Bonnen die thans geldig zijn:
De moord
te Amsterdam
Onder valsche vlag
Eén bloemkool
twee groenten.
MAANDAG 9 JUNI T94T
AARDAPPELEN.
BON 04. T.m. 8 Juni:
1V2 Kg.
BON 05. T.m. 15 Juni:
VA Kg.
BOTER- OF VETKAART.
BON 17. T.m 14 Juni:
250 gr. boter of 200 gr.
sla- of raapolie.
BON 18. T.m. 14 Juni:
250 gr. boter. Vetkaart
reductie.
BROOD. GEBAK.
BON 21. T.m. 11 Juni 200
gr brood of 2 rantsoe
nen gebak.
BON 24. T.m. 22 Juni 100
gr. brood of 1 rantsoen
BON 22. T.m. 22 Juni 200
gr. brood of 2 rantsoe
nen gebak.
BON 8 (Bloemkaart) t.m.
15 Juni 50 gr. brood of
rantsoen gebak.
EIEREN (Bonkaart Alg.).
BON 97. T.m. 8 Juni 1 ei.
BON 51. T.m 8 Juni 1 ei.
BON 53 en 88. T.m. 15
Juni: 1 ei.
MEEL EN GRUTTERS
WAREN. (Bonkaart Alg.).
BON 32. T.m. 15 Juni:
250 gr. rijst, rijstemeel,
rijstebloem of grutte-
meel
BON 24. T.m. 15 Juni:
250 gr havermout, ha
vervlokken, haverbloem.
aardappelmeelvlokken,
gort, gortmeel of grutten
BON 25. T.m 15 Juni:
250 gr gort. gortmout of
grutten.
BON 26. T.m. 15 Juni:
100 gr. macaroni, vermi
celli of spaghetti.
BON 27. T.m. 15 Juni:
100 gr maizena, gries-
meel, sago, aardappel
meel of puddingsaus-
poeder.
BON 8 (Bloemkaart).
T.m 15 Juni: 35 gr. meel
of bloem.
MELK.
Bon 19. T.m. 8 Juni:
1.J4 L. melk.
BON 20. T.m. 15 Juni:
1-J4 L. melk.
KAAS. (Bonkaart Algem.)
BON 66 en 76. T m. 15
Juni- 100 gr
BON 67 en 77. T.m. 29
Juni: 100 gr.
SUIKER. (Bonkaart Alg.)
BON 31. T m 8 Juni 1 kg
BON 42. T.m. 6 Juli: 1 kg
VLEESCH EN VLEESCH-
WAREN.
BON 17 „vleesch". T.m
7 Juni: 50 gr. vleesch.
BON 17 „vleeschwaren"
T.m 7 Juni V2 rantsoen
BON 18 „vleesch". T.m.
15 Juni: 50 gr. vleesch.
BON 18 „vleeschwaren"
T.m. 15 Juni y2 rantsoen
PEULVRUCHTEN. (Bon
kaart Algemeen).
BON 52. T.m. 22 Juni:
500 gr.
KOFFIESÜRROGAAT EN
THEE (Bonkaart Algem
BON 34. T.m. 22 Juni 250
gr. koffiesurrogaat of 40
gr. thee.
ZEEP. (Bonkaart Algem.)
BON 35. T.m. 29 Juni 15Ó
gr. toiletzeep, 120 gr.
huishoudzeep, 200 gr. z.
zeep, (oude samenstel-
ling). 150 gr. z. zeep,
300 gr. z zeeppasta. 250
gr. zeeppoeder, 125 gr.
zeepvlokken, 250 gr.
Toifwp-v-^nrle waschmid-
delen. 200 gr. vloeibare
zeep of 600 gr. wasch-
poeder.
SCHEERZEEP ENZ.
BON K (Textielkaart).
T.m. 31 Aug.: 50 gr.
PETROLEUM.
Periode 10. T.m. 15 Juni:
2 L.
HONDENBROOD.
BON 14. T.m. 30 Juni:
Groep 1 en 2: 10 Kg; Gr
3: 8 Kg; Gr. 4: 5 Kg; Gr
5: 4 Kg: Gr 6: 3 Kg.
KATTENBROOD.
BON 14. T-m. 30 Juni:
1V2 Kg.
Hoe de politie het drama ontraadselde
AMSTERDAM, 7 Juni (ANP) De nadere
bijzonderheden, welke de Amsterdamsche politie
verstrekte inzake den moord in Amsterdam-Oost
werpen een somber licht op de gruwelijke wijze
waarop de 52-jarige werklooze monteur in de
woning aan de Baüstraat zijn vrouw om het leven
heeft gebracht, doch tevens zijn zij een bewijs voor
de onverflauwde activiteit van de Amsterdamsche
politie, die met zoo weinig gegevens in handen
geheel op eigen initiatief binnen zoo korten tijd
tien dagen dezen moord tot volledige klaarheid
wist te brengen. In 't bijzonder hoofdinspecteur v.
