De strijd in het Oosten „Productieslag in Europa". I DINSDAG 19 AUGUSTUS 1941' Achtervolging der Sovjettroepen in het Dnjepr- gebied. - Resten van bolsjewistische divisies bij Nikolajew vernietigd. - Ondergang van twee Sovjetdivisies in het gebied van Smolensk. Het D.N.B. meldt: In snelle marschen zijn Duitsche jnfanterie-afdeelingen, ondersteund door pantserstrijd krachten en artillerie-afdeelingen, den 17en Augustus de in de bocht van de Dnjepr terugtrekkende bolsje wisten voortdurend op de hielen gebleven. Nog voor de verspreide resten den Oostelijken oever, van de Dnjepr hadden bereikt, ging in de ochtenduren van den 17en Augustus een orkaan van vuur over den ge- heelen sector. Zonder kans op redding aan de ver nietiging prijsgegeven, renden de Sovjets om het veege lijf te redden. Kleine achterhoeden werden door de voortstormende Duitsche infanterie onder den voet geloopen. In groote ti-oepen vluchtten de volkomen afgejakkerde en krachtelooze Sovjetsoldaten uit hun aardholen en schuilplaatsen om zich spoedig daarop gevangen te géven. Ontelbare dooden liggen in de bosschen, op de wegen,in granaattrechters en in de graanvelden. Lange colonnes gevangenen trekken langs de met puinhoopen bezaaide wegen voorbij hun in den steek gelaten stukken geschut om naar de Duitsche gevangenkampen te worden gebracht. Zij vertellen steeds weer hetzelfde: „Het was verschrikke lijk voor ons de Duitsche soldaten en echter ons de eigen politieke commissarissen met het pistool. Alle gewonden en kreupelen die niet meer verder konden werden door de commissarissen eenvoudig neerge schoten". Naar het D.N.B. voorts van bevoegde zijde verneemt heeft een Duitsche infanterie-divisie den 17en Augus tus in de omgeving van Nikolajew de resten der Sovjetdivisies in de tang gesloten en volledig ver- netigd. De Sovjetafdeelingen hadden steeds weer in den donkeren nacht gepoogd een weg te bereiken die sedert den 16en Augustus stevig in Duitsche handen was. Des morgens in de vroegte begon een hevig artillerievuur. Stelselmatig werden geheele deelen van het bosch met vuur bestookt. Dorpen en afzonderlijke boerenhofsteden, waar zich de bolsjewisten in hadden genesteld, gingen in vlammen op. Toen trokken de afdeelingen Duitsche infanterie in breede en diepe tirailleurlinie op voor den aanval. Honderden bolsje wisten, die in wilde paniek trachtten te vluchten, vielen aan de Duitsche vuurbundels ten offer. In de nabijheid van een spoorlijn, waar zich de laatste Sovjetstrijdkrachten nog eens hadden verzameld en hun. laatste krachten inspanden, stortte de laatste weerstand onder het vuur der Duitsche infanterie in een en een reusachtig massagraf nam achter den spoorweg de laatste overgeblevenen van vier Sovjet divisies in zich' op. DE VERLIEZEN DER SOVJETS BIJ SMOLENSK. Duitsche pantsertroepen zoo meldt het D.N.B. verder hebben van 15 tot 18 Augustus ten Zuid oosten van Smolensk vluchtende eenheden van de Sovjets omsingeld. Tijdens deze driedaagsche achter volgingsgevechten maakten de Duitsche pantserkrach ten 700 vrachtauto's der Sovjets, negentig stukken geschut, 25 stukken luchtdoelgeschut, twintig stukken snti-tankgeschut, 25 zware gepantserde gevechts wagens en tien pantser verkenningswagens buit of vernietigden deze. Er werden meer dan 10.000 gevan genen gemaakt. Twee divisies der Sovjets waren daar mede in de pan gehakt. In steeds nieuwe aanvallen drongen de Duitsche pantserstrijdkrachten van den flank üit diep in de bolsjewistische colonnes door. Stukken geschut bespannen voertuigen werden vernietigd en colonnes Infanterie uiteengeslagen. In een wilden wedloop van drie dagen met de Duit sche pantserkrachten probeerden de Sovjets .zich aan de Duitsche omsingeling te ontworstelen. Steeds weer werden kleine eenheden der Sovjets van de hoofd macht losgemaakt en vernietigd. In een dorp maakten de Duitsche pantserwagens vijftig voertuigen der Sovjets buit. Enkele uren later werd een bespannen colonne van meer dan 100 voertuigen en een Sovjet bataljon infanterie verstrooid en vernietigd. In tal rijke afzonderlijke acties brachten de Duitsche ge pantserde compagnieën den Sovjets zware verliezen toe. Tenslotte werden de laatste formaties der Sovjets omsingeld. De pantserwagens kwamen van een hoogte afrijden .en vernietigden de bolsjewistische strijd