Duidelijke waarschuwing Strenge straf van het Duitsche Landesgericht 's GRAVENHAGE, 24 Juli. Voor het Landes gericht stond terecht de 25-jarige W. H. B., bode bij een der departementen van algemeen bestuur te 's Gravenhage. In dat departement hebben ook .ver scheidene Duitsche heeren hun kantoorlokalen, waarin een portret hangt van den Führer. Naar de verdachte vertelde, zat hij beneden in het departement toen hij in de courant las, dat in alle openbare gebouwen de portretten van de Ko ningin moesten worden verwijderd op grond, dat deze laatste zich aan de zijde der bolsjewisten had gesteld. Bij het lezen van dit bericht is vei'dachte zóó in woede ontstoken, dat hij meende, dat nu ook maar het portret van den Führer weg moest. De daad bij de gedachte voegende liep hij naar boven en slóeg van twee „Führerbilder" het glas stuk. Het was, naar hij zeide, niet zijn bedoeling geweest, den Führer te beleedigen, maar er was slechts sprake van een woede-aanval. Hij had spijt van wat hij gedaan had, te meer, daar hij door de Duitschers, voor wie hij werkte, steeds goed behandeld was en door hun toedoen zelfs verhooging van loon gekre gen had. De Staatsanwalt zeide o.m., dat Duitschland niet voor zichzelf, maar voor Europa vecht tegen het bolsjewisme. Op 't oogenblik van deze groote uit eenzetting zijn duidelijke fronten ontstaan. Duitsch land kan niet dulden, ook niet in de bezette lan den, dat wie ook zich aan de zijde van het bolsje wisme stelt. Uit de omstandigheden blijkt, dat de verdachte van plan was een politieke demonstratie te veroorzaken. Verergerd wordt de zaak daardoor dat de verdachte voorbestraft is en zich niet aan gegeven heeft, toen hij zag, dat andere personen door zijn daden onder verdenking kwamen. Deze ver dachte geeft zelf toe, dat zijn positie door toedoen der Duitsche heeren was verbeterd. Als dank gaat hij nu zich op deze wijze misdragen. Spr. vond het geval zeer ernstig en eischte een gevangenisstraf van twee jaren. Na in raadkamer te zijn geweest, wees de rech ter vonnis. Hij veroordeelde den verdachte tot twee jaren gevangenisstraf met aftrek der kort prven- tieve hechtenis. Het is klaarblijkelijk velen Neder landers nog net duidelijk aldus lichtte de rechter het vonnis toe waar de strijd in Sovjet Rusland om gaat. Denkt men dat, wanneer Duitschland zou verliezen, de bolsjewiki aan de grens zouden blijven en Nederland niet zouden betreden? Deze oorlog voert Duitschland voor geheel Europa en wanneer de Koningin zich aan de zijde der Sovjets schaart, moet het land de 'gevolgen dragen. De daad van verdachte verdient dan ook de strengste straf. Dit geval moge een waarschuwing voor al diegenen zijn, die gelooven, demonstraties en propaganda tegen Duitschland te kunnen bedrijven. Duitsche luchtactie boven Engeland. BERLIJN, 24 Juli (D.N.B.) Het in den Engel- gchen nieuwsdienst bekend gemaakte communiqué over de vijandelijke luchtactie in den nacht van Woensdag op Donderdag boven Groot-Brittannië meldt, dat deze actie zich over een groot gebied uit- strekte. Er is eenige schade aangericht en de aanval len hebben eenige dooden geëischt, zooals het com muniqué het uitdrukt. De aanvallen waren gericht op „eenige plaatsen in Noordwest-Engeland en Schot land". FRANSCH-JAPANSCHE BESPREKING TOKIO, 24 Juli. (DNB) Domei meldt, dat he denochtend een „zeer belangrijke bespreking" is gevoerd