Hr. Ms. „Karei Doorman"
wordt Dinsdag terug verwacht
Velsens gemeentebestuur houdt
besprekingen met groentenhandelaren
„Kunnen wij heel IJmuiden
niet overnemen?"
De moeilijkheden
der emigratie
Nacht-Express
Het antwoord
17 Februari 1947
ÏJMUIDER COURANT
nlnsda? 18 Februari a.s. wordt Neder
lands grootste oorlogsbodem, Hr. Ms. cs-
.„le-vliesdekschip „Karei Doorman ln
corte TTprtvarhi. na een ver
ifrinnd te rog verwacht na een verblijf
>en enkele maanden in de Indische wate-
I?? waarheen hel in September van het
"L iaar vertrokken was met materiaal
vorig
nersoncel aan boord ter versterking van
Marine-Luchtvaartdienst in de Oost.
Jïï «chip brengt op de thuisvaart een 250-
-epatrieerende marine-menschen naar
huis, waaronder vele ex-krijgsgevangenen.
Dp thuisreis geschiedt evenals de uitreis
,fde Kaap. Deze omweg beteekent een
aanzienlijke besparing van deviezen, aan-
5n de kosten van de grootere hoeveel-
f!td brandstof nog ver blijven onder het
Sld dat dit schip tengevolge van zijn
ïoote tonnage voor het passeeren van het
cuez-kanaal zou moeten beialen. Als laat-
:tp tusschenhaven deed het Casablanca aan
ivaama het in Amsterdam zal arriveeren
,nridat ditmaal ook onze hoofdstad met
dSe nieuwe vlootaanwinst zal kunnen
hegnisma^en. Doonnan„ 2al in Nederland
"n definitieve bestemming krijgen als op
leidingsschip voor den Marine-Luchtvaart-
^Het'schip heeft in Indië op allerlei plaat
sen de marine voorzien met wat er op die
nlaatseo noodig was en het heeft daar te
vens gezorgd voor vlagvertoon. De ban
den werden aangeknoopt en versterkt met
filmvertoningen, bezoeken aan land en
ontvangsten aan boord.
Hr Ms. „Karei Doorman" is het eerste
vlie'dekschin van behoorlijke afmeting,
dat bij de Koninklijke Marine in gebruik
is OP basis van een bruikleenovereenkomst
is'het op 20 Maart 194(3 van de Engelsche
Marine overgenomen op de Clyde in Schot
land De oorspronkelijke naam was H.M.S.
Nairana". Onder dien naam werd het op
12 December 1943 in dienst gesteld, waar-
ia het verscheidene' convooien bescherm
de op de Noordelijke convooi-route naar
Moermansk. Het heeft een belaste water-
herplaatsing van 17.000 ton, is 160 meter
lang, 20 meter breed en heeft een diep
gang van 7 meter. De actie-radius bedraagt
25.000 mijl bij een gemiddelde van 8 mijl.
Het heeft een bewapening, die gevormd
wordt door een dubbelkanon van 10,2 cm.,
4 viervoudige pompoms (4 mm.) en 8 dub
bele luchtdoelmitrailleurs van 20 mm.
De voortstuwingskracht wordt geleverd
door twee 5 cylinder Dexlord-Dïeselmoto-
ren. De maximum snelheid bedraagt 17
miji. De bemanning bestaat uit 750 koppen
Het N.V.V. dringt aan op
vreedzame oplossing in Indië
Het verbondsbestuur van het N.V.V. in ver
gadering bijeen, heeft naar A.N.P. verneemt.
Vrijdag besloten een Tesolutie te zenden aan
de Nederlandsche regeerirtg en aan de repu-
blikeinsche regeering te Djogjakarta, waarin
het N.V.V.-bestuur een dringend beroep doet
op de Nederlandsche regeering en volksver
tegenwoordiging en op de regeering van de
republiek Indonesia, om voor de reaction-
naire agitatie hier en veer het extremistische
drijven ginds geen duimbreed te wijken en
alles in het werk te stellen, om tot een snelle
vreedzame en definitieve oplossing van het
conflict in Indonesië te geraken, opdat aan
de schermutselingen, die helaas ook men-
schenlevens kosten, ten spoedigste een einde
komt, het bevel „staakt het vuren" kan wor
den gegeven (wat intusschen gebeurd is, Red.)
en met de demobilisatie van onze troepen in
Indonesië kan worden begonnen.
Voor 80.000 aan waardebonnen
yoor consumentencrediet gestolen
Te Zaandam is ingebroken in het ge
bouw voor Christelijke Belangen, dat
dienst deed als uitreïklokaal voor de waar
debonnen voor het consumentencrediet. De
dader nam voor een waarde van f 80.000
aan bonnen mee. Zij dragen het codenum
mer 942. Men heèft nu de waardebonnen
met dit nummer vervallen verklaard, zoo
dat de inbreker ze nergens zal kunnen in
wisselen en dus feitelijk slechts over een
pakje waardeloos papier beschikt.
