yictoria-Water Bonnen die thans geldig zijn: Jioti Tlieuuxs Onder valsche vlag VRIJDAG 30 MEI 1941' Oin verzekerd te zijn van een goeden oogst worden de bedden met late kool- planten nu met de hand op onkruid nagezien en waar de plantjes te dicht op elkaar staan, gedund. Het is een tijdroovcnd, doch zeer belangrijk werk. (Foto Pax Holland) Een arts over „distributiedieet". In vele huisgezinnen rijst telkens weer de vraag: hoe gebruiken wij de rantsoenen zoo goed moge lijk? Om hierover de meening van een deskundige te vernemen had een redacteur van de Vereenigde Persbureaux een onderhoud met dr. H. van der Upwich, den bekenden Haagschen arts, die zich reeds vele jaren bezig houdt met de moderne in zichten op het gebied der voedingsleer. Dr. van der Upwich maakte van deze gelegenheid gebruik om een aantal nuttige aanwijzingen voor de voe ding te geven. ,,De toestand van de voedselvoorziening komt in groote trekken overeen met die in Denemarken tijdens dén wereldoorlog", antwoordde dr. Van der Upwich op de vraag om het een en ander mede te deelen over de verhouding tusschen de voedsel voorziening en den gezondheidstoestand van ons volk. „Ook in Denemarken moest men toen over gaan tot een drastische beperking van de vee- en pluimveestapel wegens gebrek aan buitenlandsche veevoeder ten gevolge van de Engelsche blokkade. Op den zoodoende vrijgekomen grond werden aard appelen en graan verbouwd om het te kort aan dierlijk voedsel aan te vullen. Het merkwaardige is nu, dat de sterfte in Denemarken in de jaren 1917 en 1918 afgenomen is. Men moet dit m.i. toeschrij ven aan het feit,.dat juist in die jaren meer aan dacht geschonken werd aan het vitaminegehalte van het voedsel, terwijl bovendien de jnenschen minder overvloedig aten. Vaak meent men, dat veel en zwaar eten noodzakelijk is voor het behoud dei- gezondheid. Dit is een- verkeei-de opvatting, waar van ik in mijn praktijk de gevolgen telkens be merk". „U bent dus van meening, dat men over het al gemeen ook met minder voedsel toch gezond kan blijven?" „Zeer zeker. Natuurlijk wil ik daarmede niet zeggen, dat men zonder ernstig te verzwakken van alle voedingsmiddelen b.v. slechts 75 pet. kan nut tigen. Overleg is noodig. De moderne wetenschap pelijke onderzoekingen wijzen uit, dat men in ieder geval er voor moet zorgen voldoende alkalische mineralen, die in knolgewassen, groenten en fruit voorkomen, en vitaminen te gebruiken. Het. komt er meer op aan wat men eet dan hoeveel men eet. In dit verband vermeld ik nog, dat de levensyer- zekeringsstatistieken aantoonen hoe zeer dikke menschen meer vatbaar zijn voor een reeks van ziekten dan magere". „Wat, denkt u van de huidige vetvoorziening?" „Over het algemeen geeft het nuttigen van vet voedsel een gevoel van verzadiging. Daar er nu minder vet wordt gebruikt, blijft dit gevoel achter wege. Dit behoeft echter op zichzelf geen reden tot ongerustheid te rijn. Een ruimere vetvoorziening dan de huidige is, behalve voor menschen die on der slechte weersomstandigheden zwaren handen arbeid verrichten, overbodig. Maar men moet en van alle mogelijkheden om vet te krijgen gebruik maken en de spijzen oordeelkundig ktezen. Wel acht ik in verband met d# benoodigde vitaminen een ruimere levertraanvoorzienïng van het Neder- landsche volk noodzakelijk. Naar ik verneem is er voldoende voorraad in Europa aanwezig, zoodat het meer een kwestie van distributie dan van pro ductie is. Hopelijk kan binnenkort op ruime schaal levertraan verstrekt worden. Het is een volksbe lang van de eerste grootte". „Kunt ti misschien enkele aanwijzingen geven voor een goede keuze der voeding?" „Daar kan inderdaad niet genoeg de aandacht op gevestigd worden: het Nederlandsche volk heeft meer dan ooit voorlichting op dit gebied noo dig. Laat ik dus enkele regels geven: 1) Eet veel fruit, groenten en knolgewassen. Kook de groente kort, desnoods "niet geheel gaar en gooi vooral het groentennat niet weg. Kook de aardappelen in de schil en pel deze er later af. 2) Maak gebruik van alle mogelijkheden die de distributie biedt. Gebruik vooral de kaas, het we- kelijksche ei en de melk. 3) Eet bij voorkeur echt bruin brood en kauw dit goed. Drink niet bij den maaltijd, het is onnoo- dig en schadelijk. 