Jiem^tandt-hexdrnkiug- Bonnen die thans geldig zijn: In de Westerkerk fe Amsterdam Leugens om bestwil WOENSDAG 16 JU EI '1941' In een wijdingsvolle bijeenkomst heeft gister avond te Amsterdam in de Westerkerk de herden king plaats gehad van den geboortedag van Rem brandt. Het statig kerkgebouw, waarvan de kansel op eenvoudige wijze met coniferen was versierd stond in den schoonen zomeravond als een zin volle hei-innering aan een schoon verleden, welks groote zoon op dezen avond herdacht werd.. Een groot aantal belangstellenden vulde het kerkgebouw, waarvan het middenschip gereser veerd was voor autoriteiten en genoodigden. Aan wezig waren o.m. Dr. Böhmker, gevolmachtigde van den Rijkscommissaris van Noord-Holland, Schroder. Ortskommandant te Amsterdam en prof. mr. J. J. Schrieke, secretaris-generaal van het dep. van Justitie. Van het dep. van Volksvoorlichting en Kunsten de heeren: jhr. mr. S. M. S. de Ranitz, hoofd v. d. afd. Kabinet, N. Oosterbaan, persadvi seur v. d. S. G., M. Blokzijl, hoofd v. d. afd. Pers wezen, F. Primo, hoofd v. d. afd. Theater en Dans M. v. Lokhorst., hoofd v. d. afd. Ontspanning en Cultuur en Ed. Gerdes, hoofd van de afd. Beeldende Kunsten. Voorts werden opgemerkt de heeren mr. A. J. Backer, commissaris der provincie Noord-Holland, E. J. Voute, regeeringscommissaris voor Amsterdam, alsmede de wethouders: mr. dr. F. P. Guépin, dr. J. Smit en ir. C. J. Neiszen, S. L. A. Plekker, ï^e- geeringscorrimissaris voor Haarlem, mr. R. N. de R,uyter van Steveninek, burgemeester van Leiden, M. D. Benkei, waarnd. hoofd Rijksmuseum, dr. D. Hannema, directeur van het museum Boymans, G. D. Gratama, directeur van het Frans Halsmuseum te Haai-lem, M. Muller, Custos van het museum „Rembrandthuis", jhr. dr. Ch. de Stuers, namens den voorzitter van 't ..Rembrandthuis", J. Nikerk, directeur van de Ver. tot bevord. v. h. Vreemdelin genverkeer te Amsterdam en vele vooraanstaande figuren uit Nederlandsche kunstenaarskringen e.a. Een aantal leden van den Nederlandsehen Jeugd Storm had even eens in het middengedeelte der kerk plaats genomen. Op de gaanderijtegenover het orgel bevond zich het Amsterdamsch ge mengd koor, dat, toen de secretaris-generaal van het departement van Volksvoorlichting en Kunsten was gearriveerd, de herdenking inzette met het zingen van Valerius': Heer, die Uw tenten in he melen spreidt. Op uitnemende' wijze vertolkte het koor, onder leiding van Herman Dijkstra het oude lied. De organist Frans Hasselaar vervolgde met Va- riatiën op het koraal „Mein junges Leben bat ein End" van Sweelinck, waarna het koor zich we derom deed hooren met het bekende „Merck toch hoe sterek". Een belangrijk deel van de herdenking werd ge vormd door een rede van dr. T. Goedewaagen, se cretaris-generaal van het departement van Volks voorlichting en Kunsten over „Rembrandt in zijn tijd". Dr. Goedewaagen, er op wijzende, dat sinds Potgieter en Busken Huet Rembrandt, zijn per soonlijkheid en zijn kunst nader tot het Neder landsche volk hebben gebracht, dit in hem een mythisch symbool van eigen waai'de en kunnen is leeren zien, leverde een karakteristiek van de ont wikkeling van Rembrandt zoowel als mensch dan wel als kunstenaar, die het in beiderlei functie ver staan heeft, het stralend licht en het alles verslin dend duister te mengen. Goethe en Langbehn hebben Rembrandt een denker genoemd. En eigenlijk is ieder schilder van beteekenis een denker en geeft ieder werk van groot formaat een wereldbeeld, een. wereldbe schouwing. Ook Rembrandt was een denker, maar zijn den kend schilderen had anderen inhoud dan dat der Zuidelijke Renaissancisten. Hij is een denker, die heel het leven cn heel de wereld als een organische eenheid en als een zich ontwikkelend geheel aan schouwt: die in. tegenstelling tot een denken, dat, klare en afgesloten vormen wil, alles om en in zich als een eeuwig worden verstaat. Zie de natuur en den mensch bij Rembrandt, Zie den mensch als werker, strijder en