Een Groenlandvaarder vergaat Noodlanding in de woestijn Uit de geschiedenis van de walvischvaart HET is 14 Maart 1826; er. is veel drukte op de havenhoofden, want de „Har lingen", de laatste Harlinger walvischvaar- der ligt zeilree. Kapitein Klaas Hoekstra en de 46 leden der bemanning, waaronder eenige kinderen van 9 tot 12 jaar hebben al afscheid genomen van hun familie en vrienden. Het wachten is nog op de Heeren Directeuren van de Nederlandsche Groen- lands- en Straat Davis Visscherij Socië teit, die gevestigd is in het groote gebouw aan de Zuiderhaven, waarin later geduren- de vele jaren de Gemeentelijke Hoogere Burgerschool gevestigd zou worden. De Heeren Directeuren zullen het nieuw ge bouwde schip, een fraaie driemaster tot de Vlieree vergezellen. Een laatste handdruk, een laatst gewuif en statig glijdt het schip met nog licht ge reefde zeilen de haven uit. De driekleur aan den achtermast gaat omlaag en weer omhoog, tot drie keer toe. Op de Vlieree gaan de He'eren Directeuren van boord, om met een kotter naar de haven van Har- lingen terug te keeren. Den volgenden moj-gen wordt het anker gelicht. Alle zeilen worden bijgezet en bij een mooie koelte uit het Zuid-Westen zet kapitein Hoekstra koers naar het Noord- Westen, om benoorden Schotland langs, I den Atlantischen Oceaan te bereiken. Zwaar weer en tegenwind zijn oorzaak, dat deze pas 9 April wordt bereikt. Dan wordt de koers meer Westelijk en een maand later is de „Harlingen" in Straat Jftavis ten Zuid-Westen van Groenland. Walvisch gesignaleerd. Den 25en 'Mei wordt de eerste walvisch gezien. Engelsche schepen, die worden ge praaid, rapporteeren, zes visschen te heb ben gevangen. De „Harlingen" koerst om den Noord. Kapitein Hoekstra wil naar de Melvillebaai aan de Noord-Westkust van Groenland. Hoe noordelijker men komt, des te slech ter wordt (het weer. Het worden zware da gen voor de bemanning. Het is een ontzet tend stuk werk, bij nacht en ontij „naar boven'' te moeten om de stijf-bevroren zei len te bergen, terwijl het schip slingert en danst op de wilde zee. Maar het zijn allen mannén, 4 ie het vale verstaan en zij zijq vol goeden moed. Op 29 Juni is de kapitein genoodzaakt, de luwte op te zoeken van een reusachti- gen ijsberg. Tegen den avond komt een sloep in het zicht, die zich met veel moeite door het ijs een weg baant naar de „Har lingen". Het is de bemanning van den Engelschen walvisChvaarder „Cicero", die tusschen het ijs is platgedrukt. In deernis- wekkenden toestand werden de schipbreu kelingen aan boord genomen. Later worden zij aan andere Engelsche walvischvaarders overgegeven. Door kruiend ijs, met gereefde marszei len vaart men langzaam Noordwaarts. Het weer blijft zeer stormachtig en onder hun oogen zien de Harlinger zeelieden de „Dexterity" uit Peterhead vergaan. De positie wordt hachelijk. Op 30 Juli komt men dwars tegen een Jxoogen ijsberg te liggen; de positie van het schip wordt hachelijk. De grietjessteng blaat aan stukken, de bramra van den groo- ten mast komt naar beneden en het roer wordt verbrijzeld. De opvarenden vreezen, dat hun laatste uur geslagen is. Maar na eenige dagen reparatie krijgt men den boel weer voor elkaar. De „Harlingen" maakt van den ijsberg los en koerst, begunstigd door een Zuid-Wester verder Noorwaarts. In den loop der volgende dagen wordt de „Dundee" van Londen gepraaid. Kapi tein Duncan wil dezelfde route volgen als kapitein Hoekstra en daarom besluiten beide gezagvoerders bij elkaar te blij ven en elkaar zoo noodig te assïsteeren. Nadat de schepen eenige dagen bij elkaar zijn gebleven, worden ze door.een'orkaan overvaiien, die gepaard gaat met hevige sneeuw- en regenvlagen. De schepen wor den van elkaar gescheiden. De -hevige Zuid-Wester drijft ze naar de kust van noordwestelijk Groenland. Zware ijsblok ken kruien tegen den scheepswand op. Zal de „Harljngen-' het houden? Het schip is hecht en sterk, maar de persing van het ijs doet vreezen, dat de elementen een over winning zullen behalen. 