Victoria-Water Handhaving van den arbeidsvrede Onder valsche vlag V R IJ D A G 23 MEI 1941 Deelneming aan staking kan met vijf jaar gevangenisstraf gestraft worden 's GRAVENHAGE, 21 Mei. In het verordenin genblad is opgenomen een verordening van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied betreffende de handhaving van den arbeids vrede. Deze verordening luidt als volgt: Artikel 1. (1)Hij die deelneemt aaneen staking of werknemers uitsluit, wordt gestraft met gevaneenfariraf van ten minste een jaar, doch van ten hoogste vijf ja ren, in ernstige gevallen met tuchthuisstraf van ten minste een jaar. doch van ten hoogste vijftien jaren. (2) Met dezelfde straffen wordt gestraft degene, die als werkgever in overleg met de in het bedrijf werkzame werknemers een bedrijf geheel of ten deele stillegt. wanneer dit stilleggen niet gegrond is op de eigen belaneen van het bedrijf. (3) Poging is strafbaar. Artikel 2. Hij die tot een ingevolge artikel 1 strafbaar feit aanzet of die anderen bij het opnemen van het werk verhindert, wordt gestraft met tuchthuisstraf van ten minste een jaar, doch van ten hoogste vijf tien jaren. Artikel 3. Is een feit, als bedoeld in de artikelen 1 en 2, buitengewoon ernstig, dan kan levenslange tucht huisstraf of de doodstraf worden uitgesproken. Artikel 4. Feiten, als bedoeld in de'artikelen 1 tot en met 3 zijn delicten in den zin van par. 2, tweede lid, van de verordening no. 52/1940 betreffende de Duitsche rechterlijke macht voor strafzaken. Deze verordening treedt heden in werking. (A. N. P.) Maatregelen tot handhaving van de openbare orde 's GRAVENHAGE, 21 Mei. Verschenen is een verordening van den Rijkscommissaris voor het be zette Nederlandsche gebied, houdende maatregelen tot handhaving van de openbare orde. Hierin wordt het volgende bepaald. Artikel 1. Hij die werkzaamheden verricht voor een politieke partij, welke is ontbonden of aan welke verdere werkzaamheid in het bezette Nederlandsche gebied is ontzegd, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten minste een jaar, doch van ten hoogste vijf jaren, in ernstige gevallen met tuchthuisstraf van ten min ste een jaar, doch van ten hoogste vijftien jaren. Artikel 2. (1) Hij die Duilschvijandige geschriften, afbeeldin gen of zoodanige andere voorwerpen vervaardigt, doorgeeft, in voorraad heeft om door te geven of tot dit doel bij zich heeft wordt gestraft met ge vangenisstraf van ten hoogste vijf jaren en met geld boete van ten hoogste vijftigduizend gulden of met een dezer straffen. (2) Poging is strafbaar. f3) In buitengewoon ernstige gevallen kan tucht huisstraf van ten minste een jaar, doch van ten hoogste vijftien jaren, en geldboete tot een onbe perkt bedrag worden opgelegd. (4) Hij aan wiens schuld te wijten is dat een feit, als bedoeld in het eerste lid, door hem wordt be gaan, wordt gestraft met gevansensstraf van ten hoogste twee jaren en met geldboete van ten hoogste twintig duizend gulden of met een dezer straffen. (5)De Rijkscommissaris voor het bezette Nederland sche gebied (commissaris-generaal voor de openbare veiligheid) houdt zich het recht voor om in bijzon derlijk met redenen omkleede gevallen op verzoek of van ambtswege dispensatie te yerleenen van het verbod om voorwerpen, bedoeld in het éerste lid, door te geven of in voorraad te hebben. Artikel 3. (1) Het onder zich hebben van Duitschvijandige vlugschriften, afbeeldingen of ander Duitschvijandig propagandamateriaal wordt gestraft met gevange nisstraf van ten hoogste drie jaren en met geldboete van ten hoogste dertigduizend gulden of met een dezer straffen, voor zoover niet ingevolge artikel 2 een zwaardere straf is verbeurd. (2)Hebben openbare bibliotheken, bibliotheken van