Bonnen die thans geldig zijn: Jiaci Tlieuuxs Leugens om bestwil... JLR IJ D A r 25 T tT C I 1941' Dank zij het zonnige weer is de hooi-oogst voorspoedig verloopen. De laatste bundels worden binnengebracht. (Foto Het Zuiden) Vergadering Vereeniging „Hacrlera". Voordracht Mevr. J. M. SterckProot over Haarlem's Binnenhoven. De Vereeniging „Haerlem" hield Donderdagavond haar algemeene vergadering in het gebouw „De Hoofdwacht" aan de Groote Markt te Haarlem onder voorzitterschap van den heer J. L. Tadema. Deze sprak zijn blijdschap over de groote opkomst uit. „De opkomst niet onverhoopt, maar wel onverwacht groot", zei spreker. „Dat hebben we wel anders ge kend; soms waren er niet eens voldoende leden om ze te verzoeken de rekening na te zien". De Voor zitter sprak zeer waardeerend over Mr. Dr. A. baron Röèll, den beschermheer, die het vorig jaar door^den dood aan de vereeniging is ontvallen. „Meer dan 25 jaar lang is hij beschermheer geweest en daar zijn we hem dankbaar voor. Hij ruste in vrede." Spr. zeide verder in zijn openingswoord nog, dat ieder in dezen tijd zijn zorgen en moeiten heeft, die alle gedachten in beslag nemen; toch hoop ik, dat de be langstelling in deze vereeniging niet zal verflauwen; de Vereeniging Haerlem heeft vooral nu bestaans recht. Ieder moest eigenlijk de geschiedenis van deze stad ter harte gaan en ieder moest oog hebben voor haar groote schoonheid. Welnu, onze vereeniging is er, om hen van die blindheid te genezen en ervoor te zorgen, dat hun hart door de schoonheid van Haarlem ge roerd wordt. Het is eigenlijk beschamend voor een stad van 140.000 zielen, dat het ledental zoo klein is." Spreker hoopte dan ook, dat het aantal leden spoedig grooter zal worden. De secretaris, de heer P. A. Dijkema, bracht het jaarverslag uit. Een woord van eerbiedige nagedachtenis en hulde wordt gewijd aan hen, die in 1940 hun leven voor het vaderland "gaven. Ook worden de ingezetenen herdacht, die bij het bombardement van Haarlem in den nacht van 2 op 3 October omkwamen. Herdacht wordt verder het overlijden van den be schermheer der vereeniging, Mr. Dr. A. baron Röell; van het bestuurslid Mr. A. J. Enschedé; van den heer J. van Oldenburgh, directeur dev provinciale bedrij ven; van Jkvr. C. C-. P. van der Wijck. die. haar beste krachten gaf aan „Arbeid Adelt", bef Roode Kruis en het Parkherstellingsoord; van den heer A. Burdet, den bekenden vogelkenner: van mej. J. Wentholt. be stuurslid van hetdepartement Haarlem der Maat schappij .'tot Nut van 't Algemeen, en tenslotte van Klaas Pander, den vermaarden sportbeoefenaar en leermeester van Jaap Eden. Met waardeering werd kennis genomen van het be sluit, dat werken en gebouwen, die door de daartoe bevoegde instantie als monument zijn aangemerkt, niet mogen worden gesloopt of veranderd dan na toestemming van de Rijkscommissie voor de Monu mentenzorg, waarmee een wensch van de Vereeniging Haerlém vervuld werd. Het gemeentebestuur zorgde er ook voor, dat het gebouw van de Hoofdwacht tegen luchtgevaar werd beveiligd. Herinnerd wordt voorts aan de wandelingen en voordrachten, die in 1940 werden gehouden. De foto verzameling groeit steeds aan. Deze is voor tien jaar aan het Gemeente-archief in bruikleen afgestaan. De gemeente-archivaris zal haar catalogiseeeren. Het aantal leden liep door de tijdsomstandigheden Iets terug, maar het aantal wordt weer grooter', het bedraagt thans 197. Het jaarverslag werd onder dankzegging goedge keurd. evenals het financieel verslag van den pen- ningmeestei-, den heer J. D. Rutgers van der Loeff. Hem werd décharge verleend. De bestuursleden mevrouw J. M. SterckProot, mej. Dr. G. H. Kurtz, ir. G. Friedhoff en Mr. C. M. J. de Jongh werden bij acclamatie herkozen. De Voorzitter deelde mede, dat het bestuur over wogen heeft, op welke wijze men de jeugd zou kun nen betrekken in het werk dezer vereeniging. Het heeft aan mej. Dr. G. H. Kurtz gevraagd, een boekje te schrijven