22 Augustus, dus vijf maanden na het vertrek, wordt de toe stand zoo beangstigend, dat kapitein Hoek stra voor alle zekerheid proviand aan dek laat brengen. Het tijdstip lijkt niet ver meer, dat men den driemaster zal moeten verlaten. Des nachts gaat niemand naar de kooi. Het schip trilt in een waren doods strijd. De,bemanning zoekt beschutting aan den lijkant. Een der opvarenden tracht in den fokkemast met flambouwen noodsei nen te geven, maar het lukt niet. Uitgeput en bijna bevroren komt hij weer omlaag. Gekraakt Te middernacht verkondigt een hevig ge kraak het einde van het schip. De scheeps- Harlingen, het oude stadie aan de Zui derzee was in dc dagen toen de zeilvaart nog bloeide, een drukke havenplaats. Schoeners, barken en brikken voeren de kleine haven in en uit. Zij brachten in hoofdzaak hout uit Zweden aan, maar ook andere producten van de havens aan de Oostzee kwamen naar de maga zijnen van de Harlinger kooplieden, de Fonteins, de Harmens en de Hoekstra's. Toen de zeilschepen verdwenen, was het uit met de drukte in de Harlinger haven. Wel kwamen er stoomschepen, die een lijndienst op eenige Engelsche havens als Londen, Huil en Leith onderhielden, maar het was niet meer de drukte van vroeger. In enkele artikelenwaarvan hier het eerste volgt, geeft een medewerker een beeld uit de geschiedenis van de destijds belangrijkste haven van het noorden des lands, de haven van Tjerk Hiddes de Vries. Belgische eeuwlingen iDe burgerlijke Stand van de misdaad elgie mag zich od het oogenblik in Geheimen op „Huize Katwijk wand bezwijkt voor de zware blokken ijs, die zich donderend een weg banen naai de ruimen, die bestemd waren voor het bergen van de walvischtraan. Het heele dek wordt onder gróote ijsblokken bedol ven. De bemanning vlucht in het want, met den dood voor oogen. Kapitein Hoek stra heeft nog de scheepspapieren kunnen redden en ook een vaatje buskruit mee naar boven genomen. Een vreeselijke nacht, een nacht om niet te beschrijven. Maar ze komen hem door. Het houten schip blijft drijven, maar het drijft op een verlaten zee. Als eindelijk de dag aanbreekt gaat de wind iets liggen; de nieuwe dageraad ziet de geheele bemanning in "de masten van het ontredderde schip Aan de weermacht geleverd De vierde Kamer van het Haarlemsche tribunaal heeft uitgespraak gedaan in de zaak tegen den kantoorboekhandelaar O. Th. D., wien ten laste was gelegd de le vering van schrijfmachines aan en het schoonmaken er van voor de Duitsche weermacht. De levering en de daaraan verbonden werkzaamheden zijn volgens het tribunaal vrijwillig geschied en moeten beschouyvd worden als een onge oorloofde steun aan den vijand. Het tri bunaal meende, dat de daaruit genoten £i- nancieele voordeelen dienen te worden ont nomen én bepaalde dat een bedrag van f 12.000 uit het vermogen moet worden verbeurd verklaard. D. werd ook uit de beide kiesrechten ontzet gedurende tien jaar. Verder was het tribunaal van oor deel, dat het lezen van „Die Deutsche Zei- tung" en het geven van kleine bedragen aan Winterhulp, welke feiten D. eveneens ten laste waren gelegd,.geen blijken van nationaal socialistische gezindheid behoef den te zijn, hoe onvoorzichtig zij ook ge noemd moeten worden. Het tribunaal over woog daarbij, dat D. gehuwd was met een Duitsche vrouw en vroeger ook Duitsche kranten las. Deviézen en bloembollen Resultaten over 1946 De ondervakgroep Export van bloem bollen heeft gegevens -verzameld over den uitvoer. Tot en met 9 November waren dit jaar uitgevoerd 23.622.438 kg tot een waar de van 47.390.532. Daaronder zijn: Vereenigde Staten ƒ18.254.242; België ƒ1.530.178; Canada 2.023.278; Denemarken 1.042.428, Enge land ƒ9.858.306: Frankrijk ƒ2.588.864; Zweden ƒ7.255.909. Kolen in papieren zakken Het directoraat-generaal van de prijzen vestigt er de aandacht op, dat de prijzen van vaste brandstoffen, wanneer zij in papieren zakken worden afgeleverd, mo gen worden verhoogd met ten hoogste 70 cent per tien zakken. Wanneer meer wordt gevraagd of betaald stellen zoowel leve rancier als kooper zich aan strafvervolging bloot. Klompen bonvrij De distributie van klompen is opgehe ven, niet omdat er thans voldoende klompen zijn, maar omdat de hoeveelheid beschik bare klompen zoo gering is, dat van een redelijke distributie geen sprake kan zijn. LOU BANDY