Een ziekenhuis over cle zeeën
■■ttl
bss
Arbeidstherapie voor politieke gevangenen?
„Oranje" voer onder gelukkig gesternte
m
De Oranjebij dag. Des nachts
verlicht, de kruizen werden door
band, die men langszij ziet, gaf
Donkere wolken pakten zich reeds
aan den Europeeschen hemel samen,
toen in Augustus 1939 de trots der
Nederlandsche koopvaardijvloot, de
zilvergrijze oceaanreus „Oranje", zich
met een uitgelezen gezelschap aan
boord op een pleizierreis naar de Azoren
bevond. Een ongekende weelde werd
daarbij ten toon gespreid; dans- en
strijkorkesten concerteerden in de luxu
euze zalen, zomersch uitgedoste dames
en heeren flaneerden over de dek
ken, troffen elkander op de tennis
banen, in bars en comfortabele salons,
terwijl anderen zich verfrischten door
een koelen duik in het zwembad of
koesterden in de bronzende zon der
subtropen.
Dat was de eerste reis van het 20.000
ton metende schip, tot op den huidigen
dag de laatste pleizierreis. De dreigende
gebeurtenissen voltrokken zich in snel
tempo en eerder dan het plan was moest
de Oranje naar Nederland terugkeer en.
omdat verscheidene hooggeplaatste per
sonen onder de passagiers op hun post
geroepen. De oorlog brak uit en
het vertrek van het schip op zijn mai
den-voyage" naar Indië, dat op 6 Sep
tember was bepaald, werd twee dagen
vervroegd, daar de directie van de
Maatschappij Nederland geen risico
wilde nemen en het kostbare gevaarte
ten spoedigste het zeegat wenschte te
zien uitvaren. De bemanning begreep,
dat het een lange reis zou worden, maar
weinig kon zij vermoeden hoe lang en
nog minder, w'elk een merkwaardige toe
komst het trotsche zeekasteel beschoren
was, toen het van 4 op 5 September
1939, als een dief in den nacht, de Ne-
derlandsche kust achter zich liet. Die
het sindsdien niet meer heeft terugge
zien.
Roode-Kruisvlag in top!
De reis ging om de Kaap, want de
Middellandsche Zee was taboe wegens
de onzekerheid ten aanzien van Musso
lini's plannen. Van alle kanten werden
reeds S.O.S.-seinen van door onder
zeeërs aangevallen schepen vernomen,
maar de Oranje maakte een goeden
overtocht. In Indië werd het schip gran
dioos ontvangen; aan boord werden re
cepties in grooten stijl gehouden, waar
van die in Soerabaja alleen al 1500
gasten telde. Bij den aanvang van 1940
werd het schip in de haven van deze
stad opgelegd. Een jaar lang heeft het
toen niet gevaren, hoewel er na den
Duitschen inval in Nederland plannen
werden gemaakt voor dienst in den Stil
len Oceaan. In 1941 viel het groote
Besluit: de Oranje zou hospitaalschip
worden, dat de Ned.-Indische regeering
aan de regeeringen van Australië en
Nieuw-Zeeland zou aanbieden voor het
transport van gewonde soldaten.
31 Maart voer de Oranje de haven van
Sydney binnen, waar de verbouwing
zou plaats hebben. De arbeid, zou drie
maanden vergen.
Er is hard gewerkt om het reuzen-
schip in zoo korten tijd van drijvend
paleis tot drijvend ziekenhuis të mi
lten. Sportdekken en zwembad bleven
intact, douches werden bijgebouwd met
het oog op gasaanvallen en inrichtingen
voor massage verrezen. Kinderkamers
- cl dekken transformeerde men in
barakken voor besmettelijke ziekten -n
T.B.C. Bar en lounge op het promenade
dek werden zalen voor ernstige patiën
ten, waarbij de fraaie wandschilde
ringen achter platen van een soort celo-
tex schuilgingen. Elders brak men hut
ten tot ziekenzalen uit. De bioscoop
zaal werd operatiekamer. Speciale af-
deelingen werden ingericht, zooals die
voor ,.sbell-shocked"-patiënten, die een
eigen dek kregen dat met kippengaas
Kas omheind, zoodat zij niet in zee kon-
ióas het schip geheel met neonlampen
schijnwerpers bestraald en de breede
een helgroen schijnsel van zich.
den springen. De inrichting van het
hospitaalschip, dat plaats zou bieden aan
750 patiënten met een medischen staf
van 162 en een scheepsstaf van 327 be
proefde krachten, kon wedijveren met-
die van het moo^te en modernste zie-
.enhuis ter wereld.
