J Litteraire kantteekeningen Saarlanders blijven Duitschers Ook hef buitenland zendt babykleertjes naar paleis Soestdijk Papier positie gaat er niet op vooruit geeft; C Panda en de Meesterdief Wereldnieuws Zaterdag 4 Januari 1947 Economische annexatie door Frankrijk is hun echter welkom De afsluiting van het Saargebied van dc rest van Duitschland heeft geen opwinding teweeg gebracht onder de bewoners van deze streek, die reeds bijna twee jaar lang door de Fransche bezetters op dc meest vriendschappelijke manier zijn behandeld, aldus l'n, Press. De Franschen pasten hier een systeem toe, dal in de verte gelijkt op de methoden die de nazi's aanvankelijk in de door hen bezette landen aanwendden, doch dat in het Fransche geval veel meer sticces had. In het Saargebied werd voedsel gebracht, ten koste van de rest der Fransche bezet tingszone en van Frankrijk zelf. In alle mijn- en staalbedrijven zijn Fransche ingenieurs geplaatst. De twee groote staal fabrieken zijn reeds bijna geheel in Fransch bezit overgegaan en. voor opnieuw een jaar verstreken is. zal hetzelfde het geval zijn met bijna alle kolenmijnen (12 in ge tal) 7000 mijnwerkers, die in Fransche krijgsgevangenschap waren, werden bij wijze van Kerstamnestie vrijgelaten. Vele Saarlanders, die in 1935 na de volksstem ming het land verlieten, kregen „toestem ming" terug te keeren uit Frankrijk, Italië en Zwitserland. Zij bezetten thans invloed rijke posten. De „beweging tot aansluiting bij Frankrijk" is van Nice, waar zij zich in 1935 vestigde, teruggekeerd naar de Saar. De doeltreffendheid der Fransche bezet tingsmaatregelen schrijft men vooral toe aan de Zorgvuldigheid, waarmede de 650 militaire bestuursambtenaren en leidende officieren werden uitgekozen en aan de soepelheid waarmede -zij de orders van hoogerhand mogen uitvoeren. Deze men- schen spreken vrijwel zorider uitzondering vloeiend Duitsch. De meeste zijn Elzassers, die voor den oorlog vaak in het Saargebied waren. De denazificatie is zonder veel omslag gevoerd. Er zijn vrijwel geen nazis i meer verantwoordelijke functies en de weten te leggen op een der rijkste kolen velden van Europa. Zij krijgen tot dusver echter slechts 18 procent van de opbrengst, maar verlangen nu een grootere toewijzing dan Potsdam gaf. Den Saarlanders zou dit niet onwelkom zijn, want zij doen graag zaken met Frankrijk. De' Saar ook politiek tot Fransch gebied maken, is echter een plan dat niet zonder geweld aan Frankrijk zou gelukken. Daar ziet het niet naar uit, want de Fransche „macht" in de Saar bedraagt op het oogen- blik niet meer dan een 4000 man, ambte naren en douanen inbegrepen. Economisch samengaan met Frankrijk, goed, maar poli tiek: de Saarlanders zijn per. slot Duit schers, al zijn er dan een aantal leidende figuren die een onal'hankelijken staat zou den willen stichten, zooiets zou wellicht ten slotte in de dijn komen van Churchill's ideaal van de Vereenigde Staten van Europa en van de denkbeelden van Kurt Schumacher, die het plan geopperd heeft van een nieuwen, geheel industrieelen staat, te vormen uit het Saargebied, een aangrenzende strook van Frankrijk en wel licht Luxemburg. Daaromheen zouden dan hoofdzaak agrarische landen liggen, hetgeen volgens dezen Duitschen socialis- tischen leider de kansen op een Europee- schen oorlog aanzienlijk zou verminderen, daar geen over al het noodige zou beschik- groote nazis hebben het Saargebied moeten ken om ten oorlog te gaan verlaten. Welkome maattegelen. Als onderdeel van liet plan om de Saar, althans economisch te annexeeren, is een gebied van ruim 800 vierk. km vruchtbaar land in Juli 1946 aan de Saar toegevoegd, namelijk de omstreken van Saarburg, Wa- dern, Trier en Birkenfeld, die niet tot het -eigenlijke Saarbekken behoorden en waar in de volksstemming van 1935 niet gehou den werd. Het oude Saargebied kwam al tijd heel wat voedsel tekort, maar in dezen nieuwen vorm zal het bijkans in eigen be hoeften kunnen voorzien. Toch zal nog voedsel Uit de Fransche zóne en uit Frank rijk worden ingevoerd. Dit gaat soms ten koste van de andere streken on^er Fran sche bezetting. Zoo werd in het najaar de heele fruitoogst van den Palts ten behoeve van het Saargebied opgevorderd. De Fransche douanemaatregelen waren over het algemeen welkom. Ook de Saar landers zelf willen graag voorkomen dat voedsel uit hun gebied naar het overige Duitschland