IJmuider Courant Franschen stellen Duitsche statenfederatie voor Wanneer? Dr. van Mook „Als ten tijde van Bismarck" Eerste-Kamerleden geven hun meening over Linggadjati Kruiende ijsmassa's rond Marken 6le Jaargang No. 18541 Bureaux: Kennemerlaan 154, Tel. Redactie en Adrrüilistratie 5437. - Haarlem: Gr. Houtstr. 93, Telefoon 10724,-Directeur-Hoofdredacteur 15054. Drukkerij Z. B. Spaarne 12, Tel. 12713, 10132. /rijdag 24 Januari 1947 Directeur-Hoofdredacteur: Robert Peereboom KENNEMER EDITIE VAN HAARLEMS DAGBLAD Verschijnt dagelijks behalve op Zon- en Feest dagen. - Abonnementsprijs per weck 31 cent; per kwartaal 4,Franco per post 4,50. - Adver tentie-tarieven op aanvraag bij de Administratie Uitgave van de Stichting Voorlichting te Haarlem ._-.IT is een zonderlinge wereld waarin L) wij leven en de tegenstellingen tus- schen ons rechtsbegrip en het onrecht, dat in velerlei vormen gepleegd wordt zijn zoo scherp, dat menigeen zich in de zwartgai- ligste beschouwingen uit en dat nog veel meei menschen er zich maar liever niet in verdiepen en zich slechts toeleggen op het nastreven van hun persoonlijke belangen. Wie in vereeniging, bond of federatie bree der interessen moet helpen bevorderen ondervindt, dat dit moeilijker is dan ooit. Van het streven naar eenheid, in de bezet tingsjaren voorgestaan en toen ook in zelfere mate verwezenlijkt, is bitter weinig meer over. De man die werkelijk een alge meen belang wil dienen, bijvoorbeeld in een vakvereeniging waarin hij met zijn be drijf of instelling betrokken is, en die dien tengevolge bereidheid toont tot concessies, komt veelal met ontsteltenis tot de ontdek king dat hij een der weinigen is, die het vakbelang vooropstellen. Het is een wel bekende ervaring ook op andere gebieden, waar samenwerking vereischt wordt. Een menschenleven duurt kort; menigeen zucht als hij denkt aan de hoeveelheid tijd, die teloor gaat in schier eindelooze vergade ringen, waarin men maar niet tot besluiten kan komen omdat eigenbelang niet wil •wijken en individualisme koppig hoogtij viert, ook al schrijft het gezond verstand voor dat gemeenschappelijk handelen op den duur in aller belang zou zijn. Op den duur. Er is niet veel belangstel ling te vinden op dien grondslag.-De mees te menschen leven nog bij den dag, zooals in bezettingstijd, toen men daar wel toe genoodzaakt was. Wie beproeft, begrip te wekken voor de groote vragen van den tijd, waarbij vooruitzien noodzakelijke voo'rwaarde is, merkt hoe moeilijk deze op gaaf is. Toch zijn dat de zaken, waarvan onze toekomst waarlijk afhangt en zij zul len niet opgelost worden door een struisvo gelpolitiek, die zich meent te beveiligen door den kop in het zand te steken en de werkelijkheid niet te zien. Op deze plaats is al vele malen geschre ven over zulke onderwerpen als het Duit sche vraagstuk, dat ons ten nauwste aan gaat zoowel uit het oogpunt van zelfbehoud als uit dat van onze groote economische belangen, over den toestand waarin het geteisterde en staatkundig-versplinterde Europa verkeert, dat zich op vereeniging moet bezinnen wil het niet ten onder gaan tusschen de groote machten van het Wes ten en het Oosten, over onze verarming, waarmee de thans nog in ons land heer- schende levensstandaard niet overeenstemt. Ook over de vermindering van onze natio nale welvaart, het handhaven van een be grooting, die overbelast is met enorme uitgaven vooral, voor militaire doeleinden en dan ook een fantastisch tekort aanwijst, de kostbaarheid van het overheidsapparaat, dat nog steeds veel te uitgebreid is. Weer een ander onderwerp van bespreking heeft zich voorgedaan: de noodzaak dat wij ons als volk in de buitenlandsche politiek doen gelden en ons op den voorgrond dringen inplaats van bescheidenlijk en ietwat ver schrikt 'op den achtergrond te blijven, af