IJmuider Courant DAGBLAD VOOR VELSEN, IJMUIDEN, SANTPOORT EN OMSTREKEN Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen Strijd op Syrisch gebied ontbrand. Van der Hoogt-prijs voor Vasalis Tokio acht Ned. Indisch antwoord onbevredigend. Duitsche actie tegen de Britsche scheepvaart. De aanval op Syrië. 26e TA'ARGANG No. 183 Uitgave Lourens Coster, Maatschappij voor Courant-Uitgaven en Algem. Drukkerij N.V., Gr. Houtstraat 93, Haarlem. Telefoon 10724. Bureau iJmuider Courant: Kennemerlaan 42, IJmuiden, Telefoon 5301, Postgiro 310791. Alle Advertenties, opgegeven voor dit blad, worden kosteloos opgenomen In de Kennemer Courant. Directie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM Hoofdredacteur: ROBERT PEEREBOOM, Heemstede MAANDAG 9 JUNI 1941 Abonnementen per week 0.13^# per maand 0.55, per 3 maanden 1.63, franco per post 2.05 per kwartaal. Losse nummers 3 cent per ex. Advertentiën: 1-5 regels 0.70, elke regel meer 0.14. BIJ abonnementen belangrijke korting. Ingezonden mededeelingen dubbele prijs. Advertenties van Vraag en Aanbod 1-3 regels 0.30, elke regel meer 0.10. Britsche strijdkrachten en troepen van De Gaulle overschrijden de grens van Syrië en Libanon. Wijnaendts Francken-prijs voor Vestdijk Energieke tegenstand der Fransche legers. VTCHY, 8 Juni (D.N.B.) Het Fransche ministerie van oorlog heeft Zondag het vol gende officieele communiqué uitgegeven: „Van Palestina en Transjordanië komende Britsche troepen en strijdkrachten van De Gaulle hebben op 8 Juni des ochtends de levantstaten (Syrië en den Libanon) aan gevallen. Volgens de eerste berichten die zijn ontvangen hebben sterke gemotoriseerde en pantsereenhèden, gesteund door artillerie de Syrische grens overschreden en trachten zij op de naar Damascus leidende wegen op te rukken. Onze troepen van alle wapensoortcn. die door den niet te kwalificeeren Britschen en Gaullistischen aanval niet verrast zijn, doen dapper hun plicht. De gevechten duren voort. Een Britsche zeestrijdmacht, bestaande uit een pantserschip, twee kruisers en vijf torpe dojagers, die ten Zuiden van Beiroet kruiste, heeft in de ochtenduren aan de Libaneesche kust een contingent betrekkelijk zwakke, mef machinegeweren bewapende strijdkrachten aan land gezet, welke zonder verwijl gevan gen genomen werden. Het luchtwapen van den tegenstander heeft zonder succes de vliegvel den van Damascus en Aleppo bestookt en dat van Rayak met machinegeweervuur bescho ten. Het Fransche opperbevel in Syrië en Liba non deelt mede: De Britsche troepen hebben Zondag van Josjizawa zou op nieuwe instructies wachten. TOKIO, 7 Juni. (D.N.B.) In officieele Japan- gche kringen wordt het gisteren door de regeering van Ned.-Indië verstrekte antwoord aan Japan on bevredigend genoemd. Men kan evenwel nog niet zeggen, zoo verklaarde men verder, of de onderhande lingen in Batavia zullen worden voortgezet of niet. De Tokio Nitsji Nitsji meldt uit Batavia, dat dè Japansche delegatie aan het ministerie van buiten- landsche zaken in Tokio nieuwe instructies verzocht heeft. De toestand moet als zeer kritiek beschouwd worden. De leider van de Japansche delegatie heeft verklaard, dat men een dergelijk antwoord van Ned.- Indië niet verwacht had. Hoewel de Japansche voor stellen bescheiden eischen inhielden zijn zij des ondanks door Batavia afgewezen. Dientengevolge, zoo voegde de Japansche delegatieleider hieraan toe, moeten wij thans voorbereidingen treffen om naar Japan terug te keeren. De Jomioeri Sjimboen spreekt van een min of meer ontoegeeflijke houding van Ned.-Indië en is van meening, dat het antwoord thans verscheidene dagen lang door de Japansche delegatie zal moeten wor den bestudeerd. Het Japansche persbureau Domei ontving d.d. Juni nog de volgende mededeelingen uit Batavia: Ofschoon het antwoord van Ned.