Oorlogsbalans van begin 1941 )e Voedings-Toestand van Zwitserland. D 0 N D E R D A G 12 JUNI 1941 Jtaliaansch vveermachtsbericht. Opfreden der Italiaansche artillerie aan het front van Tobroek. Britten lijden verliezen in de itreek van Goridar (Oost-Afrika) JlOME, 11 Juni (Stefani) Het 371ste com muniqué van het Italiaansche hoofdkwartier luidt: ..Aan het front van Tobroek in Noord-Afrika heeft onze artillerie het vijandelijk geschut met suc ces bestookt. Onze vliegtuigen hebben in den nacht van 9 op 10 Juni hun bomaanvallen op installaties, opslagplaatsen en stellingen in Tobroek voortgezet i branden en ontploffingen veroorzaakt. Duitsche toestellen hebben Mersa Matroeh aan gevallen. In den nacht van 9 op 10 Juni hebben Britsche vliegtuigen eenige plaatsen op het eiland Rhodus gebombardeerd. Bij gevechten aan het front van Celga in de «treek van Gondar (Oost-Afrika) hebben onze troe- jon den vijand gevoelige verliezen toegebracht". 0e Brinon over den strijd in Syrië. Engeland's bedoelingen duidelijk geworden. Het D.N.B. verneemt uit Parijs: Bij een receptie van de Amerikaansche pers te Parijs heeft de algemeene gevolmachtigde van de Fransche regeering in het bezette gebied, ambas sadeur De Brinon. de laatste berichten van het Svrische oorlogstooneel medegedeeld. 'Volgens deze berichten bieden de Fransche troe pen hevigen tegenstand. Zij hebben in verscheidene sectoren Engelsche ti-oepen en strijdkrachten van De Gaulle teruggeworpen. Dit dient als een zeer goed resultaat vgn de Fransche Levanttroepen gewaardeerd te worden, daar zij naar getal en wat het materiaal betreft, de minderheid zijn, zoo zeide de ambassadeur. De Brinon verklaarde nog eens dat de Franschen. waar en door wie zij ook zouden worden aange- valllen, onverschillig of het in Casablanca is of jn Dakar, energieken tegenstand zouden bieden. Hij was er van overtuigd dat de Franschen bij gelijke sterkte of geringe minderheid den aanvaller een zegevierenden tegenstand zouden kunnen bieden. Wie tot dusver nog geloof heeft willen schenken aan de Engelsche propaganda dat de Britten voor ideale doeleinden of voor de Syrische vrijheid strijden, dien zijn thans schellen van de oogen ge vallen, want Engeland zelf zegt dat het in Syrië alleen betere militaire stellingen zoekt en door een afleidende manoeuvre het gevaar van een aanval op Groot-Brittannië zou wïllen verschuiven. Met deze proclamatie is men werkelijk ver afgedwaald van het onderwerp: de vrijheid van Syrië. Antonescu te Miinclien. Bespreking met minister Von Ribbentrop. De leider van den Roemeenschen staat, gene ral Antonescu, is gistermiddag per vliegtuig te München aangekomen. Op het vliegveld werd hij welkom geheeten door minister von Ribbentrop. Na zijn aankomst in het hotel „Vier Jahre^- zeiten" heeft Antonescu een eerste bespreking gevoerd met Von Ribbentrop. Naar men verneemt verliep het gesprek in den geest van de hartelijke vriendschap, die beide landen verbindt. In aan sluiting gaf de rijksminister ter eere van den gast een diner, waaraan het gezelschap van den Roe meenschen staatsleider en talrijke prominente Duitsche persoonlijkheden uit.staat, partij èn weer-; macht-deelnamen. (D.N.B:) Kanaal van Bristol aangevallen. BERLIJN, 11 Juni (DNB) De haveninstallaties van Pembroke aan den ingang van het Kanaal van Bristol zijn, naar het DNB verneemt, in den afgeloopen nacht door een kleine groep Duitsche bommenwerpers aangevallen. Er werden drie groote en verscheidene kleine branden waarge nomen. Negen dagen lang werden de Duitsche troepen bij den aanval op Kreta door transportvliegtuigen met munitie en levensmiddelen verzorgd. Terwijl een deel der valschermjagers nog in de lucht zweeft, hebben de reeds gelande man schappen zich verzameld en zijn gereed voor den strijd. (Foto Orbis-Holland) De Duitsche successen