gaat of dat inflationeerepde rijksmarken binnenkomen. Men heeft zich hier wel bewust bij de Fransche politiek neergelegd. Slechts een kleine minderheid zou volledige politieke annexatie door Frankrijk wenschen, maar veel meer men- schen, wellicht zelfs een. meerderheid staan Dezer dagen heeft de Zweedsche regee- gunstig tegenover een economische een- ring medegedeeld dat op niet meer gere- heid met de Fransche republiek. Vooral dekend mag worden dan de helft tot drie- mijnwerker,s achten dit gunstig. Zij ont-itwart van de hoeveelheden grondstoffen, vingen van de Franschen enorme extra-waarop oorspronkelijk werd gerekend, rantsoenen op elk gebied. De animo om in j D0or het groot tekort over de geheele we de mijnen te werken is dan ook groot. reld aan hout, arbeidskrachten en energie Het Saargebied is, vergeleken met liet zjjn <je vooruitzichten op leveranties uit Duitsche achterland, een rijke streek. De andere grondstof-produceerende landen steenkoolproductie, gestimuleerd door j njet erg bemoedigend. Er zijn nog handels- Kranschen en Duitschers gelijkelijk, is tot j besprekingen gaande, zoodat de juiste hoe- bijna 900.000 ton per maand gestegen, zeer j veelheden, waarover onze papierindustrie in de buurt van het topjaar 1936, toen de jaar kan beschikken, nog onbekend zijn. productie een millioen ton beliep. De staal-Op het oorspronkelijk vastgestelde produc- fabrieken werken op volle kracht, evenals j tie-programma voor 1947 zal voorloopig De meeste Saarlanders echter zouden in hun hart het liefst Duitschers blijven. Ech ter niet onder de huidigfe situatie, nu zij beter economisch bij Frankrijk kunnen hooren. Zij verwachten evenwel dat er eens weer een tijd zal komen, dat Duitsch land weer een krachtig land is. Dan zouden zij, als in 1935 niet aarzelen in hun keuze. Ceen wreedheden bij bezetting van Pesing Op 6 Mei 1940 heeft de heer Palar (P. v. d. A.) In de Tweede Kamer een brief voorgelezen vol gens welken, bij de militaire bezetting van Pesing wreedheden en andere wandaden zouden zijn bedreven. Naar aanleiding hiérvan heeft een commissie, bestaande uit mr, J. H. Peters, pre sident van den krijgsraad te Batavia, de hoofd ambtenaar H. van der Wal en luitenant-kolonel A. Hamming, een onderzoek Ingesteld en veer tien getuigen gehoord. De minister van Over- zeesche Gebiedsdeelen heeft thans aan de Twee de Kamer het resultaat van dit onderzoek doen toekomen. Verklaard wordt onder andere, dat de in den door den Paiar voorgelezen brief ge dane mededeeling, als zouden in Pesing vele woningen in brand zijn gestoken niet in over eenstemming is met de feiten. De waarheid is, dat eenige uren na het gevecht ongeveer 2 kilo meter buiten Pesing een drietal huisjes ter ver ruiming van het schootsveld zijn weggebrand. Bij rie bezetting van Pesing hebben geen wreedheden plaatsgevonden. De mededeeling in den brief, dat het meerendeei van een zeventig tal door de militaire politie gevangen genomen Indonesiërs op beestachtige wijze zou zijn afge maakt en slechts een. drietal overlevenden, die gewond waren, zouden zijn achtergelaten, is in flagraniten strijd met de waarheid. De feilen zijn., dat bij de actie 31 gevangenen zijn ge maakt, waaronder 3 gewonden, die onmiddellijk per Roode Kruisaulo naar het militair hospitaal te Batavia wérden vervoerd. De overige 28 ge vangenen werden naar Palmerah overgebracht. Een dezer gevangenen is overleden. Een getuige heeft verklaard, dat een jeugdige Indonesiër, die wegliep, zou zijn doodgeschoten. Een andere getuige heeft medegedeeld, dat 2 of Indonesiërs, die in het bezit van wapenen werden aangetroffen kort nadat een onzer sol daten door een sluipschutter werd neergescho ten. onmiddellijk na hun aanhouding door ver bitterde soldaten werden doodgeschoten. De juis te toedracht dezer gevallen 'is strafrechtelijk niet door een voortgezet .onderzoek komen vast staan. De legercommandant heeft, met het oog op deze gevallen uitdrukkelijk bevestigd, dat, waar mogelijk, tegen excessen gestreng wordt opgetreden. INTERPELLATIE VAN MR. ROOLVINK. Mr. E. G. M. Roolvink, lid van de Tweede Kamer voor de K.V.P., zal na het reces van de Tweede Kamer verlof vragen den minister van Overzeesehe Gebiedsdeelen te interpel- leeren over het weder uitzenden van leden der commissie-generaal, zonder dat de com missie op breederen grondslag is samenge steld. J)onkere vooruitzichten