Speeltuin" overwon de elementen Een einde aan den spellingswarwinkel 55 Jaar Spellingsstrijd De achtergrond van Walcherens droogmaking Celeerden tegen golven Hij, die het voorrecht geniet een blik te mogen werpen in de grooLe keuken" van het waterbouwkun dig laboratorium te Delft in die afdeeiing waar waterloopkundige proeven genomen worden waant men zich, bij het betreden van dit oord der wonderen in een ontzag gelijken speeltuin, waar gedeelten van „Holland-waterland" trouw zijn nagebootst met dijken en zeeën, rivieren, kanalen en plas sen. Van de eerste verrassing be komen, voelt hij de neiging te gaan spelevaren, een schop en een em mer te pakken, en „ook iets te doen", maar het ernstige- gezicht van een ingenieur, die met de groot ste voorzichtigheid in dezen speel tuin van zand en stroomend water, met ingewikkelde apparaten, zijn metingen doet en registreert, brengt den bezoeker piotteling' tot de werkelijkheid terug, en hij her innert zich dat deze speeltuin niets minder is dan een der grootste waterbouwkundige proeflaboratoria van de wereld, waar de Nederland- sche geleerden onderzoekingen doen, waarvan de resultaten tot ver over onze grenzen den Nederland- schen roem uitdragen. Het spreekt vanzelf, dat gedurende den oorlog de uitvoering van het werk programma van het laboratorium niet zoo heeft kunnen verloopen als de lei ding het zich had voorgesteld. „De re actie kwam plotseling met het einde van den oorlog", zoo vertelde Prof. ir. J. Th. Thijsse, directeur van het wa terloopkundig laboratorhun, aan. het NAP tijdens een bezoek aan het insti tuut. „Dadelijk na de bevrijding riep de Rijkswatei-staat onze medewerking in bij het dichten van de dijken van Walcheren en een groote bedrijvigheid maakte zich van het geheele personeel, van hoog tot laag, meester. Het gold hier raad te schaffen snel de midde len te vinden om een waardevol stukje van ons land te redden en het aan zijn gedupeerde bewoners terug te geven." En dat er hard gewerkt is, heeft de we reld kunnen zien aan de resultaten. Met welk een belangstelling heeft men in binnen- en buitenland de vorderingen bij het dichten der dijken niet gevolgd en hoe groot was allerwegen de vreug de. toen in record-tijd Nederland kon zeggen „Wij hebben Walcheren weer". „Niet minder dan negen modellen voor Walcheren moesten wij maken; aldus Prof. Thijsse. „Voortdurend kwam de actieve „Dienst Droogmaking Wal cheren" van den Rijkswaterstaat, die De Pers over de »eeringsverklariii"r Regc De Maasbode concludeert: „Al bij al lijkt dit program wel in staat om het gevoel van onzekerheid dat zich van enkelen meester maakte na het be kend worden van' de samenstelling dezer regeering voor een grooter vertrouwen in haar beleid te doen plaats maken. Al ware het slechts doordat het duidelijker dan de ministerlijst aantoont, dat de vorming de leiding van dit kabinet imsten in de hand van een mar., die weet wat hij wil en die doorzet wat hij weet. Het vertrouwen, dat wij aanstonds na haar optreden in deze regeering uitspra ken, vindt in de verklaring van den mi nister-president voor de Kamer slechts bevestiging." Het A 1 g. Handelsblad schrijft: „De zinsnede over een tijdelijk bestuurs orgaan in Indië zal wel beteekenen, dat er juistheid schuilt in de geruchten over een college van commissarissen-generaal, dat naar Indië zou worden uitgestuurd met bijzondere volmachten en in welk band de namen van prof Schermerhorn en prof. Logemann zijn genoemd, die in het kabinet zelf hun plaats moesten rui men. Wij zullen de nadere voorstellen, die dan ook de positie