Op 30 Juni lsil werd de blinkend wit
geschilderde Oranje aan de Australi
sche regeering overgedragen als Neder-
landsch militair hospitaalschip. Minis
ter-president Menzies heesch de Roode-
Kruisvlag in top.
Uit de hel in het paradijs.
De soldaten van Australië en Nieuw-
Zeeland vochten in de Libysche woes
tijn tegen de troepen van Rommel en zoo
Wij hadden een onderhoud met
Gezagvoerder B. A. Potjer, die de
Oranje zoovele jaren veilig over de
zeeën heeft gestuurd en daarmede den
dank van duizenden militairen van vele
naties heeft geoogstKapitein Potjer,
die in Santpoort woont, is thans
gepensionneerd.
voer de Oranje jaren tusschen
Afrika en Australië heen en weer. Latei-
vervoerde het gewonden van het
Birma-front naar Port-Said en van het
Italiaansche front naar Engeland. Ook
Canadeezen, Polen, Afrikaanders, Ne
gers en Malthesers, ja zelfs Italianen en
Duitschers heeft het schip als gewonden
vervoerd, de laatsten om ze uit te wis
selen tegen gewonde geallieerden in
handen der tegenpartij.
Al deze soldaten hadden over het
verblijf op de Oranje slechts één klacht:
dat de reis zoo kort duurde en dat het
schip met zijn 23 tot 25 mijl te snel
voer. Deze mannen, met de herinnering
aan de hel van het slagveld, waaruit zij
niet ongedeerd te voorschijn waren ge
komen, nog versch in het geheugen,
moesten zich aan boord van het heldere,
comfortabele schip, in de vriendelijke
sfeer van verzorging en hulpvaardig
heid, wel in een paradijs wanen. Op
alle zalen was muziek, de sportdekken
waren altijd vol: rnen zag officieren die
nog één been over hadden met elkaar
tennissen, waarbij zij de grootste pret
maakten. Speciale dieetkeukens zorgden
voor de maaltijden en alle dagen werden
er films vertoond, terwijl hospitaal-
personeel en gewonden samen concerten
en cabarets gaven, die steeds een uit
bundig succes werden.1
Tijdens al deze reizen van strijd-
tooneel naar vaderland heerschte er
een sfeer van warme menschelijk-
heid aan boord. Er waren altijd ge
lukkige gezichten, ondanks de tra
giek', die van dit alles den achter
grond vormde.
Als het schip zijn verlangende passa
giers tenslotte in de veilige haven van
bestemming bracht, werd met het einde
tevens het hoogtepunt van de reis be
reikt: de ontvangst aan den wal, vooral
in Nieuw-Zeeland, waar eiken keer de
geheele regeering aan boord kwam, was
daverend. Eenmaal; toen de Oranje daar
juist op Koninginnedag arriveerde,
stond er een groot muziekcorps op de
kade dat bij het uitleggen van de loop
plank. het Wilhelmus speelde!
Het wonder der behouden vaart.
Onder een wel zeer gelukkig gesternte
heeft de Oranje de gevaarlijke zeeën in
oorlogstijd bei-aren. Ondanks de voort
durende dreiging van luchtaanvallen en
duikbooten (op eenigen afstand was een
hospitaalschip dikwijls moeilijk als zoo
danig te onderkennen en er zijn dan ook
vele ongelukken met andere schepen ge
beurd), ondanks de alomtegenwoordigheid
der gevreesde zeemijnen, heeft het schip
slechts behouden vaart gekend. Het is
zelfs nooit door den vijand gevisiteerd,
terwijl het toch algemeen bekend stond
als een unicum, het modernste, grootste
en snelste hospitaalschip ter wereld.
Medio Januari 1946 is de „status hospi
taalschip" van de Oranje afgegaan, zoodat
zijn schitterende loopbaan in dienst van
de vrije voiken thans in zijn geheel ge
schiedenis is geworden. Het vaart thans
met Roode-Kruispersoneel in dienst der
repatrieering, terwijl het op de heenreis
naar Indië alweer als passagiersschip
dienst 'doet. Verder dan Southampton is
de Oranje niet gekomen, maar ais het
schip met den fieren naam, die door kra
nige Nederlanders in het heetst van den
grooten vrijheidsstrijd over de halve we
reld is hooggehouden, straks in het vader
land zal terugkeeren. zal de ontvangst
een klinkende zijn. Geleidelijk herkrijgt
het schip zijn normale aanzien, de vredes-
kleuren sieren het weer en nog dit jaar
zal zijn oorspronkelijke bestemming eigen
lijk voor het eerst ontvangen: passagiers
schip van de Maatschappij Nederland,
symbool van de glorie onzer koopvaardij
Laatste Jaarbeurstreïn r
In de lichten van de perrons strekken
zich de glimmende rails met hun donker-
gestreepte opvulling tot het ondoordrin-
bare duister van de rangeerterreinen.