krachten die zich nog steeds taai verdedigden. Op 17 Augustus bij de onophoudelijke achtervolging drongen Duitsche pantsertroepen een klein dorp aan de bocht van den Dnjepr binnen, waar zij honderd Sovjet-vrachtauto's en de geheele verzorgingscolonne van een Sovjet-divisie buit maakten of vernietigden en ruim vijfhonderd gevangenen maakten. In een ga rage van de plaats maakten de Duitsche pantsersol daten bovendien vier Sovjet pantserwagens buit die door de bemanningen daar wegens het regenweer waren neergezet. De bestuurders van de Sovjet-voer tuigen, waren bij het plotselinge verschijnen van de Duitsche pantserwagens zoo in de war geraakt dat zij met vol gas op de eigen colonnes infanterie inreden. In deze wirwar sloegen de kogels van de Duitsche machinegeweren en pantsercolonnes. Talrijke voer tuigen begonnen te branden. Honderden Sovjet sol daten, die vaak elkaar afmaakten, probeerden te ont komen. Uit een afgelegen bosch kwamen vier Sovjet pantserwagens te voorschijn die een aanval op de Duitsche strijdkrachten wilden ondernemen. Reeds op een afstand van 800 meter werden zij na een kort vuurgevecht door de Duitsche pantserwagens vernie tigd, Bij de achtervolging van de bolsjewisten, die de •lucht namen in het gebied van de bocht van den Dnjepr, drongen Duitsche pantserwagens diep in de linies en colonnes der Sovjets door. Een gemotoriseerd stuk pantsergeschut der Duitschers geraakte daarbij op verrassende wijze in een Sovjet-colonne van zware trailers met twee batterijen veldgeschut. De colonne was vergezeld van munitie- en manschapswagens. Voordat de bolsjewisten van hun verbazing bekomen waren, hadden de pantserjagers hun geschut gericht en joegen zij schot na schot in de geheel bezette manschapswagens. Een der munitiewagens geraakte in brand en ontplofte met een hooge steekvlam. Bin- enkele minuten waren zoo de begeleidende man schappen der batterijen overweldigd. Zes stukken ge schut der Sovjets, vier munitiewagens en vijftig ge- angenen werden door de pantserjagers binnenge bracht. Zes vernielde auto's en groote hoeveelheden weggeworpen uitrustingsvoorwerpen bleven aan den rand van den weg liggen. AAN HET FINSCHE FRONT. BERLIJN, 13 Aug. (D.N.B.) Bij hun o.pmarsch hebben Duitsche en Finsche troepen den Sovjet troepen op 16 en 17 Aug. aan het Finsche front gevoe lige verliezen toegebracht. In een enkelen sector van het front verloren de bolsjewisten 850 dooden. werden 700 gevangenen gemaakt. Duitsch-Finsche troepen zetten de inzameling voort van het oorlogs materiaal dat de Sovjets op hun aftocht hadden ach tergelaten. In Helsinki wordt van" officieele zijde het volgende gemeld: Op Zondag 17 Augustus vlogen er geen vij andelijke vliegtuigen het land binnen. Aan het Lado- ga-meer werden een Sovjet-watervliegtuig en een jachtvliegtuig neergeschoten. Bovendien werd nog een ander watervliegtuig zoo hevig beschadigd dat het genoodzaakt was een noodlanding te maken. De Fin sche luchtafweer heeft eèn vijandelijke machine neer geschoten. Italiaansch weermachtsbericht Duitsch-ltaliaansche luchtmacht valt doelen te Tobroek aan Installaties te Mersa Matroeh getroffen ROME, 18 Augustus (Stefani) Het 440ste com muniqué van het Italiaansche hoofdkwartier luidt: „In Noord-Afrilca heeft de Duitsch-ltaliaansche luchtmacht nieuwe successen behaald. Duitsche toestellen hebben Opslagplaatsen en havenwerken van Tobroek aangevallen en branden teweegge bracht. Men constateerde dat een eerder getrof fen schip van 1000 ton gezonken is. Italiaansche vliegtuigen hebben installaties te Mersa Matroeh met succes gebombardeerd en tusschen Mersa Matroeh en Sidi Barrani een koopvaarder, die door oorlogschepen begeleid werd, tot zinken gebracht. Bij den aanval op Bardia, waarvan in het weer- machtbericht van gisteren melding werd gemaakt, werden twee vijandelijke vliegtuigen tot een lan ding gedwongen: de bemanningen werden door Duitsche detachmenten gevangen genomen. Brit- sche vliegtuigen hebben aanvallen gedaan oi Benghazi en op een vooruitgeschoven vliegveld, waar een vijandelijk vliegtuig door afweergeschut Werd neergehaald. In Oost-Afrika heeft de vijand nieuwe aanval len ondernomen op Gondar en de vooruitgescho ven stellingen in dezen sector. Vijandelijke ele menten, die onze stellingen te Wolsjefit en Koel- kwabert - trachtten