van dr. Van Mook zul len bepalen, afwachten. Maar zeker is wel, dat op het punt van het Indisch beleid de gevoelens in den lande, in dr. Beels eigen partij, het eerst en misschien ook het meest verdeeld zullen zijn." „Resumeerende zouden wij van het re- geeringsprogram als wij Indië uitzon deren dit willen zeggen: nieuwe bezems in den mast, uitkijk naar alle windstreken, maar hoe zal er concreet gevaren wor den?" Het Parool: „Leg de Program-rede, waarmede Scher merhorn verleden jaar voor ons volk ver scheen, naast de r eg eerings verklaring, waarmede dr. Beel thans de Kamer tege moet treedt, en vraagt u af welk van die beide stukken vernieuwend en bezielend klinkt. Het antwoord moet zijn: het eerste! Ons samenvattend oordeel is: een docu ment, waarmede men vele kanten u!t kan, dat ten aanzien van Indonesië al even wei nig houvast geeft als ten aanzien van de plan-economie en welks werkelijke betee- kenis bepaald wordt door de feitelijke po litiek van hen, die met de uitvoering cr van zijn belast. voor de moeilijke taak was gesteld, de vier bressen iri de dijken in den kortst mogelijken tijd te stoppen, voor nieuwe problemen te staan, waarbij telkens waarnemingen in modellen van het grootste gewicht waren. In de modellen konden de gevolgen worden nagegaan van eiken stap, die men zich voorstelde te doen op den weg naar de volledige dichting. Het sterke getij, dat om het eiland heerscht, veroorzaakte felle strooming door de gaten in den dijk ring: bij hoog water naar binnen en bij laag water terug naar zee. Dat stroo- mende water tastte den bodem aan, die steeds dieper wegschuurde. Naarmate men de gaten verkleinde, werd de stroom en daarmede de uitschuring steeds sterker. De modellen gaven aan, waar de gevaarlijkste ontgronding was te verwachten, zoodat de bodem daar tijdig kon worden beschermd door rijs- werken. „Het was vaak jachten, maar wij slaagden er in, de werkelijkheid steeds tenminste enkele dagen voor te blijven." Behalve de vijf modellen voor de ga ten afzonderlijk (van Veere waren er twee, waarin spoedshalve tegelijkertijd werd gewerkt), was er nog een maquet te van het eiland ten Westen van het kanaal, op den schaal 1500. Hierin waren de drie belangrijke gaten aan gebracht, nl. die van Veere, West- kapelle en Vlissingen. Wij moesten aan de hand van deze maquette de gedra gingen der gaten onder elkanders in vloed vaststellen en aan de hand hier van adviseeren over de volgorde van dichting. Weer een ander model had betrek king op de bescherming tegen golfslag van den in 1945 gemaakten hulpdijk bij Westkapelle. Bij het begin van het stormseizoen was die dijk nog maar heel magertjes en daarom moesten de uit de Noordzee^ komende golven wor den gebroken vóór zij tot den aanval konden overgaan. Eén van de middelen daarvoor was het neerzetten van golf brekers voor de invasiehavens en de plaats van de vier betonnen monsters, die de Westkapelsche kust tijdelijk ont sieren, is in het Delftsche laboratorium vastgesteld. Overal elders zouden ze een minder gunstige uitwerking hebben gehad. De prestaties van het laboratorium hebben mede geholpen den naam van Nederland ook in het buitenland hoog te houden, prestaties, waarvan de resul taten in zoo belangrijke mate hebben bijgedragen tot het snelle dichten van de Walcherensche gaten. In geen geval De Vries en Te Winkel J>o XederlaiicLschc delegatie van de N'ederlaiidscli-Belgisclio spelliiigsconunlssie heeft een toelichting gegeven bij haar advies over de concept-redact ie van de vast te stellen spel- en taalregels, waaruit hei wetsontwerp is