken te tintelen van vol doening en electrische vonken van energie uil te zenden. Mevrouw Redpath weigerde de thee, die de keu kenmeid en Panton hadden gezet, en verzocht direct het huis te mogen bekijken. „Ik geloof niet, dat ik ooit in mijn leven zoo meegesleept of gejacht ben", zei ze tegen Quinton. „Alleen de beschrijving van deze jonge dame over menschen, die morgenochtend zullen vechten om uw huis te zien, heeft me van avond hier gebracht. Ze zei, dat het nu of- nooit was. Ik mag deze kamer wel, ze is licht en heeft goede plinten, die meestal verveloos zijn in dezen tijd. Ik houd niet van de decoratie, als u mij niet kwalijk neemt, dat ik het zeg. maar de deur sluit goed en de muren, te oordeelen naar de vensters, lijken dik". „Dank u", zei Quinton. In het bijzijn van zooveel beslistheid en energie want mevrouw Redpath was nu bij de stookplaats (een open haardvuur) en trachtte in den schoorsteen te kijken, hetgeen moeilijk was, omdat het vuur lustig brandde voelde hij zich een beetje overbluft en heel be schroomd. „De trek is goed". „Dank u", zei hij weer, niet in staat iets anders te bedenken om te zeggen. „En ik bespeur geen rook. Alleen misschien bij een sterken Noordoostenwind?" „Zoo!" „Maar ik vraag het u; het is uw huis". „Natuurlijk", zei hij haastig. „Ik heb heusch nie' aan den wind gedacht". Hij wierp een tamelijk smeekenden blik op Whiff. „Ik geloof niet, dat de schoorsteenen rooken". zei ze te hulp komend, en verloor geheel en al uit het oog, dat zij slechts vier zeer warme dagen in Augustus in het huis had doorgebracht, „maar ik zal het de dienstboden vragen". Na van de keu kenmeid en Panton de verzekering te hebben ontvangen, dat het een van de best functioneerende schoorsteenen in Putney was, stapte mevrouw Redpath naar de eetkamer en daarna naar de keu ken en de provisiekamer en de bijkeuken en de kolenkelder. Vervolgens ging ze de trap op naar de vliering; en dit alles met zoo'n razende snelheid, dat Quinton, die haar volgde, hét gevoel had. alsof hij aan een wedstrijd deelnam gedeeltelijk op de vlakke baan, gedeeltelijk met hindernissen en hij was stom van bewondering over de wijze, waarop Whiff terzelfder tijd mevrouw Redpath, trappen en conversatie „nam". Vrouwen waren heel wonderlijk, vertelde hij zichzelf, en de manier, waarop zij over alles onder de zon dachten en alles zagen en opmer kingen maakten over het water en de inkomsten en de personeele belasting, deed hem duizelen. Me vrouw Redpath vond dat Quinton wel buitengewóón hoog was aangeslagen. Waar moest het heen met al die lasten? „U bent het met me eens?" „Belasting is beslist iets, dat men wenscht te vergeten". „En u zoudt liever naar de gevangenis gaan dan nog méér te betalen?" „O, dat zeg ik niet; uiteraard weet ik zeker van niet, hoewel ik menschen, die sterk genoeg zijn om voor hun principes te vechten, bewonder; maai de gevangenis wel ik heb nooit ergens voldoende aanleiding toe gevonden, om er voor naar de ge vangenis te gaan. Wilt u de volgende ruimte graag zien? Het is een aardige plaats, om appels te be waren, goed droog". Quinton wenschte het geval met zoo groot mo gelijken spoed af te handelen. Mevrouw Redpath was vlug. maar als zij nog vlugger was, zou het hem niet onaangenaam zijn. Als zij vertrokken was hoopte hij op een paar minuten alleen met Whiff. Hij verlangde niet over belasting te praten; hij verlangde, dat mevrouw Redpath een besluit zou nemen, of zij het huis zou nemen of niet. Zij nam het. Zij had zin in de appelbergplaats en de planken er in. De appels deden haar belas ting vergeten. Daar zij