Engelschen visschen weer heilbot B!oemfn(!aal1sraa(1 nog,eens!
bij
Groenland
Romantische geruchten rond Prinses Elisabeth
Uitvoervergunning
Nacht-Express
ii voor de beslissing geplaatst
Productieve beugvisscherij
In de maand October j.l. liep er in de haven
van Grimsby een Engelsche trawler binnen,
welke de visscherij bij Groenland had uitge
oefend.
Deze trawler, de „Consbro", toebchoorenöe
aan de Crampin Steamtrawler Company, was
de eerste, weike na den oorlog de z.g. lUn-
visscherij (beugvisscherij) bij Groenland had
uitgeoefend en met een vangst van niet min
der dan 2400 stuks heilbot, welke van uil-
stekende kwaliteit was, in de haven van
Grimsby terugkeerde.
De Koning der platvisschen.
De heilbot is de grootste van alle tot nu toe
bekende platvisschen en is door haar staart
vin, welke in plaats van afgerond, flauw ge
vorkt is, gemakkelijk van dc overige platvis
schen te onderscheiden. De oogen staan aan
de rechterzijde van het lichaam, welke bij
deze visch tevens de gekleurde zijde is.
De heilbot kan een groote lengte bereiken.
Exemplaren van 2 meter en langer, met een
gewicht van 180200 kg. en zwaarder, zijn
lang geen zeldzaamheid. Verder is deze visoh
een geweldige roover, die zich hoofdzakelijk
met andere visschen voedt.
Hoewel het eigenlijke gebied van de heilbot
de Noordelijke IJszee is, wordt deze visch
eveneens aangetroffen bij de kusten van
Groenland, Spitsbergen, IJsland, Noorwegen
en de westkust van Frankrijk. Vervolgens
houdt de „Hippoglossus Vulgaris" (de Latijn-
6che naam voor heilbot) zich op bij de kusten
van New Foundland, New England, Califor-
De heilbot.
nië, BritschrColumbia, Alaska en Kamsjatka.
Ofschoon het vleesch van de heilbot niet
zoo fijn is als dat van de tarbot en de griet,
wordt het toch veel gegeten. De Groenlanders
snijden net vleesch van deze visch in lange
strooken, die, na in de versche lucht gedroogd
te zijn, voor winterprovisie wordt aangewend.
Daar de heilbot van onschatbare waarde
voor den handel is, wordt er in vele landen
van Europa, de Vereenigde Staten van Ame
rika en Canada, een intensieve visscherij op
den ..Koning der platvisschen" uitgeoefend,
die zoowel versch, bevroren, gerookt als in
blik geconserveerd in den handel wordt ge
bracht.
Heilbotbanken raakten uitgeput.
Doordat de heilbot in vroeger tijden over
het algemeen weinig gegeten werd, was de
visscherij er op in Engeland betrekkelijk van
ondergeschikt belang. Toen de vraag naar de
heilbot in latere jaren echter steeds grooter
wérd, begon ook deze visscherij aanmerke
lijk in omvang toe te nemen. Het gevolg hier
van was echter, dat de heilbotbanken spoedig
uitgeput begonnen te raken, met als gevolg,
dat er naar andere vischgvonden, waar de
heilbot eveneens in behoorlijke quantums
wordt aangetroffen, moest worden uitgezien.
In verband hiermede lieten de Engelschen
hun oog vallen op Groenland en in 1926 be
gonnen zij met de heilbotvisscherij bij Groen-
lande verre kusten. Aangezien deze visscherij
zeer goede resultaten opleverde, werd hier
aan spoedig uitbreiding gegeven, zoodat er in
het jaar 1928 reeds twee expedities paar
Groenland werden uitgerust. De schepen,
welke aan deze expeditie deelnamen, waren
de s.s. „Helder" en „Aractic Queen", die resp.
een bemanning van 250 en 500 koppen hadden.
Prof. dr. J. L. Walch
0 overleden
In Den Haag is in den leeftijd van 67 jaar
overleden prof. dr. J. L. Walch.
Hij werd in Den Haag geboren, studeerde
letteren te Leiden en promoveerde in 1906 op
proefschrift ,.De varianten van Vondels Pala
medes". Van 1903—1905 was hij.leeraar aan de
H.B.S, en het gympasium te Kampen en van
1905—1908 aan de H.B.S. te Gouda. Vervolgens
werd hij verslaggever bij het „Algemeen Han
delsblad". Van 1909—1916 was dr. Walch re
dacteur voor tooneel en letteren aan ,,Het
Vaderland". In 1918 werd hij toegelaten als
privaat-docent voor tooneelgeschiedenis aan
de Leidsche universiteit. Van 19251936 was
hij leeraar aan de H.B.S. te 's-Gravenhage. In
1936 werd hij benoemd tot hoogleeraar aan
de Sorbonne te Parijs. In 1939 volgde zijn be
noeming tot directeur van de-Tooneelschool
te Amsterdam, als opvolger van Balthazar
Verhagen.