geloover op zijn doeken, waar alles in elkaar overgaat, waarin het heilige en het profane geen gescheiden grootheden of werkelijkheden zijn en de grenzen tusschen beide veelal vervagen. Rembrandt heeft het alledaagsche als goddelijk gezien en het goddelijke in de sfeer van het een voudig menschelijke gebracht. Ir. zijn wereld is geen plaats voor schocne en leelijke dingen: hij heeft de schoonheid van het leelijke ontdekt, als hij een opengesneden lijk. een opengespalkte os schildert, of Ganymedes. den lieveling van Zeus niet als een schoonen jongeling, maar als een krij tend wicht in zijn verbeelding ziet.. Een denker is Rembrandt, die niet alleen het licht om de dingen der natuur weet te tooveren en evenals zijn tijd genoot Huygens het licht als het wezen der ruimte begrijpt, maar evenzeer in dat licht het innerlijk weet te geven. Spengler noemt het Rembrandtieke „ratselhafte Braun", dat eigenlijk geen natuurlijke kleur is de „Farbe der Seele". Rembrandts kleur is de kleur der intimiteit, de kleur van zelfbeken tenis en vergeestelijking. Rembrandt is een denker wiens wereldbeeld alomvattend en tevens orga nisch is. Rembrandt heeft eigenlijk geen dingen of menschen geschilderd, doch slechts het leven, zooals het zich als ding en mensch openbaart. Daarom is zijn werk ook volkomen on-klassicis- tisch en, als men wil, barbaarsch, zij het dan ook naar hei woord van Langbehn „feinste Barbarei". Het is vaak een lof, wanneer wij hier in 'het Noorden met zijn gedempte sfeer barbaarsch of „Gothisch" werden genoemd. Wat het Zuiden met zijn strakker vormen barbaarsch .acht, is juist ons wezen, is juist het wezen van den Germaanschen mensch. Zooals de mensch Rembrandt, de Faustische 2elfoverwinnaar, de zoeker naar steeds ruimer ruimten en dieper diepten in zijn leven niet alleen den Hollander, maar ook den Germaanschen mensch vertegenwoordigt, evenzoo is zijn wereld beeld, .dat in zijn werk werd neergelegd, Ger- maansch van ziel en lijf. Rembrandt heeft ge schilderd, wat bijv. Duitsche denkers over en aan de wereld hebben overdacht: Cusanus, Leibniz, Schilling, Hegel en Nietzsche, die allen de wereld en het leven als een wordende eenheid zien of als een ontwikkelingsproces, dat in eenheid van te- gendeelen zijn gang gaat. Zoo heeft ook Rembrandt starre tegenstellingen overbrugd en licht en don ker als verwante machten tegen elkaar afgewo gen. Rembrandt heeft zich in zijn werk zijn eigen mo nument gewrocht. „Maar als wij", aldus eindigde dr. Goedewaagen, „te dezer plaatse telken jare op de zen dag den man gedenken willen, die morgen de opvoeder in een herleving van Germaansch cul tuurbewustzijn kan worden, dan pas! het, aan de zen plek een vorm te geven, die ook uiterlijk van onze dankbaarheid getuigt. Het Nederlandsche volk heeft den grooten Zwij ger en velen zijner zeehelden met praalgraven ge ëerd. Rembrandt echter, dien de dood in de scha duwen, arm en onbemiddeld verraste, wacht nog steeds. Het eene jaar na het andere gaat voorbij. Er worden plannen ontworpen en hier en daar wordt een begin van verwerkelijking gemaakt. Dit slee- pend houden is echter nog grootër schande, dan wanneer de laatste rustplaats geheel en al verge ten was. Het volk, waarin deze mensch geleefd en gewerkt heeft, de stad, die hem huisvestte en hem de mo gelijkheid tot ontplooiing heeft gegeven zij beide hebben den plicht, hem ook in zijn rustplaats te eeren. Rembrandt zien wij thans niet meer alleen uit een oogpunt van patriotisme als Hollander. Rembrandt zien wij als een der grootste openba ringen van den Germaanschen geest. Alleen zoo zien wij hem in zijn geheelen omvang. De verplichting van dit volk en deze stad komt hierdoor nog duidelijker naar voren. Mogen beide dien plicht verstaan!" Dr. Goedewaagen begaf zich na het uitspre ken van zijn rede naar de bekende plek in de Westerkerk, waar hij onder de bekende cartouche een krans, voorzien van de Nederlandsche kleuren, aan den pilaar bevestigde. Nadat het