4) Tracht bij den slager ook de vroeger minder gevraagde vleeschsoorten als hart, nieren en her senen te koopen. Zij staan in voedingswaarde niet achter bij spiervleesch". (V.P.B.) Groote sluikhandel iu rogge ontdekt. Reeds zes personen gearresteerd. 's HERTOGENBOSCH, 29 Mei. Een ernstig ge val van sluikhandel in gesmokkelde rogge zijn de ambtenaren van den crisiscontroledienst te Veghel en de marechaussees van de brigade Den Bosch op het spoor gekomen. Na een in alle stilte gevoerd onderzoek kreeg men er den neus van, waar de „haarden" van dezen clandéstienen handel gelegen waren. De meeste rogge werd gekocht te St. Michielsgestel en Berli- cum, doch de bedrijfsvoerders bleken verspreid over de provincie te wonen. Gevolg van het onderzoek was, dat reeds zes personen n.l. de 29-jarige vertegenwoordiger J. van V. uit Heusden, de 34-jarige slager J. van P. uit Chaam, de 31-jarige landbouwer J. A. V. uit Baarle-Nassau, de 52-jarige molenaar E. J. S. en diens zoon A. S. beiden uit St. Michielsgestel wer den aangehouden en in het huis van bewaring in Den Bosch werden opgesloten. Voorts werden door de ambtenaren in totaal 40.090 K.G. rogge opgespoord en in beslag genomen. Voor de rogge werd een prijs betaald van f 18, en f 19 per 100 K.G. Ook kochten dezelfde personen groote hoeveelheden roggemeel, waarvoor zij tot f 30 per 100 K.G. besteedden. Tijdens het onderzoek kwam nog meer aan het licht- Want de ambtenaren namen een flink kwan tum clandestien geslacht varkensvleesch in beslag en daarnaast nog een hoeveelheid koffie, waarvan werd vastgesteld, dat ze verkocht werd tegen prij zen vah f 16 tot f 19 per K.G. ZELDZAME MEESTERS IN HET RIJKSMUSEUM. AMSTERDAM, 29 Mei. Na de keuzetentoon stellingen, welke den laatsten tijd in het Rijks museum gehouden zijn, is de 'directie van dit museum er thans toe overgegaan, weer een ten toonstelling van werken uit het eigen bezit te or- ganiseeren. Daartoe is een keuze gedaan uit de kunsthistori sche verzameling schilderijen uit de 17e eeuw en later (tot het jaar 1830). Het ligt in het voornemen, de tentoonstelling te beginnen met de Pinksterdagen voor het publiek open te stellen. GOEDE VANGST. OOSTZAAN, 29 Mei (ANP) Een tiental amb tenaren van den crisis controledienst hebben heden morgen vroeg een inval gedaan bij verschillende personen dezer gemeente, die ervan verdacht wer den clandestiene slachtingen te verrichten. Op on geveer 300 meter van den openbaren weg achter de woning van den poelier C. V. werd in een schuurtje een volledig stel slagersgereedschappen gevonden, alsmede 20 geslachte varkens, tonnen vet, 2 koeienkoppen en enkele koeienpooten. Voorts vonden de ambtenaren bij M. K. twee geslachte varkens, alsmede 10 mud tarwe, toebehoorende aan diens zoon A. K. Tegen beiden is proces-verbaal opgemaakt. Op de vuilnisbeltplaats van Aehthoven, nabij Mont- foort had tijdens het lossen van vuilnis de arbeider. De B. uit Harmeien, het ongeluk onder een beladen kipkar terecht te komen. Zwaar gewond werd hij op genomen en naar een ziekenhuis te Utrecht overgebracht, waar hij enkele uren na aankomst is overleden. Maandagavond a.s. zeven uur zal in het gebouw voor Kunsten en Wetenschappen te Utrecht optreden een „Spielschar" des Gebietes Düsseldorf des Bundes Deut- scher