NAAR INDIë. Zondag zijn het orkest Malando, de zan geres Ann Sandor en de revue-aftïst Lou Bandy per vliegtuig naai- Indië vertrokken waar zij zullen optreden voor de Neder landsche strijdkrachten. België mag zich op het oogenblik het bezit van niet minder dan veertien honderdjarigen verheugen. Dat de vrou wen taaier zijn dan de mannen blijkt wel hiei-uit dat op deze 14 honderdjarigen slechts twee mannen voorkomen. De Bel gische regeering heeft besloten aan deze oudjes voor den winter een speciaal rant soen van vijf hectoliter steenkool toe te kennen. De oudste dezer honderdjarigen is de weduwe Catharina Dalcq uit Noduwez, die den leeftijd van 106 jaren heeft bereikt. Dez<? krasse dame wilde met alle geweld nog haar stem uitbrengen tijdens de laat ste gemeenteraadsverkiezingen en toonde zich zeer teleurgesteld toen de dokter haar dit verbood. Roenieensche koning opent parlement De 25-jarige koning Michael van Roeme nië is voor het eerst sinds den oorlog in het openbaar opgetreden, toen hij Zondag de eerste zitting van het nieuw-gekozen Huis vaiKAfgevaardigden opende. Hij werd lui de toegejuicht door afgevaardigden van de regeeringspartijen. De afgevaardigden van de oppositie nationale boerenpartij en nationaal-liberalen waren niet aanwezig. Volgens welingelichte kringen hebben zij besloten de geheele zitting te boycotten. In zijn rede legde koning Michael den nadruk op de Rnemeensche politiek van vriendschap en nauwe samenwerking met de Sovjet Unie en de Vereenigde Volken. Hij hoopte, dat Roemenië na de ondertee- kening van het vredesverdrag spoedig tot de organisatie der UNO zou worden toege laten. „Rampzalige gebeurtenissen" mogelijk in Perzië De Perzische minister-president, Gha- vam es Soeltaneh, heeft opnieuw een tele gram gezonden aan dr. Dj avid, den gou verneur van Azerbeidsjan, waarin het zen den van troepen door de centrale regeering vóór het houden van toezicht bij de ver kiezingen werd aangekondigd. Ghavam deed een bei-oep op dr. Djavid, geen tegen stand aan de troepen van de regeering te doen bieden. De Azerbeidsjaansche auto riteiten zouden verantwoordelijk gesteld worden voor alle „rampzalige gebeurte nissen", wanneer er verzet geboden zou worden. De verkiezingen zullen op 6 De cember beginnen. Inbrekers kwamen te laat Een timmermanswerkplaats aan den Schalk- wijkerweg te Haarlem was door het inbrekers gilde uitgekozen voor een inbi-aakje. De be zoekers hadden het vermoedelijk voorzien op een electro-motor en een aantal accu's, maar gelukkig waren deze zaken eenigen tijd te voren elders ondergebracht. De eenige schade bleek een geforceerde deur te zijn; verder wordt niets uit de werkplaats vermist. HET STRANDSCHAP ZANDVOORT. Gedeputeerde Staten van Noordholland hebben de raadsbesluiten van Zahdvoort, Haarlem en Amsterdam tot vorming van het „Strandschap Zandvoort" goedgekeurd. 1 Januari 1947 treedt het in werking. Wij vernemen nog, dat er indertijd ook onderhandeld is met Bloemendaal om eveneens tot dit strandschap toe te treden, maar dit heeft toen niet tot een guhstig resultaat geleid. „De namen van meer dan 800.000 Ne- derlandei-s. die op de een of andere wijze met Politie of Justitie in aanraking zijn geweest, staan hier geregistreerd", zegt de commissaris H. J. Regenboog, het hoofd van den in huize Katwijk ondergebrachten rijksidentificatiedienst, en hij wijst op de groene stalen kasten, die manshoog langs de muren staan. Het betreft hier niet allemaal menschen, die zware misdaden op hun geweten heb ben. Zoo staat een groot aantal menschen geregistreerd, die om de een of andere re den eens een boete hebben gekregen en deze door verhuizing of vertrek naar het buitenland nooit hebben voldaan. Zoodra de nieuwe woonplaats van deze menschen vaststaat, worden zij in de gelegenheid gesteld alsnog deze boete te voldoen. Alleen hierdoor bi-engt de cartotheek reeds bijna haar geld op want in zeker jaar werd b.v. reeds f 50.000 aan achterstallige boete geïncasseerd. Het overgroote gedeelte dei- cartotheek wordt evenwel ingenomen door Nederlanders, die ongunstige strafrechte lijke antecedenten hebben, tei-wijl ook alle gedetineerden, zoowel voor gewone