EEN ZOMERTJE. Leugens om bestwil... ZATERDAG 12 JULI 1941' WINTERHULP NEDERLAND. Afd. Haarlem. Èen oproeping tot deelneming aan het plaatselijk Winterhulpwerk. De directeur van Winterhulp te Haarlem schrijft ons: Zooals aan het publiek bekend is, heeft Winter hulp-Nederland haar werkzaamheden naar buiten tij delijk gestaakt. Van deze zomersehe rustperiode wordt gebruik gemaakt om haar inrichting te vervolmaken. De opzet is, dat in elke gemeente, dus ook in Haar lem een organisatie komt van personen, die aan de eigenlijke actie van 't Winterhulpwerk deelnemen.Naast het collecteeren bestaat dit hierin, dat men als wijk of blokhoofd aanvragen om hulp onderzoekt en ter zijner tijd de toegestane uitkeeringen aan de betrok kenen uitreikt. Velen zullen zich tot dit mooie sociale werk voelen aangetrokken. In de eerste plaats zullen hiervoor evenwel in aanmerking komen zij die reeds aan de collecten hebben deelgenomen, hoewel dit geen vol strekte eisch is, en verder zij, van wie kan worden verwacht, dat zij dezen belangrijken arbeid behoor lijk zullen kunnen verrichten. In het bijzonder wordt hierbij gedacht aan hen, die ervaring hebben op het gebied van huisbezoek ten behoeve van ondersteu nende instellingen. Ik doe een krachtig beroep op den burgerzin van ieder daarvoor in aanmerking komende om zich voor bovenomschreven arbeid op te geven aan het kantoor van Winterhulp-Nederland, afd. Haarlem, Ged. Oude Gracht 47, en wel vóór 20 Juli a.s. Daarna zal zoo dra mogelijk over het zelfde onderwerp een vêrgade' ring worden gehouden. Bijzondere leerstoelen te Leiden. 's-GRAVENHAGE, 11 Juli. De Nederlandsche Staatscourant van' Vrijdag bevat een beschikking van den Secretaris-generaal van het departement van Opvoeding, Wetenschap en Cultuurbescherming, waarbij de Nederlandsche stichting tot bevordering van de studie van het nationaal-socialisme, geves- tngd te Leiden wordt aangewezen als bevoegd om aan de Rijksuniversiteit te .Leiden: le. Bij de faculteit der rechtsgeleerdheid een bij zonderen leerstoel te vestigen in de volkshuishoud kunde, en 2e. Bij de faculteit der letteren en wijsbegeerte een bijzonderen leerstoel te vestigen in de nieuwere wijs begeerte. Kinderen van Transportarbeiders gaan uit. Het Bestuur van den Centralen Bond van Trans portarbeiders heeft eenigen tijd geleden een circulaire tot de leden gericht betreffende het plan met. de kin deren uit te gaan. Thans is door het bestuur besloten op Maandag 21 Juli a.s. een boottocht te maken naar het Kagermeer, waar de kinderen eenigen tijd in een speeltuin zullen vertoeven. Daarna zal men over de drie meeren den terugtocht naar Haarlem maken. De kinderen van 13 en 14 jaar zullen nog een extra vacantiedag kunnen genieten waarvoor aan hen de keus is gelaten tusschen een dag naar Artis of een dag naar Marken en Volendam. KORTHALS-PRIJZEN. Jaarlijks worden aan leerlingen der Centrale Scho len voor zevende en achtste leerjaren, die zich onder scheiden hebben door gedrag, vlijt en vorderingen, Korthals-prijzen toegekend. De gelukkigen zijn dit jaar IJda Antonisse. Corn, van Andel, Guurtje Bakker, Truida van Gelder, Victor Groenendaal, Antonie Jansen, Wiihelmina Joël, Dirkje Langeveld. Maria Nijssen, Hendrik Scheurman, Elisa beth Vallenduuk, Theo Venings, Christina van Veen, Corna, van Wees. Vrijdagmiddag zijn deze prijzen in aanwezigheid, van de ouders en de onderwijzers en onderwijzeres sen door den voorzitter van de Vereeniging „Door vermaak tot nut", den heer J. C. Tadema, met een toepasselijk woord uitgereikt, STR AATPR EDIKING. Zaterdagavond is er straatprediking van 8.15—9 uur, uitgaande van de Gereformeerde Evangelisatie en wel op het Pretoriaplein in Haarlem (Nóórd). Spreker: de heer