IJmuider Courant
DAGBLAD VOOR VELSEN, IJMUIDEN, SANTPOORT EN OMSTREKEN
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen
Strijd op Syrisch gebied ontbrand.
Van der Hoogt-prijs
voor Vasalis
Tokio acht Ned. Indisch
antwoord onbevredigend.
Duitsche actie tegen de Britsche scheepvaart.
De aanval op Syrië.
26e TA'ARGANG No. 183
Uitgave Lourens Coster, Maatschappij voor
Courant-Uitgaven en Algem. Drukkerij N.V., Gr.
Houtstraat 93, Haarlem. Telefoon 10724. Bureau
iJmuider Courant: Kennemerlaan 42, IJmuiden,
Telefoon 5301, Postgiro 310791. Alle Advertenties,
opgegeven voor dit blad, worden kosteloos
opgenomen In de Kennemer Courant.
Directie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM Hoofdredacteur: ROBERT PEEREBOOM, Heemstede
MAANDAG 9 JUNI 1941
Abonnementen per week 0.13^# per maand
0.55, per 3 maanden 1.63, franco per post
2.05 per kwartaal. Losse nummers 3 cent per ex.
Advertentiën: 1-5 regels 0.70, elke regel meer
0.14. BIJ abonnementen belangrijke korting.
Ingezonden mededeelingen dubbele prijs.
Advertenties van Vraag en Aanbod 1-3 regels
0.30, elke regel meer 0.10.
Britsche strijdkrachten en troepen
van De Gaulle overschrijden de
grens van Syrië en Libanon.
Wijnaendts Francken-prijs
voor Vestdijk
Energieke tegenstand der
Fransche legers.
VTCHY, 8 Juni (D.N.B.) Het Fransche
ministerie van oorlog heeft Zondag het vol
gende officieele communiqué uitgegeven:
„Van Palestina en Transjordanië komende
Britsche troepen en strijdkrachten van De
Gaulle hebben op 8 Juni des ochtends de
levantstaten (Syrië en den Libanon) aan
gevallen. Volgens de eerste berichten die zijn
ontvangen hebben sterke gemotoriseerde en
pantsereenhèden, gesteund door artillerie de
Syrische grens overschreden en trachten zij
op de naar Damascus leidende wegen op te
rukken. Onze troepen van alle wapensoortcn.
die door den niet te kwalificeeren Britschen
en Gaullistischen aanval niet verrast zijn, doen
dapper hun plicht. De gevechten duren voort.
Een Britsche zeestrijdmacht, bestaande uit
een pantserschip, twee kruisers en vijf torpe
dojagers, die ten Zuiden van Beiroet kruiste,
heeft in de ochtenduren aan de Libaneesche
kust een contingent betrekkelijk zwakke, mef
machinegeweren bewapende strijdkrachten
aan land gezet, welke zonder verwijl gevan
gen genomen werden. Het luchtwapen van den
tegenstander heeft zonder succes de vliegvel
den van Damascus en Aleppo bestookt en dat
van Rayak met machinegeweervuur bescho
ten.
Het Fransche opperbevel in Syrië en Liba
non deelt mede:
De Britsche troepen hebben Zondag van
Josjizawa zou op nieuwe
instructies wachten.
TOKIO, 7 Juni. (D.N.B.) In officieele Japan-
gche kringen wordt het gisteren door de regeering
van Ned.-Indië verstrekte antwoord aan Japan on
bevredigend genoemd. Men kan evenwel nog niet
zeggen, zoo verklaarde men verder, of de onderhande
lingen in Batavia zullen worden voortgezet of niet.
De Tokio Nitsji Nitsji meldt uit Batavia, dat dè
Japansche delegatie aan het ministerie van buiten-
landsche zaken in Tokio nieuwe instructies verzocht
heeft. De toestand moet als zeer kritiek beschouwd
worden. De leider van de Japansche delegatie heeft
verklaard, dat men een dergelijk antwoord van Ned.-
Indië niet verwacht had. Hoewel de Japansche voor
stellen bescheiden eischen inhielden zijn zij des
ondanks door Batavia afgewezen. Dientengevolge,
zoo voegde de Japansche delegatieleider hieraan
toe, moeten wij thans voorbereidingen treffen om
naar Japan terug te keeren.