ontstaan, dat de minister van Onderwijs. K. en W. dezer dagen bij de Tweede Kamer heeft ingediend. Zooals wij reeds in ons blad van gisteren mededeelden, beoogt het ontwerp tevens oen regeling, die voor Xedcrlaud en het Xederlandscli sprekende deel van België gelijk is. VOORDEELEN VAN VEREENVOUDIGING. Men is uitgegaan van het standpunt, dat aan den chaotischen toestand, waar in de schrijfwijze van het Nederlandsch verkeert, een einde gemaakt moet wor den. De weg terug naar De Vries en Te Winkel is niet meer mogelijk, omdat reeds minstens 12 jaargangen van de schoolgaande jeugd en bovendien vele ouderen, waaronder dichters, roman schrijvers, journalisten e.d. reeds vol komen met de Noordnederlandsche schoolspelling vertrouwd zijn geraakt. De Belgische delegatie heeft zich ermee eens verklaard, dat deze laatste spelling als uitgangspunt genomen diende te worden en ging tevens accoord met de hieronder toegelichte voor stellen. Deze wijken essentieel niet af van de door prof. dr. A. Kluyver, voor zitter van de in 1916 en '17 optredende staatscommissie voor de vereenvoudi ging der spelregels, waren opgesteld. Men zou den bespaarden tijd voor het leeren van de schrijfwijze van onze taal kunnen gebruiken bijv. voor wer kelijk vormend taalonderwijs. Dat een verandering in de spelling der woorden de taal zou raken, Kan slechts worden beweerd door iemand, die zou willen volhouden, dat de muziek invloed zou ondervinden van een verandering in het notenschrift. Een economisch voor deel zou zijn de ruim IV2 papier besparing, die men in dezen tijd zeker niet versmaden mag. Waar ten aanzien van de afzon derlijke regels de opvattingen ver deeld waren, heeft de commissie zich ingespannen, formules te zoeken, die zoowel aan de wen- schen van radicale als van con servatieve hervormers tegemoet komen. HELDERE „EE" IN OPEN LETTERGREEP Deze klinker zal in het algemeen door een enkele e voorgesteld worden. Het bezwaar, dat vele woorden onjuiste uitspraak door den lezer in de hand zouden werken, bestond ook reeds bij De Vries en Te Winkel (beteren, beken, regent, bolletje e.d.), doch is niet zeer gegrond, omdat men bijna altijd uit het zinsverband direct de goede uitspraak der ti lieert. Ook -eelen, -eezen en -eesche werd niet door de commissie overgenomen. Deze worden dus -elen, -ezen en -ese. Is men zich nochtans bewust van moeilijkheden voor den lezer; dan dient men zich evenzeer bewust te zijn van de voordeelen voor den schrijver, die toch altijd verreweg de moeilijkste taak heeft. Deze regel kon niet gelden voor een heldere ee op het eind van een woord, aangezien men hier anders een vluch tige e zou lezen (mee-me, zee-ze e.d.) Ook in samenstellingen en afleidingen van deze woorden dient de ee gehand haafd te worden, evenals in samen stellingen, waarvan het eerste op een heldere ee eindigende lid niet meer bestaat of nooit heeft bestaan (eega, deemoed). DE O-REGBL IS GEMAK KELIJKER. De heldere 00 in open lettergrepen wordt altijd o, behalve voor een ch, waardoor de uitspraak 6 (als in bos) zou worden: Dus: lopen, roken, Almelo, oï ho! goochem en loochenen. Woorden als strootje, vlootje e.d.. die in open lettergreep enkele o zouden moeten hebben, behouden ter wille van de uitspraak, dubbele 00 (verg. pa- In 1891 publiceerde dr. R. A. Kolle- wijn zijn eerste brochure tegen de toen nog jonge, doch reeds- dadelijk om zijn onpractische veranderingen sterk gecritiseerde spelling De Vries en Te Winkel. Nog geen twee jaar later werd de Vereniging tot Vereen voudiging van onze Spelling en Ver buiging te Amsterdam