koor „Wilt heden nu treden" had doen hooren speelde de organist de Chromatische Fan tasie d. kl. t. van Sweelinck, waarna de plechtig heid met het zingen van de zesde strofe van het Wilhelmus werd besloten. Opening en glutting van de jacht. In de Nederlandsche Staatscourant is opgenomen een beschikking van den secretaris-generaal van het de partement van Landbouw en Visscherïj, waarbij wordt bepaald, dat in het geheele land: 1. Behoudens het bepaalde sub 2 en 3. de jacht op de wildsoorten zal zijn geopend gedurende het tijdvak, achter de namen der wildsoorten vermeld: grofwild reeën: Reebokken van 1 Augustus t.m. 31 Augustus 1941; Reebokken van i October t.m. 15 October 1941; Reegeiten van 1 October t.m. 30 November 1941; Reekalveren van 1 November t.m. 30 November 1941; Herten en damherten: Bokken van 1 October t.m. 8 October 1941; Hinden van 16 Januari 1942 t.m. 31 Januari 1942; Klein wild: Fazantenhanen van 1 October t.m. 31 Januari 1942; Fazantenhennen v. 1 October t.m. 31 December 1941; Hazen van 1 October t.m. 31 December 1941; Houtsnippen van 1 October t.m. 31 Januari 1942; Korhgnen van 1 October t.m. 31 December 1941 en op 20, 21 en 22 April 1942; Korhennen van 1 October t.m. 15 November 1941; Patrijzen van 1 September t.m. 31 December 1941. Waterwild: Alle soorten eenden van 1 Augustus t.m. 31 Januari 1942 (behalve bergeenden en eidereenden); Ganzen van 1 Augustus t.m. 31 Januari 1942; Goudpluvieren van 1 September t.m. 31 Januari 1942; Meerkoeten van 1 Augustus t.m. 31 Januari 1942; Watersnippen van 1 Augustus t.m. 31 Januari 1942. 2. Behoudens het bepaalde sub 3 a. Het vangen van de hieronder genoemde water wildsoorten door middel van netten, waarvan het ge bruik is geoorloofd, zal zijn toegestaan gedurende het tijdvak, achter de namen der waterwildsoorten ver meld: Alle soorten eenden, van 1 Augustus t.m. 31 Januari 1942 (behalve bergeenden en eidereenden); Ganzen, meerkoeten en watersnippen. Goudpluvieren van 1 September t.m. 31 Januari 1942; b. Het vangen van de hieronder genoemde water wildsoorten door middel van eendenkooien zal zijn toegestaan gedurende het tijdvak, achter de namen der waterwildsoorten vermeld: Alle soorten eenden van 1 Augustus t.m. 31 Januari 1942 (behalve bergeenden en eidereenden); 3. De jacht niet wordt geopend op hertenkalveren, zwanen, bergeenden, eidereenden, duikers, kemp hanen, wulpen, scholeksters, grutto's, tureluurs en wa terhoentjes. NEDERLANDSCHE KRUIDENKAMER GESTICHT. 's-GRAVENHAGE, 15 Juli. De persdienst van het Nederlandsche Agrarische front meldt o.m.: In het kader van het Nederlandsche Agrarische Front werd heden opgericht de Nederlandsche Kruidenka mer. Dze organisatie zal er naar streven alle kweekers, zoekers en handelaren in geneeskruiden en aanver wante gewassen te vereenigen. Met de organisatorische leiding van dit instituut is voorloopig belast de heer H. G. W. L. Coenen te Am sterdam. Sleutel weg? Tel. 11493 DeSleutelspecialist,L.Veerstr.lO (Adv. Ingez. Med.) Koffiedieveii stonden terecht. Vijf strooptochten leverden veel geld op. UTRECHT, 15 Juli. Voor de Utrechtsche Recht bank heeft Dinsdag terecht gestaan de zwervende los- werkman T. A. P., wegens diefstal van balen koffie (ongebrande) ten nadeele van de firma Douwe Egberts te Utrecht. Verdachte bekende met een drietal ande ren in Mei, tegen 12 uur 's nachts het terrein van Douwe Egberts betreden te hebben. Hij had één baal ongebrande koffie weggenomen, de anderen 19. De 20 balen koffie werdén per wagen vervoerd naar de wo ning van één der „koffie-liefhebbers". waar zij later in beslag genomen zijn. De Utrechtsche politie, welke vanwege de hooge uit gaven van deze menschen reeds lang argwaan had. greep in vóór de doorlevering kon plaats hebben, al was het geld al betaald. Zoo had verd. reeds f 850. ontvangen, waarvan hij goeden sier had gemaakt. Er waren geen getuigen opgeroepen zoodat de offi cier van justitie direct requisitoir kon nemen. Hij eischte 10 