AtldntlS: een onopgelost raadsel
Van pacifist tot N.S.B.-er
Haarlem
IJmuiden
De P.R.A. te Haarlem heeft nog veel werk
Intimiteiten van de „Queen Elisabeth
Noodlanding
in de woestijn
Wetenswaardigheden
Verzonken werelddeel of fantasie?
Overleveringen zonder meer naar het rijk
van de fantasie verwijzen, doet soms te kort
aan de waarheid. Het verhaal van den zond
vloed, voor zoover dat als een overlevering
gekarakteriseerd kan worden, is er een voor
beeld van. Niet alleen de Bijbel vertelt er
over, in de oude verhalen van vele volken
vinden we dezen watersnood terug, zoodat
er aanleiding is om te overwegen, of de kern
van het verhaal op waarheid berust.
De sage van Atlantis eischt veel meer om
zichtigheid, want ze berust hoofdzakelijk op
de geschriften van den Griekschen wijsgeer
plato. Hij laat haar door een zijner per
sonen vertellen als een reeds bestaande
overlevering „Negen duizend jaar ge
leden'bestond er al een machtige Atheensche
staat. Op een eiland, gelegen buiten de zui
len van Hercules (de Straat van Gibraltar)
grooter dan Azië en Libye tesamen, bestond
een bewonderenswaardige dynastie, zich niet
alleen over het geheele eiland, maar ook over
vele aangrenzende gebieden en deelen vaVi
het vasteland uitstrekkende"Later
kwam een tijd van aardbevingen en groote
overstroomingen en in één verschrikkelijken
dag en nacht werden alle schatten van Atlan
tis met het eiland zelve door de zee verzwol
gen
Later komt Plato, in een tweede geschrift,
op dit geheimzinnige Atlantis terug en hij
laat een andere hoofdpersoon uitvoerig ver
tellen van het ontstaan van dit rijk. De eerste
bewoners zouden geluisterd hebben naar de
namen Leucippe en Euenor. Hun dochter Clito
was huwbaar, toen de ouders stierven: een
zekere Poseidon (de god, die bij de verdee
ling der aarde Atlantis kreeg toegewezen)
nam haar tot vrouw en maakte in het midden
van het eiland een onneembare vesting. Zijn
nakomelingen regeerden vele geslachten lang
over het eiland, dat in den loop der tijden op
een fantastischen rijkdom kon bogen. Plato
laat dan verder vertellen, hoe het hoogtepunt
in welvaart gevolgd werd door een tijd van
verval en hoe een decadente maatschappij op
Atlantis het ongenoegen van de goden op
wekte. „Zeus, de oppergod belegde daarom
een vergadering van de goden en besloot:"
Wat hij besloot zal wel nooit openbaar wor
den, want hier houdt Plato's verhaal plotse
ling op en hij is er later nooit op terug
gekomen.
Door de eeuwen heen hebben zich twee
kampen gevormd: het eene gelooft in het be
staan van Atlantis en wil de „overlevering"
niet zonder meer ter zijde zetten, een andere
verwijst naar" de handigheid van Plato, om
zijn Atlantis te elfder ure in het niet te laten
verdwijnen, zoodat hij voor zijn verhaal nim
mer ter verantwoording geroepen zou kunnen
worden. Voor beide opvatingen is iets te zeg
gen, maar toch: kan men van een ernstig
filisool' als Plato een sensatie-verhaal ver
wachten, dat aan niets, anders dan een vrucht
baren duim zijn bestaan ontleent? Hier staat
weer tegenover, dat Plato in zijn-geschiede
nis het verhaal laat vertellen door een Egyp-
tischen priester, zoodat men zou kunnen vra
gen: „Is er iets over Atlantis bekend in de
Egyptische kronieken?" En daarop moet de
.wetenschap het antwoord schuldig blijven,
want tot nog toe is er niets van gebleken, dat
'de oude Egyptenaren iets wisten van Atlantis.
Verder klopt er iets niet in de tijdsvolgorde
van de verteller en in de luisteraars, die Plato
ten tooneele voert. Een grootvader zou na
melijk de sage van Atlantis verteld hebben
aan zijn kleinzoon en diens overgrootvader
zou de tijdgenoot geweest zijn van een koning
die honderd jaar later leefde.
Voor de tweede kamer van het Haarlemsche
tribunaal had zich te verantwoorden W. A. van
S., wien ten laste was gelegd, dat hij lid is ge
weest van de NSB, dat hij zijn kinderen had
laten aansluiten bij den Nationalen Jeugdstorm,
dat hij directeur is geweest van het provinciaal
Bureau van de Stichting Winterhulp Nederland
en van den Nederlandschen Volksdienst en dat
hij in laatstgenoemde functie een klacht bij de
leiding der NSB had ingediend over den burge
meester van Urli. De voorzitter merkte op, dat
beschuldigde een salaris genoot van f GGOO per
jaar van een instelling, die gelden ontving uit
liquidaties en op manieren, waarover hij niet
wilde uitweiden. Volgens hem werd het gezin
door het hooge inkomen bevoordeeld boven an
deren ten koste van de gemeenschap. De vrouw
van Van S. was sympatiseerend lid geweest. Zij
deelde mee, dat haar kinderen korten tijd deel
hebben uitgemaakt van den Nationalen Jeugd
storm.