opgericht. Toen langzamerhand de vereenvou digde schoolspelling burgerrecht be gon te krijgen enkele jaren gele den dus liep het ledental terug De „Vereniging", thans nog slechts „heetende" tot Vereenvoudiging van onze Spelling" zal nu wel opgeheven kunnen worden, tenzij men het plan heeft nog eens 55 jaar te gaan strij den, thans tegen de spelling-1946, „die toch zo bizonder moeilijk is". parapluutje). Bij afbreken deze woorden dus stro-tje, DE SCH DIE ALS S KLINKT. In de gevallen, zooals bij bijvoeglijke naamwoorden, waarin de ch na de s geen enkele klankwaarde bezit, wordt ook slechts s geschreven. Uitzondering: de uitgang -isch blijft zijn oude schrijfwijze behouden. Het verbuigen van een, geen, zijn, haar e.d. raakt langzamerhand in on bruik en wordt practiich alleen nog maar gebruikt in staande uitdrukkingen als Hare Majesteit. De commissie laat den schrijver vrij in de verbuiging van deze woorden. NAAMVALS-N NAAR KEUZE. Men heeft gemeend het toepassen van de „naamvals"-n facultatief te moeten stellen: l'n de Noordnederlandsche beschaafde taal is de n-looze vorm geheel ingebur gerd; in het Zuiden wordt de n, waar zij voorkomt, bovendien gelijkelijk ge bruikt als onderwerps- en voorwerps vorm (ik slacht den os, den os wordt geslacht), zoodat zij dus geen naam- vals-n meer is. Dit zou men als een „tot tweede natuur worden van een cultuur product" kunnen beschouwen. Het historisch gevormde kan echter ook historisch vervormen (verg. het in de 17e eeuw ingevoerde zijne, mijne waar van de e toch ook weer verdwijnt.) De stijl, de „finesse van uitdrukking", behoeft in het geheel niet beter te wor den door het veelvuldig gebruiken van de n. Er zijn bijv. weinig talen, waarin men op zoo kernachtige wijze iets met zijn woordkeuze tot uitdrukking kan brengen als het Engelsch, waarin men geen naamvals-uitgang kent. Ook het handhaven van de naam- vals-n voor woorden, die dieren of menschen van het mannelijk ge slacht aanduiden, acht de commis sie overbodig. Dat grammaticaal geslacht iets met natuurlijk geslacht te maken zou hebben, zal men stel lig ontkennen, indien men er slechts aan denkt dat meisje onzijdig en excellentie en schildwacht en Solitie vrouwelijk zijn. [et al of niet gebruiken van de naam- vals-n zal niet tot de door sommigen gevreesde anarchie leiden. De taal eenheid zal niet worden verbroken, doordat er geen strijd ontstaat, doch een uitsterven van de gewoonte ora de naamvals-n te gebruiken en een sterk aangroeien van degenen die geleerd hebben, het zonder die n te stellen. Slechts in enkele vaste uitdrukkingen, zooals op den duur, in den beginne, moet de n gehandhaafd blijven. OVERGANGSBEPALINGEN, Ter zake van de aardrijkskundige namen wordt geadviseerd een daartoe meer competente commissie samen te stellen. Voorloopig is slechts bepaald, dat geografische namen buiten Neder land en België, waarvoor het Neder landsch eigen vormen heeft, de vereen voudigde spelling volgen, dus: Wenen, de Parijse mode. Adjectieven van Nederlandsche aard rijkskundige namen worden eveneens vereenvoudigd. Sneker zeilweek, Schiermonnikoger, Utrechtse theerand jes, doch Bossche koek (van Den Bosch). Men zegt echter Utrechtsche Vecht, aangezien dit een oude bena ming is en dus niet aan vereenvoudi ging onderworpen. Zelfstandige naamwoorden, waarmee voornaamwoordelijk hij en zijn corres- pondeeren (zoowel in België als Neder land), terwijl de begeleidende woorden facultatief de naamvals-n aannemen zullen in de woordenlijst worden aan geduid als ml. m. n. Die, waarmee in beide landen zij en haar