Prof. dr. Walch heeft veel gepubliceerd:
verzen, schetsen, looneelstukken en studies
over taal en letterkunde. Hij was een jaar
voorzitter van de Maatschappij der Neder
landsche Letterkunde en van het Letterkundig
Genootschap „Oefening kweekt Kennis".
voor
Bovendien beschikten deze vaartuigen geza
menlijk over 65 dories, die van motoren wa- j
ren voorzien en waarmee de visscherij werd i
uitgeoefend. Tevens was er nog een z.g. VCXTX Vjeci. jiulhii
motor-scoutingsvessel (verkenningsvaartuig) Men herinnert zich dat de Raad van
en een transportvaartuig aan de expeditie Bloemendaal geweigerd heeft de voor-
toegevoegd, met behulp waarvan de visch waarden te aanvaarden die het rijk heeft
naar de Engelsche markt werd vervoerd. De gesteld aan noodlijdende gemeenten,
'd
Een nieuwe aanmaning
van Ged. Staten
Nederlandsche hulde Philips bereikt weer het
n België in de UNO voor-corlogsch productiepeil
Uitvoer naar 77 landen
lijnen waarmede gevisoht werd, hadden een
gezamenlijke lengte gelijk aan den afstand
van Noorwegen naar West-Groenland, terwijl-
er per dag pi.m. 50 ton aas werd gebruikt.
Wat de dories betreft, deze vingen gedurende
het seizoen ongeveer 100 ton heilbot per
vaartuig.
In het jaar 1930 werd er door de Engelsche
trawlers en lijners, welke de heilbotvisscherij
bij Groenland uitoefenden, in totaal ongeveer
4J4 millioen kg. heilbot gevangen.
D, K.
Gerechtelijke vervolging
tegen It.-generaal Roëil?
Naar het A.N.P. verneemt overweegt de
procureur-generaal bij het gerechtshof tc
's-Gravenhage om tegen den gep. luitenant-
Nu heeft het college van Ged. Staten
zich met® een brief tot den raad gewend
om den raad in staat te stellen nog eens de
gevolgen van zijn besluit nader te over
wegen.
Ged. Staten schrijven dat zij onder deze
omstandigheden de begrooting van Bloe
mendaal voor 1946 niet kunnen goedkeu
ren, daar er geen middeleh zijn aangegeven
om het tekort te dekken. Het gevolg daar
van is, dat geen uitgaven meer gedaan
kunnen worden, wat in feite stilstand van
het geheele gemeentelijke apparaat zou
beteekenen. Worden er toch uitgaven ge
daan, dan is elk lid van het college van
B. en W. daarvoor persoonlijk aanspra
kelijk.
Ged. Staten wijzen er verder nog op, dat
er naar gestreefd wordt de voorwaarden
B-v..0,c,1,io5c um «6". urn 6cp. luiwiiam- voor noodlijdende gemeenten toe te pas-
generaal jhr. W. Roëll gerechtelijke stap- sen op een wijze die de gemeente zoo min
pen te doen ondernemen in verband met
zijn radiorede, gehouden op Donderdag j.l.
Een verklaring van generaal
Roëll
's-Gravenhage, 14 Doc. (A.N.P.)
Wij hebben generaal Roëll gevraagd naai
de beteekenis, welke gehecht moet worden
aan den laatsten zin. van zijn radio-voor-
dracht op Donderdag 12 December j.l.,
waarin hij zei: „Allen goede vaderlanders
roep ik toe: houdt tot het uiterste stand te
gen deze plannen, thans bovengronds, maar
als de gevaren voor het vaderland die van
1940-1945 zouden evenaren of overtreffen,
als het moet „ook ondergronds".
De generaal verklaarde dat hij het ver
zoek, om voor de radio te spreken, eerst
in den morgen van den 12en ontving, zoo
dat hij, den geheelen dag bezet zijnde, zijn
manuscript te overhaast heeft moeten sa
menstellen, tengevolge waarvan de indruk,
welke de' slot-zinsnede heeft kunnen ma
ken, als zou hij bedektelijk tot onder-
grondsche agitatie hebben geraden, niet
in overeenstemming is geweest met zijn
bedoelingen. „Integendeel" aldus gene
raal Roëll „ik ben gewoon met open
vizier te strijden en illegaal onder
gronds ch optreden heb ik na onze be
vrijding vaarwel gezegd. Mijn bedoeling
was alleen, te wijzen op de mogelijkheid
van geestelijke organisatie van het natio
nale potentieel, zooals voorheen ook in
den bij zonderen vrij willigen landstorm
met zijn devies „als het moet" bestond".
NED. CHR. VROUWENBOND.
De afdeeling IJmuiden van dén Ned. Ohr.
Vrouwenbond houdt haar Kerstwijding heden
avond in het Patronaatsgebouw te IJmui-
den-Oost.
mogelijk in haar taak belemmert. Voor
een stroeve werking van het gemeentelijk
apparaat behoeft niet gevreesd te worden.
De regeering poogt bovendien de nood
lijdende gemeenten zoo spoedig mogelijk
uit haar bezwarende positie te bevrijden.
Daartoe is de commissie-Oud ingesteld.
Ged. Staten vragen vóór 24 December
antwoord van Bloemendaal.
Australische Veto-resolutie
door UNO aanvaard
De Algemeene Vergadering der UNO
heeft Vrijdag bij de bespreking van haar
eventueele aanbevelingen ^aan den Veilig
heidsraad inzake het gébruik van het
veto-recht, de resolutie van Australië
aanvaard, waarin wordt verzocht het
veto zoodanig te beperken, dat de doel
matigheid van den Veiligheidsraad niet in
gevaar wordt gebracht.