Madel, een meisjesorkest van dertig leden, dat in Dutischland groote bekendheid geniet. De, bedoeling van dit optreden is het Nederlandsch publiek' in contact te brengen met het werk van de Dultsche Jeugd. Rijk aan Gcneeskrachtge Mineralen- (Adv. Ingez. Med.) De F. N. Z. vergaderde te Utrecht. Aantal leden in 1940 nog belangrijk toegenomen- UTRECHT, 29 Mei. Hedenmiddag kwam de Alg. Ned. Zuivelbond (F.N.Z.) in algemeene ver gadering bijeen in een der zalen van het Jaarbeurs- restaurant.' De vergadering was druk bezocht. De voorzitter H. K. Koster heette de aanwezigen welkom en memoreerde vervolgens de besprekin gen, gehouden met de dagelijksche besturen van de drie crisis-landbouworganisaties, den directeur- generaal van den landbouw en den dir.-generaal van de Voedselvoorziening in oorlogstijd. Spreker meende de vraag: „heeft de coöperatie nog wel een taak?" volmondig met ja te kunnen beantwoorden. Meer dan de helft der Nederlandsohe boeren heeft zich geheel vrijwillig bij de coöperatieve zuivelbe drijven aangesloten en*zij verwachten van dezen bedrijfsvorm de berte resultaten voor hun bedrijf en voor de gemeenschap. De overheid verlangt nu van de boeren, dat zij zooveel mogelijk zullen produceeren. Om echter de productie op een zoo hoog mogelijk peil te hou den zijn hulpmiddelen noodig, welke door de om standigheden schaarscher worden. In de eerste nlaats behooren hiertoe kunstmest en veevoeder. Tot nog toe heeft men met de productie nog geen onoverkomelijke moeilijkheden ondervonden. Dank zij de jarenlange en intensieve organisatie onzer bedrijven, kunnen de boeren vele moeilijkheden overwinnen. Het coöperatieve zuivelbedrijf is steeds bereid de regeeringsmaatregelen te steunen, al schroomde het niet daar, waar hot. dit noodig achtte, met be zwaren naar voren te komen. Nadat de rekening en verantwoording over 1940 waren goedgekeurd, kwam het jaarverslag over 1940 aan de orde. Op 31 December 1940 waren bij de vereeniging aangesloten 8 regionale bonden met 457 leden- coöperatieve zuivelfabrieken (vorig jaar 442), ver werkende in 1940 (of 1939/1940) 2.756.722.482 K.G. melk, tegen 2.722.743.056 K.G. in het vorige boek jaar. In het begin van het verslagjaar (per 1 Maart 1940) sloten zich 16 fabrieken aan bij den Pro vincialen Bond in Drente, waarmede de aansluiting van alle coöperatieve zuivelfabrieken ook in_ dje provincie een feit was geworden. Daarmede is te vens het aantal coöperatieve zuivelfabrieken dat nog niet bij de F.N.Z. is aangesloten, tot een zeer gering aantal gedaald. De gemiddeld per fabriek verwerkte hoeveelheid'melk daalde als gevolg van de veranderingen, die de gewijzigde toestanden ook voor de melkveehouderij medebrachten, van 6.2 tot 6 millïoen K.G. Hierbij dient er rekening mede te worden gehouden, dat vooral in het noorden des lands velé fabrieken het boekjaar afsluiten op 1 Mei of daaromtrent, zoodat van deze fabrieken de pro ductie tot Mei 1940 is opgenomen. In overleg met de aangesloten bonden werd met het oog op de noodzakelijkheid om zooveel moge lijk 20+ kaas te maken, welke voor een langeren bewaartijd dan normaal gebruikelijk is moet wor den bestemd, een regeling getroffen waarbij de fabrieken toezegden de kaasmelk niet hooger dan 85 graden en niet langer dan gedurende 1 minuut te zullen pasteuriseeren. Dit werkte er toe mede, dat geen pasteurisatieverbod werd ingevoerd. AARDAPPELEN. BON 03. T.m. 4 Juni 1 Vz Kg BOTER- OF VETKAART. BON 17. T.m. 14 Juni: 250 gr. boter of 200 gr. sla- of raapolie. BON 18. T.m. 14 Juni: 250 gr. boter. Vetkaart reductie BROOD, GEBAK. BON 21. T.m. 11 Juni 200 gr brood of 2 rantsoe nen gebak. BON 24. T.m. 22 Juni 100. gr. brood of 1 rantsoen gebak. BON 8 (Bloemkaart) t.m, 15 Juni 50 gr. brood of i/2 rantsoen gebak. EIEREN (Bonkaart Alg.). BON 87. T.m. 4 Juni: 1 ei. BON 41. T.m. 4 Juni: 1 ei. KOFFIESURROGAAT EN THEE (Bonkaart Algem.). BON 34. T.m. 22 Juni 250 gr. koffiesurrogaat of 40 gr. thee. MEEL EN GRUTTERS WAREN. (Bonkaart Alg.). BON 32. T.m. 15 Juni: 250 gr. rijst, rijstemeel, rijstebloem of grutte- meel BON 24. T.m. 15 Juni: 250 gr. haA*ermout, ha vervlokken, hayerbloem, aardappelmeeivlokken, gort, gortmeel of grutten BON 25. T.m. 15 Juni: 250 gr gort, gortmout of grutten. BON 26. T.m. 15 Juni'. 