C. J. Zemel. Medewerking van het Zangkoor. Lathyrustentooristelling op „Eigen Tuin". De Coöperatieve volkstuinvereniging „Eigen Tuin", gelegen aan deh Zomerweg nabij de Zomervaart is voornemens a,s. Zondag 13 Jui.1 van 's morgens 10 tot 's avonds 6 uur in het vereenigingsgebouwtje op den tuin een collectieve lathyrustentoonstelling te houden. Het -is een verheugend verschijnsel, dat in dezen tijd op dit complex de liefde voor deze schoone, welriekende zomerbloemen niet in die mate is ver flauwd, dat dit gewas geheel is verdrongen. Welis waar heeft de cultuur iets van haar omvang ingeboet doch er zijn nog bloemen voldoende om een over zicht te vormen van de kleurenmengeling en wonder lijke schoonheid dezer z.g. pronkerwten. Velen zullen „Eigen Tuin" uit vorige jaren herinne ren, toen honderden de tentoonstelling bezochten. Voor hen behoeft deze mededeèling geen aansporing te zijn tot een bezoek. Zij, die nog nimmer een der tentoonstellingen van „Eigen Tuin" bezochten, raden wij aan thans eens- een kijkje te gaan nemen. Men kan dan tevens zien hoe deze bloemen gekweekt kun nen worden, want de tentoonstellingscommissie heeft dit jaar op het grasveld bij het gebouwtje een rij lathyrus geplant, waarvan de bloemen speciaal voor de tentoonstellingen worden gereserveerd. „Eigen Tuin" heeft op 8 Juli deelgenomen aan de Lathyrus keuring van de Nederlandsche Lathyrusvereeniging in Artis te Amsterdam en behaalde daar de verguld zilveren en de kleine zilveren medaille. De Tentoon stellingscommissie zal een bezoek zeer op prijs stellen. De bezoeker zal tevens in de gelegenheid zijn de tuinen te bezichtigen waar velerlei groentesoorten te velde staan. Een wandeling over het complex van ongeveer 70 tuinen is immer een genoegen. Uit het óóg uit het hctrt is 't gezegde, Dat is er een wijs en waar woord; Daarom vindt Persil het wel prettig, Dat U 't woord Persil weer eens hoort. Al ben ik soms moeilijk te krijgen En niet meer precies zooals „toen", 'k Ben nog nummer één op het lijstje, Ik ben nog altijd kampioen. ci. d. (Adv. Ingez. Med.) Spoorwegspeelkamer te Amsterdam geopend. Door den 11-jarigen Peter Hupkes, Onder zeer groote belangstelling is Vrijdag in het Centraal Station te Amsterdam de eerste spoorwegspeelkamer geopend door den 11-jari gen Peter Hupkes, kleinzoon van ir. W. Hupkes, directeur der Nederlandsche Spoorwegen. Aan de openingshandeling, die bestond uit het opdraaien van een overwegboom, ging een korte plechtigheid vooraf in een der kamers van den stationschef, den heer W. Jongstra. Daar hadden zich vele genoodïgden verzameld, wij zagen o.a. drs. D. J. Wansink, secretaris der Nederlandsche Spoorwegen; den heer C. R. T. baron Krayenhoff, eere-voorzitter en den heer H. W. R. de Waal, di recteur der A.N.V.V.; dr. C. P. Gunning, rector van het Amsterdamsch Lyceum, die zich bereid ver klaard had een kort. inleidend woord te spreken. De heer D. J. Wansink, sprekende namens de directie, heette de aanwezigen, en in het bijzonder Dr. Gunning hartelijk welkom. Zijn bereidverkla ring, deze spoorwegspeelkbmer te openen, geeft moed voor het welslagen van het experiment. Hulde bracht spr. aan den heer Schiferli, chef van de afdeeling pers en propaganda, voor zijn initia tief. Aarzelend is aanvankelijk het plan aanvaard door de directie. De spoorwegen hadden weinig er varing met de jeugd; het contact bestond slechts uit het vervoer onder geleide van ouderen. Thans is de leiding, waaronder de jeugd zal spelen, in onze handen gelegd. De jongelui zullen samenko men in een kamer, die op artistieke wijze door den heer Joop Geesink is ingericht. Spreker eindigde met het uitspreken van de hoop, dat de speelka mer moge bijdrage tot het bereiken van het ge stelde doel: