cn
Hl
1
in
Een eigenaardige aanbieding
U ZIET
ER SLECHT UIT
Geen nood-, maar een
spaarmaatregei.
MAANDAG '12 MET 1941'
Dr. T. Goedewagen over hef
Journalisfenbesluif
Radiorede over vrijheid en
gebondenheid der pers
*s GRAVENHAGE, 11 Mei. Zaterdagavond
heeft de secretaris-generaal van het departement
van volksvoorlichting en kunsten, dr. T. Goede-
waagen, over beide zenders een rede uitgesproken
over het onlangs afgekondigde journalistenbesluit.
Men hoort, aldus de secretaris-generaal, vaak
zeggen: dat de vroeger vrije pers nu gebonden is.
Zoo eenvoudig is het echter niet. De pers is altijd
gedeeltelijk gebonden en gedeeltelijk vrij geweest.
Gebonden was de pers vroeger aan de kapitalis
tische rnacht der uitgevers, der directeuren en aan
deelhouders van een couranten concern of couran-
tenbedrijf. Zij waren het die ten slotte bepaalden
wat er in de krant kwam en wat niet en hoe iets
in de courant kwam. Gebonden was de pers vroe
ger aan de partijbesturen, die den journalist die
in hun dienst stond in hooge mate in zijn uitingen
beperkten. Gebonden was de perse aan de groote en
machtige adverteerders, die door hun orders ook
op den inhoud van het blad dat zij gebruikten ver-
strekkenden invloed konden uitoefenen en dezen
ook hebben uitgeoefend.
Binnen die grenzen was de pers echter vrij om
<te schrijven wat zij wilde. Die vrijheid was voor
waardelijk. Als men maar niet vriendelijk over het
Derde Rijk schreef, was men al schrijvende vrij.
De journalist kon zich uitleven op het papier,
zoolang hij zich aan de bepalingen hield. Gebon
denheid en vrijheid tegelijk dus: het een niet zonder
het ander. En nu na den tweeden Mei? Hier geldt
het zelfde.
Gebonden is de pers, maar niet meer aan ad
verteerder, partij of aandeelhouders, doch aan het
Welzijn van het volk. Dit legt haar begrenzingen
op, dit bindt haar, dit maakt haar tot dienaresse.
Inderdaad: ook nu mag de journalist niet meer
schrijven wat hij wil zonder meer. De overheid
zal hem scherp controleeren en zal maatregelen
tegen hem nemen, als hij zich verstout de volks
gemeenschap in gevaar te brengen door berichten
of artikelen, die van een geest getuigen die vol
gens de overheid volksgevaarlijk zijn, zooals bijv.
het aanstoken van haatgevoelens van volksgroepen
tegen elkaar, het krenken van de godsdienstige ge
voelens van anderen, het aantasten van de eer van
volksgenooten, zooals art. 13 van het journalisten-
besluit duidelijk formuleert. Gebonden is de pers
ook nu, maar niet het particulier belang geeft hier
de maatstaf aan. noch ook het partijbelang, doch al
leen het belang des volks als geheel.
Tegelijkertijd is de journalist vrij in zijn werk-
zaamheidè Dit is niet alleen zijn recht, maar ook
zijn plicht. De Nederlandsche pers zal in de toe
komst meer dan ooit zich er van moeten over
tuigen, dat zij een veelkleurig geheel is, dat niets
doodender is dan eentonigheid en gelijkschakeling.
Vrijheid van pers beteekent, dat zij een veelvormig
geheel wordt, dat binnen het 'geheel de bijzonder
heden naar voren komen. Vrijheid beteekent dat
er critiek mag zijn, voor zoover deze opbouwend
is en geen gevaar oplevert voor de volksgemeen
schap. Ook deze vrijheid is dus maar voorwaarde
lijk, maar de voorwaarden, hier bedoeld, worden
niet meer zooals voorheen door particulieren, maar
door de instantie van den staat bepaald. De journa
list wordt jreen staatsambtenaar, maar wel een
openbaar functionaris, die aan het volksver-band
verplicht en in vrijheid gebonden is.
U ziet wel: het is eenigszins oppervlakkig wan
neer men zegt dat de pers vroeger vrij en nu ge
bonden is. Men moet het zoo uitdrukken: vroeger
was het particularisme almachtig en was het een
recht en een plicht de bijzondere belangen boven
die van het volk te stellen, van nu af aan is de
volksverbondenheid almachtig en is er een recht en
een plicht het bestaan van net volk boven dat
van den particulier te stellen.
