Victoria-Wafer
Bonnen die thans geldig zijn:
Leugens om bestwil...
VRIJDAG 27 JUNI 1941'
Groole transparanten doen de bevolking mededeeling van de massa-vergadering op
het IJsclubterrein te Amsterdam op Vrijdagavond 27 Juni. (Pax-Holland)
Een overzicht op het IJsclubterrein te Amsterdam tijdens de voorbereidingen voor de
massa-vergadering op Vrijdagavond 27 Juni. (Pax Holland)
Engelsche luchtaanvallen
op ons land.
Woonhuizen en een boerenhoeve
getroffen: geen slachtoffers onder
de burgerbevolking.
's-GRAVENHAGE, 26 Juni. In den afgeloopen
nacht vlogen enkele Engelsche vliegtuigen boven ons
land en wierpen hier en daar brisant- en brandbom
men. Eenige woonhuizen kregen glasschade. Een boe
renhoeve werd getroffen. Een tweetal koeien werd
gedood. Dooden of gewonden onder de burgerbevol
king zijn gelukkig niet te betreuren. (A.N.P.)
De slecht bezette Haagsehe tribunes
op 7 Januari 1937.
Gemeente moet schadevergoeding betalen.
De Haagsehe rechtbank heeft vonnis gewezen in
de civiele procedure tusschen de commanditaire
vennootschap handelmaatschappij C. de Ruiter te
Amsterdam en de gemeente 's-Gravenhage, welke
verband houd met de débacle, ontstaan voor ge
noemde vennootschap, door het geringe bezoek aan
de door haar opgerichte tribunes ter gelegenheid
van de feestelijkheden op 7 Januari 1937.
In deze zaak is zooals men zich herinnert een
enquête gehouden, waarin de gemeente had te be
wijzen, dat de firma De Ruiter bij besprekingen in
December 1936 verklaarde, dat zij geen pretenties
tegenover de gemeente zou laten gelden in ver
band met de tribunes. De rechtbank heeft nu voor
opgesteld, dat, wil van zoodanigen afstand van
recht sprake kunnen zijn, ondubbelzinnig zal moe
ten blijken van de instemming van dengene die zijn
rechten zou kunnen prijsgeven. Hieraan getoetst
scht de rechtbank het bijgebrachte bewijs onvol
doende om de gemeente in haar bewijslevering ge
slaagd te achten. De firma De Ruiter heeft daaren
tegen aannemelijk gemaakt, dat zij tengevolge van
het gebeurde eenige schade heeft geleden. De ge
meente werd daarop veroordeeld aan de eischeres
te vergoeden de schade, door haar geleden en nog
te lijden tengevolge van wanprestatie, nader op te
maken bij staat. Overige vorderingen der firma
werden ontzegd.
LUIT.-GEN. TIT. KLERK DE REUS OVERLEDEN.
Te Nijmegen is Donderdag op 84-jarigen leeftijd
overleden luitenant-generaal titulair A'. L. Klerk de
Reus.
De overledene is in 1856 te Rotterdam geboren, dien
de bij de infanterie, bij de vestingartillerie, bij het
wapen der artillerie in Nederlandsch-Indië en werd
in 1881 geplaatst aan de hoogere krijgsschool. Op ,1 Mei
1910 werd bij bevorderd tot kolonel en benoemd tot
commandant van het tweede regiment infanterie. Met
ingang van 1 November 1913 werd hij benoemd tot
gouverneur der residentie, waarna hij eind December
1915 den militairen dienst verliet met den titulairen
rang van luitenant-generaal.
Diefstal van texticlgoederen.
Zaak xn hooger beroep behandeld.
Voor het Gerechtshof te Amsterdam stonden
Donderdag drie mannen terecht, die zich een groote
party textielgoederen hadden toegeëigend.