De Jomioeri Sjimboen spreekt van een min of meer
ontoegeeflijke houding van Ned.-Indië en is van
meening, dat het antwoord thans verscheidene dagen
lang door de Japansche delegatie zal moeten wor
den bestudeerd.
Het Japansche persbureau Domei ontving d.d.
Juni nog de volgende mededeelingen uit Batavia:
Ofschoon het antwoord van Ned.-Indië als onbevre
digend wordt beschouwd, zal de Japansche delegatie
nog een laatste poging doen om door verdere onder
handelingen tot een overeenkomst te geraken. Men is
van gevoelen, dat „eenigen tijd" noodig zal zijn om
vast te stellen of de Ned.-Indische autoriteiten al
of niet werkelijk het voornemen hebben de bespre
kingen tot een succesvol besluit te brengen, aldus
verluidt van den kant van de Japansche delegatie.
Het Ned.-Indische antwoord op het Japansche
voorstel van 7 Mei is aan den Japanschen gedele
geerde voorgelegd tijdens een bijeenkomst van Vrij
dag die 90 minuten duurde, waarna Josjizawa te
kennen gaf, dat hij willicht de Nederlandsche dele
gatie zou verzoeken zekere onopgehelderd gebleven
punten toe te lichten aangezien zij in strijd zijn
met de Japansche formuleering. Te kennen gevende
dat zijn geduld op de proef werd gesteld maar niet
was uitgeput zeide Josjizawa: „Ik kan thans niet
zeggen, of ik de Nederlandsche gedelegeerden zal
verzoeken hun houding verder te herzien. Ik zal mijn
best blijven doen het doel van mijn missie tot stand
te brengen. Wanneer echter onmogelijk blijkt een be
vredigende oplossing te bereiken, dan blijft er geen
andere weg over dan terug te keeren naar Japan".
Uit de kringen der Japansche delegatie wordt ver
nomen, dat het Nederlandsche antwoord betrekking
heeft op alle punten, maar slechts weinig punten be
helst welke de Japanners als bevredigend kunnen
beschouwen.
Er verluidt, dat Josjizawa nieuwe instructies uit
Tokio verwacht alvorens regelingen te treffen voor
een verder contact met de Nederlandsche vertegen
woordigers.
een protest van batavia in tokio.
TOKIO, 7 Juni (D.N.B-). De Nederlandsche
?.ant, generaal Pabst heeft hier hedenochtend bij het
Japansche ministerie van buitenlandsche zaken een
protest ingediend tegen de recente verklaring van
den woordvoerder van het bureau van voorlichting
der regeering, die de Ned.-Indische overheid in ver
band met de handelsbesprekingen in Batavia van on
oprechtheid beschuldigd had.
Uit officieele Japansche kringen wordt, hierom
trent vernomen, dat van Japansche zijde geen ant
woord op dit protest van Ned.-Indië verwacht kan
worden, daar het overbodig is, zoo verklaart men hier
ten aanzien hiervan een standpunt uiteen te zetten.
IJMUIDEN
Openbare verkooping.
De uitslag van de ten overstaan van den candidaat-
Botaris W. Boerlage gehouden verkooping luidt:
Drie woonhuizen met erven en grond. Spilbergen
straat 23, 25 en 27 benevens twee woonhuizen met
orven en grond, Wijk aan Zeeërweg 142 en 144 ge
combineerd gekocht door den heer J. P. Klein
IJmuiden voor f 26.500.
Een garage met erf en grond, de Ruijterstraat 172.
voor f 3450 door den heer L. J. R. Bodt te Santpoort.
Een garage met erf en grond, de Ruijterstraat 178.
Werd gekocht door den heer C. de Jager te Maars-
»eo voor f 74000.