Loon alsmede inspecteur Bijlsma hebben zich bij
dit opsporingswerk onderscheiden.
Naar men zich zal herinneren kwam op 27 Mei
1.1. bij de politie het bericht binnen, dat in het
Merwedekanaal nabij het zwembad Nieuw Diep een
pakket was gevonden, dat bij opening een vrouwen
hoofd bleek te bevatten. Het hoofd, dat tamelijk
verminkt was, was opgevuld met een prop, be
staande uit een zakdoek en een stuk windsel en
verpakt in een vaatdoek welke met steenen was
verzwaard.
Dit waren alle gegevens over welke de politie bij 't
begin van het onderzoek beschikte. Allereerst ging
zij na of er bij de in den laatsten tijd aangegeven
vermiste vrouwen een was, wier signalement
eenigszins met dat van het gevonden hoofd over
eenkwam. Dit was inderdaad met een vrouw het
geval en hoewel de kleur van de oogen niet geheel
overeenstemde-met de bedoelde vermiste, werd tot
huiszoeking in de woning van deze vermiste vrouw
besloten. Hier vond de politie nieuwre aanwijzingen,
n.I. windsel en vaatdoeken welke gelijkenis ver
toonden met de uit het water opgehaalde.
Deze vondst gaf de politie aanleiding den man
van de vermiste vrouw (die n.b. zelf op 8 Mei
aangifte had gedaan) in Hillegersberg, waar hij
zich bij kennissen bevond, te doen arresteeren. Deze
arrestatie geschiedde door de politie aldaar en on
middellijk daarop togen inspecteur Bijlsma verge
zeld van de rechercheurs Becking en Moes naar
Hillegersberg om den man aan den tand te voelen.
Dit had echter weinig succes, daar de man vol
komen kalm hardnekkig ontkende iets van den
moord op zijn vrouw af te weten.
Intusschen werd het onderzoek naar alle kanten
voortgezet, waarbij ook de vrouw bij wie de ver
dachte in Hillegersberg vertoefde aan een scherp
verhoor werd onderworpen. Het bleek al spoedig,
dat zij de laatste weken van den verdachte allerlei
goederen ten geschenke had gekregen o.a. een
naaimachine welke uit de woning van den ver
dachte afkomstig was en verscheidene kleeding-
stukken welke aan de vermiste vrouw hadden toe
behoord. Daaronder bevond zich ook een winter
mantel die de vermiste vrouw (men wist nog steeds
niet met zekerheid, dat zij ook de vermoorde vrouw
zou zijn) zeker zou hebben aangetrokken als zij,
volgens de opgave van den man, op 5 Mei de wo
ning had verlaten.
De aanwijzingen tegen den verdachte waren ten
slotte zoo sterk, dat de man daarvoor bezweek en
gisteren voor den rechter-commissaris bekende zijn
vrouw te hebben vermoord. Dit zou overdag op 5
Mei in de woning zijn geschied. Volgens de lezing
van den moordenaar zou er ruzie tusschen hem
en zijn vrouw zijn ontstaan, hij zou daarbij de
vrouw naar de keel zijn gevlogen en haar in drift
hebben gewurgd. Daarop heeft hij het lijk naar den
zolder gebracht en in stukken gesneden, welke
stukken hij verpakt op verschillende plaatsen in
het water heeft rtedeponeerd. Een van deze
lichaamsdeelen (behalve het reeds eerder gevon
den hoofd) is gisteren op zijn aanwijzing ergens
uit het water opgehaald.
Een bewijs van de geraffineerdheid waarmee de
dader het lijk heeft laten verdwijnen is wel, dat
noch zijn zoon (het echtpaar had twee kinderen,
van wie een getrouwd en een nog thuis was) toen
hij 's avonds van zijn werk thuis kwam, noch een
van de buren iets bemerkt had van het gruwelijke
drama, dat zich in de1 woning had afgespeeld.
De bekende Duitsche aviatrice Elly Beinhorn
houdt thans in Nederland een serie lezingen
over haar vliegtochten. Elly Beinhorn voor de
microfoon tijdens haar voordracht.
(Foto Schimmelpenningh)
door
MARINUS BERTRAM.
(Nadruk verboden).