Als verdediger trad op mr. J. Verlooy. Deze
merkte op. dat beschuldigde geen propagandist
van de NSB is geweest, dat zijn kinderen niet
lang lid geweest zijn van den jeugdstorm en dat
de klacht over den burgemeester van Uric geen
moeilijkheden heeft opgeleverd. Vervolgens
deelde pl. mee niet te kunnen begrijpen, hoe
Van S. er toe gekomen is, lid te worden van de
NSB. In 1933 was hij immers een vurig pacifist.
Toen hij merkte, dat Fi.gee waar hij werkte,
oorlogsmateriaal maakte, heeft hij om princi-
pieele redenen zijn ontslag genomen. Dat betee-
kende veel in een periode van werkloosheid.
Geestverwanten hielpen het gezin door hem in
staat te stellen thee en koffie te laten verkoopen.
Later had hij een copleerinrichting. Moeilijke
jaren heeft hij doorgebracht. In 1942 wilde van
S., die een groot idealist was, weer wat doen.
Na het lezen van het programma van de NSB
sloot, hij zich aan. Daar hij een goed organisa
tietalent had kreeg hQ het verzoek in dienst te
komen van den N. V. D.. w:aaraan hij gevolg gaf.
Tevoren had hij bij den distributiedienst te
Haarlem gewerkt, zeer tot tevredenheid van de
directie. Mr. Verlooy verzocht de leden van het
tribunaal ook rekening te houden met hetgeen
Van S. in het verleden heeft gedaan.
De uitspraak zal op 19 November volgen.
,Jn overoude tijden bevond zich buiten
de zuilen van Hercules een groot eiland,
bewoond door een beschaafd en hoog
ontwikkeld volk. Er kwam een dag, dat
het eiland verzwolgen werd door de
wateren van den Allantischen Oceaan
en sindsdien heeft geen sterveling iets
ontdekt van de cultuur van dit eiland,
hetwelk genoemd werd „Atlantis"
In korte woorden wordt ons de sage van
Atlantis verteld, maar het is de moeite
waardom verder te zoeken naar de
grondslagen van deze mythe, die, zoo
als alle mythen niet heelemaal op fan
tasie berust.
Ter wille van de volledigheid moeten we
nog even diegenen recht doen wedervaren,
die gelooven. dat de kern van het verhaal
juist is, maar dat, de bijzonderheden er aan-
gelijmd zijn. Het kan best zijn, aldus deze
groep, dat de zeevaarders van het oude Phoe-
nicië, of misschien nog oudere volken, meer
malen verder de zeeën op zijn geweest, dan
ze wel wisten. Het daar ontdekte werelddeel
(Atlantis dus) zou door de overlevering een
beetje dichter gij huis geplaatst zijn: dus
vlak buiten de „zuilen van Hercules".
Het zou te ver voeren alle schrijvers te
noemen, die Atlantis zoeken op een andere
plaats dan waar Plato het „neerlegde". Een
bekende geograaf uit de zestiende eeuw
zocht Atlantis in Amerika; een Zweedsch pro
fessor betoogde in 1675, dat Atlantis te ver
eenzelvigen is met het Scandinavische schier
eiland, een Fransche astronoom meende dat
het mysterieuze werelddeel aan de Noord
pool gezocht moet worden (Groenland zou er
een overblijfsel van zijn). Verder zijn er veel
vuldige pogingen om te bewijzen, dat Atlantis
wel degelijk bestaan heeft, zooals Plato het
beschreef (Madeira en de Azoren zouden er
overblijfeels van zijn).
Van de Inca's weten wij nog maar zeer
weinig, in Zuid-Afrika heeft men de ruïnes
van Zimbabwe ontdekt en er is nog niets
bekend over de bouwers van deze gigantische
steenmassa's.
De overlevering is bovendien versterkt door
theorieën van natuurkundigen, die getracht
hebben een verklaring te vinden voor het
„verdwijnen" van het geheimzinnige rijk.
Film
Bezet Gebied''
In een door het comité GooiLimburg ge
organiseerde nachtvoorstelling,, waarvan de
baten aan het Limburgsch comité ten goede
kwamen, heeft Zondagnacht de Nederland-
sche verzetsfilm „Bezet Gebied" van Frans
Dupont en Wim Gerdes haar wereldpremière
beleefd.
De samenstellers hebben niet gestreefd naar
felle dramatische effecten, zij hebben integen
deel het gegeven uiterst sober behandeld en
hier en daar, uit de schier overstelpende stof,
grepen gedaan, welke hun kenschetsend voor
het verzet leken. Van de verzetsmenschen zijn
geen helden gemaakt, integendeel het zijn
eenvoudige jonge mannen en vrou\ven ge
bleven, die zonder ophef den weg gingen,
welken het hart hun ingaf. Dit ïs ongetwijfeld
een der grootste verdiensten van deze film.
Het is ons inziens echter jammer', dat vèel
épisodes onbegrijpelijk zullen zijn voor de
genen, die de bezetting niet hebben meege
maakt, een bezwaar, dat vooral gaat wegen
als de film eventueel in het buitenland zal
worden vertoond. Een tweede en ernstiger
bezwaar is het gemis aan de sfeer van ang
stige spanning en verbetenheid, die den be
zettingstijd kenmerkten.
Doch ondanks de vele tekortkomingen, twij
felen wij er niet aan, of een ieder zal deze
film tot het einde mei groote aandacht vol
gen, al was het alleen maar omdat de behan
delde stof ons nog zoo versch in het geheu
gen ligt.
EX-BEWAKER GEARRESTEERD.