De Rus Wysjinsky bestreed de resolutie,
die hij een poging tot het ondermijnen
der eensgezindheid noemde. Zij geeft
blijk van een vijandige houding ten op
zichte van de Sovjet-Unie, aldus Wysjins
ky. „Dit zou niet van zooveel belang zijn,
als Engeland en Amerika de resolutie niet
steunden".
Canada, Tsjecho-Slowakije en Wit-Rus-
land spraken zich ten gunste van het veto
recht uit. Wellington Koo (China) zeide
zich vair stemming te zullen onthouden,
daar hij'niet dacht, dat de resolutie haar
doel zou bereiken.
Bij stemming werd de resolutie met 36
tegen 6 stemmen en 11 onthoudingen aan
genomen. De Sovjetgroep stemde tegen.
De aankondiging, dat de resolutie was
aangenomen, werd met applaus begroet.
Zal prins Philip de uitverkorene zïjn
Toen eind September voor de eerste
maal de berichten opdoken over een aan
staande verloving van de Britsche kroon
prinses Elisabeth met prins Philip van
Griekenland, werden deze geruchten door
een woordvoerder vair Buckingham Palace
onjuist genoemd. Sindsdien is de prinses
echter zoo dikwijls in gezelschap van prins
Philip gezien, dat de geruchten steeds
hardnekkiger zijn geworden. Het verluidt,
dat de prins een verzoek zal indienen om
het Engelsche burgerschap te verwerven,
waardoor niets meer een huwelijk met de
dochter van den koning in den weg zou
staan. Als Britsch onderdaan, zoo wordt
beweerd, zou Philip afstand doen van zijn
rechten op den Grielcschen troon (hij is de
zesde in de rij der troonpretendenten),
waardoor politieke bezwaren tegen het
huwelijk niet meer zouden bestaan.
Dit bericht is. door een groote Fransche
krant voor het eerst gelanceerd. In Londen
begint men steeds meer aan de juistheid
ervan te gelooven. Drie Londensche dag
bladen hebben er ook reeds melding van
gemaakt. Weliswaar heeft men in Bucking
ham Palace verklaard, dat men niets aan
het dementi van dén afgeloopen herfst
heeft toe te voegen, maar tezelfder tijd
hoorde men uit zeer goed ingelichte bron,
dat de thans 25-jarige prins Philips reeds
in 1939 om zijn „naturalisation papers"
heeft gevraagd en dat hij na zijn schitte
rende carrière als Britsch marine-officier
vaster dan ooit besloten is Engelschman te
worden.
(Prins Philips is een zoon van prins An
dreas van Griekenland, oom van den te-
genwoordigen koning en prinses Alice
Mountbatten).
Prinses Elisabeth, die den naam van haar
groote voorgangster draagt, is bij het Brit
sche volk uitermate populair. Haar beslist
heid en energie zijn spreekwoordelijk.
Reeds voor den oorlog was de prinses erg
geliefd, maar als nummer 230873 van het
Britsche vrouwen-hulpcorps won zij eerst
met recht het hart van het volk. Ze kon in
die jaren de keten van hovelingen door
breken, ze kon met andere menschen spre
ken, evenals haar gouvernante mrs. Craw
ford en haar leermeester Sir Clarence
Martin. Ze leerde inzien, dat de monarchie
gegrondvest is op een stilzwijgende over
eenkomst tusschen volk en vorst. Na den
oorlog heeft Elisabeth het contact met het
werkelijke leven niet verbroken. Integen
deel, zij heeft dit zelfs inniger gemaakt. Ze
is herhaaldelijk verschenen bij theater
premières en andere openbare gebeurte
nissen, zij heeft bij de vervulling van haar
plichten bij de opening van hospitalen en
het afnemen van parades meermalen toe
spraken gehouden, welke niet door het
secretariaat van den koning waren voor
bereid. Dit» streven heeft bij haar ouders
geen tegenstand ontmoet, integendeel, zij
hebben het zelfs aangemoedigd. Het ko
ningspaar heeft heel goed begrepen, dat de
geest van initiatief, welke zijn dochter eens
als vorstin moet toonen, zich vroegtijdig
moet manifesteeren.
De intrede van de kroonprinses in het
openbare leven heeft het noodzakelijk ge
maakt naar „escortes", naar begeleiders
voor haar te zoeken. Vex*scheidene jonge
mannen van den hoogen adel hadden de
eer Elisabeth bij haar uitstapjes naar thea
ters en inrichtingen van amusement te ver
gezellen. Daarbij werd er zorg voor gedra
gen, dat de begeleiders voortdurend wer
den verwisseld, teneinde de geruchten over
een aanstaande verloving den kop te kun
nen indrukken. De jonge lieden, die Eli
sabeth begeleidden, moesten overigeijs vol
gens een voorschrift, dat aan een burger
verbiedt een lid der koninklijke familie in
het openbaar uit te noodigen, den dag
daarop zich aan het paleis vervoegen om
zich hun uitgaven van den vorigen avond
te laten terugbetalen
Naar aanleiding van de geste van België,
zijn zetel in den sociaal-economischen
raad van de UNO al' te staan ten behoeve
van Nederland, heeft mr. F,. N. van Klef-
fens op de algemeene vergadering van de
UNO het volgende verklaard: „Wij zijn
de Belgische regeering grooten dank ver
schuldigd voor haar bereidheid haar zetel
in den sociaal-economischen raad af te
staan, op voorwaarde dat zoowel Neder
land als Turkije voor het lidmaatschap
in dat lichaam worden gekozen.
