Jiem^tandt-hexdrnkiug-
Bonnen die thans geldig zijn:
In de Westerkerk fe Amsterdam
Leugens om bestwil
WOENSDAG 16 JU EI '1941'
In een wijdingsvolle bijeenkomst heeft gister
avond te Amsterdam in de Westerkerk de herden
king plaats gehad van den geboortedag van Rem
brandt. Het statig kerkgebouw, waarvan de kansel
op eenvoudige wijze met coniferen was versierd
stond in den schoonen zomeravond als een zin
volle hei-innering aan een schoon verleden, welks
groote zoon op dezen avond herdacht werd..
Een groot aantal belangstellenden vulde het
kerkgebouw, waarvan het middenschip gereser
veerd was voor autoriteiten en genoodigden. Aan
wezig waren o.m. Dr. Böhmker, gevolmachtigde
van den Rijkscommissaris van Noord-Holland,
Schroder. Ortskommandant te Amsterdam en prof.
mr. J. J. Schrieke, secretaris-generaal van het dep.
van Justitie. Van het dep. van Volksvoorlichting
en Kunsten de heeren: jhr. mr. S. M. S. de Ranitz,
hoofd v. d. afd. Kabinet, N. Oosterbaan, persadvi
seur v. d. S. G., M. Blokzijl, hoofd v. d. afd. Pers
wezen, F. Primo, hoofd v. d. afd. Theater en Dans
M. v. Lokhorst., hoofd v. d. afd. Ontspanning en
Cultuur en Ed. Gerdes, hoofd van de afd. Beeldende
Kunsten.
Voorts werden opgemerkt de heeren mr. A. J.
Backer, commissaris der provincie Noord-Holland,
E. J. Voute, regeeringscommissaris voor Amsterdam,
alsmede de wethouders: mr. dr. F. P. Guépin, dr.
J. Smit en ir. C. J. Neiszen, S. L. A. Plekker, ï^e-
geeringscorrimissaris voor Haarlem, mr. R. N. de
R,uyter van Steveninek, burgemeester van Leiden,
M. D. Benkei, waarnd. hoofd Rijksmuseum, dr. D.
Hannema, directeur van het museum Boymans, G.
D. Gratama, directeur van het Frans Halsmuseum
te Haai-lem, M. Muller, Custos van het museum
„Rembrandthuis", jhr. dr. Ch. de Stuers, namens
den voorzitter van 't ..Rembrandthuis", J. Nikerk,
directeur van de Ver. tot bevord. v. h. Vreemdelin
genverkeer te Amsterdam en vele vooraanstaande
figuren uit Nederlandsche kunstenaarskringen e.a.
Een aantal leden van den Nederlandsehen Jeugd
Storm had even eens in het middengedeelte der
kerk plaats genomen. Op de gaanderijtegenover
het orgel bevond zich het Amsterdamsch ge
mengd koor, dat, toen de secretaris-generaal van
het departement van Volksvoorlichting en Kunsten
was gearriveerd, de herdenking inzette met het
zingen van Valerius': Heer, die Uw tenten in he
melen spreidt. Op uitnemende' wijze vertolkte het
koor, onder leiding van Herman Dijkstra het
oude lied.
De organist Frans Hasselaar vervolgde met Va-
riatiën op het koraal „Mein junges Leben bat ein
End" van Sweelinck, waarna het koor zich we
derom deed hooren met het bekende „Merck toch
hoe sterek".
Een belangrijk deel van de herdenking werd ge
vormd door een rede van dr. T. Goedewaagen, se
cretaris-generaal van het departement van Volks
voorlichting en Kunsten over „Rembrandt in zijn
tijd". Dr. Goedewaagen, er op wijzende, dat sinds
Potgieter en Busken Huet Rembrandt, zijn per
soonlijkheid en zijn kunst nader tot het Neder
landsche volk hebben gebracht, dit in hem een
mythisch symbool van eigen waai'de en kunnen is
leeren zien, leverde een karakteristiek van de ont
wikkeling van Rembrandt zoowel als mensch dan
wel als kunstenaar, die het in beiderlei functie ver
staan heeft, het stralend licht en het alles verslin
dend duister te mengen.
Goethe en Langbehn hebben Rembrandt een
denker genoemd. En eigenlijk is ieder schilder van
beteekenis een denker en geeft ieder werk van
groot formaat een wereldbeeld, een. wereldbe
schouwing.
Ook Rembrandt was een denker, maar zijn den
kend schilderen had anderen inhoud dan dat der
Zuidelijke Renaissancisten. Hij is een denker, die
heel het leven cn heel de wereld als een organische
eenheid en als een zich ontwikkelend geheel aan
schouwt: die in. tegenstelling tot een denken, dat,
klare en afgesloten vormen wil, alles om en in
zich als een eeuwig worden verstaat.
Zie de natuur en den mensch bij Rembrandt,
Zie den mensch als werker, strijder en geloover
op zijn doeken, waar alles in elkaar overgaat,
waarin het heilige en het profane geen gescheiden
grootheden of werkelijkheden zijn en de grenzen
tusschen beide veelal vervagen.