Het is geen wending van vrijheid naar gebonden
heid, maar een van particularisme en individualisme
maar gemeenschapsgedachte, naar volksche ver
bondenheid, die wij in het journalistenbesluit tot
stand willen brengen.
De pers is een cultureel goed een geestelijk or
gaan. Maar juist daarom is haar macht in de
huidige wereld zoo groot en zoo gevaarlijk. Ik ben
er van overtuigd, dat men een instrument, dat zoo
suggestief op het menschdom inwerkt, niet alleen
aan het particulier initiatief mag overlaten en dat
ook hier een voorwerp van aanhoudende zorg der
regeering ligt, dat om ordening roept. De pers is
de schuld van de psychische moeilijkheden, waarin
ons volk thans verkeert. De pers heeft een zware
schuld op zich geladen in de aflgeloopen jaren,
toen zij van dag tot dag neit anders deed dan
lasteren en ophitsen tegen alles en allen, die het
waagden te twijfelen aan het alleen zaligmakend
geloof aan de democratie en het individualisme. De
pers heeft het op haar geweten, dat ons volk ver
stard zit in een mentaliteit, die zich niet kan open
stellen voor de nieuwe ontwikkeling in.Europa en
in Nederland.
Hieraan komt thans een einde, het journalisten
besluit regelt het beroep van den journalist en
de toelating daartoe nauwkeurig. Na den inhoud
van dit besluit in het kort te hebben opgesomd,
vervolgde spreker: Gebondenheid en vrijheid, plich
ten en rechten, zooals vroeger, maar het nieuwe
in dit alles is het doel en de geest van het be
sluit. Dit doel is: de Nederlandsche pers op een
hooger peil te brengen ten bate van de geheele
volksgemeenschap, ten bate van de openbare
meening, waai-van men thans niet zeggen kan, dat
zij er gelukkig aan toe is. Hoe sterker een orgaan
des volks als de pers zich van zijn verantwoorde
lijke, taak bewust is en weet waarom het gaat, des
te edeler zal het zich ontwikkelen. Des te meer
zal ons volk van zijn persvoorlichting profiteeren
en met des te opener blik zal het de toekomst in
kijken, vertrouwend en op zichzelf en op den gang
ALS uw lever niet voldoende
LEVER-GAL afscheidt.
lederen dag moet uw tever een liter iever-gal in uw
ingewanden doen vJoeien. Wanneer deze stroorr var
lever-ga! onvoldoende is. verteert ^iw voedsel niet, h*
bederft. U voelt u opgeblazen, u raakt verstopt, Uv
lichaam is vergiftigd, li voelt u beroerd en ellendig
u ziet alles zwart.
De meeste laxeermiddelen zijn slechts lapmiddelen,
moet CAJtTER'S LEVER-PILLETJES nemen oir
deze liter lever-gal vrij Ie doen vloeien en u zult u ee-
geheel ander mensch voelen. Onschadelijk, plantaardig,
zacht, onovertroffen om rle lever-gal te doen vloeien
Eischt Carter's Lever-Pilletjes bij apothekers en
drogisten f 0.75.
LEVE R - P 1 LL ET JE S
(Adv. Ingez. Med.)
der dingen, die zich over ons en door ons vol
trekken.
Wij willen in het journalistenbesluit onze pers der
toekomst tot drager maken van een herleving, een
psychische herleving wel te verstaan van ons volk.
De pers is ons een aanhoudend voorwerp van zorg
der regeei-ing. Het besluit is een middel, maar het
doel is een geestelijk gezond geworden volk.
(A.N.P.)
Geen slachtoffers van Engelsche
luchtaanvallen.
's-GRAVENHAGE, 10 Mei. In den laatsten
nacht was het Engelsche luchtwapen actiever. Men
vloog echter op groote hdogte cn wierp de bommen
doelloos en willekeurig uit. Zoodoexxde werd slechts
geringe schade aangericht. Gelukkig zijn er ook
geen dooden of gewonden te betreuren. In een doi-p
in het Westen van het land werd helaas een kerk
hof getroffen. Tal van graven en grafsteenen wer
den beschadigd. In de omgeving liepen ongeveer
honderd woonhuizen door den luchtdruk glasschade
op. Op een andere plaats werd een boerderij zwaar
beschadigd, een andere licht. (A.N.P.)