belangstelling voor en waardeering van het werk van de spoorwegen. De rector van het Amsterdamsch Lyceum, dr. Gunning, prees het loffelijke initiatief, dat in deze moeilijke tijden door de spoorwegen is .genomen. Zij zijn dapper doorgegaan, zooals ook het leven doorgaat. Als Amsterdammer is spr. dankbaar, dat de hoofdstad met deze spoorwegspeelkamer is ver rijkt. Verder stelde dr. Gunning de paedagogische waarde van de spoorwegspeelkamer in het licht. Deze waarde zit niet slechts in het interessante uurtje, dat de kinderen aan de speeltafels door brengen, maar zij leeren er een levensles uit ver staan. Hier leert de jeugd het oude lied der spoor wegen, dat bij de jongeren deels vergeten was. weer opnieuw. Het heele spoorwegbedrijf is bij uitstek een bedrijf van beheerschte kracht en techniek in dienst van de menschheid. Het gewel dige snelle verkeer langs de strak getrokken lijnen van de blinkende rails is slechts mogelijk, omdat er in het materiaal, de locomotief, de wagenstellen, enz. wat speling zit. Dat is de levensles, die de jeugd hier zal leeren véïstaa-n. „Wij kunneri in het leven de strakke lijnen volgen, mits er wat speling is". Dr, Gunning wees er nog op, dat het geheele spoorwegbedrijf is ingesteld op veiligheid. Geen bedrijf bracht het wezen van de veiligheid zoo zeer tot uitdrukking als de spoorwegen. Ook dat zal de jeugd leeren begrijpen en waardeeren, Spreker wenschte de directie van' harte succes toe en bracht haar dank voor de moeite, die ze zich getroost had, om deze kamers in te richten. Het gezelschap begaf zich hierop naar de spoorwegspeelkamer. Peter Hupkes draaide onder applaus den afsluitboom op, waarna men de speelkamer bezichtigde en het gezelschap, hoewel niet uit kinderen bestaande, zich eenigen tijd kostelijk vermaakte met de af- en aanrijdende treintjes. Aan de beide kleinzoons van ir Hupkes, Peter en zijn jongeren broer, bood de heer Schiferli een algemeen abonnement voor de spoorwegspeelka mer aan. COMMISSARISBENOEMINGEN. Bij besluit van den secretaris-generaal van het departement van Justitie van 8 Juli 1941 is in vasten dienst benoemd tot commissaris van politie te Sneek de heer S. M. Oosterhoff, thans chef- veldwachter der gemeente Franekeradeel. Bij besluit van den denzelfden secretaris-gene raal van Juli 1941, is in vasten dienst benoemd tot commissaris van politie te Kampen de heer J. A. Wuijster, thans hoofdinspecteur van politie te Deventer. Sleutel weg? Tel. 11493 De Sleutelspeciaiist, L.Veerstr.l O (Adv. Ingez. Med.) Kleedingruilbureau K. V. V. Zooals bekend mag worden verondersteld is dit bureau te Haarlem in de afgeloopen week met de werkzaamheden begonnen. Hierbij is gebleken dat men over het algemeen denkt dat deze ruilbeurs bedoeld is voor hen, voor wie om financieele re denen het aanschaffen van nieuw kindergoed be zwaarlijk is. Dit is een misverstand. De ruil beurs wil de geheele burgerij helpen door goede, te klein geworden kinderkleeding en schoenen te ruilen voor grootere maten, mi deze goederen niet meer zonder schoenenbon of textielpunten te krijgen zijn. Het bureau neemt ook gaarne geschonken klee ding en schoenen in ontvangst en is gevestigd in het Stadhuis ingang Zijlstraat, Dinsdag, Donder dag en Vrijdag van 1012, Woensdag van 24. INSTALLATIE MR. C. DEN BESTEN ALS' BURGEMEESTER VAN APELDOORN. APELDOORN, 11 Juli. Donderdag is mr. C. den Besten als burgemeester van Apeldoorn geïnstalleerd. De leiders van de N.S.B. hadden voor dezë plechtigheid eenige eenvoudige feestelijkheden georganiseerd. Bij hun aankomst inspecteerden de burgemeester en mevrouw Den Besten de voor hét raadhuis opge stelde gelederèn van de N.S.B. Hét vrouwenkoor zong een lied. De burgemeester droeg de uniform