wachtend wat er gebeuren gaat, zoodat men "Nederland volgens een van onze eigen gedelegeerden te New-York betitelt als „politiek niet interessant". Er zijn meer groote zaken genoemd, die aandacht en begrip van noode hebben in ons eigen belang. Wanneer zal het zoover zijn, dat dit besef in Nederland gemeengoed wordt bij denkende menschen, die vroeger niet gedachteloos plachten voort te leven en wier belangstelling verder pleegt te reiken dan hun direct eigenbelang? In België schijnt men na den eersten wereldoorlog, waarin het land evenals in 1940—1945 door de Duitschers bezet was en alle moreele en materieele nadeelen van een bezettingstijd onderwonden had, reeds tot de ervaring gekomen te' zijn dat het twee jaar- duurde na de bevrijding, eer het besef der noodzaak van samen werking, van vooruitzien en van ernstige beschouwing der groote nieuwe vragen, die zich in de samenleving voordeden, was hersteld. Het is nu al meer dan twee jaar geleden dat België opnieuw werd bevrijd en dus zou daar op het oogenblik meer samenwerking en bezinning op de groote kwesties moeten bestaan dan in ons land het geval is. Vaak, ofschoon niet in alle verschijnselen, krijgt men inderdaad den indruk dat dit het geval is,, dat de Belgen den schok en den terugslag, door de be zetting van hun land veroorzaakt, wer kelijk al meer overwonnen hebben dan wij. De volledige bevrijding van Neder land, met inbegrip dus van het Westen, dat de helft van de bevolking herbergt, de voornaamste centra bevat en de zware beproeving van den hongerwinter onderging, zal in Mei pas twee jaar ge leden zijn. Zal daarna geleidelijk na tuurlijk waarlijk een verbetering in de samenwerking en in inzicht optreden? Het zou van groote beteekenis zijn en een belangrijke nieuwe phase in het herstel inluiden, dat niet slechts van materieele zaken afhangt en in wezen zelfs door ge heel andere factoren beheerscht wordt. De zoo sterk verminderde, nog steeds lage arbeidsproductiviteit is daar een duide lijk voorbeeld tan: ondanks het physieke herstel van ons volk, dat blijkt uit gunstige cijfers betreffende den algemeenen ge zondheidstoestand, is zij nog veel te laag. Twee jaar. Is dat inderdaad de termiin voor een keerpunt? Laat ons hopen dat zij niet langer gerekend moet worden. R. P. Aneta meldt uit Batavia „dat de ge ruchten over een aftreden thans van Dr. Van Mook pertinent onjuist zijn". Philipsproducten en haring tegen Italiaartche waren United Press meldt uit Rome, dat Italië voor een aanvullende waarde van 12.754.000 gulden aan handelsartikelen naar Nederland zal uitvoeren op basis van het Nederlandsch- Italiaansche handelsaccoord van 30 Augustus 1946. Nederland zal op zijn beurt voor een aanvullende waarde van 4.837.000 gulden aan artikelen naar Italië uitvoeren. Hieronder bevinden zich electrisch materiaal van Phi lips, en haring. De lijst van artikelen, die Italië naar Ne derland zal uitvoeren, omvat auto's, kogella gers. motorfietsen, landbouwmachines, opti- ff*1? en andere fijne instrumenten, brillen, fruit, wijnen en verfstoffen. Reuter verneemt van gezaghebbende zijde, dat de Fransche regeering in een nota aan dc V. S., dc Sovjet-Unie en Groot-Brittannië een nieuwe grondwet voor Duitschland heeft voor gesteld, volgens welke het Duitsche parlement (dc Rijksdag) zou worden afgeschaft en Duitschland zou moeten terugkeeren tot een soort regeering als ten tijde van Bismarck van betrekkelijk onafhankelijke Duitsche sta ten in los gedecentraliseerd verband. De bijzonderheden van dit plan zijn neer gelegd in een nota van de Fransche regeering. die aan de andere leden van de groote vier tijdens de afgeioopen dagen werd overhan digd. Hier volgen de voornaamste punten: Duitschland moet een federatie vormen van aparte Duitsche staten, waarin de voornaam ste bevoegdheden verankerd