21)
Nu was het kritieke oogenblik. Van Oordt liet zijn
zweep klappen en de dieren wierpen zich met. nieuwen
moed in het tuig. De vervolgers waren op zijn hoogst
op een honderd meter afstand en reeds brachten zij
hun speren in de houding om ze naar de vluchtelin
gen te werpen. Weer schoten Albert en Seeker hun
geweren af en dezen keer niet zonder succes, weldra
had het rijtuig een groot stuk op de impi gewonnen.
Van Oordt - draaide zich even om en zei:
Nu, dat scheelde ook maar een haar.
Daar is het politiekamp al, wees van Oordt, met
een beweging in de richting van een paar flinke ba
rakken. Geen teeken van leven, dus Woudstra is weg
geroepen. Nu, dat is een opluchting.
Even voorbij het kamp werd de grond heuvelachti
ger en meer begroeid.
Gelukkig dat ze ons niet in die boschjes opge
wacht hebben, vervolgde van Oordt. Dan. waren we
er geen van allen levend afgekomen.
De kaffers schenen niet van plan de vervolging, hoe
hopeloos die voor hen ook mocht schijnen, op te
geven. Men kon ze nog steeds met dezelfde snelheid
zien voortrennen, een heel eind achter de vluchtelin
gen, die zich al in veiligheid voelden.
Laat ze maar eens loopen, lachte van Oordt grim
mig; dat is wel eens goed voor ze; ze worden anders
veel te lui en te vet. Het was Ndabamatobo niet, wel?
Nee, die loopt niet meer zoo. Naar jullie beschrijving
te oordeelen, moet het UmzittI zijn. zijn rechterhand.
Nu, we zullen vroeg genoeg in Emvati aankomen,
om ze daar te waarschuwen.
Maar nauwelijks had hij dit gezegd, of er gebeurde
ietsiets. dat het rijtuig bijna deed omvallen, maar
door van Oordts bedrevenheid was het eenige dat het
Biet een schok bleef stilstaan.
EEN WARM WERKJE. De arbeiders, die bezig
zijn met het bodemonderzoek in den Noord-
Oostpolder, zijn niet voor een kleintje vervaard.
(Foto Pax Holland)
Nationale Bond voor Plaatselijke
Keuze.
Zaterdagmiddag hield de Nationale Bond voor
plaatselijke keuze in het gebouw voor K. en W.
te Utrecht een algemeene ledenvergadering,
tevens herdenking van het 25-jarig bestaan van
den bond.
De voorzitter, de heer J. in 't Veld, heette in
een korte openingsrede de leden van den raad van
twaalf, van den raad van vijftig en de in grooten
getale opgekomen leden welkom en maakte met
voldoening gewag van de versohillende ingekomen
schriftelijke gelukwenschen en attenties.
Over de mogelijkheid van vruchtbare werk
zaamheid in dezen tijd liet de voorzitter zich in op-
timistischen zin uit, daar hij meende, dat het toe
nemende sociale saamhoorigheidsgevoel het volk
toegankelijk maakt voor de gedachte, dat de be
strijding van de drankellende tot de maatschap
pelijke plichten van elk individu behoort.
Tenslotte deelde spreker mede, dat het bestuur
besloten had aan de leden van beide raden en aan
de overige ten vergadering aanwezige leden een
feestgeschenk aan te bieden, bestaande uit een
drietal fraaie boekwerken, door de verschillende
drankweer-organisaties uitgegeven.
Uit het jaarverslag van den secretaris, den heer
W. Elgersma, bleek dat de in Mei 1939 voorbe
reide nieuwe actie voor de verwezenlijking van
het ideaal van den bond ten gevolge van den oorlog
niet tot volle ontplooiing kon komen, maar dat
de bond desnietemin een vruchtbare activiteit
had ontwikkeld.
Tot leden van den raad van twaalf werden ge
kozen de heeren F. S. Noordhof (Haarlem) en C.
Schalken (Roosendaal); tot leden van den raad
van vijftig de heeren ds. H. E. Gravemeyer
('s Gravenhage), dr. C. D. Cramer (Assen), dr. W.
Hingst (Utrecht), mej. C. Janssen (Den Bosch), ds.
L. H. Ruitenberg (Beers), J. C. Rugaard (Apel
doorn), dr. A. J. Edelkoort (Amsterdam), J. J.
Wepster (Rotterdam) en C. J. Toebes ('s Gra
venhage).
Nadat hiermede het zakelijke gedeelte der jaar
vergadering was afgedaan, ging de bijeenkomst in
feestvergadering over, waar twee sprekers als
feestredenaars optraden n.I. de heeren P. v. d.
Meulen en ds. A. J. Montijn.
