Voor Spuitgasten.
Eigenaardigheden
tBucyedifke Stand
Installatie A. W. van der Burgt.
Plechtigheid in de hal van het raadhuis.
HAARLEM Dinsdag.
Hedenmiddag heeft de installatie plaats gehad
van den heer A. W. van der Burgt als Commissaris
van Politie te Haarlem.
De plechtigheid had plaats in de groote hal van
het Raadhuis, die met palmen was getooid. Aanwe
zig waren behalve het Gemeentebestuur van Haar
lem de vertegenwoordiger van den Beauftragter
voor de Provincie Noord-Holland, de Commissaris
"der Provincie en vertegenwoordigers der Duitsche
en Nederlandsche overheid.
Voor deze gênoodigden alsmede voor het kader
van het Haarlemsche politiccorps waren zitplaatsen
gereserveerd. Daarachter stelden zich de Haarlem
sche politieagenten op.
Nadat de nieuwbenoemde Commissaris was bin
nengeleid hield de Burgemeester-Regeeringscom-
missaris voor Haarlem, de heer S. L. A. Plekker, de
volgende rede:
Herr Leutnant Boldt, Vertegenwoordiger van den
Beauftragter voor de Provincie Noordholland,
Mijnheer de Commissaris der Provincie Noordhol
land, en overige vertegenwoordigers der Duitsche
en der Nederlandsche Overheid en Mijnheer de
Commissaris van Politie:
Twee wereldbeschouwingen botsen, twee verel-
den stooten opeen. Steeds scherper omlijnd worden
de toestanden, steeds feller wordt de strijd en
neemt toe in uitgebreidheid, de oorlog wordt steeds
omvangrijker. De wereldbeschouwingen belichaamd
in het vólksleven der verschillende volkeren, wor
stelen en kampen met elkaar. Zii nemen in steeds
grooteren omvang, hun toevlucht tot het laatste
middel, een middel even tragisch als noodzakelijk:
de kracht van de wapenen.
En het is in dezen tijd, waar overal ter wereld de
geweldige oorlogsmachine in het werk is gesteld,
waarin in vele werelddeelen, zoowel door de heete,
stoffige zandwoestijnen, als over besneeuwde berg
toppen en ijsvlakten de colonnes oprukken der
strijdende partijen, oprukken in onoverzienbare
rijen, het is in dezen tijd mijnheer de Commissaris
van Politie, dat gij geroepen wordt om hier in
Haarlem de gaven van Uw hoofd en van Uw hart
in dienst te stellen van de Haarlemsche gemeen
schap.
Gezien in het licht van de tijdsomstandigheden,
die ik zoo even kortelings heb omschreven, lijkt dit
feit onbelangrijk. Van nature is de mensch ge
neigd zich te versapen aan groote dingen. Alles wat
kolossaal is trekt zijn belangstelling. Hij beseft
echter te weinig, dat al het groote is opgebouwd
uit het kleine, en dat wanneer het kléine wordt ver
onachtzaamd. het groote nooit worden zal.
Zoo ooit, dan geldt ook hier, dat een keten niet
sterker is dan haar zwakste schakel. In dit .licht
mijnheer de Commissaris van Politie wil ik uw be
noeming zien, en zóó gezien toont zij de belangrijk
heid die zij in feite bezit.
Niet alleen gij en ik zijn overtuigd van de nood
zaak van een nieuw herstel, maar velen van allen
die hier tezamen, en die buiten deze ruimte hun
dagelijksch leven vervolgen. En toch, velen onzer
begrijpen elkaar nog zoo slecht. Wij spreken e^n
taal, die slechts in eigen lering wordt verstaan,
evenwel zijn wij zooveel dichter bijeen dan de
meesten wel denken. Helaas is daar echter de
fantasie, de opgewondenheid, die in tijden als
deze de koele verstandige vaderlandsliefde, de oude
goudeneeuwsche bezonnenheid terzijde stelt.
Maar krachtens hetgeen God in zijn schepping
heeft neergelegd, hooren wij bij elkaar, juist in
uren van rumoer en moeilijkheden. Het is daarom
Mijnheer de Commissaris van Politie, dat ik de
autoriteiten met aandrang' verzocht heb U te willen
benoemen, en voor de inwilliging van dit verzoek
ben ik hen zeer dankbaar. Bekend met Uwe kwa
liteiten als politieman, maar ook als mensch van
den nieuwen tijd, was ik er zeker van, dat -gij niet
alleen storing van de openbare orde zult we
ten te voorkomen, maar dat gij door Uw persoon
lijkheid de burgers tot elkaar zult weten te brengen,
dat gij hun zult leeren respect voor elkaar te heb
ben, hoe ook hun opvattingen schijnbaar nog mo
gen verschillen. Het zijn dezelfde superieure
eigenschappen, die U in staat zullen stellen in die
kleine polïtie-gemeenschap, die gij meer direct
onder Uwe hoede zult nemen, een groote plaats te
veroveren in het hart van ieder Uwer mannen.
Want teveel is wellicht vergeten, dat een echte
mannelijke kameraadschap voorwaarde is voor het
functioneeren van een gedurige plichtsbetrachting.