te naderen, werden verstrooid en leden verliezen. In de Middellandschp Zee werd een onzer ver kenningsvliegtuigen door vijf Spitfires aangeval len. Er ontspon zich een gevecht waarbij het ver kenningstoestel, hoewel het beschadigd werd oen gewonden aan boord had, er in slaagde 'n vijande lijk toestel neer t'e schieten en op zijn basis terug te keeren". Groote vergadering in Den Haag. In een Maandagmiddag in het Gebouw voor Kun sten en Wetenschappen te 's-Gravenhage gehouden vergadering, georganiseerd door de commissie ter on dersteuning van de maatregelen, getroffen voor de regeling van de landbouwproductie (commissie-dr. Posthuma). en bijgewoond door alle leidende persoon- lijkhedën op het gebied van land- en tuinbouw in Nederland, heeft dg staatssecretaris van het Duitsche rijksministerie voor landbouw en voedselvoorziening, de heer Backe, een groote rede gehouden over de plaats en de beteekënis van den landbouw in het Europa van de naaste toekomst. Berlijn oordeelt over Washington. „Geen ervaring in de Europeesche politiek Het A.N.P. meldt: De in de Vereenigde Staten verschenen commentaren op de verklaring van Roosevelt en Churchill komen, volgens de meening van Duitsche politieke kringen daarop neer dat de Monroe leer toegepast wordt op de geheele wereld en het Angelsaksische politie toezicht over de wereld zal toelaten. Onder dezen politieknuppel, die in de plaats komt van den Volkenbond, moeten de Europeesche volken het hun door Wallstreet voorgeschreven arbeidsproces ten uitvoer brengen. Van Duitsche zijde kan daaromtrent worden ge zegd: De Amerikanen mogen ervaringen hebben op gedaan in den omgang tusschen politie en hun gangstèrs, dat zij geen ervaring in de Europeesche politiek hebben, bewijzen zij iederen dag weer. De Europeesche volken zijn geen gangsters, die men met dezelfde methoden kan behandelen als de- bendes in de Vereenigde Staten. Overigens is. men in de rijkshoofdstad vólkomen onverschillig ten- aanzien der plannen die men in Washington of New York aangaande de Europeesche verhou dingen koestert, daar de vorm daarvan tenslotte uitsluitend wordt beslist door de volksche kracht van alle eendrachtige en sterke volken van Europa, hetzij groot of klein. Zij zullen hun eerlijk ver diend lot in deze s levensruimte gemeenschappe lijk zelf vorm geven en zich in het geheel niet door van de overzijde van den Oceaan stammende ideeën laten afbrengen van him taak een werke lijke gemeenschap van volken op te bouwen. Verklaring van Huil. WASHINGTON. 18 Augustus. De minister van buitenlandsche zaken Cordell Huil heeft vandaag op de persconferentie inlichtingen geweigerd over de mededeelingen, die Roosevelt hem gisteren heeft gedaan over zijn ontmoeting met Churchill Hull beperkte zich tot de verklaring dat alle gebieden ter wereld behandeld waren. Dit komt overeen met de verklaring van Roosevelt op zijn persconferentie terstond na de landing dat hij het met Churchill eens was geworden over elk gebied afzonderlijk en in elk werelddeel afzonderlijk. Wat de uitzending van een Amerikaansche missie naar Moskou betreft, "zei Huil dat deze aangelegen heid niet met hem was besproken. CHURCHILL BEZOEKT IJSLAND. Churchill heeft op zijn terugreis van de confe rentie met Roosevelt, naar Reuter in eén speciaal bericht mededeelt, een bezoek gebracht aan IJsland. De Britsche en Amerikaansche troepen hebben voor hem gedefileerd en Churchill heeft een toe spraak gehouden. REDE STAATSSEKRETaR BACKE. Staatssekretar Backe had tot titel van zijn betoog „De taak van den Nederlandschen Landbouw in de Europeesche economische ruimte" gekozen, waar aan de persdienst van het Nederland-sch Agrarisch Front het volgende ontleent. Men vraagt zich onwillekeurig af, of men hier te lande eigenlijk wel groote resultaten mag ver wachten van pogingen tot verhooging van de pro ductie. Wat de opbrengsten per Hectare betreft, staat Nederland immers onder alle landen ter we reld zoo ongeveer bovenaan, tezamen met zijn na- bi-urstaten Denemarken en België. Thans echter zijn deze omstandigheden princi pieel gewijzigd en door deze wijziging zijn de voor waarden geschapen voor nieuwe productiemogelijk heden, welke zelfs in het intensieve Nederland vol ledig kunnen en moeten worden uitgebuit. Om dit duidelijk te maken, moet er steeds weer op gewe zen