Laatste acte der Ambon-transporten"
Vrouwen vendel bezette
Haarlem's Wallen
Illegale immigratie
Gruwelijke folterpractijken
van Japanners berecht
In April 1943 werden in het krijgs
gevangenenkamp op de jaarmarkt te Soe
rabaja drie groepen krijgsgevangenen
samengesteld, die bestemd werden voer
het aanleggen van vliegvelden op de
Molukken en op Borneo. Tot de eerste
groep behoorden 1000 Britsche krijgs
gevangenen, in hoofdzaak personeel
van de luehtdoelartUlerie, waarvan de
oudste officier Major Gibson was. Ver
der maakten van deze groep nog de
Engelsche officier Major Massfort en
squadron-leader Laparelle deel uit:
deze groep zou te werk worden gesteld
te Liang op de Noordkust van Borneo.
De tweede groep bestond uit meer dan
1700 Britten, in hoofdzaak personeel
van de R.A.F, met de squadron-leaders
W. C. Pitts en Hopkins. Bij deze groep
waren tevens 354 Nederlandsche krijgs
gevangenen ingedeeld onder leiding van
kapitein A. W. v. d. Logt. Deze tweede
groep was bestemd voor Haroekoe
(oostelijk Ambon). Een derde groep
van ruim 1000 Nederlandsche krijgs
gevangenen zou te werk worden ge
steld op Amahei aan de zuidkust van
Ceram en stond onder leiding van rit
meester J. Erlcelens.
„HONDEN-ETEN".
Het transport vertrok op 22 April en
arriveerde den 29sten on Ambon, waar
de krijgsgevangenen, die tijdens de reis
zeer veel ontberingen hadden moeten
lijden, onmiddellijk zeer zware cor
veeën moesten verrichten. Zij werden
o.a. gedwongen zeeschepen te lossen.
Het was dan ook niet te verwonderen,
dat nadat de verschillende groepen hun
bestemmingen hadden bereikt, al spoe
dig dysenterie en berri-berri onder de
krijgsgevangenen uitbraken. De voe
ding was van den aanvang af zeer
slecht en de maaltijden bestonden in
hoofdzaak uit 's ochtends rijstsoep,
's middags en 's avonds rijst met een
soep van waterachtige vruchten en in
ferieure groenten uit zelf aangelegde
tuinen. De Japanners maakten regel
matig jacht op honden en zetten hiertoe
vallen uit. De gevangen honden wer
den aan de krijgsgevangenen gegeven
ter verwerking in de maaltijden.
In de kampen vonden grove mis
handelingen plaats, waarvoor de mo
tieven steeds gemakkelijk te vinden
waren, zooals echt of vermeend con
tact met de bevolkingkwesties in ver
band met eerbewijzen tegenover de
Jappen en doodgewone misverstanden
voortvloeiend uit taalmoeilijkheden.
Door het groot aantal zieken konden de
corveeën niet gedaan worden en als
gevolg hiervan werden b.v. op 10 Mei
in het kamp Hai-oekoe de acht compag
niescommandanten der krijgsgevange
nen bijeengeroepen en werd hen door
den Japanschen sergt. majoor Mori, in
aanwezigheid van den Japanschen
kampcommandant Koerashïma met
stokslagen de Japansche opvatting bij
gebracht. Nadien werd de ziektetoe
stand eenige dagen lang beoordeeld
door een wïllekeurigen Japanner. Deze
liep dan de barakken af en joeg hen.
die hij gezond genoeg oordeelde met
slagen naar het werk.
DOODENTOCHT.
Na 15 Mei nam het aantal sterfgeval
len snel toe en na het bezoek van eenige
Japansche artsen werd besloten de
patiënten te isoleeren en hen naar Java
terug te voeren. Het transport ge
schiedde met twee schepen. Van het
eene schip stierven van de 750 krijgs
gevangenen er onderweg 110, liet
andere schip met 250 menschen aan
boord kwam nooit op Java aan....
Hierna hadden nog eenige transporten
naar Java plaats waarbij, als gevolg
van de onmenschelijke en wreede be
handeling, die de Japanners de krijgs
gevangenen deden ondergaan, steeds
weer vele dooden te betreuren waren.