3.45 uur af de Zuidelijke grenzen van Syrië
cn Libanon aangevallen. Zij zijn in contact
gekomen met de voorhoeden, die den strijd
overeenkomstig de opdracht hebben aanvaard.
Het vliegveld Mezz in de buuurt van Damascus
is gisterochtend door Engelsche vliegtuigen
gebombardeerd. Er werd geen groote schade
aangericht. Er zijn geen personen om hel
leven gekomen.
Een ander communiqué van het opperbevel
meldt dat, de Fransche legers succesvol tegen
stand bieden. Drie Britsche vliegtuigen zijn
neergeschoten. Verscheidene pantserwagens
zijn vernield.
„De Engelschen. en de aanhangers van De Gaulle
hebben Syrië aangevallen, dat volgens hun be
wering door Duitsche troepen zou zijn bezet", aldus
een mededeeling der Fransche regeering. Een zekere
meneer Catroux heeft een proclamatie uitgevaar
digd, waarin hij de bevolking der onder Fransch
mandaat staande gebieden tot opstand tegen Frank
rijk aanhitst.
De Fransche regeering herhaalt wat zij reeds
verzekerd heeft, n.l. dat zich geen Duitsche troe
pen in Syrië bevinden. Engeland pleegt derhalve
een nieuwe, ongerechtvaardigde aanvalshandeling
tegen het Fransch imperium. Wij verdedigen dit
imperium tot de uiterste grens van onze krachten'"
IN AFZONDERLIJKE COLONNES.
Omtrent het verloop van de militaire operaties
in Syrië en den Libanon zijn te Vichy tot dusver
nog slechts weinige bijzonderheden bekend ge
worden. Uit bevoegde militaire kringen in Vichy
wordt bekend dat de Engelsche aanvallen zoowel
van Palestina als van Transjordanië zijn uitge
gaan. Engelsche strijdkrachten hebben aanvallen in
de richting van Merj Ayoum, terwijl concentraties
afvallige Fransche strijdkrachten in de nabijheid
van Mafra worden gemeld. Het aanvalsfront strekt
zich uit van Merj Ayoem in den Libanon tot in het
Zuidelijk deel van Djebel Druse. Het is echter
geen aaneengesloten gevechtslinie. Integendeel de
vijand tracht in afzonderlijke colonnes op te ruk
ken.
Het gebied, waarin na den opmarsch der Britsche
strijdkrachten in Syrië en den Libanon de eerste
operaties plaats vinden worden door den loop
van de Jordaan aangegeven, naar in Fransche mili
taire kringen verluidt. Direct achter de grens is
het terrein in dit gebied zeer bergachtig en daarom
zeer moeilijk. In het centrum wordt het doorsneden
door het dal, dat den Libanon van den Anti-Liba-
non scheidt. Verder naar het Oosten, waar het ter
rein een woestijnachtig karakter aanneemt, is beter
geschikt voor militaire operaties, in het bijzonder
voor het gebruik van gemotoriseerde en pantser
strijdkrachten. Er is opgemerkt dat zich strijdkrach
ten der aanvallers van Devaa in de richting van
Damascus in beweging hebben gesteld.
DE OPPERBELHEBBERS.
De Fransche hooge Commissaris van Syrië en den
Libanon, generaal Dentz, heeft het opperbevel over
de Fransche troepen op zich genomen.
Naar de Engelsche Berichtendienst meldt, voert
generaal Wilson het opperbevel over de operaties
in Syrië.
Het feit der benoeming van generaal Wilson
tot opperbevelhebber wordt in Fransche kringen te
Vichy aldus uitgelegd dat Engeland met dezen
maatregel reeds zijn masker heeft laten vallen en
dat het aanvankelijke vooruitschuiven van de
Fransche dissidente generaals De Gaulle en Catroux
slechts een manoeuvre en een voorwendsel vormden
om den onrechtvaardigen aanval te legitimeeren.
BOMMEN OP BEIROET.