voor 1947 Inzameling sluit op 15 Januari Het staat thans vast, dat alle babies, die op denzelfden dag geboren zullen worden met het prinsje of prinsesje, dat half Februari in het paleis Soestdijk woi-dt verwacht, een pakje met kleertjes zullen ontvangen. Of ook jonge moeders, wier babies den dag vóór of na de heugelijke gebeurtenis in het prinselijk gezin werden geboren, iets zullen ontvangen, hangt af van de mate waarin de babykleertjes in de komende veertien dagen op Soestdijk zullen binnenkomen. Het gemiddelde geboortecijfer voor ons ge heele land bedroeg in September j.l. 781 per dag. Het Centraal Bureau voor de Statistiek verwacht, dat dit getal in Februari niet zal worden overschreden. De Unie van Vrouwelijke Vrijwilligers heeft Elfhonderd Indonesiërs naar huis-toe Naar ons wordt medegedeeld zal het m.s. „Boissevain" van de K.P.M., vermoedelijk omstreeks 17 Januari a-s. van Amsterdam naar Batavia vertrekken. De Boissevain zal op deze reis ongeveer 2Ó0 hutpassagiers en bovendien c.a. 1100 z.g.n. „In Indië gewortelde" passagiers ver voeren, die van Regeeringszijde zijn aan gewezen om naar Indië te vertrekken. Wat het verblijf van laatstgenoemde passagiers betreft, deze zullen aan boord in slaapzalen worden ondergebracht, wel ke in de ruimen zijn ingericht. de verdeeling van de kleertjes op zich geno men en 'is sedert begin October druk in de weer met de voorbereidingen. Niet alleen uit Nederland, doch ook uit België, Canada, Australië en Italië kwamen pakjes binnen. De „American Relief for Holland" zond twee honderd knotten prachtige wol, die nu reeds verwerkt zijn tot babykleertjes. Prinses Juliana houdt een waakzaam oog op alles wat binnen komt. hemdjes, broekjes, mutsjes, jasjes en zelfs doopjurken zijn in grooten getale ontvangen. Een rubberfabri kant schonk bij voorbaat voor ieder pakje een zuigfleschspeen. Het secretariaat van Prinses Juliana ver zoekt, indien mogelijk, de kleertjes uiterlijk 15 Januari op te sturen. Opsporingsdiensten vermiste personen thans samengevoegd De voorlichtingsdienst van het ministerie van Sociale Zaken deelt mede, dat de centra lisatie van verschillende opsporingsdiensten, namelijk het Afwikkelingsbureau Concentra tiekampen, de bureaux Opsporing Joodsche personen te Amsterdam en Westerbork en de afdeeling Opsporing Ex-politieke Gevangenen van de Stichting 1940—1945 tot stand is ge komen. Deze bureaux zijn samengebracht in het Nationaal Opsporingsbureau, waarvan de werkzaamheden onder toezicht van het mini sterie van Sociale Zaken, zijn opgedragen aan het Nederlandsche Roode Kruis. Voor inlichtingen over vermiste personen van alle categorieën ex-politieke gevange nen, Joden, personen in Indië, in Duitsch land tewerkgestelden dient men zich voortaan uitbuitend te wenden tot het in formatiebureau van het Nedefla.idsche Roode Kruis. Vlamingstraat 2, 's-Gravenhage. De bladen „Reveille" en „Appèl" zullen voortaan samengevoegd worden uitgegeven door het Nationaal Opsporingsbureau. Aanvankelijk waren voor de productie en het verbruik van papier voor 1947 betrekkelijk gunstig. Zweden had toegezegd dat de Nederland sche papierindustrie over 1947 waar schijnlijk zou kunnen rekenen op dezelfde hoeveelheid grondstoffen, die in 1946 was geleverd. Bovendien mocht verwacht wor den, dat de Zweedsche productie van cel lulose en houtslijp (momenteel 60 procent van het vooroorlogsche gemiddelde) over 1947 nog wel zou stijgen. Extra leveranties boven het vastgestelde contingent waren dus niet onmogelijk. aardewerk- en glasindustrie. De winkels zijn goed voorzien van alle mogelijke arti kelen, die in Duitschland zelf ver te zoeken zijn. Het Saargebied is waarschijnlijk de eenige streek van Europa, waar.zwarte handel ontbreekt. Intusschen hebben de Franschen besla; Evert van Dijk voor den vliegdienst afgekeurd Evert van Dijk, de bekende K.L.M.-pi- loot is afgekeurd voor den vliegdienst. Hij zal in K.L.M.-dienst blijven. Evert van Dijk, die thans 53 jaar is, trad op 1 Mei 1925 in dienst bij de K.L M. Lang voor den tweeden wereldoorlog was hij reeds een der luchtmillionnairs der K.L.M. en gezag voerder op de Indië-route. Wereldvermaardheid kreeg hij, toen hij, door Charles E. Kingford Smith als twee de piloot uitgekozen, met „Southern Cross" een 3-motorige Fokker F VIII op 24 Juni 1930 van Port Marnock in Ierland naar het vliegveld Harbor Grace op New Found- land vloog. Dit was toen de tweede vlucht van een vliegtuig van Europa uit naar Amerika. De eerste* maal, dat liet van Europa uit gelukte, op 12 April 1928, wa ren het HühneMd, Köhl en Fitzmaurice, .die den tocht met succes ondernamen. De nestor van de K.L.M.