c
Litteraire kantteekeningen
Met de „U-brigade" naar Padang
De prijs der economische eenheid
Zeer geringe belangstelling
voor nieuwe emissies
Zondagavond een totale Maansverduistering
Wereldnieuws J
De Zeeuwen hebben het niet gemakkelijk
Padang 26 November 1946.
De U-brigade is naar Padang gegaan om
de bezetting van het eenige plekje geal
lieerd gebied in West-Sumatra van de
Engelschen over te nemen. De U-brigade
bestaat uit Nederlandsche oorlogsvrij
willigers, de bataljons „Jagers", „Zee
land" en „Veluwe". aangevuld met de
noodzakelijke genie, aan- en afvocrtroe-
pen, enz. Een bataljon van het Koninklijk
Nederlandsch-Indisch Leger is er ook bij
ingedeeld, doch dit blijft voorloopïg op
Java.
Het is nu ruim een jaar geleden, dat deze
jongens Holland vaarwel zeiden om t? doen
hetgeen zij zagen als hun plicht en tevens
wat van de' wereld te zien. Een gemakkelijk
leventje hebben zij niet gehad. Eerst zijn zij
in Malakka „gestrand", en daar moesten zij
eenige maanden blijven. Toch kwam het ge
dwongen verblijf aldaar hun goed van pas.
Hun opleiding was n.l. verre van volledig ge
weest, en nu gaf Malakka de noodige gelegen
heid tot training, waarvan een dankbaar ge
bruik is gemaakt.
In Maart van dit jaar bracht de brigade
commandant, kolonel J. W. Sluyters van het
K.N.I.L., de drie bataljons naar Batavia. Sinds
dien hebben deze Hollandsche jongens, zij
aan zij met hun collega's van het Indische
leger, vrijwel onafgebroken dienst gedaan bij
de bewaking van de stad en de pacificatie der
ommelanden. Zij begonnen onmiddellijk met
het aflossen der Britsche troepen en verloren
in de eerste drie weken bij schermutselingen
vijf man. Het was hun eerste ervaring in het
gevecht: daarna bleven de verliezen uitzon
derlijk laag. In totaal zijn van begin Maart
tot half November bij de U-brigade 20 dooden
gevallen in actie, terwijl negen man ten ge
volge van een ongeluk om het leven zijn ge
komen. Dit op een totaal van omstreeks 4000.
Ik ging naar Padang met het m.s. „Ruys",
een der mooiste schepen van de K.P.M., toen
dit het bataljon „Zeeland" met wat techni
sche troepen (in totaal een 1200 man) van
Batavia derwaarts bracht. Alle afscheid is
moeilijk cn het was een van die momenten,
die men niet gauw vergeet toen de Prins
Bernard Kapel (compleet: mêl Kees den bok!)
op de kade van Priok het Wilhelmus blies. De
Zeeuwen hadden heel wat waclitjcs moeten
kloppen In die acht maanden rond Batavia,
i patrouille loopen door dc sawah valt ook
Onze speciale verslaggever in Inclïé
bracht, een bezoek aan Paclang en ver
telt naar aanleiding daarvan in een
reeks artikelen iels over de Nederland
sche troepen, de toestanden daar, zooals
die sedert de capitulatie van Japan zijn
gegroeid, en de militair-politieke situa
tie op dat oogenblik. Hoewel een en
ander Padang betreft, is het geheel
karakteristiek voor de overal in Indië
bestaande moeilijkheden.
een goede gelegenheid om eens rustig te pra
ten en zoo leerde ik die Zeeuwen een beetje
kénnen op de reis naar Padang.-
Het zijn kerels van de beste soort, die hun
taak hier zeer serieus opvatten en op een
bewonderenswaardige manier met dc Indo
nesische bevolking weten om te gaan. Ik hoor
de treffende staaltjes van de dankbaarheid
der bevolking bij het afscheid van het Zeeuw-
sdhe bataljon.
Het levende bewijs is er trouwens in den
vorm van „Mandri de Zeeuw". Enkele maan
den geleden struikelde een der Zeeuwen des
avonds bij het wachtloopen in Grogol, buiten
Batavia, over iets. Dat „iets" bleek te zijn
een Indonesisch jochie van een jaar of zes,
dat daar te slapen lag". Men droeg 'hem bin
nen en vroeg hem naar zijn naam. „Mandri"
heette hij. Waar zijn vader 'en moeder waren?
Hij had,geen ouders meer. Waar hij vandaan
kwam? Hij wist het niet. Van dien avond af
is „Mandri de Zeeuw" het meest trotschq. lid
van het bataljon.
Mandri was vermagerd en ziekelijk, maar
knapte al gauw op onder de goede zorgen van
het heele bataljon. Hij kreeg een uniform
(met „Zeeland" op de mouw!) leerde Hbl-
landsdh en ging zelfs op de lagere school ge
durende den tijd, dat „zijn" troep in de stad
gelegerd was.
De zwaar beschadigde spoorbrug bij Wes tervoorl wordt thans weer opgebouwd.