maanden gevangenisstraf. NOG 44 BALEN. Vervolgens stond een 4-tal andere „koffie-liefheb- bers" terecht, te weten van I., T., de B. en van D. Blijkbaar moeten de eerstgenoemden wel beschouwd worden als de hoofddaders van de in totaal 5 stroop tochten naar het terrein van Douwe Egberts. Zij wis ten hun slag zoo te slaan, dat bij controle de ver missing der in totaal 64 balen koffie niet gemerkt kon worden. In totaal hadden zij nog 44 balen koffie verduisterd. Het blijkt, dat de verdachte uit de vorige zaak, P., bij van I. is gekomen met het verzoek om het schuurtje achter de woning van laatstgenoemde als opslagplaats te mogen gebruiken. Van I. vond dat goed en zou pas later gemerkt hebben, dat het hier om gestolen koffie ging. Bij den tweeden keer was verd. reeds zelf meegeweest naar het terrein van Douwe Egberts en de beide volgende malen eveneens. In totaal ontving verd. een kleine f 2000.voor de ge stolen koffie. Van D. en de B. erkennen eveneens schuldig te zijn aan den diefstal. Eerstgenoemde verklaarde echter dat hij slechts 3 keer aanwezig was geweest en den laat- sten keer zou dit onder pressie gebeurd zijn. Van D. verklaarde verder dat zoowel van I. en T. f4500. hadden ontvangen, de B. f 2700.— en hijzelf slechts f 1500.—. Het blijkt dan dat de kooper van de koffie de ver dachten bedreigd zou hebben met aangifte bij de Duitsche instanties, indien hem ook niet de laatste partij kofie van 20 balen geleverd zou worden. De officier eischte tegen de hoofddaders T. en van I, één jaar gevangenisstraf, met aftrek van de preven tieve hechtenis, terwijl hij tegen de beide andere ver dachten, de B. en van D. respectievelijk 8 en 10 maan den gevangenisstraf met aftrek van de preventieve hechtenis eischte. Vervolgens had zich in dezelfde zaak te verantwoor den een zekere B., die als bestuurder van een vracht auto in April een partijtje koffie van het einde van den Vleutenscheweg naar een schuurtje, toebehooren- de aan van I., had vervoerd. Verdachte verklaarde dat hij slechts vermoedde, dat de koffie gestolen goed was. Getuige T. verklaarde, dat hij tegenover dezen ver dachte alleen maar over een partijtje smokkelwaar had gesproken. Verd. B. had in totaal f500.beloo ning ontvangen. Voorts bleek dat de afspraak was ge maakt dat de bestuurder van de vrachtauto één vijfde gedeelte van de opbrengst zou krijgen. Getuige van D. durfde echter niet te zeggen of de thans terechtstaan de verdachte wist, dat de koffie door diefstal bij Douwe Egberts verkregen zou worden. De officier eischte wegens heling een gevangenis straf voor den tijd van 6 maanden met aftrek van de preventieve hechtenis (A.N.P.). AARDAPPELEN. BON „26 reserve". T.m. 20 Juli: 3 kg. BOTER- OF VETKAART. BONS 22 en 23, T.m. 16 Juli 250 gr. boter p. bon. Vetkaart reductie. •«OOD. GEBAK. BON 10 (Bloemkaart). T.m. 10 Augs.: 50 gram brood of y2 rants, gebak. BON 26. T"m. 20 Juli 100 gr. brood of 1 rantsoen gebak. Bon „26-4 rantsoenen". T.m. 20 Juli: 400 gram brood of 4 rantsoenen gebak. EIEREN BON „26 eieren". T.m. 20 Juli: 1 ei. VLEESCH EN VLEESCH- WAREN. BON 25 „vleesch". T.m. 17 Juli 50 gr. vleesch. BON 25 „vleeschwaren". T.m. 17 Juli Yz rantsoen. SUIKER. BON 101. T.m. 3 Augs.: 1 kg suiker. JAM, STROOP, E.D. BON 103 (Bonkaart Alg.) T.m. 10 Augs.: 500 gram MEEL EN GRUTTERS WAREN. (Bonkaart Alg.) BON 102. T.m. 10 Augs.: 250 gr. rijst, rijstemeel, rijstebloem of grutte- meel. BON 44.-T.m. 10 Augs.: 250 gr. havermout, ha vervlokken, haverbloem. aardappelmeelvlokken, gort, gortmeel of grutten BON 10 (Bloemkaart). T.m. 10 Augs.: 35 gram tarwebloem, tarwemeel, roggebloem, roggemeel of zelfrijzend bakmeel. BON 45. T.m. 10 Augs.: 250 gr. gort, gortmout of grutten. BON 54. T.m. 10 Augs.: 100 gr. macaroni, vermi celli of spaghetti. BON 55. T.m. 10 Augs.: 100 gr. maizena, grïes- meel, sago, aardappel meel of puddingsaus- poeder. PETROLEUM. BON 11 (Bonkaart M en O) t.m. 10 Augs.: 2 L. SCHEERZEEP ENZ. BON K (Textielkaart) T.m. 31 Aug.: 50 gr. KAAS (Bonkaart Algem.) 