-Indië als onbevre digend wordt beschouwd, zal de Japansche delegatie nog een laatste poging doen om door verdere onder handelingen tot een overeenkomst te geraken. Men is van gevoelen, dat „eenigen tijd" noodig zal zijn om vast te stellen of de Ned.-Indische autoriteiten al of niet werkelijk het voornemen hebben de bespre kingen tot een succesvol besluit te brengen, aldus verluidt van den kant van de Japansche delegatie. Het Ned.-Indische antwoord op het Japansche voorstel van 7 Mei is aan den Japanschen gedele geerde voorgelegd tijdens een bijeenkomst van Vrij dag die 90 minuten duurde, waarna Josjizawa te kennen gaf, dat hij willicht de Nederlandsche dele gatie zou verzoeken zekere onopgehelderd gebleven punten toe te lichten aangezien zij in strijd zijn met de Japansche formuleering. Te kennen gevende dat zijn geduld op de proef werd gesteld maar niet was uitgeput zeide Josjizawa: „Ik kan thans niet zeggen, of ik de Nederlandsche gedelegeerden zal verzoeken hun houding verder te herzien. Ik zal mijn best blijven doen het doel van mijn missie tot stand te brengen. Wanneer echter onmogelijk blijkt een be vredigende oplossing te bereiken, dan blijft er geen andere weg over dan terug te keeren naar Japan". Uit de kringen der Japansche delegatie wordt ver nomen, dat het Nederlandsche antwoord betrekking heeft op alle punten, maar slechts weinig punten be helst welke de Japanners als bevredigend kunnen beschouwen. Er verluidt, dat Josjizawa nieuwe instructies uit Tokio verwacht alvorens regelingen te treffen voor een verder contact met de Nederlandsche vertegen woordigers. een protest van batavia in tokio. TOKIO, 7 Juni (D.N.B-). De Nederlandsche ?.ant, generaal Pabst heeft hier hedenochtend bij het Japansche ministerie van buitenlandsche zaken een protest ingediend tegen de recente verklaring van den woordvoerder van het bureau van voorlichting der regeering, die de Ned.-Indische overheid in ver band met de handelsbesprekingen in Batavia van on oprechtheid beschuldigd had. Uit officieele Japansche kringen wordt, hierom trent vernomen, dat van Japansche zijde geen ant woord op dit protest van Ned.-Indië verwacht kan worden, daar het overbodig is, zoo verklaart men hier ten aanzien hiervan een standpunt uiteen te zetten. IJMUIDEN Openbare verkooping. De uitslag van de ten overstaan van den candidaat- Botaris W. Boerlage gehouden verkooping luidt: Drie woonhuizen met erven en grond. Spilbergen straat 23, 25 en 27 benevens twee woonhuizen met orven en grond, Wijk aan Zeeërweg 142 en 144 ge combineerd gekocht door den heer J. P. Klein IJmuiden voor f 26.500. Een garage met erf en grond, de Ruijterstraat 172. voor f 3450 door den heer L. J. R. Bodt te Santpoort. Een garage met erf en grond, de Ruijterstraat 178. Werd gekocht door den heer C. de Jager te Maars- »eo voor f 74000. 3.45 uur af de Zuidelijke grenzen van Syrië cn Libanon aangevallen. Zij zijn in contact gekomen met de voorhoeden, die den strijd overeenkomstig de opdracht hebben aanvaard. Het vliegveld Mezz in de buuurt van Damascus is gisterochtend door Engelsche vliegtuigen gebombardeerd. Er werd geen groote schade aangericht. Er zijn geen personen om hel leven gekomen. Een ander communiqué van het opperbevel meldt dat, de Fransche legers succesvol tegen stand bieden. Drie Britsche vliegtuigen zijn neergeschoten. Verscheidene pantserwagens zijn vernield. „De Engelschen. en de aanhangers van De Gaulle hebben Syrië aangevallen, dat volgens hun be wering door Duitsche troepen zou zijn bezet", aldus een mededeeling der Fransche regeering. Een zekere meneer Catroux heeft een proclamatie uitgevaar digd, waarin hij de bevolking der onder Fransch mandaat staande gebieden tot opstand tegen Frank rijk aanhitst. De Fransche regeering herhaalt