Bonnen die thans geldig zijn:
Jiaci Tlieuuxs
Leugens om bestwil...
JLR IJ D A r 25 T tT C I 1941'
Dank zij het zonnige weer is de hooi-oogst voorspoedig verloopen. De laatste
bundels worden binnengebracht.
(Foto Het Zuiden)
Vergadering Vereeniging
„Hacrlera".
Voordracht Mevr. J. M. SterckProot over
Haarlem's Binnenhoven.
De Vereeniging „Haerlem" hield Donderdagavond
haar algemeene vergadering in het gebouw „De
Hoofdwacht" aan de Groote Markt te Haarlem onder
voorzitterschap van den heer J. L. Tadema. Deze
sprak zijn blijdschap over de groote opkomst uit. „De
opkomst niet onverhoopt, maar wel onverwacht
groot", zei spreker. „Dat hebben we wel anders ge
kend; soms waren er niet eens voldoende leden om
ze te verzoeken de rekening na te zien". De Voor
zitter sprak zeer waardeerend over Mr. Dr. A. baron
Röèll, den beschermheer, die het vorig jaar door^den
dood aan de vereeniging is ontvallen. „Meer dan 25
jaar lang is hij beschermheer geweest en daar zijn
we hem dankbaar voor. Hij ruste in vrede." Spr.
zeide verder in zijn openingswoord nog, dat ieder
in dezen tijd zijn zorgen en moeiten heeft, die alle
gedachten in beslag nemen; toch hoop ik, dat de be
langstelling in deze vereeniging niet zal verflauwen;
de Vereeniging Haerlem heeft vooral nu bestaans
recht. Ieder moest eigenlijk de geschiedenis van deze
stad ter harte gaan en ieder moest oog hebben voor
haar groote schoonheid.
Welnu, onze vereeniging is er, om hen van
die blindheid te genezen en ervoor te zorgen,
dat hun hart door de schoonheid van Haarlem ge
roerd wordt. Het is eigenlijk beschamend voor een
stad van 140.000 zielen, dat het ledental zoo klein is."
Spreker hoopte dan ook, dat het aantal leden spoedig
grooter zal worden.
De secretaris, de heer P. A. Dijkema, bracht het
jaarverslag uit.
Een woord van eerbiedige nagedachtenis en hulde
wordt gewijd aan hen, die in 1940 hun leven voor het
vaderland "gaven.
Ook worden de ingezetenen herdacht, die bij het
bombardement van Haarlem in den nacht van 2 op 3
October omkwamen.
Herdacht wordt verder het overlijden van den be
schermheer der vereeniging, Mr. Dr. A. baron Röell;
van het bestuurslid Mr. A. J. Enschedé; van den heer
J. van Oldenburgh, directeur dev provinciale bedrij
ven; van Jkvr. C. C-. P. van der Wijck. die. haar beste
krachten gaf aan „Arbeid Adelt", bef Roode Kruis en
het Parkherstellingsoord; van den heer A. Burdet,
den bekenden vogelkenner: van mej. J. Wentholt. be
stuurslid van hetdepartement Haarlem der Maat
schappij .'tot Nut van 't Algemeen, en tenslotte van
Klaas Pander, den vermaarden sportbeoefenaar en
leermeester van Jaap Eden.
Met waardeering werd kennis genomen van het be
sluit, dat werken en gebouwen, die door de daartoe
bevoegde instantie als monument zijn aangemerkt,
niet mogen worden gesloopt of veranderd dan na
toestemming van de Rijkscommissie voor de Monu
mentenzorg, waarmee een wensch van de Vereeniging
Haerlém vervuld werd. Het gemeentebestuur zorgde er
ook voor, dat het gebouw van de Hoofdwacht tegen
luchtgevaar werd beveiligd.
Herinnerd wordt voorts aan de wandelingen en
voordrachten, die in 1940 werden gehouden. De foto
verzameling groeit steeds aan. Deze is voor tien jaar
aan het Gemeente-archief in bruikleen afgestaan. De
gemeente-archivaris zal haar catalogiseeeren.
Het aantal leden liep door de tijdsomstandigheden
Iets terug, maar het aantal wordt weer grooter', het
bedraagt thans 197.
Het jaarverslag werd onder dankzegging goedge
keurd. evenals het financieel verslag van den pen-
ningmeestei-, den heer J. D. Rutgers van der Loeff.
Hem werd décharge verleend.
De bestuursleden mevrouw J. M. SterckProot, mej.
Dr. G. H. Kurtz, ir. G. Friedhoff en Mr. C. M. J. de
Jongh werden bij acclamatie herkozen.