van het rechtsfront van de N.S.B. De heer G. Stempher, loco-burgemeester, leidde de buitengewone raadszitting voor de installatie. Aan wezig warén behalve de raad vele vooraanstaande personen uit de N. S. B„ o.a. de heeren Huygen, secretaris-generaal, mr De Rijke, procureur-generaal te Arnhem. De heer Stempher wees op den snellen groei van Apeldoorn en schetste haar bevolking als bedachtzaam maar trouw en aanhankelijk,"als men haar vertrouwen heeft gewonnen. Mr. dr. H. S. Veldman, nestor, sprak namens den raad. De burgemeester merkte op, dat hij gedreven door zijn liefde voor volk en vaderland dit ambt had aan vaard. Deze liefde had hem acht jaar geleden ook doen besluiten tot de N.S.B. toe te treden, wier beginsel is. dat het algemeen belang staat boven het groeps belang en het groepsbelang boven het eigenbelang. Daadwerkelijk of lijdelijk verzet, ontduiking en sabo tage zullen in hem een verbeten tegenstander vin den. Zijn werk zal gericht zijn op de verbeterng van de sociale toestanden; de instelling Winterhulp ge niet zijn volle medewerking. Spri pleitte aan het slot op aller medewerking voor een gelukkige toekomst, onder de leuze: alles voor het vaderland. Na de zitting recipieerden de burgemeester en me vrouw Den Besten op het raadhuis. - -/ (A.N.P;),1 Wat een zomertje, zegt mijn buurman en hij veegt met een verheugd gezicht zijn voorhoofd af met een zakdoek als een beddelaken. Moet mijn rozen eens zien, hoe volop ze bloeien en kijk eens haar mijn tomaten, je ziet ze groeien, zegt hij en loopt verrukt door zijn groentetuintje, dat zijn troetelkind is en waar hij van alles in heeft gezet, en dat hij nu dag in dag uit nauwkeurig in zijn groei volgt. Heerlijk dat zomerweer. Nu weet je tenminste dat het Juli is, en kun je genieten van de zomer maanden, waarnaar we dezen winter zoo vex-langd hebben. Zoo redeneert mijn buurman, maar er zijn nog menschen genoeg, die bij den eersten echt-zo- merschen dag al steen en been loopen te klagen over de „hitte", die dan maar dadelijk tropisch zou zijn, die het al dadelijk over een hittegolf hebben en die dat als excuus gebruiken om den halven dag met een gezicht als een oorwurm in een stoel rond te hangen. Wie werk te doen heeft, heeft de minste last van de warmte, sterker nog: wie ergens in geïnteres seerd is, bemeikt heelemaal geen wax-mte, en dan zeker niet de heerlijk zomersehe temperatuur met den verkoelenden wind, die wij in ons land kennen. Toch zijn er wel enkele voorzorgsmaatregelen, die wij in acht kunnen nemen tegen te veel last van de warmte, en laten we dan beginnen bij de baby. Kleed hem dun aan en houd hem vooral uit de zon: de waarde van de zonnestralen mag dan voor ouderen groot zijn, voor het teere huidje van de baby zijn zij in den zomer zeker te sterk, en wij moeten erbij bedenken dat een liggende hou ding in de zon veel hinderlijker voor de oogen is dan wanneer wij zitten of staan. Bovendien kunnen wij ons naar wensch verplaatsen, maar de baby is aan zijn plaatsje gekluisterd. Kleuters kunnen met warm weer best in badpak jes rond.loopen, maar vooi- velen is dit strakke wollen kleedingstuk veel te kriebelig. Geef dan uw meisjes liever een katoenen jurkje aan met een bijpassend broekje, de jongens enkel een katoenen pakje en een onderbroekje. Zijde is natuuidijk nog luchtiger maar onpractiseh doordat het minder goed waschbaar is. De schoolkinderen protesteeren zelf wel als zij het' te warm hebben, op den eersten zonnigen dag in Maart wordt moeder immers al belaagd om zomex-kleeren, die Marietje en Jan en Karei en Joke ook al mogen dragen van hun moeder! Voor de volwassenen zijn er mogelijkheden in overvloed voor luchtige, kleeding, hoewel alles wat als. typisch zomersch wordt