onder den titel: „Geschiedenis van Haar lem" en dit te bestemmen voor de jeugd. Men zal hiermee trachten haar kennis van en liefde voor Haarlem aan te kweeken. Het bestuur zal zich met deze aangelegenheid tot de" schoolbesturen wenden. De propagandacommissie zal zorgen voor een folder met prentjes en bijzonderheden over Haarlem. En archi tect Korringa heeft zich weer bereid verklaard, van den winter een voordi'acht over de bouwstijlen in Haarlem te komen houden. Voordracht Mevrouw Sterck—Proot. Hierna kreeg Mevrouw J. M. Sterck—Proot het woord voor een voordracht over Haarlem's Binnen hoven. Spreekster deelde mede, dat zij, nadat in de geïllustreerde Heemschut-serie van Allert de Lange de historische schoonheid van Amsterdam was be schreven door den architect A. A. Kok, de opdracht kreeg hetzelfde te doen voor Haarlem. Spreekster las een der hoofdstukken voor uit dit boekje, dat in het najaar verschijnen zal. „De Haarlemsche binnenhoven vormen hoogst waardevolle oasen in het stadsgewoel. Helaas is van het oudste groote binnenhof van Haar lem, het Pand (dat is de kruisgang van het predik heerenklooster achter het Stadhuis met een groote oude toegangspoort aan de Koningstraat en een klei nere aan het Prinsenhof) niet veel meer van de rust der vergane tijden te genieten en dit is te merkwaar diger, omdat dergelijke oude kloosterhoven ieder be schaafd menseh in het buitenland juist bijzonder aan trekken. Een tweede groote hof bergt de zoogenaam de oude St. Adriaan of Kloveniersdoelen in de Gast huisstraat. Dit schuttershof werd in 1562 met een muur omringd en in 1612 afgesloten door een poort van De Key, met twee gekruiste geweerkolven gekroond. Aan de meeste Haarlemmers is de schoonheid van dit hof onbekend. Van een ander oud hof van Haarlem, het Begijnhof, is de intieme schoonheid geheel verloren gegaan. Wijlen de rijksarchivaris C. J, Gonnet had voor een passend Haarlemsch museum zijn oog gesla gen op het Oude-Mannenhuis uit 1608 aan het Groot Heiligland, sinds 1810 als Hervormd weeshuis in ge bruik en dat nog onder Gonnets's leiding in 1912-13 tot Frans Halsmuseum werd ingericht. Voor arme Haar lemsche vrouwen was reeds vroeg door particulieren gezorgd en wel door de stichting van zoogenaamde „kamers", later hofjes genoemd. Een 25-tal was over heel Haarlem verspreid." Mevrouw Sterck vertelde er vele interessante bij zonderheden van. Een vermogend garenhandelaar, IJsbrand Staats, stichtte in 1730 het eerste hofje aan den Jansweg. met een bijzonder grootscheepsch binnen hof en een rijk versierden voorgevel met beeldhouw werken van den modekunstenaar in die dagen Gerrit van Heerstal, «die een beeldhouwersschool had buiten de Groote Houtpoort, nu Plein 13. Het groote gevel beeld voor zijn eigen pand prijkt nu in het Frans Hals Museum. Uit de nalatenschap van een der meestver- mogende textielmagnaten van Haarlem, Pieter Teyler van der Hulst, bouwden de executeuren in 1785 op den Koudenhorn het meest monumentale van alle Haarlemsche hofjes. Het werd uitgevoerd in Lodewiik XVI stijl. „Onze binnenhoven geven niet alleen een indruk van de oude vroomheid en den lateren welda digheidszin van stad en stedelingen", 'dus eindigde spreekster, „maar vormen ook aesthetisch stellig niet het minst boeiende deel van de historische schoon heid van Haarlem". De aanwezigen hoorden de voordracht met groote aandacht had. De Voorzitter bracht de spreekster een woord van dank. Het beroepsgoederenvervoer langs den weg. AMSTERDAM, 24 uli. De N.V.V.