inrichtingen, stichtingen of instituten, volks- of uit leenbibliotheken, uitgeverijen of de boekhandel voor werpen, als bedoeld in het eerste lid, in beheer ot voorhanden, dan is het aldaar bepaalde slechts van toepassing, voor zoover zulks bij beschikking van den rijkscommissaris voor het bezette Nederland sche gebied (commissaris-generaal voor de open bare veiligheid) is verboden of voor zoover met de ze voorwerpen in strijd met een door hem gegeven bevel wordt gehandeld. Artikel 4. Duitschvijandige betoogingen van eiken aard wor den, voor zoover niet ingevolge andere bepalingen een zwaardere straf is verbeurd, gestraft op de wiize. als vermeld in artikel 2. Ariikel 5. (1) Voorwerpen, welke bij het plegen van een straf baar feit. als bedoeld in de artikelen 2 tot en met 4. zijn gebruikt of daarvoor zijn bestemd, kunnen wor den verbeurd verklaard of onbruikbaar gemaakt, ook dan, wanneer zij noch aan den dader, noch aan een persoon die aan het feit heeft deelgenomen, toe- behooren. (2) Kan de vervolging of de veroordeelmg van een bepaalden persoon niet plaats vinden, dan kan,on afhankelijk daarvan, de verbeurdverklaring of de onbruikbaarmaking worden bevolen. Feiten, als bedoeld in de artikelen 1 tot en met 4. Teneinde het vochtgehalte in de groente- en fruitkassen op peil te houden, moet regelmatig gesproeid worden, een arbeid, die zeer veel zorg vereischt. (Foto Pax Holland) zijn delicten in den zin van par. 2, tweede lid, van de verordening no. 52/1940 betreffende de Duitsche rechtcriiiiïp macht voor strafzaken. Artikel 7. Deze verordening treedt heden in werking. (A.N.P.) Inschrijving van motorrijtuigen voor goederen- of veevervoer. 's-GRAVENHAGE, 19 Mei. De aandacht van alle houders van motorrijtuigen, opleggers en aan hangwagens, geheel of gedeeltelijk ingericht tot het vervoer van goederen of vee, alsmede van motor rijtuigen, uitsluitend bestemd tot het voortbewegen van opleggers of aanhangwagens, uitgezonderd landbouwtractoren, wordt gevestigd op hun ver plichting om van die voertuigen vóór 22 Mei 1941 op een bij de distributiediensten verkrijgbaar for mulier aangifte te doen. Niet nakoming van deze verplichting kan worden gestraft met hechtenis van ten hoogste één jaar of geldboete van ten hoogste f 10.000, alsmede met verbeurdverklaring van het voertuig. Evenwel zullen, in verband mei een bij het drukken ondervonden vertraging, alle formulieren, welke blijkens het poststempel uiter lijk 24 Mei a.s. aan de> post werden toevertrouwd, als tijdig opgezonden worden aangemerkt. Afwezigheid of onbruikbaarheid van bepaalde onderdeelen, dus ook van banden, ontheft niet van de verplichting om het motorrijtuig te doen inschrij ven. Slechts motorrijtuigen, die in zoodanig en staat van onbruikbaarheid verkeeren, dat dientengevolge herstelling of wederingebruikneming uitgesloten is. komen op dien grond niet voor inschrijving in aan merking. Ook behooren niet voor inschrijving te worden aangegeven motorrijtuigen van bijzondere inrichting, welke niet bruikbaar zijn voor vervoer van goederen of vee, zooals brandweerauto's, reini gingsauto's, reparatie-, takel- en kraanwagens en dergelijke. Personenauto's en autobussen blijven uiteraard eveneens buiten de inschrijving. HAARLEMSCHE RECHTBANK Verdacht van verduistering. In de dagvaarding was een 32-jarigen Haarlem- schen rechtskundigen adviseur ten laste gelegd, dat hij van een deurwaarderskantoor waar hij werkzaam was geweest, door verkeerde boekingen een bedrag van totaal f 261.55 had verduisterd. De verdachte ontkende zich aan dit feit te heb ben schuldig gemaakt. Hij beriep er zich op, dat hij de verkeerde boekingen had gedaan in opdracht van den jongsten firmant het deurwaarderskhn- toor werd gedreven door