Rembrandt heeft het alledaagsche als goddelijk
gezien en het goddelijke in de sfeer van het een
voudig menschelijke gebracht. Ir. zijn wereld is
geen plaats voor schocne en leelijke dingen: hij
heeft de schoonheid van het leelijke ontdekt, als
hij een opengesneden lijk. een opengespalkte os
schildert, of Ganymedes. den lieveling van Zeus
niet als een schoonen jongeling, maar als een krij
tend wicht in zijn verbeelding ziet.. Een denker is
Rembrandt, die niet alleen het licht om de dingen
der natuur weet te tooveren en evenals zijn tijd
genoot Huygens het licht als het wezen der ruimte
begrijpt, maar evenzeer in dat licht het innerlijk
weet te geven. Spengler noemt het Rembrandtieke
„ratselhafte Braun", dat eigenlijk geen natuurlijke
kleur is de „Farbe der Seele". Rembrandts kleur
is de kleur der intimiteit, de kleur van zelfbeken
tenis en vergeestelijking. Rembrandt is een denker
wiens wereldbeeld alomvattend en tevens orga
nisch is. Rembrandt heeft eigenlijk geen dingen
of menschen geschilderd, doch slechts het leven,
zooals het zich als ding en mensch openbaart.
Daarom is zijn werk ook volkomen on-klassicis-
tisch en, als men wil, barbaarsch, zij het dan ook
naar hei woord van Langbehn „feinste Barbarei".
Het is vaak een lof, wanneer wij hier in 'het
Noorden met zijn gedempte sfeer barbaarsch of
„Gothisch" werden genoemd. Wat het Zuiden met
zijn strakker vormen barbaarsch .acht, is juist ons
wezen, is juist het wezen van den Germaanschen
mensch.
Zooals de mensch Rembrandt, de Faustische
2elfoverwinnaar, de zoeker naar steeds ruimer
ruimten en dieper diepten in zijn leven niet alleen
den Hollander, maar ook den Germaanschen
mensch vertegenwoordigt, evenzoo is zijn wereld
beeld, .dat in zijn werk werd neergelegd, Ger-
maansch van ziel en lijf. Rembrandt heeft ge
schilderd, wat bijv. Duitsche denkers over en aan
de wereld hebben overdacht: Cusanus, Leibniz,
Schilling, Hegel en Nietzsche, die allen de wereld
en het leven als een wordende eenheid zien of als
een ontwikkelingsproces, dat in eenheid van te-
gendeelen zijn gang gaat. Zoo heeft ook Rembrandt
starre tegenstellingen overbrugd en licht en don
ker als verwante machten tegen elkaar afgewo
gen.
Rembrandt heeft zich in zijn werk zijn eigen mo
nument gewrocht. „Maar als wij", aldus eindigde dr.
Goedewaagen, „te dezer plaatse telken jare op de
zen dag den man gedenken willen, die morgen de
opvoeder in een herleving van Germaansch cul
tuurbewustzijn kan worden, dan pas! het, aan de
zen plek een vorm te geven, die ook uiterlijk van
onze dankbaarheid getuigt.
Het Nederlandsche volk heeft den grooten Zwij
ger en velen zijner zeehelden met praalgraven ge
ëerd. Rembrandt echter, dien de dood in de scha
duwen, arm en onbemiddeld verraste, wacht nog
steeds.
Het eene jaar na het andere gaat voorbij. Er
worden plannen ontworpen en hier en daar wordt
een begin van verwerkelijking gemaakt. Dit slee-
pend houden is echter nog grootër schande, dan
wanneer de laatste rustplaats geheel en al verge
ten was.
Het volk, waarin deze mensch geleefd en gewerkt
heeft, de stad, die hem huisvestte en hem de mo
gelijkheid tot ontplooiing heeft gegeven zij beide
hebben den plicht, hem ook in zijn rustplaats te
eeren. Rembrandt zien wij thans niet meer alleen
uit een oogpunt van patriotisme als Hollander.
Rembrandt zien wij als een der grootste openba
ringen van den Germaanschen geest. Alleen zoo
zien wij hem in zijn geheelen omvang.
De verplichting van dit volk en deze stad komt
hierdoor nog duidelijker naar voren. Mogen beide
dien plicht verstaan!"
Dr. Goedewaagen begaf zich na het uitspre
ken van zijn rede naar de bekende plek in de
Westerkerk, waar hij onder de bekende cartouche
een krans, voorzien van de Nederlandsche kleuren,
aan den pilaar bevestigde.
Nadat het koor „Wilt heden nu treden" had doen
hooren speelde de organist de Chromatische Fan
tasie d. kl. t. van Sweelinck, waarna de plechtig
heid met het zingen van de zesde strofe van het
Wilhelmus werd besloten.
Opening en glutting van de jacht.
