Duidelijke waarschuwing
Strenge straf van het Duitsche
Landesgericht
's GRAVENHAGE, 24 Juli. Voor het Landes
gericht stond terecht de 25-jarige W. H. B., bode
bij een der departementen van algemeen bestuur te
's Gravenhage. In dat departement hebben ook .ver
scheidene Duitsche heeren hun kantoorlokalen,
waarin een portret hangt van den Führer.
Naar de verdachte vertelde, zat hij beneden in
het departement toen hij in de courant las, dat in
alle openbare gebouwen de portretten van de Ko
ningin moesten worden verwijderd op grond, dat
deze laatste zich aan de zijde der bolsjewisten had
gesteld. Bij het lezen van dit bericht is vei'dachte
zóó in woede ontstoken, dat hij meende, dat nu ook
maar het portret van den Führer weg moest. De
daad bij de gedachte voegende liep hij naar boven
en slóeg van twee „Führerbilder" het glas stuk. Het
was, naar hij zeide, niet zijn bedoeling geweest, den
Führer te beleedigen, maar er was slechts sprake
van een woede-aanval. Hij had spijt van wat hij
gedaan had, te meer, daar hij door de Duitschers,
voor wie hij werkte, steeds goed behandeld was en
door hun toedoen zelfs verhooging van loon gekre
gen had.
De Staatsanwalt zeide o.m., dat Duitschland niet
voor zichzelf, maar voor Europa vecht tegen het
bolsjewisme. Op 't oogenblik van deze groote uit
eenzetting zijn duidelijke fronten ontstaan. Duitsch
land kan niet dulden, ook niet in de bezette lan
den, dat wie ook zich aan de zijde van het bolsje
wisme stelt. Uit de omstandigheden blijkt, dat de
verdachte van plan was een politieke demonstratie
te veroorzaken. Verergerd wordt de zaak daardoor
dat de verdachte voorbestraft is en zich niet aan
gegeven heeft, toen hij zag, dat andere personen
door zijn daden onder verdenking kwamen. Deze ver
dachte geeft zelf toe, dat zijn positie door toedoen
der Duitsche heeren was verbeterd. Als dank gaat
hij nu zich op deze wijze misdragen. Spr. vond het
geval zeer ernstig en eischte een gevangenisstraf
van twee jaren.
Na in raadkamer te zijn geweest, wees de rech
ter vonnis. Hij veroordeelde den verdachte tot twee
jaren gevangenisstraf met aftrek der kort prven-
tieve hechtenis. Het is klaarblijkelijk velen Neder
landers nog net duidelijk aldus lichtte de rechter
het vonnis toe waar de strijd in Sovjet Rusland
om gaat. Denkt men dat, wanneer Duitschland zou
verliezen, de bolsjewiki aan de grens zouden blijven
en Nederland niet zouden betreden? Deze oorlog
voert Duitschland voor geheel Europa en wanneer
de Koningin zich aan de zijde der Sovjets schaart,
moet het land de 'gevolgen dragen. De daad van
verdachte verdient dan ook de strengste straf.
Dit geval moge een waarschuwing voor al diegenen
zijn, die gelooven, demonstraties en propaganda
tegen Duitschland te kunnen bedrijven.
Duitsche luchtactie boven Engeland.
BERLIJN, 24 Juli (D.N.B.) Het in den Engel-
gchen nieuwsdienst bekend gemaakte communiqué
over de vijandelijke luchtactie in den nacht van
Woensdag op Donderdag boven Groot-Brittannië
meldt, dat deze actie zich over een groot gebied uit-
strekte. Er is eenige schade aangericht en de aanval
len hebben eenige dooden geëischt, zooals het com
muniqué het uitdrukt. De aanvallen waren gericht op
„eenige plaatsen in Noordwest-Engeland en Schot
land".
FRANSCH-JAPANSCHE BESPREKING
TOKIO, 24 Juli. (DNB) Domei meldt, dat he
denochtend een „zeer belangrijke bespreking" is
gevoerd tusschen den Franschen ambassaderaad
Guy Fain en den Japanschen vice-minister van
Buitenlandsche Zaken Jamamoto.