vader en zoon en dat hij zich nooit zelf een bedrag had toegeëigend. De zoon van den deurwaarder ontkende evenwel dat hij den rechtskundigen adviseur ooit opdracht had gegeven dergelijke verkeerde boekingen te doen. Vervolgens werden door de Rechtbank ver schillende boekingen uitvoerig behandeld waarbij eenige getuigen, die op het deurwaarderskantoor werkzaam waren geweest, verklaringen aflegden. Zoo bleek, dat de rechtskundig adviseur ook een maal een haard geboekt had voor f 90, terwijl die haard nooit was geleverd. Verdachte: Ook dat heb ik in opdracht van den jongen deurwaarder gedaan. Pres. tot deurwaarder: Wist u daar niets van. Get.: Nee, ik heb het pas van de politie gehoord. Pres.: Maar controleerde u de boeken dan nooit? Get.: Nee, dat deed ik het laatste jaar niet ge regeld. Een kantoorbediende die ook op het deurwaar derskantoor had gewerkt had nooit den indruk gehad, dat de verdachte zich aan oneerlijke han delingen had schuldig gemaakt. De Officier achtte de verduistering in dienstbe trekking bewezen en eischte 5 maanden gevangenis straf. eVrdediger mr. Steketee pleitte vrijspraak. Gooit geen beenderen weg! Komen ten goede aan het Nederlandsche bedrijfsleven. Al meermalen is, ook in ons blad, aan de huis moeders dringend in overweging gegeven, de bee- nen, waarvan soep getrokken is, niet weg te gooien en dus niet als waardeloos te beschouwen. Ze zijn ook niet waardeloos voor de Nederlandsche been deren-verwerkende industrie, waarin honderden Ne derlandsche arbeiders een bestaan vinden en waar van duizenden arbeiders in andere bedrijven, die de producten uit beenderen, zooals technisch vet, lijm. gelatine, beenzwart en beendermeel, weer verwer ken, afhankelijk zijn. Beenderen vormen de eenige grondstof voor die producten en hoe vreemd het ook moge klinken, van de huismoeders hangt het af, of deze Nederlandsche industrie en de honderden bedrijven, die van deze weder afhankelijk zijn, zullen kunnen blijven werken. Dat enkele „soep-beentje", ingezameld van ge zin tot gezin, van dorp tot dorp en van stad tot stad, levert een dusdanige hoeveelheid beenderen op, dat de Nederlandsche beenderen-verwerkende industrie kan blijven doorwerken. In verband hiermede zijn in iedere gemeente schilleboeren of een gemeentelijke instantie belast met het inzamelen van schillen, levensmiddelen-af vallen en beenderen. Die mogen uit Nederland niet •den uitgevoerd en worden uitsluitend door de Nederlandsche industrie verwerkt op producten, die weer uitsluitend ten goede komen aan het Neder landsche bedrijfsleven. Gooit dus de „soep-beentjes" niet meer weg. Be waar ze in eën doos, een kistje, een mandje of des noods in een krant en geef ze regelmatig mee aan de van gemeentewege aangestelde ophalers van schillen, levensmiddelen-afvallen en beenderen. Zorgvuldig bewaren en goede inzameling van beenderen is een nationaal belang Vergadering Kamer van Koop handel. Woensdagmiddag kwam de Kamer van Koop handel en Fabrieken voor Haarlem en Omstreken in openbare vergadering bijeen in het gebouw der Kamer aan de Nassaulaan te Haarlem. De voorz.itter.de heer J. J.Swens, zei. dat van eenige leden een bericht was binnengekomen. Eén dezer berichten achtte spreker wel een bijzonder geval; dat was namelijk de brief van den heer Deddens, waarin deze mededeelde, dat hij voor het eerst sinds zijn lidmaatschap van de Kamer (19 jaar) tot zijn spijt de vergadering niet kon bijwonen, namelijk wegens het huwelijk van zijn zoon. Het Bureau had hierin aanleiding gevonden en het ver trouwde hiermede in den geest, van de leden te hebben gehandeld, aan den heer Deddens een brief te schrijven, waarin spijt werd uitgedrukt over het feit, dat hij de vergadering niet kon bijwonen en waarin