In de Nederlandsche Staatscourant is opgenomen een
beschikking van den secretaris-generaal van het de
partement van Landbouw en Visscherïj, waarbij wordt
bepaald, dat in het geheele land:
1. Behoudens het bepaalde sub 2 en 3. de jacht op
de wildsoorten zal zijn geopend gedurende het tijdvak,
achter de namen der wildsoorten vermeld: grofwild
reeën:
Reebokken van 1 Augustus t.m. 31 Augustus 1941;
Reebokken van i October t.m. 15 October 1941;
Reegeiten van 1 October t.m. 30 November 1941;
Reekalveren van 1 November t.m. 30 November 1941;
Herten en damherten:
Bokken van 1 October t.m. 8 October 1941;
Hinden van 16 Januari 1942 t.m. 31 Januari 1942;
Klein wild:
Fazantenhanen van 1 October t.m. 31 Januari 1942;
Fazantenhennen v. 1 October t.m. 31 December 1941;
Hazen van 1 October t.m. 31 December 1941;
Houtsnippen van 1 October t.m. 31 Januari 1942;
Korhgnen van 1 October t.m. 31 December 1941 en
op 20, 21 en 22 April 1942;
Korhennen van 1 October t.m. 15 November 1941;
Patrijzen van 1 September t.m. 31 December 1941.
Waterwild:
Alle soorten eenden van 1 Augustus t.m. 31 Januari
1942 (behalve bergeenden en eidereenden);
Ganzen van 1 Augustus t.m. 31 Januari 1942;
Goudpluvieren van 1 September t.m. 31 Januari 1942;
Meerkoeten van 1 Augustus t.m. 31 Januari 1942;
Watersnippen van 1 Augustus t.m. 31 Januari 1942.
2. Behoudens het bepaalde sub 3
a. Het vangen van de hieronder genoemde water
wildsoorten door middel van netten, waarvan het ge
bruik is geoorloofd, zal zijn toegestaan gedurende het
tijdvak, achter de namen der waterwildsoorten ver
meld:
Alle soorten eenden, van 1 Augustus t.m. 31 Januari
1942 (behalve bergeenden en eidereenden);
Ganzen, meerkoeten en watersnippen.
Goudpluvieren van 1 September t.m. 31 Januari 1942;
b. Het vangen van de hieronder genoemde water
wildsoorten door middel van eendenkooien zal zijn
toegestaan gedurende het tijdvak, achter de namen der
waterwildsoorten vermeld:
Alle soorten eenden van 1 Augustus t.m. 31 Januari
1942 (behalve bergeenden en eidereenden);
3. De jacht niet wordt geopend op hertenkalveren,
zwanen, bergeenden, eidereenden, duikers, kemp
hanen, wulpen, scholeksters, grutto's, tureluurs en wa
terhoentjes.
NEDERLANDSCHE KRUIDENKAMER GESTICHT.
's-GRAVENHAGE, 15 Juli. De persdienst van het
Nederlandsche Agrarische front meldt o.m.:
In het kader van het Nederlandsche Agrarische Front
werd heden opgericht de Nederlandsche Kruidenka
mer. Dze organisatie zal er naar streven alle kweekers,
zoekers en handelaren in geneeskruiden en aanver
wante gewassen te vereenigen.
Met de organisatorische leiding van dit instituut is
voorloopig belast de heer H. G. W. L. Coenen te Am
sterdam.
Sleutel weg? Tel. 11493
DeSleutelspecialist,L.Veerstr.lO
(Adv. Ingez. Med.)
Koffiedieveii stonden terecht.
Vijf strooptochten leverden veel geld op.
UTRECHT, 15 Juli. Voor de Utrechtsche Recht
bank heeft Dinsdag terecht gestaan de zwervende los-
werkman T. A. P., wegens diefstal van balen koffie
(ongebrande) ten nadeele van de firma Douwe Egberts
te Utrecht. Verdachte bekende met een drietal ande
ren in Mei, tegen 12 uur 's nachts het terrein van
Douwe Egberts betreden te hebben. Hij had één baal
ongebrande koffie weggenomen, de anderen 19. De 20
balen koffie werdén per wagen vervoerd naar de wo
ning van één der „koffie-liefhebbers". waar zij later
in beslag genomen zijn.
De Utrechtsche politie, welke vanwege de hooge uit
gaven van deze menschen reeds lang argwaan had.
greep in vóór de doorlevering kon plaats hebben, al
was het geld al betaald. Zoo had verd. reeds f 850.
ontvangen, waarvan hij goeden sier had gemaakt.
Er waren geen getuigen opgeroepen zoodat de offi
cier van justitie direct requisitoir kon nemen. Hij
eischte 10 maanden gevangenisstraf.
NOG 44 BALEN.
Vervolgens stond een 4-tal andere „koffie-liefheb-
bers" terecht, te weten van I., T., de B. en van D.