worden, op welke manier de feiten, in het groot gezien, samenhangen, en hoe de ontwikkeling in het verleden was Nog in de jaren 1830—1850, speelde ons land_ als graan uitvoerend land een zekere rol. In 1850— 1875 was de in- en uitvoer van tarwe in Nederland ongeveer met elkaar in evenwicht. Bij rogge be droeg de uitvoer in dien tijd slechts 1 /3 van den invoer. De invoer van haver was tot 1875 zeer ge ving: de uitvoer daarentegen zeer groot. TTït alles blijkt, dat Nederland in de tweede helft, van de negentiende eeuw werd ingeschakeld in- de werkverdeeling op landbouwkundig gebied als land, dat naar Engeland graan uitvoerde. Verder voortschriidende industrialisatie niet <lechts van Engeland, maar ook van Belgie, Duitschland en Frankrijk, leidde tot een stijgende vraae naar dierlijke veredelingsproducten, voor de voortbrenging waarvan men in Engeland niet vol doende ruimte bezat De Nederlandsche graanhuis- houding volgt den tvoischen ontwikkelingsgang van een land, dat dierlijke producten veredelt. Deze ontwikkeling zette zich voort door een stij genden invoer van lijnkoeken en vooral ook van oliehoudende zaden, welke laatste zoowel de noo- dige veekoeken leverden voor de rundveehouderij de boterprnductie. als ook een stijgenden boter- uitvoer mogelijk maakten, jïoordat zij voortdurend grootere hoeveelheden margarine voor verbruik m hof land zelf ter beschikking stelden. Op deze wijze raakte men steeds meer afhankelijk van den invoer van voedermiddelen en m de laatste tientallen jaren ook van broodgraan. Dit leidde tot een crisis van structureelen aard. Wel is waar ondervond de rijke handelsstaat Ne derland het afhankelijk zijn van den aankoop van groote hoeveelheden voedermiddelen niet als een drukkenden last.'de zorgen omtrent de afzetmark ten traden evenwel des te sterker op den voor- g De omstandigheid, dat Engeland met betrekking tot den afzet van afgewerkte producten zoo af hankelijk was van zijn eigen dominions leidde ten slotte in 1932 tot. het Verdrag van Ottawa, waarbij Engeland aan zijn dominions op landbouw-econo- misch gebied voorkeurposities gaf. In stijgende mate- ontwikkelde zich binnen het Britsche rijk dus èen streven naar zelfgenoegzaamheid, hetgeen slechts gaan kon ten koste van de tot dusver tot ontwikkeling gekomen veredelingsnijverheid aer Europeesche landen. - Door het verarmen van Duitschland werden voorts de afzetmogelijkheden voor Nederlandsche tuinbouw- en veeteeltproducten veel geringer en bestond er gevaar, dat ook deze natuurlijke afzet- marlvt in Midden-Europa voor Nederland verlofen zou gaan, Seder 1930 ongeveer had Nederland bijzonder sterk te lijden onder het ineenschrompelen van zijn afzetgebieden, verloor het door het steunen op de angelsaksische landen den grondslag waarop het met Duitschland kon ruilen en kon het zelfs de tegen spotprijzen aangeboden groenten niet meer in Engeland kwijt raken. Millioenen kilogrammen moesten eenvoudig vernietigd worden, hoewel de Duitsche behoeften in geenen deele gedekt warert. Heden ten dage staat de landbouw in do Euro peesche landen wederom voor een beslissende keuze. De weg van een werkverdeeling tot over de grenzen vair Europa heen. heeft ^bewezen gevaar lijk en onmogelijk te zijn. Deze opvatting zal thans wel niet meer alleen door kleine groenen voorge staan -worden, zooals tijdens den wereldoorlog nog mogelijk was. Op dezelfde wijze, aldus vervolgde Staatssekre tar Backe zijn betoog, als ten gevolge van de En- gelsche empire-politiek, de Engelsche markt zich van Europa afwendde, zoo moet nu voortaan de Europeesche markt de grondslag worden van den landbouw der Europeesche landen. Het vermogen van den kern van Europa, Groot-Duitschland, tot het opnemen van landbouwproducten, is niet slechts' een voorbijgaand oorlogsverschijnsel, maar het is bet gevolg van een organische ontwikkeling, welke nog geenszins afgesloten is. Juist de gespecialiseer de landen als Nederland en Denemarken, zullen op den duur ondervinden, dat bun landbouw van deze markt uit- -den sterkste» prikkel tot nieuwen bloei ondergaat. Nadat spr de Duitsche agrarische politiek van heden onder de loupe genomen had, gaf hij aan, welke uitwerking de ondersteuning van den akker bouw in het oude rijk ten gevolge had: In de eerste plaats verzekerde zij voor de groote I