tusschen den Franschen ambassaderaad Guy Fain en den Japanschen vice-minister van Buitenlandsche Zaken Jamamoto. Het sprookje van de steen met de baard. Voor ik met dit sprookje begin, moet ik jullie ver tellen, dat het Neger-Engelse woord voor sprookje „Anansie-torie" is. Letterlijk vertaald betekent dit: spinverhaal. Dit komt omdat de spin in de meeste van die verhaaltjes die de West-Indische negerkinde ren elkaar vertellen, de hoofdrol vervult. Die spin wordt altijd afgeschilderd als een lui hebzuchtig en slim diertje, dat altijd ten koste van de andere die ren tracht te leven. In deze Anansie-torie zul je zien, hoe boontje ik bedoel Anansie tenslotte om zijn loontje komt. Heel lang geleden woonden de viervoetige dieren, de insecten in vogels niet in holen of nesten, doch ze hadden hutten in het bos gebouwd. Ook Anansie woonde in een planken - hutje aan de rand van een groot bos. Nu gebeurde het eens, dat de regens niet op tijd invielen en het veldgewas verschroeide, zodat er weldra hongersnood heerschte in het land. Anansie wist niet, hoe hij voor zijn vrouw Akoeba en zijn twaalf kindertjes aan eten moest komen. Op zekere morgen zei hij tegen zijn vrouw: „Ik zal vandaag maar naar het eind van het bos lopen om te zien of ik iets eetbaars kan vinden.". Zoo gezegd, zo gedaan. Anansie ging op pad en kwam na een paar uren de Kapassie (gordeldier) tegen. „Hallo" zei Anansie tegen hem, „waar gaat de reis naar toe?" „Ik zoek wat te eten" zei de Kapassie. „Ik toevallig ook. Zullen we dan maar samengaan?" „Top" zei de Kapassie „twee zien meer dan één, hè?" Na een uurtje tevergeefs gezocht te hebben naar iets dat op voedsel leek, kwamen ze aan een beekje. Langs de kant lag een grote keisteen, enAnansie kon zijn ogen niet geloovendie steen had een mooie, sneeuwwitte baard. „Kijk" zei Anansie „wat een mooie steen is dat, hè?" „Ja, en wat een prachtige baard...." De Kapassie had geen tijd meer de zin te eindigen, want toen hij het woordje „baard" uitsprak, werd hij metershoog de lucht ingesmakt en kwam met een harden plof weer beneden. Dank zij z'n gordel, die als een pantser om zijn lijf sloot, liep het nog goed af; hij was alleen een beetje versuft van de smak. „Ik ga geen stap verder, Anansie", zei hij. „Wat jij doet, moet jij weten, maar mij krijg je niet mee." En de Kapassie keerde naar zijn hut terug. Anansie, die uit alles munt wist te slaan, ging aan het nadenken. Als de Kapassie geen schild om zijn lijf had gehad, ja, dan was hij zeker doodgevallen •ndan hadden wij weer een week te eten ge had. Ha! ik weet het! 'k Heb een reuzeplan, nu vlug naar huis terug! Zo vlug als hij met z'n vermoeide benen maar loopen kon, ging het nu huiswaarts. „Heb je wat te eten meegebracht?" was het eerste wat Akoeba vroeg. „Neen", zei Anansie „maar ik beloof jullie voor de komende tijd volop, als je maar doet, wat ik zeg. De kinderen gaan direct naar den smid en bestel len twaalf ijzeren staven, twee meter lang, met een scherpe punt eraan. En dan bij den kuiper twaalf houten vaten. Zeg maar, dat ik over een week alles betaal. Ieder van jullie brengt een vat mee naar huis, dat kan heel gemakkelijk, want je rolt het met de staf over de weg. Ingerukt, om twaalf uur moeten jullie terug zijn." De kleine Anansies vonden het wel een rare bood schap, maar gingen toch maar. Klokke twaalf waren ze terug, elk met een vat en een