De Voorzitter deelde mede, dat het bestuur over
wogen heeft, op welke wijze men de jeugd zou kun
nen betrekken in het werk dezer vereeniging. Het
heeft aan mej. Dr. G. H. Kurtz gevraagd, een boekje
te schrijven onder den titel: „Geschiedenis van Haar
lem" en dit te bestemmen voor de jeugd. Men zal
hiermee trachten haar kennis van en liefde voor
Haarlem aan te kweeken. Het bestuur zal zich met
deze aangelegenheid tot de" schoolbesturen wenden. De
propagandacommissie zal zorgen voor een folder met
prentjes en bijzonderheden over Haarlem. En archi
tect Korringa heeft zich weer bereid verklaard, van
den winter een voordi'acht over de bouwstijlen in
Haarlem te komen houden.
Voordracht Mevrouw Sterck—Proot.
Hierna kreeg Mevrouw J. M. Sterck—Proot het
woord voor een voordracht over Haarlem's Binnen
hoven. Spreekster deelde mede, dat zij, nadat in de
geïllustreerde Heemschut-serie van Allert de Lange
de historische schoonheid van Amsterdam was be
schreven door den architect A. A. Kok, de opdracht
kreeg hetzelfde te doen voor Haarlem. Spreekster las
een der hoofdstukken voor uit dit boekje, dat in het
najaar verschijnen zal. „De Haarlemsche binnenhoven
vormen hoogst waardevolle oasen in het stadsgewoel.
Helaas is van het oudste groote binnenhof van Haar
lem, het Pand (dat is de kruisgang van het predik
heerenklooster achter het Stadhuis met een groote
oude toegangspoort aan de Koningstraat en een klei
nere aan het Prinsenhof) niet veel meer van de rust
der vergane tijden te genieten en dit is te merkwaar
diger, omdat dergelijke oude kloosterhoven ieder be
schaafd menseh in het buitenland juist bijzonder aan
trekken. Een tweede groote hof bergt de zoogenaam
de oude St. Adriaan of Kloveniersdoelen in de Gast
huisstraat. Dit schuttershof werd in 1562 met een muur
omringd en in 1612 afgesloten door een poort van De
Key, met twee gekruiste geweerkolven gekroond. Aan
de meeste Haarlemmers is de schoonheid van dit hof
onbekend. Van een ander oud hof van Haarlem, het
Begijnhof, is de intieme schoonheid geheel verloren
gegaan. Wijlen de rijksarchivaris C. J, Gonnet had
voor een passend Haarlemsch museum zijn oog gesla
gen op het Oude-Mannenhuis uit 1608 aan het Groot
Heiligland, sinds 1810 als Hervormd weeshuis in ge
bruik en dat nog onder Gonnets's leiding in 1912-13 tot
Frans Halsmuseum werd ingericht. Voor arme Haar
lemsche vrouwen was reeds vroeg door particulieren
gezorgd en wel door de stichting van zoogenaamde
„kamers", later hofjes genoemd. Een 25-tal was over
heel Haarlem verspreid."
Mevrouw Sterck vertelde er vele interessante bij
zonderheden van. Een vermogend garenhandelaar,
IJsbrand Staats, stichtte in 1730 het eerste hofje aan
den Jansweg. met een bijzonder grootscheepsch binnen
hof en een rijk versierden voorgevel met beeldhouw
werken van den modekunstenaar in die dagen Gerrit
van Heerstal, «die een beeldhouwersschool had buiten
de Groote Houtpoort, nu Plein 13. Het groote gevel
beeld voor zijn eigen pand prijkt nu in het Frans Hals
Museum. Uit de nalatenschap van een der meestver-
mogende textielmagnaten van Haarlem, Pieter Teyler
van der Hulst, bouwden de executeuren in 1785 op
den Koudenhorn het meest monumentale van alle
Haarlemsche hofjes. Het werd uitgevoerd in Lodewiik
XVI stijl. „Onze binnenhoven geven niet alleen een
indruk van de oude vroomheid en den lateren welda
digheidszin van stad en stedelingen", 'dus eindigde
spreekster, „maar vormen ook aesthetisch stellig niet
het minst boeiende deel van de historische schoon
heid van Haarlem".
De aanwezigen hoorden de voordracht met groote
aandacht had. De Voorzitter bracht de spreekster een
woord van dank.
Het beroepsgoederenvervoer langs
den weg.
AMSTERDAM, 24 uli. De N.V.V.-persdienst
schrijft: De Centrale Bond van Transportarbei
ders, aangesloten hij het N.V.V., heeft zich, mede
namens de samenwerkende bonden, gewend tot het
waarnemend hoofd van het departement van
waterstaat met het verzoek te willen bevorderen,
dat het beroepsgoederenvervoer met paarden onder
de Nederlandsche Organisatie voor het Beroeps
goederen verkeer langs den weg (N.O.B.)) en on
der een vergunningsstelsel wordt gebracht en dat
voor het geheele beroepsgoederenvervoer langs den
weg minimum vervoertarieven worden vastgesteld.