Het sprookje van de steen met
de baard.
Voor ik met dit sprookje begin, moet ik jullie ver
tellen, dat het Neger-Engelse woord voor sprookje
„Anansie-torie" is. Letterlijk vertaald betekent dit:
spinverhaal. Dit komt omdat de spin in de meeste
van die verhaaltjes die de West-Indische negerkinde
ren elkaar vertellen, de hoofdrol vervult. Die spin
wordt altijd afgeschilderd als een lui hebzuchtig en
slim diertje, dat altijd ten koste van de andere die
ren tracht te leven.
In deze Anansie-torie zul je zien, hoe boontje
ik bedoel Anansie tenslotte om zijn loontje komt.
Heel lang geleden woonden de viervoetige dieren,
de insecten in vogels niet in holen of nesten, doch ze
hadden hutten in het bos gebouwd. Ook Anansie
woonde in een planken - hutje aan de rand van een
groot bos. Nu gebeurde het eens, dat de regens niet
op tijd invielen en het veldgewas verschroeide, zodat
er weldra hongersnood heerschte in het land. Anansie
wist niet, hoe hij voor zijn vrouw Akoeba en zijn
twaalf kindertjes aan eten moest komen.
Op zekere morgen zei hij tegen zijn vrouw: „Ik zal
vandaag maar naar het eind van het bos lopen om te
zien of ik iets eetbaars kan vinden.". Zoo gezegd, zo
gedaan. Anansie ging op pad en kwam na
een paar uren de Kapassie (gordeldier) tegen.
„Hallo" zei Anansie tegen hem, „waar gaat de reis
naar toe?"
„Ik zoek wat te eten" zei de Kapassie.
„Ik toevallig ook. Zullen we dan maar samengaan?"
„Top" zei de Kapassie „twee zien meer dan één,
hè?"
Na een uurtje tevergeefs gezocht te hebben naar
iets dat op voedsel leek, kwamen ze aan een beekje.
Langs de kant lag een grote keisteen, enAnansie
kon zijn ogen niet geloovendie steen had een
mooie, sneeuwwitte baard.
„Kijk" zei Anansie „wat een mooie steen is dat,
hè?"
„Ja, en wat een prachtige baard...."
De Kapassie had geen tijd meer de zin te eindigen,
want toen hij het woordje „baard" uitsprak, werd
hij metershoog de lucht ingesmakt en kwam met
een harden plof weer beneden. Dank zij z'n gordel,
die als een pantser om zijn lijf sloot, liep het nog
goed af; hij was alleen een beetje versuft van de
smak.
„Ik ga geen stap verder, Anansie", zei hij. „Wat jij
doet, moet jij weten, maar mij krijg je niet mee." En
de Kapassie keerde naar zijn hut terug.
Anansie, die uit alles munt wist te slaan, ging aan
het nadenken. Als de Kapassie geen schild om zijn
lijf had gehad, ja, dan was hij zeker doodgevallen
•ndan hadden wij weer een week te eten ge
had. Ha! ik weet het! 'k Heb een reuzeplan, nu vlug
naar huis terug!
Zo vlug als hij met z'n vermoeide benen maar loopen
kon, ging het nu huiswaarts.
„Heb je wat te eten meegebracht?" was het eerste
wat Akoeba vroeg.
„Neen", zei Anansie „maar ik beloof jullie voor
de komende tijd volop, als je maar doet, wat ik zeg.
De kinderen gaan direct naar den smid en bestel
len twaalf ijzeren staven, twee meter lang, met een
scherpe punt eraan. En dan bij den kuiper twaalf
houten vaten. Zeg maar, dat ik over een week alles
betaal. Ieder van jullie brengt een vat mee naar
huis, dat kan heel gemakkelijk, want je rolt het met
de staf over de weg. Ingerukt, om twaalf uur moeten
jullie terug zijn."
De kleine Anansies vonden het wel een rare bood
schap, maar gingen toch maar. Klokke twaalf waren
ze terug, elk met een vat en een staaf.
„Goed zo" zei vader „en nu gaan we verhuizen".
