De school voor christelijk volksonderwijs
bestaat 35 jaar
V an Zeeland over: Europeesche verhoudingen
Herfsfystrand
Een sprookje
herleeft
Het is 16 October a.s. 35 jaar geleden,
dat de School voor Chr. Volksonderwijs
aan de Van Langeveldstraat in gebruik
werd genomen met drie leslokalen, welk
aantal door het toenemen van het aantal
leerlingen voortdurend uitbreiding heeft
ondergaan tot het huidige complex, be
staande nit acht leslokalen, een bestuurs
kamer cn een ruime gymnastiekzaal, be
nevens een aangebouwde onderwijzers-
woning.
21 April 190) werd de Schoolvereeniging
„Uw Koninkrijk kome" opgericht, in wel
ker bestuur zitting hadden de heeren ds.
G A. Klap, voorzitter; M. van Geelen,
secretaris; jhr. F. W. van Tuyll van Se-
rooskerken. L Broeze, L. W. Kuyper en
J. %Smit. welke laatste ook als secretaris
en nog later als voorzitter fungeerde. De
plannen tot het bouwen eener school be
stonden reeds in 1902 en aanvankelijk
dacht men deze onder te brengen in het
voormalige Gebouw voor Chr. Belangen
in Velsen-Zuid. De bezwaren van het pont-
veer echter weerhielden dit plan.
In 1903 volgde dr. A. J. de Sopper den
eersten voorzitter op en onder diens lei
ding kon door bemiddeling van mr. Del
Court van Krimpen in Maart 1906 een
perceel grond van diens eigendom aan de
Corverslaan worden overgenomen. Eerst
in 1911 op 25 April werd de bouw van de
school aanbesteed en reeds op 16 October
van datzelfde jaar was het door de voort
varendheid van de aannemersfirma P.
Heere en Zn. te IJmuiden onder architec
tuur van den heer P. H. van Niftrik te
Amsterdam mogelijk de school, bestaande
uit 3 leslokalen en een onderwijzerswo
ning. in gebruik te nemen. Juist vóór de
ingebruikneming ging de voorzittersfunc
tie. door vertrek van dr. De Sopper naar
Leiden, over aan ds. Ph. J. Eggink, op 10
October 1911.
Het toenmalig onderwijzend personeel
bestond uit den heer J. Deinum, hoofd der
school, mej. A. Liese en den heer C. Oder-
kerk. welke laatste nog steeds aan de
school is verbonden. Ze hadden toen 70
leerlingen. Met den bouw van nog twee
lokalen in 1914 kwam er ook nog een on
derwijzeres bij De gestadige toeneming
van het leerlirfgenaanial maakte verdere
uitbreiding noodzakelijk. 25 Mei 1921 werd
aanbesteed de bouw van drie leslokalen,
een bestuurskamer en een gymnastiekzaal
en kon het personeel worden uitgebreid
Het „wijnschandaal" in Frankrijk
De gerechtelijke autoriteiten te Parijs
hebben op het oogenblik het zoogenaamde
„wijnschandaal" in onderzoek, dat, naar
verluidt, aan zwarte handelaren in Algiers
milliarden francs winst heeft gebracht.
Geruchten, dat sommige leiders der Fran-
sche socialistische partij hij dit „schan
daal" betrokken zijn, nemen hand over
hand toe en men verwacht, dat de socia
listische ministers een verklaring zullen
eischen. die hen van alle blaam zuivert. De
socialistische ex-premier Félix Gouin heeft
tijdens een interview met het onafhanke
lijke linksche blad „Combat" een fel pro
test doen hooren tegen het gebruik van
zijn naam in .verband met het „wijn-
schandaal". De omvang van het bedrog
wordt volgens Gouin met opzet overdre
ven in een haatcampagne, die er op gericht
is eerzame menschen te compromitteeren
en het land te demoraliseeren. Gouin. die
thar.s minister van staat in de coalitie-
regeering is, deed een aanval op Yves
Farce, minister van voedselvoorziening,
wegens zijn behandeling van deze affaire.