BERN, 8 Juni. (DNB) Volgens Ofi heeft het
Fransche opperbevel in Syrië het volgende bekend
gemaakt.
Beiroet is door de Engelschen om 15 uur 30 Zon
dag met bommen aangevallen, De eerste maal zon
dof resultaat. Bij den tweeden aanval werden twee
kleine reservoirs van de nationale petroleum ge
troffen, waardoor een onbelangrijke brand is ont
staan.
Duitsch weermachtsbericht van Zondag
Onder voorzitterschap van mr. M. Nijhoff hield
de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde haar
jaarlijksche vergadering te Leiden.
De aanmoedigingsprijs, de zgn. Lucie B. en C.
van der Hoogtprijs werd op voorstel van de commissie
voor schoone letteren toegekend aan den dichtbundel
.parken en Woestijnen" van mevr. M. Droogleever
FortuynLeenmans. Aan de toelichting is het vol
gende ontleend:
Toen Vasalis, de schuilnaam van mevr. Droogleever
Fortuyn haar eerste gedichten in de tijdschriften
„Groot Nederland" en „Werk" publiceerde, veroor
zaakte dit in den kring der poëzieminnaars een bijna
blije opschudding, Kort daarna verscheen haar no
velle „Onweer". De eerste indrukken omtrent dit ta
lent werden hierdoor verstevigd: ook deze novelle
boeiend, suggestief en oorspronkelijk in hooge
mate. Het eerste bundeltje werd met verlangen ver
beid.
Dat bundeltje poëzie nu „Parken en Woestijnen"
draagt de commissie van schoone letteren voor ter
bekroning met den van der Hoogtprijs, den aanmoe
digingsprijs. Want de verzen in dit bundeltje zijn van
een gehalte, dat men zeker de hoop mag uitspreken
dat deze dichteres niet zal ophouden te dichten, wijl
wij haar geluid nu reeds als een stem in onze poezië
erkennen.
De Wijnaendts Francken prijs 1941 werd toegekend
aan Simon Vestdijk voor zijn roman „Albert Verwey
en de idee". Aan de toelichting der commissie van de
Wijnaendts Francken prijs 1941 is het volgende ont
leend: Daar reismoeilijkheden een samenkomst be
lemmerden, werd gepoogd schriftelijk tot overeen
stemming te geraken omtrent den aan het bestuur
voor te dragen candidaat. De bij den secretaris der
commissie binnenkomende stemmen bleven echter
verdeeld tusschen vier candidaten, en wel tusschen
Vestdijk voor zijn „Albert Verwey en de idee", Ed.
Hoornik voor zijn „Tafelronde", dr. W. A. P. Smit
voor zijn „Dichters der reformatie in de zestiende
eeuw" en D. A. M. Binnendijk voor zijn opstellen
„Zin en tegenzin".
Toen dus langs schriftelijken weg geen overeen
stemming bereikt werd tusschen de commissieleden, is
tot een bijeenkomst overgegaan. Bij stemming werd
besloten het genoemde werk van Vestdijk ter bekro
ning voor te dragen.
Aan de Westkust van Schotland drie
vaartuigen tot zinken gebracht.
BERLIJN, 8 Juni (D.N.B.) Het opperbevel der
weermacht maakt bekend:
„Een onderzeeër onder bevel van kapitein-luitenant
Hessier heeft 21.250. b. r. t. tot zinken gebracht. Daar
mede heeft dit schip bij deze onderneming zeven
vaartuigen van 42.641 b. r. t. vernietigd.
Het luchtwapen heeft in den afgeloopen nacht aan
de Westkust van Schotland drie gewapende vijande
lijke koopvaarders van 21.000 b. r. t. tot zinken ge
bracht. Twee andere groote schepen werden in de
Schotsche wateren en op den Atlantischen Oceaan be
schadigd. Een gevechtsvliegtuig vernielde aan de Oost
kust van Engeland een vijandelijk patrouillevaartuig
door voltreffers van bommen.