De vergadering zal het ongetwijfeld met
mij eens zijn wanneer ik zeg dat er geen
beter bewijs voor de goede nabuurschap
tusschen Nederland en België bestaat.
Deze bewonderenswaardige daad stelt
twee landen, die een practisch gelijken
steun ondervonden, in staat zitting te
nemen, waarbij aan de assemblée de lastige
taak is bespaard om tusschen twee landen
te moeten kiezen.
Hospita en haar klanten
dreven bonnenhandel
De Haarlemsche economische rechter
behandelde Vrijdag een reeks gevallen van
geknoei met distributiebonnen, die zich
onder wel zeer ongunstige omstandigheden
heeft afgespeeld.
Mej. M.-V. dreef tezamen met een aan
tal jongedames onder meer een handeltje
in brandstoff enkaar ten, textielpunten,
snoepkaarten, melk- en boterbonnen van
hen zelf en hun kinderen.
Een commensaal van eerstgenoemde
vrouw fungeerde als tusschenpersoon. De
omstandigheden waaronder het geheel ge
beurde ontlokten den ambtenaar van het
O.M. de opmerking, dat het centrum van
dezen onoirbaren handel een „poel van
ellende" is geweest; de kostganger v. d. V.
is een gederangeerd individu, dat reeds
12 vonnissen op zijn strafblad heeft staan.
De bonnen kwamen tenslotte terecht bij
„argelooze" particulieren en winkeliers, de
er Vrijdag met geldboeten af kwamen; de
bedrijvers van het duistere zaakje werden
echter voor het grootste deel tot onvoor
waardelijke vrijheidsstraffen veroordeeld:
de 39-jarige commensaal kreeg 2 maanden
gevangenis en 9 maanden Veenhuizen, het
waschmeisje v. d. S„ dat bij juffrouw M.-
V. in den kost was, zal 2 maanden in af
zondering moeten doorbrengen en het von
nis over de 21-jarige strijkster, mej. v. d.
B. luidde 3 weken voorwaardelijk. De hos
pita zelf werd teïislotte tot veertien dagen
veroordeeld.
Duitsche nazi's repatrieerden
via Denemarken
De Aftontidningen schrijft volgens U. P.
dat tweehonderd Duitschers waaronder
verscheidene hooge nazi-leiders, verleden
zomer uit Zweedsche interneeringskampen
naar Duitschland zijn gesmokkeld via De
nemarken waar leden van de zoogenaam
de „Nationale Bond van den Zesden Mei",
hen hielpen naar Duitschland te komen via
Zuid-Jutland-
Het was simpel voor de réfugiés om
Duitschland van de Deensche zijde binnen
te komen, schrijft de Aftontidningen, om
dat Deensche nazis voor valsche papieren
zorgden en ook omdat indien de vluchte
lingen door Deensche gendarmes aan de
grens gegrepen werden, zij zich voordeden
als réfugiés uit Duitschland en dan prompt
„terug werden gestuurd".
De Zweedsche nazigroep, de zoogenaam
de „Niederlagsgruppe", waarvan officieren
lid waren die met de bewaking van de in
terneeringskampen belast waren, zorgden
er voor dat Deensche visschersbooten een
bijna regelmatig - vluchtelingen-verkeer
tusschen Zweden en Denemarken konden
onderhouden, voegt het Zweedsche blad
hier aan toe.
Maatschappij „Zeevaart" hield
slechts twee schepen over
De directie van de N.V. Maatschappij „Zee
vaart" heeft een voorloopig verslag over de
jaren 19401945 gepubliceerd, waarin de we
derwaardigheden van de maatschappij tijdens
de oorlogsjaren worden beschreven en ook de
verliezen worden opgesomd. Slechts twee
schepen bleven voor de maatschappij behou
den, de „Themisto" en de „Colytto".
De maatschappij heeft het grootste gedeelte
van haar vloot, varend in geallieerden dienst,
vóór de bezitsvordering verloren. De dircetie
heeft gemeend geen gebruik te moeten maken
van de gelegenheid om over te gaan tot aan
schaffing van z.g. „replacement"-schepen uit
regeeringsbezit. Zij heeft door bemiddeling
van een Engelsche reederlj, waarbij de maat
schappij „Zeevaart" is geïnteresseerd, de
„North Continental Shipping Co. Ltd" opge
richt. Deze maatschappij, die te Belfast is
gevestigd, heeft twee schepen onder Engelsche
vlag verworven.
De dochter-maatschappij, de N.V. Motorboot
maatschappij „Bynia", heeft reeds tijdens den
oorlog opdracht gegeven tot den bouw van
een "motorkustvaartuig van circa 650 ton laad
vermogen ter vervanging van haar in Duit-
schen dienst verloren gegane m.s. „Koert"
Deze nieuwe aanwinst i9 in Augustus onder
den naam „Tyro" in de vaart gebracht en zal
wellicht ook in de HollandIerland-lijn kun-
j nen worden gebruikt.
Tijdens een bezoek van Limburgsche
journalisten aan de Philipsfabrieken werd
medegedeeld, dat de N.V. Philips dezer da
gen. althans voor Kerstmis, de voor-oor-
logsche productie wederom zal bereiken.