hij met het huwelijk van zijn zoon gefeli citeerd werd. Eenige ingekomen stukken werden voor kennis geving aangenomen. Goedgekeurd werd een concept-brief van de Commissie voor het Winkelbedrijf aan de Secre tarissen-generaal van de departementen van Han del. Nijverheid en Scheepvaart en van Waterstaat betreffende samenwerking tusschen de overheick- bedrijven en installateurs. De heer Alders toonde zich bijzonder dank baar voor deze actie: „die brief is den kleinhandel uit het hart gegrepen", zei hij. HET PONTVERKEER TE VELSEN. De voorzitter deelde mede, dat de Kamer zich naar aanleiding van een opmerking, welke de Kamer ontving omtrent een vertraging van het pontverkeer te Velsen na het gereedkomen van de nieuwe aanlegsteigers, tot den Rijkswaterstaat. Directie Noordholland, Arrondissement „Het Noord- zeekanaal", gericht had. Op 29 Maart ontving het Bureau een antwoord, waaruit blijkt, dat sedert het gereedkomen van de nieuwe aanlogsteigers ten behoeve van het stoompontverkeer te Velsen geen wijziging is gekomen in den dienst van het pont- veer aldaar. Vóór 10 Mei 1940 werd bij druk ver keer, tiidens de spitsuren, in versneld tempo ge varen, doch thans, nu het verkeer gemiddeld tot een derde is teruggeloopen, terwijl het zeer weinig voorkomt, dat particuliere auto's op de reeds voor den steiger liggende pont niet geladen kunnen wor den, achtte men het, gezien de huidige omstandig heden. niet gemotiveerd in versneld tempo te va- '•en, hetgeen tot belangrijke hoogere uitgaven aan brandstoffen aanleiding zou geven. Naar aanlei ding van dit antwoord werd tenslotte niet meer aangedrongen op het varen in een versneld tempo. RONDVRAAG. De heer H o o y vroeg aan het Bureau, of het stappen wilde doen bij de directie der P.T.T., ten einde te verkrijgen, dat de buslichtingen weer later kunnen geschieden dan te zes uur n.m. Hij was van oordeel, dat dit voor handel en industrie van zeer veel belang zou zijn en dat er nu wel geen be zwaren meer tegen, zouden bestaan. De voorzitter was het daarmee eens en zeg- toe. dat de gevraagde stappen gedaan zullen worden. De Kamer ging daarna in besloten zitting. VOLKSVOORSTELLING IK BEN ZEVENTIEN JAAR Het buitengewoon groote succes van „Ik ben zeven tien jaar", welk tooneeispel van Paul Vandenberghe nu reeds honderdvijftig keer werd opgevoerd, is aan leiding voor het Nederlandch Tooneel, leider Cor van der Lugt Melsert. om op Maandagavond 26 Mei om halfacht in den Stadsschouwburg te Haarlem een volksvoorstelling van dit bekende stuk te geven. Voor de Kinderen (Teekenlngen H. Kannegieter). GEVECHT MET EEN SLANG. Wacht, hij zal zich duchtig wreken. Blaf fend springt hij er op toe. Zoo! Nu heeft hij 't beest te pakken! Maar, je moet niet vragen hoe! 't Kleine straaltje is verdwe nen, maar de groote treft de vrouw, die verschrikt de slang laat vallen en zich om keert met een grauw: „Teddy, wil je 't wel eens laten. Blijf je van die tuinslang af!" Teddy laat maar daad'lijk schieten, want hij heeft geen zin in straf; doch eerst nu bemerkt hij 't on heil dat door hem werd aangericht: klets nat Is de vrouw gespoten, dat vergeeft, zij hem niet licht! Gezond en Geneeskrachtig. VICTORIA-BRON N.V. NEDERLANDSCHE \n. (Adv. lrigez. Med, De loterij van Winterhulp. Prijswinnaar met den prijs zeer in zijn schik 's-GRAVENHAGE, 21 Mei. De gelukkige win naar van een dei- prijzen van f 500 uit de lotor" van Winterhulp, is de 11-jarige Wim Schipper- wonende in de Wagenstraat in Den Haag, Vanoph tend heeft het A.N.P. hem even gesproken n" jongen was, zooals te begrijpen is, met den prii! zeer in zijn schik. - JS Winj was Zondagavond omstreeks half acht met zijn vader en moeder nog een eindje gaan wande len en zij kwamen toen langs de Bijenkorf