Een der mannen had een auto gehuurd en was
met de twee anderen 's morgens om vier uur van
IJmuiden naar den Zeeburgerdijk te Amsterdam
gereden, bij een box aan den Zeeburgerdijk had
de chauffeur halt gehouden. De twee IJmuidsnaren
waren toen naar binnen gegaan en hadden daar
groote partijen goederen buit gemaakt. De autobe
stuurder had geholpen de goederen in den wagen
te laden. De twee mannen uit IJmuiden hadden van
den autobestuurder de opdracht de goederen weg
te halen. Zij werkten dus voor hem.
Het was een flinke voorraad welke zij stalen. In
totaal namen zij dertien pakken mee, waarbij vijf
pakken welke ieder ruim vijftig kilo wogen. De
pakken bevatten o.m. manufacturen, veters en da
mesmantels.
Per auto reed men naar IJmuiden terug, waar
men bij een caféhouder de goederen verhandelde.
De beide mannen ontvingen elk een en tachtig gul
den, terwijl de geheele partij voor f 557 werd ver
kocht.
De rechtbank te Amsterdam had de drie mannen
veroordeeld ieder tot twee. jaren gevangenisstraf
met aftrek van voorarrest.
Bij de behandeling voor het Hof bleven zij vol
harden in hun ontkentenis. Zij meenden dat er
sprake was geweest van goederen die aan de dis
tributie waren onttrokken en niet van gestolen
goederen.
De procureur-generaal achtte het ten laste ge
legde wettig en overtuigend bewezen en vroeg be
vestiging van de vonnissen der rechtbank en ver
oordeelde de mannen tot een gevangenisstraf voor
den tijd van twee jaren met aftrek van voorarrest.
De verdedigers, mr. van Everdingen, mr. Eskens
en mr. Heil pleitten clementie.
De caféhouder uit IJmuiden was beschuldigd van
heling. De goederen waren naar de tweede verdie
ping van zijn huis gebracht. Hij beweerde echter
niet te weten wat er in de pakken zat. De mannen
hadden hem gevraagd de pakken tijdelijk te willen
opbergen.
Om zeven uur 's morgens werden de goederen ge
bracht en om negen uur kwamen reeds de koopers.
De caféhouder had echter niet kunnen begrijpen,
dat het met dezen handel geen zuivere koffie was.
Ook in deze zaak vroeg de procureur-generaal
bevestiging van het vonnis der rechtbank te Am
sterdam en veroordeelrng van den man tot een ge
vangenisstraf voor den tijd van zes maanden met
aftrek van voorarrest.
Mevr. mr, L. Mazirel pleitte clementie.
Op Woensdag 9 Juli zal het hof uitspraak doen.
(A. N. P.)
VERHOOGT UW GEZONDHEID.
Adv higrz Med.)
Fraude met bonnen.
Leidde tot chantage en berooving.
Ingewikkelde zaak uitgeplozen.
Dezer dagen zijn drie mannen een perceel aan
de Pletterijkade te 's-Gravenhage binnengedrongen en
hebben den bewoner f 2000 afgenomen; ze gaven voor
tot de politie te behooren.
De beroofde, een 45-jaringe monteur, deed te be-
voegder plaatse aangifte. De Centrale Opsporings
dienst stond aanvankelijk voor een raadsel, dat wel
dra een combinatie van raadselen werd.
Vreemd was het, dat een eenvoudige monteur een
paar duizend gulden in huis had en er een auto op
nahield, zoo keurig geïnstalleerd was met nieuw meu
bilair en in een der kamers een nieuwe piano van
f 1350 had staan. Ook de houding van den be
woner, diens vrouw en twee zoons van 17 en 15 jaar
scheen zonderling.
Van verschillende zijden kreeg de politie aanwij
zingen, dat er iets niet in den haak was. En zoo vond
de recherche aanleiding verband te zoeken tus
schen het aanwezig zijn van 't weelderige meubi
lair e.a. en het feit, dat de 17-jarige zoon op een
Rijksdistributiekantoor was werkzaam geweest, waar
wel eens bonnen konden zijn ontvreemd. De knaap
was op dat bureau op 1 Juni ontslagen wegens een
feit van huishoudelijken aard.