Farge antwoordde vinnig: „Félix Gouin
beweert, dat de wijnaffaire overdreven
wordt Wat weet hij ervan? Evenals ik
moet Gouin het recht zijn loop laten."
..Ik zal voortgaan met het reinigen van
alle Augiasstallen". Het ziet er naar uit,
dat het wijnschandaal bij de komende ver
kiezingscampagne een fel geschil tusschen
de partijen wordt.
Het Fransche persbureau AFP meldt
nader, dat volgens ..France Soir" twee
Nederlandsche schepen bij deze kwestie
zijn betrokken.
tot twee onderwijzeressen en vier onder
wijzers. De heer J. Smit volgde nadien in
September 1923 ds. Eggink. welken het
eere-lidmaatsehap werd toegewezen, als
voorzitter op. Nog waren alle plannen niet
uitgevoerd, hoewel de school aan de Van
Langeveldstraat geen uitbreiding meer
onderging. De stichting van een kleuter
school was gewenscht. en hiertoe kocht
men 4 Augustus 1930 een stuk grond aan
in de Banjaertstraat. Deze ruime school,
thans in gebruik als openbare school no. 7,
werd- 25 Augustus 1932 opengesteld en
heeft sedertdien onder leiding van mej.
A. Martkerink een grooten bloei gekend.
Thans zijn de kleuterklassen in de „groote"
school ondergebracht.
De school heeft nu in den heer W B.
Kleywegt haar vierden hoofdonderwijzer,
die den heer J. V/edzinga 1 Maart 1946
wegens zijn vertrek naar Amsterdam op
volgde. De heer A. Verhoef was van 1
Februari 1932 tot 16 October 1939 de op
volger van den heer J. Deinum. die zijn
ruim 20-jarigen „diensttijd" zag beloond
met pensioen, waarvan hij nog steeds ge
niet.
Het huidige schoolbestuur bestaat uit de
heeren: Chr. G. Holling, voorzitter; A.
Geerlofs, secretaris; Joh. Guttelïng, pen
ningmeester; B. Reïtsma, J. Panis, A Koe
ne en J Kraayeveld, commissarissen.
De groote activiteit van het schoolbe
stuur in de afgeloopen 35 jaren, welke
heeft bijgedragen tot de stichting en uit
breiding van twee schoolinrichtingen, die
bewezen hebben een groote plaats in de
onderwijswereld in te nemen, wettigt on
getwijfeld de feestelijke herdenking, die
Woensdag 16 October in het gymnastiek
lokaal der school zal plaats vinden en
waarbij alle leerlingen, oud-leerlingen en
hun ouders tevens worden verwacht.
Nieuws uit het buitenland
Als gevolg van een petitie van honderd
Engelsehe Lagerhuisleden zijn 243 Britsche
parachutisten, die wegens muiterij op Malaka
tot twee jaar dwangarbeid veroordeeld wer
den, vrijgelaten. Hierbij werd opgemerkt, dat
het vonnis ten volle gerechtvaardigd was,
De Zweedsche regeering heeft bij monde
van haar eersten minister Unden ontslag
aangeboden. De sociaal democraat Erlander
is door den koning beiast met de vorming
van een nieuw ministerie.
Tsjang-Kaï-Tsjek is volgens berichten
van AFP herkozen als president van de Chï-
neesehe republiek.
Voor het eerst sedert generaties zijn de
Parijsche bordeelen gesloten en wel op grond
van een wet, welke op 13 April j.l. door de
nationale vergadering is aangenomen. In
breuken op deze wet zijn den eersten dag
niet geconstateerd. Sedert ze van kracht
werd, zijn meer dan 170 der betrokken gele
genheden gesloten.