1 BONS 69 en 79. T.m. 27 Juli" 100 gr. per bon. Bon „26 kaas" en bon I „2t kaas". T.m. 10 Augs.: 100 gram kaas per bon MELK. RON 26 (Melkkaart) t.m. 20 Juli: 154 L. melk. KOFFIESURROGAAT EN THEE. (Bonkaart Algem.) BON 4G. T.m 20 Juli 250 gr koffiesurrogaat of 40 gr. thee ZEEP. (Bonkaart Algem.) BON 38. T.m. 3 Augs.: 150 gr. toiletzeep, 120 gr. huishoudzeep. 200 gr. z. zeep (oude samenstel ling), 150 gr. z. zeep, 300 gr z. zeeppasta, 250 gr zeeppoeder. 125 gr. zeepvlokken. 250 gr. zelfwerkende waschmid- delen, 200 gr. vloeibare zeep of 600 gr. wasch- poeder. HONDENBROOD. BON 23. Tm- 31 Juli: Groep 1 en 2: 10 Kg; Gr 3: 8 Kg; Gr. 4: 5 Kg; Gr 5: 4 Kg; Gr. 6: 3 Kg. KATTENBROOD. BON 23. T.m. 31 Juli: 1 Kg. .DSTOFFEN. Bonkaart Haarden en Kachels t.m. 31 - Dec. Bonnen 01, 02, 03 per bon 1 eenheid vaste brand stof. Bonnen 05, 06, 07: 1 eenheid turf, Bonkaart Haarden en Kachels K t.m. 31 Dec Bonnen 01. 02, 03, 04 per bon 1 eenheid vaste brandstof Bonnen 05, 06, 07, 08: 1 eenheid turf. Bonkaart Centrale Ver warming L t.m. 31 Dec. Bonnen 0111 per bon 1 eenheid vaste brand stol Bonkaart ..Brandstoffen één eenheid tot 1 Mei 1942 1 eenheid vaste brandstof. Bon 03 KF van de kaar ten M. en N. Geldig 1-31 Juli: 1 eenheid vaste brandstoffen. Bon Generator-anthra- ciet 6e periode 1 H.L. anthracietnootjes of 50 ka turfcokes. Geldig 1-31 Juli. Bon Generatorturf 6e periode: 50 stuks bag- gerturf Geldia 1-31 .Tuil OFFICIEELE PUBLICATIE VAN DEN GEMACHTIGDE VOOR DE PRIJZEN. VASTGESTELDE MAXIMUMPRIJZEN. Bericht No. 14. De volgende prijzen voor vroege aardappelen mogen ten hoogste in rekening worden gebracht aan den gebruiker: Vroege aardappelen: Sorteering 23 m.m. vierkantsmaat en grooter 10 t/m. 16 Juli f 0,10 per kilogram 17 t/m. 23 Juli f 0,09 per kilogram 24 t/m. 30 Juli f 0,08% p. kilogram 30 t/m. 6 Augf 0,08 per kilogram Voor kriel van de sorteering 25 tot 28 m.m. vierkants maat t/m. 6 Augf 0,06 per kilogram Bij thuisbezorging mag een cent per kilogram meer worden berekend HET VRAGEN VAN HOOGERE PRIJZEN IS STRAFBAAR. BEWAAR DEZE OPGAVE EN GEBRUIK HAAR. Nieuwe opgaven kunnen de vroegere ongeldig maken. BENOEMING GRIFFIER VAN DE STATEN VAN GRONINGEN. GRONINGEN, 15 Juli. In de hedenmorgen ge houden zitting van de Proviciale Staten van Gronin gen is benoemd tot griffier der Staten in de vacature van wijlen mr. M. W. Scheltema, mr. S. J. Fockema Andreae, hoofdcommies, chef van de tweede afdeeling dèr proviciale griffie in Overijssel, nummer een van voordracht met 36 van de 40 uitgebrachte stemmen. Mr. E. Schotman, secretaris van de gemeente Leeuwar den, kreeg vier stemmen. LIJK VAN EEN VROUW OPGEHAALD. Dinsdagmorgen is in de Delfshavensche Schie nabij de Mathenesserbrug te Rotterdam het lijk opgehaald van een onbekende vrouw van ongeveer 6570 jaar, ge kleed in een zwart gespikkelde japon, zwarte kousen en pantoffels. Aan den ringvinger zit een gouden ring met inscriptie: C. Stok, alsmede een gouden ring met een zwarten steen. Zij, die inlichtingen kunnen geven om trent deze vrouw, worden verzocht zich in verbinding te stellen met den commissaris van politie, groep 3, hoofdbureau van politie, Haagsche Veer 23, Rotter dam. Voor de Kinderen (Teékenlngen H. Kannegleter). TEDDY'S WORST-WORSTELING. Teddy Trix verliest zijn pooten bijna door den grooten haast, dien hij meent te moeten maken, nu vriend Dikkie hem verbaast, met den aanblik en de geuren van een fijn ge rookte worst, die hij hem wei af wou nemen, als hij maar een beetje dorst. Losse planken in de schutting geven toe gang tot den tuin, waar hij kijkt wat Dikkie doen gaatvol verwachting 't kopje schuinZie, de worst gaat in de emmer en dan loopt Dik kalmpjes weg. Dat is meer dan Trix verwachtte, is dat even prachtig, zeg? DUITSCHE BEURS VOOR OPDRACHTEN AAN DE NEDERLANDSCHE INDUSTRIE. 