De jongen werd aangehouden en aan een scherp
verhoor onderworpen. Na geruimen tijd ontkend te
hebben, gaf hij ten leste toe op zijn distributiekantoor
duizenden bonnen te hebben gestolen welke voor
vernietiging gereed moesten worden gemaakt.
Hij had de bonnen aan zijn vader gegeven. Het
geheele gezin wist trouwens van deze diefstallen af.
Het is in zijn geheel naar het politiebureau ge
bracht. Daar bleek, dat allen hadden medegewerkt
om de bonnen van de opplakvellen af te weken en
zoo netjes mogelijk in den ouden toestand te her
stellen.
De vader heeft de bonnen verkocht, steeds aan één
en het zelfde adres, vanwaar ze weer in handen ge
raakten van andere afnemers. Het gezin heeft in
totaal ongeveer f 10.000 aan de bonnen verdiend en
had dus de beschikking over veel geld. Bij huiszoe
king vond de recherche nog f 800.
Het onderzoek ging toen in de richting van de af
nemers; twee hunner zijn reeds gearresteerd.
De recherche heeft inmiddels beslag gelegd op al
het nieuwe meubilair. Vader en zoon zijn opgesloten
en voor den officier van justitie geleid. De echt-
genoote en de jongste zoon zijn op vrije voeten ge
laten.
Het drama heeft echter niet een, doch meer acten.
Daar de zoon 1 Juni ontslagen was, was de wild
stroomende bron der bronnen opgedroogd. Maar
eenige afnemers van het bedoelde adres vermoedden
wel, waar die bron te zoeken was. Zij begaven zich
erheen en pleegden de bovenvermelde chantage, in
de verwachting dat hun slachtoffer toch geen opgave
bij de politie durfde te doen. Doch deze durfde dit wel
en meende daardoor zijn bedreigers te intimi'deeren.
En de politie zou boyendien op een valsch spoor zijn
geleid. Hij had trouwens zoo heeft de monteur ver
klaard de bedoeling om, als de politie met de da
ders der bedreiging kwam, hen niet te herkennen.
De recherche drong verder aan om bijzonderheden
te vernemen. Tenslotte herkende de monteur uit
e'en der foto's van het politiearchief een 42-jarigen
man, zekeren A. L., als een zijner belagers.
En nu komt de derde acte van het drama.
Den Zondag tevoren had L. met een kameraad een
reisje gemaakt per blauwe tram naar Leiden. Toe
vallig had ook met zijn gezin in die tram gezeten een
der rechercheurs die den monteur verhoorden. En
deze rechercheur herkende L. en zijn gezel als ver
dachten, wier aanhouding werd gezocht, van een in
braak in een der randgemeenten van 's-Gra
venhage. Hij had hen aangehouden en in
het Leidsche politiebureau afgeleverd. Ze zijn
den volgenden dag te 's-Gravenhage in het Huis van
Bewaring opgeborgen.
L. was dus dadelijk ter beschikking van den recher
cheur die den monteur aan den tand voelde. Hij had
hem maar uit het Huis van Bewaring te halen.
Vader en de beide zoons hebben L. herkend als een
der drie aanranders.
Het onderzoek duurt voort. (A.N.P.)
AARDAPPELEN.
BON 07. T.m. 29 Juni:
2 kg.
BOTER- OF VETKAART.
BONS 19 en 20. T.m. 29
Juni: 250 gr. boter p. bon.
Vetkaart reductie
BROOD, GEBAK.
BON 23. T.m. 6 Juli 200
gr. brood of 2 rantsoe
nen gebak.
BON 9 (Bloemkaart).
T.m. 13 Juli: 50 gr. brood
of i/2 rantsoen gebak.
EIEREN (Bonkaart Alg.)
BON 37. T.m. 29 Juni 1 ei
BON 99. T.m. 6 Juli 1 ei.
MEEL EN GRUTTERS
WAREN. (Bonkaart Alg.)
BON 43. T.m. 13 Juli:
250 gr. rijst, rijstemeel,
rijstebloem of grutte-
meel.