Door de Haarlemsche Politie is proces-verbaal
opgemaakt tegen een gewezen bewaker van de
Strafgevangenis, een zekeren G. A. S.. die zich
Gevangenis-eigendom, in den vorm van onder
broeken, hemden en sokken had toegeëigend,
G. A. S. legde een volledige bekentenis af.
Verdere besprekingen
in Batavia
Uit gezaghebbende bron wordt verno
men, dat bij de Maandagavond na afkon
diging van het bevel „Staakt het vuur"
gehouden besprekingen tusschen de Ne-
derlandsche commissie-generaal en de In
donesische delegatie, welke van 19.00 tot
23.00 uur plaatselijken tijd in het paleis
plaats hadden, de fundamenteele vraag
stukken van de organisatie van de toe
komstige samenwerking met volledig be
grip voor de wederzijdsche standpunten
zijn besproken.
Ten aanzien van een aantal punten werd
verheldering verkregen. Er blijven echter
een aantal punten over, ten opzichte
waarvan de bestaande kloof .tusschen de
standpunten niet kon worden overbrugd
en welke een verder overleg vereischen.
De datum voor dit overleg is nog niet
vastgesteld.
Heden heeft de Britsch-Indische minister
van Defensie, G. S. Bhalja, in het Britsch-
Indische parlement verklaard, dat plannen
waren gemaakt voor cie terugtrekking van
de Britsch-Indische troepen uit Indonesië
tegen 28 November. Momenteel ligt de
36ste Britsch-Indische divisie in garnizoen
op Sumatra en de 23ste divisie op Java,
thans alleen in Batavia, sinds Buitenzorg
eind October aan de Nederlandsche auto
riteiten is overgedragen.
Terwijl de Britsche zones in Neder-
landsch-Indië aan de Nederlandei's zullen
worden opgedragen, zullen anderzijds een
aantal gebouwen, die tot dusver wefden
bewaakt door gewapende Japanneezen on
der voorwaarden, die in samenwerking met
de Indonesiërs zijn opgesteld, aan de In
donesische strijdkrachten worden overge
dragen.
Zeven jaar geëisclit tegen
machine-bankwerker
Dinsdagmorgen werd voor het Amsterdamsche
Bijzondere Hof de behandeling van de zaak
tegen den Haarlemschen machine-bankwerker
B. voortgezet. Hem was ten laste gelegd dat hij
in 1944 een val had opgesteld voor den verzeke
ringsagent B.. die als fel anti-Duitsch bekend
stond. De verdachte zou een briefje bij den
agent hebben bezorgd waarin gevraagd werd
„even aan te komen". De verzekeringsman gaf
aan het verzoek gehoor en werd gearresteerd.
Bovendien vermeldde de tenlastelegging dienst
neming bij den Wach- und Schutzdienst Nieder-
saksen.
Tijdens de zitting van Dinsdag verklaarde de
echtgenoote van den assuradeur dat B. voor
haar man een open briefje met de oproeping
had achtergelaten. Verdachte ontkende dit en
vertelde hoe hij in opdracht van den beruchten
politieman F. Krist een gesloten enveloppe be
zorgd had.
In zijn requisitoir achtte mr. B. J. Besier het
bewijs van opzettelijkheid niet geleverd, wel
achtte hij bewezen dat verdachte zijn plicht om
een arrestatie te voorkomen, verzaakte.
De eisch luidde zeven jaar met aftrek en
levenslange - ontzetting uit de kiesrechten.
Mr. Kokofsky betoogde in zijn pleidooi dat de
ten laste legging geen vonnis wettigt.
Uitspraak over 14 dagen.
Weer een zware aardbeving
geregistreerd
De seismografen van het meteorologisch
instituut te De Bilt hebben Maandagavond óm
22,55 uur een zeer zware aardbeving gere
gistreerd,, waarvan de haard op 4000 km in
Oost-Zuid-Oostelijke richting, vermoedelijk
in de omgeving van de Perzische Gol? ligt
Roofoverval te Sehagerbriig
In den afgeloopen nacht hebben vier ge
wapende mannen een roofoverval gepleegd
op de boerderij van de familie Van Schaik te
Schagerbrug. De indringers knevelden den
boer. de boerin en een zoon en braken de
brandkast open, waarna®zij zich met 3000,
een aantal gouden en zilveren voorwerpen
en twee" fietsen uit de voeten maakten.
Op 7 November a.s., ter gelegenheid van den
29Sten verjaardag der Bolsjewistische Revolutie
van 1917, zal naar men verwacht Stalin een
verklaring afleggen.
Slecht begin van Verheersweek
Doodelijk ongeluk
Maandagavond om half zeven is bij de tram
halte Jansweg-Stationsplein een ernstig on
geluk gebeurd. De een en zestigjarige mevr,
K. S. uit Overveen, was zoojuist uit de tram
gestapt, toen een zwaarbeladen vrachtwagen
met aardappelen den vluchtheuvel waarop zij
zich nog bevond, passeerde. Zij werd door
den wagen aangereden en kwam met het
onderlichaam onder de wielen. De mogelijk
heid bestaat, dat zij van een der andere uit
gestapte passagiers per ongeluk een duwtje
heeft gekregen. Den chauffeur treft geen
schuld. Mevri K. S. was op slag dood.
Tentoonsteling van werken
van Kees Verwcy
Zaterdagavond zal in het Frans Halsmuseum
een tentoonstelling van werken van Kees
Verwey worden geopend door mej. A. I-Ioo-
gendoorn. wetenschappelijk assistente aan
het rijksmuseum voor kunsthistorische docu
mentatie in Den Haag. Op deze tentoonstel
ling bevindt zich het laatste portret van dr
K. J. L. Alberdingk Thym (Lodewljk van
Deyssel).