Hij pakte het huisraad op een karretje en daar ging
het. Toen ze bij het beekje aankwamen, zei Anansie
tegen zijn vrouw en kinderen: „Het is ten strengste
verboden in de nabijheid van deze steen het
woordo wee! daar had ik het bijna zelf ge
daan. „Hij nam toen een stokje en schreef het woord
„baard" in het zand. „Denk erom, vergis je nooit, want
anders moet je sterven."
De kinderen beloofden het én daarna werd vlug
een hutje gebouwd en gingen ze weer naar bed.
De volgende morgen was het eerste werk twaalf die
pe kuilen te graven. De staven werden op een rijtje
in de grond geplant, dat alleen de scherpe punt er uit
stak. Hierover werden wat droge blaren gelegd en de
«aak was klaar.
Boven GINA IS ALLEEN. Twee der drie olifanten, welke Artis
te Amsterdam rijk was, zijn onlangs ten gevolge van ziekteverschijn
selen overleden, zoodat de kleine Gina nu alleen is achtergebleven.
(Foto Pax-Holland m)
Links: De nieuwe bergdierenrots in Artis te Amsterdam is Woens
dagmiddag officieel in gebruik genomen. Het fraaie complex is een
bijzondere aanwinst voor den hoofdstedelijken dierentuin.
(Foto Pax-Holland m)
De bloembollenexport naar
Duitschland.
Thans gestegen tot 14 millR.M.
De uitvoer van bloembollen naar Duitschland,
die vorig jaar reeds 7 a 8 millioen R.M. bedroeg,
zal dit jaar stijgen tot 10 millioen R.M. Verder zal
er nog voor 4 millioen R.M. voor tuinen en plant
soenen kunnen worden geleverd zoodat naar
Duitschland in totaal voor 14 millioen R.M. bloem
bollen zullen worden geëxporteerd.
Over het algemeen worden de prijzen bevredi
gend geacht. Of er ook uitvoer naar andere landen
zal zijn is nog geheel onzeker. Men hoopt, dat ook
naar Zweden nog voor ongeveer f 2 millioen kan
worden ver-scheept.
Zooals reeds is medegedeeld stelt de regeering
zich garant voor de betaling van de bollen, die.
uitgevoerd worden.
Het surplusfonds zal waarschijnlijk worden ge
handhaafd. Aan de kweekers zal misschien wel een
kleine heffing worden opgelegd doch in geen geval
meer dan de 24 pet., die ook sinds 1933 gestort
werd. Het surplusfonds diende om bijdragen te
verstrekken aan kweekers, die met onvex-kochte
bollen bleven zitten.
ZORG VOOR HET LOODSWEZEN.
's-GRAVENHAGE, 23 Juli. Bij beschikking
van den Secretaris-generaal ran het departement van
Waterstaat en het hoofd van het afwikkelingsbureau
van het departement van Defensie, gepubliceerd in de
Staatscourant van hédenavond, wordt de zorg voor het
loodswezen, de betonning, de bebakening, de ver
lichting en den stormwaarschuwingsdienst, voor zoo
ver deze zorg niet reeds berust bij het departe
ment van waterstaat, en de vredeskustwacht overge
bracht van het departement van Defensie naar het
departement van Waterstaat. Deze beschikking wordt
geacht vah kracht te zijn geworden op 22 Juni
1940
Geen omzetbelasting van kellner-
fooien.
's-GRAVENHAGE, 23 Juli. In verband met het
feit, dat er inspecteurs der omzetbelasting waren, die
de fooien der kellners beschouwden als „inkomsten
wegens bewezen diensten", met het gevolg dat zij
hiervan omzetbelasting verlangden van de kellners,
heeft het hoofdbestuur van den Ned. R.K. bond
van hotel-, café- en restaurant geëmpl. „St-Antonius"
zich tot het departement van financiën gewend. Naar
aanleiding hiex-van is van de zijde van dit departe-
ment een aanschrijving gericht tot de desbetreffende
ambtenaren der invoerrechten en accijnzen, waarin
wordt medegedeeld dat kellners, ook al ontvangen zij
geen vaste vergoeding doch uitsluitend fooien, niet
geacht kunnen worden zelfstandig een beroep uit te
oefenen in den zin van het besluit op de omzetbelas
ting 1940 en dei'halve niet als ondernemer kunnen
worden aangemerkt. (A.N.P.)