Langs de gladde staven, een meter er
boven, slaan de duizend vermoeiden. Zij
staan siechts, of leunen tegen een paal.
Zij zien verlangend in de verte, maar de
zich verliezende spoorbaan is teeg en
troosteloos.
Zij zijn de laatste schamele resten van
een wee-waï men, bonzend-drukken dag
en staan op het station van Utrecht. Moe
ten zij nog vertellen, dat zij- ter Jaar-
beurze togen?
Nee, nietwaar, dat is direct te zien.
Die kleine pientere zakenman, hij heeft
zoojuist goed gedineerd in de stad en
omdat hij goed gedineerd heeft, staat hij
tusschen de 999 andere oeurzenaren, ook
een beetje loom van de warmte, het diner
en den dag, en wacht op den laatsten trein
naar Amsterdam.
Het is al laat, zooals alles laaT. was,
dezen gonzenden dag. De locomotieven
braken groote rookwolken uaar de over
kapping en zoo nu en dan gaat een oor
verscheurend sissen langs de perrons. De
spoorwegen doen hun best, maar ais een
maal een dienstregeling „van slag" is,
helpen stoomwolken en harde geluiden
weinig, dan sta je als zakenman met je
koffer en je regenjas Over den arm en
je wacht gelaten.
Jaeen schril fluitje kondigt den
langy.erbeiden, laatsten trein aan, In de
'vertelijkt' de trein op het fluitje, een
klein, onmondig locomotiefje doet zijn
uiterste best en produceert een rookgor
dijn om het Utrechtsche station.
Men bereidt zich voor op den slag om
een raamloos rijtuig, op een sprong naar
een derde klasse zitplaats. Het. locomo
tiefje komt nader, maar blijkt zich uit
te sloven voor een lange staart van platte
wagens, een éindelóóze staart vol zand,
die donge-dong-voorbijschuift, richting
Amsterdam.
Toen ik allang in den Diesel van
negen uur, die een Diesel van tienen
werd, naar de voorbijschuivende duister
nis keek, dacht ik plotseling weer aan de
woorden van den kleinen man met de
regenjas en het handkoffertje en het ef
fen gezicht, dat hij daarbij zette:
„De stationschef van Amsterdam heb'
ze zoontje zeker een zandbak beloofd en
nou is mijn trein te laat".
Na de economische bevrediging van
den vollen, laatsten Jaarbeursdag gaf de
onverwoestbare humor van haar tenge-
ren Amsterdamschen klant mij een nog
optimistischer, kijk op de toekomst. Zoo'n
eenzaam grapje bij een kleine teleurstel
ling kan haar aanvaardbaar -maken. Er
zal nog wel wat humor noodig zijn
J. F.
Truman
ziet het niet donker in
Een zeer optimistisch geluid van presi
dent Truman over de voedselsituatie
wordt heden groot-opgemaakt in de Ame-
rikaansche pers gepubliceerd. Truman
verklaarde dat de crisis binnen 90 dagen
bezworen zou zijn en dat thans reeds een
beslissende verbetering- valt te consta-
teeren.
De regen heeft de vooruitzichten in Br.-
Indië op een ruimen oogst geconsolideerd
en de oogsten in Frankrijk en Noord-Afri-
ka zullen de beste zijn die in tien jaren.
Jtonden worden genoteerd. De opbrengst
van den graanoogst in de Ver. Staten zal
eveneens een record slaan wanneer geen
onvoorziene ongunstige omstandigheden
intreden.
Velerlei voordeelen
„Het is moordend, den gehcelcn dag
op je rug liggen duimen draaien". Dit is
de uitspraak van een ex-Dachau bewoner
en het is misschien wel de meest treffende
omschrijving van de goedkoopste en een
voudigste kwelling, die de Duitschers
wisten, voor degenen, die het niet eens
konden zjjn met hun opvattingen.
Arbeid, inspanning. Het zijn de essen-
tieele levensvoorwaarden voor den
mensch geweest, reeds sinds onze verre
voorvaderen hun tijd doodden met de
jacht op mammouths en ander gedierte,
tót nu toe, wanneer ge twee dagen met
een lichte griep op bed hebt gelegen en
den hemel dankbaar zijt, dat ge eindelijk
weer aan het werk kunt gaan.
Zonder de Nederlandsche intemeerings-
kampen in de verte te willen vergelijken
met de Duitsche hellekampen, zouden we
de zinsnede van den ex-Dachau'er willen
toepassen op den huidigen politïeken
delinquent, die met "zijn lotgenooten bij
een hokt en de dagen telt.