liggen in de sla- ten. De bevoegdheden der federale regeerin gen moeten worden beperkt tot alomvattende aangelegenheden als financiën, voedselvoor ziening. vervoer, post en telegraafverkeer en enkele aspecten van economische en buiten landsche aangelegenheden. Om de vier jaar moeten de nationale ver gaderingen van iederen staat afgevaardigden benoemen voor het „Huis der Staten". Het „Huis der Staten" moet ieder jaar een nieuwen federalen president benoemen, die op zijn beurt een federale regeering moet aanwijzen, die voor onder punt 1 vermelde bevoegdheden verantwoordelijk is. De regeeringen der staten zijn voor alle an dere bevoegdheden verantwoordelijk. Zij moeten hun eigen politiemacht hebben, rech ters benoemen voor het Duitsche hoogge rechtshof, in staat zijn ambassadeurs voor buitenlandsche mogendheden te benoemen en staatszaken met hen te bespreken. Zij nfogen echter geen verbond of fusie onderling aan gaan. Nieuwe Duitsche staat: De Bremen-enclave De Amerikaansche zone heeft een vier den staat gekregen, gevormd door de Bre men-enclave, meldt Un. Press. De nieuwe staat zal den naam Bremen dragen en zal dezelfdb rechten en verantwoordelijkheden hebben als Beieren, Württemburg-Baden en Groot-Hessen, de drie andere staten der Amerikaansche zóne. In den nieuwen staat liggen de stad Bremen, de provincie Bremen, en de provincie Wesermunde met de stad Bremerhaven. De nieuwe staat mag een grondwet Aan nemen, gelijk de andere drie staten reeds gedaan hebben. Hoewel van de rest der Amerikaansche zóne gescheiden door de Britsche zóne, zal de Bremen-enclave vanaf heden in alle opzichten als een dec1 van de Amerikaansche zóne worden be^ schouwd. Deze maatregel is door de En- gelschen goedgekeurd. Kort na den oor log kwam Bremen onder jurisdictie dei- Amerikanen als gevolg van een verzoek van het Amerikaansche leger om een ha ven in de Britsche zóne ter vergemakke lijking van de bevoorrading der Ameri kaansche zóne. De geheele bevoorrading van het Amerikaansche leger in Duitsch land en de import der Amerikaansche zóne Duitschland loopt via de Bremen enclave. Internationale verdragen voor Duitschland als een geheel moeten met een meerderheid van twee derden in het Huis der Staten wor den goedgekeurd. Uit Parijs wordt vernomen, dat de Fransche regeering twee nota's over de toekomstige organisatie van Duitschland aan de regeerin gen der V. S., de Sovjet-Unie en Groot-Brit tannië heeft gezonden. De eerste nota heeft betrekking op het voorloopig bestuur van Duitschland in afwachting van het totstand komen van het vredesverdrag. De tweede be treft de permanente politieke structuur van Duitschland, zooals deze door Frankrijk wordt voorgesteld. De positie van het Rijnland en Ruhrgebied zouden slechts vluchtig aange stipt zijn. De Fransche regeering zou van mee ning zijn, dat voor die gebieden speciale re gelingen moeten worden getroffen. Men verwacht, dat vollediger verklaringen over de Fransche nota's door het Fransche ministerie van Buitenlandsche Zaken zullen worden afgelegd, nadat Georges Bidault, de Het woord is aan. Vinet: Is het niet treurig dat het eenige middel, om te weten te komen wat een vriend in den grond van zijn hart van ons denkt, is, met hem in onmin te geraken? In de Talmastraat te Rotterdam worden woningen gebouwd volgens systeem uw*uiuaun, "Wf sp.hen"' De bouw geschiedt door ongeschoolde arbeiders en met in Nederland nieuwe minister van Buitenlandsche Zaken, verkrijgbare materialen. Voor de binnenmuren worden platen gebruikt welke geperst den inhoud ervan zal hebben bestudeerd. zijn uit afval van de vuilverbranding! Critiek en instemming Verschenen is het Voorloopig Ver? lag der Eerste Kamer over de begrooting 1947 van het Departement van Overzeesche Ge- biedsdeelen. Het volgende is er aan ont leend: Verscheidene