Daartoe zijn 21600 arbeiders noodig. Voor
1940 waren er 15000 arbeiders tewerk ge
steld. Om het tempo van den wederopbouw
bij Philips te Ulustreeren zij vermeld, dat
Philips in 1945. 8000 arbeiders in dienst
had. In Januari 1945 bedroeg de productie
40% van de voor-ooriogsche. Tengevolge
van het feit, dat Eindhoven een grooten
woningnood kent en dus geen arbeiders op
kan nemen, is men mede onder invloed
van het arbeiders-aanbod in Sittard, Roer
mond en andere plaatsen tot „arbeiders
spreiding" overgegaan.
Momenteel wordt door Philips geprodu
ceerd te Oss, Den Bosch, Tilburg, Middel
burg,* Sittard, Roosendaal, Hilversum er
Dordrecht. Op een gestelde vraag hoe
groot de geschatte waarde van de door de
Duitschers ontvoerde hoeveelheden grond
stoffen en machines bedroeg, werd mede
gedeeld, dat deze f 60.000.000 was. Hier
van zijn tot dusverre machines tot een be-
drag van f 750 000 teruggevoerd kunnen
worden. Vermelding verdient verder nog dat
Philips weer naar 77 landen ter wereld
exporteert. Dit beteekent naar alle landen
ter wereld, behalve Japan.
Instortingsramp
te New-York
Een ramp in een ongebruikt koelhuis te
New York, waarbij vele dooden vielen en
zes-en-twintig personen ernstige verwon
dingen opliepen, werd veroorzaakt door
met vuur spelende jongens.
Tweemaal doofde de brandweer een
brand in het koelhuis waar men kort te
voren jongens had zien spelen. Later vond
echter een explosie plaats van ammoniak -
dampen en een zware muur stortte tegen
een zes verdiepingen tellende huurwoning
in het drukke New Yorksche Westside. Op
de vier onderste étages van de kazerne
woning bevonden zich vier-en-negentig
personen. Vele van hen hingen uit de ra
men om naar de brandweer te kijken en
werden waarschijnlijk onmiddellijk gedood
toen de achtergevel van het koelhuis op
hen neerstortte. Vijf-en-twintig gewonden
of: de beproevingen van
ons jongste redactielid
Wij kregen een smeekbrief. Een brief,
die ons het hart deed krimpen van medoo-
gen. Hij kwam uit een ver land van een
meisje, dat ons eens zeer dierbaar was. Als
wij aan haar weerbarstige, roestbruine
krullen dachten, werden wij nog vertee-
derd. Dat was het hem juist. Voor die
roestbruine, weerbarstige krullen had zij
een haarnetje noodig en zoo'n haarnetje
hoorde in dat verre land, door deszelven
onverkrijgbaarheid tot de brandende kwes
ties. Of wij nou niet
Natuurlijk. Wie zijn wij tenslotte, dat
we zooiets zouden kunnen weigeren? Voor
die roestbruine, weerbarstige krullen nog
wel. Wij togen op weg naar een parfumerie
en schaften ons voor den schappelijken
prijs van zeven-en-dertig en een halve
cent zoo'n verzameling met zijde omgrens
de gaatjes aan. Wij staken het in een enve
loppe en schreven er wat teedere woorden
bij.
Toen gingen wij naar het postkantoor,
maar onderweg bekroop ons een angstig
voorgevoel. Verbeeld je, dat, gezien 's lands
benarde economische positie, je nou niet
zoo maar eens een haarnetje weg mocht
sturen.
Wij zeiden tegen de juffrouw achter het
loket: „Juffrouw Pos, mogen wij een haar
netje sturen aan een meisje met roest
„Nee" zei de juffrouw, „nee, dat mag niet.
Heeft u een uitvoervergunning voor noo
dig!" en met een door oefening gebaarde
kunst voorzag zij ons van een groot, geel,
dubbelgevouwen vel papier.
Op een nabije lessenaar vouwden wij het
open en het werd daardoor steeds grooter.
Wij sloegen aan het invullen; onzen naam
en adres, haar naam en adres, wij om
schreven de goederen zoowel naar aard als
naar soort met de kort en bondige quali-
ficatie „Haarnetje". Wij noteerden de hoe
veelheid als 1 (één). Toen kwam de
moeilijkheid. Gevraagd werd aantal kg,
meters en liters. Wij wogen het ding in onze
hand. Het was zoo vederlicht, dat wij
schroomden het van een grove aanduiding
in kilo's te voorzien. Wij haalden lang-
vergeten algebra-formules uit haar muf-
geworden verblijfplaats, teneinde het aan
tal meters te bepalen. En dan die liters!
Wij haalden ons voor den geest, hoe wij
op een zomeravond voor het laatst haar
lieve roestbruingekrulde hoofdje tusschen
onze handen hadden gehouden, hoe de
nachtegalen.... Wij hielden onze handen
en acht lijken zijn tot dusverre door den®t zoo en wilden wel, dat wij bij de stereo
brandweer onder de vijf meter hooge lessen beter opgepast hadden. (Wij vulden
puinlaag vandaan gehaald. De bx*andweer maar wat in en zagen ons al in de be-
maakte hierbij gebruik van pneumatische
boren. Vier pex*sonen stierven in het zie
kenhuis.