De volledige lijst van het gestolene luidt:.
235 boekjes Consumentencrediet, geheel com
pleet met waardebonnen, genummerd als volgt:
A 29081 t.m. 29098, A 29114 t.m. 29180. A 29203,
A 2920C t.m. 29230, A 29259. A 29260 (63 stuks);
B 10121 t.m. 10124 (4 stuks);
C 30868 t.m. 30906, C 30964 t.m. 30967,C 30971
tm. 30980, C 30939, C 30918 t.m. 30920 (56 stuks);
D 22248, D 22250 t.m. 22255, D 22257 t.m. 22278,
D 22280 t.m. 22296 (46 stuks);
E 26144 t.m. 26146. E 26148 t.m. 26165 (21 stuks);
F 19259 t.m. 19275 (17 stuks);
G 12105 t.m. 12108 (4 stuks);
H 8384 t.m. 8388 (5 stuks);
J 5228 en 5229 (2 stuks);
A 21843 (1 stuk);
B 5228 (1 stuk);
C 18534, 18543, 27589, 27601, 12039 (5 stuks);
D 11092, 11069, 15612. 20727. 20746 (5 stuks);
E 12503 (1 stuk);
F 9707 (1 stuk);
H 7875, 3764, 3768 (3 stuks).
De Commissaris van Politie te Velsen wijst
Winkeliers en houders van bankinstellingen er
op, dat het in ontvangst nemen van deze ge
stolen waardebonnen een strafbaar feit kan op
leveren en verzoekt bij aanbieding van derge
lijke bonnen onverwijld telefonische meded'ee-
ling aan het Hoofdbureau van Politie, afd.
Recherche, Tiberiuspleïn IJmuiden-Oost.
normaal, waarvan ongeveer 200 van den
Marine-Luchtvaartdienst. Het schip kan
ongeveer 20 Firefly verkenningsjachtvlieg
tuigen meevoeren. Deze „Firefly Mark I"
is een product van de Fairey vliegtuigfa
brieken in Engeland en werd speciaal ont
worpen voor het gebruik van vliegkamp
schepen. Met dit type deed de Engelsche
vloot aanvallen op het Duitsche slagschip
„Tirpitz". Het zijn twee-persoons jachtver-
kenners met een kruissnelheid van 200 mijl
en een topsnelheid van 260 mijl. De actie
radius is 1000 mijl. De bewapening bestaat
uit 4 in de vleugels aangebrachte mitrail
leurs van 20 mm., 16 rockets en 2 bommen
van 225 kilo. De vliegtuigen zijn met radar-
installaties uitgerust.
Attlee wijst Amerikaansch aanbod
tot hulp van de hand
Minister-president Attlee heeft een aan
bod van Truman, om een extra-hoeveel-
heid kolen naar Engeland te sturen, afge
wezen onder het motief dat andere Euro-
peesche landen de brandstof evenzeer
noodig hebben als Engeland. Men ziet in
deze afwijzing een bewijs voor de gunsti
ger aspecten van de Engelsche kolenpositie
na de laatste bezuinigingsmaatregelen.
Japansche walvischvaarder
in Tokio terug
Het eerste schip van de Japansche wal-
visch-expeddtie, die in de Zuidpoolzee ope
reert is in Tokio teruggekeerd met een
buit van 150 walvisschen. Het schip was
8 November uit Nagasaki vertrokken; de
vangst bedroeg gemiddeld zes walvisschen
per dag. De andere walvischvaarders zullen
binnenkort ook terugkeeren.
De eerste foto van de verjongde Nachtwacht
Bijeenkomst in de raadszaal
In het Rijksmuseum te Amsterdam is men momenteel bezig de beroemde „Nacht
wacht" van Rembrandt te reinigen. - De heer Mertens, restaurateur van het Rijks
museum, aan zijn verantwoordelijke taak.
Er dreigen moeilijkheden ten aan
zien van de groentevoorziening. Men
weet waar het om gaat: vrije prijzen
voor de telers, maximumprijzen voor
den handel. De betreffende vak- en
onder-vakgroepen gaan daarmee niet
accoord en de besturen dezer organi
saties hebben hun leden verzocht van
a.s. Woensdag af den in- en verkoop
van groenten, vallende onder de maxi
mumprijsregeling, stop te zetten.
Dit heeft tot gevolg gehad, dat mi
nister Mansholt deze vakgroepen de
hun verleende verordenende bevoegd
heid heeft ontnomen.
Dit is in het kort de kern van het
conflict, waarvan de gevolgen, wan
neer de handelaren het advies hunner
organisaties opvolgen, ten aanzien van
de groentenvoorziening voor de bur
gerij zeer onaangenaam zullen zijn.