te land, ter zee en in de lucht Amerikaansclie bedreigingen jegens Frankrijk. Beschouwing van drKarl Megerle. De diplomatieke redacteur van de „Berliner Börsenzeitung", dr. Karl Megerle, houdt zich in een hoofd artikel bezig met het vraagstuk dei- betrekkingen tusschen Frankrijk en de Vereen. Staten. In het licht der gebeurtenissen in Syrië, aldus schrijft hij, blijkt de ontwikkeling een nieuwe Amerikaansche bekentenis te zijn ten aanzien van de medeverantwoordelijkheid der Vereenigde Staten voor het ongeluk van Frankrijk. Voor het uitbreken van den oorlog waren de pogingen van Roosevelt, om Frankrijk af te houden van toena dering tot Duitschland, een symptoom. De Ver eenigde Staten wekten daarbij den indruk dat zij welwillend tegenover de belangen van Frankrijk stonden. Toen Frankrijk echter tegen de Duitsche troepen niet bestand was, lieten de Vereenigde Staten het eenvoudig - vallen. De diplomatieke betrekkingen werden niet in vollen omvang of op vriendschappelijken voet gehandhaafd. Even zeer is het onjuist dat men begrip zou hebben getoond voor de financieele, economische en voedselvraagstukken van Frankrijk. Na de ineen storting van Frankrijk werd het Fransche tegoed in de Vereenigde Staten geblokkeerd, de Britsche blokkade gesteund en de handel met Frankrijk jestaakt. Roosevelt zag zelfs de uithongering van irankrijk gevoelloos en cynisch toe. Van groot moedige hulp is dus in geen enkel opzicht sprake geweest. Met uitzondering van Engeland heeft geen staat de hand zoo dreigend naar Fransch bezit en fransche strategische punten uitgestrekt als Amerika, aldus vervolgt Mergerle. Wanneer het fransche koloniale bezit in West-Indië. Afrika Azië niet door Engeland bedreigd werd, dan *erd het bedreigd door de begeerigheid van Roose- felt, in wiens proclamatie de namen Dakar, Mar tinique enz. steeds weer voorkomen in een ver band dat niet aan twijfel onderhevig is. Washing ton heeft iederen Engelschen aanval op andere deelen van het Fransche rijk toegejuicht. De aan- val op Dakar geschiede met Amerikaansche Goedkeuring. In het conflict tusschen Thailand en jndo-China heeft men alles gedaan om een rege- !;ng te verhinderen en nergens is de voldoening over den Britschen rooftocht tegen Syrië grooter öan in het Witte Huis. Roosevelt gedraagt zich alsof het wapenstil- ztandsverdrag tusschen Duitschland en Frankrijk ?ok tusschen Frankrijk en de Vereenigde Staten 15 gesloten. Bij dat verdrag heeft Duitschland vol komen rekening gehouden met de belangen van frankrijk als koloniale mogendheid. Het heeft frankrijk de mogelijkheid gelaten z'n koloniale rijk militair te verdedigen. Daarom heeft Frankrijk niet aUeen het recht, maar ook den plicht met ge- *'6ld op te treden tegen de arglistige bedoeling Van Engeland zich van Syrië meester te maken. „Men gunt Frankrijk niet, zoo besluit Megerle hjn artikel, dat het van verder bloedvergieten jsgen Duitschland verschoond is gebleven. Presi dent Roosevelt wil Frankrijk terugkrijgen als aan knopingspunt voor zijn politiek van inmenging op "ét Europeesche vasteland. Van die politiek valt oenter niets meer te redden. Zij heeft het tegendeel bereikt van wat men voor oogen had en ook het ®yrische avontuur zal te zijner tijd een ernstige «ut in de rekening blijken. (D.N.B.). Het opperbevel der Duitsche Weermacht publiceert naar het D.N.B. meldt, een samenvattend overzicht van de oorlogssuccessen tegen Engeland in de eerste maanden van dit jaar. Hierin wordt o.a. verklaard: In de eerste maanden van het oorlogsjaar 1941 heeft de Duitsche. weermacht in den strijd tegen Engeland te land, ter zee en in de lucht nieuwe groote over winningen bevochten. Dé vóórnaamste taak van de vloot, de vernieling van de vijandelijke levensaders door den handelsoorlog, werd in ononderbroken aanval door onder- en bovenwaterstrijdkrachten