Roode Kruis-hulpaclie
voor Oostenrijk
Daar de toestand in Oostenrijk nog zeer
slecht is heeft het Nederlandsche Roode
Kruis een hulpactie op touw gezet, ten
einde den voedselnood voor de komende
Kerstdagen eenigszin3 te lenigen. Deze ac
tie is ondernomen in samenwerking met
Oostenrijksche comités overzee, die levens
middelenpakketten inzamelen. 12 Decem
ber wordt een Kersttransport samenge
steld. De pakketten mogen niet zwaarder
zijn dan 5 kg. De inhoud mag uitsluitend
bestaan uit artikelen zonder bon, waaraan
een weekrantsoen van gerantsoeneerde ar
tikelen kan worden toegevoegd. 10 De
cember moeten de pakketten aan het bu-
beau Imhoffstraat 45, Den Haag bezorgd
zijn, waar ook de transportkosten ad 1' 4.25
voldaan kunnen worden.
Verder wordt elke maand een transport
van pakketten naar Oostenrijk verzorgd.
Alle pakketten moeten voorzien zijn van
inhoudsopgave in duplo met naam en adres
van deh afzender.
Welke kleur is de beste
voor een voetbal?
Modderige velden en grijze lucht, de normale
omstandigheden, van hét Engelsehe voetbalsei
zoen, hebben geleld text een proefneming met
voetballen van diverse kleur, om den bal beter
zichtbaar .te maken.
De leiders van de Corinthian afdeeling. Walton
and Hersham, zijn thans bezig daarmede proe
ven te nemen, om 'uiteindelijk de kleur van
den bal te kunnen vastleggen. Begonnen wordt
met een groen,gekleurde bal, daarna met een
witte en vervolgens met een helgele.
in de Spuistraat tc Amsterdam reed de
Haarlemsche tram een bespannen wagen aan.,
waardoor het paard op hol sloeft Een politie
agent sprong op den wagen, klom over den 'ook
op den, rug van den rossinant en wist het dier
tot staan te brengen.
IN DE WERELDPOLITIEK:
Dr. Rudolf Paul is minister-president
van het door de Sovjets bezette Thiiringen
en wanneer deze functionaris via de Ber-
nict mee. Maar wat zy achter lieten, mocht j lijnsche radio een bepaalde uitlating doet,
er ztfn: een gebied waar dc bevolking weer kan men er zeker van zijn dat dè Russen
rustig haar gang kon gaan zonder die voort- met die uitlating accoord. gaan omdat zij
durende vrees voor terreur of kidnapper^
van den Japanschen tijd en den chaos sinds
dien.
Anderhalve dag aan boord van een schip is
DE TOOVERSTAF
VAN DE GOEDE FEE
Er was eens diep in het bosch
een goede fee. Rustig en tevreden
leefde zij tusschen de dieren en
kabouters. Als dan menschen
kwamen en haar om hulp en raad
vroegen, nam zij haar tooverstaf
ter hand en vervulde vele wen-
schen der arme menschen. Deze
heerlijke tijden zijn jammer voor
bij. Er zijn geen feeën meer die
tooveren en veel moeilijkheden
van ons kunnen wegnemen. Toch
zullen ook zonder feeën met
tooverstaf veel moeilijkheden
worden opgelost. Op het oogen
blik genieten wij toch reeds van
dingen, die ons kort geleden nog
bijna een sprookje schenen. Wij
genieten weer van de heerlijke
koffie roodmerk en van de geu
rige thee zilver-roodmerk van De
Gruyter.
(Adv.)
van Thomas Toverbal
Tekst van Bep Smits, met
tekeningen van 1 Giesberts
20. Eindelijk brak dan De Grote
Dag aan! Vroeg in de ochtend liep de bur
gemeester al rond in zijn nieuwe statie-
pak, om vast wat aan de snit te wennen.
Ook Mevrouw Amandelpers-Bitterkoek
hulde zich tijdig in haar japon van zacht
geel bladerdeeg. Op weg naar het raad
huis, waar alles voor de koninklijke ont
vangst gereed ivas, werden zij beide luide
toegejuicht. Toen klaroengeschal van he
rauten de komst van Koning Ananas aan
kondigde, steeg de vreugde ten top! Daar
reed hij, in zijn sierlijke met dadels be
werkte vijgenkoets, door de oude Stads
poort, Roomhoorn binnen. Aan het stad
huis trad de burgemeester den ouden vorst
met een diepe buiging tegemoet, doch kon
van aandoening slechts enige schamele
welkomstwoorden over zijn trillende lip
pen brengen. Maar de Koning glimlachte
beminnelijk en wuifde de opgewonden me
nigte vriendelijk toe. Plots viel er een stilte,
over het Beschuitplein: 't Mannenkoor hief
de eerste tonen aan van het pasgemaakte
Volkslied.
„Geen Krentenlop op heel de aard
Heeft, eeuwenlang zóó'n klont bewaard!
Geen schooner berg, dan die van Grutten,
Om ons klein landje te beschutten!"
Zoo luidde het refrein, dat door allen
staande werd meegezongen. Toen brak het
grootse ogenblik aan: de onthulling van het
standbeeld. De Koning sneed met vorstelijk
gebaar drie dikke kaneelstangen door, het
doek gleed omlaag.... en daar stond het
meesterwerk van Jochem Fruitmes. De
ruwe kandijklonl was herschapen in een
wonderschone beeltenis van Ceresde Go
din van de Overvloed.
tevoren door de bezettingsautoriteiten van
Thüringen grondig is gecensureerd.