Gemeentebestuur is bezorgd.
Het gemeentebestuur van Velsen had
Zaterdagmiddag alle groentehandelaren in
deze gemeente in de raadszaal bijeenge
roepen voor het houden van een bespre
king over de dreigende moeilijkheden en
zeker een 50-tal détaillisten uit onze ge
meente had aan dezen oproep gehoor ge
geven, zoodat niet alleen de 29 zetels der
edelachtbaren bezet waren, maar ook de
publieke tribune een groot aantal belang
hebbenden huisvestte.
De gevolgen van het conflict wekken be
zorgdheid bij het gemeentebestuur, nu de
voedselvoorziening al moeilijk is en. als
de groentevoorziening gaat stagneeren, nog
moeilijker zal worden, zeide burgemeester
Kwint, onder wiens leiding de bijeenkomst
plaats had. De burgemeester wilde niet
gaan debatteeren over het conflict zelf; dit
ligt buiten onze competentie, aldus de spre
ker. We willen uitzien naar middelen om
de voedselvoorziening niet te laten
neeren.
De burgemeester stelde daarna de vraag
of, wanneer aanvoer' van groente mogelijk
mocht zijn, de handelaren bereid zijn deze
te distribueeren.
Argentijnen vroegen:
Mr. J. Biesheuvel, adjunct-directeur
van de Centrale Stichting Landbouwers
emigratie heeft te Gouda voor eenige
honderden jonge boeren gesproken over
de mogelijkheden van emigratie en de pro
blemen, welke hieraan verbonden zijn.
Ressorteerende onder den minister van
Sociale Zaken is een semi-officieele orga
nisatie in het leven geroepen, de stichting
Landverhuizing Nederland, met een regee-
ringssubsidie van een half millioen, welke
volgens mr. Biesheuvel in stilte werkt en
de politiek der regeering volgt, namelijk
de emigratie zooveel mogelijk bemoeilijkt.
Naast dit lichaam werkt de centrale
stichting landbouwersemigratie, een vrije
organisatie, in het leven geroepen door de
Christelijke en Katholieke emigratiecen
trales en de emigratiecentrale van de Kon.
Ned. Landbouwcommissie. Daar de huidigs
regeering emigratie zooveel mogelijk tegen
werkt, meer waarschuwt dan aanspoort en
geen verantwoording op zich neemt, was
er geen enkele organisatie die de belangen
van de emigranten behartigde. Tengevolge
hiervan is de centrale stichting ontstaan.
De zes achter ons liggende oorlogsjaren,
aldus spreker hebben een geweldige, ver
klaarbare emigratiedrang doen ontstaan-
De stichting acht het zich een taak de emi
gratiewoede door een intensieve propagan
da tot de ware proporties terug te brengen.
Wanneer men wil emigreeren moet men
zich niet inbeelden, dat men in een luilek
kerland terecht komt. Maar met goede
vakkennis en groote vlijt kunnen Neder
landers in het buitenland veel bereiken.
De bevolkingsaanwas in Nederland steeg
in de laatste veertig jaar met drie en een
half millioen zielen. Thans heeft Neder
land een aanwas van honderd tot honderd-
vijftigduizend zielen, hetgeen beteekent,
dat er jaarlijks 40.000 personen in het ar
beidsproces moeten worden ingesohakeld.
Nederland komt momenteel reeds voor
meer dan veertigduizend boerenzoons cul
tuurgrond tekort en het denkbeeld van de
regeering om de overtollige boerenzoons
in de mijnen te laten werken is onuitvoer
baar, omdat een boerenzoon met hart en
nieren aan zijn vak verbonden is. De in
poldering van de Zuiderzee, die pas over
vijftig jaar voltooid zal zijn, levert maar
220.000 ha. cultuurgrond op. Nederland
komt dan nog 330.000 ha. tekort. Van an
nexatie wordt niet veel meer verwacht. De
mogelijkheid tot emigratie naar eigen ge-
fa iedsdeelen is momenteel niet mogelijk in
Suriname ligt weliswaar een gebied van
80.000 ha. braak, doch dit gebied moet ge
heel gecultiveerd worden, zoodat dit een
werk betreft, dat gelijk staat met de in
poldering van een deel van het IJsselmeer-
De eenige mogelijkheid van emigratie in
groot verband is emigratie naar andere
landen.
Dit idee heeft tegenstanders. Men zegt,
dat door emigratie de kracht van ons volk
wordt verzwakt en er een kapitaalsvlucht
uit Nederland plaats vindt. Spreker stelde
hiertegenover of een volk het met onver
schilligheid kan aanzien, dat zijn eigen le
den een ellendig bestaan leiden, terwijl zij
elders in de wereld een gezond bedrijf zou
den kunnen opbouwen.