bovenin het huis waren, zou de lucht van de opgeslagen appels niet naar be neden trekken, maar naar boven. En zij keurde de overige bergruimte goed. De meeste moderne berg ruimten, beweerde zij, waren slechts bereikbaar met een ladder en door een vierkant gat, waardoor de koffers met touwen moesten worden opge- heschen, een lastig en gevaarlijk experiment! „Over het geheel genomen heb ik wel zin in het huis" zei ze, toen ze weer in de zitkamer waren aangeland: „het is allesbehalve artistiek, maar het ip gerieflijk en warm. Ik had het huis en de om geving liever bij daglicht gezien, maar u zegt, dat de voorkamers, de kamers, die ik ga bewonen, zon nig zijn?" „Gloeiend", zei Whiff. „Dan gaat mijn huis niet naar mijnheer Lamb Ik neem aan, dat u", zij sprak Quinton aan „de voorwaarde kent, die ik heb gemaakt, dat mijn huis overgaat aan den persoon, die voor mij een huis zou vinden of aanbieden?" „Ja", zei hij. Terwijl zij de keukenruimte en rook kanalen in oogenschouw nam, had Whiff hem ter zijde getrokken en hem van de overeenkomst ver teld. „Dus mijn huis zal het uwe zijn, als u het ver langt, en uw huis het mijne. Wilt u nu een voor- loopig contract opmaken, dat we allebei kunnen teekenen? En als u vlug bent en een taxi voor me kunt krijgen, kan ik op tijd den trein halen, dien juffrouw Woffran mij opgaf, om naar Bramling terug te gaan. Het is allernaar erg haastig. Ik voel me als een Amerikaan, die in een week Europa ziet. maar met al die duizenden menschen, die morgen op. uw huis zullen afkomen, ben je gedwongen om vlug te zijn. Ik weet "niet wat mijnheer Lamb zal zeggen".^ een oogenblik zweeg zij en scheen te overleggen, wat mijnheer Lamb wel zou zeggen en toen grinnikte zij. „Mijnheer Lamb zal geergerd zijn", meende zij tegenover Whiff. Whiff stemde toe. „Verdiende loon; hij was uiterst bemoeiziek en opdringerig". Weer stemde Whiff toe. „En dat bent u ook", zei de oude dame. Whiff glimlachte alleen; maar nadat de over eenkomst geteekend was en mevrouw Redpath was weggereden', lachte zij hardop en toen ging zij Quinton vertellen hoe zijn nieuwe woning er uitzag HOOFDSTUK XXVIII. Den volgenden dag ging hij het huis bezichtigen Hij kocht het op sfaanden voet. Twee weken later zal mevrouw Redpeth goed en wel in Lavender Lodge en Whiff was behaaglijk geïnstalleerd op de Noord Farm en werkte harder dan zij ooit in haar leven gedaan had. Zij had ge zegd,, dat De Zuid een massa veranderingen en ver fraaiingen had te ondergaan, voor Quinton zijn meubels kon laten overbrengen. Hij had er heele- maal geen bezwaar tegen zijn meubels tijdelijk te laten opslaan. Eenmaal in zijn nieuwe huis ge vestigd, wist hij. dat zijn betrekkingen met Whiff verbroken zouden worden. Zij zou weggaan en zijn hart en zijn leven zouden inderdaad eenzaam zijn Op zijn voorstel, dat zij voor het opknappen zou zorgen, maakte zij geen tegenwerping. Zij stelde belang in het huis, zij zag de mogelijkheden cn dat het geschikt was, om er een heel behoorlijke ver blijfplaats van te maken. Zij. vreesde, dat het in de handen van Quinton heel gewoon zou worden. Bo vendien, hoe kon hij toezicht houden, wanneer hij voor zaken in de stad was. Dus installeerde zij zich heel prettig bij de dames Frimley, had succes bij haar pogingen om den werkman, dien zij aange nomen had, naar haar hand te zetten. Maar ge durende de weken, die volgden, gebeurde het meer dan eens, dat zij grondig wenschte. dat hij van den aardbodem weggevaagd kon worden. Zij had onder den indruk verkeerd, dat zij hem mocht; zij had met hem gesympathiseerd, zij had geloofd, dat hij de