vol bracht. Duikboöten vielen op den Atlantischen Oceaan van de kusten van Groot-Brittannië tot zelfs aan de Westkust van Afrika negentien convooien aan, dreven ze in een taaie achtervolging, die vaak verscheiden dagen duurde, uiteen en vernietigden ze ten deele op weinige schepen na. Daarbij werd het Britsche slag schip „Malaya", dat midden op den Atlantischen Oceaan een convooi probeerde te beveiligen, door tor- depotreffers zwaar beschadigd. In totaal werd in de eerste vier maanden vap dit jaar door onderzeeërs 9.78.00.0 b.r.t. door bovenwaterstrijdkrachten 493.000 fcr.r.t,, dus-tezamen -L47L000 b r.t, dooF- de marine tot zinken gebracht. Daarbij komen de aanzienlijke, in bijzonderheden nog niet te constateeren verliezen die de vijand door mijnen in afgelegen en nabije wateren heeft geleden. Voorts kon een alleszins groot aantal waardevolle prijzen door zeestrijdkrachten opDuit sche steunpunten afgeleverd worden., De marine heeft 71 vijandelijke vliegtuigen neerge schoten, waarvan 52 door marineartillerie te land en 19 door strijdkrachten .ter: zee: - - - Tegenover deze sucessen bedroegen de verliezen van de marine in deze periode een torpedoboot, drie duikbooten eh drie kleinere oorlogsvaartuigen. Niet minder succesvol is de luchtoorlog tegen de Britsche marine én koopvaardij geweest, bij aanval len overdag en 's 'nachts werden rondom Groot-Brit tannië en op den Atlantischen Oceaan acht Engelsche oorlogsschepen tot zinken gebrachten 24, waaronder twee kruisers eb acht torpedojagers, beschadigd. Bij- onvermoeide activiteit tegen convooien en af zonderlijk varende gewapende koopvaarders brachten gevechtsvliegtuigen, waaronder met grooten actie radius, en Stuka's in hetzelfde gebied 170 schepen van omstreeks 764.000 b.r.t. tot zinken. In totaal verloor Engeland van het begin van het jaar tot eind April op dit terfein van den strijd aan eigen of beschik bare scheepsruimte door gevechtshandelingen van de Duitsche marine en het luchtwapen 2.235,000 b. r.t., terwijl meer dan 1.200.000 b.r.t. werd beschadigd. Met de grootste hevigheid zette het luchtwapen daar naast den strijd tegen het Britsche eiland voort. Acht endertig in omvang steeds toenemende groote ver- geldingsaanvallen waren gericht op Engelsche ver- keerscentra, haven en industriegebieden. De hoofd stad Londen was het doel van dertig luchtaanvallen, waaronder twaalf groote vergeldingsaanvallen. Het zwaartepunt van de vergeldingsaanvallen van het luchtwapen lag op voogden oorlog belangrijke Brit sche havens met hun werkinstallaties. Dat haar pres tatievermogen hierdoor zeer sterk benadeeld werd, lijdt geen twijfel. Bijzonder hevig werden ook de sleutelposities van de Britsche oorlogsindustrie ge troffen. Deze industrie is daarmee in haar productie vermogen nog meer belemmerd. Een reeks succesvolle aanvallen op de uitgangspunten van het Britsche luchtwapen verminderde de trefkracht daarvan. Ook op deze plaats moet terwïlle van de histori sche waarheidopnieuw worden verklaard dat En geland begonnen is met de nachtelijke aanvallen op Duitsche steden en daardoor met het meestal zonder mikken uitwerpen van bommen op woonwijken, en wel ondanks alle waarschuwingen. Toch probeerdé het Duitsche luchtwapen zoolang mogelijk den vergel- dingsaanval op de Engelsche burgerbevolking te ver mijden tot het evenwel tenslotte gedwongen werd, daar de Engelsche vliegtuigen met steeds minder scrupules hun bommen uitwierpen nu ook zelf op deze wijze op te treden. Terwijl echter het Duitsche luchtwapen, afgezien van deze vergeldingsdaden, ook thans nog naar ver mogen streeft naar vermijding van eiken onnoodigen aanval op de Engelsche burgerbevolking, biedt de uit werking van de Britsche luchtaanvallen juist het tegenovergestelde beeld. Dientengevolge was ook de aangerichte militaire en