staaf. „Goed zo" zei vader „en nu gaan we verhuizen". Hij pakte het huisraad op een karretje en daar ging het. Toen ze bij het beekje aankwamen, zei Anansie tegen zijn vrouw en kinderen: „Het is ten strengste verboden in de nabijheid van deze steen het woordo wee! daar had ik het bijna zelf ge daan. „Hij nam toen een stokje en schreef het woord „baard" in het zand. „Denk erom, vergis je nooit, want anders moet je sterven." De kinderen beloofden het én daarna werd vlug een hutje gebouwd en gingen ze weer naar bed. De volgende morgen was het eerste werk twaalf die pe kuilen te graven. De staven werden op een rijtje in de grond geplant, dat alleen de scherpe punt er uit stak. Hierover werden wat droge blaren gelegd en de «aak was klaar. Boven GINA IS ALLEEN. Twee der drie olifanten, welke Artis te Amsterdam rijk was, zijn onlangs ten gevolge van ziekteverschijn selen overleden, zoodat de kleine Gina nu alleen is achtergebleven. (Foto Pax-Holland m) Links: De nieuwe bergdierenrots in Artis te Amsterdam is Woens dagmiddag officieel in gebruik genomen. Het fraaie complex is een bijzondere aanwinst voor den hoofdstedelijken dierentuin. (Foto Pax-Holland m) De bloembollenexport naar Duitschland. Thans gestegen tot 14 millR.M. De uitvoer van bloembollen naar Duitschland, die vorig jaar reeds 7 a 8 millioen R.M. bedroeg, zal dit jaar stijgen tot 10 millioen R.M. Verder zal er nog voor 4 millioen R.M. voor tuinen en plant soenen kunnen worden geleverd zoodat naar Duitschland in totaal voor 14 millioen R.M. bloem bollen zullen worden geëxporteerd. Over het algemeen worden de prijzen bevredi gend geacht. Of er ook uitvoer naar andere landen zal zijn is nog geheel onzeker. Men hoopt, dat ook naar Zweden nog voor ongeveer f 2 millioen kan worden ver-scheept. Zooals reeds is medegedeeld stelt de regeering zich garant voor de betaling van de bollen, die. uitgevoerd worden. Het surplusfonds zal waarschijnlijk worden ge handhaafd. Aan de kweekers zal misschien wel een kleine heffing worden opgelegd doch in geen geval meer dan de 24 pet., die ook sinds 1933 gestort werd. Het surplusfonds diende om bijdragen te verstrekken aan kweekers, die met onvex-kochte bollen bleven zitten. ZORG VOOR HET LOODSWEZEN. 's-GRAVENHAGE, 23 Juli. Bij beschikking van den Secretaris-generaal ran het departement van Waterstaat en het hoofd van het afwikkelingsbureau van het departement van Defensie, gepubliceerd in de Staatscourant van hédenavond, wordt de zorg voor het loodswezen, de betonning, de bebakening, de ver lichting en den stormwaarschuwingsdienst, voor zoo ver deze zorg niet reeds berust bij het departe ment van waterstaat, en de vredeskustwacht overge bracht van het departement van Defensie naar het departement van Waterstaat. Deze beschikking wordt geacht vah kracht te zijn geworden op 22 Juni 1940 Geen omzetbelasting van kellner- fooien. 's-GRAVENHAGE, 23 Juli. In verband met het feit, dat er inspecteurs der omzetbelasting waren, die de fooien der kellners beschouwden als „inkomsten wegens bewezen diensten", met het gevolg dat zij hiervan omzetbelasting verlangden van de kellners, heeft het hoofdbestuur van den Ned. R.K. bond van hotel-, café- en restaurant geëmpl. „St-Antonius" zich tot het departement van financiën gewend. Naar aanleiding hiex-van is van de zijde van dit departe- ment een aanschrijving gericht tot de desbetreffende ambtenaren der invoerrechten en accijnzen, waarin wordt medegedeeld dat kellners, ook al ontvangen zij geen vaste vergoeding doch uitsluitend fooien, niet geacht kunnen worden zelfstandig een beroep uit te oefenen in den zin van het besluit op de omzetbelas ting 1940 en dei'halve niet als ondernemer kunnen worden aangemerkt. (A.N.P.) Ned.