als politieke delicten er in zijn opgenomen, cartotheek wórdt voortdurend up-to- T reinparlement Het is vol in den trein, stampvol. Ik hang, op précaire wij2C balanceerend, aan een jassen-haakje en wijs den man, die voor-mij slaat, er af en toe op dat hij lich telijk ongelijk staat. Vervelen doe ik mij niet, want een amateur-treinparlement is in vollen gang. Tot nu toe is het „probleem Indië" besproken en gezien de heftigheid, waarmee de debatten gevoerd worden, ziet het er naar uit, dat dit punt de heeren leden nog wel tot Haarlem zal bezig houden. Links van mij zit de rechtsche fractie, rechts de linksche. Om in stijl te blijven, corrigeer ik dus mijn observatiepost en draai mij om, hoewel ik niet tegen achter uit rijden kan. Voorloopig zijn beide fracties nog bezig hun standpunt te formuleeren. De fractie voorzitter van links neemt het woord; „Kijk'es heere, nou gaane onze jonges naar dat Indonesië toe. Waarom? Om te vech ten, accoora, maar foor wie, foor Jan Ka pitaal". De fractie knikt instemmend en het eenige vrouwelijk lid zegt: „Zoo is 't net-, foor die aandeelknippers" en ze trekt haar neus in een minachtende kronkel. De voor zitter, zich door dezen bijval sterk voe lend, richt zich nu tot ieder lid afzonder lijk: „Jijvvelleswatuitindiëgesien? Jij? Ooit afdeeling beschikt thans over een enorme Sesien?" De fractie betuigt nega- s^tssi SE» ÏÏLS& St.de In een vorig artikel over Huize Katwijk werd iets verteld over de wetenschap, die de Nederlandsche politie terzijde staat bij het opsporen van groote of kleine misdadigers. Thans is het de beurt aan den Burgerlijke Stand van de Nederlandsche misdaad" en den dactyloscopischen dienst, die elk op hun wij-zo tol de bestrijding van den zelfkant der maatschappij bijdragen. sonen. die een leidende functie zouden krijgen er 2 lid geweest waren van de S.S. Vingerafdrukken: een belangrijke rol. De Dactyloscopische afdeeling maakt een belangrijk onderdeel uit van den rijksidentificatiedienst. Men werkt er vol gens het z.g.n. Amsterdarnsche systeem, uitgevonden door wijlen Commissaris van Politie E. J. Pateer. De Dactyloscopische geregeld wordt aangevuld met die, welke date gehouden doordat de burgemeesters uit de huizen van detentie en van de po- van alle gemeenten in Nederland dit een- lltie dei' verschillende gemeenten worden Irale punt door middel van weekstaten .ontvangen alsmede met die, welke door. voortdurend op de hoogte houden van mu- den rijksidentificatiedienst zelf worden taties inzake crimïneele elementen. In het gemaakt. bijzonder geldt dit natuurlijk voor het ver anderen van verblijfplaats en de gedra gingen van recidivisten. Aan den anderen kant, aldus de Commissaris, waarschuwen wij de gemeenten wanneer de straf van een delinquent expireert, zoodat een beetje op hem wordt gelet. Uiteraard geldt dit na tuurlijk alleen voor de ernstigere gevallen. De cartotheek dient in de eerste plaats ter informeering der Politïeele en Justi- tieele instanties, doch ook landmacht, ma rine en luchtstrijdkrachten en vele semi- officieele instellingen maken er gebruik van. Met betrekking tot laatstgenoemde instellingen brengt de rijksidentificatie dienst alleen een advies uit. b.v. of een betreffend persoon op grond van zijn ante cedenten wel dan niet kan worden aange nomen. Bij het verstrekken van een naga- tief advies worden dezen instellingen even wel niet de bijzonderheden verstrekt, die tot het uitbrengen hiervan aanleiding zijn geweest. Op zeker oogenblik werd ons verzocht de antecedenten na te gaan van enkele personen, die in dienst van de UNRRA wa ren. Uit onze cartotheek bleek dat een van hen geregistreerd stond wegens oplichting en vei-duistering en bovendien nog lid was geweest van de N.S.B., hij werd Jjatuurlijk ontslagen. Ook de militaire instanties maken ge regeld gebruik van den identificatiedienst en zoo bleek, dat op een groep van 30 per- G sen beter, eerivoudiger en goedkooper middel om iets op te ruimen of te ruilen dan een LUIDSPREKER in de IJMUIDER COURANT. Doet er uw profijt mee. Zoo neemt deze dienst b.v. van alle po litieke delinquenten, die wapendragers zijn geweest, vingerafdrukken. Vexwolgens