oorlogs-economische schade zeer gering. Tevens echter steeg hét percentage bri santbommen dat het Britsche luchtwapen wierp op woonhuizen in Duitsche steden en voorts op zieken huizen, lazarets, kerken en kerkhoven. Hierdoor wordt bewezen dat Groot Brittannïë meent stelselmatig een terreuroorlog tegen de Duitsche burgerbevolking te kunnen voeren. De rechtmatigheid van de Duitsche vergeldingsdaden wordt hierdoor slechts bevestigd. Duitsche formaties jagers en afweergeschut weer den de aanvallen van den tegenstander op Duitsch gebied en op de bezette gebieden met toenemend succes af. Door Duitsche luchtdoelartillerie werden tot eind April 97 vijandelijke vliegtuigen omlaag gehaald. Het aantal der in luchtgevechten boven Groot-Brit tannië en het vasteland neergeschoten Britsche vlieg tuigen bedraagt 271. Voorts werden 73 Britsche vlieg tuigen op den grond vernield. In totaal verloor het Britsche luchtwapen alleen al op dit strijdtooneel tijdens de eerste vier maanden van dit jaar 441 vlieg tuigen. De verliezen van het Duitsche 'luchtwapen bedroegen nog lang geen vijftig procent hiervan. De Duitsche oorlogvoering ter zee en in de lucht tegen Engeland had er in genoemde periode bijzon der veel voordeel van dat Italië in de Middelland- sche Zee voortdurend sterke Britsche zee- en lucht strijdkrachten vast hield. Om de situatie in de Mid* dellandsche Zee te verlichten werd begin Januari voorloopig een Duitsch vliegercorps onder generaal- vlieger Geisker in beneden-Italië gedetacheerd. Ir samenwerking met Italiaansche vliegtuigformaties hield dit door aanvallen overdag en 's nachts het Engelsche steunpunt Malta onder de duim, berok kende den Britschen strijdkrachten ter zee de zwaar- stè verliezen, bracht een aanzienlijk aantal vijande lijke schepen tot zinken en bestreed met. groot succes de Britsche luchthavens ip Egypte en Cyrenaica. HET OPTREDEN VAN HET DUITSCHE AFRIKA-CORPS. Korten tijd later besloot de Führer, zoo vervolgt het rapport, het „Duitsche Afrika-corps" onder leiding tjan luitenant-generaal Rommel uit te zenden naar Noord-Afrika. Duitsche verkenners, die terstond na de ontscheping in actie kwamen, rukten 22 Februari tot een punt ten westen van El Agheila op. Nog voor generaal Rommel zijn strijdkrachten had geconcen treerd, bereidde hij zich op 24 Maart ten aanval voor. Reeds^p- 81 - Maart braken -pantsertroepen van dit corps door de Britsche stellingen ten oosten van El Agheila. Bij een rustelooze achtervolging van den tegenstander werden EI Agheila, Benghasi pn Bir Tengeder ingenomen. Een deel van de troepen zwenkte hier af naar het Noorden, noopte nog dpn- zelfden dag bij El Mechili een stérke vijandelijke groep tot den strijd en versloeg haar vernietigend. De tegenstander verloor hierbij behalve talrijke dooden en gewonden veel meer 'dan 2'000 gevangenen en groote hoeveelheid oorlogstuig. De overige strijd krachten namen zonder acht te slaan op hevige zand stormen en groote ravitailleeringsmoeilijkheden April de belangrijke kustplaats Derna in. Nog op 10 April bereikten Duitsche en Italiaansche troepen de omgeving van Tobroek, waar hun versche, sterke Britsche strijdkrachten tegemoet traden. Tobroek werd omsingeld, terwijl snelle strijdkrachten voorbij deze stad oprukten naar Bardia en dit 12 April in namen. .Den dag daarop viel de grensvesting Capuzzo den bondgenooten in handen en de Egyptische grens werd overschreden. Tegenaanvallen van den vijand wérden onder zware verliezen opgegeven. Evenzoo alle pogingen van den tegenstander om uit Tobroek te breken. In nauwelijks twee maanden, zoo vervolgt het rap port, heeft het "Duitsche Afrikacorps onder bijzonder moeilijke omstandigheden en onder zware gevechten tegen sterke Britsche strijdkrachten meer dan 1800 K.M. afgelegd en in een veldtocht van drie weken geheel Cyrenaica, met