Blijkbaar moeten de eerstgenoemden wel beschouwd
worden als de hoofddaders van de in totaal 5 stroop
tochten naar het terrein van Douwe Egberts. Zij wis
ten hun slag zoo te slaan, dat bij controle de ver
missing der in totaal 64 balen koffie niet gemerkt
kon worden. In totaal hadden zij nog 44 balen koffie
verduisterd. Het blijkt, dat de verdachte uit de vorige
zaak, P., bij van I. is gekomen met het verzoek om
het schuurtje achter de woning van laatstgenoemde
als opslagplaats te mogen gebruiken. Van I. vond dat
goed en zou pas later gemerkt hebben, dat het hier om
gestolen koffie ging. Bij den tweeden keer was verd.
reeds zelf meegeweest naar het terrein van Douwe
Egberts en de beide volgende malen eveneens. In
totaal ontving verd. een kleine f 2000.voor de ge
stolen koffie.
Van D. en de B. erkennen eveneens schuldig te zijn
aan den diefstal. Eerstgenoemde verklaarde echter dat
hij slechts 3 keer aanwezig was geweest en den laat-
sten keer zou dit onder pressie gebeurd zijn. Van D.
verklaarde verder dat zoowel van I. en T. f4500.
hadden ontvangen, de B. f 2700.— en hijzelf slechts
f 1500.—.
Het blijkt dan dat de kooper van de koffie de ver
dachten bedreigd zou hebben met aangifte bij de
Duitsche instanties, indien hem ook niet de laatste
partij kofie van 20 balen geleverd zou worden.
De officier eischte tegen de hoofddaders T. en van
I, één jaar gevangenisstraf, met aftrek van de preven
tieve hechtenis, terwijl hij tegen de beide andere ver
dachten, de B. en van D. respectievelijk 8 en 10 maan
den gevangenisstraf met aftrek van de preventieve
hechtenis eischte.
Vervolgens had zich in dezelfde zaak te verantwoor
den een zekere B., die als bestuurder van een vracht
auto in April een partijtje koffie van het einde van
den Vleutenscheweg naar een schuurtje, toebehooren-
de aan van I., had vervoerd. Verdachte verklaarde dat
hij slechts vermoedde, dat de koffie gestolen goed was.
Getuige T. verklaarde, dat hij tegenover dezen ver
dachte alleen maar over een partijtje smokkelwaar
had gesproken. Verd. B. had in totaal f500.beloo
ning ontvangen. Voorts bleek dat de afspraak was ge
maakt dat de bestuurder van de vrachtauto één vijfde
gedeelte van de opbrengst zou krijgen. Getuige van D.
durfde echter niet te zeggen of de thans terechtstaan
de verdachte wist, dat de koffie door diefstal bij
Douwe Egberts verkregen zou worden.
De officier eischte wegens heling een gevangenis
straf voor den tijd van 6 maanden met aftrek van de
preventieve hechtenis (A.N.P.).
AARDAPPELEN.
BON „26 reserve". T.m.
20 Juli: 3 kg.
BOTER- OF VETKAART.
BONS 22 en 23, T.m. 16
Juli 250 gr. boter p. bon.
Vetkaart reductie.
•«OOD. GEBAK.
BON 10 (Bloemkaart).
T.m. 10 Augs.: 50 gram
brood of y2 rants, gebak.
BON 26. T"m. 20 Juli 100
gr. brood of 1 rantsoen
gebak.
Bon „26-4 rantsoenen".
T.m. 20 Juli: 400 gram
brood of 4 rantsoenen
gebak.
EIEREN
BON „26 eieren". T.m.
20 Juli: 1 ei.
VLEESCH EN VLEESCH-
WAREN.
BON 25 „vleesch". T.m.
17 Juli 50 gr. vleesch.
BON 25 „vleeschwaren".
T.m. 17 Juli Yz rantsoen.
SUIKER.
BON 101. T.m. 3 Augs.:
1 kg suiker.
JAM, STROOP, E.D.
BON 103 (Bonkaart Alg.)
T.m. 10 Augs.: 500 gram
MEEL EN GRUTTERS
WAREN. (Bonkaart Alg.)
BON 102. T.m. 10 Augs.:
250 gr. rijst, rijstemeel,
rijstebloem of grutte-
meel.
BON 44.-T.m. 10 Augs.:
250 gr. havermout, ha
vervlokken, haverbloem.
aardappelmeelvlokken,
gort, gortmeel of grutten
BON 10 (Bloemkaart).
T.m. 10 Augs.: 35 gram
tarwebloem, tarwemeel,
roggebloem, roggemeel
of zelfrijzend bakmeel.
BON 45. T.m. 10 Augs.:
250 gr. gort, gortmout of
grutten.
BON 54. T.m. 10 Augs.:
100 gr. macaroni, vermi
celli of spaghetti.
BON 55. T.m. 10 Augs.:
100 gr. maizena, grïes-
meel, sago, aardappel
meel of puddingsaus-
poeder.
PETROLEUM.
BON 11 (Bonkaart M en
O) t.m. 10 Augs.: 2 L.
SCHEERZEEP ENZ.
BON K (Textielkaart)
T.m. 31 Aug.: 50 gr.
KAAS (Bonkaart Algem.) 1
BONS 69 en 79. T.m. 27
Juli" 100 gr. per bon.