gebieden van Oost- en Midden-Duitschland de ren tabiliteit van de graan- en de aardappelteelt, even als die van den veevoederbouw in het algemeen. Ten tweede leverde de ondersteuning van den veevoederbouw niet alleen de noodzakelijke over schotten op voor de Duitsche veredelingsgebieden. maar maakte zij hun groote, op een overmatig grooten invoer opgebouwde structuur minder ge voelig. De nieuwe gebondenheid van Nederland aan de Europeesche economie stelt voor ons land. op dezelfde wijze het bereiken van' een hoogere in tensiteit in het vooruitzicht, als zulks .in 1933 voor Duitschland het geval was. Waarmede spr. dus zeggen wil, dat ook voor Nederland de mogelijk heden niet uitgeput zijn om meer te verbouwen dan tot nu toe. Spr. heeft de vaste overtuiging'dat, evenals Ne derland in het verleden dank zij zijn bekwame plattelandsbevolking op zeer uiteenloopend ter rein zoo intensief mogelijk werkzaam was, het dit land ook onder de nieuwe omstandigheden geluk ken zal, in den kortst mogelijken tijd de gewensch- te productievermeerdering tot stand te brengen. En deze, zoowel voor Europa als ook voor Nederland van groote beteekenis zijnde en noodzakelijke op- brengstverhooging zal men op zoodanige wijze door voeren, dat ook op gebieden, welke tot dusver in verband n\et de concurrentie op de wereldmarkt verwaarloosd werden, de hoogst mogelijke opbreng sten geconstateerd zullen kunnen worden. Dat is de bijdrage, welke de Nederlandsche land bouw zal leveren voor de grootste taak, waarvoor hij ooit werd geplaatst Finsche rijwieltroepen tijdens den opmarsch door Oost-Karelië. (Foto Suomen-Holland) Britsche vliegtuigen boven Duitschland. Negen toestellen neergeschoten. BERLIJN, 19 Augustus (D.N.B.) In den nacht van Maandag op Dinsdag hebben Britsche vliegtuigen boven West-Duitschland gevlogen en brand- en brisant-bommen neergeworpen, welke in enkele steden geringe schade veroorzaakten. De bevolking leed eenige verliezen Enkele Sovjet bommenwerpers, welke over de Oostzee het rijksgebied naderden, werden reeds aan de kust door den luchtafweer afgeslagen. Een vliegtuig, dat Berlijn probeerde te bereiken, werd door de luchtdoelartülerie tot omkeeren gedwon gen. Volgens de totdusver ontvangen berichten wer den in den afgeloopen nacht negen vijandelijke Vliegtuigen neergeschoten. SMOLENSK IN DUITSCHE HANDEN. Op uitnoodiging van de Rijksregeering brachten vertegenwoordigers van de buitenlandsche pers een bezoek aan deze veroverde Sovjet-stad. Een fotograaf bij een vernietigden bolsjewistischen pantserwagen. CFoto Atlantic-Holland). REDE DR. F. E. POSTHUMA. Dr. F. E. Posthuma begon zijn rede met op te mei ken, dat het „Nederland voedt zichzelf" materieel de waarheid zal moeten zijn, wil het inderdaad in de toekomst zijn: „In Nederland woont een vrij volk, omdat het zichzelf voedt". Wanneer mocht blijken, dat deze leuze niet langs den gewonen weg bereik baar is, staan nog verschillende andere wegen open om den normalen voedingsstand niet te verstoken. Aller lei vragen doen zich hierbij voor: Waar is de grond, die Nederland kan en wil ontvangen? Hoeveel dien grond bestaat er? Hoeveel Nederlanders zijn bereid te gaan, gelijk onze voorouders deden? Kunnen zij gaan als een besloten geheel? Het zijn allemaal vragen, die zeer ernstig onder de oogen moeten wor den gezien. „Maar als trots alle moeite blijkt, dat Nederland zich zelf niet kan voeden, wat dan? Moeten wij dan den weg van den kleinen weerstand op en het ontbrekende .voedsel maar halen, waar die het gemakkelijkst en goedkoopst is te verkrijgen, of moeten wij dan, gezien de ervaringen, die wij, ouderen, nu reeds tweemaal in ons leyen hebben opgedaan, den weg zoeken, waar langs onder alle omstandigheden de voeding van het Nederlandsche volk voor zoover dit het ontbre kende betreft nog zoo veilig mogelijk is te stel len? Voor mij bestaat hier, als ik deze beide vragen voor mij heb, geen twijfel. Maar weinig Nederlan ders zijn vier jaar lang zoo dicht bij het voedings- vraagstuk betrokken geweest als ik en van hen, die dat waren en hier doel ik natuurlijk op den reldoorlog 1914—1918 zijn de meesten al van ons heengegaan. Op grond van de toen verkregen erva ringen heb ik steeds de leer verkondigd: „Nederland moet zichzelf trachten te voeden." Spreker kwam terug op de vraag: „Kan ons