leden keurden het af, dat de regeering in haar antwoord aan prof. Gerbrandy op diens voor de radio uitge sproken rede heeft verklaard, dat de. volks vertegenwoordiging zich in groote meerder heid achter haar voornemens zou hebben geschaard. Zulks toch is in strijd met de feiten. De volksvertegenwoordiging be staat uit de beide Kamers. Van deze nu heeft de Eerste Kamer zich nog niet over Linggadjati kunnen uitspreken. x Andere leden betreurden eveneens, dat de Eerste Kamer niet de gelegenheid had gekregen, om vóór het vertrek der Com missie-Generaal naar Nederlandsch-Indië van haar meening over het basis-accoord te doen blijken. Ook wezen deze leden op het karakter van het basis-accoord. Naar de opvatting der regeering is dit een politiek en niet een legislatief stuk, weshalve zij het recht had, de bespreking er van te beperken tot het politieke college, dat de Tweede Kamer, in tegenstelling met de Eerste Kamer Is. Regeeringsbeleid Verscheidene leden konden zich met het beleid van den minister van Overzeesche Gebiedsdeelen niet vereenigen. Zij waren van meening, dat deze, evenals zijn ambts voorganger, te veel overlaat aan den luite nant-gouverneur-generaal. Deze leden achtten de regeering en de Commissie-Generaal verantwoordelijk voor het gebeurde te Bagan-Si-Api-Api, voor de onvoldoende watervoorziening te Soera- ba ja, voor de incidenten bij de ontscheping ter reede van Cheribon en voor tal van Ingesloten schepen in gevaar Nadat Woensdag de sleepboot „Inter Nos" van kapitein Molenaar er samen met de „Alcyon" in geslaagd was, twee der bij Marken ingesloten schepen van de sleep, die van Enkhuizen" onderweg was naar Amsterdam, in de veilige haven van Am sterdam binnen te loodsen, waren nog twee schepen achter gebleven, namelijk de beurtvaarder „Koopmans Welvaren" van schipper Altena uit Hoorn en het 150 ton metende motorschip „Cor" van de N.V. Neerlandia Scheepvaartmaatschappij uit Rotterdam. Beide zijn dodr het ijs, dat door den Noord-Oostenwind opgestuwd wordt tegen den wal opgedreven en liggen, thans nog onbeschadigd, in een zeer gevaarlijke po sitie. Op 75 meter uit de Noordkust van Marken ter hoogte van den vuurtoren zijn zij door kruiend ijs omgeven, dat de sche pen gedeeltelijk overdekt. Niettemin is de bemanning aan boord gebleven, omdat im mers een verlaten schip als wrak opge geven is. Dicht in de buurt ligt de gekraakte „De Hoop" van schipper Meier, die met zijn familieleden op de „Onderneming" van schipper Deen in veiligheid werd ge bracht. Dit schip ligt tot aan de dolboorden in het ijs en zou misschien nog gered kun nen worden, indien men het los kon slee pen. Gezien het feit, dat de schepen, die ruim anderhalve meter diepgang hebben, Vastgeklemd in het ijs zitten bij Marken de „Koopmans Welvaren" en de „Cor". in 1 meter water liggen, zal een sleepboot hen niet dichter dan op 200 meter kunnen benaderen en zal het niet meevallen de muurvast liggende booten los te krijgen. Woensdag is een gezelschap van elf per sonen, bestaande uit reporters en film operateurs, onder wie een buitenlandsche dame, per veerboot van Monnikendam naar Marken gekomen om de situatie in oogenschouw te nemen. De wind heeft de vaargeul tijdens hun verblijf dichtgestuwd en het bleek onmogelijk terug te keeren. Allen waren verplicht den nacht op het eiland door te brengen en ze konden eerst Donderdag per ijsslede naar Monnikendam vervoerd worden. Marken is weer geheel met ijs omgeven en niet meer per schip bereikbaar. De wind heeft het vrijkomende ijs naar de kusten van Noordhollanid gedreven. De Gouwzee is vol groote ijsmassa's. Meer naar het Zuiden vindt men open water, doch de weg daarheen is niet vrij voor de verbinding met Marken. Vaargeul naar Kampen Twee sleepbooten, de „IJsselstroom" en de „Lekstroom" van de reederij Koppe, die