-persdienst schrijft: De Centrale Bond van Transportarbei ders, aangesloten hij het N.V.V., heeft zich, mede namens de samenwerkende bonden, gewend tot het waarnemend hoofd van het departement van waterstaat met het verzoek te willen bevorderen, dat het beroepsgoederenvervoer met paarden onder de Nederlandsche Organisatie voor het Beroeps goederen verkeer langs den weg (N.O.B.)) en on der een vergunningsstelsel wordt gebracht en dat voor het geheele beroepsgoederenvervoer langs den weg minimum vervoertarieven worden vastgesteld. Aanleiding tot dit verzoek was het feit, dat bij onderhandelingen tusschen de N.O.B. en de samen werkende bonden over de afsluiting van een col lectieve arbeidsovereenkomst, moeilijkheden wer den ondervonden als gevolg van de onvoldoende wijze, waarop het goederenverkeer langs den weg is geregeld. De werkingssfeer van de N.O.B. is be perkt: zij kan niet optreden als partij voor het ge heele beroepsgoederenvervoer langs den weg. om dat dat met paardentractie niet onder de N.O.B. wordt uitgeoefend en niet onder het vergunnings stelsel is gebracht. Verder wordt de totstandkoming van een C.A.O. belemmerd door het ontbreken van bindende minimum vervoertarieven. SPEELTUIN VEREENIGING „HET VONDELKWARTIER". De jaarlijksche Speeltuindag, uitgeschreven door de Ned. Unie van Speeltuin-organisaties, is ook door de speel- tuinvereeniging Het Vondelkwartier in Haarlem-Noord op feestelijke wijze gevierd. Eenige honderden kinderen zijn op den ruimen speeltuin der vereeniging aan den Vergierdeweg met aardige spelletjes bezig gehouden door een groep van ruim 20 leidsters en leiders, die zich be langeloos beschikbaar hadden gesteld voor het geven var leiding op den speeltuin gedurende de vacantie, en die hun zeer zeker niet gemakkelijke taak met enhousiasme hebben aanvaard.' De kinderen hadden een prettïgen middag; zij wei-den op limonade getracteerd en de ouders hebben kennis kun nen maken met de wijze, waarop Het Vondelkwartier de kinderen weet bezig te houden. Veel belangstelling trokken ook de kindertuintjes, die onlangs door nijvere handen zijn Ingericht en daarna door de kinderen zelf zijn beplant en worden onderhouden. De dag werd besloten met een van 8 tot 10 uur 's avonds op den speeltuin gehouden concert, dat verzorgd werd door Het Velser Accordeonorkest. Dit uit 15 accor deonisten bestaande orkest, dat zich voor dit doel be langeloos had beschikbaar gesteld, oogstte veel bijval. Tijdens de pauze werd door den heer W. Klaren, hoofd bestuurslid van de N. U. S. O. een propagandistisch woord ten gunste van het speeltuinwerk gesproken. Thans is het vacantiewerk op den speeltuin begonnen; de kinderen zullen dagelijks worden beziggehouden met allerlei aardige spelletjes en wedstrijden. Het zomersei zoen wordt besloten met een grooten wedstrijd voor alle kinderen om fraaie prijzen. Ook zullen er nog eenige uitstapjes, zoowel voor de kleintjes als voor de grootere kinderen worden gehouden. KORDATE REDDING. Een moedige redding, waardoor het leven van een pl.m. vierjarigen kleuter gered werd, is Donderdag morgen verricht door mevr. Veller, wonende Lorentz- kade 460 te Haarlem. Ter hoogte van de zweminrichting geraakte het genoemde jongetje omstreeks half twaalf spelen derwijs in het water van de Houtvaart. Mevr. Veller, die op het oogenblik juist haar eigen baby verzorgde, snelde bij het vernemen van het ongeval onmiddellijk naar buiten en sprong gekleed en wel in het drab bige, onwelriekende water. Haar moedige daad werd beloond, want zij slaagde erin het jongetje, dat al een keer „onder" was geweest, behouden op den kant te brengen. Een omstander verleende hierbij assistentie, waarna het ventje naar huis werd gebracht. Een woord van hulde voor het kordate optreden van de redster is hier zeker op zijn plaats! FAILLISSEMENTEN. Opgegeven door afd. Handelsinformaties v. d. Graaf en Co. N.V., Amsterdam. UITGESPROKEN: 11 Juli. Harm Jan Medema. Bernardlaan 11, Zuidlaren. Recht. Comm. Mr. A. Maassen, Cur. Mr. W. J. S. J. Blom, Beilerstraat 59, Assen. 16 Juli. Z. D. J. W. Gulden, architect, Amsteldijk 22, Am sterdam. Recht. Comm. Mr. J. Sprey, Cur. Mr. E. H. P. Rosenboom, Willemsparkweg 198, Amsterdam. 23 Juli. J. D. Haalmeijer, wonende te Baarn, de Ruyter- laan 10. Recht. Comm. Mr. D. Visser, Curatrice mejuf frouw Mr. R. W. de Boer, Baarn. 