Lasscher in brand geraakt
De twee en twintigjarige A. J. v. A. en zijn
broer hadden Dinsdag eenige laschwerk-
zaamheden te verrichten aan het transforma
torhuisje op het viaduct over den Zijlweg.
Hoewel men hem gezegd had eerst den tech-
nischen dienst van de Spoorwegen om bevei
liging te verzoeken, heeft hij deze waarschu
wing in den wind geslagen en is hij zonder
meer aan het werk gegaan.
Gedurende het lasschen kwam hij in aan
raking met een hoogspanningsdraad en stortte
brandend van den ladder waarop hij werkte,
naar beneden. Hij werd in zorgwekkenden
toestand in het Elizabeth's Gasthuis opgeno
men.
Het brood wordt nog slechter
Onder dit opschrift schrijft de „Bakkers
wereld":
„Ruim anderhalf jaar na de bevrijding
zijn de bakkers in Nederland genoodzaakt
steeds slechter brood te bakken. Eerst was
de zeeliedenstaking in Amerika oorzaak
van stagnatie in den aanvoer van tarwe
en later de staking van kapiteins en stuur
lieden, welke inmiddels is opgeheven. Men
mag verwachten, dat de reeds geladen
schepen binnen niet al te langen tijd de
Nederlandsche havens bereiken. Doch voor
het zoover is. dat het bij de meelfabrieken
arriveert, zal het toch wel tegen Kerstmis
loopen. Tot dien tijd zullen we ons moeten
behelpen met slecht brood. Want brood
lebakken van bloem, bereid uit dertig
procent inlandsche rogge, vijftig procent
inlandsche tarwe, twintig procent buiten-
landsche tarwe, uitgemalen op vijf en
tachtig procent, is bedroevend slecht".
Het blad vraagt dan: ,.Zou het niet mo
gelijk zijn om het uitmaalpercentage van
85 op 80 procent te stellen?" Die vijf pro
cent zijn niet verloren; er moet toch ook
veevoeder zijn. Met vijf procent minder
uitmalen hebben we wel geen prachtig
brood, maar in elk geval wordt de kleur
aanmerkelijk beter."
Is Uw costuum of mantel
verregend?
WIJ I'KRSF.N VOOR U OP
Old Clothes New
Koningsplein 10 - Telefoon 4SS6
Dezer dagen is gemeld, dat de P.R.A.
te Amsterdam haar personeel aan het in
krimpen was. Dit was voor ons aanleiding
te onderzoeken hoe het met de P.R.A. te
Haarlem staat.
Ons werd medegedeeld, dat men hier al
eenigen tijd daarmede bezig is. In het
voorjaar zijn de plaatselijke diensten in
Bloemendaal, Heemstede en Haarlem op
geheven omdat het werk in Haarlem ge
centraliseerd werd. Bovendien zijn in den
laatsten tijd verschillende menschen die
bij de P.R.A. werkten, weggegaan omdat
zij in hun vroegere functie terug wilden
keeren of een andere betrekking konden
krijgen. In het algemeen werd in die vaca
tures niet voorzien, tenzij het personen
gold die met een speciale taak belast wa
ren, zoodat het noodig was nieuwe des
kundigen in hun plaats te benoemen. In
Nu de Queen Elizabeth" weer aan haar
vredestaak begonnen is, na lange jaren
als een in het grijs gestoken troepenschip
duizenden militairen over de oceanen te
hebben vervoerd, is het interessant deze
reuzin onder de zeeschepen eens aan een
nader onderzoek te onderwerpen, daarbij
natuurlijk de hoffelijkheid tegenover de
„grande dame" in het oog houdend,
Op 27 September 1938 gleed haar enorme
romp in Schotland te water en eenigen tijd"
later nam de „Cunard White Star Line" deze
laatste aanwinst officieel over. Het schip is
met zijn 85.000 bruto ton het grootste ter
wereld, de „Queen Mary" is „maar" ruim
81.000 ton groot. Overigens hebben de twee
groote zusters veel gemeen. De Elizabeth
heeft echter twee schoorsteenen, tegenover de
Mary drie en verder wijken ze eenigszins af.
wat den vorm van het voorschip betreft.
Veertien dekken telt de Queen Elizabeth
plus een dubbelen bodem over de geheele
lengte van het schip, 50 waterdichte schotten
verdeelen deze in veiligheidscompartimenten
en de romp zelf is door 140 schotten onder
verdeeld. Om een beeld te geven van de
grootte van „klein Liesje", zooals een En-
gel6chman haar eens wat oneerbiedig noem
de, zij vermeld, dat het schip 314 meter lang
en 36 meter breed is, tusschen kiel en hoogste
overkapping liggen 41 meter en voor den
pijp komen er nog veertien meter bij.
De vier bronzen schroeven worden aange
dreven door vier stel turbines; die schroefjes
wegen maar even 32 ton elk.De vier klassen
kunnen 2326 passagiers herbergen, waarbij
nog eens 1235 personen komen voor beman
ning en bedienend personeel. Ter vergelijking
diene, dat de „Oranje", die zoo langzamerhand
een gewone gast in de IJmuider sluis is ge
worden, 22.000 ton meet en het met de acco-
modatie voor 713 passagiers moet doen. Denk
u even in, dat er een kolos va'n vier maal de
Oranje onze pieren zou binnen, stoomen, wat
zou het een gepas worden, om hem door
de Noordersluis te krijgen!
het algemeen is dus het personeel der P. R.