correspondeeren, terwijl de be geleidende woorden geen n kunnen aannemen, worden als vr. aangeduid. Enkele groepen van zelfst. naam woorden met dubbel geslacht (woor den, die vtxordien vrouwelijk waren; resp. in België nog zijn, doch waarmee in Nederland hij en zijn correspondee ren) worden aangeduid als vr. (n. n. m.) Onzijdige woorden staan geboekt met een o. Ten aanzien van de schrijfwijze van bastaardwoorden stelt de commissie zich een regeling voor in behoudenden zin, die niet op storende wijze afwijkt van wat men in geschriften gewend was te zien. Financieele verhouding Rijk—Gemeenten Wat B. eu W. van Haarlem daarover zeggen. Het tekort op de begrooting voor 1946 is natuurlijk in alle afdeelingen van den Haarlemschen gemeenteraad ter sprake gekomen. In hun antwoord op de gemaakte opmer kingen deelen B. en W. mede, dat men de quaestie van een betere financieele rege ling tusschen rijk en gemeente niet in een pennestreek tot een oplossing kan bren gen. Het zal nog geruimen tijd duren voor de commissie-Oud. die over dit vraagstuk rapport aan de regeering zal uitbrengen, met haar werk gereed zal zijn. Het zou, naar de meening van B. en W., al veel gewonnen zijn, indien het Rijk wilde beginnen met de liquidatie der oude tekorten in den gewonen dienst te erken nen, door althans een gedeelte daarvan voor zijn rekening te nemen, en de steun- verleening voor de loopende jaren zóó te regelen, dat geen nieuwe tekorten meer ontstaan. Indien daarbij tevens de ge dachte onder oogen kon worden gezien om een bepaalden norm aan te leggen voor de dekking van reeds geconsolideer de oude tekorten, zou ook hiermede een belangrijke stap op den weg naar finan cieele zelfstandigheid der gemeenten wor den gezet. B. en W. ontveinzen zich ook niet dat ook dan de noodige soberheid in de ge meentehuishouding moet worden betracht, mits men daarbij niet tot overdrijving vervalt, omdat dit ongetwijfeld tot schade zou strekken voor tal van cultureele en sociale voorzieningen. De tarieven voor gas, water en electriciteit. Ten aanzien van de tarieven der bedrij ven staan B. en W. op het standpunt, dat bestaande winsten niet kunnen en niet mogen worden prijsgegeven of vermin derd. In beginsel is het college tegenstan der van tariefsverhoogingen uitsluitend ten doel hebbende de inkomsten te ver meerderen. Niet dan noodgedwongen zul len zij dan ook tot verdere tariefsverhoo ging overgaan. Ook een verhooging van de belasting op tooneelvoorstellingen en andere vermake lijkheden zouden zij niet willen bepleiten. Openbaar kleuteronderwijs te Haarlem Uitbreiding. Het ligt in de bedoeling van B. en W. 7 8 lokalen in gemeentelijke schoolge bouwen voor het openbaar kleuteronder wijs te doen inrichten, om daardoor te kunnen voldoen aan de vele aanvragen, welke voor de plaatsing van kinderen af komstig uit verschillende stadsdeelen wor den gedaan. Uit een nog in te dienen voor stel zal den raad blijken, dat de lokalen zullen worden ingericht in de Anslijn- school. de Teylerschool, de P. H. van der Leyschool, de Lorentzschool, het scholen complex aan de Soendastraat en de Spaar- neschool. Zoowel deze maatregelen als verder strekkende plannen op het gebied der lokalenruimte hangen ten nauwste samen met de goedkeuring van hoog ere organen. B. en W. zijn bereid ter zijner tijd bij het ontwerpen van plannen voor den bouw van nieuwe lagere scholen de mogelijkheid en de wenschelijkheid van de vestiging van neven-scholen voor voor bereidend lager onderwijs onder het oog te zien.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1946 | | pagina 6