yictoria-Water
Bonnen die thans geldig zijn:
Jioti Tlieuuxs
Onder valsche vlag
VRIJDAG 30 MEI 1941'
Oin verzekerd te zijn van een goeden oogst worden de bedden met late kool-
planten nu met de hand op onkruid nagezien en waar de plantjes te dicht op
elkaar staan, gedund. Het is een tijdroovcnd, doch zeer belangrijk werk.
(Foto Pax Holland)
Een arts over „distributiedieet".
In vele huisgezinnen rijst telkens weer de vraag:
hoe gebruiken wij de rantsoenen zoo goed moge
lijk? Om hierover de meening van een deskundige
te vernemen had een redacteur van de Vereenigde
Persbureaux een onderhoud met dr. H. van der
Upwich, den bekenden Haagschen arts, die zich
reeds vele jaren bezig houdt met de moderne in
zichten op het gebied der voedingsleer. Dr. van
der Upwich maakte van deze gelegenheid gebruik
om een aantal nuttige aanwijzingen voor de voe
ding te geven.
,,De toestand van de voedselvoorziening komt in
groote trekken overeen met die in Denemarken
tijdens dén wereldoorlog", antwoordde dr. Van
der Upwich op de vraag om het een en ander mede
te deelen over de verhouding tusschen de voedsel
voorziening en den gezondheidstoestand van ons
volk. „Ook in Denemarken moest men toen over
gaan tot een drastische beperking van de vee- en
pluimveestapel wegens gebrek aan buitenlandsche
veevoeder ten gevolge van de Engelsche blokkade.
Op den zoodoende vrijgekomen grond werden aard
appelen en graan verbouwd om het te kort aan
dierlijk voedsel aan te vullen. Het merkwaardige is
nu, dat de sterfte in Denemarken in de jaren 1917
en 1918 afgenomen is. Men moet dit m.i. toeschrij
ven aan het feit,.dat juist in die jaren meer aan
dacht geschonken werd aan het vitaminegehalte
van het voedsel, terwijl bovendien de jnenschen
minder overvloedig aten. Vaak meent men, dat veel
en zwaar eten noodzakelijk is voor het behoud dei-
gezondheid. Dit is een- verkeei-de opvatting, waar
van ik in mijn praktijk de gevolgen telkens be
merk".
„U bent dus van meening, dat men over het al
gemeen ook met minder voedsel toch gezond kan
blijven?"
„Zeer zeker. Natuurlijk wil ik daarmede niet
zeggen, dat men zonder ernstig te verzwakken van
alle voedingsmiddelen b.v. slechts 75 pet. kan nut
tigen. Overleg is noodig. De moderne wetenschap
pelijke onderzoekingen wijzen uit, dat men in ieder
geval er voor moet zorgen voldoende alkalische
mineralen, die in knolgewassen, groenten en fruit
voorkomen, en vitaminen te gebruiken. Het. komt
er meer op aan wat men eet dan hoeveel men eet.
In dit verband vermeld ik nog, dat de levensyer-
zekeringsstatistieken aantoonen hoe zeer dikke
menschen meer vatbaar zijn voor een reeks van
ziekten dan magere".
„Wat, denkt u van de huidige vetvoorziening?"
„Over het algemeen geeft het nuttigen van vet
voedsel een gevoel van verzadiging. Daar er nu
minder vet wordt gebruikt, blijft dit gevoel achter
wege. Dit behoeft echter op zichzelf geen reden tot
ongerustheid te rijn. Een ruimere vetvoorziening
dan de huidige is, behalve voor menschen die on
der slechte weersomstandigheden zwaren handen
arbeid verrichten, overbodig. Maar men moet en
van alle mogelijkheden om vet te krijgen gebruik
maken en de spijzen oordeelkundig ktezen. Wel
acht ik in verband met d# benoodigde vitaminen
een ruimere levertraanvoorzienïng van het Neder-
landsche volk noodzakelijk. Naar ik verneem is er
voldoende voorraad in Europa aanwezig, zoodat
het meer een kwestie van distributie dan van pro
ductie is. Hopelijk kan binnenkort op ruime schaal
levertraan verstrekt worden. Het is een volksbe
lang van de eerste grootte".
„Kunt ti misschien enkele aanwijzingen geven
voor een goede keuze der voeding?"
„Daar kan inderdaad niet genoeg de aandacht
op gevestigd worden: het Nederlandsche volk
heeft meer dan ooit voorlichting op dit gebied noo
dig. Laat ik dus enkele regels geven:
1) Eet veel fruit, groenten en knolgewassen.
Kook de groente kort, desnoods "niet geheel gaar
en gooi vooral het groentennat niet weg. Kook de
aardappelen in de schil en pel deze er later af.