wat zij reeds verzekerd heeft, n.l. dat zich geen Duitsche troe pen in Syrië bevinden. Engeland pleegt derhalve een nieuwe, ongerechtvaardigde aanvalshandeling tegen het Fransch imperium. Wij verdedigen dit imperium tot de uiterste grens van onze krachten'" IN AFZONDERLIJKE COLONNES. Omtrent het verloop van de militaire operaties in Syrië en den Libanon zijn te Vichy tot dusver nog slechts weinige bijzonderheden bekend ge worden. Uit bevoegde militaire kringen in Vichy wordt bekend dat de Engelsche aanvallen zoowel van Palestina als van Transjordanië zijn uitge gaan. Engelsche strijdkrachten hebben aanvallen in de richting van Merj Ayoum, terwijl concentraties afvallige Fransche strijdkrachten in de nabijheid van Mafra worden gemeld. Het aanvalsfront strekt zich uit van Merj Ayoem in den Libanon tot in het Zuidelijk deel van Djebel Druse. Het is echter geen aaneengesloten gevechtslinie. Integendeel de vijand tracht in afzonderlijke colonnes op te ruk ken. Het gebied, waarin na den opmarsch der Britsche strijdkrachten in Syrië en den Libanon de eerste operaties plaats vinden worden door den loop van de Jordaan aangegeven, naar in Fransche mili taire kringen verluidt. Direct achter de grens is het terrein in dit gebied zeer bergachtig en daarom zeer moeilijk. In het centrum wordt het doorsneden door het dal, dat den Libanon van den Anti-Liba- non scheidt. Verder naar het Oosten, waar het ter rein een woestijnachtig karakter aanneemt, is beter geschikt voor militaire operaties, in het bijzonder voor het gebruik van gemotoriseerde en pantser strijdkrachten. Er is opgemerkt dat zich strijdkrach ten der aanvallers van Devaa in de richting van Damascus in beweging hebben gesteld. DE OPPERBELHEBBERS. De Fransche hooge Commissaris van Syrië en den Libanon, generaal Dentz, heeft het opperbevel over de Fransche troepen op zich genomen. Naar de Engelsche Berichtendienst meldt, voert generaal Wilson het opperbevel over de operaties in Syrië. Het feit der benoeming van generaal Wilson tot opperbevelhebber wordt in Fransche kringen te Vichy aldus uitgelegd dat Engeland met dezen maatregel reeds zijn masker heeft laten vallen en dat het aanvankelijke vooruitschuiven van de Fransche dissidente generaals De Gaulle en Catroux slechts een manoeuvre en een voorwendsel vormden om den onrechtvaardigen aanval te legitimeeren. BOMMEN OP BEIROET. BERN, 8 Juni. (DNB) Volgens Ofi heeft het Fransche opperbevel in Syrië het volgende bekend gemaakt. Beiroet is door de Engelschen om 15 uur 30 Zon dag met bommen aangevallen, De eerste maal zon dof resultaat. Bij den tweeden aanval werden twee kleine reservoirs van de nationale petroleum ge troffen, waardoor een onbelangrijke brand is ont staan. Duitsch weermachtsbericht van Zondag Onder voorzitterschap van mr. M. Nijhoff hield de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde haar jaarlijksche vergadering te Leiden. De aanmoedigingsprijs, de zgn. Lucie B. en C. van der Hoogtprijs werd op voorstel van de commissie voor schoone letteren toegekend aan den dichtbundel .parken en Woestijnen" van mevr. M. Droogleever FortuynLeenmans. Aan de toelichting is het vol gende ontleend: Toen Vasalis, de schuilnaam van mevr. Droogleever Fortuyn haar eerste gedichten in de tijdschriften „Groot Nederland" en „Werk" publiceerde, veroor zaakte dit in den kring der poëzieminnaars een bijna blije opschudding, Kort daarna verscheen haar no velle „Onweer". De eerste indrukken omtrent dit ta lent werden hierdoor verstevigd: ook deze novelle boeiend, suggestief en oorspronkelijk in hooge mate. Het eerste bundeltje werd met verlangen ver beid. Dat bundeltje poëzie nu „Parken en Woestijnen" draagt de commissie van schoone letteren voor ter bekroning met den van der Hoogtprijs, den aanmoe digingsprijs. Want