Ned.-Indië verbiedt termijnhandel
in deviezen.
Europaprcss seint uit Tokio:
Naar uit Batavia wordt gemeld, heeft de regee-
ring van Ned.-Indië den termijnhandel in deviezen
geheel vei'boden. Dit verbod vindt klaarblijkelijk
zijn oorzaak in de omstandigheid, dat de valuta
speculatie in verband met de politieke spanning in
het Verre Oosten sterk was toegenomen.
Generaal Wavell naar Moskou.
v SJANGHAI, 24 Juli (D.N.B.) Het blad „Sin-
wanpo" verneemt uit Engelsche kringen, dat generaal
Wavell binnenkort naar Moskou zal reizen. Naar
aanleiding van den Duitschen opmarsch in de Sovjet-
Unie zou Wavell onderhandelingen willen voeren
met de militaire leiders der Sovjets over een mili
taire samenwerking tusschen Britsch-Indië en de
Sovjet-Unie ten behoeve van de oprichting van een
gemeenschappelijk afweerfront.
Ernstig ongeluk op schoolreisje in
Zwitserland.
Twee dooden, zeven gewonden.
BERN, 24 Juli. (DNB) Tijdens een schoolreisje
over de Grimsel is de uit 47 scholieren en drie
leeraren bestaande „Ecole Mécanique et d'Electi'i-
cité de Neuehatel" te Gletsch door een ernstig on
geluk getroffen. Des middags ongeveer half drie,
toen het gezelschap zich vlak bij den Rhone-glet-
sc'ner bevond, bsak er een geweldige ijsioren van
den gletscher af, die de scholieren bedolf. De in
Gletsch aanwezige' troepen begonnen terstond met
de reddingsactie.
Te 4 uur waren twee dooden en zeven
gewonden te voorschijn gehaald. Wegens het aan
houdende gevaar voor ijsafbrokkeling moest de
reddingsactie voorloopig gestaakt worden. Volgens
de jongste berichten worden nog drie scholieren
vermist.
Dat in de le klasse Turnlust B. zijn kampioenschap zou
verlengen, stond na den eersten wedstrijd reeds vast. De
drie overige ploegen verschilden weinig. De uitslag werd
hier: 1. Turnlust B 17877 p.; 2. Concordia 15287 p 3. B. G.
V. 14692 p.; 4. Bato 14559 p.
Zeker rijp voor de le klasse Is ook het Haarlemsche
Turnlust, dat nu in de 2e klasse met vlag en wimpel kam
pioen werd, en wel met 11331 p. (op 4 onderdeelen tegen
de le klasse 5). Daarop volgden Concordia met 9819 p. en
Turnlust B. met 9317 p.
De 3e klasse was veel sterker bezet. En ook de hoeda
nigheid stond op peil, wat wel blijkt uit het feit, dat de
3 best geplaatste vereenigingen zonder bezwaar in de 2e
klasse hadden kunnen uitkomen. Van de 3e klasse werd
de volgorde: 1. O. S. s. 9775 p.; 2. T. V. S. 975B p.; 3. B.
G. V. 9570 p.; 4. Rapiditas; 5. Rapiditas; 6. O. S. S.; 7.
Bato; 8. S. S. H.; 9. B. G. V.; 10. Rapiditas.
Evenals bij de dames worden hier vermeld de beste ver
richtingen uit de competitie als geheel, onverschillig da
klasse. Die prestaties luiden:
Hardloopen 100 M.: 11.7 sec. C. Broertjes (B. G. V.).
Hoogspringen: 1.68 M. L. Brouwer (Turnlust B,).
Verspringen 6.12 M. L. Brouwer (Turnlust B.).
Hlnkstapsprong: 12.70 M. L. Brouwer (Turnlust B.).
Kogelstooten: 11.86 M: M. Kluft (Turnlust B.).
Discuswerpen: 37.48 M. M. Kluft (Turnlust B
Speerwerpen: 42.50 M. W. Schultze Kool (Concordia).