Den laatste werd het eerelidmaatschap van
Twaalf aangeboden
Ver. van Suikerwerk- en
Chocoladefabrikanten.
Zaterdag had te Amsterdam de algemeene jaar
vergadering plaats van de Nederlandsche Vereeni-
ging van Suikerwerk- en Chocoladefabrikanten.
Na het uitbrengen van het uitvoerig jaarverslag
door den heer B. H. Wellmann, secretaris-admi
nistrateur der vereeniging, werd overgegaan tot
de bestuursverkiezingen.
Gekozen werden de heeren G. Bakker (directeur
der N.V. Zaanlandsche Cacaofabriek v/h T. Oly en
Co. te Nijkerk), voorzitter; B. E. Dieperink (N.V.
Voornveld en Co., Amsterdam), secretaris; C. J. L.
de Jong (N.V. Paré, Den Haag); L. Jamin (Rot
terdam), L. A. Hagers (N.V. Beukers en Rijneke,
Rotterdam). J. P. Dibbits (Lonka N.V., Brede),
G. A. de Vries (N.V. Venz, Vaassen).
Tot leden van de commissie voor de cacao- en
chocoladefabrikanten werden- gekozen de heeren
L. F. M. Bensdorp N.V., Bussum); P. J. Kapteyn
(Union, Haarlem), P. J. Rademaker (N.V. Rade
maker, Den Haag) en G. A. de Vries te Vaassen.
Er werd een bespreking gehouden over de ko
mende organisatie van het Nederlandsche bedrijfs
leven; besloten werd tot de commissie Wolterson
het verzoek te richten, de organisatorische eenheid
van de Nederlandsche zoetwarenindustrie te willen
bevestigen door de instelling van een bedrijfsgroep
Zoetwaren, onderverdeeld in de verschillende vak
groepen, die de verschillende producten der zoet
warenindustrie omvatten.
De heer B. H. Wellman hield een causerie over
prij zenbeschikking.
MAXEVIinVIBEDRAG VOOR POSTWISSELS
NAAR DUITSCHLAND VERHOOGD.
's GRAVENHAGE, 6 Juni. Het maximumbe
drag voor postwissels naar Duitschland is tot 800
rijksmark verhoogd. (A.N.P.)
Seckers paard, dat naast de muildieren was vast
gebonden en dat niet meer zoo erg snel was, was in
eengezakt. Het werd nog een eind meegesleept, zoodat
het rijtuig met zijn eene voorwiel over het dier heen
gegaan en bijna omgevallen was. De muildieren, die
uit hun koers getrokken waren, waren nu bezig de
riemen tot een onuitwarbaar kluwen te verwikkelen.
Van Duynen, hou jij de teugels, riep van Oordt,
en hij sprong, evenals de staljongen, op den grond
en liep naar de spartelende dieren.
Nu, als we dit niet uit de war krijgen, zijn we
er geweest.
De beide mannen keken achter zich. Ze zagen hoe
de Zoeloe's, die een oogenblik tevoren juist besloten
hadden de vervolging op te geven, gemerkt hadden
dat er iets gebeurd was en nu met vernieuwen moed
en kracht vooruit stoven. Ze waren nog op een flin-
ken afstand, maar met de snelheid van een Zuidafri-
kaanschen neger zouden ze in een minmum van tijd
bij hen zijn.
Van Oordt trok en porde nu eens aan een riem, dan
aan\en leidsel, dan weer aan een hoofdstel. Daar ze
door hun ren opgewonden waren, trapten de beesten
om zich heen en maakten de verwarring nog slechts
grooter. Hij had echter zooiets vaker bij de hand ge
had en zou er tenslotte wel in geslaagd zijn het klu
wen te ontwarren, maar hier telde elke minuut. Boven
dien schenen de dieren te merken, dat er gevaar
dreigde, wat hun onrust nog grooter maakte.
Seeker, die ook te hulp kwam, kon evenmin iets
uitrichten. Het was niet meer mogelijk het kluwen
te ontwarren. De vervolgers waren nu beangstigend
dichtbij.
Vlug instappen, beval van Oordt en terwijl
Seeker en de staljongen aan zijn bevel gevolg gaven,
trok hij zijn mes en sneed de riemen vóór de twee
laatste muildieren door. Het waren twee groote
beesten, die het rijtuigje nog een behoorlijke snelheid
zouden kunnen geven, maar het was twijfelachtig of
zij zich zonder hun kameraden in beweging zouden
willen zetten. De inzittenden van het rijtuig slaakten
dan ook een zucht van verlichting toen het weer op
gang kwam.