A. te Haarlem ook ingekrompen. Daarbij
werd voor oogen gehouden, dat de P.R.A.
slechts een tijdelijke functie te vervullen
heeft, zoodat -tenslotte algeheele opheffing
in het uitzicht is.
Het is evenwel nog\niet mogelijk ge
weest de rechercheurs van de gemeente
politie te Haarlem, die tijdelijk te werk ge
steld zijn bij de Politieke Recherche Af-
deeling weer naar him oude corps terug te
laten gaan. Wel heeft, om de belangen van
beide diensten van het betrokken personeel
te bevorderen, sindsdien af en toe een rui
ling plaats gehad.
Er is voorloopig voor de P.R.A. te Haar
lem nog veel werk te doen. In den laatsten
tijd is, overeenkomstig de richtlijnen die
gegeven zijn door het Directoraat-Generaal
voor de Bijzondere Rechtspleging, in het
bijzonder gewerkt aan het. afwerken van
de onderzoekingen die betrekking hadden
op de zoogenaamde lichte gevallen. Men
weet, dat het streven was zoo snel moge
lijk beslissingen mogelijk te maken om
het aantal gedetineerden in de kampen te
verminderen. Dit onderzoek in de lichte
gevallen is te Haarlem thans voltooid.
Nu is men begonnen aan het verder af
werken van het onderzoek in de zwaardere
en zware gevallen die in de kampen over
gebleven zijn. Daarmee zal ongetwijfeld
nog eenige tijd gemoeid zijn. Maar dan
men er nog niet. Er ligt bij de P.R.A. te
Haarlem nog een zeer groot aantal dossiers
van personen die thans nog vrij rondloo-
pen en waarvan er ongetwijfeld velen zijn
die vervolgd moeten worden. Het kan op
het publiek, dat met het doen en laten van
die menschen geheel of ten deele bekend
is een eigenaardigen indruk maken, maar
er is toch geen grond voor de veronder-
-stelling, dat de P.R.A. van. zins is die
zaken maar te laten rusten. Het was even
wel niet mogelijk alle zaken meteen aan
te pakken.
Sclieveningsche haring
naar IJmuiden
Dinsdag is per vrachtauto een groote
zending versche haring uit Scheveningen
"naar IJmuiden vervoerd, die aldaar door
IJmuidensche handelaren was gekocht. Het
bleek namelijk, dat de haring in Scheve
ningen veel goedkooper was dan in IJmui
den.
Zullen de Scheveningsche reeders hierin
een vingerwijzing zien, dat het voor hen
voordeeliger is hun schepen de versche
haring in IJmuiden te laten verkoopen?
Wegens sleelite kolen
teruggekeerd
De Vikingbank, die Dinsdagmorgen voor
een makreelreis naar zee was vertrokken,
moest des middags weer terugkeeren, om
dat de kwaliteit der kolen van dien aard
was, dat de machinist geen stoom kon
houden.
De trawler heeft daarna andere kolen
gekregen en zou heden weer naar zee
gaan.
Dc Japansclie walvisclivaart
Het Japansche vaartuig „Hashidate
Maru", dat onlangs in fabriekschip ver
anderd werd, .vertrekt binnenkort naar de
Zuidelijke IJszee. De geheele vloot zal 14
eenheden tellen, waaronder twee fabriek-
schepen.
Versche haring voor
versche zeeviscli?
Een zonderlinge ruil.
Zooals wij reeds berichtten is er over
eenstemming bereikt over het markten van
Nederlandsche trawlers in Engeland, waar
voor als marktplaats Grimsby werd aan
gewezen. Wel schijnt er omtrent de ko-
lenvoorziening nog iets niet in orde te zijn,
maar ongetwijfeld zal deze kwestie ook
wel worden opgelost.
Het heeft bevreemding gewekt, dat hoe
wel in ons land straks een tekort aan zee-
visch dreigt te ontstaan, men thans traw
lers naar Engeland gaat zenden, maar het
zal verbazing wekken, wanneer men ver
neemt, op, welke basis deze overeenkomst
tot stand is gekomen. Van ambtelijke zijde
wordt ons namelijk medegedeeld, dat het
hier een compensatietransactie geldt en
dat Engeland ons hiervoor iets zal terug
leveren.
Textiel? Gold Flake of Capstan?
U kunt gerust blijven raden, wani u
raadt het nooit:
Versche haring! Het. is haast niet te ge
looven want dit is water naar de zee dra
gen, of zwarte handelaars naar de Nieuw-
markt fn Amsterdam. Maar met stellig
heid werd ons verzekerd, dqt het bericht
juist is.
Ongeval bij de vischhal
Toen Dinsdagmorgen eenige vischknechts
bezig waren kisten visch op een auto te
laden, had de 38-jarige L. K. het ongeluk,
uit te glijden en van de auto te vallen. In
zijn val nam hij een kist visch mee, die op
hem viel. K. bekwam daardoor een ern
stige wonde aan het hoofd: voorts klaagde
hij over inwendige pijnen.
De heer Bakker van E.H.B.O. verleende
de eerste hulp en bracht K. daarna naar
een dokter. Nadat deze hem geholpen had,
kon hij naar zijn woning worden vervoerd.
HIT DE VAART GENOMEN.
De stoomtrawler Katwijk II, KW 134, is
uit .de vaart genomen om in Amsterdam
een belangrijke reparatie te ondergaan.
Een nachtelijke vechtpartij
in de vischhal
In den nacht van Maandag op Dinsdag
kregen vier mannen, die niet heelemaal
„brandschoon" moer waren, ruzie in de
vischhal. die uitliep op handtastelijkheden.