gelanceerd dat lang niet altijd is. Bijvoorbeeld de lange damespantalon, die zoo'n_ ideale zomerdracht is: een kind kan echter begrijpen dat deze best is voor kil weer en dat hij werkelijk een uitkomst is bij fietsen, maar die lange wollen pijpen bij zomerwarmte zijn heel wat verwarmender dan een luchtig jux-kje met korte rok en kouslooze beenen. Ook de lange strandjas is een warme dracht als het zonnetje staat te blakeren, dan is het zonnejurkje met een apart kort jasje erbij veel luchtiger. Ons wisselende kli maat maakt dat dan het ééne toilet practisch is, en dan het andere en het zou wel wat al teveel gevergd zijn als we voor aike weersgesteldheid de geheel bijbehoorende kleeding te voorschijn konden too- veren. Onze mode maakt het dragen van een hoed al lerminst noodzakelijk, maar toch moeten wij ze heb ben voor bijzondere gelegenheden en voor de stad: voor de fiets mogen wij echter, dankbaar zijn voor onze nieuwe permanent, dié zoo best blijft zitten, of voor ons sjaaltje dat ons kapsel bij elkaar houdt. Wie fietst met een gerande hoed op, krijgt het alleen al warm van het vasthouden van dit hoofddeksel. Tenslotte nog een enkel woord over de kous looze mode: het mag dan luchtig zijn en practisch voor het behoud van onze kostbare punten, flat teus is het zeer zelden, omdat de meeste beenen niet onberispelijk zijn en omdat behoorlijke kousen daarvan een belangrijk deel. bedekken. Ben ik begonnen met de baby, ik wil eindigen met de oude menschen, die meestal ook veel last van de warmte - hebben, en tijdens een zomertem- Voor de Kinderen (Teekenlngen H. Kannegleter). TEDDY HOUDT VAN KANARIEGEZANG. Kijk, daar vliegt hij ln de hoogte, Is hij 't zingen plots verleerd? Teddy blijft, nog even wachten, of hij het nog weer probeert. Maar het vogeltje blijft vliegen, links en rechts de kamer door. Dan is 't mis, denkt onze Teddy, neen, hij kan het niet meer hoorl Wacht denkt Teddy, ik haal zangzaad, dat brengt hem weer aan den gang. 'k Heb 't zoo vaak de vrouw zien geven, ditmaal wachtte zij te lang. In een vogeltje moet zangzaad. net als olie in een lamp, als zoo'n beestje niet kan zingen, is 't voor hem een groote ramp. Dé humcl en de tragiek van' de simpel© levensavond van Evert, Jorrit, Aart er» Lein zich afspelend in het .„Huis" met den „Vader", kde dokter en de Regen» terv wordt in dit luchtige hoorspet meesterlijk vertolkt door Nico de Jong. Jules Verstraete, Mr. Philippe C. la Cha® pelle, Johan Fiolet, Hetty Beck, e.a. Luistert Zondagmiddag! Ge zult met aandacht het gebeuren volgen tot aar» het vroolijke slot,, wvaarin een zoo milde wijsheid besloten ligt; (Adv. IngezMed.) peratuur extra voorzichtig moeten zijn. Misschien kleeden zij zich te dik naar uw idee; dat zal wel zoo zijn, maar zij hebben dat nu eenmaal hun heele leven gedaan en het is vergeefsche moeite om te probeeren ze er van af te brengen. Zoek liever de koelte en de schaduw voor ze op en laat ze zich vooral niet meer inspannen dan noodig is, zij Zijn op een leeftijd dat rust hun deel mag zijn. E. E. j. p. Nieuw leven in Artis. Men schrijft aan het ANP: Het leven in de schilderachtige kinderboerderij van „Artis" te Amsterdam heeft nu wel zijn hoogtepunt bereikt, nu "ook de tweede zeug haar zeven biggetjes ter wereld heeft gebracht. Het is een echt landelijk tafereeltje, daar binnen in het schaduw-donkere stalletje die kleine varkentjes beweeglijk bezig te zien rond de kolossale moeder,! die er tevreden bij ligt te knorren. Het Boersche bloementuintje opzij van het Ver- kadehuisje staat nu in volle fleur; jonge goudvel den flitsen er door liet schemer-groene water van het vischvijvertje met zijn bloeiende, waterlelies. In den boomgaard van de boerderij wandelt een zeer zeldzame en opmerkelijke verschijning.