Aanleiding tot dit verzoek was het feit, dat bij
onderhandelingen tusschen de N.O.B. en de samen
werkende bonden over de afsluiting van een col
lectieve arbeidsovereenkomst, moeilijkheden wer
den ondervonden als gevolg van de onvoldoende
wijze, waarop het goederenverkeer langs den weg
is geregeld. De werkingssfeer van de N.O.B. is be
perkt: zij kan niet optreden als partij voor het ge
heele beroepsgoederenvervoer langs den weg. om
dat dat met paardentractie niet onder de N.O.B.
wordt uitgeoefend en niet onder het vergunnings
stelsel is gebracht. Verder wordt de totstandkoming
van een C.A.O. belemmerd door het ontbreken van
bindende minimum vervoertarieven.
SPEELTUIN VEREENIGING „HET VONDELKWARTIER".
De jaarlijksche Speeltuindag, uitgeschreven door de
Ned. Unie van Speeltuin-organisaties, is ook door de speel-
tuinvereeniging Het Vondelkwartier in Haarlem-Noord
op feestelijke wijze gevierd. Eenige honderden kinderen
zijn op den ruimen speeltuin der vereeniging aan den
Vergierdeweg met aardige spelletjes bezig gehouden door
een groep van ruim 20 leidsters en leiders, die zich be
langeloos beschikbaar hadden gesteld voor het geven var
leiding op den speeltuin gedurende de vacantie, en die
hun zeer zeker niet gemakkelijke taak met enhousiasme
hebben aanvaard.'
De kinderen hadden een prettïgen middag; zij wei-den
op limonade getracteerd en de ouders hebben kennis kun
nen maken met de wijze, waarop Het Vondelkwartier de
kinderen weet bezig te houden.
Veel belangstelling trokken ook de kindertuintjes, die
onlangs door nijvere handen zijn Ingericht en daarna door
de kinderen zelf zijn beplant en worden onderhouden.
De dag werd besloten met een van 8 tot 10 uur 's avonds
op den speeltuin gehouden concert, dat verzorgd werd
door Het Velser Accordeonorkest. Dit uit 15 accor
deonisten bestaande orkest, dat zich voor dit doel be
langeloos had beschikbaar gesteld, oogstte veel bijval.
Tijdens de pauze werd door den heer W. Klaren, hoofd
bestuurslid van de N. U. S. O. een propagandistisch woord
ten gunste van het speeltuinwerk gesproken.
Thans is het vacantiewerk op den speeltuin begonnen;
de kinderen zullen dagelijks worden beziggehouden met
allerlei aardige spelletjes en wedstrijden. Het zomersei
zoen wordt besloten met een grooten wedstrijd voor alle
kinderen om fraaie prijzen.
Ook zullen er nog eenige uitstapjes, zoowel voor de
kleintjes als voor de grootere kinderen worden gehouden.
KORDATE REDDING.
Een moedige redding, waardoor het leven van een
pl.m. vierjarigen kleuter gered werd, is Donderdag
morgen verricht door mevr. Veller, wonende Lorentz-
kade 460 te Haarlem.
Ter hoogte van de zweminrichting geraakte
het genoemde jongetje omstreeks half twaalf spelen
derwijs in het water van de Houtvaart. Mevr. Veller,
die op het oogenblik juist haar eigen baby verzorgde,
snelde bij het vernemen van het ongeval onmiddellijk
naar buiten en sprong gekleed en wel in het drab
bige, onwelriekende water. Haar moedige daad werd
beloond, want zij slaagde erin het jongetje, dat al een
keer „onder" was geweest, behouden op den kant te
brengen. Een omstander verleende hierbij assistentie,
waarna het ventje naar huis werd gebracht.
Een woord van hulde voor het kordate optreden
van de redster is hier zeker op zijn plaats!
FAILLISSEMENTEN.
Opgegeven door afd. Handelsinformaties v. d. Graaf
en Co. N.V., Amsterdam.
UITGESPROKEN:
11 Juli. Harm Jan Medema. Bernardlaan 11, Zuidlaren.
Recht. Comm. Mr. A. Maassen, Cur. Mr. W. J. S. J.
Blom, Beilerstraat 59, Assen.
16 Juli. Z. D. J. W. Gulden, architect, Amsteldijk 22, Am
sterdam. Recht. Comm. Mr. J. Sprey, Cur. Mr. E. H. P.
Rosenboom, Willemsparkweg 198, Amsterdam.
23 Juli. J. D. Haalmeijer, wonende te Baarn, de Ruyter-
laan 10. Recht. Comm. Mr. D. Visser, Curatrice mejuf
frouw Mr. R. W. de Boer, Baarn.
23 Juli. J. Fortuin, wonende te Utrecht. Koningslaan 62.
Recht. Comm. Mr. D. Visser, Cur. Mr. R. van Woelderen.
Utrecht.
