Ondergrondsch dorp
der Vluchtelingen
in de Duinen
Bastion van beton en staal
moest invasie verhinderen
Kens wierp liet zoeklicht zijn stralenbundels over zee en signaleerden de gehoor
installaties de naderende vliegtuigen.
Nu ruim twee jaar geleden werd
druk besproken of hier aan de Hol-
Jandsche kust een invasie, plaats
zou hebben. En zoo ja, of deze ook
een kans van slagen zou maken. De
meeningen hieromtrent liepen nog
al uiteen. Volgens sommigen had
een landing hier geen kans. ge
zien de uitgebreide verdedigings
werken aan de kust; anderen be
weerden, dat die verdediging
slechts in schijn bestond, in wezen
was het maar propaganda-bluf.
Welke van deze beweringen was
nu de juiste?
Eenige dagen geleden zijn wij in de
gelegenheid geweest, dank zij de wel
willende medewerking der compagnies
commandant van IJmuiden, kapitein
Barendrecht, een kijkje te nemen in
een klein gedeelte van het bunkercom
plex dat aangeduid wordt met den
naam „De Olmen".
Tezamen met een groepje oud-illega
len uit Bloemendaal hebben wij, onder
leiding van den kapitein, dezen tocht
gemaakt. Een onverdeelde pleziertocht
is het niet geworden. Een koude Noord
wester blies over de duinen, af en toe
bijgestaan door kletterende regenbuien.
Het leek wel of de elementen alles in
het werk stelden om de geheele omge
ving. met haar uitgebreide bunkercom
plex en mijnenvelden een nog luguber
der indruk te doen maken, dan zij in
werkelijkheid al geeft.
Omstreeks drie uur 's middags begon
de tocht en om even zeven uur was hij
beëindigd, doch in deze vier uur had
den wij nog slechts een zeer klein ge
deelte gezien van het onderaardsche
bunkerdorp, dat deel uitmaakt van het
stellingencomplex „De Olmen".
Van de gezellige officierskamer in
het barakkenkamp gingen we op weg.
de duinen in. Het panorama dat zich
aan ons oog ontrolde, was in een woord
prachtig. De zee kolkte en bruiste dat
het een lieve lust was. Als teekenen van
vergane glorie prijkten op verschillende
duintoppen de overblijfselen van zoek
lichten, radarinstallaties, luisterappa-
raten, stukken geschut en een meetpost
met meetinstrumenten van waaruit men
opmetingen verrichtte betreffende den
al'stand van het doelwit waarop gevuurd
diende te worden. De vuurinstallatie
werd dan van dezen post uit geheel
automatisch bediend.
Tusschen de pieren stak nog het
rampzalig overschot, van wat eens de
„Van Rensselaar" was, boven de golven
uit. Als wij onze blikken landwaarts
richtten, zagen wij uitgestrekte duinen
rijen. waai- vroeger slechts eenig heu
velachtig terrein was geweest. Dit wa
re" 'ie z.g. kunstmatige duinen. Hier
waren door de Duitschers bunkers neer
gezet. deze werden vervolgens onder
het zand bedolven en in dit zand werd
dan helm en gras geplant om het ver
stuiven tegen te gaan. Zoo ontstonden
nog weer duinen in de duinen.
Door de steeds terugkeerende regen
buien waren wij genoodzaakt onzen
tocht geregeld te onderbreken en dek
king te zoeken in een bunker.
De bunkers.
De eerste bunker, die wij bezichtig
den, was de electriciteitscentrale. Deze
voorzag het geheele dorp van electri-
sche verlichting en verwarming. Men
was dus niet afhankelijk van de ge
meentebedrijven. Deze centrale, en dit
geldt voor alles wat wij op onzen ver
deren tocht nog bezichtigd hebben, was
echter grondig, na de bevrijding, dooi
de burgers gesloopt, en alles wat maar
van eenige waarde leek. werd op die
strooptochten mee naar huis genomen.