ruggegraat van het land was. Aan het eind van twee weken wist zij, dat hij het niet was en dat zijn ruggegraat net zoo slap was als van een geweekte haring. Zij kwam ertoe, hem te zien als een onbestemd iets, dat bestond uit twee armen en beenen en een zak: een verschrikkelijk iets, dat noo^t bleef. Dat was haar voornaamste grief: hij blee'f nooit. Hij arriveerde, smeet zijn zak neer, nam zijn karwei in oogenschouw, en ging Ging onder verschillende voorwendsels. Whiff be gon zijn gaan in verband te brengen met den zak. De zak scheen nooit iets te bevatten, dat noodig was scheen opgepropt te zitten met alle ster gereedschap behalve het een, dat op het oogci vereischt werd. Daar had men bijvoorbeeld dee!« tricien, een man genaamd Briggs. Quinton liet» Irisch licht aanleggen. Zij had hem aangord dit te doen en al waren de onkosten op dat blik ook groot, later zou hij het urn- zegenen.' hij het had laten doen, door het groote gems»' genot, dat hij er van zou hebben. Naderhand treurde zij dezen raad, daar haar eigen gezoni» zenuwen en humeur ernstig te' lijden hadtien het proces van den aanleg. Toen de beleefde, fs tige en hoogst aantrekkelijke jopge bedrijii-f-- der Bramlingsche Electriciteit Maatschappij^ medegedeeld, dat de aanleg uitgevoerd zou wcro zonder beschadiging, had zij hem geloofd; toen' later gapende scheuren in zolderingen zag vloeren, die herinnerden aan een bombarden» onderging zij een gevoel van teleurstelling Jf? den heer Hedge, den bedrijfsleider. Zij voelde. hij misbruik had gemaakt van haar vertrouwen., kon zeggen, dat hij niet verantwoordelijk was' de onbetrouwbaarheid van den werkman, inaJ werkelijkheid was hij dat wel. De meésterkn zoo redeneerde Whiff tenminst, had er voor. ten zorgen, dat de vloeren niet tot splinters ges'® werden, of de zolderingen herschapen in een selderijbed. Bovendien had hij niet moeten loven, dat het heele karwei in den tijd van maand afgeloopen zou zijn. Het was een ning. Het ergste was het eindelooze wachten e? - kabel, die met den hoofdkabel aan den worden verbonden. Het scheen, dat de kabels er vandaan moesten komen, ze werden niet m ling gefabriseerd en ze moesten reizen. Vrac,.:r(& was in d^ze dagen moeilijk te vervoeren, goe treinen waren gering in aantal Toen de heer Hedge dit zei, schilderde Wni onmiddellijk Quinton's kabel af, in het een ontoegankelijk oord in het Noorden van umberland gestrand liggend en zij pi-öbee duldig te zijn, ofschoon al het andere werk maar toen zij het op een dag waagde by Hedge te informeeren, waar de kabel van1aa komen en hij antwoordde: Gravesend, tee* een heel korte reis om zoo lang onderweg 1 (Wordt v<n»l misr$ Opvoedend*, laak van de pers. Dr. Goedewaageitt spreekt de jornaüstcn toe. UTRECHT, 3 Mei. (ANP) Hedenmiddag is in gebouw Tivóli te Utrecht een vergadering gehou den van het Verbond van Nederlandsehe Journalis ten, ter gelegenheid van het afkondigen van het Journalistenbesluit door hel departement van Volks voorlichting en Kunsten. De heer P. J. van Megchelen, algemeen voorzitter van het Verbond van Neder landsehe Journalisten (Pax-Holland) De druk bezochte vergadering werd geopend dooi den voorzitter van het Verbond, den heer P. J. van Megchelen, die met een kort woord de aanwezigen welkom heette, in het bijzonder den secretaris-ge neraal van het departement van Volksvoorlichting en Kunsten, dr. Goedewaagen, en éenige vertegen woordigers van het Rijscommissariaat. Als eerste spreker nam de secretaris-generaal van het departement van Volksvoorlichting en Kunsten, dr. T. Goedewaagen, het woord. Er is een zeer nauwe verwantschap tusschen volksvoorlichting, opvoeding en onderwijs, aldus spr. De liberale staat stélde het onderwijs onder controle van zijn organen en bracht ons volk op een peil van ontwikkeling, waardoor het met recht on der de hoogst beschaafde samenlevingen van Euro pa wordt gesteld. Een geheel anderen aanblik geeft ons de volksvoorlichting.