Bovendien kweeken de emigranten in die
landen goodwill voor Nederland en zijn zij
zelfs in staat de politiek van het land te
beïnvloeden. Emigratie was volgens spre
ker geen verzwakking, doch een verster
king. In het buitenland bouwen Nederlan
ders een gezond bedrijf op. Door hun ver
trek vergrooten zij de ruimte in eigen land
voor de achterblijvenden.
In Frankrijk bestaat voor den Neder-
landsohen boer een goede bestaansmoge
lijkheid. De Fransche boer verlaat op on
geveer veertigjarigen leeftijd zijn boerde
rij, zoodat er geregeld boerderijen vrijko
men. Men krijgt een goeden prijs voor
melk, tarwe en varkensvleesch. De pach
ten en arbeidsloonen zijn laag. Een groot
bezwaar is het ontbreken van arbeids
krachten, doch een Nederlandsoh gezin kan
in Frankrijk goed vooruit. Met de aller
grootste inspanning is men er in geslaagd
69 gezinnen in Frankrijk te plaatsen. De
Nederlandsche regeering heeft echter me
degedeeld, dat voor 1947 de emigratie
naar Frankrijk stop staat. Een Nederlan
der, die naar Frankrijk wil krijgt tachtig
gulden deviezen. Daar moet hij zich mede
behelpen. Doordat de Nederlandsche re-
geering niet toestaat, dat de boeren, die
naar Frankrijk willen emigreeren, hun vee
en inventaris meenemen, staat de emigra
tie naar dit land stop.
Emigratie naar de Vereenigde Staten is
mogelijk, mits men in dit land iemand
vindt, die er borg voor staat dat de emi
grant de eerste vijf jaar niet ten laste van
den staat komt. Canada verlangt een be
zit van 2000 Canadeesche dollars. De Ne
derlandsche regeering stelt voor emigratie
naar Canada f 180.beschikbaar.
In 1947 mogen er echter 30 Nederland
sche boeren met 2000 dollar op zak naar
Canada.
Volgens ir. Visser, die Australië heeft
FEUILLETON
Roman door Winston Graham
Vertaald door Alice van Iterson
Voor ons uit zag ik Andrews, die een
krant kocht aan een kiosk. Dat beteeken-
de, dat hij ons eerst uit het stations
gebouw en in veiligheid weten wilde, en
zien, hoe wij ons uit de voeten maakten.
Langzaam liepen wij het station uit naar
het plein. Jane leunde tegen mij aan.
Ik dacht, dat nu ons einde gekomen
was.
Voor de donkere trap hielden wij stil.
Wij wachtten. Zij greep steviger mijn arm.
7- Misschien is hij ook daarbuiten. Het
is ook mogelijk, dat hij een anderen uit
gang heeft genomen.
Op dat oogenblik zag ik Andrews aan
komen. Hij had zijn handen in zijn zak
ken. Zijn houding was onverschillig, en
zoo onopvallend mogelijk. Wij lieten hem
voorbijgaan, wel wetend, dat hij nijdig
geworden zou zijn, als hij ontdekt had,
dat wij nog steeds op hem wachtten. Toen
volgden wij hem.
Maar al spoedig hield Jane stil.
Dat is jouw richting niet, Robert. Jij
moet naar de oude stad. Wij moeten
hierafscheid nemen.
Laat ik dan in ieder geval nog zien,
of je veilig ondergebracht bent. Dat kun
je me toch niet kwalijk nemen.
Zij schudde het hoofd. Over een paar
minuten kan de heele stad in rep en
roer zijn. Zij zullen wel direct naar Arth-
Golden telefoneeren en dan gauw genoeg
ontdekken, dat daar geen menschen den
trein verlaten hebben, waarop ons signa
lement van toepassing kan zijn. En dan
wordt Luzern natuurlijk grondig uitge
kamd. Je moet nu gaan. We zien elkaar
spoedig weer, zei ze, misschien al heel
gauw.
Ik weet nog hoe frisch de lucht was,
nadat wij uit den warmen, bedompten
trein waren gekomen; ik herinner me ook
heel goed den glans van het maanlicht,
dat aan den overkant van de straat viel.
En ik weet nog hoe donker de schaduw
was, waarin wij liepen; zoo zwart, zoo
diep, alsof wij in een kerker waren. En ik
herinner mij het fluiten van een trein in
de verte.
Jane drukte haar slanke lichaam vast
tegen mij aan en ik hield haar bij de
schouders vast. Van haar koele huid kwam
een zwakke geur van jasmijn mij tege
moet. Zacht en warm waren de lippen,
die zij mij bood; lippen, die geen be
perking en geen geheim kenden, maar die
zich zonder terughouding gaven, juist zoo
als haar liefde was.
Wees vooral voorzichtig, smeekte Ut.