2) Maak gebruik van alle mogelijkheden die de
distributie biedt. Gebruik vooral de kaas, het we-
kelijksche ei en de melk.
3) Eet bij voorkeur echt bruin brood en kauw
dit goed. Drink niet bij den maaltijd, het is onnoo-
dig en schadelijk.
4) Tracht bij den slager ook de vroeger minder
gevraagde vleeschsoorten als hart, nieren en her
senen te koopen. Zij staan in voedingswaarde niet
achter bij spiervleesch". (V.P.B.)
Groote sluikhandel iu rogge
ontdekt.
Reeds zes personen gearresteerd.
's HERTOGENBOSCH, 29 Mei. Een ernstig ge
val van sluikhandel in gesmokkelde rogge zijn de
ambtenaren van den crisiscontroledienst te Veghel
en de marechaussees van de brigade Den Bosch
op het spoor gekomen.
Na een in alle stilte gevoerd onderzoek kreeg
men er den neus van, waar de „haarden" van dezen
clandéstienen handel gelegen waren. De meeste
rogge werd gekocht te St. Michielsgestel en Berli-
cum, doch de bedrijfsvoerders bleken verspreid over
de provincie te wonen.
Gevolg van het onderzoek was, dat reeds zes
personen n.l. de 29-jarige vertegenwoordiger J.
van V. uit Heusden, de 34-jarige slager J. van P.
uit Chaam, de 31-jarige landbouwer J. A. V. uit
Baarle-Nassau, de 52-jarige molenaar E. J. S. en
diens zoon A. S. beiden uit St. Michielsgestel wer
den aangehouden en in het huis van bewaring in
Den Bosch werden opgesloten.
Voorts werden door de ambtenaren in totaal 40.090
K.G. rogge opgespoord en in beslag genomen.
Voor de rogge werd een prijs betaald van f 18,
en f 19 per 100 K.G. Ook kochten dezelfde personen
groote hoeveelheden roggemeel, waarvoor zij tot
f 30 per 100 K.G. besteedden.
Tijdens het onderzoek kwam nog meer aan het
licht- Want de ambtenaren namen een flink kwan
tum clandestien geslacht varkensvleesch in beslag
en daarnaast nog een hoeveelheid koffie, waarvan
werd vastgesteld, dat ze verkocht werd tegen prij
zen vah f 16 tot f 19 per K.G.
ZELDZAME MEESTERS IN HET
RIJKSMUSEUM.
AMSTERDAM, 29 Mei. Na de keuzetentoon
stellingen, welke den laatsten tijd in het Rijks
museum gehouden zijn, is de 'directie van dit
museum er thans toe overgegaan, weer een ten
toonstelling van werken uit het eigen bezit te or-
ganiseeren.
Daartoe is een keuze gedaan uit de kunsthistori
sche verzameling schilderijen uit de 17e eeuw en
later (tot het jaar 1830).
Het ligt in het voornemen, de tentoonstelling te
beginnen met de Pinksterdagen voor het publiek
open te stellen.
GOEDE VANGST.
OOSTZAAN, 29 Mei (ANP) Een tiental amb
tenaren van den crisis controledienst hebben heden
morgen vroeg een inval gedaan bij verschillende
personen dezer gemeente, die ervan verdacht wer
den clandestiene slachtingen te verrichten. Op on
geveer 300 meter van den openbaren weg achter
de woning van den poelier C. V. werd in een
schuurtje een volledig stel slagersgereedschappen
gevonden, alsmede 20 geslachte varkens, tonnen
vet, 2 koeienkoppen en enkele koeienpooten. Voorts
vonden de ambtenaren bij M. K. twee geslachte
varkens, alsmede 10 mud tarwe, toebehoorende
aan diens zoon A. K. Tegen beiden is proces-verbaal
opgemaakt.
Op de vuilnisbeltplaats van Aehthoven, nabij Mont-
foort had tijdens het lossen van vuilnis de arbeider. De
B. uit Harmeien, het ongeluk onder een beladen kipkar
terecht te komen. Zwaar gewond werd hij op genomen
en naar een ziekenhuis te Utrecht overgebracht, waar hij
enkele uren na aankomst is overleden.
Maandagavond a.s. zeven uur zal in het gebouw voor
Kunsten en Wetenschappen te Utrecht optreden een
„Spielschar" des Gebietes Düsseldorf des Bundes Deut-
scher Madel, een meisjesorkest van dertig leden, dat in
Dutischland groote bekendheid geniet. De, bedoeling van
dit optreden is het Nederlandsch publiek' in contact te
brengen met het werk van de Dultsche Jeugd.
Rijk aan Gcneeskrachtge Mineralen-
(Adv. Ingez. Med.)
De F. N. Z. vergaderde te Utrecht.