uitzondering van Tobroek, heroverd. Het Duitsche en het Italiaansche lucht wapen benevens de Italiaansche marine steunden de operaties te land door verkenning over groote gebie den en doeltreffend ingrijpen in den strijd, door stoutmoedige aanvallen op colonnes, schepen en ha vens benevens door het leggen van mijnen in het Suezkanaal. In deze gevechten werden tot eind April bij geringe eigen verliezen 72 vijandelijke vliegtuigen neergeschoten. De moeilijke taak van het transport over zee uit Italië naar Noord-Afrika werd onder escorte van Italiaansche zee-strijdkrachten snel en succesvol verricht. Dank zij de zelfopofferende' activiteit van deze strijdkrachten bleven de. verliezen van transport formaties bij dezen overtocht binnen zeer enge gren zen. De „sterkste vrouw ter wereld" NEW YORK. Kate Sandwina is thans 53 jaar oud, maar nog altijd is zij, ondanks haar grijze hairen, de „sterkste vrouw ter wereld". Zij bezit inderdaad een verbazing wekkende kracht, hetgeen zij iederen dag in vier voorstellingen bewijst. Zij vormt de at tractie van het circus der Ringling Brothers en als zij optredt is de bijval gewoonlijk grooter dan bij eenig ander nummer, hoe nieuw dit ook moge zijn- Viermaal per dag strekt Kate zich met. haar zware (200 pond), gespierde lichaam uit op een plank, waaruit 500 lange, scherpe spijkers steken. Zij haalt eens diep adem en dan dragen haar man en een helper een aanbeeld van 200 pond aan, dat op haar borst wordt gedeponeerd. Doch daar mede is het niet afgeloopen. Haar liefheb bende echtgenoot en zijn assistent grijpen ieder een tien pond zware hamer en begin nen met al hun kracht op het aanbeeld te beuken. Men zou. denken dat de vrouw nu •door de scherpe spijkers geheel verscheurd zou zijn. Maar zoo iets kan Kate niet over komen. Zij spant de spieren van haar rug. Eens, 12 jaar geleden, heeft zij niet opgelet. Zij ontspande haar spieren een weinig met het gevolg dat drie. spijkers haar .in het vleesch drongen. Zij moest een week .thuis blijven. Toen was zij weèr geheel in orde en sedert dien is zooiets niet meer voorgevallen. Kate is afkomstig uit een echte circus- familie. Zij werd in een kermiswagen ge boren. Toen zij twee jaar was, had haar vader haar reeds geleerd een«'. „handstand" op zijn uitgestrekte'arm te mèkén. Vleeschlooze dagen ingevoerd. Wat verder gerantsoe neerd is. Prijsstijgingen. Werkloosheid vrijwel ver dwenen. Bezorgdheid voor de toekomst. De Zwit- sersche vlag op de open zee. De „landbouwslag". (Van onzen correspondent). GENèVE, Wij hebben hier in Zwitserland den eersten vleeschloozen dag van dezen oorlogstijd beleefd. Iedereen Woensdag en Vrijdag is het gebruiken van vleesch zoowel in particuliere woningen als in hotels, restaurants en andere „collectieve huishoudens" vol strekt verboden zijn. Het .verbod betreft vleesch in den meest uitgebreiden zin van het woord. Niet slechts runder-, varkens-, schapen-, geiten- en paarden- leesch, in welken vorm ook, vallen onder het verbod, doch ook kippen en ander gevogelte, wild en konijnen zijn ons op vleeschlooze dagen ontzegd. Ook vleesch uit conservenblikjes zal op de vleeschlooze dagen verboden waar zijn. De Zwitsersche bevolking heeft de beslissing van het regeeringsbureau voor de oorlogsvoeding" over de invoering van twee vleeschlooze dagen per week in groote gemoedsrust aanvaard. De bewoners van dit land zijn zich bewust, in welke bevoorrrechte positie zij zich nog steeds bevinden, zoolang hier aardappelen. u—>od, eieren, groenten, kaas, melk, visch, vruchten, iederen dag nog in onbeperkte hoeveelheden ver- jgbaar zijn. De rantsoeneering van boter in Novem- en de invoering van vleeschlooze dagen thans mo- 1 de bevolking eraan herinnerd hebben, dat op den ar bij een lange voortzetting van den oorlog ook de bewoners van het neutrale