De politie kwam tusschenbeide en maak
te een eind aan den "strijd, die twee ge
wonden opleverde.
Het edele zeebanket
Een kook- en bakdemonstratie
Langzamerhand herstelt Nederland van
de lange, levensgevaarlijke ziekte, die oor
log heet. Stuk voor stuk komen oude ge
woonten weer terug, en een van deze is
zeker wel een kook- en bakdemonstratie.
Toen we gisteravond in de school aan de
Houtmanstraat getuige waren van visch-
bereiding, gingen onze gedachten onwille
keurig terug naar den „hongerwinter in
bezettingstijd".
Het is Nederlanders eigen altijd te mop
peren, en, nu ja, alles is nog niet in kan
nen en kruiken, maar één ding is .zeker:
zoolang we het edel zeebanket nog kun
nen bemachtigen, hebben we geen reden
tot klagen.
Een groote factor is echter de bereiding,
vooral nu vet. olie, botét- nog betrekkelijk
schaarsch worden toebedeeld. Het is daar
om dan ook niet te verwonderen dat vele
huisvrouwen en zelfs eenige heeren, van
hun belangstelling blijk gaven. De toeloop
was zelfs overstelpend te noemen.
Mej. G. Pranger gaf een overzicht van
de voedingswaarde, terwijl de heer W.
Voogd toonde hoe de verschillende visch-
soorten dienden schoongemaakt en gefi
leerd te worden. Want elke vischsoort ver
dient apart behandeld te worden.
'Mej. Pranger demonstreerde hierna het
bakken in een minieme hoeveelheid vet.
Een en ander werd met groote belang
stelling gevolgd, het spreekwoord zegt im
mers: men is nooit te oud om te leeren. en
inderdaad zelfs een huisvrouw, die de zil
veren bruiloft al achter den rug heeft kon
hier nog iets opsteken.
De commissie inzake huishoudelijke
voorlichting en gezinszorg gaat met den
tijd mee en geeft de juiste demonstratie op
het juiste oogenblik.
Volgende week Dinsdag verwacht zij
vele belangstellenden in het gebouw
Kriemhilde aan den Zeeweg, waar te half
drie een lezing zal worden gehouden over
Kinderverzorging en Opvoeding.
Haarlemsche Damclub II
wint van D.C.IJ. II
Vermoedelijke uitslag 15—5
Voor de eerste klasse competitie van den
Nederlandschen Dambond, afdeeiing Haarlem
en omstreken, werd te Haarlem in het club
gebouw der H.D.C. de wedstrijd gespeeld wel
ke van groot belang kan zijn voor het verdere
verloop der competitie. D.C.IJ. II immers is
op papier één der sterkste tientallen, terwijl
ook H.D.C. II voor een sterke ploeg geldt. De
uitslag van dezen wedstrijd is een verrassing
geworden, daar de IJmuidenarcn een groote
nederlaag te incasseeren kregen. Hieronder
volgt de uitslag.
H.D.C. II—D.C.IJ. II
1. D. Schrijnemakers—F. Dukel afgebr.
2. P. H Meure—J. v. Stratenafgebr.
3. H. T. Luif— C. Schol 2—0
4. J. v. Looy—J, Smit 2—0
5. Th. Rost—L' Koetsier 2—0
6. J. I-I. Meure—J. Nanne afgebr.
7. Th, Amelung—J. Jonker l—l
8. G. Eising—L .Haver2—0
9 J. BoerkoolJ. Waal 11
10. J. H. Blom—D. Ott 2—0
Voorloopige uitslag 122
F. Dukel staat gewonnen, terwijl mogelijk
J. v. Straten nog remise-kansen heeft, even
als J Nanne. zoodat de uitslag vermoedelijk
155 wordt.
H.B.S.-VETERANEN VERSUS
STORMVOGELS-VETERANEN
Zondag a.s. gaat een elftal Stormvogels-
Veteranen zijn krachten meten met een elftal
H.B.S.-oudjcs. Voor Stormvogels komen o.a.
uit: De Waard of Kollenberg. Effern, Van der
Steen. De Jonge. Tol en Prins
HARING IN BESLAG GENOMEN.
Ambtenaren van den C. C. D. hebben bij
een vischhandelaar een 20-tal kisten ver
sche haring in beslag genomen, die deze
handelaar van verschillende arbeiders had
gekocht.
SCHEEPVAART
5 November Aangekomen: Grebbest room van
Newport: Kempshaan v. Koo«nhagen; Kachulla
van Osmanlonie (voor Velsc
5 November, Vertrokken: h .xc naar Antwer
pen; Prins Bemhard naar Antwerpen; Splca
naar stavanger; Sambre naar Parijs; Depa naar
Antwerpen; René W. Vinke (A M 7) naar Las
Palrnas.
FEUILLETON
door Hans Hirthammer
4)
Zij schudden elkaar de hand en haastten
Zich daarop naar het vliegtuig.
„Die arme Hamilton schijnt er leelijk
aan toe te zijn!"
De machine stond loodrecht overeind en j van eenige wollen deken in orde hadden
had zich met den neus van den propeller j gemaakt, nadat het hun niet zonder
In den grond geboord. moeite gelukt was het vliegtuig weer in
Op de plaats van den bestuurder lagj een ietwat behoorlijken stand te ^brengen.
Cookerel knipperde slaperig met zijn
oogen en bromde als een hongerige wolf.
„Uit de veeren, zeg je? Man ik voel me
als geradbraakt! Een kop thee op bed
kan er vanmorgen zeker niet op over
schieten?!"