Waakt tegen hosch. cn heidebrand.
De directeur van het Staatsboschbeheer schrijft
o.rn.: Het gevaar voor bosch- en heidebranden is
dit voorjaar bijzonder groot. Door het schrale weer
van de afgeloopen week is buiten alles kurkdroog.
De heide is immers nog dor en het buntgras nog
niet ontloken. Vooral deze gewassen zijn in het
vroege vooi'jaar x-eeds na een paar dagen van
droogte uiterst gemakkelijk ontvlambaar. Men
zij daarbij in bosch en heide uiterst voorzichtig met
vuur.
Wij weten allen, dat er op het oogenblïk in ons
land een nijpende houtsehaarschte heerscht. Minder
dan ooit mag thans door boschbi'and hout verloren
gaan.
Een achteloos weggeworpen lucifer of een eindje
sigaret kunnen de kleine oorzaken zijn van een
niet te stuiten brand. Helpt door bijzondere voor
zichtigheid thans allen mede, bosch- en heide
branden te voorkomen.
De groote riet- cn biezenvelden bij Blankenham zijn geheel droog en om naar
het nieuwe land in den Nooi-d-Oostpoldcr te konxen moet een heel eind door de
hooge stengels worden gewandeld.
(Foto Pax Holland)
Slot defect? Tel. 11493
DeSleute!specialist,L.Veerstr.lO
(Adv. Ingez. Med.)
Intrede Ds. I. P. van der Waal
tc Haarlem.
Zondagmorgen werd in de Groote Kerk te
Haarlem Ds. I. P. van der Waal, predikant ibjj de
Ned. Herv. K^k te Hengelo, die in de vacature
Dr. J. Weener naar Haarlem beroepen werd, in
zijn ambt bevestigd door zijn vader den emeritus
predikant Ds. W. van der Waal. De belangstelling
was heel groot. Tot tekst had hij gekozen Titus 2
vers 15: „Spreek dit, en vermaan en bestraf met
allen ernst. Dat niemand u verachte".
Na de bevestiging zong de gemeente den
nieuwen predikant de zegenbede uit Psalm 134 toe.
Zondagavond zeven uur deed Ds. I. P. van der
Waal in dezelfde kerk zijn intrede. Ook nu was de
belangstelling zeer groot. Aanwezig waren o.a. de
heer H. Franken Jr., president-kerkvoogd en
eenige andere kerkvoogden. Verder eexx groot aan
tal pi'edikanten. Dr. J. Weener, die gaarne aan
wezig" had willen zijn, was door ongesteldheid
vex'hinderd.
Nadat de verzen 1 en 3 van Psalm 95 gezongen
waren en Ds. Van der Waal de Geloofsbelijdenis
had voorgelezen, gevolgd door het zingen der ge
meente van Gezang 3 vers 2, las hij het eex;ste
hoofdstuk van den eersten brief van den apostel
Paulus aan de Corinthen. Daarna ging hij in het
gebed voor.
„Door Gods genade en wonderlijke leiding mag
ik op dezen avond voor het eei-st op den kansel
staan als predikant van Haarlem en mag ik u".
zei de predikant, „aanspreken als „mijn" ge
meente. U zult kunnen begrijpen, dat mijn ge
dachten nog eens terug gaan naar mijn vorige
gemeente, waar ik met mijn gezin acht jaar lang
mee in lief en leed vei'bonden ben geweest, vooral
na 10 Mei van het vorig. jaar. Het afscheid van de
gemeente is niet gemakkelijk voor mij geweest:
ik was er als het ware mee samengegroeid. En
toen ik op dezen avond door de straten van
Haax-lem wandelde, wex-d £k getroffen door het
groote vei-schil tussehen mijn vorige gemeente en
Voor de Kinderen
(Teekenlngen H. Kannegieter).
TEDDY ZORGT VOOR VERRASSINGEN, MAAR...
Maar dat is nu niets voor Teddy, hij ver
stopt zich in een hoek. En zoodra de kamer
leeg is, gaat hij fluks op onderzoek,
't Grootste pak maar eerst; een trommel,
die is vast bestemd voor Piet. „Wacht, ik
ga hem even brengen, dan vergeten zij hem
niet."