VERNIETIGD DOOR HET GERECHTSHOF TE DEN
BOSCH:
24 Juli. Gerrit de Waal, aardappelhandelaar, Aalburg.
OPGEHEVEN WEGENS GEBREK AAN ACTIEF:
18 Juli. L. Spier, Den Haag.
GEDEPONEERDE U1TDEELINGSLIJSTEN:
21 Juli. J. M. J. A. Zijsveld, voorheen garagehouder,
Zwolle. Idem. Uitk. 5.309 #/o.
22 Juli. Sj. Tjepkema, schilder, Leeuwarden. Geëindigd
door het verbindend worden der eenige- uitdeelingslijst.
Sjoerd Dupon, pluimveehouder. Bergum. Geëindigd
door het verbindend worden der uitdeelingslijst.
Th. Janssen, -landbouwer, Velp. Geëindigd door het ver
bindend worden der eenige uitdeelingslijst.
Lelie Kooistra Azn., Warlena. Idem.
A. Abas, confectionnair, Amsterdam. Geëindigd door het
verbindend worden der eerste, tevens slotultdeelingslijst.
Dr. H. W. Overbosch, destijds te Bilthoven, thans te
Palma de Mallorca (Spanje). Geëindigd door het verbin
dend worden der slotuitdeelingslijst.
AARDAPPELEN.
BON „27 reserve". T.m.
26 Juli: 3 kg.
BOTER- OF VETKAART.
BONS 24 cn 25. T.m. 3
Aug. 250 gr. boter p. bon.
Vetkaart reductie.
BROOD, GEBAK.
BON 10 (Blc/emkaart).
T.m. 10 Augs.: 50 gram
brood of rants, gebak.
BON „27 Broodkaart".
T.m. 26 Juli: 100 gram
brood of 1 rants, gebak.
BON „27-4 rantsoenen".
T.m. 26 Juli: 400 gram
brood of 4 rants, gebak.
VLEESCII EN VLEESCH-
VVAREN.
BON 27 „vlcesch". T.m.
26 Juli: 50 gr. vleesch
of V2 rants, vleesch-
waren.
BON 27 „vleeschwaren".
T.m. 26 Juli 100 gram
vleesch of 1 rantsoen
vleeschwaren.
BON 26 „vleeschwaren".
T.m. 26 Juli: 100 gram
vleesch of 1 rantsoen
vleeschwaren.
BON „27 eieren". T.m.
26 Juli: 1 ei.
SUIKER.
BON 101. Tm. 3 Augs.:
1 kg suiker.
JAM, STROOP. E.D.
BON 103 (Bonkaart Alg.)
T.m 10 Augs.: 500 gram.
MEEL EN GRUTTERS
WAREN. (Bonkaart Alg.)
X BON 102. T.m. 10 Augs.:
250 gr. rijst, rijstemeel,
rijstebloem of grutte-
meel.
BON 44. T.m. 10 Augs.:
250 gr. havermout, ha
vervlokken, haverbloem,
aardappelmeelvlokken,
gort. gortmeel of grutten
BON 10 (Bloemkaart).
T.m. 10 Augs.: 35 gram
tarwebloem, tarwemeel,
roggebloem, roggemeel
of zelfrijzend bakmeel.
BON 45. T.m. 10 Augs.:
250 gr. gort. gortmout of
grutten.
BON 54. T.m. 10 Augs.:
100 gr. macaroni, vermi
celli of spaghetti.
BON 55. T.m. 10 Augs.:
100 gr. maizena, gries-
meel, sago, aardappel
meel of puddingsaus-
poeder,
PETROLEUM.
BON 11 (Bonkaart M en
O) t.m. 10 Augs.: 2 L.
SCHEERZEEP ENZ.
BON K (Textielkaart).
T.m. 31 Aug.: 50 gr.
KAAS (Bonkaart Algem.)
BONS 69 en 79. T.m. 27
Juli 100 gr. per bon.
BON „26 kaas" en „27
kaas". T.m 10 Augs.:
100 gr. per bon.
MELK.
BON 27 (Melkkaart).
T.m. 26 Juli: 1$4 L.
KOFFIESURROGAAT EN
THEE. (Bonkaart Algem.)
BON 104. T.m. 16 Aug.:
250 gram koffiesurrogaat
of 40 gr. thee (voor zoo
ver voorradig).
ZEEP (Bonkaart Algem.)
BON 38. T.m. 3 Augs.:
150 gr. toiletzeep, 120 gr.
huishoudzeep, 200 gr. z.
zeep (oude samenstel
ling), 150 gr. z. zeep,
300 gr. z. zeeppasta, 250
gr. zeeppoeder, 125 gr.
zeepvlokken, 250' gr.
zelfwerkende waschmid-
delen, 200 gr. vloeibare
zeep of 600 gr. wasch-
poeder.
UONDENBROOD.
BON 23. T.m. 31 Jutf.
Groep 1 en 2: 10 Kg; Qr
3: 8 Kg. Gr. 4: 5 Kg; c'r
5: 4 Kg; Gr. 6: 3 Kg.