In Noord-Afrika heeft Duitsch-Italiaansche artille
rie Britsche schepen in de haven van Tobroek doel
treffend onder vuur genomen. Het Duitsche lucht
wapen viel met succes vijandelijke artilleriestellingen
en colonnes vrachtauto's aan.
Overdag noch des nachts heeft de vijand gevechts
handelingen verricht boven Duitsch gebied."
In aanvulling op dit weermachtsbericht verneemt
het D.N.B. nog het volgende:
Zoowel Duitsche duikbooten als hel luchtwapen
melden van het strijdtooneel op den Atlantischen
Oceaan en uit het zeegebied om Engeland nieuwe be
langrijke successen in den handelsoorlog. Het we
machtsbericht van Zondag noemt een totaal verlies
van de vijandelijke koopvaardij van 42.250 b.r.t. Hier
van komen 21.250 b.r.t. op rekening van een Duitsche
duikboot, die in den Atlantischen Oceaan opereert en
21.000 b.r.t. op rekening van het Duitsche luchtwapen.
Evenals Zaterdag de beide groote zeeschepen van
12.500 en 15.000 b.r.t., werden ook deze Britsche vracht
booten, die vermeld worden in het weermachtsbericht
van Zondag, in de wateren ten Westen van Schotland
het voor de Duitsche gevechtsvliegtuigen verst
verwijderde zeegebied rondom Engeland opge
merkt en vernietigd. Deze doeltreffende aanvallen in
het zeegebied van West- en Noordwest-Schotland
toonen aan dat ook de omwegen over het Noordelijk
deel van den Atlantischen Oceaan en de Hebriden
vergeleken met de kortere, doch door de' Britsche
scheepvaart, gevaarlijker geachte route door de Iersche
Zee geen veiligheid bieden.
,In de eerste week van Juni zijn de verliezen van:
de vijandelijke koopvaardij gestegen tot 158.050 b. r. t.
tot zinken gebrachte tonnage".
IN HET HOOGE NOORDEN. Een ravitaillee-
ringscolonne op marsch in het Noorsche hoog
gebergte.
(Foto Weltbild—Pax Holland)
Een enorme drukte heerschte Zondag in het natuurbad „Velserend" te Santpoort,
waarvan men hierboven een gedeeltelijk overzicht ziet.
(Foto Stevens)
Verontwaardiging in
Frankrijk.
Hevige strijd aan de oevers van
het meer van Tiberias.
Het D.N.B. verneemt uit Vichy: Het bericht
over den aanval op Syrië door Engelsche strijd
krachten en troepen van De Gaulle heeft in
Fransche regeeringskringen verontwaardiging
gewekt. -Men constateert o.a. dat deze Britsche
aanval door geen enkel motief gerechtvaardigd
wordt. Het betreft hier de voortzetting van het
plan om den tragischen toestand van Frankrijk
uit te buiten en zijn Imperium te bemachtigen.
Verder wordt verklaard dat de Engelschen bij
den aanval op Syrië, precies zooals bij hun vroe
gere aanvallen met gebruikmaking van valsche
voorwendsels zijn opgetreden. Evenmin als er in
Mers-el-Kebir, Haitr, Dakar, Ga-bon, Nieuw-
Caledonië Duitschers waren evenmin zijn er ook
thans in Syrië Duitsche soldaten en heeft zich
er ook nooit een bevonden. De aanval op Syrië
kan slechts ten doel hebben dat: Engeland zich op
kosten van Frankrijk voor de in de Middellandsche
Zee en in het Nabije Oosten geleden nederlagen
wil schadeloosstellen.
De Gaulle, zoo verklaart men verder, heeft her
haaldelijk gezegd, dat hij niet tegen Franschen
zal strijden. Deze belofte is ook opgenomen in
een overeenkomst, die verleden jaar tusschen hem
en Churchill is gesloten. Hij geeft dus een mooi
voorbeeld, hoe hij zijn woord houdt.