Hard en streng zult gij zijn, ik weet het, daar waar
de onwil de sfeer verduistert, maar overigens zult
gij werken met de onverdroten ijver, die de waar
achtige liefde kenmerkt, en h.et heil nastreven
voor ieder Uwer goedwillende mannen.
Zoo werkend in deze kleine gesloten politie-,
eenheid, zult gij, mijnheer de Commissaris van
Politie, dit corps maken tot een lichtend voorbeeld
voor allen, die aan de hoede van dat corps worden
toevertrouwd. De orde en discipline, het onuitput
telijke geduld, de voorkomende bejegening, zij
allen zullen de weldaden zijn, die Uw mannen de
bevolking zullen toedeelen. Niet de gummistok,
maar het groote hart, dat zal het symbool worden
van het prachtige ambt van politieman.
Ik weet dat in het bijzonder zij onder hen die
aanwezig zijn, en met wien gij in min,of meerdere
mate het dagelijksche contact zult onderhouden
op U zullen kunnen bouwen. Zoo zult ook gij op
mij kunnen bouwen en, ik twijfel er niet aan, ook
op hen. God zegehe Uw 'werk. Moge hét strekken
tot heil van onze geliefde stad Haarlem.
En hiermede installeer ik U tot Commissaris van
Politie der gemeente Haarlem.
Op deze rede antwoordde de heer v. d. Burgt
als volgt:
Had het afscheid van het mij geliefd geworden
politiecorps van Arnhem plaats in de intieme sfeer
van de eigen omgeving, hier in Haarlem sta ik op
het punt het mij opgedragen ambt van Commissa
ris van Politie te aanvaarderï in een statige oud-
vaderlandsche zaal te midden van vele mij onbe
kende autoriteiten en ambtenaren en belangstellen
den.
Laat mij allereerst mogen beginnen met u, mijn
heer de Burgemeester en Regeeringscommissaris te
Haarlem, te danken voor de groote aandacht, die u
aan niijn ambtsaanvaarding wel hebt willen schen
ken en voor de rede, welke u te mijner installatie
hebt gehouden.
Ik zie hierin het streven uwerzijds mü zoo snel
mogelijk op de prettigste wijze met mijn nieuwe
omgeving in kennis te brengen, een streven, waar
voor ik u zeer erkentelijk ben. Van harte hoop ik,
dat er tusschen u en mij een goede ambtelijke sa
menwerking zal mogen komen.
Dat u, mijnheer de Commissaris van de Provincie,
hier hebt willen verschijnen, terwijl tevens een ver
tegenwoordiging van de Rechterlijke Macht aan
wezig is, verplicht mij tot de verzekering, dat ik
alles zal doen om een prettige en vlotte medewer
king te bevorderen.
Hoofden van Politie van omliggende gemeenten,
die door htm verschijning hier van hun belapgstel-
ling blijk geven, u kunt ervan overtuigd zijn, dat
een prettige onderlinge verstandhouding door mij
zeer zal worden gewaardeerd en ik moge op weder-
zijdsche hulp en steun een beroep doen.
Alle andere, hoofdambtenaren en personen hier
aanwezig waarmede mijn ambt mij in aanraking
brengt, zeg ik bij voorbaat, waar nuttig en noodig.
medewerking toe en ik doe een beroep op uw steun
en vertrouwen.
De vertegenwoordiging van het wapen der Mare-
-Ohaussee heb ik met groot genoegen opgemerkt. Het
is mij in de vele jaren van mijn ambtelijke bezig
heid bij de gemeente-politie steeds een genoegen
geweest naast de Marechaussee aan de verzekering
van orde, rust en veiligheid der bevolking in de
beste verstandhouding te mogen medewerken, en
het zal mij een vreugde zijn, indien zich hier weder
om een kameraadschappelijke verhouding mocht
ontwikkelen.
Ihre Anwesenheit meine Herrn Vertreter des
Beauftragten des Reichskommissars für die besetzten
niederlandische Gebiete und der deutschen Polizei
freut mich. Ich betrachte gute Zusammenarbeit
zwischen die deutsche und hollandische Autori
t-aten als ausserst wichtig im Interesse der nieder-
landischen Bevölkerung.
Is in normale tijden de politie-taak reeds om
vangrijk en meermalen niet gemakkelijk, het aan
vaarden van de leiding over een politie-corps in
een nieuwe grootere gemeente in een tijd, als
waarin wij thans leven, is moeilijk. Te moeilijker
omdat naast de normale verzorging van de politie-1
taak, zich tal van nieuwe factoren in de samen
leving doen gelden, waarmede de politie als van
zelf in onmiddellijke aanraking komt en haar stel",
voor nieuwe problemen.
Doch hoe zwaarder de taak des te grooter zaï
ook de voldoening kunnen zijn, indien zou mogen
blijken, dat ik als Commissaris van Politie dezer
stad, het vertrouwen der geheele bevolking en de
vriendschap in achting van het politie-corps zou
mogen verwerven. Dat dit niet zoo eenvoudig is.
daarvan ben ik mij bewust, doch ik treed de ge
meente en haar politie-corps, welke ik niet heb
gezocht, met eerlijkheid' en bewust van mijn
verplichtingen en verantwoordelijkheden tegemoet
en ik stel mijn werkkracht geheel ter beschikking.