Woensdag in het IJselmeer een vaargeul van Amsterdam naar Kampen open bra ken, zijn gisteren in den tijd van zeven uur weer via dezelfde route naar Amsterdam teruggekeerd. Het ijs had op verschillende plaatsen een dikte van twintig tot vijftig centimeter. verbijsterende, onwaardige en voor ons gezag in Nederland.'ch-Indië onverdraag lijke gebeurtenissen. Een bewind, dat dit alles duldt ten einde zoo min mogelijk aan stoot te geven, stelt zich als overheid een zijdig aan den kant der opstandelingen. Ernstig bezwaar hadden deze leden ook tegen het beleid, dat de regeering had ge volgd ten aanzien van de republiek Indo nesië, vermits aan deze meer relief is ge geven dan noodig en nuttig was. Dal het z.g. bestand op een misrekening is uitge- loopen, geeft de minister weliswaar nog niet toe, doch het aantal der aan Neder- landsche zijde gesneuvelde militairen stel len hen in het gelijk, die hebben voorzien, dat het aan de republiek onmogelijk zou zijn, de voorwaarden van dat bestand na te komen, juist omdat zij geen werkelijk gezag op Java uitoefent. Andere leden, die eveneens zeer eritisch gestemd waren over het beleid der regeering ten opzichte van Nederlandsch-Indië, verklaarden, zich in menig opzicht met de beschouwingen, hier boven weergegeven, te kunnen vereenigen. Zij vestigden de aandacht op huns inziens niet onbedenkelijke uitlatingen van den heer Sjahrir en op een brief, openbaar ge maakt in het communistische orgaan „The Daily Worker", waarin hervormingen van den heer Sjahrir en de zijnen werden aan gekondigd voor alle sferen van leven en maatschappij. In welken geest die hervor mingen zouden uitvallen, blijkt, aldus deze leden, uit hetgeen de heer Sjahrir schreef in zijn brochure „Onze strijd", gepubli ceerd in November 1945. Hierin wordt geijverd voor de communistische leer en practijk. De opvattingen van den heer Sjahrir vormen voor de leden, hier aan het woord, met andere factoren, een onover komelijk bezwaar om aan hem, al of niet verbonden met ir. Soekarno, de macht over de Indonesisphe volkeren toe te vertrou wen. Zij duchtten verder, dat de Sovjet- Unie, als eenmaal de heer Sjahrir en ir. Soekarno de macht zouden hebben ver kregen, zich met al haar invloed achter de republiek zou gaan stellen en dat Indonesië daarmede een voorpost in Oost-Azië van de Sovjet-Unie zou gaan worden. De Commissie-Generaal Verscheidene leden, tegenstanders van het regeeringsbeleid in zake Neder- landschrïndië, betreurden voornamelijk, dat het kabinet niet er in was geslaagd, dat beleid te voeren onafhankelijk van de partijpolitieke sfeer. Zoo wezen zij er op. dat reeds lang voor de aanneming door de Eerste Kamer van het wetsontwerp tot in stelling van een Commissie-Generaal, aan een bij uitstek politieke figuur, namelijk aan prof. Schermerhorn, wiens staatkunde bij de in Mei gehouden verkiezingen was gewraakt, de zekerheid was gegeven, dat hij de leiding van de Commissie-Generaal zou verkrijgen, althans deel van dat college zou uitmaken. Andere leden waren van oordeel, dat de samenstelling van de Commissie-Generaal toejuiching verdient. Sommige leden hadden ernstig bezwaar tegen het optreden van de Commissie- Generaal. Zoo wezen zij er op, dat haar voorzitter reeds bij zijn eerste aankomst in Nederlandsch-Indië een redevoering had gehouden, waarvan de inhoud naar de algemeene opvatting weinig gelukkig kon worden genoemd. Deze leden, hier aan het woord, betreurden, dat de minister deze gelegenheid niet had aangegrepen om prof. Schermerhorn op het hart te drukken, zich te matigen. Hij is dan ook voortgegaan met het doen van onberaden uitlatingen. Be denking had bij deze leden ook ontmoet, dat de leden der Commissie-Generaal com mentaar op het basis-accoord hadden ge leverd, voordat zij over dit accoord met de regeering van