Kleine Piet staat vreemd te kijken, als de
hond daar binnenstapt met een trommel in
zijn bek ,dat is iets, waar hij niemendal van
snapt. Maar, hij vindt het speelgoed prach
tig, neemt het graag van Teddy aan. Voordat
hij nog kan bedanken, is Trix weer op stap
gegaan.
Haarlem. Hengelo is van een dorp uitgegroeid tot
een groote en levendige fabrieksstad. En nu sta
iik op den ihistorischen kansel in deze kathedraal,
waar men een klein mensch wordt, zoodra men
er binnenkomt, hier spreken de eeuwen mee. Ja,
dat is wel een schei-pe tegenstelling. Maar van
Gods kant gezien bestaat er geen vei-schil. Het
evangelie van Jezus Christus, dat overal en altijd
hetzelfde is, bindt ons. Het doet er niet toe, waar
God ons brengt, als we maar gehoorzaam zijn;
als we maar kunnen voelen, dat we weer een
houvast hebben. Dit gaf mij kracht om mij los te
maken van wat mij lief was. Toen ik voor den
tweeden keer een beroep naar Haarlem ontving,
durfde ik niet meer te weigeren. En men moet
dan ook niet denken, dat ik uit Hengelo weg ging.
omdat ik het daar niet goed gehad zou hebben,
want God heeft mijn werk daar rijk gezegend;
er mocht een rijke oogst worden binnengehaald.
Toen ik weer een beroep naar Haarlem ontving,
was er een stem in mij, die zei: „nu moet je gaan;
je mag niet ongehoorzaam zijn; God heeft het
gewild". Als wij den weg gaan, dien God ons wijst,
dan zal alles goed gaan. Mijn vader, die mij in
mijn beide vorige geiVieenten in mijn werk heeft
ingeleid, mocht het ook in Haarlem doen. Ik ben
God dankbaar, dat Hij dit voorrecht aan ons
beiden geschonken heeft. God heeft niet alleen
een plan met de wereld, maar ook met een klein
menscihenleven. Ik kom niet in Haarlem met een
bijzondere boodschap; ik heb ook geen program
ma; daarvoor ben ik niet belangrijk genoeg. Ik
ben alleen een eenvoudig dienaar van God, die
alleen het evangelie behoeft te brengen, maar dan
ook met liefde, overtuiging, met overgave des
hai*te en met enthousiasme. Ik ben overtuigd, dat
er. ook in Haarlem, duizenden zijn, die snakken
naar het woord van God".
Ds. Van der Waal hield daarop een predikatie
naar aanleiding van het Bijbelboek Galathen 1
vers 11: „Maar ik maak u bekend, bi-oeders, dat
het evangelie, hetwelk van mij verkondigd is, niet
is naar den mensch".
De predikant zei, dat hij bij het brengen van
het evangelie misschien wel eens hard en scherp
zal zijn, maar het evangelie is óók scherp. „Wij
moeten nu eenmaal door de nauwe poort gaan
om het eeuwige leven te erven."
Aan het eind van zijn predikatie richtte Ds.
Van der Waal zich tot zijn vader, die hem al drie
maal heeft mogen bevestigen. „Ik ben dankbaar
dat God u dit voorrecht geschonken heeft en ik
weet dat het voor u iets onvergetelijks is geweest,
dat u het 's morgens op dezen kansel 'hebt mogen
doen." Spi-eker bad God, dat Hij aan Dr. Wee
ner de sterkte en kracht mag geven om voor
vrouw en kinderen gespaard te blijven. Hij 'hoopte
op een prettige samenwerking met de collega's,
met den Kei-keraad en het kiescollege, dat hij
dankbaar was voor het in hem gestelde vertrou
wen om hem voor de tweede maal naar Haai-lem
te beroepen. Hij dankte voor de nu reeds onder
vonden hartelijkheid van den heer Franken en
andere kerkvoogden en voor het vriendelijk wel
kom van vele vereenighigen en van de collectan
ten. Hij dankte de gemeenteleden uit Hengelo,
die de verre en moeilijke reis uit Hengelo gemaakt
hadden om deze intrede bij te wonen, „Dat is een
bewijs, dat de banden tussehen ons sterk zijn ge
weest", zei spreker, die zich tenslotte tot de ge
meente van Haarlem richtte. „Wij zullen aan
elkaar moeten wennen, maar het evangelie zal ons
binden, vooral in dezen moeilijken tijd".