BON 44. T.m. 10 Augs:
250 gr. havermout, ha
vervlokken, haverbloem.
aardappelmeelvlokken,
gort, gortrtfeel of grutten
BON 45. T.m. 10 Augs:"
250 gr. gort, gortmout of
grutten.
BON 54, T.m. 10 Augs;
100 gr. macaroni, vermi
celli of spaghetti.
BON 55. T.m. 10 Augs:
100 gr. maizena, gries-
meel, sago. aardappel
meel of puddingsaus-
poeder.
BON 9 (Bloemkaart)
T.m 13 Juli: 35 gr. meel
of bloem.
SUIKER. (Bonkaart Alg.)
BON 56. T.m. 6 Juli 1 kg
PETROLEUM.
Bon 11 (Bonkaart M en
O) t.m. 10 Augs.: 2 L.
KAAS- (Bonkaart Algem.)
BON 67 en 77. T.m. 29
Juni: 100 gr. per bon.
BON 68 cn 78. T.m. 13
Juli: 100 gr. per bon.
''VERZEEP ENZ.
BON K (Textielkaart)
T.m 31 Aug.: 50 gr.
VLEESCH EN VLEESCH-
WAREN.
BON 20 „vleesch". T.m.
1 Juli- 50 gr. vleesch.
BON 20 „vleesch waren"
T.m. 1 Juli 1 \tsoen.
PEULVRUCHTEN. (Bon
kaart Algemeen).
BON 57. T.m. 6 Juli:
500 gr.
MELK
BON 22. T.m. 29 Juni:
l.)4 L. melk.
KOFFIESURROGAAT EN
THEE. (Bonkaart Algem
BON 46. T.m 20 Juli 250
gr. koffiesurrogaat of 40
gr. thee.
ZEEP. (Bonkaart Algem.)
BON 35. T.m 29 Juni 150
gr. toiletzeep, 120 gr
huishoudzeep. 200 gr. z
zeep, (oude samenstel
ling), 150 gr. z. zeep
300 gr. z zeeppasta, 250
gr. zeeppoeder. 125 gr
zeepvlokken. 250 gr
zelfwerkende waschmid-
dalen, 200 gr. vloeibare
zeep of 600 gr. wasch-
poedet
BRANDSTOFFEN.
Bonkaart Haarden en
Kachels t.m. 31 Dec.
Bonnen 01. 02. 03 per bon
1 eenheid vaste brand
stof. Bonnen 05, 06, 07: 1
eenheid turf.
Bonkaart Haarden en
Kachels K t.m. 31 Dec.
Bonnen 01. 02, 03, 04 per
bon 1 eenheid vaste
brandstof. Bonnen 05. 06,
07, 08: 1 eenheid turf.
Bonkaart Centrale Ver
warming L t.m. 31 Dec.
Bonnen 0111 per bon
1 eenheid vaste brand
stof.
Bonkaart „T ndstoffen
één eenheid tot 1 Mei
1942 1 eenheid vaste
brandstof.
HONDENBROOD.
BON 14. T.m. 30 Juni:
Groep 1 en 2: 10 Kg: Gr
3" 8 Kg; Gr 4: 5 Kg; Gr.
5- 4 Kg; Gr 6: 3 Kg.
KATTENBROOD.
BON 14. T.m. 30 Juni:
W, Kg
OFFICIEELE PUBLICATIE VAN DEN GEMACHTIGDE VOOR DE PRIJZEN.
VASTGESTELDE MAXIMUMPRIJZEN.
Bericht No. 11.
De volgende prijzen voor zeep mogen ten hoogste aan het publiek in rekening
worden gebracht
ZEEP
A.
B.
C.
O.I2V2
f 0.13
0.06 Vz
0.38
ƒ0.34
HET VRAGEN VAN HOOGERE PRIJZEN IS STRAFBAAR.
BEWAAR DEZE OPGAVE EN GEBRUIK HAAR.
Nieuwe opgaven kunnen de vroegere ongeldig maken.
TOILETZEEP
HUISHOUDZEEP
ZACHTE ZEEP verpakt
onverpakt
per 75 gr.
per dubbel stuk (240 gr.)
stuk (120 gr.)
per K.G.
per K.G.