„Popski" en zijn privé-leger
Een guerilla-generaal
met bijzondere verdiensten
Naar de „News Chronicle" van zijn
buitenlandsche correspondenten ver
neemt is luitenant-kolonel Wladimar
Peniakof, beter bekend als „Popski", op
het oogenblik op weg naar Engeland om
gedemobiliseerd te worden. Popski is de
eenige man, die voor Engeland de lei
ding had over een particulier leger.
„Popski's private army" (PPA), oor
spronkelijk een bijnaam, later de of-
ficieele benaming, werd in alle stilte ge
vormd. Zelfs de hoogste officieren wis
ten niet af van het bestaan van dit par
ticulier leger, totdat Lawson, de Engel
sche minister van oorlog, Popski en drie
zijner officieren aan het begin van dit
jaar met het militaire kruis begiftigde
er ook andere onderscheidingen toe
kende.
Popski werd in 1897 te Hoei in België
geboren. Zijn vader, een Rus, was in het
bezit van het Peniakof-patent 'voor de
vervaardiging van aluminium. Tijdens
den eersten wereldoorlog diende Popski
in het Fransche leger, van 1924 tot aan
het begin van den tweeden wereldoor
log had hij de leiding over een suiker
fabriek in Alexandrië. In 1942 nam hij
dienst in het Britsche leger in Egypte,
waar hij als lid van de zoogenaamde
„woestijngroep" tot aan Rommel's de
finitieve nederlaag met zijn kornuiten
de woestijn voor den vijand onveilig
maakte. Na gedurende vijf maanden
van de rest van de groep afgesneden te
zijn, kwam hij na eenige omzwervingen
te Cairo, waar met goedkeuring van
den opperbevelhebber een onafhanke
lijke eenheid onder bevel van Popski
werd opgericht. De schertsenderw'is
voorgestelde naam Popski's Private Ar
my werd aangenomen. Na schitterende
krijgsverrichtingen in Noord-Afrika be
wees de door den vroegeren suikerfabri
kant aangevoerde eenheid o.a. uitste
kende diensten aan Montgomery bij de
landing in Tarente (September 1943).
Popski spi-eekt zes talen. Hij en zijn
mannen hebben het geheimzinnig aure
ool van den rooden Pimpernel, de taai
heid van het vreemdelingenlegioen en
de stoutmoedigheid van de stoottroepen.
Popski was de eerste, die jeeps van ma
chinegeweren voorzag. Hij werkte
steeds achter de vijandelijke linies en
beroemt zich er op zijn benzinereser
voirs altijd aan Düitsche benzinepom
pen te hebben gevuld. Tijdens onge
veer drie dienstjaren had hij slechts
de volgende verliezen te boeken: 10
dooden, 16 gewonden, 1 krijgsgevange
ne, die later weer vrij kwam, en....
zijn rechterarm, die hij tijdens een ge
vecht te Ravenna verloor.
Oud-minister ^Paul van Zeeland hield
te Brussel een causerie getiteld „Zijn
wij op weg om den vrede te vernieti
gen?", waarin hii een interessant as
pect van den Europeesohen toestand
belichtte.
Spreker onderzocht eerst de goede
zijde van den huidigen toestand waar
onder hii o.a. rangschikt het verdwij
nen van de Duitsche macht, de ver
sterking der democratische mogendhe
den, het verlaten van de isolationisti
sche politiek in Amerika en de oprich
ting van internationale organisaties die
op den steun van de Vereenigde Staten
en Rusland kunnen rekenen. - Verder
over sommige onlangs gesloten interna
tionale overeenkomsten, nl. de leening
door de" Vereenigde Staten aan Frank
rijk toegestaan, de snelheid waarmede
in de Vereenigde State*i de reconversie
doorgevoerd werd en de economische
conventie tusschen België, Luxemburg
en Nederland.