KATTENBROOD.
BON 23. T.m. 31 Juli-
1% Kg.
BRANDSTOFFEN.
Bonkaart Haarden en
Kachels t.m. 31 Dec.
Bonnen 01, 02, 03 per boa
1 eenheid vaste brand-
stof. Bonnen 05, 06, 07:1
eenheid turf
Bonkaart Haarden en
Kachels K t.m. 31 Dec.
Bonnen 01, 02, 03, 04 per
bon 1 eenheid vaste
brandstof. Bonnen 05. 06,
07, 08: 1 eenheid turf.
Bonkaart Centrale Ver
warming L t.m. 31 Dec.
Bonnen 0111 per bon
1 eenheid vaste brand
stof.
Bonkaart „Brandstoffen
één eenheid" tot 1 Mei
1942 1 eenheid vaste
brandstof.
Bon 03 KF van de kaar
ten M en N. Geldig I-31
Juli: 1 eenheid vaste
brandstoffen.
Bon Generator-anthra-
ciet 6e periode 1 H.L,
anthraeietnootjes of 50
kg turfcokes. Geldig I-31
Juli.
Bon Generatorturf 6e
periode: 50 stuks bag-
gerturf. Geldig 1-31 Juli.
Het instituut van den economischen
rechter.
Prof. mr. B. M. Taverne geeft een uiteenzetting.
Het A.N.P. meldt: Het Nederlandsche Juristen
blad heeft onlangs een opmerkelijk artikel gepu
bliceerd van de hand van den vice-president van
den Hoogen Raad prof. mr. B. M. Taverne over
het instituut van den economischen rechter.
Professor Taverne is een der allerbeste kenners
van ons strafrecht. En aangezien de economische
rechter als nieuwe verschijning in het justitieele
leven in het Nederlandsche volk nog allerminst po
pulariteit geniet, heeft het A.N.P. zich tot prof.
Taverne gewend met de vraag of hij voor het
Nederlandsche publiek eens wilde vertellen wat
hij precies van dit instituut met zijn zeer sterken,
socialen kant denkt.
Prof. Taverne, die begon met op te merken dat
hij natuurlijk de politiek geheel buiten dit gesprek
wenschte te houden omdat die niets met deze zaak
te maken heeft, wees er op, dat hij altijd ge
streden heeft voor een vergaande specialisatie waar
deze mogelijk is, bijv. bij groote rechtscolleges. De
taak van zulle een rechter is omvattend genoeg dat
hij zijn geheele leven daaraan kan wijden. De
economische rechter beteekent een subspecialisatie.
Mede vanwege de tijdsomstandigheden acht hij de
instelling van dit instituut een gelukkige gedachte.
Men moet menschen hebben die in dit onderwerp
thuis zijn en niets anders doen.
„Daarbij komt echter iets zeer bijzonders. Het
betreft hier een bij uitstek sociaal werk, waarbij
het belang van de gemeenschap dusdanig primeert,
dat bij de strafoplegging individueele elementen ge
heel op den achtergrond geraken. Om dit goed te be
grijpen bedenke men, dat' de economische rechter
Voor de Kinderen
(Teekeningen H. Kannegleter).
EEN DAG VOL PECH.
Kussens zijn om te gebruiken mompelt
Teddy niet voor pronk! En hij sleept er
eentje mede, naar den haard, waar vuur in
blonk, 'k Neem vandaag een rustig dagje
en ik stoor me aan geen mensch. Als ze nu
maar buiten blijven, dan gaat alles wel naar
we h.
En het lijkt wel of hij waarlijk nu eens goed
genieten kan. Want je ziet wel op het
plaatje: Teddy neemt het goed er van. Inge
bakerd in het kussen, slaapt hij al heel
gauw zoo diep dat hij 't onheil niet hoort
naad'ren, dat reeds op de trappen liep
is geboren uit, nood. Daarom is zijn taak hard. Het
verwerpelijke van de delicten welke door dien
rechter behandeld worden wordt nog lang niet
algemeen ingezien. Daarbij moet veel algemeene
preventie in de straf worden verwerkt. Dit bij
elkaar maakt ontegenzeggelijk, dat met zware straf
fen moet worden gewerkt, maar dat wil nog niet
zeggen dat hier van onrechtvaardigheid sprake is,
De nood beslist hier immers".
„Hoe zou het toch komen, dat het publiek in
het algemeen deze economische delicten, die het
heele volk benadeelen, niet zoo erg vindt?"