(Adv. Ingez. Med.)
R. HAVERSCHMIDT.
40 jaar lid van „Zang en Vriendschap".
De heer R. Haverschmidt is 31 Mei 40 jaar lid
geweest van de Kon. Liedertafel „Zang en Vriend
schap" te Haarlem, te welker gelegenheid in het
maandblad der Liedertafel eenige artikelen aan
den jubilaris zijn gewijd, waarin aan zijn bekwaam
heid als secretaris (sinds 1930) en als redacteur van
het orgaan hulde wordt gebracht.
UIT DE STAATSCOURANT.
Bij besluit van den secretaris-generaal van het
departement van opvoeding, wetenschap en cul
tuurbescherming is. Ir. B. C. Kroon, ingenieur bij
de N.V. Machine- en motorenfabriek v/h Thomassen
en Co. te Velp, met ingang van den dag, waarop hij
zijn ambt zal' aanvaarden, benoemd tot gewoon
hoogleeraar in de afdeeling der werktuig- en
scheepsbouwkunde van de Technische Hoogeschool
te Delft, om onderwijs te geven in de werktuig
bouwkunde.
Voor de Kinderen
(Teekenlngen H. Kannegleter).
GESTOORDE RUST.
Maar pas is hij ingeslapen of daar js het
alweer mis. Hij schrikt wakker van baas
Jantje, die plots in de kamer is. Wat komt
die 'hem nu vertellen? Moet hij waarlijk
met hem mee? Jan, ik heb geen zin in
stoeien luister goed, ik doe 't niet! Nee!
Jantje stoort zich niet aan Teddy, neemt
hem in den arm en.... plons! Laat hem
kopje-onder duiken, neemt een handdoek,
zeep en spons, en gaat Teddy heerlijk boe
nen. slaat geen acht op zijn protest. Teddy
moet zich onderwerpen al vindt hij het lang
niet best.
Crediet voor uitrusting van
stoomvisschersvaartuigen.
's-GRAVENHAGE, 25-Juni. Van bevoegde zijde
deelt, men het A.N.P. mede, dat van overheidswege
credieten kunnen worden verleend voor het uitrusten
van stoomvisschersvaartuigen, indien de eigenaar zelf
niet over voldoende middelen beschikt. In verband
met de gasoliepositie zullen uitsluitend ten behoeve
van stoomvisschersvaartuigen credieten worden ver
leend. Het zal dientengevolge mogelijk zijn een aan
tal stoomschepen voor de visscherij gereed te maken,
hetgeen de vischvoorzieninge zeer ten goede zal ko
men.
Aanvragen voor het verkrijgen van een crediet moe
ten schriftelijk worden ingediend bij de- Nederlandsche
Visscherijcentrale te 's-Gravenhage.
JONGEN UIT DEN TREIN GEVALLEN.
Waarschijnlijk doordat hij met zijn hand op da
sluiting van de deur van het voorbalcon leunde, waar
door deze plotseling opensloeg, is Donderdag de negen
jarige scholier H. van Essen uit Maassluis tusschen
Vlaardingen en Maassluis, even voor de Boonersluis,
uit den trein gevallen. Nadat een passagier door
middel van de noodrem den trein, die een snelheid
had van 80 tot 100 K.M., tot stilstand had gebracht,
trof men den jongen met een gapende hoofdwonde
aan. Dr. de W. uit Maassluis verleende de eerste hulp,
waarna het slachtoffer in ernstigen toeestand naar het
ziekenhuis te Vlaardingen werd overgebracht.
CREMATIE G. HERMAN.
Onder veel belangstelling heeft gistermiddag te
Velsen de crematie plaats gehad van het stoffelijk
overschot van den heer G. Herman, oud-procuratie
houder bij de N.V. Zeehaven en Kolonisatie Sabang,
op 74-jarigen leeftijd te Heemstede overleden.
Aanwezig waren de he eren H. Smitt, Bussum,
directeur van de N.V. Zeehaven en Kolonisatie Sa-
bang, H. Hendrikse, oud-procuratiehouder ,en G.