Oud-minister van Zeeland verwerpt
het denkbeeld van een eventueel ge
wapend conflict. Wel erkent hij de ge
heimzinnigheid waarin Rusland zich ge
huld heeft, doch hii is er persoonlijk
van overtuigd, dat Rusland den oorlog
niet wenscht. net zoo min als de Wes-
tersche mogendheden. Toch bestaan er
nog wrijvingspunten, zooals Triëst, de
Dardanellen en Macedonië die niet uit
het oog verlóren mogen worden. „Wij
moeten het. gevaar onder oogen durven
zien", zoo gaat de heer van Zeeland
verder
Wat den huidigen economischen toe
stand betreft, ziet hij hierin een mo
gelijk element van verwarring, daar
liet sociale en politieke evenwicht be-
heerscht wordt door het economisch
evenwicht.
De huidige wereld is een en ondanks
de twee politieke en economische op
vattingen die tegen elkaar gesteld
schijnen, nl. het communisme en de
Westersche beschaving zouden deze
beide opvattingen gemakkelijk tot een
„modus vivendi" kunnen komen.
Op economisch gebied ziet de heer
van Zeeland in de stijging van de pro
ductie ten bate der massa, het middel
om den werkeliiken rijkdom in het le
ven te roepen.
Spreker deed tenslotte uitkomen dat
de groote internationale organisaties
gesteund dienen te worden. Ook moeten
regionale accoorden worden gesloten
naar het voorbeeld van de Pan-Ameri-
kaansche Unie, het eenige middel om uit
de huidige moeilijkheden te geraken. 1
Als een moe dier ligt de zee onder een
diep-blauwen najaarshemel en behalve
mijn gestalte zijn er slechts de meeuwen
en de sternen, die langs de vloedlijn naar
voedsel zoeken. Ook ik zoek, eveneens
naar voedsel, maar het is niet voor het
lichaam bestemd. De drukte van het roe
zig leven ontvlucht. ben ik naar mijn
vriendin, de zee gegaan en ik heb haar
verteld van mijn zorgen en moeiten. Zij
ruischt mij troost toe. terwijl haar golven
omkrullen en uitloopen in sidderend
schuim.
Zij 'leert mij, dat na de onrust van een
storm de goede vrede weerkeert en ik
heb deze les ter harte genomen. Een zil
veren meeuw scheert door het zonnelicht
en schreeuwt mij toe, dat hier de ruimte
is van strand en horizon, van zwijgende
duinen en gezapig water-lied.
In de streep late zon, die van ver is
komen aanglijden, ligt een zee-ster. onver
stoorbaar maar even levend, als de kwal,
die in een slijmerige roerloosheid is samen
getrokken om te rusten van het wiegen in
den schoot der wateren.
De wind strijkt langs de duinen en lief
koost de helm, een eenzame strandpaal
vertelt van de jaren, die hier reeds zijn:
verstreken, zonder meer lïtteekens te
schrijven dan de kerven in haar bruine
hout. En verderop rust een scheepswrak
als een log monstergeraamte, met de rib
ben diep in het zand gewoeld en vaag een
nummer op den boeg geschreven
Voor mijn voeten, die verder zoeken
langs de grillige scheiding tusschen land
en water, wiekt een sierlijke vogel om
hoog en zijn geluid is rauw, omdat dit ver
geten land alleen maar een rauw geluid
verstaat. Knerpend breken de schelpen
onder mijn schoenen; een scheermes en
een boormossel. verderop ligt een edel
gewelfde kinkhoorn en ik loop maar en
loop. van de eene schoonheid in de andere
en rond mij is de stilte van het herfst-
strand. Twee maanden geleden leefde hier
het onstuimig gewoel van Zandvoorts bad
gasten en nu zijn de kuilen, die kinder
handen groeven, dichtgewaaid, zooals alle
menschenwerk op deze maagdelijke ter
reinen in het zand verstikt wordt Twee
maanden geleden verkocht hier een ijs
man zijn lekkernijen, thans staat er nog
een eenzame loods, de luiken met ver
roeste spijkers dichtgeslagen. Het geluid
van hamerslagen is allang verstorven en
daarvoor in de plaats zijn mijn ijle voet
stappen en het krijschen van een meeuw
gekomen. Met een hart vol rust en een
lichaam, moe van de wandeling ben ik
naar een bureau teruggeloopen. om te
zitten achter een schrijfmachine. Maar het
lied van de zee klinkt voort en de zilte
geur van het strand hangt nog in mijn
haren. J. F.