Met geduld en begrip, doch waar noodig met
kracht,, neem ik mij voor de openbare orde en rust
te verzekeren. Zal ik hierin eenigermate kunnen
slagen, dan heb ik daarbij de onmisbare steun van
het geheele politiecorps noodig.
Het doet mij genoegen, dat zooveel leden van de
Haarlemsche politie hier tegenwoordig zijn. Het
toetreden toch van een nieuwe chef tot het corps is
voor beide een belangrijk oogenblïk. Laat ik u, de
leden van het Haarlemsche politie-corps, moge me-
dedeelen, dat ik geen gemakkelijke chef ben, in dien
zin dat ik hooge eischen stel aan het gedrag, de
houding en de dienstöpvattingen van het geheele
personeel van hoog tot laag- De dienst gaat bij mij
voor alles. Verantwoordelijkheidsgevoel van de
hooger geplaatsten en voorbeeld door toewijding en
leiding aan de lagere ambtenaren is onafwijsbaar
noodzakelijk. Ik hoop' hier gezonde verhoudingen
aan te treffen, eerbied voor elkanders werk en op
vattingen. Politiek hoort aan het politie-bureau niei
thuis. Evenmin als negatie of achteruitstelling van
wien ook. Respect gevoelen voor dien politie
ambtenaar, die zich geheel inzet voor zijn werk.
Minachting koester ik voor achterklap en voor het
stelsel van „Dek je op je voorman". In het openbaar
behoort de politie door houding en optreden de eer
bied van de bevolking te winnen. Beleefdheid en
hulpvaardigheid sieren de politie-mannen, .kleinzie
ligheid en vitterij maken het leven van de burgers
onaangenaam. Wat ik voor alles vraag is ijver en
opgewektheid. Wanneer de omstandigheden ook in
het persoonlijk leven der ambtenaren dit noodza
kelijk mochten maken, zal het door mij gewaar
deerd wordén" indien een beroep op mijn hulp en
steun zou worden gedaan. Bij behoorlijk en verant
woord optreden stel ik mij voor u allen verantwoor
delijk. Het politie-werk kan inderdaad tot een ge
noegen worden ondanks de vele moeilijkheden en
bezwaren, indien er een goede, vertrouwelijke doch
gedisciplineerde geest heerscht.
Reeds Goethe zeide, dat het in 's menschen aard
ligt, het oude te beminnen. Ik hoop, dat het U niet
al te moeilijk zal vallen zich aan de nieuwe leiding
aan te passen en. te gewennen. En ik hoop in dit
corps, gelijk de waarnemend Inspecteur-Generaal
der Nederlandsche poUtie het in zijn opdracht tot
vorming van den Kameraadschapsbond der Neder
landsche Politie heeft uitgedrukt, te kunnen bevor
deren ware kameraadschap in volle vrijwillige en
onbaatzuchtige overgave aan de superieuren en het
volk. Indien wij tezamen daarin mochten slagen,
dan zouden wij het gevoel mogen hebben voor de
gemeenschap goed en nuttig werk te hebben ge
daan. Daartoe, leden van het Haarlemsch politie
corps, roep ik uw hulp en medewerking in. Ik heb
gezegd.
De schoonheid van eigen land.
's-GRAVENHAGE, 23 Juni. Dezer dagen heeft het,
A.N.P. een onderhoud gehad met den heer H. J. Leu-
pen, leider van het bureau reizen, vreemdelingenver
keer en toerisme van het departement van volksvoor
lichting en kunsten. Het A.N.P. heeft den heer Leupen
o.a. de vraag voorgelegd, hoe hij dacht over de aspecten
van het vreemdelingenverkeer in Nederland, zooals zich
dat dezen zomer, nu geen bezoekers uit het buitenland
te verwachten zijn, laat aanzien. De heer Leupen stelde
op den voorgrond dat ongetwijfeld zeer veel menschen
de behoefte zullen hebben er op uit te trekken. Wel
zijn er natuurlijk aan vacantiereizen in het land be
zwaren verbonden, in verband met de levensmiddelen
voorziening bijv., en ook met het oog op de reisgelegen-
héden, die minder frequent zijn dan wij dit in ons land
gewend waren. Maar toch is het nog zeer goed mogelijk
van de vrije dagen naar hartelust te genieten. En
wat een gelukkig verschijnsel zal blijken te zijn, aldus
de heer Leupen, is, dat de Neder! and er nu wel'gedwon-
gen wordt zijn eigen land dat zoo oneindig véél schoons
biedt, op een rustige manier goed te leeren kennen.
Het typische volkseigen, de markante Nederlandsche
stadjes en dorpen, de'schoonheid van vele bijna verge
ten oorden, zullen thans hoop ik, aldus deze zegsman
ten departemente, Nederland's gemeengoed worden De
bewoners van de "groote steden zullen meer dan voor
heen kennis maken met de treffende schoonheid van
onze oude stadjes aan de Zuiderzee, met de pittoreske
dorpjes op de Veluwe, met het schilderachtige heuvel
land van Zuid-Limburg, met de donkere schoonheid van
het Brabantsche land en. met zooveel dat herinnert aan
ons grootsch historisch verleden en dat helaas voor
zoovel en. tot nu toe een gesloten boek met zeven zegels
is gebleven, omdat zij toch altijd een Matterhorn. de
Italiaansche meren,, of het Schwarzwald veel en veel
mooier vonden dan ons eigen land en omdat men altijd
liever vertelde, dat men ver weg was geweest dan dat
men later moest verhalen over de bezonken schoonheid
van een verborgen dorpje in ons eigen vaderland.