's-GRAVENHAGE, 15 Juli. Vandaag', gedurende een gedeelte van den dag, is in den Haagschen Dieren tuin een beurs gehouden, georganiseerd door 't Duit sche Centrale Bureau voor Opdrachten (Zentralauftrags stelle), gevestigd in de Carel van Bylandtlaan te 's-Gravenhage. De bedoeling dezer beurs was de Duitsche industrieelen, die hier te lande als opdracht gevers optreden, in de gelegenheid te stellen, hun op drachten te plaatsen. In hoofdzaak ging het hier om metaalverwerkende industrieën, maar ook waren er vele afdeelingen voor kleeding, grafische vakken, e.a. Omstreeks 130 Duitsche firma's waren er vertegen woordigd en eenige honderden Nederlandsche op drachtnemers kwamen er zaken doen. Op het gebied van kleeding waren 60 a 70 Nederlandsche firma's vertegenwoordigd. De deelnemers waren ook in de gelegenheid inlichtingen in te winnen over grond stoffen. Het hoofd van de Rüstungsinspektion, Konter-Ad- miral Reimer, heeft de beurs namens minister dr. Fischböck met een enkel woord geopend en doen uit komen, dat men aangemoedigd werd tot het organisee- ren van deze beurs door het succes, dat in Duitsch- land met deze beurzen bereikt werd. Hij wenschte allen deelnemers succes en noemde het een belang voor beide landen, dat zooveel mogelijk opdrachten bij de Nederlandsche industrie geplaatst worden. (A.N.P.) N.V. MIJ. TOT EXPL. DER VEREENIGDE MAJANGLANDEN. In de Dinsdag te Amsterdam gehouden jaarlijksche algemeene vergadering van aandeelhouders der N.V. Maatschappij tot exploitatie der Vereenigde Majang- landen is het bestuursvoorstel tot verlenging van den termijn, waarbinnen de jaarstukken betreffende het boekjaar 1940-'41 moeten worden opgemaakt tot een redelijken tijd nadat de gegevens betreffende het be drijf in Nederlandsch-Oost-Indië verkregen zijn, aan genomen. De heer Herbert Cremer is als commissaris herkozen. ONGEOORLOOFDE PRIJSVERHOOGING VAN TEXTIELGOEDEREN. 's-GRAVENHAGE, 15 Juli. Bij herhaling verkocht een corsettenmagazijn te Den Haag in de periode Juli 1940 tot April 1941 zijn waren tegen te hooge prijzen. Men was er toe overgegaan den ouden voorraad in prijs te verhoogen. Telkens na het binnenkomen van een nieuwe duurdere zending werden de nog voorradige goederen tegen dezelfde prijzen verkocht als de nieuw- aangekomene. De oude prijzen hadden echter volgens de prijzenbeschikklng 1940 no. 1 voor de op 10 Mei reeds aanwezige goederen onveranderd gehandhaafd moeten worden, zoodat hier overtreding van de prijs- voorschriften had plaats gevonden. De directeur der N.V., C., werd door den inspecteur voor de prijsbeheersching te 's-Gravenhage tot f 1700 boete veroordeeld. Bij het vaststellen van dit bedrag werd rekening ge houden met de onrechtmatig verkregen winst. (A.N.P.) door THEA BLOEMERS. 21) Het kostte haar moeite om het woord over haar lippen te krijgen. „Ik heb alles ontdekt; wie je bent en welke rol je gespeeld hebt. Je bent in mijn macht „En in de mijne", voegde de oude vrouw er met een schelle stem bij. „Ja, en in de jouwe", viel Chris haar norsch bij. „Dus je hoort het Nora, je bent in onze macht, begrijp je het goed in onze macht". „Wil je me verraden?" „Neen, ik heb een beter idee. We zullen je niet verraden". „Niet?" krijschte de vrouw. „Hou jij je mond er buiten!" beet Chris de huis bewaarster toe, terwijl hij zich naar haar om wendde en haar dreigend aankeek. „Nora", ging hij tot het meisje voort, „je bent een gehaaide meid, dat moet ik zeggen! Je had alles eerst zoo fijn ingepikt, maar toen is de moed je in de schoe nen gezonken aDt komt, omdat je alleen stond. Maar nu zal ik je helpen. Ik zal je tot steun zijn. Wat is er?" eindigde Chris plotseling, een jeetje ge schrokken. In zwijgende wanhoop had het meisje toege luisterd, maar bij zijn laatste woorden slaakte ze een kreet van schrik en ontzetting. Was ze dan zoo diep gezonken, bedacht ze, dat een beroepsmisdadiger, het zwarte schaap van zijn familie, zooals hij zelf toegaf, het durfde wagen, haar voor te stellen om haar tot. hulp en steun te zijn? Het was nog niet zoo lang geleden, dat een goed en nobel man, een héér van top tot