De dienst, die door den heer George Robert met
schitterend orgelspel gewijd werd, eindigde met
het staande zingen van Gezang 264 vers 4. Na
afloop bestond er in de Kerkeraadsfcamer gele
genheid met den nieuwen predikant kennis te
maken.
De politie te Ede heeft bij een inval clan
destien geslacht vleesch, een partij rogge en elf
vaten machine-olie met een inhoud van onge
veer 1200 L., in beslag genomen. De Lunteren-
sche politie ontdekte bij een zekeren D„ vei-bor-
gen in den grond, 100 weckflesschen met fraudu
leus geslacht vleesch. Bij D. werd ook nog een
partij koffie, thee, en zeep gevonden.
Het inzamelen van
afvahtofft
'S-GRAVENHAGE, 10 Mei i A.N.p
afzienbaren tijd zal in bijna alle platen
geveer 20.000 inwoners en meer de or^0li
van de ophaaldiensten voor oude
afvalstoffen, voorzoover deze voor deïw
sche industrie waarde hebben, haar l
ben gekregen.
Weet nu de huisvrouw wat straks
wordt verlangd? In de overtuiging, da
moeders deze vragen noch niet of
deele kunnen beantwoorden, wendde'-er,
teur van het A.N.P, z.ioh dezer dagen tot h a
recteur van het rijksbureau voor oude mat
en afvalstoffen, den heer J. H P. van
Er zullen folders worden gemaakt zoo 7^n
heer van Haaren, waarin op aanschoSf^
wijze de beteekenis van afvalstoffen voor rt -
dustrie zal worden weergegeven en - -
haj
jjeie hui
worden welke afvalstoffen "wèl en welke 1°
de vuilnisemmer mogen worden gegooid -!
folders zullen in de plaatsen, waar de nJ*
dienst zal gaan werken, huis aan huis *1?"
verspreid. Dezer dagen is besloten aan
der een bon te bevestigen. Door deze bon
sturen komt men gratis in het bezit van'
brochure, welke door mijn bureau wordt nil
ven en waarin op zeer aantrekkelijke "wijze
uiteengezet wat er precies met de T0!
oude rommel" gebeurt en welke industrïï
ducten er van gemaakt worden. f
In het algemeen zal de huisvrouw viif
afval niet mogen wegwerpen, maar aan denk
der, die regelmatig aan huis zal komen mf
afgeven, uiteraard in de eerste plaats hét on
papier (kranten, tijdschriften, carton don-
pa kpapieraf val, papiersnippers en verder J,
papiei-afval)men doet het beste en tevens i
gemakkelijkste door dit soort afval in een sdI:
daarvoor bestemd -kistje of mandje te verwn
len. 0011
ge-ordj
k
Oud papier, dat vet of erg smerig i
alsmede cellophaanpapier heeft voor l„ UiU„
geen waarde en behoeft dus niet bewaaróTe-
den. Dit waardelooze papier kan men Into
heel goed voor andere doeleinden gebruiken
voqr het aanmaken van de kachel.
Een tweede mandje of kistje bestemme men?
lompen. Zelfs het kleinste en vuilste sta
linnen, katoen, wol, zijde, kunstzijde, jute fa
om elk stukje weef-sel heeft voor deint"
waarde, niets mag dus verloren gaan. Van env
beteekenis is, dat de afvalstoffen, welke door
leurder worden meegenomen, niet door el
worden gehaald.
Gebroken glas moet apart bewaard wordei
Oud ijzer, zink, lood, koper, tin,
vormen de derde soort, welke vei-zameld rc
worden, hiertoe behooren ook leege consent
blikjes. Ook deze afvalstoffen en alle daaruitt
vaardigde voorwerpen, die niet meer gebra
worden, moeten apart bewaard worden. Menl
stemme hieiwoor dus een vierde mandje of kis
Bestem tenslotte een vijfde mandje of kit
voor al de andere „ou de r omme 1",z®
b.v. gebruikte of versleten fiets- en autoband
gummislang, rubber-goed. enz., celluloid,
oude borstels, veeren, linoleum, kortom aiiesi
voor de huishouding geen waarde meer bee!'.