Een onderdrukt gekreun van de plaats
van den piloot deed hun het gesprek af
breken.
Floyd klauterde naar voren. „Morgen,
mister Hamilton!^ Nog steeds pijn? Ik
hoop, dat u tenminste hebt kunnen sla
pen!"
„Het gmg!" antwoordde de piloot met
een flauw glimlachje, terwijl hij zich op
richtte op zijn geïmproviseerde legevstede,
welke zijn beide passagiers met behulp
„En hoe staat het met de pijn?"
Hamilton betastte voorzichtig zijn voor
hoofd, dat iets boven het rechteroog een
flinke buil vertoonde.
„Ik heb een gevoel of de China Clipper
in mijn hoofd rondtolt en mijn linker arm
schijnt wat gekneusd te zijn. Ik moet
u nog wel bedanken, sir, dat u.
„Onzin, Hamilton! Dat was immers van-
Het donkere gewelf van den hemel zelfsprekend. Laten wij nu liever maar
vulde zich met licht. De kale rotspunten eens beraadslagen, wat ons te doen staat,
maakte zich los uit de duistere omhulling Denkt u, dat uw krachten toereikend zijn
Edward Hamilton. Het lichaam hing half
buiten boord.
Floyd greep den arm van den piloot en
voelde zijn poLs.
„Goddank, hij leeft!" zei hij met een
zucht van verlichting.
IV.
van den nacht en leken als door een
schijnwerper te worden bestraald.
Francis Floyd opende zijn oogen en toen
hij zijn pijnlijke ledematen voelde,- her
innerde hij zich zijn nachtelijk avjontuur.
Naast hem, eveneens als een bal in el
kaar gerold, zijn knieën hoog opgetrokken,
zat James Cookerel. Zijn mond stond half
open en een zacht gesnurk bewees, dat hij
ei' voorloopig nog weinig voor voelde tot
om de machine weer vlot te krijgen?"
Cookerel, die intusschen zijn plaats had
verlaten en om het vliegtuig was heenge-
loopen, stak zijn hoofd over den rand.
„Dat zal ons weinig baten!" beant
woordde hij de vraag van den professor.
„Ik vrees, dat we met een gebroken pro
peller niet heel ver zullen komen".
„Mooi!" riep Floyd, ontsteld. „Wat nu?"
,Er zijn twee mogelijkheden", meende
de wreede werkelijkheid terug te keeren.Cookerel zakelijk, nadat hij den brand in
Het kostte de$i professor eenige zelf- een sigaret had gestoken. „Of we binden
overwinning hem wakker te schudden, het noodzakelijkste op onzen rug en pro-
„Hallo. James, vlug uit de veeren, mijn beeren te voet het Gainermeer te bereiken
jongen!" of wij wachten hier, tot ze ons komen
halen. Ik persoonlijk voel meer voor het
laatste".
De piloot brak een stuk van den ver
splinterden propeller, dat er los bij hing,
af en wierp het met een vloek op den
grond. „Ik heb daar even in een genoeg
lijke situatie gebracht! Het zou mij een
lief ding waard zijn geweest, als ik die
ontdekking voor mijzelf had gehouden!"
„U. vergeet, dat ht het was, die u tot
deze nachtelijke vlucht overhaalde. Het
motordefect is tenslotte niet uw schuld.
Bovendien lijkt het mij even nutteloos
als belachelijk om ons hief over de schuld
vraag het hoofd te breken".
„Hoe groot is de afstand naai' Gainer
meer?"
Cookerel haalde de landkaart, welke een
paar scheuren had opgeloopen, uit de ma
chine en spreidde haar zorgvuldig in het
zand uit. Met zijn wijsvinger tipte hij op
een bepaalde plaats. „Dit zal ongeveer
het punt zijn, waar wij ons op het oogen
blik bevinden. En dat hier is het Gainer
meer. De afstand bedraagt dus ongeveer
honderd mijlen".
„Dat wil dus zeggen, dat wij ons op een
marsch van tenminste vijf dagen zouden
moeten voorbereiden".
„Ten eenenmale onmogelijk!" consta
teerde Floyd. „Wij mogen niet vergeten,
dat wij veel te weinig levensmiddelen en,
vóór alles, geen water hebben!"
Cookerel wierp de rest van zijn sigaret
weg. „Dan blijven wij hier! Wij kunnen
er op rekenen, dat er reeds morgen, mis
schien zelfs al wel vandaag, naar ons zal
worden gezocht".
„Stellig!" verzekerde Hamilton. „Maar
u vergeet, dat niemand het zal durven ris-
keeren in dezen zandkuil te landen!"
„Dat is ook niet noodig! Men kan er
gevoeglijk mee volstaan ons vain het noo-
dige water en wat levensmiddelen te voor
zien en ons van het Gainer-meer een paar
menschen tegemoet sturen".
Floyd lachte spottend. „Niet slecht be
dacht, James. Maar hoe wil je de beman
ning van het vliegtuig van je wenschen
in kennis stellen? Wij bezitten helaas geen
radio".
Cookerel krabde zich verlegen op het
hoofd, maar Hamilton slaagde er weldra
in zijn beide passagier-s gerust te stellen.
„Hebt u daar maar geen zorg over. Wij,
piloten, seinen in dergelijke noodgevallen
met onze armen. Daardoor kunnen wij ons
heel goed verstaanbaar maken".
„Mooi zoo!" zei Floyd, kennelijk opge
lucht. „Dan blijft ons dus voorloopig niet
veel anders te doen dan rustig af te wach
ten. Laten wij intusschen maar eens zien,
wat wij aan proviand bij ons hebben".