-Indië verbiedt termijnhandel in deviezen. Europaprcss seint uit Tokio: Naar uit Batavia wordt gemeld, heeft de regee- ring van Ned.-Indië den termijnhandel in deviezen geheel vei'boden. Dit verbod vindt klaarblijkelijk zijn oorzaak in de omstandigheid, dat de valuta speculatie in verband met de politieke spanning in het Verre Oosten sterk was toegenomen. Generaal Wavell naar Moskou. v SJANGHAI, 24 Juli (D.N.B.) Het blad „Sin- wanpo" verneemt uit Engelsche kringen, dat generaal Wavell binnenkort naar Moskou zal reizen. Naar aanleiding van den Duitschen opmarsch in de Sovjet- Unie zou Wavell onderhandelingen willen voeren met de militaire leiders der Sovjets over een mili taire samenwerking tusschen Britsch-Indië en de Sovjet-Unie ten behoeve van de oprichting van een gemeenschappelijk afweerfront. Ernstig ongeluk op schoolreisje in Zwitserland. Twee dooden, zeven gewonden. BERN, 24 Juli. (DNB) Tijdens een schoolreisje over de Grimsel is de uit 47 scholieren en drie leeraren bestaande „Ecole Mécanique et d'Electi'i- cité de Neuehatel" te Gletsch door een ernstig on geluk getroffen. Des middags ongeveer half drie, toen het gezelschap zich vlak bij den Rhone-glet- sc'ner bevond, bsak er een geweldige ijsioren van den gletscher af, die de scholieren bedolf. De in Gletsch aanwezige' troepen begonnen terstond met de reddingsactie. Te 4 uur waren twee dooden en zeven gewonden te voorschijn gehaald. Wegens het aan houdende gevaar voor ijsafbrokkeling moest de reddingsactie voorloopig gestaakt worden. Volgens de jongste berichten worden nog drie scholieren vermist. Dat in de le klasse Turnlust B. zijn kampioenschap zou verlengen, stond na den eersten wedstrijd reeds vast. De drie overige ploegen verschilden weinig. De uitslag werd hier: 1. Turnlust B 17877 p.; 2. Concordia 15287 p 3. B. G. V. 14692 p.; 4. Bato 14559 p. Zeker rijp voor de le klasse Is ook het Haarlemsche Turnlust, dat nu in de 2e klasse met vlag en wimpel kam pioen werd, en wel met 11331 p. (op 4 onderdeelen tegen de le klasse 5). Daarop volgden Concordia met 9819 p. en Turnlust B. met 9317 p. De 3e klasse was veel sterker bezet. En ook de hoeda nigheid stond op peil, wat wel blijkt uit het feit, dat de 3 best geplaatste vereenigingen zonder bezwaar in de 2e klasse hadden kunnen uitkomen. Van de 3e klasse werd de volgorde: 1. O. S. s. 9775 p.; 2. T. V. S. 975B p.; 3. B. G. V. 9570 p.; 4. Rapiditas; 5. Rapiditas; 6. O. S. S.; 7. Bato; 8. S. S. H.; 9. B. G. V.; 10. Rapiditas. Evenals bij de dames worden hier vermeld de beste ver richtingen uit de competitie als geheel, onverschillig da klasse. Die prestaties luiden: Hardloopen 100 M.: 11.7 sec. C. Broertjes (B. G. V.). Hoogspringen: 1.68 M. L. Brouwer (Turnlust B,). Verspringen 6.12 M. L. Brouwer (Turnlust B.). Hlnkstapsprong: 12.70 M. L. Brouwer (Turnlust B.). Kogelstooten: 11.86 M: M. Kluft (Turnlust B.). Discuswerpen: 37.48 M. M. Kluft (Turnlust B Speerwerpen: 42.50 M. W. Schultze Kool (Concordia). Tn de le klasse was. over de geheele