liet Commissaris Regenboog een andere belangrijke afdeeling van den identificatiedienst zien: den foto-techni- schen dienst. Van dezen dienst is dagelijks een aantal fotografen op stap om foto's te maken van de gedetineerden in gevange nissen, huizen van bewaring en bewarlngs- kampen van politieke gevangenen. Zij ko men vaak terug met 2000 tot 2500 opna men. Deze worden in negatief-vorm in de cartotheek opgenomen en worden pas af gedrukt wanneer hiertoe op een bepaald oogenblik aanleiding bestaat. Op verzoek van Politie of Justitie verleent deze dienst met zijn prachtige outillage eveneens des kundige assistentie wanneer dit in belang- rijke misdrijven noodig mocht blijken. Micro-fotografie. Hier zien wij eveneens de panphot, een op microscoop gemonteerde camera. Het geen de microscoop duizendmaal vergroot, wordt door de camera met een vergrooting van niet minder dan 2Vz duizend maal op de gevoelige plaat vastgelegd. Deze appa ratuur wordt in het bijzonder gebruikt voor het fotografisch vastleggen van bloed- had' Dat deze materialistische beschouwingen door de rechterzijde met afketlrend ge snuif worden ontvangen, behoeft niemand te verwonderen. Een oud heertje, dat zijn nationale gevoelens onderstreept met een rood-wit-blauw speldje, zegt: „Heeren, wij hebben daar een taak te vervullen. Bovendien is Soekarno een fascist. Ik heb een neef bij het leger en die zit er al twee maanden en die zegt. dat die extremisten een soort W.A.'ers zijn, niet met zwarte pakkies, maar met zwarte gezichten en dat de bevolking ons maar al te graag te rug wil hebben. Trouwens waarom ook niet? Hebben ze het bij ons niet best ge had? Waarom zouden die menschen vrij willen?" De fractie denkt hier een oogen blik over na en komt dan eenparig tot de conclusie, dat daar inderdaad geen enkele reden toe is. Het debat brandt los en de remmende invloed van een voorzitter ontbreekt. Men verheft de slem, men duwt elkaar kran tenartikelen onder den neus, men twijfelt aan elkaar goede trouw en tracht elkaar te overtuigen van eikaars waarheid. Pan demonium breekt los. Wat ik alreeds gevreesd heb, gebeurt nu. Men begint het nuttelooze. „Alsar gument te hanteeren, niet de vaardige domheid, die dit soort politici eigen is. „Als de Engelschen zich er maar niet mee hadden bemoeid". „As'ze maar naar mijn man hadde ge luisterd". „Als we toen maar troepen hadden ge- Eduard van Beinum, dirigent van het Amsterdarnsche Concertgebouworkest, heeft in Londen enkele concerten gegeven vtet het Londensch Pliilharmonisch orkest. De foto toont van Beinum, in Londen dingeerend voor een radio-opname. preparaten, spermatozoïden, vezels en haren. Een snufje der moderne techniek is ook de hier opgestelde vergelijkingsmicroscoop. Vooral bij het vaststellen, of een bepaald projectiel uit een bepaald vuurwapen af komstig is, wordt van-deze vei-gelijkings- microscoop gebruikt gemaakt. Hiertoe wordt dan de kogel, die in het lichaam van het slachtoffer is gevonden, vergeleken-jnet het projectiel, dat men op zettelijk nog eéns heeft afgeschoten uit het wapen waarvan men vermoedt, dat het gebruikt is door den dader. Wanneer beide projectielen dezelfde, door de z.g.n. trek ken en velden van den binnenkant van den loop veroorzaakte krasjes vertoonen, mag men aannemen dat zij uit hetzelfde vuurwapen afkomstig zijn. Ook bij het vergelijken van een echt geldstuk met een valsch, bewijst deze vergelijkingsmicro scoop groote diensten. Gedenkteeken in Flossenburg Nabij het voormalige concentratiekamp Flossenbürg in Oberpfalz is onlangs een monument onthuld, dat is opgericht ter her innering aan de 53.960 gevangenen, die er gedurende de jaren 1938—1945 om het leven kwamen. Hiertoe behoorden 1.162 Nederlan ders. Bij de plechtigheid waren kapitein ir. H. J. A. Almoes, Nederlandsch verbindings officier te Frankfort, en luitenant Gomez de Mesquita aanwezig en verder Russische, Joe goslavische, Poolsche en Amerikaansche dele gaties. Het voormalige concentratiekamp, dat thans in gebruik'is als Kamp voor displaced persons uit Polen en de Baltische staten ligt op c.a. 1100 m. hoogte, op een door steile rotsen en diepe afgronden omringde