Aantal leden in 1940 nog belangrijk
toegenomen-
UTRECHT, 29 Mei. Hedenmiddag kwam de
Alg. Ned. Zuivelbond (F.N.Z.) in algemeene ver
gadering bijeen in een der zalen van het Jaarbeurs-
restaurant.' De vergadering was druk bezocht.
De voorzitter H. K. Koster heette de aanwezigen
welkom en memoreerde vervolgens de besprekin
gen, gehouden met de dagelijksche besturen van
de drie crisis-landbouworganisaties, den directeur-
generaal van den landbouw en den dir.-generaal
van de Voedselvoorziening in oorlogstijd. Spreker
meende de vraag: „heeft de coöperatie nog wel een
taak?" volmondig met ja te kunnen beantwoorden.
Meer dan de helft der Nederlandsohe boeren heeft
zich geheel vrijwillig bij de coöperatieve zuivelbe
drijven aangesloten en*zij verwachten van dezen
bedrijfsvorm de berte resultaten voor hun bedrijf
en voor de gemeenschap.
De overheid verlangt nu van de boeren, dat zij
zooveel mogelijk zullen produceeren. Om echter
de productie op een zoo hoog mogelijk peil te hou
den zijn hulpmiddelen noodig, welke door de om
standigheden schaarscher worden. In de eerste
nlaats behooren hiertoe kunstmest en veevoeder.
Tot nog toe heeft men met de productie nog geen
onoverkomelijke moeilijkheden ondervonden. Dank
zij de jarenlange en intensieve organisatie onzer
bedrijven, kunnen de boeren vele moeilijkheden
overwinnen.
Het coöperatieve zuivelbedrijf is steeds bereid de
regeeringsmaatregelen te steunen, al schroomde
het niet daar, waar hot. dit noodig achtte, met be
zwaren naar voren te komen.
Nadat de rekening en verantwoording over 1940
waren goedgekeurd, kwam het jaarverslag over
1940 aan de orde.
Op 31 December 1940 waren bij de vereeniging
aangesloten 8 regionale bonden met 457 leden-
coöperatieve zuivelfabrieken (vorig jaar 442), ver
werkende in 1940 (of 1939/1940) 2.756.722.482 K.G.
melk, tegen 2.722.743.056 K.G. in het vorige boek
jaar. In het begin van het verslagjaar (per 1 Maart
1940) sloten zich 16 fabrieken aan bij den Pro
vincialen Bond in Drente, waarmede de aansluiting
van alle coöperatieve zuivelfabrieken ook in_ dje
provincie een feit was geworden. Daarmede is te
vens het aantal coöperatieve zuivelfabrieken dat
nog niet bij de F.N.Z. is aangesloten, tot een zeer
gering aantal gedaald. De gemiddeld per fabriek
verwerkte hoeveelheid'melk daalde als gevolg van
de veranderingen, die de gewijzigde toestanden ook
voor de melkveehouderij medebrachten, van 6.2 tot
6 millïoen K.G. Hierbij dient er rekening mede te
worden gehouden, dat vooral in het noorden des
lands velé fabrieken het boekjaar afsluiten op 1 Mei
of daaromtrent, zoodat van deze fabrieken de pro
ductie tot Mei 1940 is opgenomen.
In overleg met de aangesloten bonden werd met
het oog op de noodzakelijkheid om zooveel moge
lijk 20+ kaas te maken, welke voor een langeren
bewaartijd dan normaal gebruikelijk is moet wor
den bestemd, een regeling getroffen waarbij de
fabrieken toezegden de kaasmelk niet hooger dan
85 graden en niet langer dan gedurende 1 minuut
te zullen pasteuriseeren. Dit werkte er toe mede,
dat geen pasteurisatieverbod werd ingevoerd.
AARDAPPELEN.
BON 03. T.m. 4 Juni
1 Vz Kg
BOTER- OF VETKAART.
BON 17. T.m. 14 Juni:
250 gr. boter of 200 gr.
sla- of raapolie.
BON 18. T.m. 14 Juni:
250 gr. boter. Vetkaart
reductie
BROOD, GEBAK.
BON 21. T.m. 11 Juni 200
gr brood of 2 rantsoe
nen gebak.
BON 24. T.m. 22 Juni 100.
gr. brood of 1 rantsoen
gebak.
BON 8 (Bloemkaart) t.m,
15 Juni 50 gr. brood of
i/2 rantsoen gebak.
EIEREN (Bonkaart Alg.).
BON 87. T.m. 4 Juni: 1 ei.
BON 41. T.m. 4 Juni: 1 ei.
KOFFIESURROGAAT EN
THEE (Bonkaart Algem.).
BON 34. T.m. 22 Juni 250
gr. koffiesurrogaat of 40
gr. thee.