Brandweerlieden waren aan het werk op
het dak van het koelhuis toen een op ex
plosies wijzend onheilspellend gerommel
vele van hen de brandladders afjoeg. Zes
brandweerlieden slaagden er echter niet in
te ontsnappen en stortten in de laaiende
hel toen het dak inviel. Enkele seconden
later viel de achtergevel met donderend
lawaai op de kazex-ne-woning. Er worden
nog 39 personen vermist. Duidelijk kon
men de kreten van onder het puin bcgra-
yenen hooren, meldt Un. Press.
Verlenging van liet
Tijdelijk Persbesluit
De minister van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen heeft bij de Tweede Kamer
ingediend het wetsontwerp: Verlenging
van den werkingsduur van het Tijdelijk
Persbesluit 1945.
In de Memorie van Toelichting deelt de
minister mede, dat het afloopen van den
werkingsduur van het Tijdelijk Persbesluit
1945 op 1 Januari het noodzakelijk maakt
de materie, die door dit besluit wordt be
streken, wettelijk te regelen. Aanvankelijk
werd gehoopt, dat voor het eindigen van
het Tijdelijk Persbesluit een definitieve
Perswet tót stand zou zijn gekomen. Geble
ken is dat een wettelijke regeling van het
Perswezen zoodanige principieele vragen
aan de orde stelt, dat van totstandkoming
van een dergelijke wet op korten termijn
geen sprake kan zijn. Anderzijds vergen de
huidige omstandigheden een noodvoorzie
ning van tijdelijken aard, welke in een de
finitieve Perswet niet op haar plaats zou
zijn. Daarom heeft de minister den Pers-
raad gehoord en een wetsontwei*p Nood-
vooi'ziening Perswezen vooi'bereid, ter ver
vanging van het Tijdelijk Persbesluit. Het
voorziet in de instelling van een beroeps
instantie voor degenen, wier zaak door de
Commissie voor de Perszuivering is be
handeld, alsmede in een wettelijke rege
ling van de bevoegdheden van den Pers-
raad met betrekking tot de papiervoor
ziening voor de pers en een rechtvaardige
verdeeling van de zet- en drukcapaciteit.
Ten einde een vacuum in de wetgeving op
dit gebied en een chaos in het perswezen,
die hiervan het gevolg zou zijn, te voor
komen, is een verlenging van den wer
kingsduur van het Tijdelijk Persbesluit
1945 tot uiterlijk 1 Juli 1947 noodzakelijk
gebleken.
klaagdenbank). Wij gaven de waarde in
„f's, zoo noodig geschat en vonden het pijn
lijk, dat zij zou zien, dat het geschenk
maar 0,37 had gekost.
Wij besloten met de verklaring, dat de
goederen niet met handelsdoeleinden wer
den verzonden en op geenerlei wijze ver
rekend zouden worden en voorzagen het
geheel van een rechtsgeldige handteeke-
ning.
Toen bespeurden wij, dat we nog wat
vergeten hadden. Opgave van redenen
waarom de goederen verzonden werden.
Wij zeiden: „Dat, gaat den Staat niets aan",
staken de vrije Nederlandsche borst voor
uit en weigerden. Wij hadden alles goed
gevonden. Zelfs onderwierpen wij ons aan
toekomstige controlemaatregelen, door den
C.D.I.tJ. noodig geacht. Maar den Staat
vertellen van dien zomeravond en die
nachtegalen, die ons hart warm maakten,
dót nooit. W. L. B.
47 pCt. ontevredenheid
over het kabinet
Begin vorige week werd de volgende
vraag aan tallooze Nederlandex-s, jonge
en oude, rijke en armé, en wonend In alle
deelen van ons land, gesteld door de mede
werkers van het Nederlandsch Instituut
voor de Publieke Opinie:
„Bent u tot nu toe in het algemeen'te
vreden of ontevreden over het werk van
het ministerie-Beel?"
47% antwoordt: ontevreden.
34% antwoordt: tevreden.
19% heeft er geen oordeel over.
Van de menschen, die bij de verkiezin
gen in Mei op de K.V.P. stemden, zijn er
55% over het algemeen tevreden over het
huidige ministerie en 25% ontevreden.
De partygenooten van minister Lief-
tinck, minister Vos en de andere Partij
van den Ai'beid-leden van het kabinet
zijn echter vaker ontevreden (42%) dan
tevreden (37%).
Van de aanhangers der andere partijen
zijn de communisten het meest ontevre
den (90%), vervolgens de Anti-Revolutl-
onnairen (68% ontevreden).
Hout aangevoerd
Uit Finland arriveerde Zondagmorgen
voor de steigers van de Papierfabriek het
Noorsche m.s. „Hallingdan" met een volle
lading hout.
FEUILLETON
Roman door Winston Graham
Vertaald door Alice van Iterson
2)
Dat ben ik. volkomen met u eens.
Maar ik vx*ees. dat ook hier de goeden
onder de kwaden moeten lijden.
HOOFDSTUK II.
Er is veel gebeurd, sinds de dreiging
van de invasie over Engeland is gekomen.
Tex*nauwex*nood kan ik mij nog herinne
ren, hoe het gevaar langzamerhand een
dagelijksche gewoonte voor de menschen
werd. En ik heb zelf ook in de laatste
maanden zoo ontzaglijk veel beleefd, dat
ik niet eens meer weet, hoe het mij te
moede was, toen ik vóór die nieuwe
xntemeering stond.