„In ons volk aldus prof. Taverne is sterk
ontwikkeld de eigenschap om iets dat niet met
onzen aard overeenkomt of iets dat niet uit ons zelf
is opgekomen niet te aanvaarden. Doch dan moet
men goed weten, dat de economische rechter geen
Duitsche instelling is, doch een instituut door Ne
derlandsche autoriteiten uitgewerkt in Nederland-
schen noodtoestand. Er komt echter nog iets anders
bij. In ons volk vond altijd het strafbare van han
delingen, waarbij een slachtoffer valt aan te
wijzen, veel meer weerklank dan de strafbaar
heid van vergrijpen tegen de gemeenschap gè-
pleegd. Opgemerkt moet hierbij worden, dat in de
laatste tien jaren het hj'per individualistische
systeem in onze strafrechtpleging gelukkig wel wat
verlaten is. Op den duur zal dat leiden tot een
andere waardeering door het publiek van bepaalde
gedragingen, maar dit gaat uitermate langzaam".
„Daar kan dus niet op gewacht worden", werd
opgemerkt.
„Neen, zeker niet, de toestand is op 't oogen
blik nog al te onbevredigend", zeide prof. Taverne.
„De economische rechter kan hier door doel
matige correctie en de wijze waarop hij de zaken
behandelt een opvoedende taaie vervullen. De
taak van den rechter is het schoonste als hij
niet alleen door afschrikking zijn doel bereiktj maar
indien hij de mentaliteij; van het volle- weet te be-
invloeden".
„Gelooft u, dat het instituut zal gelukken?"
„Dat lean ile niet voorspellen, maar ik hoop
het zeer sterk, omdat het een tastbaar Nederlandsch
belang zou zijn. Alles wat aan de geregelde, dis
tributie' onttrokken wordt gaat van het Nederland
sche kwantum af. Geheel uitroeien kan men den
clandestienen handel nooit, maar als die zoovéél
mogelijk kan worden tegengegaan, kan mén zeggen
dat het instituut gelukt is. Er is behalve onze
voedselvoorziening nog een ander gevaar, nainé-
lijk dit, dat de bezettende macht de berechting van
dezë delicten aan den Nederlandschen rechter zou
onttrekken. Om een en ander goed te begrijpen, is
niets anders noodig dan werkelijkheidszin. Slechts
zij zullen niet te overtuigen zijn die liever verhon
geren dan zich houden aan de voorschriften der
Nederlandsche autoriteiten voorzoover deze ver
band houden met de bezetting. Zijn zij goede Neder
landers? Zij zijn wellicht in gemoede' overtuigd, dat
te zijn. Maar aldus eindigde prof. Taverne
wie de werkelijkheid negeert is blind. Volgens een
dagbladbericht kan in Roemenië voor deze soort
delicten de doodstraf worden opgelegd. Moge het
dank zij den economischen rechter in ons land nooit
zoo ver komen!"
Het 21/2-3arig jongetje Van Eyk uit Zutphen was
met zijn vriendjes aan het spelen bij het water van
de Hoofdgracht van den Tademasingel. Toen het kind
alleen was achtergebleven is het te water geraakt
en verdronken. Na urenlang dreggen heeft men het
lijkje opgehaald.
Ter hoogte van Helbergen, onder de gemeente
Brummen, is uit den IJsel het lijk opgehaald van
den 18-jarigen J. T. J. uit Baak, die op 13 Juli bij
het zwemmen is verdronken.
29)
THE A BLOEMERS.
„Neemt u me niet kwalijk, mevrouw, dat ik
stoor, maar er is een dame, die u graag onmiddel
lijk spreken wil".
„Hoe is haar naarti?"
„Ze wilde haar naam niet zeggen en heeft ook
geen kaartje gegeven. Ze zegt dat u toch niet
weet wie zij is".
Er was iets in den toon van den man, dat be
wees, dat hij meer wist dan hij wilde laten blij
ken.
„Ken jij haar?" vroeg dr. Resink.
„Ja meneer, het is een jongedame uit een van
de eerste families uit de stad ofschoon ik haar nog
nooit van zoo dichtbij heb gezien als nu".
„Wie is ze dan?"
„Ze heeft me dringend verzocht dat niet te zeg
gen. Ze verzoekt met. den meesten aandrang om
een gesprek onder vier oogen te mogen hebben
met mevrouw Resink, dat is de boodschap, die ik
moest overbrengen"
„Laat mij maar even gaan, Connie", zei dr.
Resink, en toen de kellner weer was heengegaan
ging hij voort: „We schijnen hier midden in de
geheimzinnigheid te zitten! Eerst dat kamermeisje
dat boven op de gang bleef stilstaan, om je aan
te gapen en toen vroeg of jij misschien Constance
van Zuylen was en nu dit weer. Neen, heusch
kind", hield de dokter aan, toén zijn vrouw be
zwaar maakte. „Het is heusch beter dat je mij
eerst even laat kijken".