Kijkers, die een groote waaide verte
genwoordigden, waren totaal waarde
loos geworden door het verwijderen en
stelen van één of twee lensen. Doordat
de centrale niet meer werkte, waren we
genoodzaakt steeds weer de verschil
lende bunkers uit te klauteren en ons
bovengrondsch naar den volgenden te
begeven.
De volgende pleisterplaats was een
badhuis, waarin een Turksch bad en
verscheidene douche-apparaten de be
zetters op gezette tijden de noodige ver-
frissching bezorgden. Ook voor de ont
spanning was gezorgd. Vele meters on
der den grond bevond zich in een bun
ker éen kegelbaan.
Iedere bunker is zoo ingericht, dat
elke gang apart onder vuur genomen
kan worden. Bij het binnendringen in
den bunker moet dus om elke gang af
zonderlijk worden gevochten. Bij het
bekijken van de bunkers kwam weer
een echt stukje Duitsche mentaliteit
aan het licht. De deuren nl. in de man
schapsbunkers worden van buiten uit
afgesloten: wie er dus in is, kan er niet
meer uit. Daardoor is het ook mogelijk
direct een officiersbunker van een man
schapsbunker te onderscheiden: in de
officiersbunkers zitten de grendels aan
den binnenkant der deuren.
De snelboothaven.
Na dezen tocht, die door de diverse
klimpartijen nogal wat tijd in beslag
had genomen, gingen wij in auto's naai
de snelboothaven, of beter gezegd: naai
de overblijfselen hiervan. Met genoegen
hebben wij de ravage bekeken, die een
voltreffer van 6000 pond uit een En-
gelsch vliegtuig geworpen eenige jaren
geleden in den bunker had aan
gericht. Deze 6000-ponder was dwars
door het betonnen dak van twee tot
drie meter dikte heen gegierd. Kapitein
Barendrecht vertelde ons, dat na den
bominslag de snelbooten links en rechts
op het dak der haven verspreid lagen.
In de haven lag nog een torpedo, die
uit een vliegtuig in den bunker was ge
mikt. doch toen helaas niet ontploft is.
Langerak.
Ons volgende en laatste bezoek betrof
de stelling „Langerak". In de auto's gin
gen wij, op weg daarheen, dwars door
het Duitsche krijgsgevangenkamp. Hier
zweefde nog slechts de verbleekte scha
duw van wat eens was het „Herren
volk". De „Langerak", die na de bevrij
ding in verregaanden staat van vervui
ling door onze manschappen werd aan
getroffen, is weer keurig in orde ge
bracht. Hier was de electriciteitscen
trale nog intact, zoodat wij tot diep in
de aaide konden doordringen. Ook hier
weer een compleet badhuis met diverse
Turksche baden.
Verschil van meening
tusschen Oost en West
Na acht weken harden en inspannenden
aroeid heeft het vluchtelingen-comité van
den socialen en economischen raad van de
organisatie der Vcreenigdc Naties zyn be
raadslagingen te Londen besloten. Het
comité had tot taak een onderzoek naar
het vluchtelingenvraagstuk in te stellen
en een internationale vluchtelingen-orga
nisatie voor te bereiden. Beslissingen daar
over zullen in September a.s. door de as
semblee van de U.N.O. worden genomen.