-Het is de groote Japanscfie ooievaar (Cicenïa Boy.cjana Swinh), in het wild waarschijnlijk geheel uitgestor ven en tegenwoordig misschien in geen dierentuin., meer te vinden. Het hoogbejaarde dier in „Artis": is het overgebleven exemplaar van twee mannetjes, die hier in 1903 gekomen zijn. In een der perken van het Minangkabausche huis in den middentuin verrast een aller sierlijkst In disch antiloopje van ruim twee weken de voor bijgangers met zijn aangeboren springvaardigheid. In de volière der Braziliaansche tijgerroerdompen staan nu de wit-en-bruine dons jongen rechtop in het nest, met de ouders wedijverend in het aan nemen van de meest karakteristieke houdingen. Aan den vijver, in de aalscholverskolonie, zijn weer jongen op een der nesten te zien en in het apenhuis trekt nu een grappige Makoka-baby in een der buitenkooien de aandacht. JUBILEUM-TENTOONSTELLING VAN DEN HAAGSCDEN KUNSTKRING IN HET STEDELIJK MUSEUM TE AMSTERDAM. In het stedelijk museum te Amsterdam is Vrij dagmiddag in aanwezigheid van een aantal autori teiten, waaronder de Commissaris van de provincie Noord Holland, mr. J. A. Backer, de regeeringscom- missaris voor Amstex-dam, burgemeester E. J. Voute, en de wethouder voor onderwijs en kunstzaken, dr. J. Smit, de jubileumtentoonstelling van den Haag- schen Kunstkring geopend. Centrale Verwarming AUTOM. OLIE - KOLENSTOOKINR. N.V. Holster %re,Mr35 SANITAIRE INSTALLATIES. (Adv. Ingez. Med.) 18)- door THEA BLOEMERS. Met moeite slaagde het meisje er in het veld over te steken; aan haar eenen voet had ze een door weekt, dun avondschoentje, het andere had ze op haar moeizamen tocht verloren. Toen ze de gras vlakte achter zich had, kwam ze op een ander stuk land. Af en toe wierp een bleeke maan zijn spook - achtig licht over dicht-opeengroeiend stekelig struikgewas. Het scheurde de fijne stof van haar avondmantel en haar dunne japon aan flarden, terwijl ze zich er een weg doorheen baande: het verwondde haar armen en beenen en handen tot bloedens toe en ook haar gezicht bleef niet onbe- zeërd, daar ze verscheidene malen wankelde en haar hoofd dan met de doorns in onzachte aanra king kwam. In haar koortsig brein kwam het vi sioen, dat de struiken duivels waren, die haar van alle kanten insloten en bedreigden, waarheen ze zich ook wendde, en om aan haar belagers te ont snappen, moest zé een'toevlucht zoeken in een van de huizen, waarvan de silhouetten zich aan haar linkerhand dichtbij en duidelijktegen den avond hemel afteekenden. Maar aan den anderen kant. vreesde ze om in de nabijheid te komen van men- Bchen, die haar zouden kunnen tegenhouden en terug brengen naar het huis, dat zij ontvlucht was. Eenmaal liep ze bijna in de armen van een politie agent, maar voordat diens aandacht kón vallen op de vreemde vrouwengestalte, die uit de duisternis opdoemde, klonk een politiefluitje en de man haastte zich in de richting waaruit het signaal kwam. Bang dat hij zou terugkomen en haar aanhou den, kroop het meisje met inspanning van haar laatste krachten over een laag muurtje, dat ze in de nabijheid ontdekte en vjgl, uitgeput door op winding en door haar vermoeienden tocht, opnieuw bewusteloos aan de andere zijde neer. Toen Walter zijn overjas en zijn colbert had uitgegooid en in den vijver was gesprongen, had hij met enkele krachtige slagen de reeds zinkende Constance, die door koude en schrik .bewusteloos was gewox-den, bereikt. De redding was in enkele oogenblikkèn geschied. Toen hij het meisje aan den lagen oever had neergelegd, deed hij haastige en wilde pogingen om haar weer bij te brengen ze had gelukkig nog geen water binnen gekregen en was alleen maar een eind van den oever afge dreven, maar daarin