23 Juli. J. Fortuin, wonende te Utrecht. Koningslaan 62. Recht. Comm. Mr. D. Visser, Cur. Mr. R. van Woelderen. Utrecht. VERNIETIGD DOOR HET GERECHTSHOF TE DEN BOSCH: 24 Juli. Gerrit de Waal, aardappelhandelaar, Aalburg. OPGEHEVEN WEGENS GEBREK AAN ACTIEF: 18 Juli. L. Spier, Den Haag. GEDEPONEERDE U1TDEELINGSLIJSTEN: 21 Juli. J. M. J. A. Zijsveld, voorheen garagehouder, Zwolle. Idem. Uitk. 5.309 #/o. 22 Juli. Sj. Tjepkema, schilder, Leeuwarden. Geëindigd door het verbindend worden der eenige- uitdeelingslijst. Sjoerd Dupon, pluimveehouder. Bergum. Geëindigd door het verbindend worden der uitdeelingslijst. Th. Janssen, -landbouwer, Velp. Geëindigd door het ver bindend worden der eenige uitdeelingslijst. Lelie Kooistra Azn., Warlena. Idem. A. Abas, confectionnair, Amsterdam. Geëindigd door het verbindend worden der eerste, tevens slotultdeelingslijst. Dr. H. W. Overbosch, destijds te Bilthoven, thans te Palma de Mallorca (Spanje). Geëindigd door het verbin dend worden der slotuitdeelingslijst. AARDAPPELEN. BON „27 reserve". T.m. 26 Juli: 3 kg. BOTER- OF VETKAART. BONS 24 cn 25. T.m. 3 Aug. 250 gr. boter p. bon. Vetkaart reductie. BROOD, GEBAK. BON 10 (Blc/emkaart). T.m. 10 Augs.: 50 gram brood of rants, gebak. BON „27 Broodkaart". T.m. 26 Juli: 100 gram brood of 1 rants, gebak. BON „27-4 rantsoenen". T.m. 26 Juli: 400 gram brood of 4 rants, gebak. VLEESCII EN VLEESCH- VVAREN. BON 27 „vlcesch". T.m. 26 Juli: 50 gr. vleesch of V2 rants, vleesch- waren. BON 27 „vleeschwaren". T.m. 26 Juli 100 gram vleesch of 1 rantsoen vleeschwaren. BON 26 „vleeschwaren". T.m. 26 Juli: 100 gram vleesch of 1 rantsoen vleeschwaren. BON „27 eieren". T.m. 26 Juli: 1 ei. SUIKER. BON 101. Tm. 3 Augs.: 1 kg suiker. JAM, STROOP. E.D. BON 103 (Bonkaart Alg.) T.m 10 Augs.: 500 gram. MEEL EN GRUTTERS WAREN. (Bonkaart Alg.) X BON 102. T.m. 10 Augs.: 250 gr. rijst, rijstemeel, rijstebloem of grutte- meel. BON 44. T.m. 10 Augs.: 250 gr. havermout, ha vervlokken, haverbloem, aardappelmeelvlokken, gort. gortmeel of grutten BON 10 (Bloemkaart). T.m. 10 Augs.: 35 gram tarwebloem, tarwemeel, roggebloem, roggemeel of zelfrijzend bakmeel. BON 45. T.m. 10 Augs.: 250 gr. gort. gortmout of grutten. BON 54. T.m. 10 Augs.: 100 gr. macaroni, vermi celli of spaghetti. BON 55. T.m. 10 Augs.: 100 gr. maizena, gries- meel, sago, aardappel meel of puddingsaus- poeder, PETROLEUM. BON 11 (Bonkaart M en O) t.m. 10 Augs.: 2 L. SCHEERZEEP ENZ. BON K (Textielkaart). T.m. 31 Aug.: 50 gr. KAAS (Bonkaart Algem.) BONS 69 en 79. T.m. 27 Juli 100 gr. per bon. BON „26 kaas" en „27 kaas". T.m 10 Augs.: 100 gr. per bon. MELK. BON 27 (Melkkaart). T.m. 26 Juli: 1$4 L. KOFFIESURROGAAT EN THEE. (Bonkaart Algem.) BON 104. T.m. 16 Aug.: 250 gram koffiesurrogaat of 40 gr. thee (voor zoo ver voorradig). ZEEP (Bonkaart Algem.) BON 38. T.m. 3 Augs.: 150 gr. toiletzeep, 120 gr. huishoudzeep, 200 gr. z. zeep (oude samenstel ling), 150 gr. z. zeep, 300 gr. z. zeeppasta, 250 gr. zeeppoeder, 125 gr. zeepvlokken, 250' gr. zelfwerkende waschmid- delen, 200 gr. vloeibare zeep of 600 gr. wasch- poeder. UONDENBROOD. BON 23. T.m. 31 Jutf. Groep 1 en 2: 10 Kg; Qr 3: 8 Kg. Gr. 4: 5 Kg; c'r 5: 4 Kg; Gr. 6: 3 Kg. KATTENBROOD. BON 23. T.m. 31 Juli- 1% Kg. BRANDSTOFFEN. Bonkaart Haarden en Kachels t.m. 31 Dec. Bonnen 01, 02, 03 per boa 1 eenheid vaste brand- stof. Bonnen 05, 06, 07:1 eenheid turf Bonkaart Haarden en Kachels K t.m. 31 Dec. Bonnen 01, 02, 03, 04 per bon 1 eenheid vaste brandstof. Bonnen 05. 