in de Groote Marktstraat, waar een <«1 porteur van de Winterhulp met een bak met Inte* -tond. Wim vroeg zijn vader of hij een lot mocht koopen, waarin deze toestemde. In de bak vva-èn nog maar tien loten aanwezig. De jongen trok een lot, maakte de envelop open en dacht, dat hij vhf lulden had gewonnen. Hij was reeds zeer verheugd doch toen zijn vader nog eens goed keek, bemerpè deze. dat het geen vijf gulden was, maar vijfhnn. derd gulden. Wim had het lot op zijn kop gehou den En wat ga je met het geld doen, zoo vroegen wij hem. Ik krijg een nieuwe fiets en nieuwe boeken want ik ga juist naar de handelsdagsehool, was het antwoord. Tot nu toe is door het kantoor in de Tnllanderstraat in Den Haag voor f 7500 aan nrii zen uitbetaald. J" (A.N.P.) DR. FRIEDRICH PLUTZAR. 's-GRAVENHAGE, 21 Mei. Vrijdag 23 Me! 's avonds om acht uur spreekt, op initiatief van den commissaris-generaal voor bestuur en justitie dr. F Wimmer, dr. Friedrich Plutzar in de groote zaal van het gebouw Kneuterdijk 20 (met lichtbeelden) over „De geschiedenis der beeldende kunst in Nede*. land". UIT DE STAATSCOURANT. Bij besluit van den secretaris-generaal van het fapartement van Justitie is benoemd tot rechter in de reohtbank te Rotterdam: mr. G. L. W. Gratama 'hans rechter-plaatsvervanger in genoemde reehtJ bank. Bij beschikking van den secretaris-generaal an het departement van Waterstaat is benoemd tot rijkscontroleur van het verkeer in tijdelijken dienst voor ten hoogste een jaar F. H. Sohadee, ter stand plaats Haarlem. OUDERBI.TEENKOMST U.L.O. B. In het gymnastieklokaal der Centrale School No. 1 aan het Weltevredenplein werd een ouderbijeenkomst gehouden onder leiding van het hoofd der school, den heer J. B. J. van der Haar. Door het hoofd der school werden mededeelingen gedaan omtrent den te houden Sportdag op 5 Juni a.s., terwijl met algemeene stemmen in de oudereom* missie werden herkozen de aftredende leden J, Wiggers en C. M. Aveling. Na afloop van de bijeenkomst werd aan de ouders gelegenheid gegeven bij de onderwijzers inlichtingen in te winnen over hun kinderen, waarvan door velen gebruik werd gemaakt. OPVOERING VAN „INTIMITEITEN". Het Nederlandsch Tooneel, leider Cor van der Lugt Melsert, geeft op Zaterdag 24 Mei in den Stadsschouwburg te Haarlem een opvoering van „Intimiteiten", een intiem blijspel in drie bedrijven van Noel Coward. Medewerkenden zijn de dama Annie van der Lugt Melsertvan Ees, Aline Mar- kus, May Vollenga en de heeren Jan van Ees en Ludzer Eringa. Door het publiek en de pers werd de opvoeringvan „Intimiteiten" gewaardeerd als een avond van geestig en beschaafd -amusement. TUBERCULOSEBESTRIJDING. Het jaarverslag der N.-H. Vereeniging tot bestrijding der T. B. C. Verschenen is het 33e jaarverslag van de Noord* Hollandsche Vereeniging tot bestrijding der Tu berculose over 1940. Het verslag brengt allereerst de moeilijkheden in herinnering, waarvoor de Vereeniging zich door de tijdsomstandigheden geplaatst ziet. De sterke da* 'ing van het aantal bezoekers aan de consulate* bureaux is weerspiegeld in de cijfers der mortali teit. Gunstige uitzonderingen zijn hier Haarlem en Zaandam, waar het sterftecijfer over 1940 nog la ger was dan over 1939. Opgemerkt wordt, dat de kansen op een nieuw Consultatiebureau te Haarlem door de tijdsom- omstandigheden aanmerkelijk gedaald zijn en ds! in Velsen een gebruikt Röntgentoestel is geplaatst ler beperking van het transport voor de doorlich ting te Hoofddorp. Bij de gegevens omtrent het werk der aange sloten plaatselijke vereenigingen vinden wij, dat door de huisbezoeksters werden afgelegd: fa Vel sen 4427. te Heemstede 1385, te Zand voort 634, te Beverwijk 1678 en te Bloemendaal 63 bezoeken, Opgenomen werden in sanatoria en ziekenhuizen: te Velsen 32, te Heemstede 5, te Zandvoori 3, te Bloemendaal geen. te Beverwijk 13 en te Haarlem mermeer 4 personen. In het district Omstreken van Haarlem werden gedurende 1940 958 (v. j. 977) nieuwe personen on derzocht, terwijl 2185 (2290) personen zich voor i er onderzoek meldden. Aan hen werden in totaal 9 '4301) consulten verstrekt. om^rent de tuberculosebestrijding in 940 te Haarlem hebben wij reeds eenige weken '"leden gepubliceerd. door MARINE'S BERTRAM. (Nadruk verboden). 