Zwitserland aan ont beringen op het stuk der levensmiddelen, niet zullen kunnen ontsnappen. Voorloopig heeft men bij iedere nieuwe beperking van de vrijheid van het koopen en gebruiken van levensmiddelen zich nog kunnen troosten met een „Als het niet erger wordt, kunnen wij nog dankbaar zijn!" en de groote meerderheid der bevolking is dan ook zoo verstandig zich naar dit ge zegde te gedragen. De invoering van vleeschlooze dagen is noodig ge worden wegens de toenemende moeilijkheden om vee voeder uit het buitenland in te voeren. Zwitserland brengt ongeveer 60% van de normaal-benoodigde hoe veelheid veevoeder zelf op. Men moet thans er mede rekenen, dat de helft van den gewonen buitenland- schen invoer achterwege zal blijven. Er zal dan voor 20% van den thans nog bestaanden grooten veestapel (1.600.000 runderen en 800.000 varkens) geen veevoeder meer zijn. De regeering wil nu ook het vleeschgebruik met 20% verkleinen. Dit is van hygiënisch standpunt bezien allerminst bedenkelijk. Want de Zwitsersche bevolking gebruikte in de laatste jaren niet minder dan 43 kilogram vleesch per jaar en per hoofd der be volking. Een vermindering van het jparlijksche door- snede-verbruik tot 35 kilogram zal zeer goed mogelijk zijn zonder" gevaar voor onvoldoende vleeschvoeding. Geneeskundige deskundigen verzekeren, dat de volks gezondheid eerder gebaat dan geschaad zal worden door een vermindering van het vleeschgebruik en vermeerdering van het nuttigen van plantaardig voedsel. De regeering hoopt de vermindering van het vleesch gebruik met 20% te bereiken door de invoering van twee vleeschlooze dagen en door de vandaag eveneens in werking getreden verplichting voor restaurants enz. om voortaan per bezoeker per maaltijd niet méér dan één vleeschgerecht te leveren. Men zal voortaan in. de restaurants ook niet meer bij eenzelfden maaltijd zoo wel vleesch als visch kunnen verkrijgen. Leiden deze maatregelen niet tot de verwachte vermindering van het vleeschgebruik. dan zal bovendien iedere maand een geheele vleeschlooze week worden ingevoerd. Helpt ook dit middel nog niet genoeg, dan zal er wel iets anders overblijven dan ook hier tot de vleeschrantsoe- neering over te gaan. Heeft de regeering op deze wijze ernaar gestreefd, dat niet al te veel vleesch verbruikt zal worden, zij heeft anderzijds ervoor gezorgd, dat genoeg, vee op de markt té koop z.al zijn. Indien boeren uit. speculatie op prijsverhoogingen of uit andere 'onoirbarë overwe gingen hun vee van de markt zouden terughouden, zal het terstond kunnen worden onteigend en ter markt gebracht worden. De regeering heeft hiervoor de noo- dige volmachten aan het departement voor economi sche aangelegenheden verstrekt. Naast deze beperkingen van het vleeschgebruik hebben wij in Zwitserland natuurlijk nog steeds ter stond in het najaar van 1939 reeds verordende rant soeneering van suiker, rijst, deegwaren, peulvruchten, haverproducten, meel, spijsvet en tafelolie, terwijl sinds November 1940 de rantsoeneering van boter erbij gekomen is. Bovendien bestaat hier thanseen volstrekt verbod voor room en voor bepaalde spijzen, waarvoor veel boter of vet vereischt werd. Zoo is het bakken van visch en aardappelen in boter of vet ver boden. Naast de bons voor bovengenoemde levensmidde len bezitten wij hier thans kaarten voor den aan koop op bons van textielwaren, schoenen en zeep. Voor het overige is echter alles nog in onbeperkte mate in den handel verkrijgbaar. De prijzen der goederen die niet zonder uitdrukke lijke toestemming van het regeeringsbureau voor de oorlogseconnomie mogen verhoogd worden, gaan lang zaam doch zeker voortdurend in de hoogte. De alge meene kosten van levensonderhoud (levensmiddelen, woning, kleeding, verwarming, verlichting) waren einde April van dit jaar 23 pet. hooger daft einde Augustus 1939. De