Bon „26 kaas" en bon I
„2t kaas". T.m. 10 Augs.:
100 gram kaas per bon
MELK.
RON 26 (Melkkaart) t.m.
20 Juli: 154 L. melk.
KOFFIESURROGAAT EN
THEE. (Bonkaart Algem.)
BON 4G. T.m 20 Juli 250
gr koffiesurrogaat of 40
gr. thee
ZEEP. (Bonkaart Algem.)
BON 38. T.m. 3 Augs.:
150 gr. toiletzeep, 120 gr.
huishoudzeep. 200 gr. z.
zeep (oude samenstel
ling), 150 gr. z. zeep,
300 gr z. zeeppasta, 250
gr zeeppoeder. 125 gr.
zeepvlokken. 250 gr.
zelfwerkende waschmid-
delen, 200 gr. vloeibare
zeep of 600 gr. wasch-
poeder.
HONDENBROOD.
BON 23. Tm- 31 Juli:
Groep 1 en 2: 10 Kg; Gr
3: 8 Kg; Gr. 4: 5 Kg; Gr
5: 4 Kg; Gr. 6: 3 Kg.
KATTENBROOD.
BON 23. T.m. 31 Juli:
1 Kg.
.DSTOFFEN.
Bonkaart Haarden en
Kachels t.m. 31 - Dec.
Bonnen 01, 02, 03 per bon
1 eenheid vaste brand
stof. Bonnen 05, 06, 07: 1
eenheid turf,
Bonkaart Haarden en
Kachels K t.m. 31 Dec
Bonnen 01. 02, 03, 04 per
bon 1 eenheid vaste
brandstof Bonnen 05, 06,
07, 08: 1 eenheid turf.
Bonkaart Centrale Ver
warming L t.m. 31 Dec.
Bonnen 0111 per bon
1 eenheid vaste brand
stol
Bonkaart ..Brandstoffen
één eenheid tot 1 Mei
1942 1 eenheid vaste
brandstof.
Bon 03 KF van de kaar
ten M. en N. Geldig 1-31
Juli: 1 eenheid vaste
brandstoffen.
Bon Generator-anthra-
ciet 6e periode 1 H.L.
anthracietnootjes of 50
ka turfcokes. Geldig 1-31
Juli.
Bon Generatorturf 6e
periode: 50 stuks bag-
gerturf Geldia 1-31 .Tuil
OFFICIEELE PUBLICATIE VAN DEN GEMACHTIGDE VOOR DE PRIJZEN.
VASTGESTELDE MAXIMUMPRIJZEN.
Bericht No. 14.
De volgende prijzen voor vroege aardappelen mogen ten hoogste in rekening worden gebracht aan den gebruiker:
Vroege aardappelen:
Sorteering 23 m.m. vierkantsmaat en grooter
10 t/m. 16 Juli f 0,10 per kilogram
17 t/m. 23 Juli f 0,09 per kilogram
24 t/m. 30 Juli f 0,08% p. kilogram
30 t/m. 6 Augf 0,08 per kilogram
Voor kriel van de sorteering 25 tot 28 m.m. vierkants
maat t/m. 6 Augf 0,06 per kilogram
Bij thuisbezorging mag een cent per kilogram meer worden berekend
HET VRAGEN VAN HOOGERE PRIJZEN IS STRAFBAAR.
BEWAAR DEZE OPGAVE EN GEBRUIK HAAR.
Nieuwe opgaven kunnen de vroegere ongeldig maken.
BENOEMING GRIFFIER VAN DE STATEN VAN
GRONINGEN.
GRONINGEN, 15 Juli. In de hedenmorgen ge
houden zitting van de Proviciale Staten van Gronin
gen is benoemd tot griffier der Staten in de vacature
van wijlen mr. M. W. Scheltema, mr. S. J. Fockema
Andreae, hoofdcommies, chef van de tweede afdeeling
dèr proviciale griffie in Overijssel, nummer een van
voordracht met 36 van de 40 uitgebrachte stemmen.
Mr. E. Schotman, secretaris van de gemeente Leeuwar
den, kreeg vier stemmen.
LIJK VAN EEN VROUW OPGEHAALD.
Dinsdagmorgen is in de Delfshavensche Schie nabij
de Mathenesserbrug te Rotterdam het lijk opgehaald
van een onbekende vrouw van ongeveer 6570 jaar, ge
kleed in een zwart gespikkelde japon, zwarte kousen en
pantoffels. Aan den ringvinger zit een gouden ring met
inscriptie: C. Stok, alsmede een gouden ring met een
zwarten steen. Zij, die inlichtingen kunnen geven om
trent deze vrouw, worden verzocht zich in verbinding
te stellen met den commissaris van politie, groep 3,
hoofdbureau van politie, Haagsche Veer 23, Rotter
dam.
Voor de Kinderen
(Teékenlngen H. Kannegleter).
TEDDY'S WORST-WORSTELING.