Dieckman, oud-employé van deze maatschappij,
beiden te Heemstede e.a.
De heer H. Smitt zeide een enkel woord te willen
spreken namens de Sabang Mij, waaraan de over
ledene een groot en belangrijk deel van zijn leven
zijn beste krachten heeft gegeven. Hij was een der
trouwste en beste medewerkers in den tijd van op
komst en bloei der maatschappij. Velen hebben
hem in zijn werkkring gekend als een braaf mensch
en goed vriend.
Een schoonzoon, Ds. Gerritsen, zeide dat de
overledene behoorde tot de generatie, die aan het
verminderen is. Daarvan getuigde de opvatting van
zijn werk. Van hem ging groote charme uit door
zijn zonnig karakter. Spr. dankte voor de belang
stelling.
De organist speelde Funêbre en bij het dalen der
kist Offertoire, beide van L. Boëlmann.
PERSONALIA.
De heer H. D. Hooghwinkel, .jheol. candidaat te
Haarlem heeft het beroep naar de Bat. Gemeente
te Almelo aangenomen.
5)
door
THEA BLOEMERS.
Langzaam volgde zij, want de hekken werden
gesloten. Toen zij aan den anderen kant van de
poort was, viel de sombere schemering van
den winteravond als een looden druk op haar. Ze
bleef een paar minuten stilstaan en was het met
zichzelf niet eens, welke richting ze zou inslaan;
toen, alsof ze een ingeving kreeg, liep ze snel in
de richting van den straatweg met de hooge
boomen, waarlangs de groote villa's en buitens
van de rijke industrieëelen stonden.
„Constance, kindje".
Geen antwoord.
Mevrouw van Zuylen, een statige oude dame
met grijs haar, keek aandachtig en zorgelijk naar
het bleeke jonge meisje, dat in bed lag; het
witte gezicht half in het kussen begraven. „Kind
lief, je moet eens probeeren om op te staan",
vermaande ze.
„Zegt u iets tegen me?" De oogen van het meisje
gingen langzaam open en zij keek vragend naai
de oude dame.
„Zeker, ik zei iets tegen je. Ik zei „Constance"
en er is immers miemand anders in de kamer?"
Het meisje gaf geen antwoord. Ze was ziek van
de schokkende aandoeningen en de folterende over
denkingen, waaraan zij nu al drie lange dagen en
drie nog langer nachten ten prooi was. Ze lag
maar doodstil, bd&alve dat ze zoo nu en dan een
diepen zucht liet hooren.
„Constance, kindje, vertel me eens van je
vader je overleden vader en je overleden
moeder
„Niet gestoi-ven!" viel het meisje verschrikt uit.
Toen beheerschte zij zich, een vuurroöde blos trok
over haar gezicht en ze vervolgde haastig:
„Ik bedoelik kan mij niets herinneren. Ik
kan niet,_mevrouw.
„Kindlief, noem mij toch Grootmoeder, of Oma;1
wat je wilt".
Zou zij durven? Het meisje wierp een langen,
peinzende» blik op de fijnbesneden trekken van
de aristocratische dame in haar kostbare japon.
Haar Oma noemen? Hoe zou ze dat kunnen?
„Ik wilde dat ik mij alles goed kon herinneren",
ging ze zenuwachtig voort. „Het is allemaal zoo
vreemd. Ik weet dat ik hier drie dagen geleden
kwam. Walter was aan het station dat herin
ner ik mij. Maar verder weet ik niets. Vanwaar
ik kwam, wie mijn familie is, als ik die tenminste
heb. U zegt dat ik uw kleinkind ben. 'O, ik wilde
dat ik het u kon uitleggen!"
Tranen kwamen in de zachte bruine oogen van
het meisje en rolden over haar wangen. Ze
klemde de handen vast ineen.
„Vertelt u het mij", vroeg ze zacht.