arbeiders hebben zich tot dusverre van een loonstrijd om aanpassing van hun loon aan de prijsstijgingen onthouden, doch dé stemmen wor den thans talrijker,, die erop aandringen, dat althans de meest noodzakelijke levensmiddelen, zooals aard appelen, brood en melk, voor hen, wier inkomsten een bepaald peil niet overschrijden, tegen een lageren dan den algemeen geldenden prijs te koop zullen zijn. De staat zou het verschil in prijs dan moeten bijpassen. Deze staatsuitgaven in het belang van de instandhou ding der volksgezondheid zouden dan op de post der buitengewone uitgaven voor de landsverdediging kun nen worden geboekt. De werkloosheid is nu in Zwitserland vrijwel ge heel verdwenen. Einde April waren er in het geheele land nog slechts 6500 personen bij de arbeidsbeurzen als werkloos aangemeld. Tot deze verdwijning der werkloosheid hebben verschillende omstandigheden medegewerkt: de nog steeds voortdurende mobilisatie van het Zwitsersche leger, de mogelijkheid werkloozen te verplichten tot landbouwarbeid of tot medewerking in de paramilitair arbcidsdetachementen aan de uitvoering van werken van militair belang en tenslotte de vooral verblijdende omstandigheid dat, ondanks het slinken der voorraden industrieele grondstoffen, industrieën die voor den uitvoer produceeren, tot dus ver toch nog op vrijwel volle kracht hebben kunnen blijven werken. Uit het bovenstaande zal men gezien hebben, dat de economische toestand van Zwitserland op dit oogen- blik nog steeds gunstig genoemd kan worden. Alge meen bestaat echter ernstige bezorgdheid voor de toekomst, indien de oorlog nog het volgende jaar zou moeten voortduren. Zwitserland heeft dringend den invoer uit het buitenland van zoowel levensmiddelen als industrieele grondstoffen noodig. Anders zal het land noch aan ontberingen op het stuk der voeding, noch aan ernstige werkloosheid door sluiting van tal van fabrieken kunnen ontkomen. De Zwitsersche president Wetter heeft verzekerd dat Zwitserland tot economische medewerking aan de nieuwe ordening van Europa en Afrika, onder lei ding van Berlijn en Rome. bereid zal zijn Toch blij ven zij ook nog levensmiddelen en grondstoffen uit de overzeesche staten betrekken. Voor dit doel heeft de Zwitsersche regeering reeds besloten tot de schep ping van een eigen Zwitsersche handelsvloot over te gaan. Voor het eerst in de wereldgeschiedenis beva ren thans schepen met de Zwitsersche vlag den Oceaan, om de Zwitserschen in- en uitvoerhandel naar de overzeesche gebieden in stand te houden. Het is echter zeer te betwijfelen of deze Zwitser sche schepen erin slagen zullen, voldoende^raan naar de haven van Genua te brengen, die de Italiaan sche regeering met groote welwillendheid voor het lossen en laden der Zwitsersche schepen beschik baar heeft gesteld. Daarom zijn de Zwitsers de vori- maand met groote energie aan den „landbouwslag" begonnen, die ten doel heeft dat de voor het ver bouwen van graan, aardappelen en groenten geschikte oppervlakte akkerland zoodanig uitgebreid wordt, dat Zwitserland, als het noodig mocht zijn, genoeg voed sel uit eigen bodem zal voortbrengen. Een hoofdamb tenaar, dr. Wahlen, heeft uitgerekend dat Zwitserland uit eigen kracht genoeg voedsel voor de geheele be volking zou voortbrengen, indien het akkerland een oppervlakte van 500.000 hectaren zou hebben. Bij het uitbreken van den oorlog in September 1939 waren nog slechts 185.000 hectaren voor den akkefbouw be stemd. In 1940 is dit cijfer tot ruim 250.000 gegroeid. De Zwitsersche regeering heeft in het begin van dit jaar een nieuwe vermeerdering van het akkerland met 50.000 hectaren voorgeschreven. Dank zij de medewerking van tal van bewoners van land en stad dit doel bereikt. Het eerste deel van den „land bouwslag" is gewonnen. Of het echter mogelijk zal zijn nog veel verder