Die twee beesten krijgen ons niet verder dan
het politiekamp, zei van Oordt. Daar moeten we ons
Speelgoedtreinen op het Centraal
Station te Amsterdam.
Kinderen onder geleide mogen er mee spelen.
Naar het A.N.P. verneemt zullen de Neder
landsche Spoorwegen begin Juli in het Centraal
Station te Amsterdam een „speelkamer" openen.
Deze speelkamer in het Centraal Station zal in de
eerste plaats voor kinderen onder geleide worden
opengesteld en zij zullen er drie groote tafels aan
treffen met tot in de perfectie doorgevoerde speel
goedtreinen. Ieder kind zal er zijn misschien
jarenoude illusie verwezenlijkt zien: werkende
seinen, gecompliceeerde wisselcomplexen, verschil
lende overwegbeveiligingen, stoom- en electrische
treinen, enfin alles wat een kinderhart maar be-
geeren kan.
Met al dit prachtige materiaal nu mag de jeugd
mits onder geleide komen spelen en des
kundig personeel zal er voor zorsen. dat de daar
bestede uren niet alleen genoegelijk maar ook
leerzaam zijn. Dit spel immers biedt gelegenheid
te over om vergelijkingen met de werkelijkheid
te maken en zoo zal menig kind heel wat meer
gaan begrijpen van wat hij tot nu toe op de staitons
in de treinen en langs den ijzeren weg tijdens
uitstapjes heeft kunnen waarnemen.
De Amsterdamsche ontwerper Joop Geesink
zorgt voor een gezellige aankleeding van de zaal,
die boven het station in het Oostelijk deel gelegen
is en die door een aparten ingang van de straat
af bereikbaar is.
RADIOTOESTELLEN IN MEUBELOPSLAG
PLAATSEN.
Ten aanzien van radiotoestellen welke zich in
meubelopslagplaatsen bevinden, zijn sinds Zater
dag de volgende voorschriften van kracht: Zoowel
de eigenaar van een radiotoestel dat zich in een
meubelopslagplaats bevindt als de exploitant va»
de betreffende opslagplaats zijn verplicht hiervan
onverwij 1 kennis te geven aan het hoofdbestuur
dei- P.T.T.. technische dienst radio, Scheveningsche
weg 6 's Gravenhage. Verkeert de exploitant van
een meubelopslagplaats in onzekerheid of zich
bij de bij hem opgeslagen goederen radiotoestel
len bevinden, dan dient hij zich voor zoover mo
gelijk hierover bij de eigenaars dezer goederen
zekerheid te verschaffen. De exploitanten van
meubelopslagplaatsen dienen van Zaterdag af,
wanneer zich onder de bij hen onder te brengen
goederen radiotoestellen bevinden, er voor zorg
te dragen dat deze toestellen op zoodanige wijze
worden geplaatst dat controle op eenvoudige wijze
mogelijk is. Reeds eerder bij hen ondergebrachte
radiotoestellen kunnen blijven waar zij zich thans
bevinden. Verzegeling van radiotoestellen onder
gebracht in meubelopslagplaatsen kan achterwege
blijven. (A.N.P.)
W.A.-MAN TE UTRECHT GEWOND.
Het A.N.P. meldt d.d. 7 Juni uit Utrecht: Na
een colportage van het Utrechtsche vendel der W.
A. onder leiding van opperhopman Dengier aan
den Groeneweg werd Vrijdagavond zingend naar
de stad teruggemarcheerd onder groote belang
stelling vooral van de zijde der jeugd.
Het grootste deel van het vendel was ver vooruit
terwijl opperhopman Dengier met eenige weer
mannen en de begeleidende politie op eenigen af
stand volgde. Aan de Kanaalstraat gekomen nam
het publiek uit deze beruchte buurt tegenover dit
kleine groepje een dreigende houding aan. Des
ondanks vervolgden de mannen rustig hun weg,
totdat plotseling uit het publiek een man met
een mes in de hand op den wachtmeester J. Jansen
toestormde en hem een steek in den hals toe
bracht om onmiddellijk in vollen ren weer tus
schen het publiek te verdwijnen. Noch de andere
weermannen, noch de politie hadden gelegenheid
tijdig in te grijpen. Het publiek drong onder het
geroep van „landverraders" op, maar inmiddels
was de voorste troep gealarmeerd en teruggekeerd
waarna door samenwerking van W.A. en politie
de orde spoedig was hersteld. De dader kon nog
niet worden gevonden.
Voor de Kinderen
(Teekeningen H. Kannegieter).