gedachten hadden gewisseld Andere leden stelden daartegenover, dat de Commissie-Generaal herhaaldelijk een eigen standpunt had weten door te zetten. Zoo heeft de Indonesische wederpartij moe ten berusten in de aanwezigheid van Ne- derlandsche troepen in Indonesië. Voorts waren deze leden van meening, dat de leden der Commissie-Generaal en vooral haar voorzitter wel waren genoopt, hun beleid meermalen in het openbaar te be spreken en te verdedigen, gelet op de her haalde aanvallen op dit beleid. Eenige leden vreesden dat de regeering bij haar voornemens tot uitbreiding van de Com missie-Generaal te zeer het oog gericht houdt op versterking van dat college met een staatsrechtelijken en een financieel- economifchen specialist. Belangrijker acht ten zij aanvulling er van met een cultu- reelen expert. De basis-overeenkomst Verscheidene leden verklaarden, dat de politiek der regeering met betrekking tot de basis-overeenkomst wordt gekenmerkt door onvastheid en onduidelijkheid en dat zij zelf oorzaak er van is, dat de verwar ring omtrent de gevolgde staatkunde eer toeneemt dan vermindert. Deze leden wa ren van meening, dat de regeeringsverkla- ring, noch de toelichting in alle opzichten. verhelderend werkt. Hetzelfde verklaar den zij ten opzichte van de redevoeringen van den minister van Overzeesche Ge biedsdeelen in de Tweede Kamer. Tegen den inhoud van net basis-accoord hadden deze leden een tweetal onoverko melijke bezwaren. Ten eerste if de regee ring huns inziens er niet in geslaagd, dui delijk te maken, welke de positie van de Kroon zal zijn. De toelichting door de Commissie-Generaal te dezer zake ge geven, doet aan als een „toast". De re geering zelf beaamt, dat er van alles uit kan groeien. Zij weet nochtans, dat de republiek de Kroon beschouwt als een bloot symbool. Ten tweede achtten deze leden in het accoord van Linggadjati een gevaar voor de plannen te Malino ontworpen. Hun in ziens blijft de republiek er naar streven, die plannen te doorkruisen. De onderbren ging van Sumatra bij de republiek ver breekt, naar deze leden vreezen, het even wicht in de vereenigde staten van Indo nesië en maakt het overgelbeven deel van den archipel tot een aanhangsel van de republiek. Voorts wérd gevraagd, welke waarde moet worden gehecht aan de afspraak, dat de overeenkomst zoo spoedig mogelijk aan de goedkeuring van de volksvertegenwoor diging zal worden onderworpen. Wat de Staten-Generaal betreft, is wel gebleken, dat de desbetreffende clausule ten on rechte in het acoord was opgenomen. Wat de republiek betreft, is de vraag gewet tigd, of zij inderdaad een volksvertegen woordiging kent, die haar onderscheidt van hetgeen andere fascistische landen op dit stuk te zien gaven en of zij derhalve beschikt over een lichaam, waarin in vrij heid gekozen leden zitting hebben, ver tegenwoordigende alle groepen der bevol king en verzekerd van de onmisbare par lementaire onschendbaarheid. Gaarne zou den deze leden op deze vragen een dui delijk antwoord ontvangen, omdat de re geering de verantwoordelijkheid voor de vrijheden en de rechten van alle bevol kingsgroepen op Java is blijven dragen. Andere leden waren van meening, dat de basis-overeenkomst inhoudt een wijziging van de structuur van het koninkrijk,"waar voor grondwetsherziening noodig zou zijn Nochtans heeft de regeering genoegen er mede genomen, dat een deel der Staten- Genera'al, met gewone meerderheid, zich met de grondgedachten dier structuurwij ziging accoord verklaarde. Dit achtten zij volkomen in strijd met ons constitutioneel? recht. Een zoodanig beleid maakt het deze leden onmogelijk, zich achter de regeering te stellen. Vele leden konden zich met deze critiek niet vereenigen. Men heeft niet te doen met een juridische overeenkomst, wel met een bindende afspraak over de beginselen