Ik kuste haar oogen. Ze waren nat. Ik
borg mijn hoofd in haar hals en ademde
diep om mijn longen vol te zuigen met
haar geur, om een blijvende herinnering
aan haar mee te nemen en omdat deze
liefkoozing immers niet langer dan een
oogenblik kon duren. Dan zou ze tot het
verleden behooren.
Toen lieten wij elkander los en ging
ieder zijns weegs. Jane naar den kant
van het meer, ik langs de Reuss naar de
binnenstad.
Langzaam en met stijve knieën liep ik
verder. Het leek alsof mijn zinnen plot
seling ingeslapen waren, verdoofd, afge
stompt. Ik had niet den minsten angst
meer om achtervolgd te -yvorden. Ik voelde
mij alleen moe, leeg en ziek. Het liefste
had ik gehuild.
Nog nooit tevoren had ik mij zoo ver
laten gevoeld.
Dien nacht sliep ik in een donker, oud
huis, tegenover de Mühlenbrücke. Zwaar
en diep sliep ik, veertien uren lang, on
danks het feit dat ik wist, hoe ik opge
jaagd werd. Die slaap was eenvoudig het
gevolg van een ontzaglijke uitputting; ik
moest slapen, slapen, ik kon niet an
ders. Het was de laatste ongestoorde slaap
voor vele weken.
Het grootste deel van den nacht, die
daarop volgde, bracht ik door fcussehen
melkbussen op een vrachtauto, die naar
het Westen reed.
Naai- het Westen! Toen ik dat merkte,
kwam er een groote verlichting over mij.
Als een reusachtige zilveren broche flonkert
het besneeuwde rad van den watermolen
tegen den donkeren wand van het molen
huis. Een stemmig tafereeltje, dat niets doet
vermoeden van de ellende die de koude
en de sneeuw op vele plaatsen hebben
geschapen.
bezocht bestaan er in dit land voor den
Nederlandschen boer goede bestaansmoge
lijkheden. Een bezwaar is de antipathie
van de vakvereenigingen tegen de Neder
landers. Volgens een regeeringsmededee-
ling gaan er binnenkort 100 jonge boeren
naar dit land.
Volgens den landbouwattaché in Buenos
Aires, dr. Beekenkamp, liggen er voor de
Nederlanders in Argentinië talrijke kansen
open. De Argentijnen, die zich voor de
vischvangst gaan interesseeren en dr.
Beekenkamp over IJmuiden hoorden ver
tellen, stelden hem enthousiast voor: „Kun
nen wij heel IJmuiden niet overnemen?"
Het ministerie van Sociale Zaken heeft
medegedeeld, dat er drie tot vierhonderd
Nederlanders naar Argentinië zullen kun
nen emigreeren. Zij krijgen ieder echter
maar f 240.mee.
Ook voor Brazilië is de belangstelling
groeiende, vooral van katholieke zijde.
De Centrale Stichting Landbouwers
emigratie heeft het plan om emigratie-
scholen voor diverse landen op te richten,
waardoor de emigranten kunnen worden
voorbereid. Tevens staat de oprichting van
emigratie-banken, die credieten kunnen
verstrekken, in het vooruitzicht. Het moet
voorkomen worden, aldus spr. dat men
schen met groote idealen naar een nieuw
vaderland trekken en platzak terugkeeren
Emigratie moet goed voorbereid en ener
giek aangepakt worden.
De heer Baltus, sprekende namens den
detailhandel, memoreerde, dat de minister
verklaard had bereid te zijn alleen dan
verdere stappen te doen, wanneer men be
reid was, de aangekondigde staking niet te
laten doorgaan. Maar, zeide de heer Bal
tus, er is geen sprake van staking; de kwes
tie is alleen, dat er geen producten ver
kocht kunnen worden, wanneer de in
koopsprijs hooger is dan de verkoopsprijs.
Dit geldt alleen voor stapelproducten,
waarvoor maximumprijzen zijn vastgesteld.
De moeilijkheid is, dat er wel maximum
prijzen voor den groot- en kleinhandel zijn
maar niet voor de veilingen. Maandag (dus
heden) zal de vakgroep met eenige kamer
leden een bespreking houden. Nu de
maximumprijzen opnieuw verhoogd zijn.
het wellicht mogelijk tot een andere
regeling te komen.
Er zijn maximumprijzen vastgesteld om
dat er groente te weinig is. Dit tekort
wordt gestimuleerd door de weersomstan
digheden. Er dient behalve een maximum
prijs een verdeelsysteem te komen. De
spreker zeide ten slotte, de zaak niet zoo
zwaar te zien. Maar ze komt hierop neer.
dat we er geld bij moeten leggen en daar
voor passen wij."
De burgemeester merkte op, dat het mo
gelijk is, dat er overeenstemming wordt
bereikt. Maar we moeten er rekening mee
houden, dat dit niet geschiedt, in welk ge
val het publiek zonder groente komt. Is de
handel bereid, wanneer de gemeente voor
groente zorgt, deze te distribueeren? vroeg
de burgemeester.