teen, haar iets dergelijks, gezegd had en ze huiverde, toen ze aan de schrijnende tegenstelling dacht. Maar JValter stond even ver boven, als deze jongen be neden haar. Beneden haar? Was dat wel zoo? Had hij niet gezegd: „Ze wint het van gewone inbre kers!" en ook verklaard, dat zij hem den loef had afgestoken? „Verraad me gerust als je wit", stamelde ze, .niets kan erger zijn, dan wat ik op het oogenblik uitsta, absoluut niets!" Chris staarde haar in stomme verbazing aan. „Ik zal je wat zegen", verklaarde hij na een oogenblik. „Ik heb je een pluim gegeven voor je flinkheid en ik heb je mijn hulp en steun be loofd. Ik zal je nu nog wat anders beloven. Ik zal je niet verraden en die oude vrouw hier ook niet, maar dan moet je ook goed begrijpen wat ik doen zal". „Wat zul je dan doen?" vroeg het meisje in ang stige spanning. „Ik zal maken dat je er mee door gaat. Je moet terug gaan naar de van Zuylens „Ik kan niet". „Je kunt wél! Je zult een of ander verhaaltje moeten verzinnen om je afwezigheid aannemelijk te maken en dan ga je voort met de rol van mijn heer Eduards kleindochter te spelen en je geeft mij een deel in het geld dat je machtig kunt wor den eno ja, natuurlijk, aan juffrouw Winter ook", hij draaide zich om naar de huisbewaarster, die hem venijnig in den arm kneep, om hem er aan te herinneren dat ze ook aanspraak maakte op een aandeel in den buit. „Natuurlijk, juffrouw Winter moet ook wat hebben", herhaalde hij. „Er zal genoeg voor iedereen zijn ook voor mijn waarde familie in Arnhem. Mijn lieve nicht", hij sprak nog steeds tegen de oude vrouw, „mijn lieve nicht is een pienter meisje; we zullen honderden en duizenden en tienduizenden geldens in de wacht kunnen sleepen. Ze is heel geschikt om de deftige dame uit te hangen: o, dit zal onze groote kans zijn! Een schitterende kans!" Nora gaf geen antwoord. Ze lag doodstil, met gesloten oogen en zag zoo intens bleek, dat de beide anderen dachten dat ze weer buiten bewustzijn was- geraakt en ze trokken zich terug in de keia ken. Daar hadden ze een onderhoud over het aan deel, dat de huisbewaarster in den buit yerlangde om haar medewerking te verleenen aan dit brutale complot. Maar het meisje was niet bewusteloos, integen deel. De moreele schok, die het gesprek met haar misdadigen neef haar had gegeven, was zóó groot, dat ze helderder kon denken, dan in een paar da gen het geval was geweest. En haar geweten sprak nóg luider, dan het de laatste dagen al gedaan had. Het stond haar duidelijk voor den geest wat ze behoorde te doen. De vraag was alleen maar of ze er toe in staat zou zijn. „Het is. mijn plicht om naar „Het Heem" terug te gaan", peinsde zij, „maar niet om weer voor Constance van Zuylen te spelen. Neen, als ik terug ga, moet het zijn om de waarheid tè bekennen, de heele vreeselijke waarheid, aan mijnheer Eduard en zijn vrouw en misschien ook aan Walter. Ik heb tegen alle drie .misdreven". Maar zou ze er de kracht toe bezitten. Was ze in staat om de welverdiende toornige verwijten te doorstaan van deze menschen, van wie ze tot nu toe niets dan vriendelijkheid ondervonden had? Ze wist dat de oude heer een driftig man was. Misschien zou hij haar aan de politie overleveren en dan zou zij zeker in de gevangenis komen. Er zou natuurliik een publiek schandaal volgen en het verschrikkelijkste daarvan was dat haar moe der, haar aangebeden moeder, alles gewaar zou worden. Ze zou in de kranten lezen van de schande van haar oudste dochter en haar hart zou breken van ellende en schaamte. „Terwille van moeder, om haar en de kinderen van den ondergang te redden", redeneerde Nora bij zichzelf, „ben ik in de verleiding gekomen om het bedrog te beginnen en terwille van haar, om haar schande en hartzeer te besparen, moet ik er van afzien, om mijn fout te bekennen. Als het niet om moeder was, zou ik dat zeker doen. Mijn motie ven zijn zuiver, hef is om moeder te sparen, dat ik niet beken. Terwille van haar zal ik niet naar de van Zuylens