100 gr. macaroni, vermi celli of spaghetti. BON 27. T.m. 15 Juni: 100 gr maizena, gries- meel, sago, aardappel meel of puddingsaus- poeder. BON 21 (Broodk.) T.m. 31 Mei: 140 gr. meel of bloem. BON 8 (Bloemkaart). T.m. 15 Juni: 35 gr. meel of bloem. KAAS. (Bonkaart Algem BON 65 en 75. T.m. 1 Juni: 100 gr. BON 66 en 76. T.m. 15 Juni: 100 gr. MELK. BON 18. T.m. 4 Juni: ly£ L. melk. SUIKER. (Bonkaart Alg.) BON 31. T.m. 8 Juni 1 kg VLEESCH EN VLEESCH- WAREN. BON 16 „vleesch". T.m 4 Juni 50 gr. vleesch of ongesmolten vet of y2 rants, vleeschwaren. BON 16 „vleeschwaren". T.m. 4 Juni V2 rantsoen. ZEEP. (Bonkaart Algem.) BON 29. T.m. 31 Mei 150 gr. toiletzeep, 120 gr huishoudzeep, 200 gr. z. zeep, (oude samenstel ling). 150 gr. z. zeep, 300 gr. z. zeeppasta, 250 gr. zeeppoeder, 125 gr. zeepvlokken, 250 gr. zelfwerkende waschmid- delen, 200 gr. vloeibare zeep of 600 gr. wasch poeder. PEULVRUCHTEN. (B0n. kaart Algemeen). BON 33. T.m. 4 Jum: 500 gr. SCHEERZEEP ENZ. BON K (Textielkaart). T.m. 31 Aug.: 50 gr. PETROLEUM. Periode 10. T.m. 15 Juni- 2 L. 3RANDSTOFFEN. Bons, gemerkt „Brand- stoffen" en „01 K.p," van de Bonkaarten ni en n: 1 eenheid vaste brandstof. Geldig t.m 31 Mei. Bon Generator-Anthra- ciet vierde periode i H.L. anthracietnootjes, Bon Generator-turf, <je periode Geldig t.m. 3] Mei: 50 st. baggerturf, HONDENBROOD. BON 7. T.m. 31 Mei; Groep 1 en 2: 10 Kg; Gr 3: 8 Kg; Gr. 4: 5 Kg; Gr 5: 4 Kg; Gr. 6: 3 Kg, KATTENBROOD. BON 7. T.m. 31 Mei- lVz Kg. EXAMENS. ACADEMISCHE OPLEIDING Geslaagd aan de Gem. Universiteit te Amsterdam voor het doet. ex. wiskunde de heer A. H J. M. Tomey, voor het doet., ex. Italiaansche taal en let terkunde mevr. C. J. Romein en mevr. C. J. M. Lubbers; voor het cand. ex rechten de heer K. Reitsma, voor het doctoraal examen Fransche taai en letterkunde: mèj. M. J. Reeser (cum laude). Vrouwen Electriciteits Vereeniging. De Vrouwen Electriciteits Vereeniging te Haarlem hield Donderdagmiddag een propaganda-bijeenkomst in het gebouw van den Haarl. Kegelbond. De presidente, mevrouw R. v. d. NoordMagré, herinnerde er aan, dat de huisvrouwen vooral in dezen tijd, wat de voe ding van het gezin betreft, zorgen hebben; maar als het gezin de spijzen lekker vindt, dan wordt de moeite beloond. Zij gaf hierop het woord aan de dames me vrouw A. RoerschSemeyns en mevrouw J. Felius Wijnia, beiden van het Prov. Electriciteitsbedrijf in Noord-Holland. Mevr. Roersch sprak over het onder werp: „Hoe helpen wij ons gezin door deze moeilijke tijden heen?" Zij merkte op, dat de vrouw altijd al leen, behalve voor vele andere goede eigenschappen, het meest waardeering vindt voor wat zij op tafel brengt. De vrouwen moeten er voor zorgen, dat ook in dezen tijd die waardeering blijft bestaan. Zij moe ten zich afvragen, of haar gezin, uit voedingsoogpunt gezien, alles gegeven werd, wat mogelijk is. Het wordt steeds moeilijker-, aan deze eischen te voldoen, maar als moeder de vrouw het met opgewektheid doet, dan zal het zonnetje in het gezin blijven schijnen. Mevrouw Felius sprak over „De bereiding van voedsel in dezen tijd." De vrouw moet niet alleen modern zijn in haar kleeding, maar ook wat de voe dingsleer betreft. Vooral nu de groenten zoo duur zijn, moet men de beschermende stoffen, die er in zitten, zooals