Er zijn dingen, waarvoor de leurder betaalt.)
tuurlijk heeft de man de goederen lieven
niets, maar evengoed wil hij er een
ovei-stellen.
Op deze wijze kan en zal worden fee
dat allen meewerken aan het welslagen van i
ophaaldienst in het belang van de Nederlands»
industrie.
Het vei*zamelen van afvalstoffen is geennoo
maar een spaarmaatregei. Waarom m
materialen, wanneer de oude nog te gónib
zijn? Vooral de brochure zullen de kiiiderengui
moeten lezen. Zij zal op de scholen moeten w
den besproken.
Tenslotte is het goed er nog eens op te wj
zoo besloot de heer van Haaren dat w
de afvalmandjes of -kistjes geborgen moet
den, niet in de vuilnisbak of aschemmer won
weggeworpenDit mag beslist niet. Het
in het oude materialen- en afvalstoffenbesh
uitdrukkelijk vei-boden. Wordt deze raad niet
gevolgd, dan kan er procesverbaal worden
vemaakt. De reinigingsdienst zal bovendien1
geren de vuilnis- of aschexnmers te ledigen,
dien daarin oud goed of afvalstoffen voorkom
die in de genoemde mandjes of kistjes in
hooren.
Personeel van den lucht-
bescherm in ^dienst.
Overdag mag geen loonarbeid worden verrid
De secretaris-generaal van het. departement
binnenlandsche zaken heeft aan de burgemeai
geschreven: Van verschillende zijden bereikte!
de klacht, dat personen, die ingedeeld zijn bij
vaste kern van den luchtbeschermingsdienst eni
nachts 10 uren dienst doen, overdag bij particuliei
werkzaamheden verx-ichten in loondienst. Deze ha
delwijze komt mij niet juist voor. Indien toch h
personeel overdag een volle dagtaak verricht, fc
het des nachts niet voldoende capabel zijn om zi
taak naar behooren te volbrengen. Afgescheias
biervan kunnen de hierbedoelde personen niet ms
als weiklooze kostwinners worden aangemerkt,
In dit verband hiermede wordt door mij b
paald, dat bovenbedoeld personeel overdag
ai-beid in loondienst mag verrichten bij particulk
ren. Ik moge u verzoeken het personeel ter al
in te lichten en tevens mede te deelen, da!
overtreding ontslag uit den luchtbeschermingake
zal moeten volgen.
door MABEL-GRUNDY.
Vertaald door
E. GRIESE-KETS DE VRIES.
47)
En dan weer: hoe legde Quinton eiken dag den
afstand naar en van het Bramling station, af? Nam
hij de „bokkingbus" omgebouwde vrachtwagen,
of een taxi, of liep hij naar en van het station?
Quinton zelf beantwoordde deze vraag recht
streeks en onmiddellijk, bijna nog vóór ze gevormd
was, door plotseling langs den weg beneden haar
aan den voet van Common op een motoi-fiets voor-
bij te suizen.
Whiff wreef haar oogen uit. Ze kon nauwelijks
haar oogen gelooven en zou het niet voor waar
hebben gehouden, ware daar niet het feit, dat
Quinton haar groette, terwijl hij langs reed.
Quinton op een motorfiets! Dus op die manier
loste hij de moeilijkheid van zich verplaatsen op!
En hij had er een aangeschaft heeiemaal ,.op zijn
eentje", zonder wel, wie dan ook te raadplegen!
Zij voelde zich bijna woedend en haar voetstappen
versnelden zich merkbaar, toen zij langs de Com
mon liep in de richting, die Quinton genomen had.
Michael, die in de buurt een strooptocht onder
nam, op zoek naar iets belangwekkends, dat zich
zou kunnen voordoen een kat, een veldmuis of
iets dergelijks dook vroolijk naast haar op. toen
hij haar herkende: maar zij streelde alleen zijn kop
en hij wist, dat zij hem niet gezien had, dat zij zich
niet bewust was, dat hij er was dus ging hij
met een peinzenden blik van teleurstelling zijns
Weegs.
„Ik vind, dat hij het mij wel had mogen ver
tellen", mompelde Whiff. „Daar is hij weer...."