Tn de le klasse was. over de geheele competitie bere*
kend volgens de Finsche ♦elling. de beste athleet M. Kluft
van Turnlust B. met 5232 p.. In de 2e klasse J. Verkes van
Turnlust H met 3781 p., en In de 3e klasse J. Zieren van
de B. G. V. met 3258 p.
Aihletiek
Competitie Kennemer Turnkring.
Met den tweeden wedstrijd is nu de athletiek-competitie
van den Kennemer Turkring geëindigd.
De leiders bleken zich te hebben gehandhaafd, uitgezon
derd in de 3e klasse voor heeren. In tegenstelling met
vorige jaren behaalde geen enkele vereeniglng meer dan
één kampioenschap.
DE DAMES-WEDSTRIJD.
De ongenaakbare Bloemendaalscha Gymnastiekvereeni-
ging werd in de le klasse natuurlijk weer no. 1, en wel
met 10551 p. tegen haar eenigen tegenstander, Concordia,
8851 p. Het verschil was dus, zooals trouwens te verwach
ten viel, wel wat groot. Het pleit overigens voor Concor
dia, dat het toch In de le klasse uitkwam. Aldus gaf de
Haarlemsche vereeniging een voorbeeld, dat naar wij ho
pen volgend jaar door meer vereenigingen wordt gevolgd.
Schaken
Dr. EUWE VERLIEST VAN BOGOLJUBOW.
Uit Karlsbad: De derde partij in den schaak
wedstrijd tusschen Dr. Max Euwe en den Duit
schen kampioen Bogoljubow, die Woensdagmiddag
te Karlsbad werd gespeeld, leverde een fraaie over
winning op voor Bogoljubow, zoodat na deze derde
partij de stand wederom gelijk is. Laatstgenoemde
zette er terstond bij de opening alles op, waar te
genover Euwe de Pruisische verdediging stelde. De
Duitscher riskeerde daarbij evenwel de buitenge
woon scherpe voortzetting van zijn tegenstander.
Om op zijn beurt tot den aanval te kunnen over
gaan, ruilde Euwe een toren tegen een looper. Bo
goljubow offerde daarop een pion en verkreeg
door een spitsvondig berekenden torenzet een
voorsprong. Hij kon reeds bij den achttienden zet
een stuk bemachtigen, doch liet toen zijn keus
vallen op het behoud van kwaliteit. In den twin
tigsten zet maakte Euwe in een reeds vrijwel ho-
pelooze positie een fout, hetgeen tot gevolg had,
dat hij in den 23sten zet moest capituleeren.
De vierde partij wordt Vrijdag gespeeld.
(Teekenlng Doeve)
Twee vereenigingen In één afdeellng is veel te weinig,
en zeker zijn er nog andere clubs, die ln de le klasso
geen slecht figuur zouden slaan.
De 2e klasse (met 4 onderdeelen; de le klasse had er 5)
bracht het volgende resultaat: 1. Olympia 7439 p.; 2.
Turnlust H. 6999 p.; 3. Bato 6690 p.; 4. Rapiditas 6521 p.; 5.
B. G. V.; 6. Turnlust B.; 7. Concordia 8. B. G. V. 9. Turn
lust B.; 10. Turnlust K.; 11. S. S. H.; 12. Rapiditas 13.
T. V. s.; 14. Turnlust B.; 15. Bato 16. O. S. S. 17. O. S. S.;
18. Rapiditas.
Over de geheele competitie behaalde mej. B. v. Twisk
van de B. G. V. het hoogst aantal punten, n.l. 2708. Nog
opmerkelijker is het succes van de Olympiane mej. T. v.
Leeuwen, die in de 2e klasse met 3720 p. aan den top
kwam. Dit is een dubbele gelukwensch waard, want mej.
v, Leeuwen staat tevens als één van de allerbeste turnsters
uit den Kennemer Turnkring genoteerd.
WJ] vei melden hier nog de beste prestaties op de ver
schillende onderdeelen. nu niet uit den tweeden wed
strijd. maar over de geheele competitie, dit ter wille van
een goed overzicht. Daarom Is ook geen onderscheid ge
maakt tusschen de verschillende klassen.