Dr. Paul legde dezer dagen een merk-
waardige verklaring af zoo merkwaar
dig, dat men zich afvraagt, of hier niet
sprake is van een door de Russen geïnspi
reerde uiting met voorshands nog moeilijk te
achterhalen bedoelingen. „Een der belang
rijkste doelstellingen van mijn regeerings-
program", aldus Paul, „zal zijn het. tot
stand brengen van goede verbindingen
met de Westelijke zones'1. Wanneer men
zich de omstandigheden van isolatie en
economische zoowel als politieke gesloten
heid der Russische zóne voorstelt, die ver
antwoordelijk is voor de bekende verge
lijking van het „gordijn", dan krijgt men
bij het vernemen van Paul's woorden een
gewaarwording die het midden houdt tus
schen verrassing en argwaan. Een minister
president van een stukje Russisch Duitsch-
land, die twee censuur-sluizen door moet
voor hij zijn per interview afgelegde ver
klaring door den aether kan zenden, heeft
bitter weinig kans iets te vertellen, dat de
Sovjets niet welgevallig is. Een Kurt Schu
macher kan in Londen wel komen uitba
zuinen, wat een grandioze mislukking de
Britsche bezettihgspolitlek in Duitschland
is geworden, maar dergelijke vrijmoedig
heden en vrijheden zijn in bet Oosten min
stens zeer ongewoon. Dus dr. Paul zal wel
de les hebben opgedreund, die zijn over
heden hem tevoren hadden ingeblazen.
Dan tot het gordijn terugkeerend
wordt de vergelijking bepaald 'humoris
tisch: Het gordijn wordt voorzichtig met
een spleetje geopend en daar doorheen
komt de bengel met het spartelende spie
rinkje, dat een tót nu toe nog anoniem ge
bleven kabeljauw zal moeten lokken
De figuur van Dr. Paul krijgt nu plot
seling in de oogen van de niet-Russische
bezetters van Öuiischland een belangrijke
functie: Men ziet hem als de „wegberei
der" voor den grooten Russischen stap tot
deelneming aan de economische unificatie
van Duitschland: men zoekt achter hem
het verlangen der Russen hun zóne te doen
deelen in zegeningen der door Amerika
gedragen saneering van Duitschland, na
dat zij om met een onlangs in ons blad
aangehaalde uitlating van de „News Chro
nicle" te spreken die zóne tot een uit
geknepen citroen hebben gemaakt, waar
de economie geruïneerd is en niets meer
kan opleveïen.
Er is niets "humoristisch meer in de heele
kwestie, wanneer men beseft wat voor
soort bezettingspolitiek dit eigenlijk is. De
handelwijze die de Russen ten opzichte
van Duitschland bezigen, verraadt reeds
weinig verantwoordelijkheidsgevoel tegen
over Europa, waarvan Duitschland een
belangrijk onderdeel vormt. Doch de Wijze
waarop de Sovjets dit Duitschland boven
dien nog probeeren uit te spelen tegen het
verlangen der andere geallieerden, Europa
te saneeren, is wel het beste bewijs voor
afwezigheid van dat verantwoordelijk
heidsgevoel. De reeds hierboven gesigna
leerde opmerking in de News Chronicle
definieerde Rusland's overwegingen zooals
die uit de feiten en verwachtingen kan
worden gereconstrueerd, zeer raak door
te zeggen: Een staaltje van goede
commercieele ta'ctiek der Russen, waarbij
Duitschland zou l'ungeeren als een koe, ge-
oed door het Westen en gemolken door
het Oosten".
De feiten, waarop deze beschouwing
van de News Chronicle steunde, zijn op
het oogenblik weer ruim een week oud,
zoodat de uitlating van dr. Paul als een
recente bevestiging daarvan kan worden
beschouwd, Het terug trekken van belang-
ijlte contingenten Russische troepen uit
Oost-Duitsehland staat ongetwijfeld met
deze tactiek in verband en maakt er waar
schijnlijk een element van uit. Ten eerste
zal de Sovjet-zóne. die, tot nu toe een om
vangrijk bezettingsleger heeft moeten voe
den, terwijl de productie enorm gehinderd
werd door drastische fabrieksverplaatsin-
gen en liet wegvoeren van uitrustingen,
Spoorbaan bij Ketel
hersteld
Treinenloop weer normaal
Eerder dan verwacht werd, is de stremming
op het baanvak Sehiedam^Delft opgeheven.
Door met man en macht aan het herstel van
het tweede vernielde spoor te werken, is
bereikt, dat dit spoor gistermiddag om 4 uur
weer in dienst gesteld kon worden. De trei-
i nenloop was van dat tijdstip af weer normaal.
een „afgegraasd" terrein zijn, waar een
economische crisis niet kan uitblijven
wanneer dat leger niet naar elders ver
trekt. Ten tweede is het een bekend ver
schijnsel dat contact van Russische troe
pen met het Westen zooveel mogelijk door
de Sovjets wordt vermeden vanwege de
„verderfelijke ideeën" waarmede de solda
ten zouden kunnen worden besmet. Als de
Russische zóne eerstdaags officieel tot het
groote economische geheel gaat behooren
en dus van „goede verbindingen met het
Westdh" moet worden voorzien, zooals dr.