vitaminen en zouten, zooveel mogelijk behou den, in het belang van het gezin. Als de vrouwen daarvoor zorgen, kunnen zij het gezin door de moei lijke tijden heenhelpen, zonder dat zich ernstige stoornissen voordoen. Spreekster gaf een groot aan tal nuttige wenken, bijv. dat de groente, die zoo frisch mogelijk gekocht is, niet lang van te voren moet worden schoongemaakt en dat ze vlug aan de kook gebracht moet worden. Ook gaf zij in overwe ging, de kinderen vaak rauwe wortelen te laten eten, omdat daar vele goede voedingsstoffen in zitten. Tijdens de causerie van mevr. Felius maakte mej. C. j. S. van Nieuwenhuis, eveneens van het Prov. Electriciteitsbedrijf, een volledig diner op electrische fornuizen gereed en gaf daarbij vele inlichtingen. De presidente bracht aan het eind van dezen nut tigen middag aan alle drie de dames een woord van dank. Voor de Kinderen (Teekeningen H. Kannegieter). HOND VERMIST! „Jongens, daar zit Jan z'n hondje. Geef eens gauw een stukje krijt. En dan leder laten denken, Jantje is zijn hondje kwijt. Met een aantal fiksche lijnen, zet tk hier zijn beel- •tenis, en er bij dat voor den vinder, er Iets te verdienen is." „Kijk eens Kees, ken je die hond soms? Teddy Trix van Jan. Hij is zoo ver wegge- loopen dat men hem niet vinden kan. Weet je wat je doet, joh, zoeken! Breng je hem bij Jan terug, dan geeft hij je vast een gul den, dien verdien je nooit zoo vlug." OFFICIEELE PUBLICATIE VAN HET DEPARTEMENT VAN HANDEL, NIJVERHEID EN SCHEEPVAART. Distributie van gasolie. WAARSCHUWING. De Secretaris-Generaal van het Departement van Hsu- del. Nijverheid en Scheepvaart maakt bekend ,dat dezer dagen gasolie in distributie zal worden gebracht, welfc een laag vlampunt heeft. Het kan zelfs voorkomen, dii het vlampunt nog iets lager ligt dan dat van normale p«. troleum (kerosine). Ter voorkoming van ongelukken is het van groot belan» dat derhalve de noodige voorzichtigheid bij het gebruik van deze olie wordt in acht genomen. Dit geldt vooral voor gloeikopmotoren. Schippers, motordrijvers en mz- chinisten dienen dus op te passen, dat geen lekkage voor- komt en dat in het algemeen groote zindelijkheid In dt motoTkamers wordt betracht. Men hoede zich ervoor met vuur of open licht te komen ln de nabijheid van open bunkers, tanks of vaten, welke deze vloeistof bevatten Indien reparaties aan tanks, die deze gasolie bevat heb. ben, of in de nabijheid ervan, moeten worden verricht zal tevoren een zeer grondige reiniging en ontgassing ven de tanks noodig zijn. (Adv. Ingez. Med.) Vrouw mishandelde haar stiefkind, Een jaar gevangenisstraf geëischt. Voor de Bossche rechtbank heeft zich te ver- antwoorden gehad de 45-jarige vrouw J. S&, huisvrouw van M. P. uit Vlijmen, die tusschen December van het vorig jaar en Maart van it jaar haar 14-jarig stiefdochtertje J. Pulles meer- malen heeft mishandeld. Zij had het kind geweld- dadig met een waschhout geslagen, waardoor het telkens bloedend werd verwond. Voorts had zij het, volgens haar eigen bekentenis, bijna iederen dsg geslagen en geschopt, het ook gekrabd en gebeten en het niet te eten gegeven. Eens heeft ze het een gat in 't hoofd geslagen. Het kind had ze op het hart gedrukt, den vader nooit te zeggen, waarom het er zoo toegetakeld uit zag; dit onder bedreiging, dat het er dan nog mee: van langs zou krijgen. De buren hebben ten slotte de zaak bij de politie aanhangig gemaakt. De officier van justitie noemde dit gedrag van de vrouw beestachtig en.onmenschelijk. Hij eischta een gevangenisstraf voor een jaar, CREMATIE F. BOUMAN. Onder veel belangstelling heeft gistermiddag in het crematorium op Westerveld de crematie plaats gehad van het stoffelijk overschot van den heer F. Bouman, oud-ambtenaar bij den gemeentelijken