Iif ieder geval zou ik niet lang gelegen
heid hebben om te ondervinden in welk
opzicht de vex-houdingen in het kamp ver
beterd waren, want ik bleef maar één
nacht in Worcester en kwam toen in een
afgelegen plaats bij Hereford tex*echt.
Ondanks het feit, dat het leven van de
geïnterneex-den niet bepaald prettig kon
zijn, was het draaglijk en heel wat beter
dan van degenen, die geïnterneerd waren
in de bezette landen. Alleen ergex-de het
mij, dat ik zooals na mijn eerste
arrestatie weer zou moeten samenzijn
met menschen, die aanhangers waren van
de nazi-theorieën of pro-fascistisch. Ik
herinnerde mij een. Italiaans chen journa
list, die mij de eerste maal altijd had ge
troost. Ook hij had niets gevoeld voor
het nieuwe régime in Italië, maar hij was,
als ondei*daan van een vijandelijk land.
toch geïnterneerd. Toen hij weggevoerd
werd op de „Aurora Star", is hij met die
boot vei-gaan en verdronken.
En nu moest ik weer met nazi-aanhan
gers samen leven! Ik ergerde mij ook, dat
de tijd nutteloos voorbijging, terwijl .ik
toch met zoo'n belangrijk onderzoek bezig
was geweest. Ik was bang, dat de invasie
zou komen en bad den hemel om regen
te geven, als een boer, die zijn oogst ziet
vex-dorren. Want ik was er van overtuigd,
dat met slecht weer de kans van een aan
val op Engeland geringer zou zijn. Ik, die
niets heviger veidangde dan de nederlaag
der dictators, moest werkeloos aanzien,
hoe zich dreigende wolken boven Enge
land samenpakten.
Zes dagen na mijn arrestatie echter
werd ik uit het kamp gehaald en voor
een Bx*itschen officier gebracht, die mank
liep. Hij was slank en had grijze oogen.
Zijn haai* begon dun te worden aan de
slapen. Hij droeg de ondex-scheidings-
teekenen vaxi Overste en leek mij iemand,
die kalm zijn bevelen gaf en wiens auto
riteit zóó vanzelf sprak, dat hij er zelden
gebruik van zou xnoeten maken. Ik zag in
hem een van die rustige, bedaarde men
schen met innerlijk overwicht en zeker
in hun optreden, zooals men onder-Engel
sche militairen veel vindt.
Goedendag, zei hij. Gaat u zitten, dr.
Mencken. Wilt u een whisky-soda?
Graag, accepteerde ik een beetje
verrast. Maar slap, alstublieft. Ik drink
zelden.
Dat is maar goed voor u ook, zei hij
geheimzinnig. U bent zeker wel verwon
derd, dat ik u hier heb laten komen, niet?
Weer een beetje bureaucratie, onbegry-
pelijke bepalingen en vex-ordeningen, en
weet ik veel, wat meer.
Ik heb tot op het oogenblik nog geen
tijd gehad daar over na te denken.
Juist, maar waax*schijnlijk hebt u wél
nagedacht over deze intex-neering van u.
Het bevalt u zeker niet heelemaal?
Ik glimlachte. Het zou mij aange
namer zijn, gauw weer vx'ij te zijn.
Daarop vex*klaarde de officier mij de
x-edenen, waarom de regeerirxg ook in ge
vallen, zooals het mijne, de noodige voor-
zox'gsmaatregelen diende te nemen. Het
was ixnmers een bekend feit, dat tegen-
standex's van de nazi's heel vaak gewillig
tegenover dezen worden om hxm bloed
verwanten in Duitschland of de bezette
gebieden niet aan repi'esailles bloot te
stellen. In dex*gelijke gevallen zou men
bijna van een soort bescherming kunnen
spreken, daar het op deze wijze den nazi's
onmogelijk was iemand te dwingen om
tegen beter weten in te handelen, alleen
om het welzijn van zijn nabestaanden niet
in gevaar te brengen.
Ik merkte heel goed, dat hij mij wilde
gerust stellen. Het is erg aardig van u,
dat u mij dat allemaal vertelt, zei ik. Ik
ben heuseh niet blind voor de noodzake
lijkheid van sommige regeerïngsbepalm-
gen. Maar ik ben teleui'gesteld, omdat ik
als vreemdeling word behandeld, terwijl
mijn moeder toch een Engelsche was.
En bovendien hèb ik geen naaste
familie meer in. Oostenrijk, waarover ik
mij zorgen zou moeten maken.
HmU bent eigenlijk nog heel
jong, dx*. Mencken.
Een en dertig.
Dat is niet oud, uw academische
loopbaan in aanmerking genomen.
Ik schudde het hoofd. Och, het komt
er alleen maar op aan, of je je tijd ver
knoeit of goed besteedt.
Hij leunde achtex-over, nipte-aan zijn
whisky en keek mij in gedachten aan.
Zou het u erg verbazen om te
hoox*en, dat u van de ongeveer drie en
zeventig duizend Duitschex*s en Oosten
rijkers in dit land de eenige bent, dien
men na zijn vrijlating opnieuw geïnter
neerd heeft?