volk zichzelf voeden?" We hebben een bevolkingsdicht heid van ver over de 250 inwoners per vierkante kilo meter, d.w.z. dat voor iederen Nederlander 40 are oppervlakte beschikbaar is. Na aftrek van 'de opper vlakte voor bebouwde kommen, wegen, water en woesten grond, als duinen en zandverstuivingen, blijven nog 30 are cultuurgrond per hoofd van de bevolking over: hiervan werd 2/5 benut als bouw land en 3/5 als grasland. Veel is het niet. In de ge matigde zone hebben slechts onze zuiderburen even weinig levensruimte, alle andere volkeren belangrijk meer. Niet zonder reden zijn daarom ook in Nederland de boeren, tuinders en visschers opgeroepen voor een productieslag, die gewonnen moet worden in het be lang van het eigen volk. Het is een moeilijke op dracht, die aan den Nederlandschen boerenstand ge geven is; wanneer echter allen de handen ineen slaan, gedactitig aan het oude woord „Eendracht maakt macht", zal het wel gaan. Na gewezen te hebben op onze hachelijke voedsel positie in den voorzomer van 1940, zei dr. Posthuma, dat Nederland met de andere Europeesche volkeren zijn lot in eigen handen neemt. Dit houdt in, dat het geenszins onze bedoeling moet zijn naar volledige autarkie te streven; volledige autarkie zou voor ons slechts sterke verlaging van den levensstandaard beteekenen. De natuurlijke volgorde moet worden: eerst het eigen volk, dan onze natuurlijke afzetgebieden in Europa en in de toekomst met overig Europa een ge ordende goederenruil met de andere werelddeèlen. .Binnenkort zal zooals ieder weldenkende moet wenschen, het Bolsjewisme vernietigd zijn, waardoor Rusland weder aan Europa wordt teruggegeven. Vele Nederlandsche boeren zullen dan den ploeg zetten in het land der zwarte aarde, de Oekraïne. Met het overschot aan graan dat daar voortgebracht zal worden, zullen ook hier vele varkens gemest en vele eieren geproduceerd kunnen worden, zonder dat de Nederlandsche landbouw zijn basis in eigen land behoeft te verliezen." Om den consument te beschermen, dienen de we gen te worden aangegeven, waarlangs de producten hebben te gaan. Door saneering en regeling van het distributieapparaat, waardoor tevens de bona-fide handel wordt beschermd, is dit te bereiken. Tot slot van zijn betoog ging dr. Posthuma dieper in op de taak en de mogelijkheden van den productie slag in Nederland, Als eerste werd genoemd de in richting der bedrijven naar de behoefte van het eigen volk. Aan den oproep, bij het begin van den productie slag 1941, meer aardappelen te verbouwen, heeft men goed voldaan. Volgend jaar zal de teelt hiervan nog slechts weinig uitbreiding behoeven. Uitbrei ding van den graanbouw is echter dringen nood zakelijk. De vier voornaamste slagwoorden voor den productieslag 1941, welke ook voor het komende jaar van kracht zullen zijn, luiden: nergens braakland, betere benutting van het grasland; ook in den winter- veevoeder van eigen bodem en ten vierde meer graan, meer aardappelen. Als vijfde dringende oproep aan de boeren komt nu hier bij: verbouwt meer kool zaad. „Nederland voedt zichzelf" is een moeilijk te ver vullen wensch, doch zal ondanks alle zwarigheden en belemmeringen ernstig moeten worden nagestreefd. Wanneer in moeilijke oogenblikken een van onze boeren mocht twijfelen, laat hij dan denken aan de woorden die admiraal De Rüyter eens gebruikt moet hebben tot de heeren Staten: „Indien de heeren Sta ten willen, dat ik in het belang van het volk met deze slechte en slecht uitgeruste schepen dan slag tegen den vijand zal winnen, zal ik hem winnen." Dr. Posthuma heeft de bijeenkomst hierna met een kort woord gesloten, waarna alle aanwezigen zich naar Pulchri Studio begaven, waar van 18 tot 23 Augustus onder den titel „Productieslag ln Europa" een tentoonstelling wordt -gehouden. Omtrent deze tentoonstelling schrijft men ons uit Den Haag: Het leidmotief van de tentoonstelling is een woord van dr. Posthuma: „Slechts een volk. dat zichzelf kan voeden is een vrij volk". In overeenstemming hiervan wordt den bezoeker onder het oog gebracht wat er te doen valt om deze vrijheid te bereiken. Om te beginnen krijgt men een overzicht van de productie van onzen landbouw, onder het motto: „Onze landbouw staat réeds op een zeer hoog peil", ïn een drietal tableaux wordt een voorstelling ge geven van de opbrengsten van