Scheepsbrand in volle zee
Het Zweedsche schip Krïstïna Thorden,
geladen met houtpulp en chemicaliën, is
op den Atlantischen Oceaan in brand ge
raakt Volgens radioberichten zijn het
Noorsche mailschip Stavangerfjord, op
weg van Montreal naar Oslo en het
Zweedsche schip Uddenholm te hulp ge
sneld. Ook het zusterschip van de Kristina
Thorden, de Selma Thorden, is in de buurt
en zal de Kristina, indien noodzakelijk
naar een haven sleepen. Vijf van de twaalf
passagiers van het brandende schip zijn.
aan verwondingen overleden, meldt Un.
Press.
Botsing in de lucht
Een vliegend fort van de Amerikaan-
sche luchtmacht kwam Vrijdagavond in
botsing met een Skymaster van de bur-
ferlucntvaart, waarin zich 27 personen
evonden Het eerste toestel ontplofte
1.. de lucht en de vïïf inzittenden kwa
men om het leven. De Skymaster stortte
naar beneden en vloog in brand, doch
wonder boven wonder zagen de inzit
tenden kans. door een noodluik uit het
wrak te ontsnappen, zoodat zij het er
allen levend af brachten.
Het ligt in de bedoeling een reünie te
houden van diegenen, die gedurende de pe
riode 1940—1944 bij het eskadron pantserwa
gens of bij de verkennersafdeeling van de
brigade „Prinses Irene" gediend hebben. Zij
worden verzocht naam en adres op te geven
bij den majoor jhr. J. J. G. Beeiaerts van
Bloklandt, Pantserschool Amersfoort.
FEUILLETON
Anne als Asschepoes
van MARIA SAWERSKY
52)
Ik begin werkelijk langzamerhand
naar m'n bed te verlangen, maar ik wil
gerust nog wat op blijven en op je wach
ten. Senta.
Onschuldig schaap. Je hebt er geen
idee van hoe lang de robbers bij de gra
vin plegen te duren. Slaap wel en wacht
maar niet op mij.
Anne zei allen goeden nacht en nadat
ook zij vertrokken was, konden de kaarten
dan eindelijk worden geschud. Het bleek,
dat Senta Bratt niet te veel had gezegd.
De gravin bood zoo hoog, dat zij voort
durend down ging en het was dan ook
reeds ver na middernacht, toen de eer
ste robber kon worden beëindigd. De
gravin becijferde het resultaat op een
bloc nota.
Daar heb ik toch zoowaar bijna zes
kronen verloren, klaagde ze. En honger
heb ik als een beer. Ernst, geef die schaal
eens even aan. Bit, die zalm is heelemaal
verdroogd. Notaris, een glas wijn alstu
blieft!
Die is tenminste; niet droog, lachte
Hamsen, zijn glas tegen het licht houdend.
Kostelijke, oude bourgonje: die alleen
maakt het al tot een bijzonder voorrecht
zich tot uw kennissen te mogen rekenen.
Als dat een compliment moet be-
teekenen beste vriend, kan ik niet zeggen,
dat het bijster gelukkig gekozen is.
U bent een veel te verstandige vrouw
om eenige waarde te hechten aan compli
menten.
Dat klinkt al wat beter. Maar ver
standig of niet, iedere vrouw hoort nu
eenmaal graag iets aardigs van zichzelf.
Dan zult u van don ouden Grottkau
nog plezier kunnen beleven. Die is van
nature een charmeur, schertste Hamsen.
