Hr. Ms. „Karei Doorman" wordt Dinsdag terug verwacht Velsens gemeentebestuur houdt besprekingen met groentenhandelaren „Kunnen wij heel IJmuiden niet overnemen?" De moeilijkheden der emigratie Nacht-Express Het antwoord 17 Februari 1947 ÏJMUIDER COURANT nlnsda? 18 Februari a.s. wordt Neder lands grootste oorlogsbodem, Hr. Ms. cs- .„le-vliesdekschip „Karei Doorman ln corte TTprtvarhi. na een ver ifrinnd te rog verwacht na een verblijf >en enkele maanden in de Indische wate- I?? waarheen hel in September van het "L iaar vertrokken was met materiaal vorig nersoncel aan boord ter versterking van Marine-Luchtvaartdienst in de Oost. Jïï «chip brengt op de thuisvaart een 250- -epatrieerende marine-menschen naar huis, waaronder vele ex-krijgsgevangenen. Dp thuisreis geschiedt evenals de uitreis ,fde Kaap. Deze omweg beteekent een aanzienlijke besparing van deviezen, aan- 5n de kosten van de grootere hoeveel- f!td brandstof nog ver blijven onder het Sld dat dit schip tengevolge van zijn ïoote tonnage voor het passeeren van het cuez-kanaal zou moeten beialen. Als laat- :tp tusschenhaven deed het Casablanca aan ivaama het in Amsterdam zal arriveeren ,nridat ditmaal ook onze hoofdstad met dSe nieuwe vlootaanwinst zal kunnen hegnisma^en. Doonnan„ 2al in Nederland "n definitieve bestemming krijgen als op leidingsschip voor den Marine-Luchtvaart- ^Het'schip heeft in Indië op allerlei plaat sen de marine voorzien met wat er op die nlaatseo noodig was en het heeft daar te vens gezorgd voor vlagvertoon. De ban den werden aangeknoopt en versterkt met filmvertoningen, bezoeken aan land en ontvangsten aan boord. Hr Ms. „Karei Doorman" is het eerste vlie'dekschin van behoorlijke afmeting, dat bij de Koninklijke Marine in gebruik is OP basis van een bruikleenovereenkomst is'het op 20 Maart 194(3 van de Engelsche Marine overgenomen op de Clyde in Schot land De oorspronkelijke naam was H.M.S. Nairana". Onder dien naam werd het op 12 December 1943 in dienst gesteld, waar- ia het verscheidene' convooien bescherm de op de Noordelijke convooi-route naar Moermansk. Het heeft een belaste water- herplaatsing van 17.000 ton, is 160 meter lang, 20 meter breed en heeft een diep gang van 7 meter. De actie-radius bedraagt 25.000 mijl bij een gemiddelde van 8 mijl. Het heeft een bewapening, die gevormd wordt door een dubbelkanon van 10,2 cm., 4 viervoudige pompoms (4 mm.) en 8 dub bele luchtdoelmitrailleurs van 20 mm. De voortstuwingskracht wordt geleverd door twee 5 cylinder Dexlord-Dïeselmoto- ren. De maximum snelheid bedraagt 17 miji. De bemanning bestaat uit 750 koppen Het N.V.V. dringt aan op vreedzame oplossing in Indië Het verbondsbestuur van het N.V.V. in ver gadering bijeen, heeft naar A.N.P. verneemt. Vrijdag besloten een Tesolutie te zenden aan de Nederlandsche regeerirtg en aan de repu- blikeinsche regeering te Djogjakarta, waarin het N.V.V.-bestuur een dringend beroep doet op de Nederlandsche regeering en volksver tegenwoordiging en op de regeering van de republiek Indonesia, om voor de reaction- naire agitatie hier en veer het extremistische drijven ginds geen duimbreed te wijken en alles in het werk te stellen, om tot een snelle vreedzame en definitieve oplossing van het conflict in Indonesië te geraken, opdat aan de schermutselingen, die helaas ook men- schenlevens kosten, ten spoedigste een einde komt, het bevel „staakt het vuren" kan wor den gegeven (wat intusschen gebeurd is, Red.) en met de demobilisatie van onze troepen in Indonesië kan worden begonnen. Voor 80.000 aan waardebonnen yoor consumentencrediet gestolen Te Zaandam is ingebroken in het ge bouw voor Christelijke Belangen, dat dienst deed als uitreïklokaal voor de waar debonnen voor het consumentencrediet. De dader nam voor een waarde van f 80.000 aan bonnen mee. Zij dragen het codenum mer 942. Men heèft nu de waardebonnen met dit nummer vervallen verklaard, zoo dat de inbreker ze nergens zal kunnen in wisselen en dus feitelijk slechts over een pakje waardeloos papier beschikt. De volledige lijst van het gestolene luidt:. 