Aangenomen kan worden dat van de
2700 geallieerde krijgsgevangenen, die
in de periode van November 1943 tot
16 September 1944 van Ambon naar
Java werden teruggebracht niet min
der dan de helft tijdens het transport
op ellendige wijze om het leven kwam,
Is Albanië „zuiver"?
Griekenland
wil het uit de UNO weren
De veiligheidsraad heeft het ant
woord op het beroep van Albanië tot
toelating tot de Vereenïgde Volken uit-
gesteld, nadat Griekenland verzekerd
ad, dat tusschen beide landen nog de
„oorlogstoestand" bestond. In een in
scherpe bewoordingen gesteld, uit
twaalf bladzijden bestaand memoran
dum, somt Griekenland Albaansche da
den van „verraad en agressie" op. Ge
zegd wordt, dat Griekenlands positie
„uiterst moeilijk" zou worden, wanneer
Albanië zou worden toegelaten. De
commissie van den Veiligheidsraad
heeft thans een uit drie personen be
staande subcommissie samengesteld om
de Grieksche beschuldigingen te onder
zoeken. De subcommissie bestaat uit
vertegenwoordigers van Egypte, Austra
lië en Polen. De Russische en Poolsche
gedelegeerden hebben het beroep van
Albanië verdedigd en verzekerd, dat
Albanië aan de gestelde eischen vol
doet.
De laatste acte van dit drama speel
de zich dezer dagen te Singapore af
waar de geallieerde krijgsraad, waarin
ook Nederlandsch-Indië vertegenwoor
digd was, uitspraak deed in deze be
ruchte „Ambontransporten".
Luit. kol. Anami, die het geheele
plan voor de deportatie uitdacht, werd
ter dood veroordeeld. Dezelfde straf
hoorden tegen zich uitspreken kapitein
Shimada, die verantwoordelijk was
voor de voeding en de medische verzor
ging in de kampen, kapitein Ueda, de
commandant van Liang, kapitein Koe-
rashima, de commandant van Haroe
koe. De sergt. majoor „Bamboe" (alias
„slijm") en Fujimoto werden tot levens
lange gevangenisstraf veroordeeld.
Andere Japanners, die bij deze zaak
betrokken waren werden tot hooge ge
vangenisstraffen veroordeeld.
Gevolgen van een aarcïscliok
Naar gemeld wordt zijn twee steden
aan de Noordkust van de Dominicaan-
sche republiek in Zuid-Amerika ten
gevolge Vein de vloedgolf, die op den
aardschok van Zondag volgde, grooten-
deels verwoest. De dorpen Matanzas en
Julia Molina aan de baai van Escosesa.
schijnen door de vloedgolf geïnundeerd
te zijn. Het gebied vair den aardschok
strekte zich over een afstand van hon
derd mijl langs de kust uit en had land
inwaarts een diepte van 25 mijl. De
eerste kuststad, die getroffen werd. was
naar gemeld wordt, Puerto Plata, dat
zoowel van den aardschok, als de vloed
golf zwaar te lijden had, evenals Moca,
25 mijl landinwaarts tusschen de heu
vels gelegen. Alle verbindingen in het
geteisterde gebied zijn nog verbroken
en slechts broksgewijze komen berich
ten binnen, hoofdzakelijk mededee-
lingen van vluchtelingen, waarin o.a.
gezegd wordt dat te Moca twee perso
nen gedood zijn en tal van huizen en
gebouwen instortten, waaronder het
raadhuis en een kerk. Niettemin is de
paniek, die zich van de bevolking had
meester gemaakt, weeg verdwenen en
vordert men snel met het reddingswerk.
(United Press.)
Herinnering aan een Openluchtspel in 1904
In 1904 is in den Hertenkamp ter ge
legenheid van den verjaardag van de
Koningin ook een openluchtvoorstelling
gegeven, welke een beeld gaf van het
beleg van Haarlem. Aan de opvoering
werkte een groot aantal stadgenooten
mee, die aangesloten waren bij de ver-
eeniging „Voor Vaderland en Koning",
,De Bataaf", „Volksweerbaarheid",
„Bloemendaalsch Commando", „Oefe
ning Staalt Spieren", afd. Haarlem Chr.
Nat. Werkmansbond en een aantal par
ticulieren, in totaal driehonderd per
sonen.