Werkelijk? Afgaande op .Tens' be
schrijvingen, heb ik hem me veel meer als
een ouden bon vivant voorgesteld.
Dat veelomvattende woord past niet
op hem. Hij is opgewekt, levenslus lig van
aard en maakt het zwakke geslacht graag
een complimentje. Een origineel type. dat
zult u eens zien!
En w-ie is de andere cliënt, dien u
verwacht, 'notaris?
Jonkheer Remus Falke behoort tot
de cavaliers van de oude school, op en
top aristocraat en zeer kunstzinnig Jam
mer, dat hij zich opsluit in dien Falks-
bureht, maar ongelukkige familieomstan
digheden hebben veel van zijn krachten
gevergd. Het verwondert me werkelijk,
dat hij besloten heeft een bezoek aan de
hoofdstad te brengen. Zoover ik weet, is
dat sinds mensehenheugenis niet meer
gebeurd.
Senta Bratt had bij het hooren van
den. naam Falke plotseling geïnteresseerd
opgekeken. Ze vocht tegen den slaap,
maar die was nu eensklaps verdwenen.
Jonkheer Falke? Die naam komt me
bekend voor, zei ze.
Best mogelijk, antwoordde de notaris.
De Falkes zijn van een bekend adellijk ge
slacht. Remus Falke was vroeger een
enthousiaste verzamelaar van goede schil
derijen en daardoor in kunstenaarskringen
zeer gezien. Misschien hebt u in dit ver
band al eens van hem gehoord, juffrouw
Bratt?
Neen, maar ik heb me eens laten
vertellen, dat de eenige zoon van Falke
tegen den wil van zijn vader is gehuwd
met een vrouw beneden zijn stand. Is
dat uw cliënt, of betreft dat een andere
familie Falke?
Er is maar een familie.
Falke stief, kort nadat hij getrouwd
was en liet een dochtertje achter, niet
waar?
Notaris Hamsen keek de schilderes on
derzoekend over zijn brilleglazen aan.
Dat klopt inderdaad, zei hij be
dachtzaam Maar hoe komt het, dat u
zoo nauwkeurig op de hogte bent van
de familieomstandigheden van mijn cliënt,
juffrouw Bratt?
O, dat is gauw genoeg verteld. Ik
heb dezen zomer langen tijd in Elmshorn
doorgebracht, waar ik in pension was
bij een zekere mevrouw Staniecki. Zij
was de weduwe van Egon Falke. haar
eersten man.
Heeft ze u dat zelf verteld?
Nee! Die dame liet over haar eei-ste
huwelijk niet veel los, maar des te meer
sprak ze van haar tweeden man. Over
Egon Falke hoorde ik alleen maar een en
ander van diens dochter, die bij mevrouw
Staniecki min of meer een Asscbepoes-
terbestaan leidde'. Ik had diep medelijden
met het kind, waarmee ik het uitstekend
kan vinden. Daardoor werd ik in de fa
milieverhoudingen ingewijd.
Zoo heeft elk huisje zijn kruisje,
zei de gravin, die met moeite een geeuw
achter haar hand verborg. Zeg kinderen,
wordt het niet langzamerhand tijd om
naar bed te gaan?
Ernst Grundtvig stond onmiddellijk op,
maar de notaris nam geen notitie van
den duidelijken wenk van zijn gastvrouw.
Wederom keek hij Senta Bratt onder
zoekend aan.
De kleindochter van mijn cliënt een
Asschepoester bij mevrouw Staniecki?
vroeg hij, op elk woord den klemtoon,
leggend.
Ja, dat kan men gerust zeggen, zon
der overdrijving. Zij moest koken,
schrobben, bakken, naaien en de wasch
in orde houden. Haar leven was niet
veel beter dan dat van een dienstbode,
alleen kreeg ze geen loon. Bovendien
mocht ze nooit eens aan een of ander
pretje deelnemen en werd ze zeer lief
deloos behandeld. (Wordt vervolgd)