Verder wordt in Fransche regeeringskringen
gewezen op de proclamatie van den Franschen ver
rader generaal Catroux alsmede op 'n verklaring
van den Engelschen gezant te Kairo. Catroux heeft
in zijn proclamatie aan Syrië en den Libanon
volledige souvereiniteit en onafhankelijkheid be
loofd, hetgeen bij verdrag tusschen hem en de
vertegenwordigers van Syrië en libanon zou wor
den vastgelegd. De Engelsohe gezant te Kairo,
Lampson heeft verklaard dat de blokkade tegen
Syrië opgeheven zal worden; dat Syrië onder het
regime van het Engelsche pond zou worden ge
plaatst,
In deze proclamaties is de werkelijke reden
van den Engelschen aanval te lezen n.l. de vast
beslotenheid van Engeland om de petroleum van
Irak en zoodoende de kapitalistische belangen van
de Londensche City te beschermen. De invasie in
Syrië door Engelsche troepen en door huurlingen
van Engeland vormt op ondubbelzinnige wijze een
vijandelijke daad tegen de Fransche souvereini
teit.
Tenslotte constateert men in Fransche regee
ringskringen dat men in alle kalmte en koelbloe
digheid de ontwikkeling van den toestand in Syrië
tegemoetziet.
FRANSCHE UITEENZETTING
VAN DE SITUATIE.
De plaatsvervangende secretaris-generaal bij het
vice-presidentschap, Benoist Méchin, heeft, naar
het D.N.B. uit Parijs meldt, Zondagavond den Pa-
rijschen journalisten een uiteenzetting gegeven
over den intocht van de Engelschen in Syrië. Be
noist Méchin zeide hierover o.a. het volgende:
De Engelsche aanval is begonnen van het
Zuiden uit. Op het oogenblik zijn er hevige
gevechten gaande. Zoo wordt er op beide oevers
van het aan de grens met Palestina gelegen
meer van Tiberias fel gestreden. Het is den
Engelschen gelukt het grensstation Deraa in
te nemen. In de gevechten aan de kust hebben
Fransche strijdkrachten de Engelschen bij
Kunaitra tegengehouden en de kustweg onbe
gaanbaar gemaakt. Zes Engelsche pantserwa
gens en drie Engelsche vliegtuigen werden ver
nield en voorts werden er Engelsche krijgs
gevangenen gemaakt. Voor Beiroet zijn een
Engelsch slagschip, drie kruisers en andere
lichtere zeestrijdkrachten verschenen. Volgens
de tot dusver .ontvangen berichten hebben zij
echter de stad zelf nog niet- gebombardeerd.
De proclamatie van Catroux noemde Méchin
rechtstreeksch verraad. Hij zeide dat deze onafhan
kelijkheidsverklaring noch op de bevolking van
Syrië, noch op die van Libanon eenigen indruk ge
maakt heeft. Het doel van'den Engelschen aanval
is er duidelijk op gericht, een nieuwen toegang te
krijgen tot de petroleum in Irak. De Engelsche pro-
pagandaleugens, dat zich Duitsche vliegtuigen en
strijdkrachten in Syrië bevonden, wees Benoist
Méchin opnieuw duidelijk en krachtig van de hand.
Duitsche vliegtuigen hebben in ieder geval het
recht zich 24 uur in de havens van een neutraal
land op te houden. In werkelijkhéid bevinden zich
in Syrië slechts enkele vliegtuigen van Duitsche
nationaliteit die niet meer gerepareerd kunnen
worden. De nieuwe Engelsche overval op het Fran
sche koloniale rijk is duidelijk bewezen, daar er
ook reeds Engelsche krijgsgevangenen gemaakt
zijn. Evenals in Dakar. Gabon en Mers-el-Kebir,
bevond zich in Syrië geen enkele Duitsche soldaat.
Churchill, zoo betoogde Méchin, heeft bovendien
wederom zijn aan De Gaulle gegeven woord gebro
ken. Destijds immers heeft hij aan De Gaulle ver
zekerd nooit Fransch gebied door Fransdien te
zullen laten aanvallen. De gebeurtenissen van he
den zijn niet alleen uiterst ernstig, doch van bij
zonder groot belang voor de positie van Frankrijk.