MEEL EN GRUTTERS
WAREN. (Bonkaart Alg.).
BON 32. T.m. 15 Juni:
250 gr. rijst, rijstemeel,
rijstebloem of grutte-
meel
BON 24. T.m. 15 Juni:
250 gr. haA*ermout, ha
vervlokken, hayerbloem,
aardappelmeeivlokken,
gort, gortmeel of grutten
BON 25. T.m. 15 Juni:
250 gr gort, gortmout of
grutten.
BON 26. T.m. 15 Juni'.
100 gr. macaroni, vermi
celli of spaghetti.
BON 27. T.m. 15 Juni:
100 gr maizena, gries-
meel, sago, aardappel
meel of puddingsaus-
poeder.
BON 21 (Broodk.) T.m.
31 Mei: 140 gr. meel of
bloem.
BON 8 (Bloemkaart).
T.m. 15 Juni: 35 gr. meel
of bloem.
KAAS. (Bonkaart Algem
BON 65 en 75. T.m. 1
Juni: 100 gr.
BON 66 en 76. T.m. 15
Juni: 100 gr.
MELK.
BON 18. T.m. 4 Juni:
ly£ L. melk.
SUIKER. (Bonkaart Alg.)
BON 31. T.m. 8 Juni 1 kg
VLEESCH EN VLEESCH-
WAREN.
BON 16 „vleesch". T.m
4 Juni 50 gr. vleesch of
ongesmolten vet of y2
rants, vleeschwaren.
BON 16 „vleeschwaren".
T.m. 4 Juni V2 rantsoen.
ZEEP. (Bonkaart Algem.)
BON 29. T.m. 31 Mei 150
gr. toiletzeep, 120 gr
huishoudzeep, 200 gr. z.
zeep, (oude samenstel
ling). 150 gr. z. zeep,
300 gr. z. zeeppasta, 250
gr. zeeppoeder, 125 gr.
zeepvlokken, 250 gr.
zelfwerkende waschmid-
delen, 200 gr. vloeibare
zeep of 600 gr. wasch
poeder.
PEULVRUCHTEN. (B0n.
kaart Algemeen).
BON 33. T.m. 4 Jum:
500 gr.
SCHEERZEEP ENZ.
BON K (Textielkaart).
T.m. 31 Aug.: 50 gr.
PETROLEUM.
Periode 10. T.m. 15 Juni-
2 L.
3RANDSTOFFEN.
Bons, gemerkt „Brand-
stoffen" en „01 K.p,"
van de Bonkaarten ni
en n: 1 eenheid vaste
brandstof. Geldig t.m
31 Mei.
Bon Generator-Anthra-
ciet vierde periode i
H.L. anthracietnootjes,
Bon Generator-turf, <je
periode Geldig t.m. 3]
Mei: 50 st. baggerturf,
HONDENBROOD.
BON 7. T.m. 31 Mei;
Groep 1 en 2: 10 Kg; Gr
3: 8 Kg; Gr. 4: 5 Kg; Gr
5: 4 Kg; Gr. 6: 3 Kg,
KATTENBROOD.
BON 7. T.m. 31 Mei-
lVz Kg.
EXAMENS.
ACADEMISCHE OPLEIDING
Geslaagd aan de Gem. Universiteit te Amsterdam
voor het doet. ex. wiskunde de heer A. H J. M.
Tomey, voor het doet., ex. Italiaansche taal en let
terkunde mevr. C. J. Romein en mevr. C. J. M.
Lubbers; voor het cand. ex rechten de heer K.
Reitsma, voor het doctoraal examen Fransche taai
en letterkunde: mèj. M. J. Reeser (cum laude).
Vrouwen Electriciteits Vereeniging.
De Vrouwen Electriciteits Vereeniging te Haarlem
hield Donderdagmiddag een propaganda-bijeenkomst in
het gebouw van den Haarl. Kegelbond. De presidente,
mevrouw R. v. d. NoordMagré, herinnerde er aan,
dat de huisvrouwen vooral in dezen tijd, wat de voe
ding van het gezin betreft, zorgen hebben; maar als
het gezin de spijzen lekker vindt, dan wordt de moeite
beloond.
Zij gaf hierop het woord aan de dames me
vrouw A. RoerschSemeyns en mevrouw J. Felius
Wijnia, beiden van het Prov. Electriciteitsbedrijf in
Noord-Holland. Mevr. Roersch sprak over het onder
werp: „Hoe helpen wij ons gezin door deze moeilijke
tijden heen?" Zij merkte op, dat de vrouw altijd al
leen, behalve voor vele andere goede eigenschappen,
het meest waardeering vindt voor wat zij op tafel
brengt. De vrouwen moeten er voor zorgen, dat ook
in dezen tijd die waardeering blijft bestaan. Zij moe
ten zich afvragen, of haar gezin, uit voedingsoogpunt
gezien, alles gegeven werd, wat mogelijk is. Het wordt
steeds moeilijker-, aan deze eischen te voldoen, maar
als moeder de vrouw het met opgewektheid doet, dan
zal het zonnetje in het gezin blijven schijnen.