Deze langdurige conferentie is zeer
moeilijk geweest. Het probleem dat ge
schapen wordt door de aanwezigheid in
Europa van meer dan anderhalf millioen
van huis en haard verdreven menschen.
bleek buitengewoon gecompliceerd en ne
telig te zijn. Het accentueert de tragiek
welke de na-oorlogsche periode kenmerkt
en het vormde daardoor tevens een de
monstratie van de politieke stroefheid,
welke allerwegen moet worden overwon
nen. Dubbel tragisch is het. dat de op
vattingen van Oost- en West-Europa ook
op het punt van hulpverleening aan de
voormalige nazi-slachtoffers tegenover el
kaar staan. De Sovjet-Unie is bevreesd,
dat de oorlogsmisdadigers en andere on-
gewenschte elementen een veilig heen
komen zullen vinden en in de toekomst
blijvende haarden van onrust zullen vor
men. Zij eischen daarom methoden van
onderzoek, die door de overige Iandea
niet aanvaard worden, omdat deze vreezen
dat de gewetensvrijheid van de betrok
kenen in het gedrang zal raken.
Daarom hebben zij den eisch, dat ver
tegenwoordigers van de landen van oor
sprong onder vier oogen met de vluchte
lingen en gedeporteerden zullen praten,
afgewezen. Natuurlijk zijn de Westelijke
landen het met de Russen eens, dat oor
logsmisdadigers geen profijt van hulpver
leening mogen trekken. Zij willen het on
derzoek aan een staf van uiterst deskun
digen en voor dit werk geschoolden toe
vertrouwen. Maar zij stellen als een eisch
van de Westersche democratie dat op zoo
humaan mogelijke wijze hulp wordt ge
boden, ongeacht politiek, ras of religie-
Zij meenen. dat de houding van die per
sonen. die hun land van herkomst om
welke reden ook, onvriendschappelijk ge
zind zijn, zal veranderen, wanneer deze
menschen in het land van hun toekomstige
vestiging een normaal leven kunnen lei
den.
Op initiatief van Nederland werd vast
gelegd, dat geen uitzonderingsregeling zou
mogen worden gemaakt voor joodsche per
sonen van Duitsche en Oostenrijksche
origine. Deze zouden volgens de delegaties
van Engeland en de Libanon niet in aan
merking mogen komen voor hulp door de
nieuwe organisatie.
De tegenstanders van deze zienswijze
als Moemfoestulvers
Deensche onderzoekingen
Een groot gedeelte van onze land- en
tuinbouwgewassen wordt geteeld om de
vruchten of om de zaden. In vele geval
len is daartoe bevruchting noodig, d.w.z.
dat stuifmeel van een bepaalde soort op
den stempel van de bloem dient te worden
gebracht. Sommige bloemen kunnen zich
zelf bestuiven als gevolg van hun struc
tuur. Meestal moet het stuifmeel echter
door een transportmiddel den wind of
de insecten naar den stempel van de
bloemen worden vervoerd. Daar windbe-
stuiving evenwel tot de uitzonderingen
behoort, is men voornamelijk aangewezen
op de insecten.
Vooral onze fruitteelt heeft haar bestui-
vingsvraagstuk, waarbij vooral de vol
gende vragen een antwoord behoeven.
Welke insecten nemen aan het bloemen-
bezoek deel? Zijn er veel of zijn er wei
nig? Brengen die insecten ook bestuiving
teweeg? Wat is het effect van de bestui
ving door het betreffende insect voor de
vrucht- of zaadvorming?
In Denemarken heeft in de laatste jaren
een systematisch onderzoek plaatsgehad
naar de bestuiving van de roode klaver.
Lucerne en van fruit. De toestanden ko
men vrij sterk overeen met die in Neder
land, zoowel wat klimaat, den grond, als
de cultuurmethoden betreft. In Denemar
ken heeft men geconstateerd, dat in vijf
verschillende boomgaarden over een tijd
vak van drie jaren er van de 100 insecten,
die op het fruit vlogen, waren: 48 honing
bijen, 4 hommels. 25 wilde bijen. 12 zweef
vliegen en 10 andere vliegen. Hieruit
blijkt, dat het grootste gedeelte van de
bestuiving voor rekening van de bij komt.