06, 07, 08: 1 eenheid turf. Bonkaart Centrale Ver warming L t.m. 31 Dec. Bonnen 0111 per bon 1 eenheid vaste brand stof. Bonkaart „Brandstoffen één eenheid" tot 1 Mei 1942 1 eenheid vaste brandstof. Bon 03 KF van de kaar ten M en N. Geldig I-31 Juli: 1 eenheid vaste brandstoffen. Bon Generator-anthra- ciet 6e periode 1 H.L, anthraeietnootjes of 50 kg turfcokes. Geldig I-31 Juli. Bon Generatorturf 6e periode: 50 stuks bag- gerturf. Geldig 1-31 Juli. Het instituut van den economischen rechter. Prof. mr. B. M. Taverne geeft een uiteenzetting. Het A.N.P. meldt: Het Nederlandsche Juristen blad heeft onlangs een opmerkelijk artikel gepu bliceerd van de hand van den vice-president van den Hoogen Raad prof. mr. B. M. Taverne over het instituut van den economischen rechter. Professor Taverne is een der allerbeste kenners van ons strafrecht. En aangezien de economische rechter als nieuwe verschijning in het justitieele leven in het Nederlandsche volk nog allerminst po pulariteit geniet, heeft het A.N.P. zich tot prof. Taverne gewend met de vraag of hij voor het Nederlandsche publiek eens wilde vertellen wat hij precies van dit instituut met zijn zeer sterken, socialen kant denkt. Prof. Taverne, die begon met op te merken dat hij natuurlijk de politiek geheel buiten dit gesprek wenschte te houden omdat die niets met deze zaak te maken heeft, wees er op, dat hij altijd ge streden heeft voor een vergaande specialisatie waar deze mogelijk is, bijv. bij groote rechtscolleges. De taak van zulle een rechter is omvattend genoeg dat hij zijn geheele leven daaraan kan wijden. De economische rechter beteekent een subspecialisatie. Mede vanwege de tijdsomstandigheden acht hij de instelling van dit instituut een gelukkige gedachte. Men moet menschen hebben die in dit onderwerp thuis zijn en niets anders doen. „Daarbij komt echter iets zeer bijzonders. Het betreft hier een bij uitstek sociaal werk, waarbij het belang van de gemeenschap dusdanig primeert, dat bij de strafoplegging individueele elementen ge heel op den achtergrond geraken. Om dit goed te be grijpen bedenke men, dat' de economische rechter Voor de Kinderen (Teekeningen H. Kannegleter). EEN DAG VOL PECH. Kussens zijn om te gebruiken mompelt Teddy niet voor pronk! En hij sleept er eentje mede, naar den haard, waar vuur in blonk, 'k Neem vandaag een rustig dagje en ik stoor me aan geen mensch. Als ze nu maar buiten blijven, dan gaat alles wel naar we h. En het lijkt wel of hij waarlijk nu eens goed genieten kan. Want je ziet wel op het plaatje: Teddy neemt het goed er van. Inge bakerd in het kussen, slaapt hij al heel gauw zoo diep dat hij 't onheil niet hoort naad'ren, dat reeds op de trappen liep is geboren uit, nood. Daarom is zijn taak hard. Het verwerpelijke van de delicten welke door dien rechter behandeld worden wordt nog lang niet algemeen ingezien. Daarbij moet veel algemeene preventie in de straf worden verwerkt. Dit bij elkaar maakt ontegenzeggelijk, dat met zware straf fen moet worden gewerkt, maar dat wil nog niet zeggen dat hier van onrechtvaardigheid sprake is, De nood beslist hier immers". „Hoe zou het toch komen, dat het publiek in het algemeen deze economische delicten, die het heele volk benadeelen, niet zoo erg vindt?" „In ons volk aldus prof. Taverne is sterk ontwikkeld de eigenschap om iets dat niet met onzen aard overeenkomt of iets dat niet uit ons zelf is opgekomen niet te aanvaarden. Doch dan moet men goed weten, dat de economische rechter geen Duitsche instelling is, doch een instituut door Ne derlandsche autoriteiten uitgewerkt in Nederland- schen noodtoestand. Er komt echter nog iets anders bij. In ons volk vond altijd het strafbare van han delingen, waarbij een slachtoffer valt aan te wijzen, veel meer weerklank dan de strafbaar heid van vergrijpen tegen de gemeenschap gè- pleegd. Opgemerkt moet hierbij worden, dat in de laatste tien jaren het hj'per individualistische systeem in onze strafrechtpleging gelukkig wel wat verlaten is. Op den duur zal dat leiden tot een andere waardeering door het publiek van bepaalde gedragingen, maar dit gaat uitermate langzaam". „Daar kan dus niet op gewacht worden", werd opgemerkt. „Neen, zeker niet, de toestand is op 't oogen blik nog al te onbevredigend", zeide prof. Taverne. „De economische rechter kan hier door doel matige correctie en de wijze waarop hij de zaken behandelt een opvoedende taaie