De berechting duurt te lang, we weten
het allen, de onzekerheid over toekomst
en familie heeft een demoraliseerenden
invloed op vele geïnterneerden. Zij, die
toch al niet van een sterken geest getuig
den, door zich aan te sluiten bij SS en
NSKK, ondervinden nu den martelenden
invloed van het nietsdoen en het af
wachten. En dat terwijl Nederland in op
bouw is, terwijl iedere arbeidskracht er
één is, terwijl de kampen handen vol
geld kosten.
Hier volgt geen pleidooi voor vrijlating
op koi'ten termijn, maar wel voor een
heropvoeding op gezonden, Nederland
sehen grondslag. De mannen, die nu hun
uren doorlummelen met kankeren en
elkaar opjagen tegen alles, wat er :n de
buitenwereld geschiedt, zij zouden pro
ductief gemaakt kunnen worden in hooge
mate. Zij zouden zelfs gréag productief
gemaakt worden, getuige de groote ani
mo, die er in de verschillende kampen
bestaat voor de meest uiteenloopende
cursussen van Latijn tot Vliegtuigbouw.
Maar ook physiek moeten deze, vaak nog
jonge lichamen worden ingespannen.
Geen broodroof.
Wanneer de ondernemers de materialen
leveren, wil de kampleiding gaai-ne voor
arbeidskrachten zorgen, de loonen, die
betaald moeten worden, zijn niet hooger
of lager dan de thans geldende.
Om bij voorbaat de vrees voor een
neerdrukkende beïnvloeding van de
loonen te ontzenuwen, zij uitdrukke
lijk vermeld, dat het geenszins in de
bedoeling ligt, den bona-fide werker
het brood uit den mond te etooten.
Alleen daar, waar geld te kort is, ar
beidskrachten ontbreken en het be
lang van ons land in directen of
meer middellijken zin gediend kan
worden, wil men politieke delinquen
ten inschakelen.
Een begin is reeds gemaakt met deze
arbeidstherapie. Een speciale matten-
vlechterij, door den fabrikant van mate
rialen voorzien, levert de bekende biezen
en stroo-matten, die vooral voor de ge
troffen gebieden een belangrijke leniging
van den „vloerbedekkingsnood" vormen.
Men wil ook op ander gebied de men-
schen aan het werk zetten, de loodgieters,
die tot nog toe slechts interne kamp-
béiigheden verrichten, zouden het hunne
kunnen bijdragen tot den opbouw van
ons land, mits de fabrikanten voor de
materialen zorgen en zoo zijn er vele
categorieën arbeiders, die nuttig zoiiden
kunnen 2ijn.
De eindbewerking van de halffabrika
ten geschiedt, zooals wij zelf hebben kun
nen constateeren, uiterst vakkundig,
mede doordat er vele geschoolde werk
lieden, .reclamekunstenaars, schilders, ra
diomonteurs en dergelijke personen in
het kamp Koudenhorn zijn opgesloten.
Niet alleen binnenshuis, maar ook bui
ten het kamp zouden de beschikbare ar
beidskrachten productief kunnen worden
gemaakt. In Zandvoort en IJmuiden lig
gen groote hoeveelheden werk te wach
ten, de polders van onze lage landen ko
men handen te kort.
Wanneer de plannen verwezenlijkt zou
den kunnen worden, zouden hiermede
drie zaken gediend zijn: de moreele her
opvoeding van de politieke gevangenen,
de wederopbouw van Nederland en de zoo
gevoelige geldbuidel van den belasting
betaler.
Kampen kosten geld
Dag in dag uit 2100 menschen te voe
den, onderdak te verschaffen en te be
waken kost scheppen geld. Die 2100 vor
men nog maar een gering gedeelte van
het totaal aantal politieke gevangenen,
dat thans over ons land verspreid is en
de uitgaven hiervoor vormen een druk
kende post op het staatsbudget. Wan
neer de officieele instanties er toe te
krijgen waren, politieke gevangenen op
groote schaal aan het werk te zetten, zou
cle Nederlandsche belastingbetaler dit
„aan den beurze" voelen daar natuurlijk
het overgroote deel van de verdiensten in
de Rijkskas zouden worden gestort.
Onbekendheid bij vele ondernemers
met het bestaan van dit arbeidsreser-
voir en misschien ongewettigde angst
voor een verkeerden invloed op het
loonpeil heeft de werkkracht in de
Nederlandsche kampen tot dusverre
braak doen liggen.
De diverse kampleidingen zijn van
goeden wille, de politieke gevangenen
willen niets liever, dan ontslagen worden
van hun voortdurend nietsdoen, het
wachten is op een officieel initiatief, en.
voorzoover het werk in het kamp zelf
verricht kan worden, op den ondernemer,
die gebrek aan arbeiders en de beschik
king over materialen heeft.