8) Loop een beetje vlugger door en denk maar niet aan mij. Doorloopen, zei hij nog eens, nu dringender. Als ik het zeg, moet je hard gaan loopen, niet eerder. Hii zorgde er voor tusschen den stier en Agnes te blijven, en telkens keek hij over zijn schouder. Ze was biina -bij de struiken, toen de stier blijkbaar be sefte wat er ging gebeuren en begon te hollen en woedend te brullen. Loop wat je kunt, riep Albert en hij zelf bleef staan en keerde zich om. Ik zal hem wel tegenhouden en kom in geen ge val uit je schuilplaats. Daar stond hij nu tegenover het razende dier met den opgevouwen stoel en den schildersezel van Agnes als eenig wapen. Hij begreep heel goed. dat hij zich in een gevaarlijke positie bevond, maar het was hem een geruststelling te weten, dat Agnes veilig tusschen de struiken zat. Verder bemerkte hij tot zijn blijdschap, dat het een jonge stier was, die gemakkelijk aan het schrik ken zou zijn te maken. Hij zou dus niet wachten tot hij aangevallen werd, maar den aanval beginnen. De stier kwam met steeds grootere snelheid nader bij, met schuddenden kop, het schuim in lange slier ten uit zijn bek druipend. Een angstaanjagend en af zichtelijk schouwspel. Nu was hij dicht genoeg in de nabijheid. Met een vreeselijk gebrul en zwaaiende ar men holde Albert op den stier af. En met succes voor een oogenblik. Het verschrikte beest hield zijn vaart in, keek hem eens verbaasd aan en holde een eindje terug om zich dadelijk weer om te keeren. Met gebogen kop en vervaarlijk loeiend stond hij met zijn pooten den grond om te woelen Elk oogen blik kon de stier zich op Albert werpen. Hier in het open veld men kon zich de positie niet ongunstiger denken. Albert begon, met zijn gezicht, naar den vij and gekeerd, een langzamen terugtocht De stier maakte nog geen aanstalten om Albert weer dichter te naderen. Bijna had hij het boschje bereikt met een paar sprongen zou hij uit het gezicht van het woe dende dier verdwenen zijn, toen iets anders gebeurde. A'gnes, die een veiliger schuilplaats wilde opzoeken, kwam te voorschijn en werd door den stier onmiddel lijk opgemerkt, niet echter door Albert. Zoodra de stier haar in het oog kreeg, sprong hij op en rende op deze nieuwe rustverstoorster af. Dat was voldoende voor Albert, die reeds raadde wat er gebeurd was. Hij kon niet verder terug, hij moest opnieuw aanvallen. En weer zijn toevlucht nemend tot het middel, dat zooeven geholpen had. holde hij vooruit met een vouwstoeltje in zijn eene hand en den ezel in de andere, Tegelijkertijd stiet hij een onmenschelijk geloei uit. Het eenige dat hij er mee bereikte was. dat hij» de aandacht van het dier van Agnes afleidde. Maar het beest was nu zóó woedend, dat hij zich door een schreeuwenden en zwaaiende» man niet meer liet imponeeren en zonder acht op Agnes te slaan, holde hij recht op Albert af. Bijna was het beschermende kreupelhout voldoende dicht bij, maar het scheelde toch nog iets. Albert zag den woedenden kop van den stier, hoorde het gestamp van de hoeven en het volgend oogenblik kreeg hij een stoot', die hem de hoogte in deed vliegen en bewus teloos deed neerkomen. Toen hij weer bij kwam was 't hem- duidelijk, -wat er gebeurd was. De stier had hem door de