competitie bere* kend volgens de Finsche ♦elling. de beste athleet M. Kluft van Turnlust B. met 5232 p.. In de 2e klasse J. Verkes van Turnlust H met 3781 p., en In de 3e klasse J. Zieren van de B. G. V. met 3258 p. Aihletiek Competitie Kennemer Turnkring. Met den tweeden wedstrijd is nu de athletiek-competitie van den Kennemer Turkring geëindigd. De leiders bleken zich te hebben gehandhaafd, uitgezon derd in de 3e klasse voor heeren. In tegenstelling met vorige jaren behaalde geen enkele vereeniglng meer dan één kampioenschap. DE DAMES-WEDSTRIJD. De ongenaakbare Bloemendaalscha Gymnastiekvereeni- ging werd in de le klasse natuurlijk weer no. 1, en wel met 10551 p. tegen haar eenigen tegenstander, Concordia, 8851 p. Het verschil was dus, zooals trouwens te verwach ten viel, wel wat groot. Het pleit overigens voor Concor dia, dat het toch In de le klasse uitkwam. Aldus gaf de Haarlemsche vereeniging een voorbeeld, dat naar wij ho pen volgend jaar door meer vereenigingen wordt gevolgd. Schaken Dr. EUWE VERLIEST VAN BOGOLJUBOW. Uit Karlsbad: De derde partij in den schaak wedstrijd tusschen Dr. Max Euwe en den Duit schen kampioen Bogoljubow, die Woensdagmiddag te Karlsbad werd gespeeld, leverde een fraaie over winning op voor Bogoljubow, zoodat na deze derde partij de stand wederom gelijk is. Laatstgenoemde zette er terstond bij de opening alles op, waar te genover Euwe de Pruisische verdediging stelde. De Duitscher riskeerde daarbij evenwel de buitenge woon scherpe voortzetting van zijn tegenstander. Om op zijn beurt tot den aanval te kunnen over gaan, ruilde Euwe een toren tegen een looper. Bo goljubow offerde daarop een pion en verkreeg door een spitsvondig berekenden torenzet een voorsprong. Hij kon reeds bij den achttienden zet een stuk bemachtigen, doch liet toen zijn keus vallen op het behoud van kwaliteit. In den twin tigsten zet maakte Euwe in een reeds vrijwel ho- pelooze positie een fout, hetgeen tot gevolg had, dat hij in den 23sten zet moest capituleeren. De vierde partij wordt Vrijdag gespeeld. (Teekenlng Doeve) Twee vereenigingen In één afdeellng is veel te weinig, en zeker zijn er nog andere clubs, die ln de le klasso geen slecht figuur zouden slaan. De 2e klasse (met 4 onderdeelen; de le klasse had er 5) bracht het volgende resultaat: 1. Olympia 7439 p.; 2. Turnlust H. 6999 p.; 3. Bato 6690 p.; 4. Rapiditas 6521 p.; 5. B. G. V.; 6. Turnlust B.; 7. Concordia 8. B. G. V. 9. Turn lust B.; 10. Turnlust K.; 11. S. S. H.; 12. Rapiditas 13. T. V. s.; 14. Turnlust B.; 15. Bato 16. O. S. S. 17. O. S. S.; 18. Rapiditas. Over de geheele competitie behaalde mej. B. v. Twisk van de B. G. V. het hoogst aantal punten, n.l. 2708. Nog opmerkelijker is het succes van de Olympiane mej. T. v. Leeuwen, die in de 2e klasse met 3720 p. aan den top kwam. Dit is een dubbele gelukwensch waard, want mej. v, Leeuwen staat tevens als één van de allerbeste turnsters uit den Kennemer Turnkring genoteerd. WJ] vei melden hier nog de beste prestaties op de ver schillende onderdeelen. nu niet uit den tweeden wed strijd. maar over de geheele competitie, dit ter wille van een goed overzicht. Daarom Is ook geen onderscheid ge maakt tusschen de verschillende klassen. Hardloopen 100 M.: 13.5 séc. T. v. Leeuwen en B. Zand- voort (beiden Olympia). Hoogspringen: 1.33 M. G. Bernard (B. G. V Verspringen: 4.98 M. T, van Leeuwen (Olympia). Duitsche driesprong: 10.12 M. B. v. Twisk (B. G. V.). Kogelstooten: 9.70 M. T. van Leeuwen (Olympia). Discuswerpen: 26.75 M. R. sjouwerman (Concordia). Speerwérpen: 30.40 M. B. v. Twisk (B. G. V.). Kaboutertjes. Anansie liep toen het bospad weer op, tot hij een dier tegenkwam. Het was een hert, dat met zijn tong uit zijn bek liep. „Warm weertje, vriend hert", zei de spin. „Ik heb een reuze-honger, maar nog meer dorst" zei het hert. „Weet je misschien een beekje hier in de buurt?" Dat was juist wat Anansie wilde, het hert naar de steen lokken. „Ik ben hier goed bekend", zei hij, „en ik zal je naar een prachtplek brengen, waar 't water ijskoud is." Toei ze bij de steen aankwamen, zei het hert ver baasd: „Wat is dat voorbeen rare steen met een baard?" En tjoep! daar ging hij de lucht in en kwam pre cies op een der scherpe punten neer. Het beestje was op slag dood. De hele spinnenfamilie aan de arbeid om het hert te villen en in te zouten. Daar waren de vaten voor bestemd, snap je? Anansie en gezin aten hun buikjes rond en vonden het een reuzeleventje. Elke dag herhaalde zich het spelletje, de vaten waren gauw gevuld, een koper in de stad was vlug ge vonden, de schuld aan den smid en den kuiper waren betaald en Akoeba bewaarde de rest in een oude kous. Het ging maanden goed, elke dag was er minstens één slachtoffer. Maarde kruik gaat zolang te wa ter tot ze breekt. Eens op een dag kwamen twee ko nijnen het pad afgehuppeld. Het waren de ouders van een jong konijntje, dat verdwaald was. Ze liepen naar hun zoontje te zoeken." „Vraag jij even aan Anansie of hij ons zoontje niet 'gezien heeft" zei het moederkonijn, „ik heb een doorn in mijn voet en haal hem er eerst even uit." Anansie had niet in de gaten, dat er twee konijntjes waren. Hij lokte vader konijn naar de steen, met het bekende gevolg. Maar intusschen was moeder konijn ongemerkt na derbij gekomen en had alles gezien. Ze hield zich in het struikgewas een uurtje schuil en kwam toen recht op Anansie af. „Ha!" dacht deze, de zaken gaan goed. „Goedenmïddag, Anansie" zei moeder koniin,, „heb je mijn man ook gezien?" De vliegende liond. Verschijning, zonder welke de tropen avond ondenkbaar is. Ieder, die in de tropen heeft gewoond of gereisd, kent de vliegende hond of kalong. Zodra de gloeiende zonnekogel, in '"'t Westen is neergedaald en dat gaat in de tropische streken al bijzonder snel, zodat 't soms lijkt of de zon plotseling in de zee weg rolt, komen de eerste vliegende honden uit de toppen der bomen aangezweefd. Ze luiden als 't ware met hun wijduitgespreide zwarte vlerken de avond in, zwe ven rond, glijden geruisloos voorbij, weldra diep zwart afstekend tegen de lichte lucht. Om de toppen der palmen en der bergen trekken ze ronde, harmonische kringen met hun rustige, haast plechtige vlucht. Ze vliegen zo mooi dat de adelaar, de koning der vogels, 't niet schoner en edeler zou kunnen. „Wie de vliegende hond nooit gezien heeft" schrijft Walter van Rummel „die kent de snel vervlie gende, zwaarmoedige tropenavond niet." Reeds vele eeuwen geleden kwamen de eerste blanken, die in tropische landen reisden, diep onder de indruk van de kalongs met hun statige vlucht. „Vleermuizen zoo groot als adelaars" zo beschrijft hen ridder Pigafetta, de trouwe kameraad van Ma- gelhaes, den Portugeesen vorser. En deze beschrijving is treffend juist, wanneer