in dezen te gaan betwijfelt me nigeen. B. DE JONG VAN BEEK EN DONK. Langzamer tempo der gevechts handelingen in Syrië. Behalve bij Merdzja Ajoem werden de Britten overal teruggeslagen. VICHY, 11 Juni (DNB) Naar Ofi uit Beiroet meldt zijn de gevechtshandelingen gisteren geken merkt door een langzamer tempo der operaties. De vijand werd overal teruggeslagen, behalve bij Merdzja Ajoem. waar hij met steun van artillerie een aanval heeft ondernomen. De Britsche strijd krachten hebben tevergeefs getracht aan de Liba- neesche kust op te rukken ondanks het feit dat zij door Britsche schepen werden gesteund. „ALS HET KERMIS IS" Huizenhoog gaan de schommels en dc enthousiaste kermisgangers doen er nog een schepje op. (Foto Pax Holland) 0{,adio bxoqwntma VRIJDAG 13 JUNI 2941. HILVERSUM I, 415,5 M. 6.45 Gramoloonmuziek. 6.50 Ochtendgymnastiek. 7.00 Gramofoonmuziek. 7.45 Ochtendgymnastiek. 8.00 B. N. O. Nieuwsberichten. 8.15 Schriftlezing en Meditatie (voorbe reid door de Christ. Radio-Stichting). 8.25 Gewijde mu ziek (gr.pl.). 8 40 Gramofoonmuziek. 9.15—9.20 Voor de hulsvrouw. 10.40 Declamatie. 10.55 Gramofoonmuziek. 11.00 Het Sylvestre-trio. en gramofoonmuziek. 12.00 Gramofoon muziek. 12.15 Orgelspel. 12.40 Almanak. 12.45 B. N. O. Nieuws- en economische berichten. 1.00 De Romancers en gramofoonmuziek. 1.40 Gramofoonmuziek. 2.00 Het Utrechtsch Stedelijk Orkest, soliste en gramofoonmuziek. 4.00 Lezen ln den Bijbel (voorbereid door het Vrijz. Prot. Kerkcomité). 4.20 Het ensemble Jonny Kroon. 5.15 B. N. O. Nieuws-, economische en beursberichten. 5.30 Voor de jeugd, 5.45 Kamermuziek en gramofoonmuziek. 7.00 B. N. O. Vragen van den dag. 7.15 Voor de kleuters. 7.25 Gra mofoonmuziek. 7.30 Sport. 7.45 Gramofoonmuziek. 8.00 B. N. O. Nieuwsberichten. 8.15 Spiegel van den dag. 8.30 De Ramblers. 9.00 Fragmenten uit de operette „Frauen im TV-,™-™,,.. Metropol". 9.30 Berichten, Engelsch. 9.45 Gramofoonmu- .ÏSi ziek. 10.00-10.15 B. N. O. Engelsche uitzending: Economie groote troepenconcentraties waargenomen. In Dzjebel Droes is de toestand onveranderd. Onze vliegtuigen en artillerie hebben zeer doel treffend vijandelijke pantserwagens gebombardeerd. De vliegvelden van Nairab en Palmyra zijn door Britsche vliegtuigen zonder succes gebombardeerd. Admiraal Lütjens met de „Bismarck" ondergegaan. Admiraal Schniewind wordt zijn opvolger. Het D.N.B. meldt: De vlootvoogd admiraal Lütjens heeft bij den ondergang van het slagschip „Bismarck" den heldendood gevonden. Tot zijn opvolger heeft de Führer en opperbevelhebber der weermacht den chef van den staf der oorlog voering ter zee, admiraal Schniewind, benoemd. from Holland'. HILVERSUM n, 301.5 M. 6.45 Gramofoonmuziek. 6.50 Ochtendgymnastiek. 7.08 Gramofoonmuziek. 7.45 OchtendgymnasUek. 8.00 B. N. O. Nieuwsberichten. 8.15 Gramofoonmuziek. 11.00 Voor de kleuters. 11.20 Zang met pianobegeleiding en gramofoon muziek. 12.00 Berichten. 12.15 Klaas van Beeck en zijn orkest. 12.45 B. N. O. Nieuws- en economische berichten. 1.00 Bram Kwist en zijn mandolinisten. 1.30 Gramofoon muziek. 1.45 Het Amabile-sextet. 2.30 Gramofoonmuziek. 3.00 Vrouwenuitzending en gramofoonmuziek. 3.45 Gramo foonmuziek met toelichting. 4,30 Voor de jeugd. 5.00 Gra mofoonmuziek. 5.15 B. N. O. Nieuws-, economische en beursberichten. 5.30 Het Amusementsorkest en solist. 6.00 6.15 Boekbespreking (voorbereid door de Christ. Radio- Stichting). 6.45 Toeristische raadgevingen. 7.00 B. N. O. Economische vragen van den dag. 7.15 Gramofoonmuziek. 8.00 B. N. O. Nieuwsberichten. 8.15 Zang met pianobege leiding en planoduet. 9.00 Boekbespreking, 9.15 Gramo foonmuziek. 9.20 Orgelconcert. 9.55 Avondwijding (voois bereid door het Vrijz. Prot. Kerkcomité). 10.00 B. N. Q* Nieuwsberichten, sluiting.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1941 | | pagina 3