Paul vooropstelt, is een beperking der be
zetting uit isolationistisch standpunt der
Sovjet-Unie bekeken, noodzakelijk.
In het algemeen is het enthousiasme
over de toenadering der Russen ten aan
zien van Duitschland's economische een
heid en daarnaast ten aanzien van de
algemeene politieke geschillen heel wat
geringer dan men oppervlakkig zou mo
gen verwachten. Men weet veel te goed
datruilen een Russische hartstocht en
voordeelig ruilen een Russisch principe is.
Terwijl men aan de internationale con
ferentietafel zich bij een aanbod tot in
schikkelijkheid van Russischen kant, on
middellijk afvraagt: „Wat zal de prijs
zijn?" stelt men ten aanzien van de
Duitsche kwestie thans vast, dat de Rus
sische bereidheid tot samenwerking reeds
dubbel en dwars van te voren betaald is;
weliswaar heeft de betaling zich achter
een gordijn afgespeeld, doch de grootte
van de som is wel te raden. Maar dat nu
verder de saneering van het geledigde ge
bied ook nog geheel en al voor Westelijke
rekening komt, is een enormiteit op het
thema van internationale handelaarstactiek
die op afperserij gaat lijken. Dat kan het
onschuldige spierinkje van dr. Paul onmo
gelijk verdoezelen. De kabeljauw blijkt een
goudvisch te zijn
.T. L.
Agenda voor Haarlem
ZATERDAG 7 DECEMBER
Stadsschouwburg:: „Iphigeneia In Taurus", 8
uur. Begijnhofkapel: Rosa Spier (harp), Hélène
Ludolph, Re Koster en Annie Hermes, 8 uur.
City: „Pygmalion" (alle leeftijden) 2.15, 4.30, 7.00
3.15 uur. Spaarne: Piloot X (boven 14 jaar)
7.00 en 9.15 uur. Rembrandt: „Karavaan"
(boven 18 jaai) 2.00, 4.15. 7.00 en 9,15 uur. Palace:
Vier van den ooievaar" (boven 18 jaar) 2.00. 4.15,
.00 en 9.15 uur. Luxor: „De Win, ter-koning In"
(alle leeftijden) 2.00, 4.15, 7.00 en 9.15 uur. Prans
Hals: „Wij lachen weer" (alle leeftijden) 2.00,
4.30, 7.00 en 9.15 uur.
ZONDAG 8 DECEMBER
Stadsschouwburg: De hemel komt later wel
(Comedla), 20 uur. Bioscopen: als Zaterdag.
Spaarne: Matinee om 2.00 en 4.30 uur.
MAANDAG 9 DECEMBER
Stadsschouwburg: Rip van Winkle (Haarl.
Operette-spelers), 19.30 uur. Brinkmann, Gr.
Markt: „Openbare Psychometrische séance". 20
uur. Bioscopen: als Zaterdag.
Uit het feit dat er deze week op de Amsler-
damsche effecten beurs voor Indische waarden
iets -hooige koersen werden genoteerd, kan men
zeker niet afleiden -dat het op de beurs getoonde
pessimisme ten aanzien van Linggadjati ver
dwenen zou zijn. Integendeel, men acht in finan
cieel e kringen de overeenkomst niet alleen
catastrophaal voor het in Nederiandsch-Ind'ië
belegde kapitaal, dat enkele mil)(arden'beloopt,
maar niet miinder voor de Nederlandsche cre-
dietwaardigheid., welke uiteraard met de econo
mische mogelijkheden van Indië ten nauwste
samenhangt. Wanneer Indische waarden zich
eenigermate hebben hersteld, houdt dit alleen
verband met het feit dat de verkooporders
allengs „opgedroogd" zijn en er hier en daar
iemand is, die het wagen durft een enkel stukje
tegen afbraak-koersen op te nemen.
De waardevermindering van het Nederlandsch
effectenbezit loopt sinds dc laatste maanden,
n-aar de meening van beurskringen in de hno-
derden millioenen en zal van grooten invloed zijn
op het resultaat van de Vermogenshcffing, waar
toe minister Lleftinck de Kamer wil bewegen.
Intusschen wordt op dit punt de tegenstand
sterker, voornamelijk omdat men er voor ons
economisch leven een destructieve uitwerking
van verwacht in, verband met de gedwongen
liquidatie van allerlei vermogensobjecten en
omdat de zich thans in langzaam tempo ontwik
kelende bedrijvigheid niet door nieuwe stoor
nissen moet worden geremd. Vooral nu wegens
de scherpe koersdaling van effecten de opbrengst
van een Vermogensheffifig ongetwijfeld kleiner
zal zijn dan de Minister -meende te mogen ra
men, wordt de vraag gesteld of de voordeel
heffing ën Gedwongen leening, welke hij in
uitzicht gesteld heeft nadat gebleken zal zijn
welk deel van de 3% en 4 °.'n leeningen, ten aan
zien waarvan de conversie thans door de ka
mer is aanvaard, op een geblokkeerde rekening
zal worden geboekt, In ons vorig artikel konden
we nog vermelden, dat de rente op deze geblok.
keerde gelden van Vj tot 1.2 was verhoogd
even later werd bericht dat de Minister nogmaals
water in oen wijn had gedaan door de rente op
2>/i vast te stellen. Dit is vermoedelijk de
den geweest, waarom voor het conversieplan
in dc Kamer een meerderheid kon worden ge
vonden.