Mevrouw Felius sprak over „De bereiding van
voedsel in dezen tijd." De vrouw moet niet alleen
modern zijn in haar kleeding, maar ook wat de voe
dingsleer betreft. Vooral nu de groenten zoo duur zijn,
moet men de beschermende stoffen, die er in zitten,
zooals vitaminen en zouten, zooveel mogelijk behou
den, in het belang van het gezin. Als de vrouwen
daarvoor zorgen, kunnen zij het gezin door de moei
lijke tijden heenhelpen, zonder dat zich ernstige
stoornissen voordoen. Spreekster gaf een groot aan
tal nuttige wenken, bijv. dat de groente, die zoo
frisch mogelijk gekocht is, niet lang van te voren
moet worden schoongemaakt en dat ze vlug aan de
kook gebracht moet worden. Ook gaf zij in overwe
ging, de kinderen vaak rauwe wortelen te laten eten,
omdat daar vele goede voedingsstoffen in zitten.
Tijdens de causerie van mevr. Felius maakte mej.
C. j. S. van Nieuwenhuis, eveneens van het Prov.
Electriciteitsbedrijf, een volledig diner op electrische
fornuizen gereed en gaf daarbij vele inlichtingen.
De presidente bracht aan het eind van dezen nut
tigen middag aan alle drie de dames een woord van
dank.
Voor de Kinderen
(Teekeningen H. Kannegieter).
HOND VERMIST!
„Jongens, daar zit Jan z'n hondje. Geef eens
gauw een stukje krijt. En dan leder laten
denken, Jantje is zijn hondje kwijt. Met een
aantal fiksche lijnen, zet tk hier zijn beel-
•tenis, en er bij dat voor den vinder, er Iets
te verdienen is."
„Kijk eens Kees, ken je die hond soms?
Teddy Trix van Jan. Hij is zoo ver wegge-
loopen dat men hem niet vinden kan. Weet
je wat je doet, joh, zoeken! Breng je hem
bij Jan terug, dan geeft hij je vast een gul
den, dien verdien je nooit zoo vlug."
OFFICIEELE PUBLICATIE VAN HET DEPARTEMENT
VAN HANDEL, NIJVERHEID EN SCHEEPVAART.
Distributie van gasolie.
WAARSCHUWING.
De Secretaris-Generaal van het Departement van Hsu-
del. Nijverheid en Scheepvaart maakt bekend ,dat dezer
dagen gasolie in distributie zal worden gebracht, welfc
een laag vlampunt heeft. Het kan zelfs voorkomen, dii
het vlampunt nog iets lager ligt dan dat van normale p«.
troleum (kerosine).
Ter voorkoming van ongelukken is het van groot belan»
dat derhalve de noodige voorzichtigheid bij het gebruik
van deze olie wordt in acht genomen. Dit geldt vooral
voor gloeikopmotoren. Schippers, motordrijvers en mz-
chinisten dienen dus op te passen, dat geen lekkage voor-
komt en dat in het algemeen groote zindelijkheid In dt
motoTkamers wordt betracht.
Men hoede zich ervoor met vuur of open licht te komen
ln de nabijheid van open bunkers, tanks of vaten, welke
deze vloeistof bevatten
Indien reparaties aan tanks, die deze gasolie bevat heb.
ben, of in de nabijheid ervan, moeten worden verricht
zal tevoren een zeer grondige reiniging en ontgassing ven
de tanks noodig zijn.
(Adv. Ingez. Med.)
Vrouw mishandelde haar stiefkind,
Een jaar gevangenisstraf geëischt.
Voor de Bossche rechtbank heeft zich te ver-
antwoorden gehad de 45-jarige vrouw J. S&,
huisvrouw van M. P. uit Vlijmen, die tusschen
December van het vorig jaar en Maart van it
jaar haar 14-jarig stiefdochtertje J. Pulles meer-
malen heeft mishandeld. Zij had het kind geweld-
dadig met een waschhout geslagen, waardoor het
telkens bloedend werd verwond. Voorts had zij het,
volgens haar eigen bekentenis, bijna iederen dsg
geslagen en geschopt, het ook gekrabd en gebeten
en het niet te eten gegeven. Eens heeft ze het een
gat in 't hoofd geslagen.
Het kind had ze op het hart gedrukt, den vader
nooit te zeggen, waarom het er zoo toegetakeld uit
zag; dit onder bedreiging, dat het er dan nog mee:
van langs zou krijgen.