Quinton schoot met groote snelheid voorbij en
ditmaal wuifde hij op zoom overmoedige manier,
dat het Whiff binnenshuis en met een afschuwe
lijk humeur naar bed dreef.
HOOFDSTUK XXXIII.
Het was de avond van Whiff's vertrek. Zij
zou naar Salcombe gaan. Een brief van „een dame"
aldaar, die kamers vei'huurde, deed haar tot Sal
combe besluiten. Zij mocht dien brief zijn stijl
en wat hij te vertellen had; en het huis der „dame"
was van een aantrekkelijke draaibaai-hëid, die het
in staat stelde de zon in haar dagelijkschen loop
te volgen. Hier volgt hetgeen mevrouw Pump, de
de dame, zei:
Ik heb 2 mooie kamers, 1 aan de
voorzijde die i-egt op zee kijkt en 1 aan
de agterkant, allebei de heele dag zon.
Mijn koken word uitstekend gevonden.
1 van mijn heeren had vorige zomer 2
galaanvallen doordat hij te veel gegeten
had. Mijn prijs is billijk e« ik houd toi
Ougustus het keukenvuur an. Ik ben
vriendelik en raak niet dikwels uit myn
hum. Een tijdig antwoord zal me ver-
pligten.
Hoogagtend,
Mevrou Pump
Het denkbeeld een kamer die recht op zee kijkt
en nooit zonder zon is trok Whiff aan gelijk een
magneet: en de verzekering van mevrouw Pump.
dat zij niet vaak uit haar humeur was, speelde
ook een rol; evenals haar eerlijkheid. Een oneerlijke
vrouw zou te kennen hebben gegeven, dat zij
nooit uit haar humeur was; niet aldus mevrouw
Pump, die, zich ten volle de zwakheid der men-
schelijke natuur herinnerend, niet van plan was
zich over te geven aan onmogelijkheden; daarom
kon Whiff het nemen of laten, maar een redelijke,
speling voor den aard van haar humeur moest haar
toegestaan worden.
Whiff was kant en klaar voor de i-eis: zij zou
den volgenden morgen vroeg vertrekken en nu, om
acht uur, ging zij op weg om bij Quinton afscheid te
r.emen. Telkens en telkens had zij bij zichzelf ge
zworen, dat ze geen afscheid zou nemen. Zij had
hem, behalve in de verte op zijn motorfiets, niet
gezien sinds den middag, toen hij haar gezegd had
te moeten gaan, en vlug; toch voelde zij, dat zij
hem niet uit haar leven kon laten gaan zonder één
woord van vaarwel. Hij was zoo heel erg goed voor
haar geweest, zoo vriendelijk. Zijn kleine gaven
bleven dag na dag komen, en demonstreerden haar
ondanks zijn afwezigheid, dat haar beeld voor goed
in zijn ziel gegrift was-. Zij was onredelijk, wist zij,
om geraakt te zijn over zijn weigering, het behoud
van zijn zelfbeheersching te riskeeren, wanneer
hij in haar nabijheid was. Waarom zou hij hel
riskeeren? Waarom pijn lijden, die vermeden kon
worden? Zoo, resoluut haar trots prijsgevend, zette
zij haar hoed op en zocht haar weg voor de laatste
maal langs het. pad, dat zich naar den voet van de
Common slingerde en begaf zich naar De Zuid.
De avond was heel lieflijk. De betoovering van
een vx-oegen zomer was alom. Bloemen en gras
vulden de lucht met een ijl parfum. Rozen stonden
in kleine landhuistuinen. uit de heggen vlogen
merels, onder het uitstooten van hun verschrikte
kreet als er iemand naderde. Haar hart begon hef
tig te kloppen, toen zij het witte hek van Quintonrs
tuin opende en het erf opliep. Het grasveld terzijde
was pas geschoren, de pei-ken waren gevuld mei
een overvloed van bloeiende anjelieren en de rho
dodendrons, die hun besten tijd gehad hadden,
waren met zorgelooze ongedwongenheid bezig hun
prachtige bloembladen op den grond te strooien,
waar ze bleven liggen, een opeenhoiping van rose
en wit in schoone harmonie.