de verzen in dit bundeltje zijn van een gehalte, dat men zeker de hoop mag uitspreken dat deze dichteres niet zal ophouden te dichten, wijl wij haar geluid nu reeds als een stem in onze poezië erkennen. De Wijnaendts Francken prijs 1941 werd toegekend aan Simon Vestdijk voor zijn roman „Albert Verwey en de idee". Aan de toelichting der commissie van de Wijnaendts Francken prijs 1941 is het volgende ont leend: Daar reismoeilijkheden een samenkomst be lemmerden, werd gepoogd schriftelijk tot overeen stemming te geraken omtrent den aan het bestuur voor te dragen candidaat. De bij den secretaris der commissie binnenkomende stemmen bleven echter verdeeld tusschen vier candidaten, en wel tusschen Vestdijk voor zijn „Albert Verwey en de idee", Ed. Hoornik voor zijn „Tafelronde", dr. W. A. P. Smit voor zijn „Dichters der reformatie in de zestiende eeuw" en D. A. M. Binnendijk voor zijn opstellen „Zin en tegenzin". Toen dus langs schriftelijken weg geen overeen stemming bereikt werd tusschen de commissieleden, is tot een bijeenkomst overgegaan. Bij stemming werd besloten het genoemde werk van Vestdijk ter bekro ning voor te dragen. Aan de Westkust van Schotland drie vaartuigen tot zinken gebracht. BERLIJN, 8 Juni (D.N.B.) Het opperbevel der weermacht maakt bekend: „Een onderzeeër onder bevel van kapitein-luitenant Hessier heeft 21.250. b. r. t. tot zinken gebracht. Daar mede heeft dit schip bij deze onderneming zeven vaartuigen van 42.641 b. r. t. vernietigd. Het luchtwapen heeft in den afgeloopen nacht aan de Westkust van Schotland drie gewapende vijande lijke koopvaarders van 21.000 b. r. t. tot zinken ge bracht. Twee andere groote schepen werden in de Schotsche wateren en op den Atlantischen Oceaan be schadigd. Een gevechtsvliegtuig vernielde aan de Oost kust van Engeland een vijandelijk patrouillevaartuig door voltreffers van bommen. In Noord-Afrika heeft Duitsch-Italiaansche artille rie Britsche schepen in de haven van Tobroek doel treffend onder vuur genomen. Het Duitsche lucht wapen viel met succes vijandelijke artilleriestellingen en colonnes vrachtauto's aan. Overdag noch des nachts heeft de vijand gevechts handelingen verricht boven Duitsch gebied." In aanvulling op dit weermachtsbericht verneemt het D.N.B. nog het volgende: Zoowel Duitsche duikbooten als hel luchtwapen melden van het strijdtooneel op den Atlantischen Oceaan en uit het zeegebied om Engeland nieuwe be langrijke successen in den handelsoorlog. Het we machtsbericht van Zondag noemt een totaal verlies van de vijandelijke koopvaardij van 42.250 b.r.t. Hier van komen 21.250 b.r.t. op rekening van een Duitsche duikboot, die in den Atlantischen Oceaan opereert en 21.000 b.r.t. op rekening van het Duitsche luchtwapen. Evenals Zaterdag de beide groote zeeschepen van 12.500 en 15.000 b.r.t., werden ook deze Britsche vracht booten, die vermeld worden in het weermachtsbericht van Zondag, in de wateren ten Westen van Schotland het voor de Duitsche gevechtsvliegtuigen verst verwijderde zeegebied rondom Engeland opge merkt en vernietigd. Deze doeltreffende aanvallen in het zeegebied van West- en Noordwest-Schotland toonen aan dat ook de omwegen over het Noordelijk deel van den Atlantischen Oceaan en de Hebriden vergeleken met de kortere, doch door de' Britsche scheepvaart, gevaarlijker geachte route door de Iersche Zee geen veiligheid bieden. ,In de eerste week van Juni zijn de verliezen van: de vijandelijke koopvaardij gestegen tot 158.050 b. r. t. tot zinken gebrachte tonnage". IN HET HOOGE NOORDEN. Een ravitaillee- ringscolonne op marsch in het Noorsche hoog gebergte. (Foto Weltbild—Pax Holland) Een enorme drukte heerschte Zondag in het natuurbad „Velserend" te Santpoort, waarvan men hierboven een gedeeltelijk overzicht ziet. (Foto