De heer Baltus meende, dat als de ge
meente voor groente zorgt, zij deze ook
maar moet distribueeren. Spreker wil zich
echter met den voorzitter van de Vakgroep
in verbinding stellen.
Het bleek, dat velen het hiermede niet
eens waren. De burgemeester meende daar
uit te mogen constateeren, dat velen bereid
zijn de groente te verkoopen. De verdere
regeling zal worden opgedragen aan den
leider van den Distributiedienst. Het is
de bedoeling, wanneer de zaak tot stand
komt, een contactcommissie uit den han
del samen te stellen, die de zaak met den
Distributiedienst zal regelen.
Daarna gingen er stemmen op, om deze
zaak eerst in de organisatie te' bespreken.
De opmerking werd gemaakt, dat er voor
de eerste dagen voldoende zuurkool en vat-
groenten aanwezig is.
De burgemeester verzocht daarna dege
nen die bereid waren de groenten („ge
meentegroenten" dus) te verkoopen, te
willen blijven voor een nadere bespreking.
Het overgroote deel der handelaren ver
dween echter, zoodat betwijfeld mag wor
den of deze bespreking tot eenig resultaat
zal leiden.
Korte ambtenarenstaking
in Fransche hoofdstad
Vrijdagmiddag om half vier sloten de
Parysche scholen hun deuren, even later
gevolgd door de luchtvaart-, oorlog- en
marinedepartementen. Ook de loketten
van de spaarbanken werden „geblindeerd"
en de radio zweeg in alle talen maar
vooral in de Fransche. Het verkeer ln de
hoofdstad dreigde spaak te loopen, doordat
de verkeersagenten het.bijltje er bij neer
legden en him witte mantels aan den
dichtstbijzynden lantaarnpaal hingen. De
hekken der Métrostations gingen voor den
neus van het reislustige publiek dicht en
autobuspassagiers werden zonder veel
omhaal door de chauffeurs op straat gezet.
Slechts die diensten, welke voor de
openbare veiligheid onmisbaar waren, zoo
als brandweer en G.G.D., bleven function-
neeren; ook de electriciteits- en gasvoor-
ziening werd door de staking niet getrof
fen. De telefoonverbindingen kwamen ech
ter in het gedrang, behalve die met zie
kenhuizen en brandweerstations.
Om zes uur was de staking, waaraan naar
schatting ongeveer 800.000 man Rijksper
soneel deelnamen, afgeloopen, maar het
conflict in de krantenwereld, dat ongeveer
tegelijk met de ambtenarenstaking in een
accuut stadium kwam, duurt voort.
Er zijn weer geen kranten in de Fran
sche hoofdstad, omdat het technisch- en
administratief personeel van de dagbladen,
eveneens door het neerleggen van het
werk, kracht bijzet aan de eischen tot
loonsverhooging. Dit is de tweede maal,
sinds 1 Januari, dat Parijs zonder gedrukt
nieuws zit; de eenige krant welke ten ver
koop werd aangeboden, was het communis
tische dagblad „Humanité".
Dinsdag opening van de vierde
groote bloemenshow in Lisse
Dinsdagmiddag zal ln het gebouw van het
Hollandsch Bloembollengenootschap aan de
haven te Lisse de vierde groote bloembollen-
tentoonstelling van dit seizoen geopend wor
den. Er bestaat uiteraard in bloemlstenkrln-
gen groote belangstelling voor deze show, die
weer door „Bloemlust" georganiseerd ls en
vorige verre overtreft. Ongeveer 25 Inzendin
gen z\jn reeds genoteerd en de expositieruimte
ls daarom aanzienlijk vergroot. De Directeur-
Generaal van den Landbouw, Ir, C. Stof zal, als
afgevaardigde van Minister s' Mansholt, de
tentoonstelling officieel openen
Vier wisselbekers worden voor de beste in
zendingen ln het vooruitzicht gesteld.
„Met z'n allen kunnen ze het niet aan,
de menschen", zei de rustige man tegen
over mij in den trein „met z'n allen kun
nen ze het niet aan geen kou en geen hon
ger te lijden; het heele Britsche Rijk
staat op zijn groote voeten te .wankelen
omdat er geen steenkool is; in Indië en
China sterven ze als ratten omdat er geen
rijst is en overal staan ze nog met elkan
der te vechten ook. We zijn een raar ge
zelschap, die paar duizend millioen van
ons op ons bolletje aarde, rondtollend
door de oneindigheid".
De man zweeg en keek naar buiten. Een
vreemd dood en wit land schoot voorbij
de koude vensters. Met een dorp. En een
stadje. En hier en daar het zwarte scherpe
silhouet van een eenzamen schaatser op
een sloot.