Hardloopen 100 M.: 13.5 séc. T. v. Leeuwen en B. Zand-
voort (beiden Olympia).
Hoogspringen: 1.33 M. G. Bernard (B. G. V
Verspringen: 4.98 M. T, van Leeuwen (Olympia).
Duitsche driesprong: 10.12 M. B. v. Twisk (B. G. V.).
Kogelstooten: 9.70 M. T. van Leeuwen (Olympia).
Discuswerpen: 26.75 M. R. sjouwerman (Concordia).
Speerwérpen: 30.40 M. B. v. Twisk (B. G. V.).
Kaboutertjes.
Anansie liep toen het bospad weer op, tot hij een
dier tegenkwam. Het was een hert, dat met zijn tong
uit zijn bek liep.
„Warm weertje, vriend hert", zei de spin.
„Ik heb een reuze-honger, maar nog meer dorst"
zei het hert. „Weet je misschien een beekje hier in
de buurt?"
Dat was juist wat Anansie wilde, het hert naar de
steen lokken.
„Ik ben hier goed bekend", zei hij, „en ik zal je
naar een prachtplek brengen, waar 't water ijskoud
is."
Toei ze bij de steen aankwamen, zei het hert ver
baasd: „Wat is dat voorbeen rare steen met een
baard?"
En tjoep! daar ging hij de lucht in en kwam pre
cies op een der scherpe punten neer. Het beestje was
op slag dood.
De hele spinnenfamilie aan de arbeid om het hert
te villen en in te zouten. Daar waren de vaten voor
bestemd, snap je? Anansie en gezin aten hun buikjes
rond en vonden het een reuzeleventje.
Elke dag herhaalde zich het spelletje, de vaten
waren gauw gevuld, een koper in de stad was vlug ge
vonden, de schuld aan den smid en den kuiper waren
betaald en Akoeba bewaarde de rest in een oude
kous.
Het ging maanden goed, elke dag was er minstens
één slachtoffer. Maarde kruik gaat zolang te wa
ter tot ze breekt. Eens op een dag kwamen twee ko
nijnen het pad afgehuppeld. Het waren de ouders van
een jong konijntje, dat verdwaald was. Ze liepen
naar hun zoontje te zoeken."
„Vraag jij even aan Anansie of hij ons zoontje niet
'gezien heeft" zei het moederkonijn, „ik heb een doorn
in mijn voet en haal hem er eerst even uit."
Anansie had niet in de gaten, dat er twee konijntjes
waren. Hij lokte vader konijn naar de steen, met het
bekende gevolg.
Maar intusschen was moeder konijn ongemerkt na
derbij gekomen en had alles gezien.
Ze hield zich in het struikgewas een uurtje schuil en
kwam toen recht op Anansie af.
„Ha!" dacht deze, de zaken gaan goed.
„Goedenmïddag, Anansie" zei moeder koniin,,
„heb je mijn man ook gezien?"
De vliegende liond.
Verschijning, zonder welke de tropen
avond ondenkbaar is.
Ieder, die in de tropen heeft gewoond of gereisd,
kent de vliegende hond of kalong. Zodra de
gloeiende zonnekogel, in '"'t Westen is neergedaald
en dat gaat in de tropische streken al bijzonder snel,
zodat 't soms lijkt of de zon plotseling in de zee weg
rolt, komen de eerste vliegende honden uit de toppen
der bomen aangezweefd. Ze luiden als 't ware met hun
wijduitgespreide zwarte vlerken de avond in, zwe
ven rond, glijden geruisloos voorbij, weldra diep
zwart afstekend tegen de lichte lucht.
Om de toppen der palmen en der bergen trekken ze
ronde, harmonische kringen met hun rustige, haast
plechtige vlucht. Ze vliegen zo mooi dat de adelaar,
de koning der vogels, 't niet schoner en edeler zou
kunnen. „Wie de vliegende hond nooit gezien heeft"
schrijft Walter van Rummel „die kent de snel vervlie
gende, zwaarmoedige tropenavond niet."
Reeds vele eeuwen geleden kwamen de eerste
blanken, die in tropische landen reisden, diep onder
de indruk van de kalongs met hun statige vlucht.