Ik begon onrustig op mijn stoel heen en
weer te schuiven. Waar wilde die man
heen? Wat had dit alles dan te beteeke
nen, als men mij niet verdacht van vijan
dige handelingexx tegenover Engeland?
Had ik soms ooit iets gedaan, dat door
een vexkeerden uitleg mij nu ten laste
kon worden gelegd?
De man tegenover mij keek mij onver
vaard aan en scheen mijn gedachten te
raden,
Dat wex*k. waar u nu mee bezig bent,
zei hij, is, als ik goed begi*epen heb, zeer
belangrijk voor ons land?
Ja, ik werk aan een proefneming
die ons in staat zou stellen om aloë-afval
voor onderzeebooten te verwelken.
Beschouwt u dat als een. nationaal
belang van de eerste orde?
Ik draaide een beetje om de vraag heen:
Ik begrijp u niet heelemaal. Al der
gelijke onderzoekingen zijn in tijd van
oorlog van bijzondere waarde. De mijne
waarschijnlijk niet meer dan de andere,
maar ook niet minder. Als
Maar u zult zichzelf niet voor, laten
we zeggen, twee of drie manden als
onvervangbaar beschouwen? Voor zoover
ik weet, weiken er nog andere menschen
aan hetzelfde idee. Bijvoorbeeld professor
Martin van de universiteit te Edinbux-gh.
Wij spraken nu een oogenblik over
professor Martin en zijn experimenten,
waarop de officier mij plotseling verniste
met de vraag of ik goed op de hoogte was
mefc gifgassen.
Ik antwooixlde, dat ik er wel wat van
wist, maar eigenlijk niet voor een expert
kon doorgaan, ondanks het feit, dat ik
aan de Londensche universiteit kort tevo
ren lezingen had gehouden over een be
paald gas, in vei'band met de studie der
atoom-energie.
Laten we eens aannemen, viel de
man tegenover mij in de rede, dat u
tegenwoordig zou zijn bij het vervaardi
gen en bij de proefnemingen met een
nieuw gas, zou u dan in staat zijn iets
over de samenstelling en den aard van
het gas te verklaren of over de eigenschap
waardoor het nieuwe gas zich onder
scheidt van de bekende soorten.?
Ik zette groote oogen op. Natuurlijk,
als ik zonder moeilijkheden toegang tot
'het laboratorium kon ln'ijgen!
Hij knikte en scheen tevreden te zijn
met mijn antwoord.
Nu, dan wordt het tijd, dr. Mencken,
dat ik ophoud om de zaak heen te praten.
Mijn gevraag heeft u waarschijnlijk een
beetje van de wijs gebi'acht.
Dat moest ik inderdaad toegeven.
Hij legde zijn vingertoppen tegen
elkaar. Dr. Mencken, het is nog maar
een paar minuten geleden, dat u er zich
over beklaagd heeft, dat de regeering
geen vertrouwen heeft in uw vaderlands
liefde, ondanks het feit, dat u een halve
Engelschman bent. Wanneer u hoort, wat
ik u te vertellen heb, zult u moeten toe
geven, dat ons land een onbegrensd ver
trouwen in u stelt, althans wanneer u de
verantwoording op u wilt nemen.
Ik ben bereid alles te doen om weer
vx'ij te zijn.
Wacht u met uw toestemming tot u
mijn voorstel heeft gehoord. Het is geen
sinecure, die wij u aanbieden.
Ik luisterde dus aandachtig en begon
langzamei'hand de bedoeling van het
onderhoud te begrijpen.
Mijn naam, zei de ander, speelt geen
rol. Brown, dat is voldoende. Ik behoor
tot de speciale afdeeling van het Britsche
Intelligence Department, de S. 1. D. Het
gelukt ons nog beter aan de schijnwerpex-s
van de openbaarheid te ontkomen dan
onze collega's van de afdeeling Criminali
teit. Zijn oogen zochten de mijne. Niet
zoo lang geleden kregen wij van het hoofd
van onze .Noord-Italiaansche organisatie
een zeker bericht door, dat vergezeld was
van een verzoek om steun. Wij heb
ben de zaak eeixs overlegd. Die hulp
kan slechts geboden worden door één
man. Als deze man echter niet precies
voldoet aan bepaalde eischen, is het
beter, dat hij er heelemaal niet heen gaat.
Ik dronk wat van mijn whisky. Ik
voelde, dat ik een hartversterking noodig
had, want ik begon iets te begrijpen.
Ik neem aan, dat ik in zeker opzicht
aan de gestelde verwachtingen zou vol
doen.
De ander begon een beetje te lachen.
Toen werd hij weer ernstig.
Dat wil ik juist te weten komen. Of
u aan die speciale eischen kunt voldoen.
Onze man .moet onvoorwaardelijk te ver
trouwen zijn en onder alle omstandig
heden zijn mond kunnen houden als de
zaak goed afloopt maar nog méér, als
het eens verkeerd mocht gaan. Hij moet
zoo vloeiend Italiaansch kunnen spreken,
dat men hem voor een Italiaan houdt.
Indien het eenigszins mogelijk is, moet
hij ook Duitsch verstaan en hij moet
bovendien Noord-Italië goed kennen.
Vóór alles echter moet hij een prima
scheikundige zijn. En dat is de gx-oote
moeilijkheid.
.(Wordt vervolgd).