^Haar drie voornaamste organen, de radio, de film en de pers, ontwikkelden zich ten onzent in veel grooter vrijheid omdat de liberale staat van meening was, dat hier. waar het niet ging om kinderen, maar om volwassenen, de staatscontrole en de staatsleiding tot een minimum moesten worden beperkt. De resultaten van deze „vrije" voorlichting zijn niet schitterend te noemen. De nieuwe staatsgedachte nu heeft ook zorg voor den volwassen mensem Zij heeft den plicht, zich ook de voorlichting der volwassenen aan te trek ken en hen tegen slechte invloeden te beveiligen, indien zij dit niet zelf blijken te doen. Bij de pers heeft zich, vooral sinds 1933 een geest van negativisme uitgesproken en ook hier heeft dit negativisme een funeste werking gehad. De pers als oudste onder de drie zusters, heeft in elk geval niet getoond de wijste te zijn. Toen kwamen de noodlottige dagen van 1940 en kort daarna hebben wij toen den raad van voorlichting der Nederland sehe pers opgericht. In de tweede helft van 1940 ontstond het Verbond van Ned. Journalisten als een gesloten corporatie van aller., die schrijvend bij de pers betrokken zijn. Het sluitstuk op de bemoeiingen van den raad van voorlichting, die het moge hier geconstateerd worden er allengs in geslaagd is, de Nederlandsehe pers min of meer te magne- tiseeren, is het Journalistenbesluit dat den journa list op een gansch ander niveau brengt, dan waarop hij vroeger verkeerde, Staatszorg voor de persvoorlichting beteekent, evenals die bij radio en film het geval is geweest: le. het verwijderen van die elementen, die den ge zonden ontwikkelingsgang tegenhouden, bewust of onbewust; 2de het losmaken en activeeren van die krachten, die bevorderlijk zijn voor de verheffing der Nederlandsehe pers en tevens de concentratie en gelijkrichting dier krachten op één doel. De journalist wordt een openbaar functionaris. Het is feitelijk onjuist te zeggen, dat ..de pers vroeger vrij en thans gebonden is. Het gaat er al leen om, waaraan de pers gebonden is en waartoe zij vrij is, want de pers is altijd gebonden en vrij tegelijk. Het Journalistenbesluit schept een andere gebondenheid en een andere vrijheid voor den journalist. Het bindt den journalist voor alles aan het welzijn van het volk. zooals dit door den Staat wettelijk en reglementair wordt geïnterpreteerd. Het geeft den journalist de volle vrijheid om, elk op de wijze van zijn persoon, zijn confessie, zijn ge west en zijn plaatselijk milieu de nieuwe orde te dienen. De overheid wil door middel van het Journalis tenbesluit den journalist onder haar toezicht heb ben, hem leiding geven,' hem voor misstappen be hoeden. Maar op die basis van verantwoorde een stemmigheid en gelijkgerichtheid eischt zij van hem. dat hij in rijke variatie zijn vrijheid aan den dag legt ten bate van de leidende volksche idee onzer dagen. Er is sinds de eerste besprekingen, die tot oprichting van den raad van voorlichting leid den, ongeveer een. jaar verstreken. In één jaar is hel kernvraagstuk niet meer: het derde rijk, maar: Europa met het derde rijk als hartader. Onze pers heeft behoudens enkele hopelooze uitzonderin gen, die nu eenmaal iedere revolutie met hun dom heid sieren dit begrepen en zal het in