Stevens) Verontwaardiging in Frankrijk. Hevige strijd aan de oevers van het meer van Tiberias. Het D.N.B. verneemt uit Vichy: Het bericht over den aanval op Syrië door Engelsche strijd krachten en troepen van De Gaulle heeft in Fransche regeeringskringen verontwaardiging gewekt. -Men constateert o.a. dat deze Britsche aanval door geen enkel motief gerechtvaardigd wordt. Het betreft hier de voortzetting van het plan om den tragischen toestand van Frankrijk uit te buiten en zijn Imperium te bemachtigen. Verder wordt verklaard dat de Engelschen bij den aanval op Syrië, precies zooals bij hun vroe gere aanvallen met gebruikmaking van valsche voorwendsels zijn opgetreden. Evenmin als er in Mers-el-Kebir, Haitr, Dakar, Ga-bon, Nieuw- Caledonië Duitschers waren evenmin zijn er ook thans in Syrië Duitsche soldaten en heeft zich er ook nooit een bevonden. De aanval op Syrië kan slechts ten doel hebben dat: Engeland zich op kosten van Frankrijk voor de in de Middellandsche Zee en in het Nabije Oosten geleden nederlagen wil schadeloosstellen. De Gaulle, zoo verklaart men verder, heeft her haaldelijk gezegd, dat hij niet tegen Franschen zal strijden. Deze belofte is ook opgenomen in een overeenkomst, die verleden jaar tusschen hem en Churchill is gesloten. Hij geeft dus een mooi voorbeeld, hoe hij zijn woord houdt. Verder wordt in Fransche regeeringskringen gewezen op de proclamatie van den Franschen ver rader generaal Catroux alsmede op 'n verklaring van den Engelschen gezant te Kairo. Catroux heeft in zijn proclamatie aan Syrië en den Libanon volledige souvereiniteit en onafhankelijkheid be loofd, hetgeen bij verdrag tusschen hem en de vertegenwordigers van Syrië en libanon zou wor den vastgelegd. De Engelsohe gezant te Kairo, Lampson heeft verklaard dat de blokkade tegen Syrië opgeheven zal worden; dat Syrië onder het regime van het Engelsche pond zou worden ge plaatst, In deze proclamaties is de werkelijke reden van den Engelschen aanval te lezen n.l. de vast beslotenheid van Engeland om de petroleum van Irak en zoodoende de kapitalistische belangen van de Londensche City te beschermen. De invasie in Syrië door Engelsche troepen en door huurlingen van Engeland vormt op ondubbelzinnige wijze een vijandelijke daad tegen de Fransche souvereini teit. Tenslotte constateert men in Fransche regee ringskringen dat men in alle kalmte en koelbloe digheid de ontwikkeling van den toestand in Syrië tegemoetziet. FRANSCHE UITEENZETTING VAN DE SITUATIE. De plaatsvervangende secretaris-generaal bij het vice-presidentschap, Benoist Méchin, heeft, naar het D.N.B. uit Parijs meldt, Zondagavond den Pa- rijschen journalisten een uiteenzetting gegeven over den intocht van de Engelschen in Syrië. Be noist Méchin zeide hierover o.a. het volgende: De Engelsche aanval is begonnen van het Zuiden uit. Op het oogenblik zijn er hevige gevechten gaande. Zoo wordt er op beide oevers van het aan de grens met Palestina gelegen meer van Tiberias fel gestreden. Het is den Engelschen gelukt het grensstation Deraa in te nemen. In de gevechten aan de kust hebben Fransche strijdkrachten de Engelschen bij Kunaitra tegengehouden en de kustweg onbe gaanbaar gemaakt. Zes Engelsche pantserwa gens en drie Engelsche vliegtuigen werden ver nield en voorts werden er Engelsche krijgs gevangenen gemaakt. Voor Beiroet zijn een Engelsch slagschip, drie kruisers en andere lichtere zeestrijdkrachten verschenen. Volgens de tot dusver .ontvangen berichten hebben zij echter de stad zelf nog niet- gebombardeerd. De proclamatie van Catroux noemde Méchin rechtstreeksch verraad. Hij zeide dat deze onafhan kelijkheidsverklaring noch op de bevolking van Syrië, noch op die van Libanon eenigen indruk ge maakt heeft. Het doel van'den Engelschen aanval is er duidelijk op gericht, een