onzen akkerbouw, onze veehouderij en onzen tuinbouw. Het is zeer aanschou welijk ingericht. In vroolijke kleuren zijn de diverse producten afgebeeld met de productiecijfers erbij, zoodat men het als het ware met een oogopslag over ziet. Desgelijks zijn de volgende tafreelen, een door loopend systeem, dat over de geheele tentoonstelling is toegepast. Bij het overzicht van de productie hoort echter een tableau, dat doet zien, dat de toppresta ties, die onze bodemproductie bereikte slechts moge lijk waren door overdadigen invoer van productie middelen; hoofdzakelijk veevoer. Voor de behoeften in eigen land werd gemiddeld per jaar 960.000 ton voedergranen en. 580 ton.veekoeken Ingevoerd. „Onze koeien graasder. 's winters aan de Rio de la Plata' In het tweede deel wordt betoogd, dat de vrijhandel ons ondanks de hooge prestaties in moeilijkheden bracht. Dit is in pakkende tafreelen in beeld gebracht. Was eerst de leus geweest: produceeren, na 1929 werd het aanpassen en beperken. Niet wijzelf, maar de toonaangevende kringen op de wereldmarkt beslis ten over het wel en wee van onzen landbouw. Hoe de verandering moet worden teweeg gebracht opdat Nederland, onafhankelijk van hef buitenland zichzelf kan voeden wordt met een tweetal maa.uettes gedemonstreerd. De eerste geeft de verdeeling van den Nederlandschen bodem weer zooals die voor 10 Mei 1940 was, de tweede hoe de verdeeling in de toekomst zal moeten zijn. Het blijkt, dat ons land zichzelf voor lOO'-'o kan be druipen ten aanzien van peulvruchten, aardappelen, suiker, melk. groenten en fruit, voor verschillende andere producten is het niet zoo gunstig gesteld: broodgraan produceeren wij slechts 38#.'« van de eigen behoefte, boter en margarine 46%. olie 17%,^vleesch De dekking uit eigen bodem is echter voor 100% mogelijk als er nog 100.000 H A. grasland worden ge scheurd, t.w. 50 000 HA. voor broodgraan en aardappe len en 50.000 H.A. voor koolzaad (olie). Hoe de landbouw zijn fundament in eigen land kan krijgen en behouden wordt in de volgende tafreelen uitgewerkt. Reeds nu kunnen wij het overige Europa groenten, fruit, zaaizaden en bloemen aanbieden, door markt regeling krijgt de boer zijn rechtvaardig loon en wordt de speculatie uitgeschakeld. De prijs, die voor de pro ducten wordt betaald zal niet afhangen van vraag en aanbod, maar van de gemiddelde productiekosten met premie of korting voor betere of minder dan gemid delde kwaliteit. Het slot van deze afdeeling is een tableau onder het motto: „Gezonde boerenstand, Gezond volk, Ge zonde landbouw, gezonde nijverheid en handel!" In het vijde deel van de tentoonstelling wordt duidelijk gemaakt hoe de bedrijven naar de behoeften van het eigen volk zullen worden ingericht. Iedere M2, waarvan een oogst te verwachten is moet wor den bebouwd. De oppervlakte cultuurgrond moet worden vergroot. Daarom is de inpoldering der IJsel- meerpolders bespoedigd. Ruilverkaveling en verbete ring van de waterhuishouding leveren verdere moge lijkheden voor verhooging van de productie. V/aar het grasland wordt ingekrompen moet door beter gebruik van de resteerende oppervlakte getracht worden op zijn minst dezelfde opbrengst voederwaarde en zoo mogelijk nog hoogere opbrengst te verkrijgen. Dit is mogelijk door algemeene toeoassing van "net omweid- systeem, betere zorg voor de grasmat, hooiruiteren, meer inmaken van gras en grasdrogen. Het nijpende tekort aan krachtvoer kan ten deele verholpen wor den door meer ruwvoeder. De bijproducten van den akkerbouw moeten steeds geheel aan het vee ten goede komen. Door verbouw van stapelgewassen kunnen bovendien 3 oogsten in 2 jaar worden verkre gen. De voorziening met brood en aardappelen (onze oornaamste voedingsmiddelen) moet in ieder geval verzekerd zijn. Daar kunstmest schaarseh is moet alle zorg worden besteed aan de mest uit eigen bedrijf. Op iedere boer derij hooren een goede mestbewaarplaats en een gier- kelder. Slootbagger voedt en verbetert het grasland. Faecaliën en overige stedelijke en industrieele afval- en mogen niet moer nutteloos in zee vloeien. De be strijding van onkruid en plantenziekten moet meer intensief ter hand genomen worden. De Colorado kever mag bij ons geen kans maken. Rundertubercu- lose moet met kracht worden bestreden. Thans heeft men de kans zieke dieren, die voeder