Teddy Trix verliest zijn pooten bijna door
den grooten haast, dien hij meent te moeten
maken, nu vriend Dikkie hem verbaast, met
den aanblik en de geuren van een fijn ge
rookte worst, die hij hem wei af wou nemen,
als hij maar een beetje dorst.
Losse planken in de schutting geven toe
gang tot den tuin, waar hij kijkt wat Dikkie
doen gaatvol verwachting 't kopje
schuinZie, de worst gaat in de emmer
en dan loopt Dik kalmpjes weg. Dat is meer
dan Trix verwachtte, is dat even prachtig,
zeg?
DUITSCHE BEURS VOOR OPDRACHTEN AAN DE
NEDERLANDSCHE INDUSTRIE.
's-GRAVENHAGE, 15 Juli. Vandaag', gedurende
een gedeelte van den dag, is in den Haagschen Dieren
tuin een beurs gehouden, georganiseerd door 't Duit
sche Centrale Bureau voor Opdrachten (Zentralauftrags
stelle), gevestigd in de Carel van Bylandtlaan te
's-Gravenhage. De bedoeling dezer beurs was de
Duitsche industrieelen, die hier te lande als opdracht
gevers optreden, in de gelegenheid te stellen, hun op
drachten te plaatsen. In hoofdzaak ging het hier om
metaalverwerkende industrieën, maar ook waren er
vele afdeelingen voor kleeding, grafische vakken, e.a.
Omstreeks 130 Duitsche firma's waren er vertegen
woordigd en eenige honderden Nederlandsche op
drachtnemers kwamen er zaken doen. Op het gebied
van kleeding waren 60 a 70 Nederlandsche firma's
vertegenwoordigd. De deelnemers waren ook in de
gelegenheid inlichtingen in te winnen over grond
stoffen.
Het hoofd van de Rüstungsinspektion, Konter-Ad-
miral Reimer, heeft de beurs namens minister dr.
Fischböck met een enkel woord geopend en doen uit
komen, dat men aangemoedigd werd tot het organisee-
ren van deze beurs door het succes, dat in Duitsch-
land met deze beurzen bereikt werd. Hij wenschte
allen deelnemers succes en noemde het een belang
voor beide landen, dat zooveel mogelijk opdrachten
bij de Nederlandsche industrie geplaatst worden.
(A.N.P.)
N.V. MIJ. TOT EXPL. DER VEREENIGDE
MAJANGLANDEN.
In de Dinsdag te Amsterdam gehouden jaarlijksche
algemeene vergadering van aandeelhouders der N.V.
Maatschappij tot exploitatie der Vereenigde Majang-
landen is het bestuursvoorstel tot verlenging van den
termijn, waarbinnen de jaarstukken betreffende het
boekjaar 1940-'41 moeten worden opgemaakt tot een
redelijken tijd nadat de gegevens betreffende het be
drijf in Nederlandsch-Oost-Indië verkregen zijn, aan
genomen. De heer Herbert Cremer is als commissaris
herkozen.
ONGEOORLOOFDE PRIJSVERHOOGING VAN
TEXTIELGOEDEREN.
's-GRAVENHAGE, 15 Juli. Bij herhaling verkocht
een corsettenmagazijn te Den Haag in de periode Juli
1940 tot April 1941 zijn waren tegen te hooge prijzen.
Men was er toe overgegaan den ouden voorraad in
prijs te verhoogen. Telkens na het binnenkomen van een
nieuwe duurdere zending werden de nog voorradige
goederen tegen dezelfde prijzen verkocht als de nieuw-
aangekomene. De oude prijzen hadden echter volgens
de prijzenbeschikklng 1940 no. 1 voor de op 10 Mei
reeds aanwezige goederen onveranderd gehandhaafd
moeten worden, zoodat hier overtreding van de prijs-
voorschriften had plaats gevonden.
De directeur der N.V., C., werd door den inspecteur
voor de prijsbeheersching te 's-Gravenhage tot f 1700
boete veroordeeld.
Bij het vaststellen van dit bedrag werd rekening ge
houden met de onrechtmatig verkregen winst. (A.N.P.)
door
THEA BLOEMERS.
21)
Het kostte haar moeite om het woord over haar
lippen te krijgen.
„Ik heb alles ontdekt; wie je bent en welke rol
je gespeeld hebt. Je bent in mijn macht
„En in de mijne", voegde de oude vrouw er met
een schelle stem bij.
„Ja, en in de jouwe", viel Chris haar norsch
bij. „Dus je hoort het Nora, je bent in onze macht,
begrijp je het goed in onze macht".
„Wil je me verraden?"
„Neen, ik heb een beter idee. We zullen je niet
verraden".
„Niet?" krijschte de vrouw.
„Hou jij je mond er buiten!" beet Chris de huis
bewaarster toe, terwijl hij zich naar haar om
wendde en haar dreigend aankeek. „Nora", ging
hij tot het meisje voort, „je bent een gehaaide
meid, dat moet ik zeggen! Je had alles eerst zoo
fijn ingepikt, maar toen is de moed je in de schoe
nen gezonken aDt komt, omdat je alleen stond.