-Het is op de beurs duidelijk ie merken dat de
vraag naar staatsfondsen aanmerkelijk is ver
minderd en dat in het algemeen de obligatie-
markt beïnvloed wordt door de verwachting,
•dat na verloop van korten tijd een hoogere
rente zal moeten worden betaald om nieuw ka
pitaal te kunnen aantrekken. Enkele hypotheek
banken hebben den koers van afgifte voor dc
3 pandbrieven zelfs tot 99'{, °/o verlaagd, over
eenkomstig de noteerin-gen, welke daarvoor ter
beurze thans gelden en het ziet- er naar ,uit dat
ook de 33% Co-n versieleening, welke straks
wordt uitgegeven, zich op den parikoers niet zal
kunnen handhaven. Zelfs de bestaande 3—3!!:
leening 1938, welke van 1 Ma-art 1948 af 3]i
rente zal' opleveren en die, naar mag worden
aangenomen, niet in het conversieplan van den
minister begrepen is, noteert reeds 93 Vi Dc
2|/j »/o N.W.S. kan zich alleen op 32!L »/o hand
haven om-dat deze stukken bij de betaling der
Vermogens-heffing a 83 "Id worden aangenomen
Ook op de aandeelenmarkt is trouwens
welke de schatkist zal genieten, wel opwegen, I normale aan-koopen geen sprake. Ondanks het
tegen de n-adeelen., die aan het bedrijfsleven
zullen worden toegebracht. Het denkbeeld van
een gedwongen lecning wordt in ruimen kring
sympathieker geacht, omdat zij evenzeer tol
consolidatie van 's lands financiën zou bijdragen.
Minister Lieftinck wil echter, blijkens zijn
Jongste nota aan de .Kamer, beide: Vermogens-
Goedkooper ontbijtkoek
Een onderzoek bij een aantal fabrikanten Van
ontbijtkoek heeft het Bedrijfschap voor Granen,
Zaden en Peulvruchten aangetoond, dat de prij
zen van de goedkooopste ontbijtkoek verlaagd
•kunnen, wonden. Naar uit het Voedselvoorzie
ningsblad van 5 December blijkt, gaat de ver-
bruikersprijs, naar gelang van de grootte.van de
koek, met één tot drie centen omlaag. De kwa
liteit van de koek blijft onveranderd.
De overige koeksoortéh, waarin duurdere
grondstoffen zijn verwerkt, zijn in prijs gelijk
gebleven, doch in kwaliteit verbeterd. De ver-
bruikersprijs v,an het kleinste model verpakte
ontbijtkoek van 200 gram, varieert nu, naar ge
lang van de kwaliteit, van 21 tot en met 25 cent.
Tevens is voorgeschreven dat een eenheid ont
bijtkoek (105 gram) tenminste 50 gram bloem en
50 gram zoetmiddel moet bevatten,
De verbruikersprijs van lcantkoek Is nu ten
hoogste f 1 per kg. verpakt en f 0,90 per kg.
onverpakt,
fei-t dat tal van. industrieel e ondernemingen zich
allengs van de ooriogsgevolgen beginnen te her
stellen en na het slechte jaar 1945 voor 1946 ei
1947 betere resultaten en dividenden in uitzicht
stellen, blijven de koersen der aandeelen op een
laag niveau hangen. De claims voor de emissie
van Ketjen, die aanvankelijk ver beneden de
theoretische waarde werden verhandeld, konden
deze week iets oploop-en, maar die van -de Ne
derlandsche Kabel, van „welke onderneming
f4.2 millioen aandeelen a 145 worden, uitgege
ven, noteerden slechts f65 bij een. theoretische
waarde van ca. f140. Toch heeft men hier met
een onderneming te doen, die haar sporen ver
diend heeft en bij ,den wederopbouw van ons
land een belangrijke plaats inneemt. In dit jaar
zullen de verliezen der beide voorgaande jaren
worden ingehaald en zal vermoedelijk een divi
dend van 5 u/o kunnen worden uitgekeerd.
Geen reden tot bezorgdheid
over het broodrantsoen
Hoewel door de stakingen in Amerika de
tarweleveranties aan Nederland aanzien
lijk worden vertraagd, bestaat er volgens
een mededeel ing van officieel e zijdë geen
reden voor directe bezorgdheid over de
handhaving van het broodrantsoen. Voor
de naaste toekomst is de broodgraanvoor
ziening gedekt.
DE TOTALE MAANSVERDUISTERING.
MORGEN, 8 December 1946, wordt een totale
maansverduistering verwacht, die'van 18.19
tot 19.17 uur zal duren en, in ons land tenminste
als het weer dat toelaat zichtbaar zal zijn. De
oorzaak van deze verduistering is, dat de aarde
zich op dat tijdstip tusschen de zon en de maan
b'evindt en dus het licht onderschept. Dit gebeurt
natuurlijk steeds en men spreekt dan ook van den
„schaduwkegel" der aarde. Onder normale om
standigheden kan die niet waargenomen worden,
omdat'er geen vlak is; waarop het „silhouet" van
onzen wereldbol zich afteekent.