De buren hebben ten slotte de zaak bij de politie
aanhangig gemaakt.
De officier van justitie noemde dit gedrag van
de vrouw beestachtig en.onmenschelijk. Hij eischta
een gevangenisstraf voor een jaar,
CREMATIE F. BOUMAN.
Onder veel belangstelling heeft gistermiddag in
het crematorium op Westerveld de crematie plaats
gehad van het stoffelijk overschot van den heer
F. Bouman, oud-ambtenaar bij den gemeentelijken
keuringsdienst alhier, op 73-jarigen leeftijd over
leden. Er was vooral veel belangstelling van de
zijde der Buurtvereeniging „Ravowizo" (Raam
gracht, Vold'ërsgracht enz.) waarvan de overledene
penningmeester was.
De heer J. Leaterman heeft namens deze ver
eeniging gesproken en dankbaar herdacht alles, wat
de ontslapene voor de vereeniging had gedaan,
De heer v. d. Aart memoreerde wat de overledene
voor de familie was geweest.
Nadat de kist onder orgelspel was gedaald, heelt
de zoon voor de belangstelling bedankt.
NOG EENS PERSONEELE BELASTING
PLEZIERVAARTUIGEN.
's-GRAVENHAGE, 29 Mei. De A.N.W.B. heelt
van het Departement van Financiën het volgende
bericht ontvangen:
Naar aanleiding van binnengekomen verzoeken
heeft de Secretaris-Generaal goedgevonden, dat
pleziervaartuigen, die bestemd zijn om uitsluitend
door motorische kracht te worden voortbewogen
en die wegens gebrek aan brandstof niet als zoo
danig gebezigd kunnen worden, door de houders
daarvan gebruikt worden als woonschip. De houders
van die vaartuigen behooren daartoe ligplaatsen
te kiezen en tot den inspecteur onder wie zij res
sorteeren het verzoek te richten het vaartuig te
mogen brengen naar de plaats, die door hen als
ligplaats gekozen is en vandaar terug naar de
plaats waar het vaartuig geborgen wordt.
De inspecteurs zullen den houders er met na
druk op wijzen, dat met het vaartuig niet gevaren
mag worden anders dan van de bergplaats naar de
ligplaats en terug en dat, indieh dit toch mocht
geschieden, een aanslag in de personeele belasting
over een vol jaar voldaan moet worden-.
MARINUS BERTRAM.
(Nadruk verboden).
14)
De man die het laatst gêkomen was, was de eerste
Sie weer tot zichzelf kwam.
Wat heeft dit te beteekenen? vroeg hij op hoogen
toon. Celina, hoor je mij riiet; ik vraag je wat dit te
beteekenen heeft.
Ik weet het niet, maar ik geloof, dat de duivel
hier de hand in heeft.
Och loop rond, vervolgde de man. en hij deed
een stap in de richting van de vrouw, die daarop nog
verder in haar hoek terugkroop. Maar zegt u liever
eens, zei hij tegen zijn dubbelganger, als u mij niet
kent, wie bent ii dan wel?
Ik kon u hetzelfde vragen, maar ik zal eerst uw
vraag beantwoorden, was het antwoord van den rei
ziger. Mijn naam is van Duyven en ik ben hier heel
toevallig beland. Ik kom van Matulia en even voordat
ik hier kwam dacht ik heusch, dat ik verdwaald was.
Dat is allemaal goed en wel, antwoordde de an
der, die Albert den tijd niet gunde om uit te spreken,
maar wat beteekent het dan dat ik u hier zoo bij mijn
vrouw zag?
Zijn vrouw, die aan de beweging die Albert ge
maakt had toen haar man dreigend op haar afkwam,
gezien had, dat ze op zijn bescherming kon rekenen,
kwam hem nu te hulp.
Is dat nu zoo wonderbaarlijk? Jullie lijken immers
als twee droppels water op elkaar? Zelfs nu, als ik
jullie zoo naast elkaar zie, zou ik jullie niet uit elkan
der kennen, als ik met een doek voor mijn oogen een
paar keer rondgedraaid werd. Of ja. toch wel, aan die
stop in je broek. Heelemaal trouwens aan jullie kleé-
ren, maar daar heb ik eerst niet op gelet; wie denkt
ook aan zooiets? 1
Dus je wilt er een eed op doen dat je hem voor
mij hebt aangezien? zei de ander.
Natuurlijk. Iedereen zal moeten toegeven dat men
zich gemakkelijk in jelui beiden kan vergissen.
Ja, dat is zeker zoo, zei Albert. Nu we weten, dat
het op een vergissing berust, geloof ik niet, dat we
er verder over behoeven te spreken. Maar als ik vra-
gen mag: Wie bent u eigenlijk?