-piloten, G. J. Geysendorfer, thans 54 jaar, is evenals de piloot Snit'selaar herkeurd. Beiden werden goedgekeurd. Burgemeester verborg textielvoorraad Ambtenaren van den C. C. D. te Alkmaar hebben proces-verbaal opgemaakt tegen den burgemeester van het dorp Stompetoren (ge meente Oterleek) den heer J. P. wegens het voorhanden hebben van textlëlgoederen anders dan voor eigen gebruik. De boerderij van den heer P. „De drie Koningshoofden" werd onlangs grootendeels door brand verwoest. Tijdens het blusschingswerk ontdekte men op een zolder dertig heerencostuums. vier winterjassen en ver scheidene andere textielgoederen. voorzien van prijskaartjes ten name van den Alkmaarschen winkelier C. Tegen dezen winkelier is eveneens proces-verbaal -opgemaakt wegens het verzwij gen van voorraden welke bij de inventarisatie opgegeven hadden moeten worden. Agenda voor Haarlem ZATERDAG 4 JANUARI Stadsschouwburg: De Fonkelende stroom (Co- media), 20 uur. Begijnhofkapel: Youth for Christ (Jeugdappèl), 20 uur. Luxor: Hawaii' Call (a, 1.) 14.00, 16.15, 19.00 en 21.15-uur. Frans Hals: Sym phonic Pastorale (18 j.) 14.00, 16.15, 19.00 en 21.15 uur. Rembrandt: Going my way (a. 1.) 13.45, 16.15, 19.00 en 21.30 uur. Palace: Gekke Touristen (a. 1.) 14.00, 16,15. 19,00 en 21.15 uur. City: JeugdidyUe (a. 1.) 14.15 16.30, 19.00 en 21.15 uur. Spaarne: Ge vaarlijk spel (14 j.) 14,30. 19.00 en 21.15 uur. ZONDAG 5 JANUARI Stadsschouwburg: „De Hemel komt later weer" (Comedia). 20 uur Geb. Cultura: Wijdingsmor- gen (Ned. Ver. v. Spiritisten „Harmonia"), 10.30 uur. Frans Hals: ..Op de bres" (voor leden Ne der!. Roode Kruis) 10.30 uur. Bioscopen: als Za terdag. Spaarne: Matinee om 14.00 en 16.15 uur. MAANDAG 6 JANUARI Bioscopen: als Zaterdag. in ieder geval een belangrijke korting moe ten worden toegepast. Hoe de verhouding tusschen de verschillende papiersoorten zal zijn, maakt nog. een punt van overweging uit. Maar hoe deze verdeelin^ ook zal uit vallen, thans staat wel reeds vast, dat het tekort aan papier in Nederland gedurende 1947 nog grooter zal zijn---dan in 1946. De uiterste zuinigheid in fiët verbruik van papier is dan ook een dringende eisch. Nu ons land dus over zeer onvoldoende hoeveelheden buitenlandsche grondstoffen kan beschikken, wordt oud-papier een steeds belangrijker factor in het productie proces. De Nederlandsche papierindustrie kan per maand 9.000 a 10.000 ton oud de vooruitzichten papier verwerken. De hoeveelheid, die momenteel ter beschikking staat, is echter niet grooter dan 4.500 a 5.000 ton per maand. Het is daarom een dringende eisch. dat er meer oud papier als grondstof voor de papierverwerkende industrie ter,be schikking komt. Aan de plannen tot een grootscheepsche inzameling van oud papier over het geheele land is reeds een begin van uitvoering gegeven. Reeds nu wordt het publiek verzocht zijn medewerking te verleenen door al het oude papier, waar over beschikt kan. worden, te bewaren. Elke hoeveelheid, hoe gering ook, moet ten nutte komen aan de papierfabrieken en daarmede aan de papiervoorziening van ons land. NEDERLANDSCHE MEESTERS BEDIERVEN EETLUST. In het nieuwe restaurant van de Lon- densche National Gallery, het „rijksmu seum" van de Britsche hoofdstad, zouden eenige schilderijen van Nederlandsche meesters worden opgehangen. Dit gebeur de inderdaad, doch al spoedig na de ope ning van het restaurant besloot men ze door andere doeken te vervangen, daar de dopkere Nederlandsche schilderyen niet bevorderlijk voor de eetlust bleken te zijn. Ze werkten namelijk drukkend op de at mosfeer, zegt ANP-Aneta. Principieele beslissing inzake bezettingsrecht In 1942 en 1943 had de N.V. A.N I.E.M. een groot gedeelte van haar hoofdkantoor. Kei zersgracht 369, Amsterdam, vex-huurd aan den Rijksgebouwendienst, die deze ruimten eerfl had gevorderd krachtens het Vorderingsbe- sluit. Betaling van de huur was sedert Octo ber 1944 achterwege gebleven, terwijl na de bevrijding de staat slechts een gedeelte van de huur voldeed en niet bereid bleek de huur van die kantoorruimten, welke de Rijksge bouwendienst in gebruik had afgestaan aan een Duitsche