nieuwen toegang te krijgen tot de petroleum in Irak. De Engelsche pro- pagandaleugens, dat zich Duitsche vliegtuigen en strijdkrachten in Syrië bevonden, wees Benoist Méchin opnieuw duidelijk en krachtig van de hand. Duitsche vliegtuigen hebben in ieder geval het recht zich 24 uur in de havens van een neutraal land op te houden. In werkelijkhéid bevinden zich in Syrië slechts enkele vliegtuigen van Duitsche nationaliteit die niet meer gerepareerd kunnen worden. De nieuwe Engelsche overval op het Fran sche koloniale rijk is duidelijk bewezen, daar er ook reeds Engelsche krijgsgevangenen gemaakt zijn. Evenals in Dakar. Gabon en Mers-el-Kebir, bevond zich in Syrië geen enkele Duitsche soldaat. Churchill, zoo betoogde Méchin, heeft bovendien wederom zijn aan De Gaulle gegeven woord gebro ken. Destijds immers heeft hij aan De Gaulle ver zekerd nooit Fransch gebied door Fransdien te zullen laten aanvallen. De gebeurtenissen van he den zijn niet alleen uiterst ernstig, doch van bij zonder groot belang voor de positie van Frankrijk. De Fransche soldaten, die thans in Syrië vallen, sterven voor de grootheid van Frankrijk. Zij strij den tegen een aanvaller die op laffe wijze misbruik maakt van den toestand, waarin Frankrijk op het oogenblik verkeert BOODSCHAP VAN PéTAIN. De Fransche staatschef maarsohalk Pétain heeft, de volgende boodschap voor de Franschen in de Levant gericht aan den Hoogen Commissaris opperbevelhebber in Syrië generaal Dentz: Franschen van de Levant. De landen, waar gij leeft en voor welker welvaart gij sedert lange ja ren hebt gewerkt, zijn thans het voorwerp van een niet te kwalificeeren aanval. Deze. aanval wordt, evenals in Dakar, geleid door Franschen die zich geschaard hebben onder de vanen van den opstand. Gesteund door de Britsche im periale troepen schrikken zij er niet voor terug het bloed van hun broeders te vergieten die de eenheid van het imperium en de Fransche sou- vereiniteit verdedigen. Tegenover de smart, die door dit feit veroorzaakt wordt, kan het vrije Frankrijk in alle stelligheid den trots plaatsen niet het eerst de wapen te hebben opgeheven tegen zijn voormalige bondgenooten. Thans evenmin als in Mers-el-Kebir, in Dakar of in Sfax. Voor het ge weld kwam de list. Sedert eenige dagen beweerde inderdaad de propaganda, die het voorwendsel smeedde voor den aanval, dat de Duitsche troepen in grooten getale in onze Levanthavens aan land gingen, dat Frankrijk op het punt stond Duitschland de gebieden uit te leveren, welker verdediging ons is toevertrouwd. Gij. die ter plaatse zijt, weet dat alles onwaar is, gij weet dat de enkele vliegtuigen, die op deze gebieden een tusschenlanding hebben gemaakt, thans uit Syrië zijn vertrokken, met uit zondering van vijf of zes, die niet meer in staat zijn om te vliegen. Gij weet dat er geen enkele Duitsche soldaat, noch in Syrië noch in den Li banon is. Gij zijt dus het voorwerp van een hoogst ongerechtvaardigden aanval, waartegen ons gewe ten in opstand komt. Eerst thans wordt de Fran sche souvereiniteit in den Libanon voor de eerste maal bedreigd, dat kunt gij van mij gelooven. Uw Hooge Commissaris heeft het u ook reeds tweemaal gezegd. Ik herhaal het voor u. Gij strijdt voor een rechtvaardige zaak, voor de zaak van de onaan tastbaarheid van de gebieden die de geschiedenis aan het vaderland heeft toevertrouwd. Gij zult ze weten te verdedigen. Mijn wenschen en die van geheel Frankrijk begeleiden u". (w.g.) PHILIPPE PéTAIN. (D.N.B.) DRIEHUIS Het crematorium op Westerveld. Opening nieuw kantoorgebouw. Het nieuwe gebouwencomplex van de Vereeniging voor facultatieve lijkverbranding, een schepping van den architect ir. H. Dudok, is Zaterdagmiddag onder groote belangstelling van de zijde van autoriteiten en leden der Vereeniging geopend. Onder de