Maar nu zal ik je helpen. Ik zal je tot steun zijn.
Wat is er?" eindigde Chris plotseling, een jeetje ge
schrokken.
In zwijgende wanhoop had het meisje toege
luisterd, maar bij zijn laatste woorden slaakte ze
een kreet van schrik en ontzetting.
Was ze dan zoo diep gezonken, bedacht ze, dat
een beroepsmisdadiger, het zwarte schaap van zijn
familie, zooals hij zelf toegaf, het durfde wagen,
haar voor te stellen om haar tot. hulp en steun te
zijn? Het was nog niet zoo lang geleden, dat een
goed en nobel man, een héér van top tot teen, haar
iets dergelijks, gezegd had en ze huiverde, toen
ze aan de schrijnende tegenstelling dacht. Maar
JValter stond even ver boven, als deze jongen be
neden haar. Beneden haar? Was dat wel zoo? Had
hij niet gezegd: „Ze wint het van gewone inbre
kers!" en ook verklaard, dat zij hem den loef had
afgestoken?
„Verraad me gerust als je wit", stamelde ze,
.niets kan erger zijn, dan wat ik op het oogenblik
uitsta, absoluut niets!"
Chris staarde haar in stomme verbazing aan.
„Ik zal je wat zegen", verklaarde hij na een
oogenblik. „Ik heb je een pluim gegeven voor je
flinkheid en ik heb je mijn hulp en steun be
loofd. Ik zal je nu nog wat anders beloven. Ik zal
je niet verraden en die oude vrouw hier ook niet,
maar dan moet je ook goed begrijpen wat ik doen
zal".
„Wat zul je dan doen?" vroeg het meisje in ang
stige spanning.
„Ik zal maken dat je er mee door gaat. Je moet
terug gaan naar de van Zuylens
„Ik kan niet".
„Je kunt wél! Je zult een of ander verhaaltje
moeten verzinnen om je afwezigheid aannemelijk
te maken en dan ga je voort met de rol van mijn
heer Eduards kleindochter te spelen en je geeft
mij een deel in het geld dat je machtig kunt wor
den eno ja, natuurlijk, aan juffrouw Winter
ook", hij draaide zich om naar de huisbewaarster,
die hem venijnig in den arm kneep, om hem er
aan te herinneren dat ze ook aanspraak maakte op
een aandeel in den buit. „Natuurlijk, juffrouw
Winter moet ook wat hebben", herhaalde hij. „Er
zal genoeg voor iedereen zijn ook voor mijn
waarde familie in Arnhem. Mijn lieve nicht", hij
sprak nog steeds tegen de oude vrouw, „mijn lieve
nicht is een pienter meisje; we zullen honderden
en duizenden en tienduizenden geldens in de wacht
kunnen sleepen. Ze is heel geschikt om de deftige
dame uit te hangen: o, dit zal onze groote kans
zijn! Een schitterende kans!"
Nora gaf geen antwoord. Ze lag doodstil, met
gesloten oogen en zag zoo intens bleek, dat de beide
anderen dachten dat ze weer buiten bewustzijn
was- geraakt en ze trokken zich terug in de keia
ken. Daar hadden ze een onderhoud over het aan
deel, dat de huisbewaarster in den buit yerlangde
om haar medewerking te verleenen aan dit brutale
complot.
Maar het meisje was niet bewusteloos, integen
deel. De moreele schok, die het gesprek met haar
misdadigen neef haar had gegeven, was zóó groot,
dat ze helderder kon denken, dan in een paar da
gen het geval was geweest. En haar geweten sprak
nóg luider, dan het de laatste dagen al gedaan
had. Het stond haar duidelijk voor den geest wat
ze behoorde te doen. De vraag was alleen maar of
ze er toe in staat zou zijn.
„Het is. mijn plicht om naar „Het Heem" terug
te gaan", peinsde zij, „maar niet om weer voor
Constance van Zuylen te spelen. Neen, als ik terug
ga, moet het zijn om de waarheid tè bekennen, de
heele vreeselijke waarheid, aan mijnheer Eduard
en zijn vrouw en misschien ook aan Walter. Ik
heb tegen alle drie .misdreven".
Maar zou ze er de kracht toe bezitten. Was ze
in staat om de welverdiende toornige verwijten te
doorstaan van deze menschen, van wie ze tot nu
toe niets dan vriendelijkheid ondervonden had?
Ze wist dat de oude heer een driftig man was.
Misschien zou hij haar aan de politie overleveren
en dan zou zij zeker in de gevangenis komen. Er
zou natuurliik een publiek schandaal volgen en
het verschrikkelijkste daarvan was dat haar moe
der, haar aangebeden moeder, alles gewaar zou
worden. Ze zou in de kranten lezen van de schande
van haar oudste dochter en haar hart zou breken
van ellende en schaamte.