Op 8 December is de stand van aarde en maan
echter zoodanig, dat de maan door dien schaduw
kegel heen gaat. Op nevenstaande teekening is dat
schematisch in beeld gebracht. De zwarte cirkel
is de doorsnede van de kegel-vormige „aard-
schaduw". Wanneer de maan zich daar doof heen
beweegt ontvangt ze geen zon-licht en kan ze dit dus ook niet naar ons die aan de
„schaduwzijde" van de aarde' zijn op dat moment terugkaatsen. Heelemaal onzicht
baar is de maan echter nigt, want ze blijft als een wijnroode schijf zichtbaar.
De maan bevindt zich, wanneer de verduistering begint, in het Noord-Oosten en
stijgt geleidelijk boven den horizon.
R. BLIJSTRA: Mislukte Isolatie.
De Gulden Pers, Haarlem. 1946.
Wie aangenaam-onderhoudende litteratuur
verlangt cn geen letterkundig genot zoekt, zal
in dit nieuwe boek van Blijstra een aardige
verpoozing vinden. Blijstra, vóór wiens on
langs besproken „Haaien voor Nabatoe" ik
een zekere mate van waardeering kon ge
voelen, heeft zieh ditmaal aan een verhaal
gewaagd, dat het midden houdt tusschen een
novelle en een „thriller"; het is noch een
detective-story, noch een roman en staat
daarmee aan de grens van de z.g. ontspan
ningslectuur, waarmee men den tijd doodt.
Een echtpaar plus vriend plegen, na bij wijze
van amusement zich aan speurders-romans
verlustigd te hebben, een bankroof. Sinds
dien leeft het drietal in een gedwongen isole
ment: man, vrouw en vriend zijn op elkaar
aangewezen, van elkaar afhankelijk. Het be
houd van den één is de redding van den an
der. Natuurlijk komt daaruit een vrij vulgair
liefdesspel voort tusschen vrouw en vriend.,
een spel, meer niet. Terwille daarvan ver-
'aadt de vrouw haar echtgenoot aan de politie
- een onverwachte moord beëindigt dit ver
haal. Het geheel blijft vlak, van „psycholo
gische diepte" heb ik niets kunnen bemerken.
Het beste dat men van dit boek kan zeggen
is, dat de verteltrant onderhoudend ls. Maar
dat is dan ook al, ofschoon genoeg voor hem,
die met een enkel uur ontspanning bevredigd
is. Blijstra kan meer en beter. Ik betreur het
verschijnen van dit boek voor hem.
Slauerhoff-nummer van „Proloog"
Uitgeverij „Contact". Amsterdam.
October-November 1946.
Nog wordt Slauerhoff, een onzer grootste
moderne" dichters nu 10 jaar geleden
overleden slechts in beperkten kring
naar waarde geschat. Het is niet te verwon
deren: moeilijk is hij, de geslotene, toeganke
lijk voor wie het diepste heimwee niet kent
naar Eldorado, zijn „verborgen vrijplaats",
zijn „eenig onderdak buiten zijn verzen". In
deze laatste kon hij zich wel niet bevrijden
van al wal hem van dit leven vervreemdde,
maar zich tenminste uitzeggen, in een bijna
stamelend woord, zooals iemand in diepsten
zielenood tot zichzelf spréékt en al verlos
sing vindt in het hooren van zijn eigen stem.
Men zou zich gansch en al (voor zoover men
het niet uit eigen aard is) moeten vereenzel
vigen met den romanticus in hem, in al zijn
angst, verlangen, heimwee, kwelling, verbor-
gèn, ja verbeten liefde, alvorens men Slauer
hoff kan eeren als een onzer grootsten. Zijn
tijd is nog niet gekomen. Wel is er langzaam
aan een nieuwe romantiek aan het opbloeien
Aafjés getuft ervan als rijpste vrucht
maar lang zal het nog duren, voor men ooi-
zal hebben vooy een stem als die van Slauer
hoff. Neen, hij spreekt niet de „redelijk ver
staanbare" taal van het gestorven naturalis
me. Tot hem leidt alleen een ondergrondsche
weg door de diepten van een menschelijke
ziel of één die ver boven deze aarde ligt.
En toch is hij eenmaal zal men het erken
nen een der grootsten, ook als prozaschrij
ver („Schuim.en Asoh" bijv.!), ondanks zijn
onvolkomenheden. Want zoek bij hem geen
„glad" vers, geen „perfecte" techniek, waar
door zoovele jongeren meer schijnen dan zé
zijn. Alle verfijning was hem vreemd. Ner
gens is zijn werk uit „schoonheidsaanbidding"
voortgekomen: het is een en al belijdenis, har-
tekreet om verlossing, zelfstrijd van een
mensch, koud en strak van buiten, gloeiend
warm binnenin. Hij was vol innige vervul
ling, maar hij kón van zijn overdaad niet
wegschenken, zonder tot den dood bedreigd
te zijn Wat een smartelijk-verbitterd, maar
van liefderijkheid overvol geluid is te hooren
in deze regels van een zijner onvoltooide
gedichten;
O, Liefde, als ik U minder
Oprecht beleden had
En die zoo. op U leek nimmer
Tot Godin verheven had,
Als ik U niet in de Vrouw,
Maar in mij zelf vereerd
Zijn bijna barschf geslotenheid, zijn schuwe
wantrouwige teruggetrokkenheid deden hem
den klankbodem niet vinden voor het beste
van zijn hart. En zoo dreef hij af, als scheeps
dokter op vreemde zeeën, verder en verder
van het leven de eenzaamheid in, zwervend
op den oceaan in een tr-otsch afstand-doen
van de „wereld" die hem te benauwend was.