men de kalongs in de lucht ziet. Maar heeft men er een gevangen, dan blijft er niet veel van de adelaarsgestalte over. Het diertje ziet er vrij zielig uit met z'n slap neerhangende vleu gels. Als je de kalong goed bekijkt zul je zeker niet vinden, dat hij erg veel op een hond lijkt. Feitelijk is de vei?gelijking met de vos juister. Het lenige lichaam nog geen vijftig centimeter lang, maar vooral de spit se kop, doen sterk aan die van een vos denken. En 't is dan ook geen wonder, dat de kalong vroeger „vlie gende vos" heette, een naam, die later verloren is gegaan. Kleine, zeer scherpe tandjes blikkeren in zijn bek en zijn glanzende, lichtbruine oogen kijken verstandig de wereld in. Een vliegende hond maakt een veel sympathieker indruk dan onze vleermuis, die er, vergeleken bij zijn grooten broer, bepaald ongunstig uit ziet. Precies als de vleermuis hangt de kalong de hele dag met zijn kop naar beneden hoog in een boom te slapen en komt, als hij tenminste niet in zijn rust gestoord wordt, eerst na zonsondergang voor den dag. Dan gaat hij ijverig voedse 1 zoeken. Behalve zijn gewone menu, dat uit allerlei vruchten bestaat, vermaadt hij ook een mals klein vogeltje niet en vindt hij een nestje met eitjes dan slurpt hij ze met welbehagen leeg. Maar de vliegende hond zelf kan soms ook tot jachtbuit worden. Mensen, die erover oordelen kun nen, verzekeren dat zijn vlees een lekkernij is. Ook hiervan wist Pigafetta mee te praten. Deze ridder, die overigens bekend stond om zijn goede eetlust en zijn ijzersterke maag, die hem in staat stelde de vreemdste kostjes te verorberen en daarbij gezond te blijven, waagde het erop een ka long te vangen, te braden en op te eten. Het vlees smaakte volgens zijn enthousiaste beschrijving als dat van een bizonder smakelijke kip. Ook de In- landèrs in verschillende tropische landen schijnen dol op kalongvlees te zijn. Walter von Rummel vertelt, hoe hij eens een paar Inlandse jongens aantrof, die zo even een kalong gevangen hadden en het diertje wilden doden. Toen von Rummel naderbij kwam, keek de vliegende hond hem met zijn bruine ogen zo angstig en om hulp smekend aan, dat de Europeaan ervan ontroer- Zeg, loop Je eens mee door 't groene bos? Het is daar zo heerlijk stil. Daar ruisen de dennen zo wondermooi, De beuken staan er In zomertooi Daar ls het vandaag zo koel en kil Als een zaal met tapijten van mos. Zeg, luister Je eens naar het lied van 't bos? Dat ruist er zo plechtig voort, Als de zon als een sluier door blaadren schijnt, Als tussen dc stammen het licht verdwijnt. Zegheb je dat héél zachte fluitje gehoord. Daar tussen 't fluwelige mos7 Zeg wees eens heel stil en kijk goed uit! Wat ritselde daar tussen 't blad? Wat kroop er vlug weg, toen ik 't zoeken wou? Wat was heto zeg, waar zit je nou? Zeg, heb Jij dat piepkleine ventje gezien? Nu is hij weer weg. die guit! O, wéét Je niet of er kabouters bestaan? O, heb Je er nooit één gezien? Ik ook niet, nee nee, maar ik weet 't toch goed: Als de zon schijnt in 't bos met zo'n sprookjesgloed, Als de dennen zo ruisen. Ja, dan.... misschien Dan zien we er straks eentje gaan! MARIE MICHON. de en alles deed wat hij kon om het diertje uit zijn gevangenschap te bevrijden. Dit mocht hem echter niet gelukken, vooral niet toen de ouders der jongens erbij kwamen om de buit te verdedigen. Het gevolg was dat de inlanders die dag