„Vleermuizen zoo groot als adelaars" zo beschrijft
hen ridder Pigafetta, de trouwe kameraad van Ma-
gelhaes, den Portugeesen vorser. En deze beschrijving
is treffend juist, wanneer men de kalongs in de lucht
ziet. Maar heeft men er een gevangen, dan blijft er
niet veel van de adelaarsgestalte over. Het diertje
ziet er vrij zielig uit met z'n slap neerhangende vleu
gels.
Als je de kalong goed bekijkt zul je zeker niet
vinden, dat hij erg veel op een hond lijkt. Feitelijk is
de vei?gelijking met de vos juister. Het lenige lichaam
nog geen vijftig centimeter lang, maar vooral de spit
se kop, doen sterk aan die van een vos denken. En 't
is dan ook geen wonder, dat de kalong vroeger „vlie
gende vos" heette, een naam, die later verloren is
gegaan. Kleine, zeer scherpe tandjes blikkeren in
zijn bek en zijn glanzende, lichtbruine oogen kijken
verstandig de wereld in.
Een vliegende hond maakt een veel sympathieker
indruk dan onze vleermuis, die er, vergeleken bij
zijn grooten broer, bepaald ongunstig uit ziet.
Precies als de vleermuis hangt de kalong de hele dag
met zijn kop naar beneden hoog in een boom te slapen
en komt, als hij tenminste niet in zijn rust gestoord
wordt, eerst na zonsondergang voor den dag. Dan gaat
hij ijverig voedse 1 zoeken. Behalve zijn gewone
menu, dat uit allerlei vruchten bestaat, vermaadt hij
ook een mals klein vogeltje niet en vindt hij een
nestje met eitjes dan slurpt hij ze met welbehagen
leeg.
Maar de vliegende hond zelf kan soms ook tot
jachtbuit worden. Mensen, die erover oordelen kun
nen, verzekeren dat zijn vlees een lekkernij is. Ook
hiervan wist Pigafetta mee te praten.
Deze ridder, die overigens bekend stond om zijn
goede eetlust en zijn ijzersterke maag, die hem in
staat stelde de vreemdste kostjes te verorberen en
daarbij gezond te blijven, waagde het erop een ka
long te vangen, te braden en op te eten. Het vlees
smaakte volgens zijn enthousiaste beschrijving als
dat van een bizonder smakelijke kip. Ook de In-
landèrs in verschillende tropische landen schijnen
dol op kalongvlees te zijn.
Walter von Rummel vertelt, hoe hij eens een paar
Inlandse jongens aantrof, die zo even een kalong
gevangen hadden en het diertje wilden doden. Toen
von Rummel naderbij kwam, keek de vliegende
hond hem met zijn bruine ogen zo angstig en om
hulp smekend aan, dat de Europeaan ervan ontroer-
Zeg, loop Je eens mee door 't groene bos?
Het is daar zo heerlijk stil.
Daar ruisen de dennen zo wondermooi,
De beuken staan er In zomertooi
Daar ls het vandaag zo koel en kil
Als een zaal met tapijten van mos.
Zeg, luister Je eens naar het lied van 't bos?
Dat ruist er zo plechtig voort,
Als de zon als een sluier door blaadren schijnt,
Als tussen dc stammen het licht verdwijnt.
Zegheb je dat héél zachte fluitje gehoord.
Daar tussen 't fluwelige mos7
Zeg wees eens heel stil en kijk goed uit!
Wat ritselde daar tussen 't blad?
Wat kroop er vlug weg, toen ik 't zoeken wou?
Wat was heto zeg, waar zit je nou?
Zeg, heb Jij dat piepkleine ventje gezien?
Nu is hij weer weg. die guit!
O, wéét Je niet of er kabouters bestaan?
O, heb Je er nooit één gezien?
Ik ook niet, nee nee, maar ik weet 't toch goed:
Als de zon schijnt in 't bos met zo'n sprookjesgloed,
Als de dennen zo ruisen. Ja, dan.... misschien
Dan zien we er straks eentje gaan!