instantie; het „Devisen-schutz- kommando", te betalen. De A.N.I.E.M. besloot over te gaan tot dagvaarding van den Staat der Nederlanden, die zich in de daarop vol gende procedure verweerde met de stelling „dat degene, die gedurende de vijandelijke bezetting in bezet gebied namens de overheid onder welken naam ook een overeenkomst aangaat, daardoor slechts de bezettende macht verbindt". De arrondissementsrechtbank te 's-Graven hage heeft dit verweer niet aanvaard en ver oordeelde den staat tot betaling van het ge vorderde bedrag, daarbij overwegende, dat de staatsambtenaren tijdens de bezetting als Nederlandsche ambtenaren in functie zijn ge bleven en met name niet zijn geworden or ganen van den bezetter. HILVERSUM I, 30L5 M. 19.00 Nieuws. 19.15 Buffalo Bill. 19.45 Uitzen ding voor Nederlanders in Duitschland.. 20.00 Nieuws. 20.05 Weeroverzacht. 20.08 De gewone man. 20,15 Wie weet hoe deze plaat heet. 20.30 Lichtbaken. 21.00 Mopgen is het Zondag. 22.00 Muzikale tombola. 22.40 Causerie Mr. v. d. Ven. 22.50 Avondgebed. 23.00 Nieuws. 23,15 Katholiek nieuws. 23.20 Symphoniscfh concert. HILVERSUM II. 415.5 M. en 218 M. 19.00 Cello en Piano. 19.30 Voor de rijpere jeugd. 19.45 Bijbelvertelling. 20.00 Nieuws. 20.05 Dingen van den dag. 20.15 En nu Oké. 21.30 So cialistisch commentaar. 21.45 Lillie Lindroth. 21.55 Politie muziekcorps. 22.30 Lord Mountdrago. 23.00 Nieuws. 23.15 Hobby-hoek. 23.30 Nachtvoor stelling. ZONDAG HILVERSUM I, 301.5 M. 8.00 Nieuws. 8.15 Hoogmis. 9.30 Nieuws. 10.00 Gewijde muziek. 10.30 E-v. Luth. Kerkdienst. 12.15 Boekbespreking. 12.30 Lunchconcert. 13.30 Apo logie. 14.00 Litterair-muzikaal programma. 15.45 Klankbeeld „Driekoningen". 16.30 Zfekenlof. 17.00 Geref. Kerkdienst. 18.30 Voor de strijdkrachten 19.15 Kent gij uw Bijbel? 19.30 Nieuws. 19.43 Sport en actualiteiten. 20.08 Gewone man. 20.15 „Aïda" opera van Verdi. 22.00 Nieuws en Avondgebed. 22,30 Driekoningenprogramma. 23.00 Dansorkest 23.30 Platen. HILVERSUM II, 415.5 M. en 218 M. 8.00 Nieuws. 8.30 Voor het platteland. 8.45 Zon dagmorgenmelodieën.' 9.15 Geestelijk leven. 9.30 Platen op verzoek. lff.00 Zondagshalfuur. 10.30 Vrijz. Prot. Kerkdienst. 12.00 Bach-cantate. 12.30 Zondagclub. 12.40 Piano en orgel, 13.00 Nieuws. 13.15 Tango- en rumbaorkest. 1-3.50 Spoorwegen spreken. 14.05 Causerie over Sartre. 14.30 Bach- concert. 15.20 Filmpraatje. 15.35 Thé dansant. 1.30 Voor de vrouw. 16.40 Sport. 17.00 Gabriël Smit. 17.10 Gesprekken met luisteraars. 17.30 Oome Keesje. 18.00 Nieuws en sport. 18.30 Melo die der verte. 19.00 Radiolympus. 19.30 Cabaret 20.00 Nieuws en actualiteiten. 20.15 Tsjaikofsky- Beethovenconcert. 21.15 Hoorspel naar Dickens. 21.50 Cabaret. 22.30 Dansorkest. 23.00 Nieuws. 23.15 Lichte muziek. H - Een kampioene en haar schaduw Als ijle, ranke vlinders zweven deze rijdster en haar schaduw over het spiegelende ijs. De schaatsenrijdster is de Amerikaansche Gret- chen van Zandt Merill, die, samen met eenige andere kampioenen, in Sint Moritz reeds in training is voor de Euro- peesche kampioenschap pen schoonrijden, die daar van 31 Januari tot en met 2 Februari ge houden worden. Na de wedstrijden in St. Moritz zal Gretchen naar Stock holm vertrekken en-daar meedingen naar het wereldkampioenschap. Over Muziek NIKOLAJ GOGOLJ: „De Mantel". J. M. Meulenhoff, Amsterdam. Er wordt verteld, dat Poesjkin, tijdgenoot van Gogolj, nadat hij Gogolj's „Doode Zie len" in ons land. mèt de „Revisor", wel zijn bekendste werk schaterlachend had gelezen, moet hebben uitgeroepen: „Mijn God, wat is ons Rusland toch droevig!" Tijdens het lezen van „De Mantel", een dei- volmaaktste en ontroerendste vertellingen ten tijde van het Czaristische Rusland, bekroop me hetzelfde gevoel. Zeker, dat is humor, dat schijnt allemaal geschreven met een lach, maar met $ip, waarachter het was óók Poesjkin dik' het zei „men een ongeziene traan voelt." Het lijkt alles zoo geéstig, realistisch zelfs, maar wie een zintuig heeft voor het symbo lische, zal weten dat er voor Akaky Akékyje- witsch, de „hoofdpersoon" van dit verhaal, méér dan een mantel verloren ging. Akaky Akékyjewitsch is maar een gouver nementsklerk. niets dan dat. Hij vindt zijn levensvreugde in het afschrijven van regee- ringsstukken: dat is zijn wereld, zijn liefde, zijn leven. Sommige letters zijn z'n lievelings- letters; hij streelt ze bijna met zijn p'en, hij vormt ze