Door de hitte in de keuken, smelt het even
beeld van Ted, tot een vormelooze massa
grauw en onwelriekend vet. Als dan Karei
eens gaat kijken, ziet hij slechts een groote
plas, waar een tel of wat te voren zoo-iets
als een hond nog was.
zien te verschansen, het is een kleine kans maar de
eenige.
Terwijl hij dit zei, steeg uit de gelederen van de
vervolgers een vreeselijk gebrul op. Ze hadden de
achtergelaten, worstelende in hun tuigen verwarde
dieren bereikt en staken met wild genot hun speren
in de lichamen van de weerlooze beesten. Het hield
hen wel wat op, maar daaf- gaven ze niet om. Ze
meenden zeker te zijn van hun menschelijke prooi;
met slechts twee dieren voor het rijtuig hadden deze
immers niet de minste kans, vooral niet omdat de weg
steeds slechter en hobbeliger werd.
Het politiekamp was, zooals van Oordt al gezegd
had, verlaten. Ervoor was een vierkant plein, waar
omheen een aarden wal. liep, met steenen er boven
op. Het was de aangewezen plaats om zich tegen de
wilden te verdedigen. Van Oordt spande de twee die
ren uit, bond ze aan ëen paal vast, die in het midden
van het plein stond. Ondertusschen tilden de beide
andere mannen Celina. die nog steeds bewusteloos
was, uit het rijtuig en legden haar vlak tegen den
aarden wal, zoodat ze tegen speren en kogels be
schermd was. Ze laadden de munitie en de wapens
uit en brachten hun „vesting" in staat van verdedi
ging-
Daar heb je ze, kondigde van Oordt aan.
Terwijl hij dit zei, kwam de impi van een afstand
van drie honderd meter aanrennen.
Mik laag, mannen, commandeerde hij. Zijn ge
weer sprak en een reus van een krijger gooide zijn
schild in de lucht, sprong op en viel dood neer.
Dat is het eerste bloed hier. Whau, Joesoetoe,
riep van Oordt, en spottend gebruikte hij den strijd
kreet van de aanvaller. Ook de beide anderen hadden
met goed gevolg op den troep kaffers geschoten en
de schoten volgden elkaar vlug op.
De kaffers gingen nu plat op den grond liggen en
daarna kropen ze weer voorwaarts met hun schilden
in de hoogte. Op iemand, die niet met hun wijze van
oorlogvoeren bekend was, zou dit den indruk hebben
gemaakt, dat ze achter hun schilden beschutting zoch
ten, maar in werkelijkheid was het een krijgslist om
den vijand in onwetendheid te laten, omtrent hun
juiste plaats.
-- Kalm aan, fluisterde van Oordt, die deze tactiek'
Slot defect? Tel. 11493
DeSleutelspecialist.L.Veerstr.lO
(Adv. Ingez. Med.)
Majoor Kruyt's partij.
Het A.N.P. meldt d.d. 7 Juni uit Den Haag: Naar
ons medegedeeld wordt, heeft majoor Kruyt de
opheffing van zijn partij met ingang van 6 Juni
1941 bekend gemaakt.
Met de opheffing van de N.S.N.A.P.-Kruyt is
verdere klaarheid ontstaan inzake de bestaande
nationaal-socialistische partijen. Behalve de N.S.B.
bestaat thans slechts nog de groot-Duitsche be
weging der N.S.N.A.P.-dr. van Rappard.
GEDENKTEEKEN ONTHULD.
Zaterdagmiddag had op de algemeene begraaf
plaats Rusthof te Amersfoort de onthulling plaats
van het gedenkteeken ter nagedachtenis aan de
gesneuvelden van het 16e regiment infanterie. Dit
monument ontworpen door den heer Lex Barten,
res. kapitein van het 16e R.I. en leeraar aan de
grafische school te Utrecht en uitgevoerd door
den beeldhouwer W. Kuilenburg, is geplaatst op
het graf van mr. A. Vreeken, eerste luitenant van
het regiment, die tot de gesneuvelden behoort. Het
is in overeenstemming met de door de familie
Vreeken geplaatste zerk gebouwd, zoodat een
harmonieus geheel is verkregen. (A.N.P.)
NEDERLANDSCH-DUITSCHE CULTUUR-
UITWISSELING.
's GRAVENHAGE, 7 Juni. In het kader van
de Nederlandsch-Duitsche cultuuruitwisseling zal
in Hagen (Westfalen) een tentoonstelling van Ne
derlandsche schilderijen worden gehouden, welke
half Juli wordt geopend. Tegelijkertijd zal in het
rijksmuseum te Amsterdam een tentoonstelling
worden gehouden van schilderijen van Westfaal-
sche kunstenaars. (A.N.P.)