teruggaan; neen!" Nora was altijd sterk geweest in de redeneering dat bet doel de middelen heiligt. Dit gebrek aan juist zedelijk inzicht had haar op de verkeerden weg gebracht eri weerhield haai: er nu van om het eenige te doen, wat in deze omstandigheden goed en behoorlijk zou zijn: haar bedrog te bekennen aan de menschen, bij wie zij zich onder valsche voorwendsels had ingedrongen en te hopen op hun vergiffenis, omdat ze met goede bedoelingen ge zondigd had. Toen ze tot het besluit was gekomen dat ze niet naar de van Zuylens zou teruggaan om een beken tenis te doen, lag ze een heele poos onbeweeglijk in haar bed en ze putte troost uit de gedachte, dat ze door haar bedrog toch eigenlijk niemand ern stig benadeeld had Walter had immers zelf ge zegd dat die duizend gulden er voor hem niet op aan kwam en dat ze haar moeder en haar broers en zusters er door gered had. De eenige die zij schade had gedaan schade aan de ziel was zij zelf. „Als er dan iemand nadeel moet ondervinden", zei ze bij zichzelf, „is het maar het beste dat ik dat ben!" Zoo was het meisje: aan opofferingsgezindheid en hulpvaardigheid ontbrak het haar niet, maar ze miste het besef, hoever ze bij het uitoefenen van deze deugden gaan mocht en waar de grens was. die onder geen voorwaarde overschreden mocht worden. Maar één ding stond vast. Ze zou het bedrog niet voortzetten; dat kon ze niet meer. Ze zou vluch ten en zich ergens ver weg verbergen voor allen die haar vroeger gekend hadden. „Wel, voel je je een beetje beter?" vroeg de huisbewaarster, die met een kop bouillon de kamer binnenkwam. „Ja, een heeleboel beter, dank u wel". Nora's stem had bijna een opgewekten klank ge kregen, zoo tevreden was ze over het besluit, dat ze zoo juist genomen had. „Drink dit maar eens op, dat zal je goed doen", zei de vrouw, terwijl ze Nora den kop bouillon gaf, „Chris", vervolgde ze, „is daar net wegge gaan. Maar hij komt morgenochtend terug om met je te spreken. Hij zal wel zorgen dat' je doet wat hij wil". En de huisbewaarster knikte geheimzinnig tegen, Nora en er was tegelijk iets dreigends in haar oogen. „Prachtig", verklaarde Nora. „Laat hij zijn gang maar gaan. Maar nu wat u zelf betreft. Denkt u niet dat één vogel in de hand beter is dan tien in de lucht?" „Natuurlijk! Maar wat bedoel je daarmee?" „Alleen maar dit. U hebt erg goed voor me ge zorgd en u bent erg vriendelijk voor me geweest en daarom wil ik u iets vertellen. Om verschillen de redenen is het absoluut onmogelijk om dat schit terende plan van Chris uit te voeren. U zult het zelf wel inzien als u weet, dat ik ontdekt heb, dat het meisje waarvoor ik ben doorgegaan, niet door den trein overreden is het slachtoffer was Jansje Elders maar dat ze nog leeft en elk oogen blik te voorschijn kan komen en me ontmaskeren, als ik het spelletje voortzet. Verder is het kamer meisje bij mevrouw van Zuylen een zuster van Chris, achter het bedrog gekomen en als ze niet op de hoogte is van de plannen van haar broer, heeft ze misschien al alles aan de familie van Zuy len verteld. Waarschijnlijk heeft ze dat direct ge daan, want ze had vreeselijk het land aan mij. Dus zou ik zeggen, juffrouw Winter, het is veel ver standiger. dat u niet op het slagen van Chris' plan nen wacht, maar dat u direct die boodschappen gaat doen, weet u wel? zei toch tegen Chris dat u boodschappen moest doen, niet waar?" Nora keek de vrouw met een veelzeggenden blik aan. „O ja.ik zal direct die boodschappen gaan doen. Chris zei dat hij mijn nek zou breken als ik het deed, maar Chris heeft altijd een grooten mond Blaffers zijn nu eenmaal geen bijters!" Ze vloog de kamer uit en enkele oogenblikken later verried het dichtslaan van een deur dat de hebzuchtige vrouw op weg was naar het politie bureau. Nora wipte uit het bed. „Dit is mijn kans", zei ze tot zichzelf, „als ze terug komt, moet ik er van door zijn". (Wordt vervolgd),. J

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1941 | | pagina 6