MARIE MICHON.
de en alles deed wat hij kon om het diertje uit zijn
gevangenschap te bevrijden. Dit mocht hem echter
niet gelukken, vooral niet toen de ouders der jongens
erbij kwamen om de buit te verdedigen. Het gevolg
was dat de inlanders die dag gebraden kalong aten,
maar von Rummel was door de „menselijke" blik
van het diertje zozeer getroffen, dat hij het nooit
gewaagd heeft een vliegende hond te doden.
Als de nood op 't hoogst is
Mozart was eens in groote geldverlegenheid. Hij
wist niet meer hoe hij het nodige bijeen zou schra
pen om de volgende dag te kunnen leven en ten
einde raad zocht hij in een der armste straatjes van
Weenen en woekeraar op en smeekte hem een kleine
som gelds te leen te willen geven. Maar de man, die
geen muziekliefhebber was en dus nooit van Mozart
gehoord had, weigerde kortaf.
Treui-ig dwaalde de componist weer in de richting
van zijn huis, toen hij door een smal straatje kwam,
waar juist een armoedige inboedel uit een huis op een
handkar werd geleden. Onder de meubels bevond zich
ook een oud spinet- Terwijl de mensen al die dingen
oplaadden kwam 'n klein meisje, keurig gekleed en naar
het uiterlijk te oordeelen tot de gegoede stand beho
rend, luid snikkend aanlopen. Ze zei, dat ze hier in de
buurt haar moeder was kwijtgeraakt en was bijna niet
tot bedaren te brengen. Een tijdlang stonden de men
sen wanhopig om haar heen. niet wetend, wat ze
met het huilende kind zouden beginnen totdat Mo
zart op een goed idee kwam Hij verzocht de men
sen, het oude spinet even op straat te zetten en, ge
zeten op een oude kist, begon- hij te spelen. Hij spéélde
zo mooi, dat het meisje vol aandacht luisterde en haar
angst bijna vergat.
„Neen mevrouwtje", maar wilt u hier niet even wat
uitrusten, bij deze steen is het heei-lijk koel." En hij
bracht haar naar de haardsteen, 't Konijntje deed net
of ze de baard niet zag en de spin werd al wat onge
duldig.
„Vindt u het geen mooie steen, mevrouw?" vroeg
hij toen.
„Ja" zei het konijntje.
„Ziet u niets bijzonders aan de steen?" vroeg de
spin weer.
„Neen, het is toch een doodgewone steen. Wat is
er voor bizonders aan?"
„Doodgewoon noemt u dat? Ziet u niet, wat de steen
heeft?"
„Neen", zei het konijn „ik zie heusch niets.'"
„Ik zal u op weg helpen" zei Anansie toen, dan zegt
u het mij maar na. De steen heeft een b
„De steen heeft een bzei het konijn.
„Wat bent u toch dom" zei de spin weer, „de steen
heeft een ba
„De steen heeft een baherhaalde het konijn.
„U mag het woord gerust voluit zeggen, ik help u
alleen maar, de steen heeft een baa
„De ste'èn heeft een baazei moeder konijn.
„Och wat ben u toch flauw, mevrouw, Baa is toch
het woord niet? De steen heeft een baar...."
„De steen heeft een baar" zei het konijn.
Ja, wat moest de spin nu beginnen? Nog maar één
letter en het konijn zou de lucht ingesmeten worden,
maar ze was zo dom!
Weet je wat, dacht Anansie, lk zal het verboden
woord heel vlug uitspreken, misschien, dat de steen
het niet hoorde en ik van de dood gespaard blijf.
„Ik zal je nu precies zeggen, wat de steen heeft, zeg
je het me dan direct na?"
„Ja" zei het konijn.
„Nou dan, luister goed. De steen heeft een baax-d...."
Maar of hij nu het woord baard niet vlug genoeg
had uitgesproken, hij ging ook de lucht in kreeg
een punt tusschen de ribben.
„Je hebt je verdiende loon, valse spin" zei moeder
konijn, „ik zal nu met je vrouw en kinderen afreke
nen".
Maar Akoeba had uit het raam alles gezien. Ze
vluchtte met al haar kinderen het bos uit en woont
sindsdien in de woningen der mensen.
MORINE VAN DER LINDEN.