vervullen. De taak van den rechter is het schoonste als hij niet alleen door afschrikking zijn doel bereiktj maar indien hij de mentaliteij; van het volle- weet te be- invloeden". „Gelooft u, dat het instituut zal gelukken?" „Dat lean ile niet voorspellen, maar ik hoop het zeer sterk, omdat het een tastbaar Nederlandsch belang zou zijn. Alles wat aan de geregelde, dis tributie' onttrokken wordt gaat van het Nederland sche kwantum af. Geheel uitroeien kan men den clandestienen handel nooit, maar als die zoovéél mogelijk kan worden tegengegaan, kan mén zeggen dat het instituut gelukt is. Er is behalve onze voedselvoorziening nog een ander gevaar, nainé- lijk dit, dat de bezettende macht de berechting van dezë delicten aan den Nederlandschen rechter zou onttrekken. Om een en ander goed te begrijpen, is niets anders noodig dan werkelijkheidszin. Slechts zij zullen niet te overtuigen zijn die liever verhon geren dan zich houden aan de voorschriften der Nederlandsche autoriteiten voorzoover deze ver band houden met de bezetting. Zijn zij goede Neder landers? Zij zijn wellicht in gemoede' overtuigd, dat te zijn. Maar aldus eindigde prof. Taverne wie de werkelijkheid negeert is blind. Volgens een dagbladbericht kan in Roemenië voor deze soort delicten de doodstraf worden opgelegd. Moge het dank zij den economischen rechter in ons land nooit zoo ver komen!" Het 21/2-3arig jongetje Van Eyk uit Zutphen was met zijn vriendjes aan het spelen bij het water van de Hoofdgracht van den Tademasingel. Toen het kind alleen was achtergebleven is het te water geraakt en verdronken. Na urenlang dreggen heeft men het lijkje opgehaald. Ter hoogte van Helbergen, onder de gemeente Brummen, is uit den IJsel het lijk opgehaald van den 18-jarigen J. T. J. uit Baak, die op 13 Juli bij het zwemmen is verdronken. 29) THE A BLOEMERS. „Neemt u me niet kwalijk, mevrouw, dat ik stoor, maar er is een dame, die u graag onmiddel lijk spreken wil". „Hoe is haar naarti?" „Ze wilde haar naam niet zeggen en heeft ook geen kaartje gegeven. Ze zegt dat u toch niet weet wie zij is". Er was iets in den toon van den man, dat be wees, dat hij meer wist dan hij wilde laten blij ken. „Ken jij haar?" vroeg dr. Resink. „Ja meneer, het is een jongedame uit een van de eerste families uit de stad ofschoon ik haar nog nooit van zoo dichtbij heb gezien als nu". „Wie is ze dan?" „Ze heeft me dringend verzocht dat niet te zeg gen. Ze verzoekt met. den meesten aandrang om een gesprek onder vier oogen te mogen hebben met mevrouw Resink, dat is de boodschap, die ik moest overbrengen" „Laat mij maar even gaan, Connie", zei dr. Resink, en toen de kellner weer was heengegaan ging hij voort: „We schijnen hier midden in de geheimzinnigheid te zitten! Eerst dat kamermeisje dat boven op de gang bleef stilstaan, om je aan te gapen en toen vroeg of jij misschien Constance van Zuylen was en nu dit weer. Neen, heusch kind", hield de dokter aan, toén zijn vrouw be zwaar maakte. „Het is heusch beter dat je mij eerst even laat kijken". Hij liep naar de hall van het hotel en toen hij weg was, verlieten toevallig ook de beide andere personen die nog aan het ontbijt hadden gezeten, de eetzaal, zoodat zich daar op dat moment nie mand meer bevond dan alleen mevrouw Resink. gaar man was nog maar een paar minuten wég, toen ze buiten het geluld van opgewonden stem men hoorde; het volgend oogenblik vloog de deur open, een goed gekleede jongedame kwam binnen stuiven, liep op haar toe, greep haar arm en snikte wanhopig: „Help me, red me! U berit de eenige die het kunt, 0, in 's hemelsnaam, help me toch!" Dr. Resink volgde het opgewonden meisje in de eetzaal en verklaarde heftig, dat hij haar niet kon toestaan op deze wijze een onderhoud met zijn vrouw te hebben en dat ze heen moest gaan, maar zijn protesten hadden niet de minste uitwerking. Ze nam eenvoudig geen notitie van hem en terwijl de tranen haar over het gezicht stroomden, jam