„Ik wil daar natuurlijk niet mee zeggen", aldus de
heer Leupen, „dat het niet zeer goed en zeer nuttig is
het buitenland te bezoeken wanneer dat mogelijk is,
maar ik breng deze zijde van het toerisme slechts
naar voren om te laten zien, hoeveel schoons ons eigen
vaderland biedt.
Daaraan is nog een voordeel verbonden: de Neder
lander leert agrarisch Nederland kennen. Hij zal begrip
krijgen voor het leven en het werken van .den boer en
omgekeerd zal de boer de Nederlandsche steden be
zoeken en den stadsbewoner in zijn jachtigen strijd om
het bestaan beter leeren begrijpen. De jeugd gaat reeds
thans naar het platteland, maar laten oqk de ouderen
ons Nederlandsche „boerenland" eens beter leeren
kennen. Hel; ls van zoo onzegbaar veel belang, dat ons
volk in al zijn geledingen elkaar leert begrijpen,
waardeeren en verstaan.
Wat het reizen zelf betreft, zou ik den raad willen
geven, „geen getrek op ongelimiteerde wijze". Dat
zou maar narigheid geven, met bonnen enz. En bo
vendien zijn schoenen en fietsbanden tegenwoordig
•kostbare artikelen die ontzien moeten worden. Laat
men eens leeren rustig te genieten, zoodat de va-
cantie een echte rustperiode is, waarin men wer
kelijk nieuwe indrukken opdoet die van waarde zijn
wanneer het leven en het werk weer roepen. En laat
het niet zoo zijn dat men terugkomt met een serie on-
gefixeerde beelden die in korten tijd verbleken om
dan te verdwijnen in het niet.
Er wordt in deze richting reeds veel gedaan, o.a.
door Vreugde en Arbeid", de werkgemeenschap van
het N.V.V., die het zeer goede standpunt inneemt dat
ieder mensch in staat moet worden gesteld zijn
eigen land, zijn vaderland te leeren kennen en te
leeren liefhebben. Het begrip vaderland zal dan een
diepe beteekenis krijgen en niet langer zijn een klank
een woord zonder inhoud, wat het nog maar al te dik
wijls is omdat men bodem en meijschen zoo slecht
.kent."
Het A.N.P. heeft nog even over de kampeerders
gesproken en de heer Leupen verzekerde dat in de
toekomst het kampeeren overheildszorg zal worden.
De .kampeerders zijn voor het vreemdelingenverkeer,
d.w.z. voor den financieelen kant van het vreemde
lingen verkeer geen „groote klanten" maar zij bezit
ten in de meeste gevallen een eerlijke liefde voor
ons land. Zij houden van natuurschoon en weten met
weinig geld veel te genieten.
Ook het verfraaien van het landschap in het alge
meen, d.w.z. het bebouwde en bewoonde gedeelte, zal
tot overheidszorg worden gemaakt. Daarin zal ook
het bureau voor het nationale plan een belangrijke
rol spelen.
„Zooals ik zei", aldus eindigde de heer Leupen,
„willen wij als de tijd weer normaal is het bezoek
aan het buitenland zeer zeker niet tegengaan, maar
moge dan de Nederlander in het buitenland ook ge
tuigen van zijn liefde voor eigen land, waarvan hij
de schoonhèid in deze in het binnenland doorge
brachte vacantie, heeft leeren kennen. Dit immers
was niet steeds het geval."
STRAATPREDIKING.
Hedenavond (Dinsdag) is er een straatprediking
van 8.159 uur, uitgaande van de Gereformeerde
Evangelisatie en wel op het Spaarnhovenplein in
Haarlem (Noord). Spreker is de heer A. J. Gier urn-
Medewerking wordt verleend door het Evangeli
satie-zangkoor Haarlem-Noord.
't Is niet om erg op te roemen.
Want mijn tuintje is maar klein.
Maar daarin staan vrij wat bloemen
En die bloeien nu zoo fijn.
In mijn tuintje staan ook struiken,
Ook daar komen bloemen aan
Die zoo heerlijk kunnen ruiken
Als ze eenmaal bloeien gaan.
Er staat zelfs nog meer te groeien,
Een zeer algemeen gewas.
Waar ook bloempjes tusschen bloeien,
Een der gramineaegras
En dit al kan geurig, fleurig
En zoo keurig kleurig zijn,
Maar 't wordt treurig sikkeneurig
In tè -feilen zonneschijn.
Al mijn bloemetjes gaan hangen
Door een zon zoo gloeiend heet,
Dorsten zii in stil verlangen
Naar een spuitwaterdiëet.