die richtsnoer zullen zijn voor de uniecon- ferentie bij de vervulling van de taak, een definitieve en nauwkeurige regeling van het nieuwe bestel te ontwerpen. Pas wan- neer die taak zal zijn vervuld, kan en moet herziening van onze Grondwet aan 'de prde komen. Met groote instemming hadden de hier aan het woord zijnde leden van den inhoud der basis-overeenkomst kennis genomen. Met nadruk wenschten zij te verklaren, dat de verwachtingen, die zij indertijd van d^ uitzending der Commissie-Generaal had den gehad, ten volle in vervulling waren gegaan. De Commissie-Generaal heeft, naar hun gevoelen, de samenwerking tusschen de beide gebiedsdeelen in zoodanig stadium gebracht, dat de beste verwachtingen er omtrent kunnen worden gekoesterd. Eenige leden betreurden, dat de oppositie tegen het basis-accoord vaak een persoon lijk karakter had en in sterke mate was ge richt tegen de leden der Commissie-Gene raal en den luitenant-gouverneur-generaal Interventie Eenige leden zouden gaarne vernemen, In hoeverre Engeland en Amerika invloed hebben geoefend op de totstandkoming van het basis-accoord. Enkele leden verklaarden, dat de meer derheid van ons volk zich geen voldoende rekenschap geeft, dat ook bij een overwin ning van de verbonden mogendheden ons land een belangrijk offer zou moeten bren gen. Met onze oude neutraliteitspolitiek is het voorgoed gedaan en de hegemonie van den Britsch-Amerikaanschen bondgenoot brengt mede, dat wij ons naar hem moeten richten in tal van opzichten; waarin wij vroeger volstrekte vrijheid genoten. Wenscht Engeland, aan welke mogendheid door het verloop der krijgsverrichtingen in het Verre Oosten een zoo verantwoorde lijke taak in Nederlandsch-Indië werd toe gewezen, daar een bepaalde politiek te volgen, dan is het bijna onmogelijk, al thans in dit stadium, ons daartegen te verzetten, dan moeten wij die althans in groote lijnen volgen, ook al vervult zij ons met zekeren weerzin. Gaarne zouden eenige leden vernemen, waarom de regeering niet heeft nagegaan, of de toelichting der Commissie-Generaal naar geest en letter met de notulen over eenstemt. Vooral achtten zij zulks van be lang met het oog op de positie der Kroon. De commissie van rapporteurs acht het gewenscht, dat die notulen ter inzage van de Kamerleden worden verstrekt. De geïnterneerden Opgemerkt werd, dat de regeering nog steeds niet er in is geslaagd, de bevrijding van de geïnterneerden te bewerkstelligen. De positie van deze ongelukkigen gaat al lengs in bedenkelijke mate gelijken op die, waarin de gijzelaars tijdens de Duitsche bezetting hebben verkeerd, die namelijk vaak met ohantage-oogmerken werden vastgehouden. Enkele leden voegden hier aan toe, dat zulke praktijken nu eenmaal passen in een fascistisch opgezet bestel als de republiek. Men drong er op aan, dat aan de Commissie-Generaal opdracht zou worden gegeven om geen enkele overeen komst met de republiek te onderteekenen, voordat alle geïnterneerden onder de be scherming van de Nederlandsche strijd krachten zouden zijn gebracht. Nota van prof. Molenaar Bij het voorloopig verslag is een afzon derlijke nota van prof. Molenaar (P.v.d.V.) gevoegd. „Wanneer gesproken wordt van een taak van Nederland of een verantwoordelijkheid, die op de Nederlandsche regeering rust, dan kan zulks alleen slaan op den tijd. dat de nieuwe staatsorde nog niet is tot stand gekomen en de regeering van het ko ninkrijk nog gevormd wordt door de re geering van het rijk in Europa. In de toe komst komt die taak te rusten op de schou ders van de regeering van het koninkrijk der Nederlanden", aldus prof. Molenaar. „Late men zich toch afvragen, wat het beteekent een volk van 70 millioen inwo ners, bestuursrechtelijk, financieel en eco nomisch te besturen en tegelijk voor goede politie en rechtspraak te zorgen. Moet