Niemand was er te zien. Absolute stilte heerschtr
over de plaats. Whiff's eigen voetstappen bonsden
deur met de belknop in haar hand. al haar krachi
verzamelend om er aan te trekken. Toen liet zij
hem los. Het hevige kloppen van haar hart vertelde
haar dat, als Panton in antwooi-d op het geluid zou
verschijnen, zij niet in staat zou zijn woorden te
vinden om te vragen, of Quinton er was dat wi
zeggen, kalme woorden. Geluid van een zekere
soort zou zij wel aan haar keel weten te ontwringen,
maar niet de toon, waaraan Panton bij bezoekers
gewend was. Zij besloot om te loopen naar den
zijkant van het huis, waar Quinton's bibliotheek
gelegen was. Hij kon bij het raam zijn of buiten
aan het werk bij een van de nieuwe bloembedden.
Op geluidloze voeten liep zij op haar teenen
voort. Hij was niet bij het raam. Heel brutaal
gluurde zij naar binnen. Daar zat hij, alleen, en
haar hart kromp ineen van medelijden en pijn bij
het zien van hem. Hij was gezeten op een hai-den.
rechten ttoel voor zijn schrijftafel, zijn oogen recht
voor zich uit stai-end. Zijn heele hoxjding was ex-
een van de diepste neerslachtigheid en drukte ter
zelfder tijd gespannen verwachting uit. Het kwam
Whiff voor, alsof hij naar iets luisterde, op iets
wachtte. Zij besefte niet, dat zij voor luistervink
speelde, terwijl zij hem stond gade te slaan en zij
werd overmand door een zonderling gevoel, dat zij
daar moest blijven voor het geval hij haar noodig
had. Er rees een beschermend gevoel in haar op, een
gevoel, dat een moeder kan voelen voor een hulpe
loos kind.
Er hing iets onbestemds in de lucht zij wist
niet wat maar zij was er vast van ovei-tuigd, dat
zij, als zij wachtte, hem op onvooi-ziené wijze van
dienst zou kunnen zijn. Zij was van natiii-e niel
bijgeloovig, maar zoo dringend was de aanmaning
in hadi- binnenste om te blijven, dat zeven paarden
haar niet van haar plaats hadden kunen ti-ekken
Geluidloos leunde zij tegen 't raamkozijn, half ver
borgen door een goi-dijn binnen en wachtte. Haar
oude eigenschap van geduldig wachten was haar
in haar keel. Een oogenblik ;-,tond zij bij de voor- I nooit beter te pas gekomen. Quinton bleef steeds
in dezelfde houding zitten Minuten gingen rad
De sti-akheid vn zijn trekken werd dieper.
Eindelijk keek hij op en staai'de naar de osi
Hij veranderde van houding, hij had blijité
iets gehoord. Nu stond hij, zijn hoofd achter*
geworpen, zijn handen om zijn schrijftafel gekl®
Hij herinnerde Whiff aan een plaat van e""
verdedigend dier.
Een geluid verbrak de stilte, het geluid vans
menschelijke stem Whiff schrok zoo hevig,
zij bijna door het raam tuimelde: „Christopher
riep de stem, „Christopher! Waar ben je?"
Het was de stem van tante Sophia!
Het volgende oogenblik ging de deur open 8
tante Sophia zeilde majestueus de kamer ir
Het was Whiff nooit heeiemaal duidelijk,
zij in de kamer gekomen was, hetzij door het raa
of door de voordeur of allebei. Alles wat nadernsfl
in haar geheugen bleef gegrift, was, dat zij hete®
oogenblik buiten de kamer en het volgend oogent
er in was, schouder aan schouder met <3u'n|0Djj.
met uitdagende blikken naar tante Sophia staarc
De oude dame hijgde beslist van woede.
„U?"
„,Ja, en U?"
Tante Sophia liet zich in een leunstoel va_^
„Hoe dui-ft u een dergelijke vraag tot mijfe ri®
ten? De brutaliteit! Ik ben hier met het recr»
het recht van tantes! Wat. hebt u in het huis
mijn neef te maken?" t
.Ik ben hier met het nog veel grooter r
van zijn aanstaande vrouw!"
Het was schitterend, de manier waarop
zich bij het uitspreken van deze woorden w
en met haar hoofd achterover geworpen
hoogoP*
c via
gericht onvervaard in de oogen van tante^^0?^
blikte; en even schoon was het, toen zij
een licht gebaar van nederigheid en overga
Quinton wendde en Haar handen in de zijne 0
(Slot volgt).'