Het resultaat van deze inventarisatie
was niet bepaald moedgevend, maar wan
neer zij zich met een paar tabletten choco
lade, wat biscuit en eenige bananen
tevreden stelden, zouden zij toch wel tol
den volgenden dag rond kunnen komen,
Tot hun groote verrassing vonden zij ook
een flesch whiskey en van sigaretten en
tabak was men voorloopig voldoende voor
zien, dank zij miss Hugsley, die haar vriend
Cookerel twee groote doozen had toege
stopt.
intusschen was de zon boven den rand
van hét gebergte uitgestegen en wierp zij
haar verzengende stralen in het dal.
Drie mannen legden hun vliegkleeding
af.
„Wij hebben tenminste een schaduwrijk
dak boven' ons hoofd!" troostte Cookerel.
terwijl hij op de geweldige draagvlakken
van het vliegtuig wees. „Het dukt mij het
verstandigst, dat wij ons evenals de kippen,
in het zand ingraven en ons den tijd met
slapen verdrijven".
Floyd wilde juist een toestemmend ant
woord geven, toen hij plotseling ineen
dook en opgewonden Cookerel's arm greep.
Toevallig was zijn blik'langs den Noor
delijken rotswand gegleden en daarbij had
hij iets zeldzaam merkwaardigs ontdekt.
„Kijk daar eens naar boven, James!
Precies langs den voorkant van het
draagvlak, ongeveer vijftig meter onder
den kam. Zie je daar niets?"
Het duurde niet lang, of ook Cookerel
bemerkte de witte gedaante, die zich daar
boven tusschen de rotsen bewoog en dui
delijk tegen den donkeren rotswand af
stak.
Hamilton haalde een verrekijker uit
de cockpit en richtte hem op de, in deze
omgeving wel zeer ongewone verschijning.
„Het is een man met een togavormig wit
kleed. Hij schijnt ons geen moment uit het
oog to verliezen. Hier, kijkt u maar eens
professor!"
Floyd nam het instrument en kon zich
nu overtuigen van de juistheid van deze
mededeehng. Een lange, magere gestalte
m een wapperend, wit gewaad, kroop tus
schen de rotsen rond. Af en toe richtte de
man zich op, waarbij hij dan zijn hand
beschermend boven zijn oogen, onafge
broken naar het dal staarde.
Plotseling was de spookachtige gestalte
verdwenen.
De professor gaf Hamilton den kijker
terug. „Het begint er op te lijken", zei hij
ernstig, „dat wij dezen tocht toch niet
tevergeefs hebben gemaakt. Die witte me
neer daarboven zal daar wel niet toevallig
verdwdald zijn geraakt. Het wil mij voor
komen, dat v/ij ons in de onmiddellijke na
bijheid van de door u ontdekte geheimzin
nige stad bevinden, mister Hamilton. Ver
moedelijk heeft men vannacht ons vlieg
tuig gehoord en is er nu een spion uitge
zonden om te zien, of wij ons in de nabij
heid bevinden".
James Cookerel voelde zich weer ge
heel de ontdekkingsreiziger. Hij daccht
niet meer aan slaap. „Ik geloof, dat het
de moeite waard is om daar eens naar
boven te klimmen. Hop denk jij daarover,
Francis?"
Professor Floyd had Hamilton nog eens
om den kijker gevraagd en zocht reeds
naar de geschikte plaats om den rotswand
te beklimmen.
Hij wees op een plek, welke iets meer
naar het Westen lag. De rotswand was
daar opvallend gespleten en vertoonde
verscheidene kloven en scheuren.
„Ik geloof, dat wij van daar uit den berg
gemakkelijk zullen kunnen beklimmen",
zei hij en zich daarop tot Hamilton wen
dend: „Dan zult u wel tot den avond
alleen moeten blijven, want ik vrees, dat u
met uw gekneusden arm wel niet in staat
zult zijn om u bij ons aan te sluiten".
De piloot vertrok zijn gezicht tot een
grijns. „Om u eerlijk de waarheid te zeg
gen, voel ik maar een bitter beetje voor
die klimpartij. Ik blijf maar liever bij mijn
kist. Stoort u zich maar niet aan mij; ik
zal mij in mijn eentje best weten te amu
seeren tot u terug komt".
De beide mannen der wetenschap waren
spoedig gereed om te vertrekken. Een
laatste handdruk, een paar schertsende
afscheidswoorden en het volgende
oogenblik liepen zij met groote stappen in
de door Floyd aangeduide richting.
Noch de beide vertrekkenden, noch de
eenzaam achterblijvende dachten ook
maar een moment aan de mogelijkheid,
dat op dit korte afscheid geen weerzien
meer zou kunnen volgen.
Miss Anny Hugsley,' die met haar braven
two-seater niets vermoedend door Bom
bay's straten toerde, geraakte op den hoek
van Temple Road geheel onverwachts ln
een relletje tusschen Muzelmannen en
Hindoes verzeild.
Zij was hevig ontsteld, toen zij zich
plotseling door de elkaar fel bestrijdende
partijen ingesloten zag. Er werd gejoeld
en geschreeuwd, sieenen en dergelijke in
alle haast bijeengeraapte projectielen, vlo
gen over en weer en aangezien de gewel
dige menigte zich rijen dik om haar wagen
verdrong, bleef haar niet veel anders over
dan te stoppen en haar hoofd onder het
dashbord te laten verdwijnen.
(Wordt vervolgd).