De zee, „waar al wat lieflijk is verleden
wordt" werd zijn element, ver buiten den
gezichtseinder van de velen als „gevloekt
dichter", zooals eens Baudelaire, Verlaine,
Corbière, en fn zekeren zin Rilke.
„Ik heb alleen maar gezwoxwen,
'k Kwam niet aan genieten toe,"
Zoo rebelleex'de hij tegen de „belegering"
van zijn leven, tegen dat „zich-nimmer-veilig-
voelen" hij in wien de zachtheid te groot
was om verstaan te worden. Een zwerver op
zoek naar rust, die pas de Dood hem geven
kon, „bedekt met sneeuw ,en ijs", zooals hij
eens dichtte. Hij was geest noch hart enkel,
hij was verbonden met het buitentijdsche,
anders dan Roland Holst, maar in gelijken
zin, Ook hij was een zoeker naar dat „eiland",
waar „ein Asyl, für Dichter auserkoren" een
eindelijk veilig onderdak zou bieden.
De litteratuur over Slauerhoff is schaarsch:
men moet haar bijeenrapen uit verspreide
essays: Marsman's inleiding bijv., de (matige)
studie van Van Wessem, en verder uit du
Perron en Ter Braak. Daarom is dit lijvig
Proloog-nummer, geheel aan hem.gewijd met
onvoltooide gedichten, een prdza-fragment,
talrijke getuigenissen, studies en herdenkings
gedichten van hen. die hem min of meer na
stonden, een zoo dankbaar te baat genomen
gelegenheid om hèm te herdenken, van wien
Roland Holst eens dichtte:
„En dankbTe zachtheid, die hij steeds
verbeet,
Komt nog een uitweg door zijn oogen
vinden
C. J, E, DINAUX.
Over Muziek
Nederlandsche muziek
HET is gemakkelijker nationale karakter
trekken aan te wijzen in Spaansche. Ita-
liaansche, Fransche, Duitsche, Engelsehe,
Noorsche en Russische muziek, dan te om
schrijven wat de nationale eigenschappen zijn
der muziek van Nederlandsche componisten.
Bestaat er een werkelijk Nederlandsche mu
ziek? Iedere muziekstudent weet dat de Ne
derlanders een roemrijk tijdperk hebben ge
had van de 15e tot de 17e eeuw: maar de
meesters dezer periode waren niet alleen
Nederlanders, maar vooral ook Vlamingen cn
Franschen. Het is waar dat zoowel de techni
sche als aesthetische vondsten van deze z.g.
Nederlandsche scholen een onvergelijkelijken
invloed hadden op de kunst van geheel West
en Zuid-Europa, maar de internationale ont
wikkeling dezer muziek, waarvan de begin
selen in Engeland leefden, was mogelijk door
het internationale geestelijke leven van dien
tijd. Men mag zich afvragen waar de grenzen
van het muzikale beschavingsrijk der Neder
landers waren in de 16e eeuw; en bij derge
lijke onderzoekingen zal men tenslotte moeten
vragen of de typische kracht der Nederlanders
niet altijd was de ontvankelijkheid voor ar
tistieke cultuur, onafhankelijk van den eigen
aard onzer provinciën, en het critische inge
nieurs-vermogen om technieken te vergelijken
en zeer goed toe te passen. Of mag ik hier
niet van kracht spreken? Is dit internationa
lisme alleen maar Middeleeuwsch en niet
karakteristiek voor onzen werkelijken eigen
aard? Was het toeval dat in de streken van
Noord-Frankrijk, België en Zuid-Nederland
de eerste en onsterfelijke grootheid der Euro-
peesche muziek leefde? Ik kan deze vragen
niet met een gezellig praatje op dezen Zater
dagavond afdoen en geef ze voor dit oogen
blik over aan de meditatie van den muziek
liefhebber. Maar de muziek-liefhebbende lezer
zal misschien mopperen en zeggen: Wat hoor
of zie ik aan die oude muziek, hier valt voor
mij nieis te mediteeren." Helaas, dat roem
rijke tijdperk der muziek is nog minder ge
kend en geëerd in de muziekwereld dan het
orgel, al is ook in deze zaak in den loop der
jaren een verbetering waar te nemen. Ik
vraag mij af waarom er niet in iedere stad
tenminste één koor is dat regelmatig de klas
sieke werken der zoogenaamde oude Neder
landers uitvoert. Of zou het wezen dezer mu
ziek het publiek niet boeien? Hier past een
woord van warme hdlde aan hen die hier en
daar met werkelijk idealisme telkens weer
aandacht vragen voor de oude schoonheid.