tegelijkertijd met zijn lippen en teekent ze met zijn hart. Terwille daarvan verdraagt hij de plagerijen van zijn collega's en aanvaardt hij zijn noodlot, „steeds onder de ramen der huizen door te loopen. wanneer er afval naar buiten wordt gegooid." Akaky merkt het niet eens: hij is verzon ken in zijn schrijfwerk, ook als hij niet op zijn burèau is. Hij copieert hij is een copie van zichzelf geworden. En zoo zou hij zijn voortgegaan tot .zijn laatsten dag in de kleine vreugde van zijn sluimerend leven, dat eigen lijk de vreugdeloosheid is, als het domme lot niet iets met hem. had voorgehad: zijn man tel, dat wonderlijk en symbolisch kleeding- stuk, dat al korter en korter was geworden in een leven zonder jaren omdat er telkens stukken van afgeknipt moesten worden voor reparatie die mantel dan, bleek onherstel baar versleten, zóó vex-sleten, dat Akaky on vermijdelijk tot den koop van een nieuwen moest besluiten. Akaky besloot eindelijk, en spaarde en ontzegde zich veel. Van dien tijd af werd zijn bestaan als het ware voller, alsof hij getrouwd was, alsof er een ander menseh dicht naast hem leefde en hij niet alleen was, alsof de een of andere vriendelijke levensgezellin er in toegestemd had samen-met hem den levens weg te bewandelen, en die vriendin was 9. „Het doet mij genoegen te vernemen dat ge zoveel geld verdiend hebt, goede man!" zei Joris vriendelijk. „Geld verzoet het leven! Per aspera ad astra zoals wij latinisten zeggen. Komaan, nu moeten we weer eens gaan! Kom meemijn ventjeJ Goeden middag, vrienden!" Panda volgde hem naar buiten en hij zagtoen meteen, dat Joris Goédbloed een koffertje in zijn hand had. „Wat is dat voor een ding?" vroeg hij kwaad. „Ho! Stop!" riep de waard in het café. „Die vent vergeet te betalen!" „Waar is mijn koffer?" riep de klant. Hij heeft mijn koffer meegenomen!. Het is een dief!" politie!" schreeuwde de waard. „Ik zal de politie waarschuwen! Hij kan nog niet ver weg zijn!" niemand anders dan de bewuste mantel, dik gewatteerd, .mèt een sterke onvei-slijtbare voering Hij werd zelfs levendiger en zelf verzekerder, als een mensch die zich een be paald doel voor oogen heeft gesteld. De mantel komt gereed, na maanden, op den glorierijksten dag van Akaky's leven. Zelfs wordt hij ter gelegenheid van zijn op zienbarende aanwinst op een feestavond ge nood den eersten van zijn leven waar aan hij ontvlucht, omdat de luidruchtigheid nu eenmaal niet zijn deel is Liever gaat hij door -den sneeuwavond, warm en veilig in zijn mantel, zijn groot bezit, zijn stille vreug de, in de eenzaamheid van zijn wereld, „waar het om hem heen is als een zee". Kan Akalcy Akakyjewitsj, gelukzaliger en tevens veriater zijn? „Maar beter niet te kij ken", denkt hij en gaat met gesloten oogen verder, tot hij wordt overvallen en van zijn mantel beroofd. En dan staat hij weer alleen, armer en eenzamer dan ooit en de barre kou gaat hem tot op zijn botten, zoodat hij ziek wordt en den geest geeft. „Er was een levend wezen heengegaan en verdwenen, door niemand beschennd, door niemand geliefd, door niemand belangrijk ge vonden een schepsel dat gelaten den spof van zijn collega's had verdragen en in het graf was gedaaldmaar dat ook op het eind van zijn leven een stralende vreugde in den vorm van een nieuwen mantel deelachtig was geworden. Eén kort oogenblik had deze vreugde zijn armzalig bestaan doorlicht, daarna was het geluk jammerlijk vernietigd, evenals het wordt vernietigd in het leven der machtigen dezer aarde.. En nadien zwerft een spookgestalte rond, op zoek naar een mantel Akaky's mantel, Akóky's geluk, zich wrekend om zijn hulpeloosheid in dit leven, waarin hem zelfs een simpele vreugde niet vergund was. Spreekt Gogolj ook een verlossend woord? Ik geloof het, ja. Het is het schuldgevoel bij de „hoogste instantie" die weigerde hem be hulpzaam te zijn bij het terugvinden van zijn liefste bezit: een ontnomen mantel. Dit dan is het sobere verhaal van Akéky Alcakyje- witsj humoristischen ik denk weer aan Poesjkin en aan wat die humor verbergt. Deze novelle is er me in Aleida Schot's voortreffe lijke vertaling des te liever om TEIXEIRA DE PASCOAES: Ver bum Obscurum (Aphorismen).Vert. door A. V. Thele en H Marsman. Meulenhoff, Amsterdam. De schrijver van „Paulus en Hieronymus" is vóór alles een dichter en wie zijn wïjs- geerige aphorismen wil genieten tot in hun verborgensten zin zal zich eraan moeten over geven met meer dan het verstand. Dezen dichter is het verlangen meer dan de vervul ling, de herinnering meer dan het oogenblik. Leven is voor hem een denkend, voelend, lij dend en biddend zijn en met het diepst van zijn hart is hij, als allen die de onvolmaakt heid van al het aardsche kennen, verbonden met het boventijdelijke. Is het niet begrijpelijk dat een dichter als Marsman zich zoo na voelde staan tot het werk van dezen Portugeeschen auteur, die „alleen schreef te dooder ure, wanneer de groote stilte wordt geboren uit het laatste gerucht dat verdooft?" „Dichters", roept hij uit.