Als ik nu dus kijk naar buiten
Moet 'k al gauw naar buiten toe
Voor de werpsport: tuintje spuiten,
En dat vind ik naar gedoe.
Als het u soms wei mocht lijken
Nou, daar kan wat aan gedaan,
Komt u eens een avond kijken,
'k Bied u spuitgastvrijheid aan.
P. GASUS
L. van der Wilk zeventig jaar.
Oud-directeur der Haarlemsche
Schoolvereeniging.
L. van der Wilk.
(Foto H. Sanders).
De heer L. van der Wilk, oud-directeur van de Haar
lemsche Schoolvereeniging, wordt heden zeventig jaar
en naar aanleiding van dit feit heeft een oud-leerling
eenige herinneringen aan zijn schooltijd neergepend, die
wij hieronder laten volgen:
Het is een stille avond, geen ritseling van bladeren
boven mijn hoofd, geen rimpeling in 't water voor mij.
De natuur ligt. te droomen in zoelte en schemering en
langzaam, meer dan vijf en twintig jaren, dwalen mijn
gedachten terug. Dat is een jongemenschenleeftijd.
Maar al wat in die veelbewogen jaren gebeurd is, ver
zinkt in 't niet en 't is plotseling of ik het verleden zoo
de hand kan reiken.
Ik ben weer in het gezellige lokaal van het school
gebouw in de Jacobijnestraat. Wij zitten muisstil, want
meneer van der Wilk reciteert. Plechtig en sterk klin
ken de schoone volzinnen uit den Gijsbrecht en wij
luisteren in gespannen aandacht
Voordragen, vertellen en voorlezen, dat kon Van der
Wilk voortreffelijk. Hij wist zijn leerlingen te boeien en
hij verstond .de kunst zijn taalgevoeligheid, zijn fijne
kunstzin en muzikaliteit op hen over te planten.
Hij koesterde een onverzoenlijken haat tegen wat hij
noemde „de sehooldreun" Hij leerde ons hoe wij kleur
en poëzie in de voordracht konden brengen. Voor de
muziek trokken we een paar maal in de week naar het
gymnastieklokaal. Daar ging hij aan de piano zitten,
wij schaarden ons in een halven kring om hem heen en
dan daverde de zaal van de frissche Vaderlandsche
liedjes als „Wakk're. jongens Holland's trots" en „Het
lied. van den stormwind". Hoogtepunten van 't jaar
waren vooral zijn verjaardag, de dag van het kersen-
feest en vooral de dagen van de tentoonstelling. Want
onder de uitnemende leiding van mej. Fleck maakten
we rietwerk, voorwerpen van karton, een paar malen
een poppenhuis, een reliëf in klei van 't eiland Java en
eens in 1913. een prachtig gedenkboek. Aan 't eind van
ieder jaar werden die werkstukken geëxposeerd en dat
waren gebeurtenissen, waar ik nog met innig plezier
aan terugdenk.
Dit alles wil echter geenszins zeggen dat onze school
jaren gemakkelijk geweest zijn. Wij hebben hard moe
ten blokken, want Van der Wilk was veeleischend voor
zichzelf, maar ook voor zijn leerlingen. Hij heeft ons
echter meer geleerd dan talen, rekenen en schrijven,
want hij gaf ons vóór alles les in levenskunst en hij
leerde ons hoofd en handen gebruiken! En daar kun je
mee door 't leven. Ongeveer twaalf jaar geleden legde
Van der Wilk zijn directeurschap neer. Hij vertrok naar
Indië, maakte vele studiereizen door den Archipel en
vestigde zich ten slotte op Bali. In Indië heeft hij een
schat van folkloristische gegevens verzameld en prach
tige foto's gemaakt, die hij thans bezig is te ordenen.
Ongetwijfeld zal de heer Van der Wilk, die thans in
Zandvoort, woont, heden ondervinden, dat zijn leer
lingen hem ondanks zijn lange afwezigheid, niet ver
geten hebben.
HET JOURNALISTENKAMP.
Het ANP meldt uit Vaassen dat het tweede van
de serie journalistenkampen, welke op het kasteel
„De Cannenburgh" georganiseerd zijn op initiatief
van den Raad van voorlichting der Nederlandschp
pers, Zaterdagavond geopend is.
De heer A. Meyer-Schwencke, plaatsvervangend-
president van dezen raad, sprak een welkomst
woord, waarbij de betoogde dat het doel van het
kamp is het belang van het Nederlandsche volk te
dienen.
Drs. W. Goedhuys, die belast is met organisatie
van het cultureele gedeelte van het programma
voor dit kamp, wees er op dat het eerste kamp uit
stekend geslaagd is, hij hoopte dat ook dit tweede
kamp aan de verwachtingen beantwoorden zal.
FRONT VAN NERING EN AMBACHT.
Wij ontvangen een communiqué waarin wordt
medegedeeld dat de kappersgroep van het Front van
Nering en Ambacht dezer dagen een vergadering
hield in „Dreefzicht" 'te Haarlem. Als spreker
trad op de heer Scholte uit Den Haag, die de sa
neering in het bedrijf besprak en daarbij de ver
houdingen tusschen de verschillende kappersorga
nisaties en den Néderlandschen Kappersbond in het
licht stelde. Volgens het communiqué heeft de heer
Scholte gezegd dat de Ned. Kappersbond een
redelijke saneering van het bedrijf sa
boteert. De heer Huis, secretaris en tevens voorzit
ter van den bedrijfsraad van den Ned. Kappers
bond alsmede de heer Leeuwis, voorzitter van den
Algemeenen Bediendenbond, bemoeilijken, vol
gens spreker, de saneering in de eerste plaats.