merde ze: „Laat u mij alstublieft alles uitleggen! Hoor me aan, ik smeek het u! Ik heb eens alles wat ik kon, voor u gedaan, toen u zoo ellendig was van de hoofdpijn!" „Wel Guust", riep Constance verrast tegen haai man „Het is dat meisje, waarmee ik dien avond hierheen ben gereisd en dat me toen Hoffmann- druppels heeft gegeven. Lieve kind", wendde ze zich daarop weer tot Nora, trwijl ze haar zachtjes dwong op den stoel naast haar te gaan zitten, „wat is er? Natuurlijk wil ik ook alles voor u doen wat ik kan. Vertel me maar gerust wat u op het hart hebt. Want er moet iets verschrikkelijks gebeurd zijn, dat u zich zoo overstuur maakt!" „O dank u, dank u. Ik wist wel, dat u vriende lijk tegen me zoudt zijn." Met een aarzelenden blik keek ze naar dr. Resink en vervolgde toen zacht: ..Maar ik zou u zoo graag alleen spreken, als het kon". „Met alle genoegen; Guust, als je er niets tegen hebt, neem ik haar mee naar de conversatiezaal. Daar komt zoo vroeg toch niemand en hier loopen telkens menschen in en uit". Het gesprek duurde lang en het liep al tegen tweeën, toen dr. Resink en zijn vrouw met Nora in een taxi naar „Het Heem" reden. Er was heel wat te vertellen en op te helderen geweest. De goedhartige Constance en haar niet minder hu mane man vergaven de zondares van ganscher harte; ze hadden allebei zelf armoede gekend en konden zich levendig indenken, dat het meisje de verleiding geen weerstand had kunnen bieden. Ze had eerst haar biecht aan de jonge vrouw alléén gedaan, maar deze had het wenschelijk gevonden om haar man op de hoogte te brengen en had Nora gerustgesteld met de verzekering, dat ze in dr. Resink zeker geen harder rechter zou hebben, dan in haar zelf, welke voorspelling ook inder daad juist bleek. Ze beloofden met haar te zullen meegaan naar mevrouw Resinks grootouders en een goed woord voor haar te doen, al maakten ze zich geen van drieën illusies over de gemoeds stemming van mijn heer Eduard en zijn echtgenoo- te, als deze de waarheid zouden hooren, vooral niet omtrent die van den ouden heer. Toen Nora een beetje gekalmeerd was, kwamen er allerlei bijzonderheden ter sprake en Constance vertelde hoe ze bij hun aankomst in het hotel op de gang naar hun kamer waren aangegaapt, door een van de kamermeisjes, die na een oogenblik op ze was toegekomen en haar had gevraagd of zij juffrouw .Constance van Zuylen was, welke vraag het jonge vrouwtje in haar verbazing onmiddellijk bevestigend beantwoord had. Nora begreep direct hoe de vork in den steel zat. Het kamermeisje was natuurlijk niemand anders dan haar nobele nicht Jet geweest, die blijkbaar getroffen was door de opvallende gelijkenis in figuur, houding en manieren en zelfs in gelaats trekken tusschen de beide meisjes en had snel ge combineerd, dat het lang niet onmogelijk was, dat dit nu de echte kleindochter van mijnheer en me vrouw van Zuylen moest zijn, want het was wel heel toevallig, dat die halve dubbelgangster ook zoo opeens in Rieseloo kwam opdagen! Het kon heel goed zijn, zoo moest ze hebben gedacht, dat Nora van een haar op de een of andere manier bekende gelijkenis gebruik gemaakt had om haar bedrog te kunnen plegen. Slechte karakters heb ben met al een scherp-ontwikkeld zintuig voor de listen van zondaars! dacht Nora bitter en be schaamd. Ongetwijfeld leek ze op haar zuster Cor- rie, dat had Chris indertijd direct gezien, zooals hij haar gezegd had, maar aan den anderen kant was de overeenkomst tusschen haar en Constance van Zuylen weer groot genoeg om haar nicht in die richting op het spoor te hebben gebracht. Nora hoorde nu ook het verhaal van de adver tentie in de Nieuwe Rotterdammer. Het meisje twijfelde er geen oogenblik aan, of deze was door Jet geplaatst, en concludeerde daaruit dat haar nicht vermoedelijk geen deel had gehad aan het afpersingsplan van Chris, zooals ze altijd vermoed had, maar door haat en afgunst bezeten was ge weest, omdat haar nichtje, die „immers geen steek beter was dan zij', zooals ze herhaaldelijk smalend had verklaard, een aangenaam en makkelijk le ventje leidde en voor het oog van de wereld voor een „dame" doorging. Nora was er nog steeds niet heelemaal achter, hoe Jet zoo snel ontdekt had wie zij in werkelijkheid was; het meest waar schijnlijk leek het haar, dat ook zij door. enkele typische overeenkomsten tusschen haar en Corrie op het idee van het bedrog was gebracht en door scherpzinnig combïneeren, door de stukjes en brok jes van wat zij opmerkte als een legkaart aan elkaar te passen, tot de waarheid was doorgedrongen. En Nora's schigtigheid, toen Jet over de advertenties in het Handelsblad was begonnen en de ontdek king van de verstopte courant zouden wel de proef op de som voor het meisje zijn geweest. Nui haar nicht kon zich troosten met de gedachte, dat haar wraak volkomen en de wreede manier, waarop ze deze had uitgeoefend, Taak was geweest! Nora had de handen van verbazing ineen ge slagen, toen ze hoorde op wat voor wonderbaar- lijke wijze haar reisgenoote van dien nacht, na haar val uit den trein aan den dood ontsnapt was. De zakdoek, die de autoriteiten op een dwaalspoor had gebracht ten aanzien van de identiteit van het slachtoffer, was natuurlijk het doekje geweest, dat Nora aan Constance had gegeven, toen de zakdoek van de lataste doorweekt van tranen was geweest. Bij haar tuimeling uit den trein, had Constance den zakdoek natuurlijk verlóren, de krankzinnige had hem opgeraapt en was misschien wel daardoor, doordat ze op niets anders gelet had. door den snel trein gegrepen en vermorzeld. De brief van Nora's moeder, die met een paar boeken en couranten naast haar op de bank had gelegen, was waarschyn- lijk, toen Constance het portier had geopend, naar buiten gewaaid en op de rails gevallen. Met knikkende knieën en stokken den adem be trad Nora het buis, waar zij zooveel maanden als lid van het gezin had geleefd en met liefde beje gend was, waar zij geleden had en een zwaren zielestrijd gestreden en dat nu het tooneel van haar smadelijke vernedering zou worden. Onder bittere tranen, verslagen en boetvaardig, bekende ze den ouden man en vrouw, hoe zwaar ze tegen hen misdreven had en hoe ze er toe gekomen was, zich voor hun kleindochter uit te geven. Ze vertelde hoe Walter haar dien avond in den trein gevonden had, heelemaal van streek door het vreeseliike-on geluk. waarvan ze getuige was geweest, te slap en ellendig om iets te doen of zich ergens tegen te verzetten, blij met de komst van den vriendelijken ïongeman, die haar zoo teeder-medeindend had behandeld en opgebeurd. In haar verbijstering had ze het zich laten aanleunen, dat ze voor Constance werd gehouden en toen ze wat tot rust gekomen was. was het plan tot het bedrog in haar geest gerijpt. Ze soaarde zichzelf niet. saf eerlijk toe dat het altijd een fout van haar geweest was om te meenen dat men een goed doel met slechte middelen kan dienen en dat ze steeds de neiging had bezeten, om haar geweten met mooie drog redenen in slaap te sussen. Ze vertelde in wat voor wreeselijken nood haar moeder met de andere kinderen was achtergebleven na den dood van haar vader en dat ze naar Rieseloo was gekomen om huln te vragen bij haar grootvader en hoe, toen ze de mogelijkheid zag om geld tot haar beschik king te krijgen, veel geld waarschijnlijk niet voor haar zelf, maar om haar moeder te helpen, zij er toe gekomen was om voor Constance door te gaan, nadat Walter gemeend had zijn nichtje in haar te herkennen. Ze vertelde ook van haar ern stig streven om het onrechtmatig verkregen geld terug te geven. Het eenige. waarover ze niet snrak, was haar liefde voor Walter, die toch zoo'r> be langrijke factor in de heele geschiedenis was ge weest en haar er toe gebracht had in haar bedrog te volharden, toen ze er zelf al van walgde! 1 (Wordt vervolgd). I

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1941 | | pagina 6