aanwezigen, die zich in de groote aula van het crematorium verzameld hadden, bevonden zich o.m. burgemeester mr. M. M. Kwint, de heeren J. C. Dunnebier, wethouder van openbare werken, da commissaris van politie J. P. Weyburg, ir. J. A. Ver hoef, directeur van Openbare Werken, dr. L. S. Lim- borgh Meijer, directeur van den G.G.D., G. J. Koning, directeur van den Gem. Reinigingsdienst, ir. II. Du- dok, mr. J. E. Holleman, administrateur en dr. ir. M. F. de Bruijne, technisch adviseur der V. v. f. L., het voltallige hoofdbestuur bestaande uitde heeren dr. P. H. Roojen, H. Rielema, J. J. Deggeler, dr. E. J. Abrahams, dr. L. A. Rademaker, prof. W. E. Boerman, dr. K. Simon Thomas en dr. L. J. Ziclstra. Verder waren aanwezig namens de N.V. begraaf plaats „Westerveld" de heer F. der Kinderen, namens de Arbeidersvereeniging voor lijkverbranding de heer Andries de Rosa, de heer J. van Dijk, directeur van het crematorium, het bestuur der afdeeling Velsen en afgevaardigden van vele afdeelingen uit den lande. In de nieuwe aula heeft dr. P. H. van Roojen, al gemeen voorzitter der V. v. f. L., de openingsrede uitgesproken. In-officieel is het gebouwencomplex reeds eenigen tijd tot groote tevredenheid van allen, die er werkzaam zijn, in gebruik. Spr. herinnerde aan eenige belangrijke feiten uit de geschiedenis der Ver eeniging en der crematiebeweging in Nederland: de eerste crematie op 1 April 1913. het daardoor tegen de vereeniging gevoerde proces, het in gebruik nemen der nieuwe ovens, aula en colombaria en het steeds stijgende getal der crematies. 1940 sloot met 1061 cre maties en 1941 vertoont wederom een stijgende lijn. De voornemens voor den bouw van dit nieuwe kan toor bestonden reeds lang. Het uitbreken van den oorlog heeft echter het definitieve besluit verhaast, omdat men een parallel trok met hetgeen in den we reldoorlog geschied is met den aanvoer van mate rialen, etc. Het utiliteitscomplex, zooals dr. van Roojen het nieuwe gebouw wenschte te betitelen bestaat uit drie gedeelten: links de groote, fraai uitgevoerde ontvang zaal verbonden met een keukeninrichting voor het verstrekken van ververschingen, een middengedeelte waarin gevestigd zijn de modern-ingerichte kantoor ruimten, kleinere ontvangzalen en hoofdbestuurs kamer en een vleugel waar de woning van den direc teur gevestigd is. In een der zalen heeft het hoofdbestuur een bron zen plaquette doen aanbrengen, de beeltenis voorstel lend van wijlen Frank Blaauw, de eerste directeur t van het crematorium. Spr. wees op de groote erken telijkheid, die men voor dezen werker moet hebben. De plaquette is een oprechte hulde aan zijn nage dachtenis. Dr. van Roojen zeide, dat te Westerveld door de Vereeniging wel niets meer gebouwd zal worden, maar meende toch te moeten wijzen op het belang van een goede verbinding over den spoorwegovergang. Hier loopen de belangen van de Vereeniging en die der gemeente Velsen parallel, zeide spr. Na nog enkele woorden gewijd te hebben aan de plannen voor het bouwen van een nieuw crematorium te Zwolle,, bracht spr. dank aan allen die tot den bouw van het nieuwe kantoor hebben medegewerkt, inzonderheid aan den architect ir, Dudok en de aan nemersfirma van Eesteren. De organist van het crematorium, de heer George Robert, voerde hietria eenige orgelwerken uit, waar na het gezelschap via een korte rondwandeling over de terreinen de nieuwe gebouwen bezichtigde en nog eenigen tijd bijeen bleef in de groote ontvangzaal, waar ververschingen werden aangeboden. BEVERWIJK Opdracht. Aan m. h. de Wolf, alhier, is opgedragen het glas-, schilder- en behangwerk voor de woningen van de bouwvereenigingen „Goed Wonen" en „De Voorzorg" aan den Arendsweg, voor da som «aH f 23.300.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1941 | | pagina 1