men zich hiervan rekenschap gevend, niet er kennen, dat deze taak, afgezien nog van eischen van socialen en cultureelen aard. voor de Indonesische gemeenschap op dit oogenblik te zwaar is en dat de eisch, dat de leiders der republiek of andere inheem sehen zich thans reeds volledig van zooda nige taak zouden moeten kwijten, kortweg onredelijk is? Daarom zijn de eischen, die Soekarno, Sjahrir c.s. stellen, onredelijk, niet omdat wij meenen. dat zij iets vragen, wat Nederland hun op welke gronden ook, niet wil geven, maar omdat wij het niet kunnen geven, op gronden van volko men feitelijken aard. Eerst wanneer de zekerheid is verkregen, dat het Indonesisch oyerheidsaoparaat rust cn orde kan verzekeren, knevelarij en on derdrukking vermag te voorkomen-en een onpartijdige rechtspraak heeft gevestigd, jcan de taak met, betrekking tot de verant woordelijkheid van het Nederlandsche ge zag geacht worden vervuld te zijn". De steller der nota kan den indruk niet van zich afzetten, dat de Commissie-Gene raal het Koninkrijk der Nederlanden prijs heefï gegeven, zonder zich van de gecom pliceerde staatkundige aspecten van het vraagstuk voldoende rekenschap te hebben gegeven. Aangezien ter uitvoering van de artike len 6-R fde unie-artikelen) „bijna alles nog aan verdere uitwerking is overgelaten" acht de steller nog de mogelijkheid aan wezig om een «herziening der staatsorde binnen het raam van het Koninkrijk der Nederlanden alsnog in overweging te ne men. Weerbericht YKR ANDERXJJK F, WTXD Verwachting, medegedeeld door het K.N.M.I. te De Bilt, geldig tot Zaterdag avond: In het Zuidoostelijke gedeelte van het land: In den nacht matige tot strenge vorst. Morgen overdag toenemende be wolking met later plaatselijk eenige lichte sneeuwval en matige tot lichte vorst. Weinig wind. In het overige gedeelte van het land: Meest zwaar bewolkt niet nu en dan eenige sneeuw. Matige tot lichte vorst. Aan de kust tijdelijk temperatuur om het vriespunt. Veranderlijke wind. De Liliam vlot De zandbank De Razende Bol heeft haar prooi, het 1500 ton metende gestrande Deensche stoomschip „Liliam", na elf da gen prijs moeten geven. Vanmorgen om streeks negen uur is het schip op eigen kracht losgekomen, nadat gisteravond de sleepboot „Hudson" bij springtij het schip tot aan den rand der vrijheid had ge sleept. In de haven van Den Helder zal onder zocht worden, van welken omvang het lek in het achterschip is. Daarna zal de Liliam waarschijnlijk naar Rotterdam vertrekken om daar gerepareerd te worden. „Vereenvoudigde spelling is volksbelang van eerste orde" De regeering heeft aan de Eerste Kamer een Memorie van Antwoord gezonden over het wetsontwerp tot wijziging van de spelling der Nederlandsche taal. De minister van On derwijs, Kunsten en Wetenschappen verklaart daarin, dat de regeering niet voornemens Is den toestand te bestendigen, welke sedert 1934 heeft bestaan, namelijk dat overheid en onderwijs niet dezelfde spelling zouden toe passen. Uit het feit, dat de nieuwe spelling in Bel gië reeds is ingevoerd mag men niet afleiden, dat hierover geen overleg is gepleegd. De minister merkt verder op. dat een spel lingregeling niet in de eerste plaats er toe dienen moet om den overgang tot het nieuwe te vergemakkelijken voor geletterden, die niet het oude vertrouwd zijn, maar vooral er op berekend moet zijn. dat de eenvoudigen en degenen, die niet meer dan lager ohder- wijs genieten, zich de regels gemakkelijk eigen kunnen maken. Dit ts een volksbelang van de eerste orde. De minister is optimistisch ten aanzien van het einde van den spellingstrijd. Als de regee ring met haar organen voorgaat en tusschen regeering en onderwijs eenheid bestaat, zal de maatschappij naar zijn meening gewillig volgen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1947 | | pagina 1