struiken gegooid en daar de takken zich weer dichtgebogen hadden, was hij aan het gezicht van het beest ont trokken geworden, dat zich nu ook niet verder om hem bekommerd had. De stier amuseerde zich nu met den stoel en den ezel, die hij eenige malen in de lucht wierp Daarna trapte hij er op. Dit kon Albert door een opening in het kreupelhout zien. maar hij waagde het niet. een beweging, of ook maar het minste geluid te maken. Hij hoopte alleen maar. dat Agnes in haar schuilplaats hetzelfde zou doen. En toen vroeg hij zich af, of hij bij de duikeling wellicht ook verwondingen had opgeloopen. Hij was er vrij zeker van, dat er geen ribben gebroken waren en ook wist hij, dat de horens van den stier hem niet hadden geraakt. Hij was met het voorhoofdbeen in aanraking gekomen en in de lucht geworpen, met een kracht, die hij zelfs van een veel grooter dier niet ver wacht zou hebben. De gedachte, dat Agnes ongedeerd was, stemde hem dankbaar. Als ze er eens niet in ge slaagd was, tijdig een schuilplaats te bereiken! Als het woeste dier na hem in het boschje geworpen te hebben, eens zijn aandacht aan haar had kunnen wij den in die open weil Waar ben je? Ben je ernstig gewond? hoorde Albert uit het boschje. En tegelijk hoorde hij het kra ken van takken. Hij luisterde aandachtig. Wees toch stil, fluisterde hij. O, er is geen gevaar meer, hij is weg. Nu waagde Albert het overeind te komen. Hij voelde zich stijf en duizelig. Maar met genoegen constateerde hij, dat hij geen verwondingen van beteekenis had op geloopen. Agnes had gelijk. Hun vijand holde aan den anderen kant van de groote wei. Er is zeker iemand met voer voor hem gekomen, meende hij. Ik wou alleen maar, dat dat wat eerder was gebeurd. Maar laten we nu zien. dat we hier weg komen. Toen ze hem aankeek, werd ze bleek en riep ver schrikt: Maar je bent gewond. Je gezicht! O, dat? Dat zijn maar een paar schrammen. En hij veegde het bloed met de hand van zijn gezicht. Ik be^n weer eens stom geweest. Dat vind ik niet, zei ze met overtuiging en met een blik in haar oogen, dien hij nog nooit tevoren daarin ontdekt had. Hoe zegende hij nu dit heele avontuur! Maar zijn schouder stak toch leelijk. Ik geloof, dat je stoeltje en ezel onherstelbaar be schadigd zijn, zei hij, nadat zij hem door een opening in de takken weer op de wei geholpen had. Den weg naar het huisje, waar ze hun fietsen ge stald hadden, legden ze zonder veel te spreken af. Maar wat had Agnes niet veel willen zeggen! Eindelijk begon zij: Herinner je je wat ik daarnet zei? Dat je in een tijd had moeten geboren worden, dat er wat te beleven viel voor een moedig man? Hebben de gebeurtenissen van het laatste kwartier niet bewezen dat ik gelijk had? Ja, en nog meer van wat je toen zei, is uitgeko men. Je zei toch, dat ik eens flink door elkaar geschud moest worden. Nu, dit was zéker wel voldoende! Hij zei het op een humoristischen toon en de samen loop van omstandigheden was ook zoo grappig, dat ze beiden in lachen uitbarstten Ik zou er werkelijk lust in hebben hier eens een kwartiertje met een goed paard en een dikken stok door te brengen. Dan zou ik dat heerschap eens laten loopen," Je hebt je dapper gedragen, zei Agnes op ernsfi- gen toon. Ja, spot maar! Nee, ik spot niet. Ik meende, wat ik zei. Hij keek haar eens aan en in haar oogen was weer diezelfde blik dien hij er even te voren voor 't eerst in gezien had. Ze zeiden verder niets meer en bereikten onge stoord 't huis, waar ze hun fietsen hadden gestald. HOOFDSTUK VIII. Dien avond. Zelfs toen ze den gelijken weg afreden in de doorgeurde zomeravondatmosfeer, temidden van kam perfoelie en rozen, die zieh voor den nacht sloten zeiden ze nog niet veel. Ze reden in hun gedachten verdiept verder, tot