slaagde hij niet zoo spoedig als hij gedacht had. De schok, dien Constance ge kregen had, was blijkbaar tè hevig geweest. Toen bedacht hij opeens dat het tuinhuisje vlakbij was en daarop droeg hij zijn nichtje naar deze veilige schuilplaats. Hij dacht er een oogenblik over om haar heelemaal naar huis te dx-agen, maar bij na der inzien vreesde hij toch, dat deze 'tocht, in de avondkilte schadelijker voor haar zou zi.jn, dan, warm toegedekt, even alleen in het tuinhuisje te moeten achterblijven, Nadat hij zijn lieven last had neergelegd, liep hij terug naar den waterkant om zijn droge over jas en zijn colbex't te halen. Met de eerste dekte hij haar warm toe en de andere jas vouwde hij als een kussen onder haar hoofd, zoodat dit niet op den harden houten vloer hoefde te rusten. Hij vond gelukkig een stuk kaars, dat hij aanstak, zoo'dat zij niet in het donker zou zijn, terwijl hij weg was om hulp te halen. Diep ontroerd keek hij naar het bleeke. mooie meisjesgezicht en met een onuit sprekelijk geluksgevoel zag hij, dat de oogleden even knipperden en de mond even bewoog. Vol- komen bewusteloos scheen ze dus niet te zijn! Maar de verdooving was toch wel nog zoo diep, dat ze niet reageerde op de vurige kussen, waarmee hij haar nat, koud gezicht bedekte, noch op de woorden van liefde en angst, die hij haar toe fluisterde. Maar hij bedacht met schrik, dat hij op die ma nier kostbaren tijd verloren liet gaan; dat hij han delen moest. „Ik wilde maar dat ik wat alcohol hier had"s peinsde hij, toen al zijn pogingen om haar tot vol ledig bewustzijn te bx-engen hadden gefaald, „dan kwam ze misschien direct weer bij". Neen, ei- zat niets anders op dan zoo snel mo gelijk naar huis te loopen en opwekkende midde len'en hulp te halen Haastig schreef hij een briefje voor Constance, voor het geval dat ze tijdens zijn afwezigheid bij kennis mocht komen en toen rende hij, zoo Jiard als dat mogelijk was in zijn kleeren die zwaar waren van het water, naar de villa, waar hij midden tusschen de gasten terecht kwam. Ze staax-den hem stom-verbaasd aan, toen hij op eens uit het donker kwam opduiken; zijn gezicht stond verwilderd, zijn haren waren verwax-d; hij was in overhemdsmouwen en het water droop uit zijn doorweekte kleeren. Hij was bleek, maar zijn oogen schitterden opgewonden en zijn stem klonk schor en gejaagd. „Mijn gx-ootmoeder", x-iép hij, „waar is ze? Ik moet mijn grootmoeder dii-ect spreken!" Er werd hem gezegd dat ze in den kleinen salon was en onmiddellijk ging hij daarheen zonder zich er om te bekommeren hoe hij er uit zag. Mevrouw van Zuylen, die omringd was door een kring van deftige oude dairies, schrok hevig toen ze hem zag. Een lichte kreet kwam over haar lip pen en toen riep ze uit: „Maar lieve jongen, wat is er in 's hemelsnaam met jou gebeurd? Je hebt in het water gelegen! Je ziet er uit alsof je half verdrönken bent!" „Maakt u zich over mij maar niet- ongerust", antwoordde hij met, een poging om geruststellend te glimlachen en met onzekere stem. En toen greep hij zich vast aan de leuning van een stoel, want hij kreeg het gevoel dat de heele kamer om hem heen draaide. De aanwezige dames waren vol goede zoi'gen voor hem, begrijpend dat hem iets ernstigs over komen was. Ze haalden .cognac en hielpen hem op een divan en daarna op een vriendelijke wenk van de gastvi-ouw verwijderden de gasten zich uit de kamer. „En nu jongen, vertel me alles", verzocht me vrouw van'Zuylen, toen ze met haar kleinzoon al leen was. „Wat is er tóch met je gebeurd?" „De zaak is.ik moet hulp hebben voor Con stance. Ze schijnt eexi wandeling in het park te zijn gaan maken erx in het donker moet ze misgestapt zijn en in den vijver zijn geloopen. Gelukkig kwam ik juist van