keuringsdienst alhier, op 73-jarigen leeftijd over leden. Er was vooral veel belangstelling van de zijde der Buurtvereeniging „Ravowizo" (Raam gracht, Vold'ërsgracht enz.) waarvan de overledene penningmeester was. De heer J. Leaterman heeft namens deze ver eeniging gesproken en dankbaar herdacht alles, wat de ontslapene voor de vereeniging had gedaan, De heer v. d. Aart memoreerde wat de overledene voor de familie was geweest. Nadat de kist onder orgelspel was gedaald, heelt de zoon voor de belangstelling bedankt. NOG EENS PERSONEELE BELASTING PLEZIERVAARTUIGEN. 's-GRAVENHAGE, 29 Mei. De A.N.W.B. heelt van het Departement van Financiën het volgende bericht ontvangen: Naar aanleiding van binnengekomen verzoeken heeft de Secretaris-Generaal goedgevonden, dat pleziervaartuigen, die bestemd zijn om uitsluitend door motorische kracht te worden voortbewogen en die wegens gebrek aan brandstof niet als zoo danig gebezigd kunnen worden, door de houders daarvan gebruikt worden als woonschip. De houders van die vaartuigen behooren daartoe ligplaatsen te kiezen en tot den inspecteur onder wie zij res sorteeren het verzoek te richten het vaartuig te mogen brengen naar de plaats, die door hen als ligplaats gekozen is en vandaar terug naar de plaats waar het vaartuig geborgen wordt. De inspecteurs zullen den houders er met na druk op wijzen, dat met het vaartuig niet gevaren mag worden anders dan van de bergplaats naar de ligplaats en terug en dat, indieh dit toch mocht geschieden, een aanslag in de personeele belasting over een vol jaar voldaan moet worden-. MARINUS BERTRAM. (Nadruk verboden). 14) De man die het laatst gêkomen was, was de eerste Sie weer tot zichzelf kwam. Wat heeft dit te beteekenen? vroeg hij op hoogen toon. Celina, hoor je mij riiet; ik vraag je wat dit te beteekenen heeft. Ik weet het niet, maar ik geloof, dat de duivel hier de hand in heeft. Och loop rond, vervolgde de man. en hij deed een stap in de richting van de vrouw, die daarop nog verder in haar hoek terugkroop. Maar zegt u liever eens, zei hij tegen zijn dubbelganger, als u mij niet kent, wie bent ii dan wel? Ik kon u hetzelfde vragen, maar ik zal eerst uw vraag beantwoorden, was het antwoord van den rei ziger. Mijn naam is van Duyven en ik ben hier heel toevallig beland. Ik kom van Matulia en even voordat ik hier kwam dacht ik heusch, dat ik verdwaald was. Dat is allemaal goed en wel, antwoordde de an der, die Albert den tijd niet gunde om uit te spreken, maar wat beteekent het dan dat ik u hier zoo bij mijn vrouw zag? Zijn vrouw, die aan de beweging die Albert ge maakt had toen haar man dreigend op haar afkwam, gezien had, dat ze op zijn bescherming kon rekenen, kwam hem nu te hulp. Is dat nu zoo wonderbaarlijk? Jullie lijken immers als twee droppels water op elkaar? Zelfs nu, als ik jullie zoo naast elkaar zie, zou ik jullie niet uit elkan der kennen, als ik met een doek voor mijn oogen een paar keer rondgedraaid werd. Of ja. toch wel, aan die stop in je broek. Heelemaal trouwens aan jullie kleé- ren, maar daar heb ik eerst niet op gelet; wie denkt ook aan zooiets? 1 Dus je wilt er een eed op doen dat je hem voor mij hebt aangezien? zei de ander. Natuurlijk. Iedereen zal moeten toegeven dat men zich gemakkelijk in jelui beiden kan vergissen. Ja, dat is zeker zoo, zei Albert. Nu we weten, dat het op een vergissing berust, geloof ik niet, dat we er verder over behoeven te spreken. Maar als ik vra- gen mag: Wie bent u eigenlijk? Het gezicht van den ander vertoonde een achter- dochtigen indruk. Mijn naam wou u weten? Nu, daar hoef ik mij in 't geheel niet voor te schamen: van Oordt, Karei van Oordt. Ik ben de eigenaar van het „Berg-hotel", dat u hier in a! zijn pracht en praal aanschouwt en hij maakte een minachtend