Evenals in ons land kent men in Denemar
ken dus groote waarde toe aan de bij voor
de bestuiving van het fruit. Men mag ech
ter niet uit het oog verliezen, dat in De
nemarken de fruitteelt en de bijeenhou-
derïj veel regelmatiger over het land ver
deeld zijn dan in Nederland. Door opeen-
hoopingen van fruit in onze fruitcentra
is de bestuiving bij ons nog meer van de
honingbij afhankelijk dan in Denemarken.
Op grond van hun onderzoekingen ad-
viseeren de Denen dat een tot drie bijen
volken per H.A. fruit voldoende te achten
zijn, doch voor Nederland moeten wij deze
cijfers aan den lagen kant beschouwen.
Evenals hier is men er in Denemarken
echter van overtuigd, dat in den boom
gaard bestuiving niet de hoofdzaak is.
maar de bevruchting. En deze hangt ten
nauwste samen met den bloeitijd van de
soorten, die elkanders stuifmeel door mid
del van de bezoekende insecten moeten
ontvangen en met de wijze waarop deze
soorten over den boomgaard zijn verdeeld.
Opheffing rooiverbod
vroege aardappelen
Met ingang van 12 Juni wordt het rooi
verbod van vroege aardappelen, welke
zijn geteeld op een tuinbouwteeltvergun-
ning dan wel op een bijzondere vergun
ning. opgeheven.
De V.B.N.A zal deze aardappelen tegen
vastgestelde prijzen overnemen.
A.N.W.B.-Wegenwacht
De A.N.W.B.-wegenwacht zal binnen
kort ook op een aantal drukke wegen in
Noord-Brabant, Limburg, Gelderland,
Groningen en Friesland verschijnen.
Kort geding E.V.C.—Staat
Dinsdag 11 Juni om 10.30 uur wordt in
het Gerechtshof te 's-Gravenhage het kort
geding gehouden E.V.C. contra minister
Drees en den Staat der Nederlanden. De
advocaat van de E.V C. is mr. D. Barmes
uit Amsterdam.
en dat was de meerderheid der conferen
tie voerden aan, dat deze Duitsche en
Oostenrijksche Joden technisch weliswaar
in andere omstandigheden verkeerden dan
de uit hun land verdrévenen, doch dat
hun feitelijke toestand dezelfde is als die
der overigen. De Engelschen waren echter
van meening, dat deze categorie Joodsche
personen een belangrijke taak heeft te
vervullen bij den opbouw van het nieuwe
Duitschland. Zoo er al bepaalde personen
onder hen speciale hulp behoefden of zich
elders wilden vestigen, omdat zij niet
langer willen leven in het land, dat hun
bloedverwanten en vrienden afgeslacht
heeft, zou deze door andere hulporgani
saties dan de hier besprokene moeten
worden verleend.
In elk geval werd men het er over eens,
dat voor degenen, die niet te repatrieeren
zijn, een internationale organisatie ver
antwoordelijk zal zijn en dat deze organi
satie los zal staan van de U.N.O. Voor
standers van zulk een zelfstandig lichaam,
welks zetel waarschijnlijk te Parijs zat
worden gevestigd, waren de Vereenigde
Staten en de Sovjet-Unie, op grond van
het feit, dat niet-leden van de U.N.O ge
makkelijker tot het nieuwe apparaat zou
den kunnen toetreden.
Nederland behoort tot de weinige landen
die een concreet voorstel tot het opnemen
van vluchtelingen en overlevenden heb
ben gedaan. Men acht het mogelijk tien
dnizend personen naar Suriname over te
brengen. Hel groote probleem daarbij is
echter dc financiering, aangezien deze in
dollars zal moeten geschieden. Nederland
is niet in staat dit alleen voor zün reke
ning te nemen. Het is evenmin financieel
bij machte menschen in ons land zelf op
te nemen.
Wel bestaat bet plan om drie duizend
mijnwerkers uit het Poolsche leger in
Italië naar Limburg over te brengen. Deze
zullen door een speciale commissie wor
den geselecteerd.