Albert de stilte verbrak: Je hebt me daarnet een complimentje gemaakt, Agnes. Je zei, dat ik dapper was, maar dat. ben ik heele- maal niet. Ik ben eerder laf Ze lachte. Ja, dat heb ik gezien. Toch is het zoo. Ik ben voortdurend bang, dat ik mijn lafheid zal toonen; dat er een dag zal komen, waarop ik zoo duidelijk mijn tegenpartij om genade zal smeeken, dat ik mij in de oogen van al die mij kennen belachelijk, ergor, verachtelijk zal maken. Dus als het nog eens zoover komt. zeg dan niet, dat ik het al niet van te voren aangekondigd heb! Ze schudde haar hoofd en verbaasde zich over den ernst, waarmee hij sprak. Ze kon hem nog steeds niet doorgronden. Hij leek zoo ongedwongen, zoo oprecht tenminste in haar gezelschap. En dit was weer één van die dingen, waarin hij haar voor een raadsel stelde en toch was het geen aanstellerij. Ik geloof, dat jij op dat punt een beetje krank zinnig bent. om het maar eens hard te zeggen. Ik voor mij ben overtuigd, dat zooiets nooit gebeuren zal en als er iets dergelijks mocht gebeuren, dan zul jij. net als vandaag, in staat zijn jezelf te verdedigen. Ik kan mij, zelfs als ik al mijn verbeeldingskracht té hulp roep, jou niet anders voorstellen. Tot haar heimelijke verbazing maakte hij een af werend, eenigszins abrupt gebaar. Ja, omdat ik nu daarnet een boozen stier tegen hield! Dat is wel iets. waar je op af kunt. gaan. Nee, maar omdat je gewond werd et) omdat die wonden wel eeng doodelijk hadden kunnen zijn En dan, als jij me niet al eens eerder gered had, zou ik toen al vermorzeld zijn geweest! Nee, ik ben er stellig van overtuigd, dat jou zooiets nooit zal overkomen en dat zooiets alleen in je verbeelding bestaat. Loop naar de pomp! antwoordde hij geprikkeld en grof. Zal ik nu nooit begrepen worden, zelfs niet door jou? Heb jij dan heelemaal geen fantasie' Een oogenblik maakte zich een vreeselijke angst van naar meester. Hij had misschien een ernstiger stoot ge kregen, dan ze eerst gedacht had en deze onzin was een gevolg van een verwonding van zijn hersens? Ze wierp terluiks een angstigen, onderzoekenden blik op zijn gezicht en was zich opeens van een geheel nieuw warm gevoel bewust. Nu om je te overtuigen, zal ik 't voor emst op nemen. wat je zegt, zei ze. Zal ik op denzelfden toon als jij doorgaan? Maar denk er wel aan, als er iets zooals jij schijnt te vreezen gebeuren zou, dan zou ik er je zeker niet minder om achten. Haar toon was sympathiek en innemend. Laten we den weg langs den molen gaan, stelde Albert voor, toen ze bij het begin van het dorp kwa men. Die is langer, maar ook beter en ik wou je no? wat zeggen. Heb je er bezwaar tegen? Nee ik vind het goed, Weer reden ze onder statige eiken, door welige lan derijen. De weg scheen verlaten in de avondscheme ring. Toch zeiden geen van beiden iets, totdat Albert op een voor hem karakteristieke manier een eind aan het stilzwijgen maakte. Wij hebben elkaar den laatsten tijd vaak gespro ken. Agnes. begon hij. Het ontging haar niet. dat hij haar nog steeds, schijn baar zonder het zelf te merken, bij haar voornaam noemde. Ja. dat hebben we, was alles wat ze antwoordde en wat ze voelde wat nu gebeuren ging, was geen heel groote verrassing voor haar, ze was een vrouw en een intelligente vrouw bovendien en ze hoopte maar. dat Gaar stem gewoon geklonken had Vind je dat we elkaar al genoeg gezien hebben. Ze lachte zacht Ik niet. maar ik kan niet voor anderen instaan. We hebben elkaar den laatsten tijd vaker ont moet, dan andere menschen in jaren, ging hij, vlug?? sprekend, door. Geloof je, dat deze proef voldoende om in de toekomst nog meer bij elkaar te zijn en da ons leven lang? .(Wordt vervol#

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1941 | | pagina 6