gebaar. En daarop tot zijn vrouw: Zeg, Celine, geef eens wat waarmee meneer en ik op onze. kennismaking kunnen drinken. Nadat de glazen gevuld waren, klonken ze op de kennismaking. Ondertusschen namen ze elkaar nog eens op. Drommels, viel van Oordt plotseling weer uit. Ik heb nog nooit zooiets geks meegemaakt! We konden wel tweelingen zijn! Enmaar hij maakte zijn zin niet af; inplaats daarvan sprong hij op en riep, naar Albert's gezicht wijzend: Nee maar, kijk daar eens, precies hetzelfde lïtteeken! Albert keek naar zijn dubbelganger en bleef sprake loos zitten. Want inderdaad, het gezicht van den ander vertoonde hetzelfde lïtteeken dat hij van zijn geboorte af bezeten had. Het was wel een griezelige toevallig heid! Het is werkelijk niet. te gelooven, bracht hij ein delijk uit. Hebt u het altijd gehad? Nee. die heb ik opgeloopen; het doet er niet toe wanneer en door wie. Zijn toon was vreesaanjagend en Albert, die zich toch al niet erg op zijn gemak voelde, vroeg maar niet verder. Maar ik zal ze mijn leven lang wel houden, vervolgde van Oordt Jullie konden wel een tweeling zijn, zei de vrouw, die weer uit de keuken terug kwam om de tafel te dekken. Werkelijk, er is iets tagati. zooals de inlanders zeggen, aan die geschiedenis. U zei daarnet, dat u uit de bergen komt, begon van Oordt, toen ze met hun drieën aan tafel zaten en eer bewezen aan het kuiken dat de hond gespaard had. Wat doen de inlanders den kant van-Matulia uit? Niets bizonders, maar ik kan u wel vertellen, wat ze deden langs het laatste stuk van den weg, voor die de vlakte bereikt. Ze waren daar bezig mij van dicht bij te beschieten uit een van die boschjes aan den kant van den weg. Twee kogels waren bijna raak! Zijn beide dischgenooten lieten bijna tegelijk hun mes en vork op hun bord vallen. De vrouw was bleek geworden. Dat moet Ndabamatoba geweest zijn, riep zij uit. Wie. wat? stamelde Albert, die steeds meer het gevoel kreeg, dat er in dit huis iets vreemds en grie- zelig-geheimzinnigs was. Och, dat is zoo'n zwarte, die het op mij voorzien heeft, zei van Oordt, en hij probeerde zoo onverschil lig mogelijk te kijken. —O, dat is dus al wéér een geval, waarin ze mij voor u aanzagen? Van Oordt knikte. Kan het u veel schelen? Neen, zei Albert, maar het is wel erg opwindend. Na een paar vragen van zijn gastheer vertelde hij uit voerig. wat hem op weg naar het hotel overkomen was, Karei, zei de vrouw angstig, is geloof toch, dat we beter deden met hier vandaan te gaan; het wordt hier gevaarlijk! Och wat, antwoordde de aangesprokene grof en uit zijn humeur, ik laat me door een vent, als Ndaba matoba niet wegjagen. Als ik hem ergens alleen tegen kom, zal ik hem een stukje staal tusschen zijn ribben steken, maar het ongelukkige is. dat hij wel op zal passen, dat ik hem niet alleen te spreken krijg! Maar als ze vannacht nu hier komen? hield ze angstig aan. Ze hebben meneer van Duyven voor jou aangezien en denken dus dat je weer naar huis bent gegaan. En je weet wat die ishinga gezegd heeft! Och, schei toch uit, was het ongeduldige ant woord. Anders ben je ook niet zoo kinderachtig; wat scheelt je? Nu, ik wou toch maar dat jij Misedok niet neer geschoten had, we hadden dan tenminste iets gehad, dat ons kon waarschuwen. Nu kunnen die kerels ons. zonder dat we iets vermoeden, overvallen! Ik voel me onrustig; ik heb een gevoel alsof er vannacht iets gebeuren zal. Albert bestudeerde het vreemdsoortige echtpaar, dat zeker *niet zonder reden zoover van de bewoonde wereld gevlucht was, met aandacht In den man, die zoo sprekend op hem geleek, was iets. dat hem aan trok en tegelijk iets, dat tegen de borst stuitte Zijn manier van spreken wees er op, dat hij óf van lager stand dan hijzelf, of aan lager wal geraakt was. Maar