Het tooneel stelde voor een gedeelte
van de wallen der stad, gelegen tusschen
de Sint Janspoort en de Kruispoort. Op
de wallen bewogen zich de verdedigers
van de stad Haarlem, staande onder het
bevel van Ripperda, die daar zijn troe
pen inspecteerde. Het Spaansche kamp
scheen door zijn belegeraars verlaten te
zijn en voorzichtig verkenden de ver
dedigers den omtrek. Bij een onderzoek
bleek, dat de Spanjaarden vertrokken
waren en de Haarlemmers voelden zich
weer vrij. Op bevel van Burgemeester
Van der Laan werden de poorten der
stad geopend en de uit- en toegang tot
de stad vrijgelaten. Men zag de Haar
lem sche burgers en hun vrouwen de
stad verlaten, om het Snaansche kamp
in oogenschouw te nemen.
Plotseling klonk van den wal een sig
naal en weldra was overal bekend, dat
de vijand weer in aantocht was. Een
man was met deze jobstijding uit
Spaarndam gekomen. Een algemeene
ontsteltenis maakte zich van de burgerij
meester, die wederom haastig de stad
introk. Ripperda hield een toespraak
tot zijn soldaten, die besloten de stad
voor den Prins te verdedigen.
Kort hierop naderden de Spaansche
soldaten en tegelijkertijd werden de
poorten der stad gesloten en de bruggen
opgehaald, terwijl de oranjevaan aan
den toren werd geheschen. Nadat de
Spanjaax-den hun kamp hadden betrok
ken, begon de beschieting van de stad
door musketiers en de artillei-ie. Van
de verwarring, waarin het pas aangeko
men leger verkeerde, maakten de Haar-
lemmers gebruik door een uitval rechts
te maken, om daardoor twee polsstok-
springers met postduiven door den
vijand heen te helpen. Een jongen poog
de heimelijk de veste te verlaten, om
berichten over te brengen, doch werd
gegrepen en ter dood veroordeeld. De
beulen, belast met deze ter dood
brenging werden evenwel door kogels
van de wallen gedood en het gelukte
den jongen om te vluchten en de stad
te bereiken.
Nadat de beschieting der stad eeni-
fen tijd geduurd had, werd in den wal
oor de Spaansche kanonnen een bres
geschoten, maar deze werd gestopt
door het vrouwenvendel onder aanvoe
ring van Kenau Hasselaar.
Vervolgens zag men een aantal sol
daten van den Prins van Oranje aan
rukken. met een proviand-zending voor
de stad. Er ontstond een hevig gevecht
tusschen deze nieuw aangekomenen
en de Spanjaarden. Ook de Haarlem -
sche troepen, die een uitval waagden,
namen aan dit gevecht deel. Het wou
wenvendel was eveneens de stad uit
begaan. om deel te nemen aan het tref
fen. Toen dit gevecht eenïgen tijd ge
duurd had, klonk er plots een signaal
van de wallen, want de pro wand-zen
ding had de stad bereikt en was veilig
binnen de wallen. De Haarlemmers, die
nu hun doel bereikt hadden, trokken
wederom de stad binnen.
De Spanjaarden, verstoord over dit
succes der Haarlemmers, besloten hun
hiervoor te straffen. De opperbevel
hebber Don Frederic hield een wapen
schouw over zijn troepen, waarna hij
bevel gaf, om een bestorming te wagen,
welke spoedig daarop volgde. De Haar
lemmers verdedigden zich dapper,
doch moesten op de wallen wijken
voor de overmacht. Toen het vrouwen
vendel ter hulpe kwam, werden de
aanvallers evenwel teruggedreven en
de aanval werd afgeslagen. Een deel
der Haarlemsche soldaten verliet hier
op de stad, om de Spanjaarden te ach
tervolgen. Het vrouwenvendel had de
wallen bezet, terwijl zijn aanvoerster, de
wakkere Kenau, de oranje-vaan omhoog
hield. Bij dit tableau klonk uit de wal
len het Wilhelmus, dat als een zegezang
door de lucht trilde.
Socialistische
Eenheidspartij
boekt overwinning in Saksen
De Duitsche socialistische eenhcidspar-
tyd die onlangs geboren is uit een com-
munistiseh-socialistische fusie heeft in de
arbeidsraadsverkiezingen in de door de
Russen bezette provincie Saksen,
overweldigende meerderheid behaald.