Mei 1942 nog beter begrijpen, nu de Staat zich nog meer van nabij met het perswezen zal gaan bezighouden, dan tot nu toe het géval was. Ten slotte betoogde dr. Goedewaagen, dat volks voorlichting door radio, film en i.e. door de pers een opvoedkundige taak heeft. De nieuwe staatsgedachte zet de opvoeding ook na den schooltijd nog voort door middel van de volksvoorlichting. Een vrijwel onontgonnen terrein ligt in Nederland hier nog voor ons. Wegen moeten worden gebaand, methoden uitgedacht, ervaringen gemaakt, experimenten opgezet.Alleen de hoofdidee staat vast: opvoedende voorlichting, die ons in zijn openbare meening verfrommeld volk weer recht en glad strijkt. In den geest van deze idee leze men ook het Journalisfenbesluit. RICHTLIJNEN. De directeur van het Perswezen, de heer N. Oos- terbaan, gaf eenige algemeene richtlijnen, om den journalist" te helpen zijn taak te vervullen: 1. De bouw van het nieuwe Europa' berust op de vrije samenwerking van gelijkgerechtigde volks gemeenschappen, staande onder de opperleiding van Adolf Hitler, Fiihrer aller Germanen. 2. Tot het bereiken van het groote doel: De bum deling van alle Germaansche krachten, wordt in de Nederlandsehe pers doorloopend actieve aan dacht geschonken aan de cultureele, economische cn militaire mogelijkheden, welke de aaneensluiting der Germaansche volken biedt. 3. Aan de geestelijke, zedelijke en materieele ver sterking van ons eigen volksleven wordt voortdu rend gearbeid, aangezien alleen een sterk volk een sterke leiding kan aanvaarden. 4. Tegenover de bekrompen gescheidenheid der maatschappelijke klassen, de onnoodige toespitsing der godsdienstige verschillen en de pogingen tot in standhouding der partijschappen, stelle de pers steeds weer opnieuw de volkseenheidsgedachte, daarbij rekening houdende met de rijke verschei denheid van stam en streek. 5. Tot het Nederlandsehe volk worden geacht te behooren. allen, die van Nederlandschen bloede zijn, doch ook zij alleen. 6. Aan de middelen tot het voorkomen of lenigen van den stoffelijken nood zal in de pers veel aan dacht moeten worden besteed. Gedacht wordt hier bij aan landwinning en ontginningswerkzaamheden, aan de propaganda voor den productieslag, aan de actie voor Winterhulp e. d. 7. Een beter begrip zij door de pers aangekweekt voor de positie van den bodem bewerker, wiens ar beid de natie voedt. Ons raszuiver hoerendom is de belangrijkste drager der volksgemeenschap. 8. De door eenzijdige verstandaanbidding ont stane minachting voor den handenarbeid dient in de pers met kracht te worden bestreden. Eerbied voor den arbeid en afkeer van parasitair bestaan een ieder ingeprent. 9. De pers versterke door doeltreffende artikelen en verhalen bij de jeugd den zin voor orde, tucht en kameraadschap. 10 Wil de pers haar verantwoordelijke taak als, mede-opvoedster des volks met vrucht kunnen uit oefenen, zoo zal zij, naast het vereischte zelfrespect den eerbied van iederen Nederlander moeten ver werven. Voorwaarde daartoe is, dat zij in hechte solidariteit en onwankelbare waarheidsliefde haar arbeid verricht, deloyale methoden uit haar midden bant en met vaste hand de openbare meening in de juiste richting helpt stuwen. De voorzitter van het Verbond, de heer P. J. van Megchelen, gaf een overzicht van den inhoud van het Journalistenbesluit, Hij wees er o.a. op, dat door dit besluit een einde wordt gemaakt aan de beunhazerij in de journalistiek. Hij, die niet is toe gelaten als lid van het Verbond en zich toch jour nalist noemt, komt in aanraking met den straf rechter. Spreker gelooft, als voorzitter