-„dichters! er zijn slechts twee muzen: de onschuld en de ontgoocheling." En elders: „ik sterf ieder oogenblik, mijn verlangen ont bladert zich in herinneringen, en de aarde rondom mijn deemsterig zijn wordt bedekt met intieme herfstelijke bladeren: maar uit iedere afgevallen herinnering stijgt een nieuwe wensch op gelijk de halleluja's uit de halfgeopende graven, en wat in mij fantas tisch was, begint te lichten met een levende tegenwoordigheid Dit is de geest van deze aphorismen, die ik, zoo fraai gebundeld, naast me leg, om ze telkens ter hand te nemen. C. J. E. DINAUX. Absolute muziek HST woord symphonie, waarde lezer, is u oekend. Het beteekent zooals u weet, eigenlijk samenklank en is in het begin van de 17e eeuw de benaming van een stuk in strumentale muziek dat ter inleiding of af wisseling diende in opera of cantate; een zelfstandig stuk, zonder verband met de ge schiedenis die er zich om heen afspeelde. An dere onafhankelijke instrumentale stukken waren de sonata en toccata. De eerste naam beteekent klankstuk, de tweede speelstuk die in zekeren zin in de kinderschoenen stond, maar waaruit de latere glorieuze in strumentale muziekwereld zou opbloeien. In die oude werken ontwikkelt zich de z.g. absolute muziek, dat wil dus zeggen', de mu ziek die niet op eenigerlei wijze samenhang heeft met iets dat op zich zelf buiten de muziek staat, die met de haar eigen elemen ten rythme, melodie, harmonie, een volledig levend wezen in dat gestalte vindt in den klank van het instrument. Nu weten wij allen, dat het tamelijk vermetel is om met het woord „absoluut" te spelen. Wij gebruiken 't groote woord maar uit oude gemakzucht en gebvek aan verantwoordelijkheidsgevoel. Het past goed in de vakterminologie, die bijna geheel uit scheef-getrokken begrippen in verkeerde woorden bestaat. Maakt u zich geen zorg; ik wil alleen maar met u vaststellen dat oolc de „absolute" muziek niet op zich zeil' kan be staan, en voortkomt uit het hoofd en het hart van den componist, die op zijn beurt weer niet zou bestaan en leven wanneer hij niet een mensch is met bijzondere aandoeningen en fantasie. ff Een preludium en fuga van Bach kunt u als type van absolute muziek nemen, maar óók een ballade van Chopin, óók een sym phonie van Bruckner, óók een choral van Franck, óók het kwartet van Debussy, óók een sonatine van Pijper, ók de pianostukken van Poulenc. Het zijn alle muzikale uitingen die geen buiten-muzikale toelichting behoe ven omdat zij geen buiten-muzikalen inhoud hebben. Datgene wat men inspiratie, ingeving noemt bracht bij den componist een bepaalde, zéér levendige activiteit in zijn muzikaal wezen. Het zal altijd onverklaarbaar blijven op welke wijze dit samenhangt met sentiment en ver beelding; wat ons ditmaal bijzonder inte resseert is het feit dat in deze gegeven om standigheden de componist niet zoekt naar een tekst ter verklaring of ter verantwoor ding, maar zich slechts bezighoudt een vorm te modelleeren uit den overvloed van den inhoud. Hoe hevig en chaotisch zich het muzikale leven van den componist ook beweegt, hij zal de gestalte uit de eigen elementen der muziek samenstellen en heeft geen behoefte aan ver haal of schildering in woord of beeld. Iedere poging daartoe zou een verkleining beteeke- nen, een beknotting van de fantasie, een be perking van het sentiment. Neen. waarde lezer, de componist behoeft zich bij het nik ken van de fuga, van de symphonie of de bal lade. niets,voor den geest te halen, geen ver haal, geen schilderij, geen gebeurtenis. Hij componeert slechts, dit beteekent, hij stelt een geheel samen uit deelen. Nu rijst de vraag hoe hef mogelijk is dat in een tijdsverband van tien of twintig minuten een gebonden gestalte' kan blijven bestaan. Vervliegt de muziek niet