Linksche waarnemers in Berlijn zien in
dit resultaat een duidelijke aanwijzing
hoe de politieke wind zal waaien in de
gemeenteraadsverkiezingen die in Sep
tember in de geheele Russische zóne ge
houden zullen worden.
De verkiezingen die in 4.567 fabrieken
in Saksen gehouden werden hadden tol
resultaat dat voor de arbeidsraden 6.006
leden der socialistische eenheidspartij. 187
der christelijk democratische partij en 172
der liberaal democratische partij gekozen
werden. Er werden ook echter 4.930 „par-
tijloozen" gekozen in de ai-beidsraden.
Men gelooft dat het grootste deel hiervan
gevormd wordt door vroegere leden van
de thans ontbofiden sociaal-democratische
partij die zich tegen de fusie met de com
munisten gekant hadden.
R.K. Pastorie
van St. Jozef
bestaat 40 jaar
De Roomsch-Katholieke parochie, gewijd
aan St. Jozef, zal deze maand haar veertig
jarig bestaansfeest herdenken, waartoe een
herdenkingsprogramma is samengesteld.
Vóór een halve eeuw waren de R.K. in
woners van Velsen-Noord voor hun kerk
gang aangewezen op de parochiekerk aan
den Driehuizerkerkweg te Driehuis, doch
toen door vestiging van Van Gelder's Pa
pierfabrieken in die jaren steeds meer be
woners naar „Wijkeroog" kwamen, hoofd
zakelijk uit de Zaanstreek, en ook vele
Beverwijksche families zich metterwoon in
het toenmalige Wijkeroog vestigden, nam
het aantal R.K: gezinnen steeds toe, zoodat
de Bisschop van Haarlem in 1904 den tijd.
gekomen achtte om „Wijkeroog" in een
eigen parochie op te nemen. Aan kapelaan
Quant werd opgedragen de betreffende
R.K. gezinnen te bezoeken en hen de bis
schoppelijke plannen tot de stichting van
een eigen parochie voof te leggen. Deze
plannen vonden hun uitwerking in de be
noeming van kapelaan De Rooy uit Am
sterdam tot bouwpastoor van de nieuwe
parochie. Deze bleek wel een buitenge
wone activiteit aan den dag te leggen,
want de houten hulpkerk kon reeds op
6 Juli 1905 in dienst worden genomen. Tij
dens het pastoraat van dezen bouwpastoor
kwam de eerste helft van de huidige nieu
we kerk, tusschen Wijkerstraatweg en Ko
ningsweg, tot stand. Doch gelijktijdig daar
mede verrees een nieuw vereenigingsge-
bouw, beter bekend als de R.K. Volks
bond aan den Wijkerstraatweg, dat tijdens
,de bezetting werd afgebroken. Pastoor De
Rooy kreeg als opvolger pastoor F. Was
sen, welke tijdens zijn pastoraat het kerk
gebouw verfraaide. In 1915 naar Benne-
broek overgeplaatst, werd hij opgevolgd
door pastoor P. Wijtenburg, die gedurende
acht jaar aanbleef. In deze periode bracht
de nieuwe herder aan het kerkgebouw
veel tot stand. Hij werd op zijn beurt op
gevolgd door pastoor A. Homulle, die zorg
de voor den afbouw van de kerk in haar
huidigen vorm; op zijn initiatief werden
het uurwerk en de klokken in den toren
aangebracht alsmede nieuwe banken in de
kerk. Pastoor Homulle verliet Velsen-
Noord in 1929 door zijn benoeming tot de
ken van Leiden en werd opgevolgd door
pastoor J. Schoenmaker. Bij zijn 12'/2-jarig
pastoraat in Velsen-Noord (1941) bood de
parochie hem een huldeblijk aan in den
vorm van een nieuw altaar voorzetsel. Zijn
opvolger, pastoor H. M. M. Haring, heeft
de St. Jozefparochie slechts kort gediend,
daar hij reeds in 1944 kwam te overlijden.
Daar de parochianen door de evacuatie
eerst na de bevrijding konden terugkeerert
werd in Juni 1945 pastoor G. Vollaerts be
noemd, die thans de St. Jozefparochie be
stuurt.