van het Verbond krachtig te zullen waken, dat de journalisten hun taak emstig~opnemen. Hij zal niemand lichtvaardig uitsluiten, doch hij zal evenmin aarzelen journalis ten, die door hun geschrijf getoond hebben vijan den van het volk te zijn, uit de beroepslijst le we ren. Ook zullen geen volksvreemde elementen toe gelaten worden. De journalist is dienaar van het volk en hij moet wel bedenken, dat een negatieve houding bijna even verderfelijk is als opzettelijke misleiding. De journalist, die in dezen tijd bepaal de onderwerpen, welke van belang zijn voor de volksgemeenschap, stelselmatig uit zijn blad weert, is een vijand van het volk en voldoet niet aan de eischen, welke hem worden gesteld. Na deze plichten van den journalist behandelde spreker zijn rechten en de bescherming, welke hij volgens het nieuwe besluit geniet. De journalist werkt in de toekomst op schriftelijke arbeidsover eenkomst en een werkgever kan een journalist niet zonder meer ontslaan. Indien de journalisten hun beroep zorgvuldig uitoefenen en pogen volkomen open te staan voor den nieuwen tijd, behoeven zij niets te vreezen. De heer Larbuch, algemeen secretaris van het Verbond deelde mede, dat hem een belangrijk be drag door een vriend van de journalisten is ter be schikking gesteld, dat. aldus moet worden besteed, dat de journalist zichzelf erkend ziet als een der dragers en beschermers van het groote cultureele volksbezit. Er zullen jaarlijks omstreeks Kerstmis drie prijzen van f 500 elk worden uitgekeerd aan die drie leden van het Verbond die in den zin van het Journalistenbesluit de beste journalistieke bij dragen hebben geleverd in het belang der volksge meenschap. De prijs zal den naam dr. Goedewaa- genprijs krijgen. De vergadering werd o.m. bijgewoond door ir. van der Vegte, raadadviseur en jhr. de Ranitz juri disch adviseur van het departement van volksvoor lichting en'kunsten, Pressedezernent Janke, de heer von Fetter, Wouter Hulsteyn, persadviseur van den secretaris-generaal van volksvoorlichting en kun sten, W. Goedhuys, vice-voorzitter van het Ver bond van Nederlandsehe Journalisten en de leden van den raad van voorzichting Kars en Arts. De distributie van boter en margarine. DE HAAG, 3 Mei. Het Centraal Distributie kantoor heeft voor de inlevering van bonnen van de boterkaart en de vetkaart door winkeliers, die boter of margarine verkoopen, een regeling voor geschreven, welke afwijkt van de tot dusverre geldende. De aandacht van belanghebbenden wordt in dit verband gevestigd op een in de bladen op genomen officieele publicatie van den secretaris generaal van het departement van landbouw en vis- scherij. JUBILEUM A. GOVERS. De 3de Mei is een onvergetelijke dag geworden voor den lieer A. Govers, die veertig jaar pakhuisknecht bij de N.V. Dyserinck was. Des morgens was hij door de N.V. Dyserinck Zn. gehuldigd, en door de collega's, werd hem een prachtige rooktafel met bloemenmand aangeboden. In den loop van den dag kwamen vele bloemstukken en schriftelijke gelukwenschen binnen. De heer Martin sprak namens het Dudok de Wit Comité en bood den jubilaris de medaille met eerepalm aan. In Spakenburg vinden vele handen werk bij het zouten en rooken van pos, de kleine vischsoorte welke thans in groote hoeveelheden als voedingsmiddel wordt gebruikt. (Foto Pax Holland) Te Leiden weer examens. Universiteit blijft echter gesloten. 