en heeft ze wel reden van bestaan? Zij vervliegt voor hen die niet muzikaal zijn. dat wil zeggen voor hen die het natuurlijke vermogen missen om de muzi kale verschijnselen op te vangen en te cómbi- neeren. Degenen die dit vermogen wel heb ben, verrichten de functies meestal onbewust. Reden van bestaan heeft de absolute muziek voor allen bij wie de muzikaliteit een wezen lijk bestanddeel van hun leven Is en voor wie een fuga van Bac'h, een quartet van Beet hoven, een sonate van Chopin, de boeiende gestalte van een onbepaalbaar leven is. Zij zien het, zij voelen het, zij weten het, al kunnen zij elkaar er niets van vertellen. Het is overigens dwaasheid naar een reden van bestaan te vragen: slechts waar verzuurde hoogmoed de plaats van muzikaliteit inneemt is geen geloof in de beteekenis en in de wel sprekendheid der muziek. Een gestalte is herkenbaar aan het even wicht der tegenstellingen; aan het balance- ment der contrasten. Het rythme. de harmo nie en de melodie als elementen der muziek, in beweging gebracht door den componist bieden den maker de krachten, die onderling zoowel tegenspraak als bevestiging bevatten. Hij roept ze op, laat er zich zelfs door mee voeren, maar bedwingt ze en ordent ze. Dit spel te consolideeren en als een beeld-in- tijds-duur op te richten is de kunst van het componeeren. Wie zal ooit den zoogenaamden inhoud een naam kunnen geven? Is liet ar moede der muziek, dat zij ons denken qn vóelen bezig houdt zonder zich te verklaren? Integendeel het is haar rijkdom en macht. Zij bewijst dat men zeker kan zijn van iets dat men niet begrijpen kan; dat men dankbaar zou zijn voor iets dat zich niet met weten schap heeft aangeprezen. Ex is nu eenmaal tusschen hemel en aai'de meer; nietwaar? Wat valt er dan te behandelen inzake abso lute muziek wanneer mij de grond onder de voeten wordt weggenomen, vraagt mis schien een lezer? Maar zoo klaagt u toch ook niet wanneer u in een vliegtuig opstijgt? U neemt den grond als vloer een beetje mee. Overigens -is de muziek wel ondoorgrondelijk, maar niet grondeloos. Laten wij ons dus af en toe bezighouden met de grondslagen der kunst: ik zal u niet plagen met vaktermen en schoolmeesterij en nochtans trachten zakelijk en nauwkeurig met oxjze materie om te gaan. HENDRIK ANDRIESSEN Voor-Indische steun aan Vietnam Sarat Tsjandra Bose, lid van de Indische Congrespartij, heeft in een'pers-conferen tie verkaard, dat He jonge mannen van Voor-Indië samen met jong Indo-China hun bloed moeien vei-gieten voor de vrij heid van Azië. Hij sprak de hoop uit, dat tienduizenden vrijwilligers uit Voor-Indië hun diensten aan de Vietnameesche repu bliek zouden aanbieden. De president van het Congres van Voor-Indische vakveree- nigingen heeft in antwoord op een bi'ief van den Vietnameeschen vertegenwoordi ger in Voor-Indië geschreven, dat alle vol ken in de Aziatische landen en die van het Midden-Oosten een gemeenschappelijke taak te vervullen hebben: De volledige uit schakeling van de overheersching der blan ken in genoemde gebieden. Volgens het Duitsche nieuwsbureau in de Amerikaanse!» zóne van Duitschland is in Groot- Hessen, een van de drie Duitsche staten in de Amerikaansche zóne, een coalitiekabinet ge vormd van sociaal-democraten en leden van de christelijk-democi-atische unie. Eerste minister is de sociaal-democraat Christian Stock. De „Manchester Guardian-weekly" is de eerste Britsche krimt, die weer vrij In de Duit sche kiosken mag worden verkocht. Vandaag voor het eerst was het blad in de meeste groote steden van de Engelsche bezettingszone te krij gen. Men neemt aan, dat deze verkoop de eerste normale handelstransactie tusschen Engeland en de Brilsche zóne van Duitschland is. Be Britsche strijdkrachten in geheel Pa lestina hebben bevel ontvangen, voortdurend wapens te dragen en slechts in groepen van ten minste twee man de barakken te verlaten. De regeering der Vereenigde Staten heeft nogmaals gepoogd onderhandelingen met de Sovjet-Unie te openen inzake de schuld van elf millioen dollar, welke de Sovjet-Ur.ie op grond van hetgeen zij uit Amerika aan leen- en pacht goederen betrokken heeft, moet voldoen. Een woordvoerder van het Amerikaansche ministerie van buitenlandsche zaken heeft me degedeeld. dat stappen zijn ondernomen door de ambassade der V. S, te Moskou,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1947 | | pagina 2