Het gezicht van den ander vertoonde een achter-
dochtigen indruk.
Mijn naam wou u weten? Nu, daar hoef ik mij
in 't geheel niet voor te schamen: van Oordt, Karei
van Oordt. Ik ben de eigenaar van het „Berg-hotel",
dat u hier in a! zijn pracht en praal aanschouwt en hij
maakte een minachtend gebaar. En daarop tot zijn
vrouw:
Zeg, Celine, geef eens wat waarmee meneer en ik
op onze. kennismaking kunnen drinken.
Nadat de glazen gevuld waren, klonken ze op de
kennismaking. Ondertusschen namen ze elkaar nog
eens op.
Drommels, viel van Oordt plotseling weer uit. Ik
heb nog nooit zooiets geks meegemaakt! We konden
wel tweelingen zijn! Enmaar hij maakte zijn zin
niet af; inplaats daarvan sprong hij op en riep, naar
Albert's gezicht wijzend: Nee maar, kijk daar eens,
precies hetzelfde lïtteeken!
Albert keek naar zijn dubbelganger en bleef sprake
loos zitten. Want inderdaad, het gezicht van den ander
vertoonde hetzelfde lïtteeken dat hij van zijn geboorte
af bezeten had. Het was wel een griezelige toevallig
heid!
Het is werkelijk niet. te gelooven, bracht hij ein
delijk uit. Hebt u het altijd gehad?
Nee. die heb ik opgeloopen; het doet er niet toe
wanneer en door wie. Zijn toon was vreesaanjagend en
Albert, die zich toch al niet erg op zijn gemak voelde,
vroeg maar niet verder. Maar ik zal ze mijn leven
lang wel houden, vervolgde van Oordt
Jullie konden wel een tweeling zijn, zei de vrouw,
die weer uit de keuken terug kwam om de tafel te
dekken. Werkelijk, er is iets tagati. zooals de inlanders
zeggen, aan die geschiedenis.
U zei daarnet, dat u uit de bergen komt, begon
van Oordt, toen ze met hun drieën aan tafel zaten en
eer bewezen aan het kuiken dat de hond gespaard had.
Wat doen de inlanders den kant van-Matulia uit?
Niets bizonders, maar ik kan u wel vertellen, wat
ze deden langs het laatste stuk van den weg, voor die
de vlakte bereikt. Ze waren daar bezig mij van dicht
bij te beschieten uit een van die boschjes aan den kant
van den weg. Twee kogels waren bijna raak!
Zijn beide dischgenooten lieten bijna tegelijk hun
mes en vork op hun bord vallen. De vrouw was bleek
geworden.
Dat moet Ndabamatoba geweest zijn, riep zij uit.
Wie. wat? stamelde Albert, die steeds meer het
gevoel kreeg, dat er in dit huis iets vreemds en grie-
zelig-geheimzinnigs was.
Och, dat is zoo'n zwarte, die het op mij voorzien
heeft, zei van Oordt, en hij probeerde zoo onverschil
lig mogelijk te kijken.
—O, dat is dus al wéér een geval, waarin ze mij
voor u aanzagen?
Van Oordt knikte. Kan het u veel schelen?
Neen, zei Albert, maar het is wel erg opwindend.
Na een paar vragen van zijn gastheer vertelde hij uit
voerig. wat hem op weg naar het hotel overkomen was,
Karei, zei de vrouw angstig, is geloof toch, dat
we beter deden met hier vandaan te gaan; het wordt
hier gevaarlijk!
Och wat, antwoordde de aangesprokene grof en
uit zijn humeur, ik laat me door een vent, als Ndaba
matoba niet wegjagen. Als ik hem ergens alleen tegen
kom, zal ik hem een stukje staal tusschen zijn ribben
steken, maar het ongelukkige is. dat hij wel op zal
passen, dat ik hem niet alleen te spreken krijg!
Maar als ze vannacht nu hier komen? hield ze
angstig aan. Ze hebben meneer van Duyven voor jou
aangezien en denken dus dat je weer naar huis bent
gegaan. En je weet wat die ishinga gezegd heeft!
Och, schei toch uit, was het ongeduldige ant
woord. Anders ben je ook niet zoo kinderachtig; wat
scheelt je?
Nu, ik wou toch maar dat jij Misedok niet neer
geschoten had, we hadden dan tenminste iets gehad,
dat ons kon waarschuwen. Nu kunnen die kerels ons.
zonder dat we iets vermoeden, overvallen! Ik voel
me onrustig; ik heb een gevoel alsof er vannacht
iets gebeuren zal.