vlakte. Het woord werd gevoerd door een Rus- sischen en een Joegoslavischen kolonel, door kapitein Almoes en door een Amerikaan, die sprak over zijn 001 het leven gekomen Jood- sche broeders. Tenslotte heeft de minister president van Beieren, dr. Gögner gesproken. In een der gedenktafels bij het monument zal de volgende Nederlandsche tekst gegraveerd worden: „Gedurende de jaren 19381945 vie len hier 1.162 Nederlanders voor hun Vader land. "Wij hebben jaren verloren, wij kunnen een eeuw winnen „As' Troelstra d'r nog maar was". Dan wordt het verlossende woord ge sproken door de eenige partijlooze. Een bleek, gebrild, spichtig meisje van een jaar of zeven zegt met treiterende duidelijk heid: „As is verbrande turref". De fracties zwijgen onthutst en een beetje geraakt bij deze ontstellende waar heid. De trein rolt het Haarlemsche station binnen. W. L. B. Eeredocloraten voor verdienstelijke Nederlanders De senaat der Technische Hoogeschool te Delft heeft besloten het doctoraat in de technische wetenschappen honoris causa te vevleenen aan ir. W. J. H. Harmsen, direc teur-generaal van den Rijkswaterstaat, ir. W. Hupkes, president-directeur der Neder landsche Spoorwegen, A. Plesman, presi dent-directeur van de K.L.M. en ir. D. P. Ross van Lennep, hoofdbedrijfsingenieur bij de Staatsmijnen. Deze eeredoctoraten zullen worden verleend op de vergadering, die 8 Januari ter gelegenheid van den verjaardag der Technische Hoogeschool wordt gehouden. Nier van cellofaan De Daily Express meldt het volgende: „De Nederlandsche physioloog dr. G. W. Kollf, die verbonden Is aan een Londensch ziekenhuis, heeft een kunstmatige nier ver vaardigd uit cellofaan. Met deze kunstmatige nier is reeds in vijf gevallen levensgevaar afgewend. Volgens het door dr. Kollf uilge vonden procédé wordt het onzuivere bloed, aan een arm van den patient onttrokken, door een buis van cellofaan, ter lengte van onge veer 35 meter, geleid, welke buis is gedrenkt in een speciale vloeistof op bloedtemperatuur. De onzuiverheden worden door het cellofaan opgenomen en het gezuiverde bloed wordt in het lichaam teruggeleid. Het voor dit procédé geconstrueerde toestel wordt aangewend in gevallen van nierziekte, om den patiënt in leven te houden terwijl de zieke nier wordt geopereerd. Dr. Kollf heeft verklaard, dat evenwel niét in alle ernstige gevallen van nierziekte van dit apparaat gebruik gemaakt kan worden." FEUILLETON door Hpns Hirthammer 27) Met een trage beweging schoof hij het tapijt, dat de tent afsloot, terzijde om daarna voorzichtig binnen te treden. Zijn blik dwaalde onderzoekend door de als woonvertrek ingerichte ruimte, om daarna tmet kennelijke onverschilligheid op de Europeanen te blijven i'usben. „U hebt mij laten roepen?" Ellen Boyard keek verbaasd op. Zij be merkte onmiddellijk, dat Ali sinds den vo~ rigen dag een belangrijk deel van zijn onderdanigheid had ingeboet. De zelfbe wuste klank in zijn stem getuigde van een verandering in zijn houding. „Mister Been is vannacht spoorloos ver dwenen". „Dat hoorde ik van mijn mannen", „En heb je geen enkel vermoeden?" „Neen, Sah'bije, niet het minste. Wij zullen maar hopen, dat den heer niets is overkomen". Miss Boyard wees op den piloot. „Dit is mister Hamilton. Ik heb hem verzocht mister Been te vervangen". „Ik zal het mijn mannen meedeel en". Tijdens dit korte gesprek had Hamilton kwasi doelloos de tent op en neer geloopên. In tusschen was hij echter steeds dichter de opening genaderd om den Mohamme daan eventueel den terugweg te kunnen afsnijden. Nu leunde hij tegen den paal, welke dc tent naast den ingang stutte. „Is je vannacht niets bijzonders opgeval len? Een of andere gebeurtenis, welke met het verdwijnen van mister Been in verband zou kunnen worden gebracht?" Ali keerde zich met een ruk naar den piloot om. Eenige seconden lang boorden zijn oogen zich wantrouwend in die van ,den Engelschman? „Neen, Sahib! Ik was in mijn tent en heb geslapen. Hoe zou ik dan iets bijzon ders hebben kunnen bemerken?" „Werkelijk? Heb je den geheelen nacht geslapen? Het komt me voor, dat -je ge heugen je min of meer in den steek laat". All werd zichtbaar onrustig. „U