De oude dame vertelde Constance alles. Dat
haar vader, kapitein van Zuylen, de beminde
zoon des huizes, tegen den uitdrukkelijken wensch
van zijn ouders getrouwd was en nadat hij naar
Indië was gegaan, nooit meer in 't vaderland terug
gekeerd. Na de oneenigheid met zijn vader en
moeder, had hij geen lust gehad om de verbroken
banden weer aaneen te knoopen en hij was bij een
expeditie op Sumatra gesneuveld. Toen waren zijn
weduwe en hun eenig kind naar Holland gekomen,
maar nóg had geen verzoening met de groot
ouders plaats gehad. Doch nu ook Constance's moe
der kort geleden gestorven was, hadden mijnheer
en mevrouw van Zuylen besloten hun kleindoch
ter tot zich te nemen en op reis naar hen toe was
zij getuige geweest van dit vreeselijke ongeluk,
dat haar zoo geschokt had.
„Ongeluk? Een schok? Wat dan?", riep Constan
ce, zooals *Nora Verkerk voorloopig maar zal
heeten. „Ik herinner me niets. Vertelt u het mij
alstublieft".
Mevrouw van Zuylen aarzelde een oogenblik;
toen bedacht zij dat het misschien een gunstigen
invloed zou hebben op den terugkeer van het ge
heugen, als het meisje alles hoorde en zij vertelde
haar alle details van het 'ontzettende ongeluk.
Constance trilde van opwinding terwijl ze luister
den en tenslotte barstte ze in tranen uit. „O,
waarom was ik het niet?", snikte ze. „O, wat
vreeselijk droevig! Ontzettend, in één woord!"
„Lieveling!" Mevrouw van Zuylen sloeg haar
armen om Constance heen en zij kuste en kal
meerde het schreiende meisje, „oddank dat jij
het niet was! Je grootvader en ik hebben onze
beide zoons verloren, het eenige wat we op de
wereld overgehouden hebben zijn onzen kleinzoon
Walter en jij".
„Ik ben het niet waard! O! O! Ik ben niet die
u denkt!" snikte het meisje.
„Onzin, kindjelief. Je bent de dochter van mijn
zoon Henri, zijn eenig kind. De Hemel heeft je
voor ons gespaard".
Er kwam een eigenaardige verandering over het
meisjesgezicht. Met een krachtige poging bedwong
ze haar snikken en met een effen stem vroeg ze:
„En het lichaam? Is dat gevonden? Was ze on
middellijk dood?"
„Ja kindje. Het verminkte lichaam is gevonden.
Maar het onderzoek van de politie heeft geen
absoluut resultaat opgeleverd. Ze waren het over
de identiteit van het meisje niet eens".
„Wat? Hoe bedoelt u?"
Constance staarde de oudere vrouw met wijd
open oogen aan. Haar rechterhand greep kramp
achtig de deken vast en er was een uitdrukking
van grooten agst op haar gezicht.
„Het is eigenaardig dat er twee families waren
die haar meenden te herkennen. Een arme man,
hier uit de streek. Elders heet hij, dacht dat het
zijn krankzinnige dochter was, die uit het gesticht
was ontsnapt en in de buurt van de spoorbaan was
gezien. De andere familie heet Verkerk, de oude
man werkt op de spinnerij van je grootvader; hij
verklaart dat het slachtoffer zijn kleindochter is,
die ze met den trein verwachtten. Ze heette Nora
Verkerk. Kindje, wat is ér?", viel de oude dame
zichzelf verschrikt in de rede, toen ze het ont
stelde gezicht van het meisje zag. Toen ging ze
voort: „Het schijnt dat er bij het lichaam een
zakdoek gevonden is, met den naam N. Verkerk
er op. En een meisje uit Arnhem, een zuster van
Nora Verkerk, verklaarde ook dat zij met dien
trein nar Rieseloo zou gaan en zegt dat de zak
doek inderdaad van haar zuster is, maar
„Ja maar
„Ze gelooft niet dat het lichaam van haar zuster
is. Het was haast onherkenbaar verminkt, maar
ze beweert toch dat het haar zuster niet is, want
die droeg niet zulke grof-wollen kleeren als het
slachtoffer"..