's GRAVENHAGE, 3 Mei. Het Rijkscommis sariaat maakt het volgende bekend: Op voorstel van den secretaris-generaal van het departement van opvoeding, wetenschap en cultuurbescherming heeft de commissarrs-generaal voor bestuur en justitie den rector-magnificus der universiteit te Leiden gemachtigd, om toe te staan, dat van heden af pro moties en examens aan de universiteit weer mogen plaatsvinden. In zoover er echter tot dusver publieke toegang tot de examens bestond, moet deze tot de naaste verwanten en vrienden beperkt worden. Ove rigens blijft de indertijd afgekondigde sluiting dei- universiteit tot nader order van kracht. Indien bij de voorbereiding en bij het plaats vin den van promoties en examens niet alles zal achter wege blijven, wat op eenigerlei wijze als tegen de bezettingsmacht en haar verordeningen gericht zou kunnen worden uitgelegd, zou het plaats vinden van promoties en examens dadelijk weer moeten worden gestaakt. Zes kinderen door bomaanval gedood. 's GRAVENHAGE 3 Mei. In den afgeloopen nacht vlogen enkele Engelsche vliegtuigen ons gebied binnen. De meeste bommen richtten geen schade aan. Te betreuren is echter een voltreffer op een boerderij, bewoond door een echtjaar met zeven kinderen; Van deze zeven kinderen werden er helaas zes gedood en één zwaar gewond. De eerste Meikersen ter ve —Op de groenten- en vruchtenveiling Uf-« en Omstreken werden Zaterdag de eerste v kersen aangevoerd door den heer J. van Vun Jr. van de kweekerij „Gruno" te Bunnik kersen werden verkocht door de firma Niem te Utrecht voor zestien cent per stuk. Tevenstva de eerste tomaten aangevoerd, die den prijs va cent per stuk opbrachten. EVANGELISCHE MAATSCHAPPIJ. Na van de oprichting in 1923 af als zoodanig te u-, gefungeerd, is ds. P. W. Foeken, Ned. Ilerv. predik,! Haarlem, thans afgetreden als voorzitter van de J ling van de Evang. Maatschappij. Zijn opvolger is dj. Spliethoff, Evang. Luth. predikant hier ter plaatse voorzitter van de afdeeling Deventer der Mij. Burgemeester van Sneek benoen 's GRAVENHAGE, 3 Mei. Het Rijksco® sariaat maakt- bekend: De Rijkscommissaris het bezette Nederlandsehe gebied verleende grond van par. 1 zijner verordening nr. 3 over de uitoefening van de regeeringsbevoegdhéi in het bezette Nederlandsehe gebied den burgen» ter van Sneek in de provincie Friesland, den"; L. Poppinga, eervol ontslag met toekenning' pensioen. In zijn plaats benoemde de Rijkscw» saris voor het bezette Nederlandsehe gebied' grond van par. 3 van zijn verordening nr. 108! (vierde verordening) over bestuursrechts maatregelen, ds. I. R. J. Schut te Schingen burgemeester van Sneek. WAT IK NIET LUST, ZAL 3» OOK NIET HEM (Teekeningen H. Kannega) „Woef! Woef! Woef! Geef mij wat Jantje, wat dat beest lust eet ik ook. Denk je. dat ik wil verhong'ren voor dat nare. grijze spook? Neen. maar! Is er niets meer over? At die kat dan alles op? Wacht, dan zal ik haar wel krijgen, dat stuk sluwe kattekop! Scheer je weg! Jij rattenvanger. Maar geef eerst eens even hier, wat je Jan hebt af getroggeld. Neen. het helpt je heusch geen zier. of je nu nog weg wilt rennen, 'k Haal je gauw genoeg weer. in. Hier dat brok! Ik zal je krijgen. Als ik eenmaal goed begin!" „Zeg eens beest, Was jij weer gulzig? Ben jij soms de vriend van Jan? Moet juist jij nu weer verorberen, wat ik niet verdragen kan? Maar dat duld ik niet, versta je! Jij bent jij, maar ik ben ik! Etenswaar is voor het hondje! Speel jij maar voor muizen- schrik." Zoo krijgt Teddy Trix ten slotte wat hij zich heeft toegedacht. Rustig gaat hij weer naar buiten, waar zijn baasje hem nog wacht. En die ziet dan vol verbazing hoe die, trouwelooze hond. alles wat hij poes ontnam ook zelf weer uitspuwt op den grond.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1941 | | pagina 6