EEN IMITATIE TEDDY-TRIX.
En als Jan met d' echte Teddy in de keuken
kijken komt, vindt hij Karei wringend,
schoppend, en van schrik totaal verstomd..
„Wacht, ik zal een foto maken," roept Jan
vroolijk, „Zit eens stil". „Pas maar op,"
roept Karei woedend, „dat ik jou niet
levend vilI"
kende. We gaan niet op schilden schieten. Wachten,
mannen.
De drie maakten van deze rust gebruik om hun
geweren opnieuw te laden. Zonder veel hoop, maar
vastbesloten hun leven zoo duur mogelijk te verkoo-
pen, stonden ze achter de boi-stwering. met op elkaar
geklemde tanden. Een dreigende stilte hing over de
vlakte, tot ze uit de impi stemmen hoorden opgaan
en de heele colonne opeens als een man overeind
sprong met den kreet:
Joesoetoe!
Hun speren boven hun hoofden zwaaiend kwamen
ze op het politiekamp aanrennen.
Wat moet er met haar? fluisterde Albert heesch.
Moeten we haar aan hun overlaten?
Vóór van Oordt kon antwoorden bleef de impi
plotseling weer staan. De krijgers lieten zich weer
plotseling op den grond vallen en herhaalden hun
manoeuvre van enkele oogenblikken geleden. En toen
hoorden de drie mannen een „klik-klik-klik" uit een
van de boschjes voor het kamp. Dat kon niets anders
zijn dan een aantal met moderne geweren gewapende
blanken, die hun te hulp waren gekomen!
De onbekende hulptroepen hadden achter de
schilden de krijgers weten te ontdekken en deze, die
met een vijand te doen kregen waarvan ze niet wis
ten, waar hij zat en hoe sterk hij was, sloegen op de
vlucht. Dè verdedigers van het kamp ondersteunden
het vuur, dat de verborgen helpers de vluchtelingen
achterna zonden.
Gelukkig voor de kaffers was het gras verderop
wat hooger, zoodat ze daar ongezien konden voort-
sluipen. De nieuwe vrienden in den nood lieten zich
nog steeds niet zien.
Dezen keer zijn we ontkomen, zuchtte Van Oordt,
maar het heeft maar een haar gescheeld. Ik zou wel
eens willen weten, wie ons zijn komen ontzetten.
Het zou echter nog eenigen tijd duren voor zijn
nieuwsgierigheid bevredigd werd.
Precies een half uur later in den vallenden schemer
kwamen tien man uit de rij boschjes op de achter
zijde van 't kamp aanrijden. Van Oordt met zijn
scherp gehoor was de eerste die het geluid van hoeven
hoorde. In een oogwenk was hij over den aarden wal
en stond hij op den uitkijk.
Het Voorlichtingsbureau van den voedingsraad
deelt mede: Het is bij ons Nederlanders gebruike
lijk, dat wij van bloemkool alleen de „bloem" op
tafel zien verschijnen; de omhullende groene bla
deren beschouwen wij ten onrechte als afval.
De bladeren van bloemkool zijn minstens even
smakelijk als die van groene of boerenkool; bo
vendien bezitten ze een grooter gehalte aan vita
minen dan in de „bloem" voorkomt. Er is dus alle
reden om én het blanke binnenste én het omhul
lende groen van de bloemkool te gebruiken, zooals
dit trouwens in verschillende andere streken de ge
woonte is.
Hoe is dat nu mogelijk. Als er van de bloem
kool veel van het omhulsel bewaard is gebleven,
wordt dit bestemd als groente voor een tweeden
maaltijd; de bladeren worden gesneden en goed
fijn gesnipperd, met nerven en al, waarna ze met
een bodempje kGkend water opgezet en op een
zacht vuur gaar worden gemaakt ('/2 uur). Het
overtollige vocht wordt gebonden met een weinig
maizena of aardappelmeel, waarna door de groente
een klein stukje boter geroerd en er naar smaak
wat zout wordt bijgevoegd.
Heeft de groenteboer, om op zijn kaar ruimte te
winnen, reeds een gedeelte van het groen verwij
derd, dan is het restje toch nog wel de moeite
waard. Het wordt zeer fijn gehakt en/of gesneden
en bijwijze van peterselie gemengd met de bloem-
koolsaus, die daardoor niet alleen een aardige
groene kleur aanneemt, maar ook pittiger van
smaak en rijker aan vitaminen wordt.
In het bijzonder leenen de bloemkoolbladeren
zich ook voor het bereiden van een smakelijke soep.