gebraden kalong aten, maar von Rummel was door de „menselijke" blik van het diertje zozeer getroffen, dat hij het nooit gewaagd heeft een vliegende hond te doden. Als de nood op 't hoogst is Mozart was eens in groote geldverlegenheid. Hij wist niet meer hoe hij het nodige bijeen zou schra pen om de volgende dag te kunnen leven en ten einde raad zocht hij in een der armste straatjes van Weenen en woekeraar op en smeekte hem een kleine som gelds te leen te willen geven. Maar de man, die geen muziekliefhebber was en dus nooit van Mozart gehoord had, weigerde kortaf. Treui-ig dwaalde de componist weer in de richting van zijn huis, toen hij door een smal straatje kwam, waar juist een armoedige inboedel uit een huis op een handkar werd geleden. Onder de meubels bevond zich ook een oud spinet- Terwijl de mensen al die dingen oplaadden kwam 'n klein meisje, keurig gekleed en naar het uiterlijk te oordeelen tot de gegoede stand beho rend, luid snikkend aanlopen. Ze zei, dat ze hier in de buurt haar moeder was kwijtgeraakt en was bijna niet tot bedaren te brengen. Een tijdlang stonden de men sen wanhopig om haar heen. niet wetend, wat ze met het huilende kind zouden beginnen totdat Mo zart op een goed idee kwam Hij verzocht de men sen, het oude spinet even op straat te zetten en, ge zeten op een oude kist, begon- hij te spelen. Hij spéélde zo mooi, dat het meisje vol aandacht luisterde en haar angst bijna vergat. „Neen mevrouwtje", maar wilt u hier niet even wat uitrusten, bij deze steen is het heei-lijk koel." En hij bracht haar naar de haardsteen, 't Konijntje deed net of ze de baard niet zag en de spin werd al wat onge duldig. „Vindt u het geen mooie steen, mevrouw?" vroeg hij toen. „Ja" zei het konijntje. „Ziet u niets bijzonders aan de steen?" vroeg de spin weer. „Neen, het is toch een doodgewone steen. Wat is er voor bizonders aan?" „Doodgewoon noemt u dat? Ziet u niet, wat de steen heeft?" „Neen", zei het konijn „ik zie heusch niets.'" „Ik zal u op weg helpen" zei Anansie toen, dan zegt u het mij maar na. De steen heeft een b „De steen heeft een bzei het konijn. „Wat bent u toch dom" zei de spin weer, „de steen heeft een ba „De steen heeft een baherhaalde het konijn. „U mag het woord gerust voluit zeggen, ik help u alleen maar, de steen heeft een baa „De ste'èn heeft een baazei moeder konijn. „Och wat ben u toch flauw, mevrouw, Baa is toch het woord niet? De steen heeft een baar...." „De steen heeft een baar" zei het konijn. Ja, wat moest de spin nu beginnen? Nog maar één letter en het konijn zou de lucht ingesmeten worden, maar ze was zo dom! Weet je wat, dacht Anansie, lk zal het verboden woord heel vlug uitspreken, misschien, dat de steen het niet hoorde en ik van de dood gespaard blijf. „Ik zal je nu precies zeggen, wat de steen heeft, zeg je het me dan direct na?" „Ja" zei het konijn. „Nou dan, luister goed. De steen heeft een baax-d...." Maar of hij nu het woord baard niet vlug genoeg had uitgesproken, hij ging ook de lucht in kreeg een punt tusschen de ribben. „Je hebt je verdiende loon, valse spin" zei moeder konijn, „ik zal nu met je vrouw en kinderen afreke nen". Maar Akoeba had uit het raam alles gezien. Ze vluchtte met al haar kinderen het bos uit en woont sindsdien in de woningen der mensen. MORINE VAN DER LINDEN.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1941 | | pagina 3