Sweelinck, Amsterdammer in den tijd van
Hooft en Vondel, organist van Fransche, La-
tijnsche en Hollandsche gezangen, bescheiden
en goedhartig burger, musicus van zéér groote
gaven en meester van alle toenmalig gebrui
kelijke techniek, zou de levende brug naar
het nieuwe Nederland 'moeten zijn. Alles wat
in de eeuwen vóór hem zich ontwikkeld had
concentreerde zieh in zijn werken: naast zijn
edele vocale muziek beloofden zijn instru
mentale composities mogelijkheden voor
nieuwe muzikale vindingen, maar nieuwe
meesters stonden niet op. De koren in de
kerken waren verstomd en als Sweelinck ge
storven is, mag de veelgeprezen gouden eeuw
der Nederlandei-s schitteren in alles, behalve
in muziek. Als bet.waar is dat.de muziek' ëen
spiegel van het volk is, wat moet men dan
denken van deze ontwikkeling in onze ge
schiedenis?
Ik geloof dat er behalve door de lieftallige
vrouwtjes aan het claviehaïd, in de Holland
sche steden nog wel meer gemusiceerd werd,
maar bij het onderzoek naar Nederlandsche
composities ben ik na Sweelinck het spoor
bijster. Men verhaalt dat in de 18e eeuw ge
leidelijk het concert-leven opkwam, dat af en
toe buitenlandsche virtuozen optraden, dat de
belangstelling voor de muziek gedurende de
19e eeuw (men moet nu reuzen-stappen ne
men) voortdurend grooter werd Eindelijk
komt de gevoelvolle oppermacht der Duitsche
muziek, te beginnen met de mannenkoren, die 1
zich met het leelijke woord Liedertafel tooien;
men gelooft onvoorwaardelijk in de superiori
teit der Duitsche muziek en Brahms en Schu
mann glorieeren hier als de heilige apostelen
Petrus en Paulus. Ach, ach, wat zijn we dan
verlicht vergeleken bij die duistere middel
eeuwen.
De principieele gewetensstrijd van ons ver
ward muzikaal wezen zou eindelijk uitgevoch
ten worden in de persoonlijkheid van Alphons
Diepenbrock. Hij staat als musicus tamelijk
eenzaam in het gezelschap der zoogenaamde
Tachtigers. Het komt mij dikwijls voor dat
oude en nieuwe krachten in hem als in een
vuur-oven brandden; minnaar der oude tijden
en aanvankelijk Wagneriaan als de andere
artisten van zijn tijd, lyricus met dramati-
schen aanleg, romanticus en strijdbaar mo
dernist. Met Diepenbrock begint de nieuwe
tijd voor de muziek in Nederland; hij zal om
zijn werken en om zijn bevrijding onsterfelijk
zijn. Hij vormde geen school, hij bond geen
menschen, maar ontplooide het gebied. Hij
was individualist al had hij romantische ge-
meenschaps-idealen. Overigens moet ik ten
slotte zijn pex'soon uitschakelen als wij op
onderzoek zijn naar de algemeene wezens
trekken der Nederlandsche muziek, want de
aard der kunst komt uit de onbewustheid
voort.
Waar is de Nederlandsche aard in de mu
ziek der Nederlandsche meesters? Is die aard
vei'borgen en onherkenbaar, en behoort dit-
schuilgaan tot het karakter? Behoeven wij
geen positieve kenmerken, kunnen wij in
stinctief vertrouwd zijn met hun taal en be
wonderen wij in de m.eesters een romantische
vrijheid van sentiment en- verbeelding? Ik
geloof dat hel zoo is, want wij waren, zijn en
blijven heimelijke avonturiers.
HENDRIK ANDRIESSEN.
Een Perzisch militair woordvoerder heeft
ontkend, dat troepen van de Perzische centrale
regeering de grens van Azerbeidsjan hebben
overschreden en dat gevechten zijn uitgebroken,
zooals door radio Tebriz was gemeld.
Hij verklaarde, dat de regeeringstroepen niet
zouden vechten zonder bevel daartoe, welk bevel'
tot dusver niet' gegeven was doch hij voegde er
aan toe, dat zich een kleine botsing heeft vooi*-
gedaan, toen een stam, „die trouw is aan 'de re
geering", nationalistische, Azerbeldsjansche troe
pen heeft aangevallen.
De „Oekrainsche bevrijdingsraad" (leiding
dér Oekrainsche ondergrondsche beweging) heeft
een actres aan den voorzitter van den economi-
schen en socialen raad der Vereenigde Volken,
gericht, waarin gezegd wordt, dat. de. Poolsche
x-egeei'ing gedurende de laatste maanden Oekrai-
ners, die ten westen van de Curzon-lijn woon
den met geweld uit hun haardsteden heeft doen
verdrijven, dorpen heeft doen verwoesten en de
inwoners doen dooden. Het adres vraagt, onmid
dellijke bescherming van de Oekrainsche bevol
king in Po.len, alsmede een onderzoek tér plaatse
door- een commissie,
Volgens den New Yorksc-hen correspondent
van de „Daily Mirror" heeft Werner von -Braun,
de voornaamste uitvinder van de V 2, de uit-
noodiglng van het Amerikaansche leger om
Amerikaansch staatsburger te worden, aange
nomen. Von Braun, die volgens den correspon
dent door Hitier werd onderschelden voor de
uitvinding van de V 2, komt nu met 117 andere
Duitsche geleerden naar Texas. Alle 118 personen
willen het Amerikaansche burgerschap verkrij
gen. Het Amerikaansche leger is druk bezig met
de voor naturalisatie vereischte formaliteiten,