Hij liep naar de hall van het hotel en toen hij
weg was, verlieten toevallig ook de beide andere
personen die nog aan het ontbijt hadden gezeten,
de eetzaal, zoodat zich daar op dat moment nie
mand meer bevond dan alleen mevrouw Resink.
gaar man was nog maar een paar minuten wég,
toen ze buiten het geluld van opgewonden stem
men hoorde; het volgend oogenblik vloog de deur
open, een goed gekleede jongedame kwam binnen
stuiven, liep op haar toe, greep haar arm en snikte
wanhopig:
„Help me, red me! U berit de eenige die het kunt,
0, in 's hemelsnaam, help me toch!"
Dr. Resink volgde het opgewonden meisje in de
eetzaal en verklaarde heftig, dat hij haar niet kon
toestaan op deze wijze een onderhoud met zijn
vrouw te hebben en dat ze heen moest gaan, maar
zijn protesten hadden niet de minste uitwerking.
Ze nam eenvoudig geen notitie van hem en terwijl
de tranen haar over het gezicht stroomden, jam
merde ze:
„Laat u mij alstublieft alles uitleggen! Hoor me
aan, ik smeek het u! Ik heb eens alles wat ik kon,
voor u gedaan, toen u zoo ellendig was van de
hoofdpijn!"
„Wel Guust", riep Constance verrast tegen haai
man „Het is dat meisje, waarmee ik dien avond
hierheen ben gereisd en dat me toen Hoffmann-
druppels heeft gegeven. Lieve kind", wendde ze
zich daarop weer tot Nora, trwijl ze haar zachtjes
dwong op den stoel naast haar te gaan zitten, „wat
is er? Natuurlijk wil ik ook alles voor u doen wat
ik kan. Vertel me maar gerust wat u op het hart
hebt. Want er moet iets verschrikkelijks gebeurd
zijn, dat u zich zoo overstuur maakt!"
„O dank u, dank u. Ik wist wel, dat u vriende
lijk tegen me zoudt zijn." Met een aarzelenden
blik keek ze naar dr. Resink en vervolgde toen
zacht: ..Maar ik zou u zoo graag alleen spreken, als
het kon".
„Met alle genoegen; Guust, als je er niets tegen
hebt, neem ik haar mee naar de conversatiezaal.
Daar komt zoo vroeg toch niemand en hier loopen
telkens menschen in en uit".
Het gesprek duurde lang en het liep al tegen
tweeën, toen dr. Resink en zijn vrouw met Nora
in een taxi naar „Het Heem" reden. Er was heel
wat te vertellen en op te helderen geweest. De
goedhartige Constance en haar niet minder hu
mane man vergaven de zondares van ganscher
harte; ze hadden allebei zelf armoede gekend en
konden zich levendig indenken, dat het meisje de
verleiding geen weerstand had kunnen bieden. Ze
had eerst haar biecht aan de jonge vrouw alléén
gedaan, maar deze had het wenschelijk gevonden
om haar man op de hoogte te brengen en had
Nora gerustgesteld met de verzekering, dat ze in
dr. Resink zeker geen harder rechter zou hebben,
dan in haar zelf, welke voorspelling ook inder
daad juist bleek. Ze beloofden met haar te zullen
meegaan naar mevrouw Resinks grootouders en
een goed woord voor haar te doen, al maakten ze
zich geen van drieën illusies over de gemoeds
stemming van mijn heer Eduard en zijn echtgenoo-
te, als deze de waarheid zouden hooren, vooral niet
omtrent die van den ouden heer.
Toen Nora een beetje gekalmeerd was, kwamen
er allerlei bijzonderheden ter sprake en Constance
vertelde hoe ze bij hun aankomst in het hotel op
de gang naar hun kamer waren aangegaapt, door
een van de kamermeisjes, die na een oogenblik op
ze was toegekomen en haar had gevraagd of zij
juffrouw .Constance van Zuylen was, welke vraag
het jonge vrouwtje in haar verbazing onmiddellijk
bevestigend beantwoord had.
Nora begreep direct hoe de vork in den steel zat.
Het kamermeisje was natuurlijk niemand anders
dan haar nobele nicht Jet geweest, die blijkbaar
getroffen was door de opvallende gelijkenis in
figuur, houding en manieren en zelfs in gelaats
trekken tusschen de beide meisjes en had snel ge
combineerd, dat het lang niet onmogelijk was, dat
dit nu de echte kleindochter van mijnheer en me
vrouw van Zuylen moest zijn, want het was wel
heel toevallig, dat die halve dubbelgangster ook
zoo opeens in Rieseloo kwam opdagen! Het kon
heel goed zijn, zoo moest ze hebben gedacht, dat
Nora van een haar op de een of andere manier
bekende gelijkenis gebruik gemaakt had om haar
bedrog te kunnen plegen. Slechte karakters heb
ben met al een scherp-ontwikkeld zintuig voor de
listen van zondaars! dacht Nora bitter en be
schaamd. Ongetwijfeld leek ze op haar zuster Cor-
rie, dat had Chris indertijd direct gezien, zooals
hij haar gezegd had, maar aan den anderen kant
was de overeenkomst tusschen haar en Constance
van Zuylen weer groot genoeg om haar nicht in
die richting op het spoor te hebben gebracht.