„Terwille van moeder, om haar en de kinderen
van den ondergang te redden", redeneerde Nora bij
zichzelf, „ben ik in de verleiding gekomen om het
bedrog te beginnen en terwille van haar, om haar
schande en hartzeer te besparen, moet ik er van
afzien, om mijn fout te bekennen. Als het niet om
moeder was, zou ik dat zeker doen. Mijn motie
ven zijn zuiver, hef is om moeder te sparen, dat ik
niet beken. Terwille van haar zal ik niet naar de
van Zuylens teruggaan; neen!"
Nora was altijd sterk geweest in de redeneering
dat bet doel de middelen heiligt. Dit gebrek aan
juist zedelijk inzicht had haar op de verkeerden
weg gebracht eri weerhield haai: er nu van om het
eenige te doen, wat in deze omstandigheden goed
en behoorlijk zou zijn: haar bedrog te bekennen
aan de menschen, bij wie zij zich onder valsche
voorwendsels had ingedrongen en te hopen op hun
vergiffenis, omdat ze met goede bedoelingen ge
zondigd had.
Toen ze tot het besluit was gekomen dat ze niet
naar de van Zuylens zou teruggaan om een beken
tenis te doen, lag ze een heele poos onbeweeglijk
in haar bed en ze putte troost uit de gedachte, dat
ze door haar bedrog toch eigenlijk niemand ern
stig benadeeld had Walter had immers zelf ge
zegd dat die duizend gulden er voor hem niet op
aan kwam en dat ze haar moeder en haar broers
en zusters er door gered had. De eenige die zij
schade had gedaan schade aan de ziel was
zij zelf.
„Als er dan iemand nadeel moet ondervinden",
zei ze bij zichzelf, „is het maar het beste dat ik
dat ben!"
Zoo was het meisje: aan opofferingsgezindheid
en hulpvaardigheid ontbrak het haar niet, maar ze
miste het besef, hoever ze bij het uitoefenen van
deze deugden gaan mocht en waar de grens was.
die onder geen voorwaarde overschreden mocht
worden.
Maar één ding stond vast. Ze zou het bedrog niet
voortzetten; dat kon ze niet meer. Ze zou vluch
ten en zich ergens ver weg verbergen voor allen
die haar vroeger gekend hadden.
„Wel, voel je je een beetje beter?" vroeg de
huisbewaarster, die met een kop bouillon de kamer
binnenkwam.
„Ja, een heeleboel beter, dank u wel".
Nora's stem had bijna een opgewekten klank ge
kregen, zoo tevreden was ze over het besluit, dat
ze zoo juist genomen had.
„Drink dit maar eens op, dat zal je goed doen",
zei de vrouw, terwijl ze Nora den kop bouillon
gaf, „Chris", vervolgde ze, „is daar net wegge
gaan. Maar hij komt morgenochtend terug om met
je te spreken. Hij zal wel zorgen dat' je doet wat
hij wil".
En de huisbewaarster knikte geheimzinnig tegen,
Nora en er was tegelijk iets dreigends in haar
oogen.
„Prachtig", verklaarde Nora. „Laat hij zijn gang
maar gaan. Maar nu wat u zelf betreft. Denkt u
niet dat één vogel in de hand beter is dan tien
in de lucht?"
„Natuurlijk! Maar wat bedoel je daarmee?"
„Alleen maar dit. U hebt erg goed voor me ge
zorgd en u bent erg vriendelijk voor me geweest
en daarom wil ik u iets vertellen. Om verschillen
de redenen is het absoluut onmogelijk om dat schit
terende plan van Chris uit te voeren. U zult het
zelf wel inzien als u weet, dat ik ontdekt heb, dat
het meisje waarvoor ik ben doorgegaan, niet door
den trein overreden is het slachtoffer was
Jansje Elders maar dat ze nog leeft en elk oogen
blik te voorschijn kan komen en me ontmaskeren,
als ik het spelletje voortzet. Verder is het kamer
meisje bij mevrouw van Zuylen een zuster van
Chris, achter het bedrog gekomen en als ze niet
op de hoogte is van de plannen van haar broer,
heeft ze misschien al alles aan de familie van Zuy
len verteld. Waarschijnlijk heeft ze dat direct ge
daan, want ze had vreeselijk het land aan mij. Dus
zou ik zeggen, juffrouw Winter, het is veel ver
standiger. dat u niet op het slagen van Chris' plan
nen wacht, maar dat u direct die boodschappen
gaat doen, weet u wel? zei toch tegen Chris dat
u boodschappen moest doen, niet waar?"
Nora keek de vrouw met een veelzeggenden blik
aan.
„O ja.ik zal direct die boodschappen gaan
doen. Chris zei dat hij mijn nek zou breken als ik
het deed, maar Chris heeft altijd een grooten mond
Blaffers zijn nu eenmaal geen bijters!"
Ze vloog de kamer uit en enkele oogenblikken
later verried het dichtslaan van een deur dat de
hebzuchtige vrouw op weg was naar het politie
bureau.
Nora wipte uit het bed. „Dit is mijn kans", zei
ze tot zichzelf, „als ze terug komt, moet ik er van
door zijn".
(Wordt vervolgd),. J