„Neen, natuurlijk niet!" De woorden kwamen
onwillekeurig over Constance's lippen. „Ik be
doel", mompelde ze verward en zenuwachtig, „dat
een zuster toch zooiets wel weten zal. Ze moet
toch die kleeren en alles herkennen".
„Och, die vermiste zuster heeft den laatsten
tijd niet thuis gewoond; dus die kon wel andere
kleeren gedragen hebben dan ze vroeger gewoon
was. Bovendien, er zal van die kleeren wel neit
veel meer te zien zijn geweest. Maar kind, wat
zie je er toch ellendig uit! Ik had het je mis
schien niet moeten vertellen".
„Ik voel me doodziek en duizelig. Lieve Groot
mama, laat me een poosje alleen alstublieft; dan
kan ik wat tot rust komen".
Mevrouw van Zulen stond onmiddellijk op. „Ik
ga dan maar een poosje weg, hier is wat eau de
cologne" en ze legde een kristallen flacon met
gouden stop op het bed onder Constance's be
reik. „Dat is goed voor je hoofdpijn. Ik ga nu naar
grootvader. Hij heeft moeilijkheden op de fabriek
en vindt het niet prettig als ik hem zoolang alleen
laat".
„U bent zoo vreeselijk lief voor meik....
verdien het heusch niet".
Weer kwamen deze woorden onwillekeurig over
Constance's lippen.
„Mijn lieve kind, waarom zoo nederig?", vroeg
de oude dame, terwijl ze het meisje over het haar
streek. „Waarom zou het kind van mijn Henri mijn
liefde niet waardig zijn?"
Constance opende de mond alsof zij iets wilde
zeggen; ze klemde de handen ineen en groote
tranen liepen haar over het gezicht. Maar ze zei
niets. Mevrouw van Zuylen keek haar nog eens
ernstig en vol liefde aan en ging heen.
Toen ze alleen was, barstte het meisje in harts
tochtelijk snikken uit. Ze drukte het gezicht in de
kussens om het geluid te smoren. Was er wel ooit
iemand zoo ongelukkig geweest als zij? De toestand
waarin ze was geraakt, was meer dan afschuwelijk.
Visioenen van rechtbank en gevangenis doemden
voor haar geest op. De omstandigheden hadden er
bijna als vanzelf toe geleid, dat ze, eer ze het
wist, de plaats van het verongelukte meisje had
ingenomen.
„Als ik had kunnen voorzien wat er gebeuren
zou", overdacht ze „als ik had kunnen vermoeden
dat het zóó beschamend en vernederend zou zijn,
dan had ik het niet zoo ver laten komen. En wat
moet ik nu in 's hemelsnaam beginnen? Ik kan
niet terug, ik durf niet verder gaan. O, wat moet
ik doen? Als ik maar iemands raad kon vragen!
Maar aan wien kan ik mijn geheim verraden?
Wil ik dan terug? Neen immers! Ik doe het toch
voor een goed doel! Maar is het wel waar dat het
doel de middelen heiligt? O, als moeder het eens
wist! En toch is het voor haar en voor niemand
anders dat ik deze rol speel!"
Het meisje bleef nog een poos zachtjes snikken,
en toen doodmoe viel ze in een diepen
slaap.
„Lieve man!" Mevrouw van Zuylen stond naast
haar echtgenoot en keek hem bezorgd in het fijne
gezicht. Hij zag er verstoord uit. Terwijl zijn
vrouw bij Constance was, had hij bewegingloos
in een armstoel bij den haard in zijn studeer
kamer gezeten, piekerend over geldelijke en
zakelijke moeilijkheden.
„Ik dacht dat je nooit kwam, Eva", zei hij,
maar er klonk geen spoor van verwijt in zijn
stem, integendeel. In al de jaren van hun hewe-
lijk was de liefde van deze oudere man en vrouw
ongeschokt gebleven. „Ik heb naar je zitten ver
langen".
„Ik ben gekomen zoo gauw als ik kon. Ik waS
bij Constance".
„Hoe gaat het met het arme kind"
(Wordt vervolgd).