De Fransche soldaten, die thans in Syrië vallen,
sterven voor de grootheid van Frankrijk. Zij strij
den tegen een aanvaller die op laffe wijze misbruik
maakt van den toestand, waarin Frankrijk op het
oogenblik verkeert
BOODSCHAP VAN PéTAIN.
De Fransche staatschef maarsohalk Pétain heeft,
de volgende boodschap voor de Franschen in de
Levant gericht aan den Hoogen Commissaris
opperbevelhebber in Syrië generaal Dentz:
Franschen van de Levant. De landen, waar gij
leeft en voor welker welvaart gij sedert lange ja
ren hebt gewerkt, zijn thans het voorwerp van een
niet te kwalificeeren aanval. Deze. aanval wordt,
evenals in Dakar, geleid door Franschen die
zich geschaard hebben onder de vanen van
den opstand. Gesteund door de Britsche im
periale troepen schrikken zij er niet voor
terug het bloed van hun broeders te vergieten die
de eenheid van het imperium en de Fransche sou-
vereiniteit verdedigen. Tegenover de smart, die
door dit feit veroorzaakt wordt, kan het vrije
Frankrijk in alle stelligheid den trots plaatsen niet
het eerst de wapen te hebben opgeheven tegen zijn
voormalige bondgenooten. Thans evenmin als in
Mers-el-Kebir, in Dakar of in Sfax. Voor het ge
weld kwam de list. Sedert eenige dagen beweerde
inderdaad de propaganda, die het voorwendsel
smeedde voor den aanval, dat de Duitsche troepen
in grooten getale in onze Levanthavens aan land
gingen, dat Frankrijk op het punt stond Duitschland
de gebieden uit te leveren, welker verdediging ons
is toevertrouwd. Gij. die ter plaatse zijt, weet dat
alles onwaar is, gij weet dat de enkele vliegtuigen,
die op deze gebieden een tusschenlanding hebben
gemaakt, thans uit Syrië zijn vertrokken, met uit
zondering van vijf of zes, die niet meer in staat
zijn om te vliegen. Gij weet dat er geen enkele
Duitsche soldaat, noch in Syrië noch in den Li
banon is. Gij zijt dus het voorwerp van een hoogst
ongerechtvaardigden aanval, waartegen ons gewe
ten in opstand komt. Eerst thans wordt de Fran
sche souvereiniteit in den Libanon voor de eerste
maal bedreigd, dat kunt gij van mij gelooven. Uw
Hooge Commissaris heeft het u ook reeds tweemaal
gezegd. Ik herhaal het voor u. Gij strijdt voor een
rechtvaardige zaak, voor de zaak van de onaan
tastbaarheid van de gebieden die de geschiedenis
aan het vaderland heeft toevertrouwd. Gij zult ze
weten te verdedigen. Mijn wenschen en die van
geheel Frankrijk begeleiden u".
(w.g.) PHILIPPE PéTAIN.
(D.N.B.)
DRIEHUIS
Het crematorium op Westerveld.
Opening nieuw kantoorgebouw.
Het nieuwe gebouwencomplex van de Vereeniging
voor facultatieve lijkverbranding, een schepping van
den architect ir. H. Dudok, is Zaterdagmiddag onder
groote belangstelling van de zijde van autoriteiten en
leden der Vereeniging geopend.
Onder de aanwezigen, die zich in de groote aula
van het crematorium verzameld hadden, bevonden
zich o.m. burgemeester mr. M. M. Kwint, de heeren
J. C. Dunnebier, wethouder van openbare werken, da
commissaris van politie J. P. Weyburg, ir. J. A. Ver
hoef, directeur van Openbare Werken, dr. L. S. Lim-
borgh Meijer, directeur van den G.G.D., G. J. Koning,
directeur van den Gem. Reinigingsdienst, ir. II. Du-
dok, mr. J. E. Holleman, administrateur en dr. ir. M.