Het was een grijze man met een rustig
en fijn gezicht. Zijn handen lagen zeld-
zaam-rustig op zijn knieën: slanke, kalme
handen. Aan zijn handen kent men den
mensch.
Het was een van die zeldzame, korte
reizen, waarin ge in een leegen coupé zit.
Er was niemand dan de rustige man en ik,
samen rijdend door de wintersche wereld.
Ik wist niet of ik antwoorden moest.
De man had het heel warm en overtuigd
gezegd. Hij had zijn hart in die woorden
gelegd. Maar niettemin was het een ver
schrikkelijke gemeenplaats. Een paar dui
zend millioen menschen hadden het zelfde
voor hem gezegd .en vele duizenden mil-
lioenen zullen het hem nazeggen: dat de
menschen en dat de samenleving der men
schen niet veel zaaks is. Dat wisten wij
al, waarde heer; waarom zou ik u ant
woorden?
Maar de man verwachtte ook geen ant
woord.
„Mijn eenige jongen is in Indië", zei hij,
„en ik ben weduwnaar; al zes jaar weduw
naar".
Dit was geen zelfbeklag. Het was een
nuchtere constateering, meer voor zich
zelf dan voor den toevalligen medereizi
ger. De korte balans van een leven: een
zaamheid en wanhoop om de wereld.
Het was warm in den trein. De bloemen
op de ruiten waren weggesmolten. Dikke
druppels trilden op het glas en zakten weg
in de vergetelheid. Het was een boeiend
klein spel, den gang der druppels te vol
gen. Een wereld van komen en gaan. Zelfs
in waterdruppels langs het glas kan wijs
heid zijn. En een les voor de menschen.
„Zoo dadelijk ben ik waar ik wezen
moet", zei de man. Hij zei het recht voor
zich uit. Zjjn gestalte bleef onbeweeglijk.
Zijn handen die vreemde, fijne handen
bleven liggen op de knieën. „In die
kleine stad woon ik bijna zestig jaar. En
altijd in hetzelfde huis. Mijn grootvader
is in datzelfde huis geboren. Het is een
dood stadje. Er verandert niets. Ik ken er
iedereen. En ik ken elk huis en iedereen
kent mij. Ik zou het niet willen missen. In
een kleine stad ben je niet zoo alleen als
in een groote. Je kunt er meer lezen. Ik
lees iederen avond. Een leven lang iederen
avond met een boek".
„Dat is heerlijk", zei ik.
„Nee, het is niet heerlijk", zei hy, „net
is angstig. Het is angstig om alleen in een
groote kamer te zitten met de groote gees
ten der menschheid en om dan telkens te
denken, hoe eenzaam zij waren. Hoe zij
alleen stonden en hoe zij met hun groot
heid en met hun goedheid dikwijls de
wereld en de menschheid geen stap nader
tot het geluk hebben kunnen brengen.
Welk nut heeft al die wijsheid gebracht,
wanneer wij nog altijd oorlog voeren en
velen nog krepeeren van honger en kou?
Het is verschikkelijk-angstig, te bedenken
dat de groote geesten der menschheid voor
niets hebben geleefd en voor niets hebben
geschreven".
y Weer zoo'n gemeenplaats, dacht ik. Dit
is ook al zoo dikwijls gezegd en meestal
op betere wijze. Cultuur-pessimisme ls
zoo oud als cultuur. Waarom moet die
oude man mij dit vertellen? En waarom
maakt het my niet eens kribbig? Waarom
zit ik toch te luisteren?
„U denkt, laat die .ouwe man maar pra
ten", zei hij, „natuurlijk. En u hebt nog
gelijk ook. Zeker, laat die ouwe man maar
praten. Of hij het nou zegt, of niet zegt,
de wereld verandert er geen zier mee
De trein rommelde een klein station
binnen.
„Hier moet ik er uit", zei hy en hy sloeg
den kraag van zijn jas op. Dan nog een
half uur met de bus. En dhn ben ik er
weer. En vanavond weer lezen".
„Goedenmiddag" zei ik.
Voorzichtig daalde hij van de treeplank.
En een minuut later v/as de coupé ver
vuld van luidheid en leven, door een jonge
vrouw met vier kinderen.
„Nou allemaal netjes zitten, jongens, en
gezellig naar buiten kijken. De wereld is
nog nooit zoo mooi wit geweest. Net een
sprookje, hè Hans?"
Toen wist ik wat het antwoord was.
ELI AS.
Men had het namelijk niet noodig gevon
den mij op de hoogte te brengen van het
doel van mijn reis. Voordat de dag aan
brak, bereikten wij Lausanne. Daar dook
ik zeven dagen onder, terwijl de klop
jacht naar ons in vollen gang moest zijn.