den kant van het hek, waar ik uit mijn taxi gestapt was om door den zij-ingang in huis te komen. Ik hoorde haar om hulp roepen en sprong natuurlijk direct in het water en Icon ex- haar gemakkelijk uithalen. Het is werkelijk een hoogere bestiering dat ik daar juist in dat afgele gen deel van het park liep. Maar ze was bewuste loos, van den schx-ik denk ik, want ze heeft geen water binnengekregen en ik kon haar niet bij brengen. Ik heb haar naar het tuinhuisje gedra- gen en met mijn overjas toegedekt en ben toen hierheen gerend om hulp te halen. Het is daar be- hoox-lijk koud en na haar onderdompeling...." „Het zou haar dood kunnen zijn!" viel mevrouw van Zuylen hem op een toon van ontzetting in de rede. Ze was opgestaan, en drukte op de electrische bel. „Ik zal het kamermeisje sturen" en den huis knecht en een paar van de bedienden die we voor vanavond hebben, om haar te dragen. Ik zou zelf wel meegaan, Walter, maar op mijn leeftijd en dan mijn gasten. „Er is geen sprake van dat u mee mag gaan, grootmama, en ik ben ook niet gesteld op toeschou wers uit de gasten. Jet en een paar bedienden om haar op een matras te drager., dat is meer dan genoeg. Ze is zoo licht. Achteraf spijt het me dat ik haar toch maar niet hierheen heb gedragen, zooals ik eerst van plan was. Ik dacht dat ze daar minder van de kou te lijden zou hebben, maar ik vraag me af of dat wel zoo is". „Arm kind", zuchtte*mevrouw van Zuylen. „Ligt ze daar in het donker?" „Neen, ik heb gelukkig een stuk kaars gevon den. Maar de kou daar. „Simons".... mevrouw van Zuylen wendde zich •tot den huisknecht die op haar bellen verschenen was. „Geef mijnheer Walter een flesch cognac en een flesch water, en kom dan tèrug voor verdere orders". Toen de man den salon weer verlaten had, ver- yolgdë ze tot haar kleinzoon: „Jij gaat zeker vooruit om haar wat cognac te geven, hè?" En met, een bezox-gden_ blik op zijn natte kleeren: „Je hebt zeker geen tijd meer om jè te vei-kleeden?" „Neen, dat duurt te lang". „Trek dan in ieder geval een warme jas er over aan, dat helpt tenminste iets. Walter beloofde dat hij het zou doen en ging voort: „U stuux-t de anderen zeker zoo gauw mogelijk achter mij aan? Simons moet ze maar den kox-tsten wee naar het tuinhuisje wijzen". Walter haastte zich de kamer uit, schoot in een warme ovex-jas, haalde bij den huisknecht de beide flessehen en het aan zijn grootmoeder ovei-latend, de gasten op de hoogte te brengen van het ongeluk dat Constance was overkomen, holde hij, zoo snel zijn voeten hem konden dragen en zijn natte klee ren het hem veroox-loofden, terug naar de plaats waar hij het meisje had achtergelaten. Hijgend en buiten adem bereikte hij het tuin huisje. De deux- stond open! Hoe kon dat? Hij wist toch zeker dat hij haar gesloten had, juist op dat de kille avondlucht Constance geen kwaad zou doen. Hoe kon die deur nu in vredesnaam open zijn? Wat zou dat arme kind nu vreeselijk van de kou te lijden hebben! In het tuinhuis was het pikdonker. Door den luchtstroom, die door de open deur kwam, was de -kaars natuurlijk uitgewaaid. „Constance", riep Walter, „Constance, ben je daar?" Alles bleef stil. Er was geen ander geluid dan het suizelen van den avondwind door de boomen. Zou het meisje nog niet tot bewuszijn gekomen zijn? vroeg hij zich angstig af. „Constance!" riep hij nog eens. Maar weer kwam er geen antwoord op zijn roep. Hij stond in de deuropening en streek een luci fer af, die na een oogenblik weer uitwoei. Maar het schijnsel had toch lang genoeg geduurd om* hem op den vloer de omtrekken van iets donkers te doen zien, op de plaats waar hij het.meisje had |eh tergelaten. (Wordt vervolgd^

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1941 | | pagina 8