F. de Bruijne, technisch adviseur der V. v. f. L., het
voltallige hoofdbestuur bestaande uitde heeren dr.
P. H. Roojen, H. Rielema, J. J. Deggeler, dr. E. J.
Abrahams, dr. L. A. Rademaker, prof. W. E. Boerman,
dr. K. Simon Thomas en dr. L. J. Ziclstra.
Verder waren aanwezig namens de N.V. begraaf
plaats „Westerveld" de heer F. der Kinderen, namens
de Arbeidersvereeniging voor lijkverbranding de heer
Andries de Rosa, de heer J. van Dijk, directeur van
het crematorium, het bestuur der afdeeling Velsen en
afgevaardigden van vele afdeelingen uit den lande.
In de nieuwe aula heeft dr. P. H. van Roojen, al
gemeen voorzitter der V. v. f. L., de openingsrede
uitgesproken. In-officieel is het gebouwencomplex reeds
eenigen tijd tot groote tevredenheid van allen, die
er werkzaam zijn, in gebruik. Spr. herinnerde aan
eenige belangrijke feiten uit de geschiedenis der Ver
eeniging en der crematiebeweging in Nederland: de
eerste crematie op 1 April 1913. het daardoor tegen de
vereeniging gevoerde proces, het in gebruik nemen
der nieuwe ovens, aula en colombaria en het steeds
stijgende getal der crematies. 1940 sloot met 1061 cre
maties en 1941 vertoont wederom een stijgende lijn.
De voornemens voor den bouw van dit nieuwe kan
toor bestonden reeds lang. Het uitbreken van den
oorlog heeft echter het definitieve besluit verhaast,
omdat men een parallel trok met hetgeen in den we
reldoorlog geschied is met den aanvoer van mate
rialen, etc.
Het utiliteitscomplex, zooals dr. van Roojen het
nieuwe gebouw wenschte te betitelen bestaat uit drie
gedeelten: links de groote, fraai uitgevoerde ontvang
zaal verbonden met een keukeninrichting voor het
verstrekken van ververschingen, een middengedeelte
waarin gevestigd zijn de modern-ingerichte kantoor
ruimten, kleinere ontvangzalen en hoofdbestuurs
kamer en een vleugel waar de woning van den direc
teur gevestigd is.
In een der zalen heeft het hoofdbestuur een bron
zen plaquette doen aanbrengen, de beeltenis voorstel
lend van wijlen Frank Blaauw, de eerste directeur t
van het crematorium. Spr. wees op de groote erken
telijkheid, die men voor dezen werker moet hebben.
De plaquette is een oprechte hulde aan zijn nage
dachtenis.
Dr. van Roojen zeide, dat te Westerveld door de
Vereeniging wel niets meer gebouwd zal worden,
maar meende toch te moeten wijzen op het belang
van een goede verbinding over den spoorwegovergang.
Hier loopen de belangen van de Vereeniging en die
der gemeente Velsen parallel, zeide spr.
Na nog enkele woorden gewijd te hebben aan de
plannen voor het bouwen van een nieuw crematorium
te Zwolle,, bracht spr. dank aan allen die tot den
bouw van het nieuwe kantoor hebben medegewerkt,
inzonderheid aan den architect ir, Dudok en de aan
nemersfirma van Eesteren.
De organist van het crematorium, de heer George
Robert, voerde hietria eenige orgelwerken uit, waar
na het gezelschap via een korte rondwandeling over
de terreinen de nieuwe gebouwen bezichtigde en nog
eenigen tijd bijeen bleef in de groote ontvangzaal,
waar ververschingen werden aangeboden.
BEVERWIJK
Opdracht.
Aan m. h. de Wolf, alhier, is opgedragen het
glas-, schilder- en behangwerk voor de woningen
van de bouwvereenigingen „Goed Wonen" en „De
Voorzorg" aan den Arendsweg, voor da som «aH
f 23.300.