Na de pauze was er gelegenheid tot het stellen
van vragen.
Luistervergunniiigen.
Wie hun aangifte moeten herhalen.
's-GRAVENHAGE, 24 Juni. De luistervergun
ningen aan hen die een aangifteformulier hebben
ingezonden, zijn thans alle verzonden.
Houders van een radio-ontvangtoestel die vóór
medio Mei j.l. daarvan aangifte hebben gedaan
en nog geen luistervergunning hebben ontvangen,
moeten opnieuw een. aangifteformulier inzenden.
Op de keerzijde daarvan moet de aanwijzing
„Herhaalde aangifte" worden gesteld.
De aangifteformulieren, welke kosteloos aan alle
postinrlchtingen verkrijgbaar zijn, moeten na in
vulling en onderteekening aldaar worden inge
leverd.
Oscar Mendlik 70 jaar.
De kunstschilder Oscar Mendlik te Aerdenhout
die Maandag zijn TOsten verjaardag vierde, mocht
ook 's middags tijdens de receptie veel bewijzen van
belangstelling ontvangen. Jhr. F. Teding van Berk
hout overhandigde den jubilaris namens 200 vrien
den uit Hongarije en Nederland een -album Ami-
corum. Het bestuur van het Genootschap „Kunst zij
ons Doel" zond een bloemenhulde en kwam ook
persoonlijk complimenteeren. Verder werden geluk-
wenschen aangeboden door de directie van Teylers
Stichting, den directeur van het Teylers Museum
en den directeur van het Frans Hals Museum. Onge
veer 150 personen kwamen den jarige de hand
drukken. De burgemeester van Bloemendaal zond
een schriftelijke felicitatie.
Duitsche pers over de aelic tegen
de Sovjet-Unie.
Duitsch-Russische pact als camouflage der
Sovjets.
BERLIJN, 24 Juni. (DNB) De pers houdt
zich heden uitvoerig bezig met de redenen welke
tot het besluit geleid hebben om tegen de Sovjet
Unie op te treden.
In de „Yölkischer Beobachten" geeft rijkslei
der Rosenberg een historisch overzicht van het
Sovjet-verraad. Hij schrijft dat de regeerders
in het Kremlin met de onderteekening van het
Duitsch-Sovjet pact slechts een anderen beter
gecamoufleerden weg naar de wereldrevolutie heb
ben betreden. In de vertraging van den oorlog, met
voortdurende verzwakking niet alleen van Duitsch-
land, maar ook van Engeland en alle andere staten,
he,eft de Sovjet Unie haar groote kans gezien. Vol
gens Sovjet-ervaring zijn n.l. alleen sterk verzwakte
volken rijp voor de bolsjewiseering. Thans heeft
het uur van wereldhistorische beteekenis in het
Oosten geslagen, Duitschland heeft de taak op zich
genomen het bolsjewistische denkbeeld omver te
werpen en de historische vraagstukken van dit
reusachtige gebied op te lossen.
De „Berliner Börsenzeitung" vermeldt nogmaals
het Duitsch-Sovjet pact en schrijft: „Men kon
toen met de mogelijkheid dat Moskou het eerlijk
meende des te meer rekening houden, aangezien
de samenwerking met het Groot-Duitsche econo
mische gebied aan de Sovjet Unie een constante en
van cfisis bevrijde economische ontwikkeling be
loofde. Thans echter weten wij dat Moskou naar
andere doelen streefde. Het had nooit de eerlijke
bedoeling tot overleg, doch enkel en alleen het
voornemen zich een alibi te verschaffen, tot den
dag, waarop het Duitschland den dolk in den rug
kon stooten. De Sovjet-regeerders handelden dus
streng in den geest van den richtsnoer van Lenin,
volgens welke ook met „kapitalistische landen" ver
dragen kunnen worden gesloten; wanneer daardoor
de mogelijkheid geschapen wordt den tegenstan
der onschadelijk te maken.
De „Berliner Nachtausgabe" spreekt van een
„Linie New York-Londen-Moskou, die steeds het
front van den strijd der Joden tegen het natïonaal-
socialisme heeft gevormd". Duitschland, zoo schrijft
het blad verder, is met de gansche kracht van Europa
en met zeer ver gaande toestemming ook van de
Europeanen, die tot dusver deii grootsten prijs stel
den op hun neutraliteit, in den aanval tegen deze
linie. Men vergisse zich niet. Er wordt niet alleen een
oorlog gevoerd tegen de Sovjet-Unie en het bolsje
wisme, want wie tegen de Sovjet oprukt, rukt op te
gen Engeland. Met den kruistocht tegen het bolsje
wisme wordt het laatste wapen der verdediging der
plutocratie op het vasteland vernield.
DE „DIPLO" OVER DE SAMENWERKING
LONDEN-MOSKOU.