schijnt mij niet te gelooven, Sahib. „Goed geraden, mijn zoon! Je deed verstandiger door je nachtelijk uitstapje eerlijk op te biechten. Vei'tel eens op waar ben je geweest?", „U vergist u!" antwoordde dc Moham medaan met iets van gekrenkte waardig heid. „Ik heb mijn tent niet verlaten!" „Je bent door een vreemden man weg gehaald en mister Been is je gevolgd. Hou dus eindelijk op met dat eeuwige liegen!" Ali verschoot van kleur. „Wat, mister BeenEn plotseling sprong hij op Hamilton toe, met de verbetenheid van den tot razernij gebrachten man, die voor niet terugdeinst. De piloot zag, hoe de Mohammedaan bliksemsnel een dolk greep, dien hij.in zijn gordel droeg. Op hetzelfde oogenblik ech ter trok Hamilton zijn browning, mikte even en drukte af. Ali wankelde midden in den sprong. Zijn opgeheven hand zonk omlaag en de dolk viel o£> den grond. Hij draaide een halven slag om zijn eigen spil en zakte daarna zonder een kik te geven ineen. Hamilton keek star naar den stervende tot deze geen teekenen van leven meer gaf. Daarop bukte hij zich, raapte den donk op en bekeek het wapen van alle kanten. „Een goede kling!" zei hij, met iets van waardeering. „Mister Hamilton!" Hij sloeg zijn oogen op en zag den ang- stigen blik van het meisje op zich geves tigd- „Dat was helaas niet vermijden", zei hij, schouderophalend. „Hij of ik! Een van ons beiden moest er aan gelooven". Peinzend onderzocht hij met den top van zijn vinger het scherpe, puntige wapen. „Wat nu?" fluisterde Ellen Boyard. Het ontging Hamilton niet, dat het ge beurde haar uit haar evenwicht had ge bracht. „In ieder geval het hoofd niet ver liezen! Eerst zullen wij eens zien, hoe de anderen zich gedragen. Misschien is het wel goed dat zij zoo spoedig mogelijk ver nemen, dat hun hoogst onbetrouwbare aanvoerder zijn verdiende loon heeft ge kregen. Zij kunnen dan op hun vingers nagaan, dat wij niet zoo veel complimen ten maken". „Ilc heb het gevoel, dat deze geschiede nis ons nog duur te staan zal komen". Met een snelle beweging trad hij op haar toe en drukte haar handen. „Ik ben blij, miss Boyard, dat u den moed hebt de wei-kelijkheid onder de oogen te zien".. Daarna ging hij naar buiten om eenigen mannen opdracht te geven het stoffelijk overschot van Ali Mohammed te begra ven. XXVIII. Onder Vischwa's bekwame leiding wa ren de beide vrienden een heel. eind opge schoten. „Het was me een lief ding waard, als ik met een flinke dynamietlading, die heele bende hier in de lucht kon laten vliegen!" James Cookerel mompelde het met nauw verholen woede voor zich heen, nadat hij aan een vooruitspringende rotsblok weer eens op zeer gevoelige wijze zijn hoofd had gestooten. „Houd toch eindelijk eens op met dat eeuwige gemekker!" trachtte professor Floyd zijn metgezel te kalmeeren: „Zelf- beheersching en gematigdheid vormen nog steeds de kenmerken van den verstan- digen mensch". „Je wilt toch niet beweren, dat we, sinds we naar dit krankzinnige onderaard- sché hol zijn getogen, nog ,iets met ver-, standige menschen gemeen hebben?" siste Cookerel, terwijl lxij verder achter Vïschwa aan door de duisternis slofte. „Wij zijn er bijna. En ik zou u nog eenmaal willen raden uw plannen te laten varen. Ik vrees, dat het niet goed zal af- loopen!" waarschuwde het meisje op be zorgden toon. „Nu moet je eens lief en volgzaam zijn, Vischwa, en ons niet meer bang trachten te maken. Wat mij betreft, ik ga nog liever vandaag den dood tegemoet dan hier nog een dag langer dan noodig is als een slak te moeten x-ondkruipen". Vischwa scheen ixx te zien, dat al haar waarschuwingen vruchteloos waren. „Bin nen een half uur kunnen wij er zijn. Hla Ma Chood huist ixx een eenzaam en moei lijk toegankelijk hol, dat door niemand behalve hijzelf mag worden betreden. Een dubbele keten van uitgezoohte mannen bewaakt hem, maar zelfs, wanneer het U gelukt door deze keten heen te komen, bent u ïxog niet veel verdei-, want de plaats waai" de oppex-priester zetelt, heeft een doodelijke uitwerking op eiken onbevoeg de, die haar durft te betreden". „Hoezoo?" „Dat weet niemand. Men fluistert,*dat Hla Ma Chood omgeven wordt door een giftige uitstraling. Wie