Een gemakkelijk, eenvoudig recept daarvoor is het
volgende:
Groene bloemkoolsoep (4 personen
De buitenste groene bladen van een bloemkool,
1 groote aardappel, 50 gr. (1 theekopje) taptemelk-
poeder, 40 gr. (4 afgestreken eetlepels) bloem, 1
liter water, 10 gr. (y2 afgestreken eetlepel) boter,
wat zout, wat peper en nootmuskaat, een paar
takjes bieslook of een preitje.
Snipper de gewasschen bloemkoolbladeren met
de nerven fijn, snijd de gewasschen aardappel in
kleine blokjes en laat beide met een bodempje
v/ater (ongeveer 20 minuten) samen gaar en droog
koken. Roer er de droog dooreengemengde bloem
en melkpoeder door en verdun dan geleidelijk het
mengsel met water. Laat de soep nog even door
koken tot ze gelijkmatig gebonden is en maak ze
op smaak af met zout, nootmuskaat, peper en fijn
gesneden bieslook of prei.
AANZIENLIJK TEKORT OP NED-INDISCHE
BEGROOTINGc.
SJANGHAI, 7 Juni. (D.N.B.) Naar uit Batavia
gemeld wordt, vertoont de staatsbegrooting van Ned.-
Indië voor 1942 een aanzienlijk tekort, zonder dat tot
dusver maatregelen overwogen zijn om aan dit te
kort tegemoet te komen. Voor het loopende jaar, zoo
wordt verder gemeld, wordt een ongunstige ontwik
keling van den Ned.-Indischen buitenlandschen han
del in vergelijking met het vorige jaar verwacht. De
export wordt vooral belemmerd door het tekort aan
scheepsruimte.
SMOKKELBOOT OMGESLAGEN.
Een poging van smokkelaars om over de
Maas bij Grevenbicht op Nederlandsch gebied te
komen, is mislukt doordat het bootje midden op
de rivier omsloeg. Twee inzittenden konden zich
zwemmend redden, doch de derde een zekere
Houben uit Stockheim verdronk.
Verduistering is onze plicht,
Weer daarom uitstraling van
't licht.
VAN 9 OP 10 JUNI 1941
van 21.59 tot 5.18
Maan op 10 Juni onder 4.34
Maan op 10 Juni op 22.44
Wel van Oordt, zei Woudstra doodnuchter, toen
hij afsteeg. Dezen keer zou je de tien man politie-
troepen toch maar gemist hebben, hè?
Ja, ik moet eerlijk toegeven, erkende van Oordt
ruiterlijk, dat het zonder jullie tusschenkomst slecht
met ons zou zijn afgeloopen.
En hij drukte den politie-sergeant zóó ongewoon
hartelijk de hand, dat slechts 't gemeenschappelijk
doorgestane gevaar hiervan de verklaring kon zijn.
HOOFDSTUK XIX.
In de Gcoma-Vallei.
Reeds van even twaalf uur af dreunden de rotsachtige
wanden van het Gcoma-dal van verschillende soorten
artillerievuur; van de zware stem van de groot-
kaliberkanonnen en 't scherpe geknal van het lichtere
geschut, dat de meer vooruitgeschoven posten bij zich
hadden. In de dichte struiken had zich een aanzien
lijke vijandige strijdmacht verscholen en als niet het
granaatvuur een woordje meegesproken had, was het
zeer waarschijnlijk niet gelukt de kaffers uit hun
stellingen te verdrijven.
Van Duyven, pas op. waarschuwde luitenant
Elof van de militaire politie, en Albert had nog juist
tijd plat op den grond achter een steun te gaan liggen,
toen een kogel, afkomstig van een voorhistorisch ka
non, dat de artillerie van de kaffers moest voorstel
len door de lucht suisde. Maar voordat het kanon een
tweeden kogel had kunnen afschieten vuurden een
stuk of zes van luitenant Elofs mannen en viel de
bediener van het antieke stuk geschut neer.
Albert had zich niet als vrijwilliger opgegeven, maar
zich bij de troepen van de militaire politie gevoegd
als een soort „amateur-oorlogscorrespondent". En de
politie had last genoeg met hem. Altijd weer ging hij
er op zijn eigen houtje op uit; reeds verschillende
keeren had men hem als verloren beschouwd, maar
steeds was hij weer glimlachend teruggekomen met
een omstandig verhaal, hoe hij een wilde beslopen
en hem bijna gevangen had. Door dit herhaalde „bij
na" waren er meerderen, die aan de waarheid van
zijn verhalen twijfelden. Maar verder was hij bij de
manschappen van luitenant Elof zeer gezien. En
kwam het ook, dat de bevelvoerende officier gezegd
had:
(Wordt vervolgd)»