Albert bestudeerde het vreemdsoortige echtpaar,
dat zeker *niet zonder reden zoover van de bewoonde
wereld gevlucht was, met aandacht In den man, die
zoo sprekend op hem geleek, was iets. dat hem aan
trok en tegelijk iets, dat tegen de borst stuitte Zijn
manier van spreken wees er op, dat hij óf van lager
stand dan hijzelf, of aan lager wal geraakt was. Maar
zijn stem leek bedriegelijk veel op de zijne. Er was
trouwens niet veel, dat ze niet gemeen hadden.
Wat zou het geheim van deze menschen zijn? vroeg
hij zich in verwondering af. De vrouw was knap en
innemend.
Wie was zij en wie was haar man?
Er was iets in hun verleden, ze waren niet een
paar menschen, die een vervallen herberg ergens op
een afgelegen plaats dreven omdat ze niet anders
konden; daarvan was hij overtuigd Maar waarom
pijnigde hij zijn hersens met zulke gedachten? Morgen
ging hij weer verder en dan zouden ze weer voorgoed
uit zijn gedachten verdwijnen
Maar zou hij morgen wel verder gaan? Iets in
den blik van de vrouw scheen hem te zeggen, dat
zij een rol in zijn leven zouden spelen
Het drietal praatte verder over alles en nog wat.
Na verloop van tijd kwam het gesprek op de toe
standen in Zuid-Afrika, speciaal in het Transvaal-
sche grensgebied aan den kant van Natal.
Als u soms van vechten houdt, zei van Oordt.
terwijl hij de flesch weer eens naar zijn gast toe
schoof, dan kunt,u pleizier beleven. Ik wil vijf tegen
een met u wedden, dat we binnen een week hier ia
den omtrek gevechten zullen hebben en wil ook
wedden, dat ik de plaats weet. waar ze beginnen zul
len. En als het spel begint, doe ik óók mee!
Toch niet met de inlanders' vroeg Albert
Waarom niet? Ik vecht aan den kant van die
genen, die mij het best betalen en bovendien heb ik
nog zoo mijn particuliere redenen
Wel, ik kan mij begrijpen, dat „iemand zijn
redenen heeft", maar pr|ctisch beschouwd is 't toch
waarschijnlijk, dat u na een paar dagen een kogel in
uw lichaam moet krijgen.
Och, ik zal altijd nog den troost hebben, dat er
een heeleboel anderen zijn, die dat lot deelen.
Praat toch niet zoo, zei de vrouw geprikkeld. U
moet maar niet naar hem luisteren meneer van Duy
ven. Hij raaskalt maar wat; dat doet hij wel meer.
O. wat dat betreft, geloof ik dat we dat alle
maal wel eens doen. zei Albert lachend.
Nu, ik wou maar, dat jij Misedok niet neerge
schoten had, vervolgde de vrouw. Ik zal morgen da
delijk een nieuwen hond zien te krijgen Bij Bejanï
hebben ze er wel een, en als we die hier vastbinden,
ben ik al heel wat geruster. Als je maar zoo'n beest
hebt, blijven de inlanders 's nachts wel op een af
stand.
U schijnt u nogal zenuwachtig te maken o6"
vrouw, merkte de gast verbaasd op.
Ja, ik wou wel dat we hier vandaan ging®,
we hebben hier lang genoeg gezeten.
De toon waarop ze dat zei gaf aan haar woord»
een bijzondere beteekenis maar haar man deed also-
hij niets hoorde.
Hij had met opmerkelijke zorg en in zeer la"-'
zaam tempo een pijp gestopt. Hij stak juist zijn nan
in zijn zak om lucifers te voorschijn te halen, toen.,
pang. boem. de karrter met rook gevuld werd en
glasscherven hun drieën om de ooren vlogen. Buite
hoorde men een mengelmoes van onbestemde g
luiden. F-en oogenblik zag Albert, dat de ander e
rookende rèvolver in de hand hield, en toen g'
de lamp uit.
Wees toch stil, snauwde van Oordt als an-
woord op den onderdrukten gil van zijn vrouw-
ergens anders zitten, maar zeg geen woord, fluister
hij op een toon, die geen tegenspraak duldde.
Albert zorgde ervoor tusschen de vrouw en
kapotte raam te blijven, waaruit het nog steeds&B
scherven regende. Toen zijn oogen aan de duister
gewend waren, kon hij een iets minder dons
streep tusschen het luik en de raamlijst on^ersjvLs
den en ook het door de kogels gemaakte gat h'
verbrak de stilte totdat van Oordt langs hen
naar de keuken sloop. Blijf waar je bent, flU'St
hij, ik kom dadelijk terug.
Ze hoorden hem zachtjes de deur openen die
de keuken naar buiten leidde, en Albert e"
bleven achter in het donker, in spanning
het volgend oogenblik hun brengen zou.
(Wordt vervolgd'