De „Deutsche Diplomatisch Politïsche Korrespon-
denz" bespreekt het feit dat Engeland en de Sovjet-
Unie reeds sinds het uitbreken van dén oorlog
samenwerkten. Zij herinnert er in het bijzonder aan
dat in den herfst van 1939 wekenlange besprekingen
der Engelsch-Fransche militaire deskundigen te Mos
kou zijn voorafgegaan aan het Engelsch-Fransche ul
timatum in de kwestie Dantzig.
Wanneer de Duitsche diplomatie er toen op
het laatste oogenblik in geslaagd ïs, zoo merkt de
„Diplo" op, die nauw contact onderhoudt met de
Wilhelmstrasse, de beide mogendheden, die zich
wilden aaneensluiten ter gemeenschappelijke ont
ketening van de Europeesche r&yolutie, weer te
scheiden, dan bewijst dit slechts de bekwaamheid
van deze diplomatie. Het bewijst niet dat Duitsch
land zijn verzet tegen het Sovjet bolsjewisme
heeft opgegeven. Nooit en op geen enkel oogenblik
heeft men zich te Berlijn aan de illusie overge
geven dat daarom de latente vijandigheid van de
bolsjewistische Sovjet-Unie tegen het feit van de
Europeesche wedergeboorte-voorbij was. Het feit dat
Engeland en de Sovjet-Unie het toch niet eens kon
den worderj, is naar de meening van de „Diplo"
aldus te verklaren dat de Sovjet-Unie zich daarbij
van Engeland als werktuig dacht te bedienen, terwij
Engeland de Sovjet-Unie wilde gebruiken als zijn
degen tegen Duitschland. Het bondgenootschap tus
schen deze beide mogendheden kon verhinderd wor
den omdat geen van beide zich door ne andere wilde
laten overtroeven. Zoo speelde de Duitsche politiek
het klaar het gevaar der omsingeling van Europa af
te wenden. De volken van Europa doen er echter
goed aan te bedenken dat er tusschen den oorlog
tegen Groot-Brittannië en den oorlog tegen den
'Sovjetstaat, den afweerstrijd der Europeesche re
volutie tegen de liberalistische, plutocratische wereld
van het Westelijke kapitalisme en dien tegen de
bolsjewistische anarchie van het Oosten, geen ver
schil bestaat. Beide moeten overwonnen worden,
omdat alleen zoo de onvergankelijke waarden van
Europa géred en de toekomst van zijn volken be
veiligd kan worden.
Japansche vrouwen en kinderen
verlaten Moskou.
TOKIO 24 Juni (D. N. E.) De Japansche
ambassade te Moskou heeft, volgens bij het depar
tement van buitenlandsche zaken ontvangen be
richten, besloten de vrouwen en kinderen van de
daar wonende Japanners naar Japan terug te
sturen.
Duitsche vliegtuigen boven
Engeland.
Bommen op East-Anglia en Zuidoost*
Engeland.
BERLIJN, 24 Juni. (DNB) Het Britsche minis
terie van luchtvaart heeft medegedeeld dat de vij
andelijke luchtactie in den afgeloopen nacht in
hoofdzaak gericht was op East-Anglia en Zuid-Oost
Engeland. Daar zijn bommen gevallen, waarbij
schade is aangericht.
EENIGE NACHTELIJKE ACTIVITEIT
VAN ENGELSCHE EN RUSSISCHE
VLIEGTUIGEN.
BERLIJN, 24 Juni (DNB) Het Britsche lucht-
wapen heeft vannacht met vrij zwakke strijd
krachten West-Duitschland aangevallen. In woon
wijken ontstond schade aan gebouwen en onbetee-
kenende materieele schade. Nachtjagers schoten een
vliegtuig neer. De Sovjet-luchtmacht kwam slechts
met uiterst zwakke strijdkrachten opdagen zonder
succes van belang te behalen.
Aanvallen van het Sovjet-
luchtwapen.
Bommen op steden in de Noordelijke
Dobroedsja.
SOFIA, 23 Juni (D.N.B.) De steden Dobritsj en
Baltsjik iri de Noordelijke Dobroedsja zijn gisteren
door een Sovjetvliegtuig met bommen aangevallen
De aangerichte schade is niet groot. Enkele personen
werden gewond.
in Haarlem en omgeving.
Waar eens Halsen hingen.
Het hofje van Nicolaas van Bcerensteyn in de
Lange Heerenstraat te Haarlem.
(foto De Haas)
Hierboven een foto van het hofje van Nicolaas
van Beerensteyn dat in de Lange Heerenstraat (een
verbinding tusschen den Kruisweg en den Jans-
weg) te Haarlem staat. Grondlegger van dit hofje
was Nicolaas van Beerensteyn, die in 1684 overleed.
Nog datzelfde jaar werd met den bouw van het
hofje begonnen, maar er is niet snel gewerkt, want
pas in 1688 konden de twaalf huisjes die om den
tuin gegroepeerd waren, betrokken worden. Hei
frontgebouw bevatte de regentenkamers. Er ston{
een koepeltje met uurwerk op dit gebouw,terwijl
het frontespice boven den hoofdingang met hèt
wapen van den schenkel- (een klimmende beer)
was versierd.