zijn stem leek bedriegelijk veel op de zijne. Er was trouwens niet veel, dat ze niet gemeen hadden. Wat zou het geheim van deze menschen zijn? vroeg hij zich in verwondering af. De vrouw was knap en innemend. Wie was zij en wie was haar man? Er was iets in hun verleden, ze waren niet een paar menschen, die een vervallen herberg ergens op een afgelegen plaats dreven omdat ze niet anders konden; daarvan was hij overtuigd Maar waarom pijnigde hij zijn hersens met zulke gedachten? Morgen ging hij weer verder en dan zouden ze weer voorgoed uit zijn gedachten verdwijnen Maar zou hij morgen wel verder gaan? Iets in den blik van de vrouw scheen hem te zeggen, dat zij een rol in zijn leven zouden spelen Het drietal praatte verder over alles en nog wat. Na verloop van tijd kwam het gesprek op de toe standen in Zuid-Afrika, speciaal in het Transvaal- sche grensgebied aan den kant van Natal. Als u soms van vechten houdt, zei van Oordt. terwijl hij de flesch weer eens naar zijn gast toe schoof, dan kunt,u pleizier beleven. Ik wil vijf tegen een met u wedden, dat we binnen een week hier ia den omtrek gevechten zullen hebben en wil ook wedden, dat ik de plaats weet. waar ze beginnen zul len. En als het spel begint, doe ik óók mee! Toch niet met de inlanders' vroeg Albert Waarom niet? Ik vecht aan den kant van die genen, die mij het best betalen en bovendien heb ik nog zoo mijn particuliere redenen Wel, ik kan mij begrijpen, dat „iemand zijn redenen heeft", maar pr|ctisch beschouwd is 't toch waarschijnlijk, dat u na een paar dagen een kogel in uw lichaam moet krijgen. Och, ik zal altijd nog den troost hebben, dat er een heeleboel anderen zijn, die dat lot deelen. Praat toch niet zoo, zei de vrouw geprikkeld. U moet maar niet naar hem luisteren meneer van Duy ven. Hij raaskalt maar wat; dat doet hij wel meer. O. wat dat betreft, geloof ik dat we dat alle maal wel eens doen. zei Albert lachend. Nu, ik wou maar, dat jij Misedok niet neerge schoten had, vervolgde de vrouw. Ik zal morgen da delijk een nieuwen hond zien te krijgen Bij Bejanï hebben ze er wel een, en als we die hier vastbinden, ben ik al heel wat geruster. Als je maar zoo'n beest hebt, blijven de inlanders 's nachts wel op een af stand. U schijnt u nogal zenuwachtig te maken o6" vrouw, merkte de gast verbaasd op. Ja, ik wou wel dat we hier vandaan ging®, we hebben hier lang genoeg gezeten. De toon waarop ze dat zei gaf aan haar woord» een bijzondere beteekenis maar haar man deed also- hij niets hoorde. Hij had met opmerkelijke zorg en in zeer la"-' zaam tempo een pijp gestopt. Hij stak juist zijn nan in zijn zak om lucifers te voorschijn te halen, toen., pang. boem. de karrter met rook gevuld werd en glasscherven hun drieën om de ooren vlogen. Buite hoorde men een mengelmoes van onbestemde g luiden. F-en oogenblik zag Albert, dat de ander e rookende rèvolver in de hand hield, en toen g' de lamp uit. Wees toch stil, snauwde van Oordt als an- woord op den onderdrukten gil van zijn vrouw- ergens anders zitten, maar zeg geen woord, fluister hij op een toon, die geen tegenspraak duldde. Albert zorgde ervoor tusschen de vrouw en kapotte raam te blijven, waaruit het nog steeds&B scherven regende. Toen zijn oogen aan de duister gewend waren, kon hij een iets minder dons streep tusschen het luik en de raamlijst on^ersjvLs den en ook het door de kogels gemaakte gat h' verbrak de stilte totdat van Oordt langs hen naar de keuken sloop. Blijf waar je bent, flU'St hij, ik kom dadelijk terug. Ze hoorden hem zachtjes de deur openen die de keuken naar buiten leidde, en Albert e" bleven achter in het donker, in spanning het volgend oogenblik hun brengen zou. (Wordt vervolgd'

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1941 | | pagina 6