De Velsen-Noordsche parochie zag zich
in deze 40 jaren verrijkt met vele nieuwe
gebouwen. Zoo ontstonden, behalve het
reeds genoemde vereenigingsgebouw en
het Jozefgezellenhuis, de R.K. Meisjes- en
Jongensscholen aan de Corverslaan, die
beide de bezetting hebben overleefd, ter
wijl „Huize Meerzicht" met haar prach-
tigen tuin eveneens tot de rijkdommen be
hoorde. Dit yiel echter in sloopershanden.
Ook de latere Clara Fey-kleuterschool
(het vroegere Bloemoord) verdween.
Het veertigjai-ig bestaansfeest wordt
Zondag 18 Augustus a.s. ingezet met een
plechtige kerkelijke herdenking, waarna
op 22 en 26 Augustus a.s. het parochiefeest
in gebouw ..Concordia" wordt voortgezet
met een herdenkingsrevue.
Een tweede hoogtepunt is ongetwijfeld
de opdracht van een H. Mis op 25 Augustus
door pater Aiph. Clazing van de Orde
Redemptoristen.
een van de moeilijkste kanten
van het Palestijnsehe probleem
D*
illegale immigratie in Palestina is
i van de moeilijkste en hardnek
kigste onderdeelen van het probleem, dat
het Britsche gouvernement in dit land
moet oplossen. Telkens probeeren sche
pen vol Joden de Britsche kustbewaking
te verschalken. Sommige dier schepen
zwerven geruimen tijd voor de kust heen
en weer en telkens komen berichten
hoofdzakelijk uit Italiaansche havens, dat
weer nieuwe vaartuigen vertrokken zijn,
waarvan men gelooft, dat zij zullen trach
ten Joodsche immigranten op de Palestijn
sehe kust aan wal te zetten.
Een speciale verslaggever van de
„Times" heeft een bezoek gebracht aan
enkele van dergelijke immigrantensche-
pen in de haven van Haifa. Op vier sche
pen waren 2000 menschen samengepakt
op schepen, die waarschijnlijk vroeger in
behoorlijke conditie verkeerd hebben,
maar die er nu alleronoogelijkst uit zien.
Geen vierkante meter van het dek was
onbezet. De meeste passagiers waren jon
gemannen en meisjes, die onder alle mo
gelijke oude kisten en flarden van zeilen
een schuilplaats hadden gezocht.
Sommigen van hen vertelden, dat zij
onder deze omstandigheden minstens
achttien dagen op zee hadden gezwalkt.
Bijna allien verklaarden in Italië scheep
te zijn gegaan. Ze wisten niet precies
waar. want ze waren in vrachtauto's naai
de een of andere duistere haven gebracht.
De meeste immigranten waren Joden uit
Roemenië, Hongarije of Polen enkelen
kwamen uit Rusland en sommigen spra
ken slechts Duitsch. Er waren artsen en
rechtsgeleerden onder hen en handarbei
ders. Vrijwel allen zeiden in concentra
tiekampen te hebben gezeten en na den
oorlog in West-Europa te hébben gezwor
ven. De meerderheid bleek de laatste
acht maanden in Italië te hebben ver
toefd. Erg mededeelzaam waren zij over
het algemeen niet en degenen, die wèl
wat zeiden werden door de anderen ge
waarschuwd op hun woorden te passen.
Een aantal van de pas aangekomenen
zag er ziek en ondervoed uit. Zij krijgen
van het gouvernement melk, brood en
eieren en van het Jewish Agency siga
retten.
De correspondent van de „Times" ver
baast zich er over. dat deze reizen niet in
scheepsrampen zijn ontaard. Een van de
schepen had niet meer dan een redding
boot aan boord en die was nog kennelijk
onzeewaardig. Er waren verschillende
vaar-orders aan boord. Enkele voor
Egypte, maar ook voor andere bestem
mingen. In de zeekaarten waren gaten
zoodat aan de hand daarvan niemand kon
hebben uitgemaakt waar de reis begon en
waar Hij eindigde. Tusschen de beman
ning en de landverhuizers was geen on
derscheid te zien en niemand scheen het
bevel te voeren, Wie aan boord kwam was
niet in staat uit te maken wie de kapi
tein was en wie dek-matroos. wie een
vastbesloten immigrant was en wie een
avonturier. Maar toen de correspondent
met enkele andere vertegenwoordigers
van de pers aan boord kwam klonk van
boot tot boot in het Erxgelsch: „Vrijheid,
vrijheid".