In 1885 was het hoofdgebouw in verval, zoodat
het afgebroken en opnieuw opgetrokken moest
worden. Ook de huisjes zijn toen verbeterd.
De verbeteringen konden de regenten financieren
uit den verkoop van eenige Halsen. In het hofje
hingen 4 schilderstukken van Frans Hals. Een der
mooiste stukken was een levensgroot portret (voet
stuk) van Emerentïa van Beerensteyn, dat door
tusschenkomst van den kunstschilder P. Th. van
Wijngaerdt voer f 100.000 verkocht werd aan
mevrouw de baronesse Mathilde von Rotschild te
Frankfort a. Main. De di-ie andere Halsen werden
later verkocht aan het Louvre-museum te Parijs
voor f 50.000. De regenten hadden f 65.000 ge
vraagd, maar dat vonden de heeren te Parijs te
veel.
In dien tijd is er vrij veel te doen geweest over
den verkoop van deze Halsen. Er waren, deskun
digen die de prijs van de drie laatste stukken een
koopje vonden, andere meenden dat de stukken niet
meer waard waren. Later is het wel betreurd, dat
op die manier 4 Halsen uit Haarlem verdwenen
zijn.
Allan, de schrijver van de Geschiedenis van
Haarlem, stelt vast, dat het den regenten tot eer
strekt, dat zij een gedeelte van het geld besteed
hebben tot verbouwing van het hofje, en „waardoor
het thans tot een der schoonste instellingen van
dien aard behoort". Met dien lofzang zijn wij het,
wat het uiterlijk aangaat, niet eens, want er zijn
heel wat hofjes te Haarlem die schilderachtiger zijn,
omdat zij wel hersteld zijn, maar het karakter van
de 17de eeuw in den bouwtrant behouden hebben.
Doordat niet al het geld van de schilderijen be
steed behoefde te worden voor de restauratie bleef
er een vrij belangrijke som over om geregeld uit
keer ing aan de bewoonsters van het hofje te doen.
De schilder Van Wijngaerdt, die destijds zijn be
middeling verleende bij den verkoop der schilde
rijen, kreeg opdracht van de verkochte Halsen
kopijen te maken voor de regentenkamer.
Alexandrië weer gebombardeerd.
BERLIJN, 24 Juni. (D.N.B.) De Londensche
Nieuwsdienst meldt dat Alexandrië Maandagochtend
weer was blootgesteld aan een vijandelijken lucht
aanval.
Engelsche militaire missie naar de
Sovjet Unie.
NEW YORK 24 Juni (D. N. B.) Naur de
„New-York Herald Tribune" -uit Londen meldt
overweegt dé Britsche regeering, een militaire mis
sie naar de Sovjet-Unie te zenden. Officieren en
technisch personeel van leger, vloot en luchtmacht
zouden aan deze missie worden toegevoegd.
De Sovjet-ambassadeur, Maisky, heeft volgens
het blad tegenover de Britsche regeering verklaard
dat Stalin bereid is het aanbod van het zenden
eener Britsche militaire missie aan te nemen.
Overigens zou Stalin als tegenprestatie militaire
en economische hulp aan de Britsche regeering be
loofd hebben.
Bijeenkomst van het Japansche
kabinet.
TOKIO 24 Juni (D. N. B.) Onder voorzitter
schap van den minister-president Konoje heeft het
Japansche kabinet vandaag een vergadering ge
houden, waaraan alle ministers deelnamen. De
ministers van oorlog en buitenlandsche zaken spra
ken over militaire en diplomatieke aangelegenhe
den in verband met den nieuwen toestand in
Europa, terwijl de minister van handel en de pre
sident van het bureau voor het ontwerpen van
plannen de economische gevolgen van den nieu
wen oorlog voor Japan behandelden. Een regee-
'ringsver klaring is na de vergadering niet gepubli
ceerd. De pers leidt daaruit af dat de regeering de
verdere ontwikkeling voorloopig wil gadeslaan.
HAARLEM, 24 Juni 1941.
Bevallen: 21 Juni: J. J. M. WitkampHulsebosch
z„ 22 Juni: D. Holtring—Ton d., A. M. Doodeheefver-
van Hartesveldt z.t 23 Juni: C. M. Hoogakker—Dek
ker d., M. I. J. LeenersWiewei d., M. BosmaWij-
nands z., M. H. M. Barnhoornvan der Meij z., D. L.
van der Wielen—Dreijer z., 24 Juni: A. M. van Vee-
nendaal—Batelaan d., G. A,arts—de Bruin d., W.
Disco—van der Putten d., H. J. Brauckmann—Rou-
kema d-, C. P. Visser—Quax z.
Overleden: 22 Juni: J. Stam 33 j„ Maerten van
Heemskerkstraat: L. Smiths 54 j., Molijnstraat; 23
Juni: C. C. F. Duller 54 j., Hazepaterslaan; J. C.
Broertjes—Breek, Berkenstraat 78 j„ P. E. Bredée, 77
j., Bosch en Vaartstraat; A. A. A. C. Langeveld,
d. van C. L. Langeveld. Kamperlaan.