Nora hoorde nu ook het verhaal van de adver
tentie in de Nieuwe Rotterdammer. Het meisje
twijfelde er geen oogenblik aan, of deze was door
Jet geplaatst, en concludeerde daaruit dat haar
nicht vermoedelijk geen deel had gehad aan het
afpersingsplan van Chris, zooals ze altijd vermoed
had, maar door haat en afgunst bezeten was ge
weest, omdat haar nichtje, die „immers geen steek
beter was dan zij', zooals ze herhaaldelijk smalend
had verklaard, een aangenaam en makkelijk le
ventje leidde en voor het oog van de wereld voor
een „dame" doorging. Nora was er nog steeds niet
heelemaal achter, hoe Jet zoo snel ontdekt had
wie zij in werkelijkheid was; het meest waar
schijnlijk leek het haar, dat ook zij door. enkele
typische overeenkomsten tusschen haar en Corrie
op het idee van het bedrog was gebracht en door
scherpzinnig combïneeren, door de stukjes en brok
jes van wat zij opmerkte als een legkaart aan elkaar
te passen, tot de waarheid was doorgedrongen. En
Nora's schigtigheid, toen Jet over de advertenties
in het Handelsblad was begonnen en de ontdek
king van de verstopte courant zouden wel de proef
op de som voor het meisje zijn geweest. Nui haar
nicht kon zich troosten met de gedachte, dat haar
wraak volkomen en de wreede manier, waarop ze
deze had uitgeoefend, Taak was geweest!
Nora had de handen van verbazing ineen ge
slagen, toen ze hoorde op wat voor wonderbaar-
lijke wijze haar reisgenoote van dien nacht, na haar
val uit den trein aan den dood ontsnapt was. De
zakdoek, die de autoriteiten op een dwaalspoor
had gebracht ten aanzien van de identiteit van het
slachtoffer, was natuurlijk het doekje geweest, dat
Nora aan Constance had gegeven, toen de zakdoek
van de lataste doorweekt van tranen was geweest.
Bij haar tuimeling uit den trein, had Constance
den zakdoek natuurlijk verlóren, de krankzinnige
had hem opgeraapt en was misschien wel daardoor,
doordat ze op niets anders gelet had. door den snel
trein gegrepen en vermorzeld. De brief van Nora's
moeder, die met een paar boeken en couranten
naast haar op de bank had gelegen, was waarschyn-
lijk, toen Constance het portier had geopend, naar
buiten gewaaid en op de rails gevallen.
Met knikkende knieën en stokken den adem be
trad Nora het buis, waar zij zooveel maanden als
lid van het gezin had geleefd en met liefde beje
gend was, waar zij geleden had en een zwaren
zielestrijd gestreden en dat nu het tooneel van
haar smadelijke vernedering zou worden. Onder
bittere tranen, verslagen en boetvaardig, bekende
ze den ouden man en vrouw, hoe zwaar ze tegen
hen misdreven had en hoe ze er toe gekomen was,
zich voor hun kleindochter uit te geven. Ze vertelde
hoe Walter haar dien avond in den trein gevonden
had, heelemaal van streek door het vreeseliike-on
geluk. waarvan ze getuige was geweest, te slap en
ellendig om iets te doen of zich ergens tegen te
verzetten, blij met de komst van den vriendelijken
ïongeman, die haar zoo teeder-medeindend had
behandeld en opgebeurd. In haar verbijstering had
ze het zich laten aanleunen, dat ze voor Constance
werd gehouden en toen ze wat tot rust gekomen
was. was het plan tot het bedrog in haar geest
gerijpt. Ze soaarde zichzelf niet. saf eerlijk toe
dat het altijd een fout van haar geweest was om
te meenen dat men een goed doel met slechte
middelen kan dienen en dat ze steeds de neiging
had bezeten, om haar geweten met mooie drog
redenen in slaap te sussen. Ze vertelde in wat
voor wreeselijken nood haar moeder met de andere
kinderen was achtergebleven na den dood van haar
vader en dat ze naar Rieseloo was gekomen om
huln te vragen bij haar grootvader en hoe, toen
ze de mogelijkheid zag om geld tot haar beschik
king te krijgen, veel geld waarschijnlijk niet
voor haar zelf, maar om haar moeder te helpen,
zij er toe gekomen was om voor Constance door te
gaan, nadat Walter gemeend had zijn nichtje in
haar te herkennen. Ze vertelde ook van haar ern
stig streven om het onrechtmatig verkregen geld
terug te geven. Het eenige. waarover ze niet snrak,
was haar liefde voor Walter, die toch zoo'r> be
langrijke factor in de heele geschiedenis was ge
weest en haar er toe gebracht had in haar bedrog
te volharden, toen ze er zelf al van walgde! 1
(Wordt vervolgd). I