deze inademt, vindt onder verschrikkelijke pijnen onherroepe lijk den dood!" „Hm!" bromde Floyd. „Wat denk jij daar van, James?" „Ik geloof, dat zelfs een gasaanvalletjc ons niet van ons plan zal kunnen afhouden. Jammer, dat we geen gasmaskex-s hebben meegenomen. Enfin, je kunt tenslotte niet aan alles denken". „Denk je, dat er iets waars schuilt in die bewering?" „Ach wat! Zoo ex-g zal het* wel niet zijn. Anders zou de oude heer het zelf ook wel niet zoo lang hebben uitgehouden". Weldra bemerkten zij aan Vischwa's toenemende voorzichtigheid, dat zij de ge- varenzöne naderden. Het meisje hield elk oogenblik haa<r pas in, luisterde ingespan nen naar elk geluid, dat door de heer-, schende duisternis tot hen doordrong, fluisterde onvei*staanbare woorden en be wees daarmee, dat zij nu elk oogenblik voor een onaangename verrassing zouden kunnen komen te staan. Deze laatste liet dan ook niet lang meer op zich wachten. Fi-ancis Floyd, die nu aan het hoofd ging van van de kleine ex peditie, bleef plotseling staan eri dc an deren, die tegen hem opbotsten," waren wel gedwongen dit voorbeeld te volgen. Er was geen twijfel mogelijk! Op eeni gen passen van hen af bevond zich iemand. Duidelijk vernamen zij een langgerekte, fluitende ademhaling. „Die kerel slaapt!" fluisterde Cookerel. „Hoor je niet, hoe hij snurkt?" - „Misschien komen we er doorheen zon der hem wakker te maken". „Laten we het probeeren!" Voorzichtig slopen zij verder. Nu klonk het gesnurk in Floyd's on middellijke nabijheid. Hij meende den niets vennoedenden man te zien liggen, het moede hoofd rustend op den arm ge bogen. Hij liep zoo ver 'mogelijk om hem heen en beduidde den anderen hem te volgen. De kleine manoeuvx-e scheen te zullen gelukken, maar juist, toen Floyd meende, dat het gevaar geweken was, verscheurde' een doox-dringende kreet de heerschende stilte. Was. Cookerel over den^ slapenden schildwacht gestruikeld, of was de man uit zichzelf ontwaakt? Het deed er ten slotte weinig toe. Het ongeluk was ge beurd en nu bleef hun niet veel anders over dan zich snel en zoo stil mogelijk van den spelbederver te ontdoen. Helaas schreeuwde de man als een be zetene en toen Floyd hem eindelijk bij zijn keel te pakken kreeg en hem den adem afsneed, was het te laat. De hel scheen te zijn losgebroken. Hier en daar werden fakkels zichtbaar. Half- - naakte gestalten kwamen krijschend aan rennen en dreigden de indringers onder den voet te zullen loopen. Met. een snellen, welgerichten vuistslag ontdeed Floyd zich van den man, die het onheil had veroorzaakt. Daarna vloog $iin blik over het tafereel, dat in het schijnsel der walmende fakkels voor hem opdoemde. Enkele seconden waren voldoende om hem de situatie te doen overzien. Daar ginds, die steile hoogte dat was him eenige kans. Uit die richting kwam nie mand en als het hun gelukte snel ge noeg het eerste plateau te bereiken, dan zouden zij hun eventueele achtervolgers een voor een omlaag kunnen werpen. Hier beneden den strijd met de veel voudige overmacht aan te gaan, zou gelijk staan met een poging tot zelfmoord. Blikserhsnel gingen deze gedachten hem door het hoofd. Hij greep Vischwa en trok haar met zich mee. „Vlug, daar naar bo ven!" riep hij James toe. „Loop zoo hard als je kunt!" Cookerel begreep onmiddellijk, wat hij bedoelde en nu ontwikkelde- zich een wed loop pp leven en dood. Floyd en zijn metgezellen verdubbelden hun pogingen. Vooral Vischwa ontwikkel de een ongelooflijke snelheid. Haar hax-cn wapperden achter haar aan. Floyd had alle moeite het meisje bij te houden, temeer, omdat hij zijn vriend niet in den steek mocht laten. Zwaar hijgend en vrijwel geheel buiten adem snelde hij achter de beide anderen aan. Het zweet parelde hem op het voorhoofd. „James, wij halen het! Maar spaar je krachten, want wij moeten den berg nog op!" Cookerel gaf geen antwoord, maar zijn van inspanning verwrongen gezicht ver ried meer dan waartoe woorden in staat zouden zijn geweest. Zij bereikten den voet van den bex-g met een kleinen voorsprong op een paar vlugge kerels, die van rechts naderbij stormden. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1946 | | pagina 3