De man, die mij op dat oogenblik onder
zijn hoede had, was de directeur van een
groote melkpoederfabriek. Zijn prozaïsche
manier van doen, zonder een sprankje
humor, scheen hem beter geschikt te ma
ken yoor zijn hoofdberoep dan voor zijn
„bij-werk", dat bestond in het herbergen
van illegale vluchtelingen. Toch verborg
hij mij afdoende en gaf mij uitstekend te
eten. Den derden dag deelde hij mij
mede, dat de plannen veranderd waren
en dat er gepoogd zou worden mij bij de
eerste mogelijke gunstige gelegenheid
naar het onbezette deel van Frankrijk te
smokkelen.
Mijn vertrek was uitstekend opgezet en
tot in de kleine details verzorgd. Een
tijdlang klopte alles dan ook precies. Ik
kreeg bijna den indruk, dat de zaak heel
eenvoudig was. Des Vrijdagavonds ver
liet ik Ouchy op e^n ouden boerenwagen,
die mij naar een gehucht ten Westen van
Vevey bracht. Toen stapte ik in een
bootje, dat langs de kust van'het meer
groenten naar de markt bracht. In het
luwe avondwindje bewoog het bootje
zich echter merkwaardig dicht naar den
Zuidkant van het meer
Ik liet mij langs den kant van de boot
in het water zakken, dat nog meer dan
een halven meter diep was en zwijgend
waadde ik naar den oever.
De invallende duisternis werd versterkt
door groote wolkenvelden en het was dus
zeer moeilijk om iets te zien; maar men
kon op die manier ook niet makkelijk ge
zien worden!
Het scheen, dat ik nu het ergste acht-
ter den rug had. Ik had Fransche papie
ren en kon met een plausibel verhaal voor
den dag komen, als iemand mij zou wil
len ondervragen. Ik droeg een onopval
lend, oud sportpak en had een ransel om
gehangen, waarvan de inhoud onder
anderen bestond uit Fransch geld, een
flesoh brandewijn, een fleschje zwarte
haarverf, een zaklantaarn, een landkaart
en een zak-compas.
Marseille."
Ik had een kamer gehuurd in een goed
koop pension op de Place de la Joliette.
Van daaruit ondernam ik dikwijls zwerf
tochten in de buurt van de dokken van
deze grootste stad in het onbezette Frank
rijk. Ik tastte als het ware de geheele
situatie af en informeerde zoo langs mijn
neus weg naar een boot, die naar Barce
lona of Algiers voer.
Den tweeden avond kwam ik in gesprek
met den kapitein van een vrachtzoeker.
Zijn schip was dien morgen gemeerd en
zou den volgenden Maandag weer met een
lading baksteen en tegels uitvaren en als
tussehenhavens Barcelona en Tanger aan
doen. Dit uitstel kwam wel niet precies
Weer -wat versche haring
Zaterdag waren er drie groote kotters
met versche haring aan den afslag. De
schepen hadden vangsten van ruim 300
kisten Kanaalharing en waren ongeveer
veertien dagen weg geweest. De haring
bracht f 15 per kist op.
MARKTBERICHT VAN ZATERDAG.
Aangevoerd werden 80 kisten versche visch
en 1115 kisten versche haring. Besommingen:
Motorloggers: KW 178 f2420; Sch. 353 f669.
Versche haring: KW53 f 5800; IJM 214 f5705;
IJM 271 f6130.
in mijn kraam te pas, maar de kans was
te verleidelijk, om ze onbenut te laten
voorbijgaan. Op mijn vraag antwoordde
hij mij, dat wel een passagier kon mee
nemen, als hij er toevallig een met geld
genoeg tegen het lijf zou loopen, ofschoon
zijn schip geen passagiersboot was en
weinig comfort bood, en eigenlijk zag hij
ook niet in, waarom iemand persé,met
hem mee zou willen gaanHij keek
mij van opzij aan.
Ik heb zoo den indruk, dat u het
land zoo gauw mogelijk wilt verlaten.
Tja, dat zou wel eens kunnen, gaf ik
toe. Kijkt u eens, de zaak zit zoo: Het
is allemaal in de beste orde, ik heb al
leen geen bewijs, dat ik het land mag
verlaten en ik heb gehoord, dat het we
ken lang duurt, eer je zoo'n ding hebt.
En nu schrijft mij oom uit Tanger mij,
dat hy een prachtige baan voor me zou
hebben, op voorwaarde, dat ik de vol
gende week aan den gang kan gaan.
De Franschman slurpte van zijn glas.
Maar zonder die vergunning komt u
er niet uit, zei hij somber. De havenbepa
lingen zijn veel strenger geworden, sinds ik
hier de laatste maal was. Op bevel van
de „boches", heb ik gehoord. De dokken
worden dag en nacht bewaakt.
Nu, ik heb er graag een paar franc
voor over, Het ik doorschemeren.
(Wordt vervolgd)