kosten en niets presteeren te verwijderen. Verder moeten de runder- horzel en de Sarcoptesschurft worden bestreden. Se lectie van het vee 00 productievermogen en van zaai en pootgoed is elsch. Om het tekort op onze vetvoor- ziening te dekken moet koolzaad worden verbouwd. En ook de Nederlandsche visschers zijn tot de pro ductieslag opgeroepen. Zoodra de omstandigheden het toelaten moet de visscherij haar achterstand inhalen. In een volgende afdeeling wordt duidelijk gemaakt waarom de productieslag in Europa wordt geleverd. Gewezen wordt op de blokkade, waarbij Engeland tracht allen toevoer van levensmiddelen verre te houden van de Europeesche markt. .Moeten aldus wordt gevraagd de vrouwen en kinderen der Europeesche volken het slachtoffer van deze methoden worden0" Het antwoord is: „Neen, want Europa kan zichzelf voeden". Uiteengezet wordt, dat Europa indien het niet meer voortbrengt honger zal moeten lijden wegens tekort aan broodgaan, 'leesch en vet. waarin echter op de bovenaan gegeven wijze kan worden voorzien, hetgeen des te meer nood zakelijk zal zijn omdat bij de toenemende wereld behoefte de overige wereld in de toekomst nog slechts spaarzaam voedingsmiddelen naar Europa zal kun nen zenden en overigens de wereldhuishouding nog lang onder de gevolgen van den oorlog te lijden zal hebben, zoodat Europa op eigen voorziening aangewe zen zal zijn. Onder verwijzing naar het Duitsche voorbeeld en het succes van den Duitschen productieslag, waar over een reeks van pakkende gegevens wordt ver strekt. wordt aangetoond wat de productieslag in Europa beteekent. Het voorbeeld van Duitschland laat zien hoe door meer productie de koopkracht van den landbouw toeneemt en de landbouw een stevig fundament wordt, ook voor de industrie. Dit alles ziet men op de levendigste wijze in beeld gebracht. Het soreekt tot de verbeelding van den toeschouwer i is gemakkelijk op te nemen. Haar propagandistische doel zal de tentoonstelling dan ook stellig bereiken Zij is de bezichtiging ten volle waard. Tt ADTO-PROGRAMMA. WOENSDAG 20 AUGUSTUS 1941. HILVERSUM I. 415.5 M. R.45 Gramofoonmuzlek. 6.50 Ochtendgymnastiek. 7.M Gramofoonmuziek. 7.45 Ochtendgymnastiek. 8.00 B. N. O. Nieuwsberichten. 8.15 Gewijde muziek (gr.pl.) 3.45 Gra- mofoonmuziek. 9.15 Voor de hulsvrouw. 9.25 Gramofoon- muziek. 11.00 Voor de kleuters. 11.20 Molto Cantabile. 12.00 Gramofoonmuziek. 12.25 Voor den boer. 12.40 Almanak. 12.45 B. N. O. Nieuws- en economische berichten. 1.00 Gra- mofoonmuziek. 2.15 Harmonie-orkest van het Neder- landsch orkest 's Gravenhage. 3.00 Voor de vróuw. 3.20 Hobo met pianobegeleiding en gramofoonmuzlek. 4.00 Bij bellezing (voorbereid door de Christelijke Radio Stich ting). 4.20 Voor de Jeugd. 5.00 Gramofoonmuziek. 5.15 B. N. O. Nieuws-, economische- en beursberichten. 5.30 Cau serie „Gezond zijn en gezond blijven". 5.45 Orgelconcert. 6.15 Voor de binnenschippers. G.3.0 Curt Hohenberger en zijn orkest. 7.00 Actueel halfuurtje. 7.30 Volkszangkoor met pianobegeleiding. 8.00 Gramofoonmuziek. 8.15 Cause rie ,,De invloed der Nederlandsche'-.bouwkunst in Duitsch land", 8.30 Cabaretprogramma. 9.30 Gramofoonmuziek. 9.45 B. N. O. Nieuwsberichten. 10.00—10.15 B. N. O. Engelsche uitzending: The Dutch Achievements in the Netherlands Indies. HILVERSUM n, 301.5 M. 6.45 Gramofoonmuziek. G.50 Ochtendgymnastiek. 7.00 Gramofoonmuziek. 7.45 Ochtendgymnastiek. 8.00 B. N. O. Nieuwsberichten. 8.15 Gramofoonmuziek. 10.00 Morgen wijding. 10.20 Gramofoonmuzlek. 10.40 Declamatie. 11.00 Zang met pianobegeleiding. 11,20 Gramofoonmuzlek. 12.15 Frans Wouters en zijn orkest. 12.45 B. N. O. Nieuws- en economische berichten. 1.00 Ernst van 't Hoff met zijn 15 solisten. 1.30 Ensemble Amende. 2.15 Voor de jeugd. 2.30 Gramofoonmuziek. 4.00 Zang met pianobegeleiding. 5.00 Godsdienstige uitzending. 5.15 B. N. O. Nieuws-, economi sche en beursberichten. 5.30 Klaas van Beeek en zijn or kest. 6.00 Gramofoonmuzlek. 6.15 Ensemble Bandi Balogh. 6,45 Gramofoonmuziek. 7.00 Actueel halfuurtje. 7.30 Lucht vaartcursus. 7.45 Gramofoonmuziek. 8.00 Residentieorkest en solist. Om 8.40 Boekbespreking. 9.45 B. N. O. Nieuws berichten. 10.00 Dagsluiting (voorbereid door de Christ Radio Stichting). 10.05—10.15 Gramofoonmuzlek.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1941 | | pagina 3