235 boekjes Consumentencrediet, geheel com pleet met waardebonnen, genummerd als volgt: A 29081 t.m. 29098, A 29114 t.m. 29180. A 29203, A 2920C t.m. 29230, A 29259. A 29260 (63 stuks); B 10121 t.m. 10124 (4 stuks); C 30868 t.m. 30906, C 30964 t.m. 30967,C 30971 tm. 30980, C 30939, C 30918 t.m. 30920 (56 stuks); D 22248, D 22250 t.m. 22255, D 22257 t.m. 22278, D 22280 t.m. 22296 (46 stuks); E 26144 t.m. 26146. E 26148 t.m. 26165 (21 stuks); F 19259 t.m. 19275 (17 stuks); G 12105 t.m. 12108 (4 stuks); H 8384 t.m. 8388 (5 stuks); J 5228 en 5229 (2 stuks); A 21843 (1 stuk); B 5228 (1 stuk); C 18534, 18543, 27589, 27601, 12039 (5 stuks); D 11092, 11069, 15612. 20727. 20746 (5 stuks); E 12503 (1 stuk); F 9707 (1 stuk); H 7875, 3764, 3768 (3 stuks). De Commissaris van Politie te Velsen wijst Winkeliers en houders van bankinstellingen er op, dat het in ontvangst nemen van deze ge stolen waardebonnen een strafbaar feit kan op leveren en verzoekt bij aanbieding van derge lijke bonnen onverwijld telefonische meded'ee- ling aan het Hoofdbureau van Politie, afd. Recherche, Tiberiuspleïn IJmuiden-Oost. normaal, waarvan ongeveer 200 van den Marine-Luchtvaartdienst. Het schip kan ongeveer 20 Firefly verkenningsjachtvlieg tuigen meevoeren. Deze „Firefly Mark I" is een product van de Fairey vliegtuigfa brieken in Engeland en werd speciaal ont worpen voor het gebruik van vliegkamp schepen. Met dit type deed de Engelsche vloot aanvallen op het Duitsche slagschip „Tirpitz". Het zijn twee-persoons jachtver- kenners met een kruissnelheid van 200 mijl en een topsnelheid van 260 mijl. De actie radius is 1000 mijl. De bewapening bestaat uit 4 in de vleugels aangebrachte mitrail leurs van 20 mm., 16 rockets en 2 bommen van 225 kilo. De vliegtuigen zijn met radar- installaties uitgerust. Attlee wijst Amerikaansch aanbod tot hulp van de hand Minister-president Attlee heeft een aan bod van Truman, om een extra-hoeveel- heid kolen naar Engeland te sturen, afge wezen onder het motief dat andere Euro- peesche landen de brandstof evenzeer noodig hebben als Engeland. Men ziet in deze afwijzing een bewijs voor de gunsti ger aspecten van de Engelsche kolenpositie na de laatste bezuinigingsmaatregelen. Japansche walvischvaarder in Tokio terug Het eerste schip van de Japansche wal- visch-expeddtie, die in de Zuidpoolzee ope reert is in Tokio teruggekeerd met een buit van 150 walvisschen. Het schip was 8 November uit Nagasaki vertrokken; de vangst bedroeg gemiddeld zes walvisschen per dag. De andere walvischvaarders zullen binnenkort ook terugkeeren. De eerste foto van de verjongde Nachtwacht Bijeenkomst in de raadszaal In het Rijksmuseum te Amsterdam is men momenteel bezig de beroemde „Nacht wacht" van Rembrandt te reinigen. - De heer Mertens, restaurateur van het Rijks museum, aan zijn verantwoordelijke taak. Er dreigen moeilijkheden ten aan zien van de groentevoorziening. Men weet waar het om gaat: vrije prijzen voor de telers, maximumprijzen voor den handel. De betreffende vak- en onder-vakgroepen gaan daarmee niet accoord en de besturen dezer organi saties hebben hun leden verzocht van a.s. Woensdag af den in- en verkoop van groenten, vallende onder de maxi mumprijsregeling, stop te zetten. Dit heeft tot gevolg gehad, dat mi nister Mansholt deze vakgroepen de hun verleende verordenende bevoegd heid heeft ontnomen. Dit is in het kort de kern van het conflict, waarvan de gevolgen, wan neer de handelaren het advies hunner organisaties opvolgen, ten aanzien van de groentenvoorziening voor de bur gerij zeer onaangenaam zullen zijn. Gemeentebestuur is bezorgd. Het gemeentebestuur van Velsen had Zaterdagmiddag alle groentehandelaren in deze gemeente in de raadszaal bijeenge roepen voor het houden van een bespre king over de dreigende moeilijkheden en zeker een 50-tal détaillisten uit onze ge meente had aan dezen oproep gehoor ge geven, zoodat niet alleen de 29 zetels der edelachtbaren bezet waren, maar ook de publieke tribune een groot aantal belang hebbenden huisvestte. De gevolgen van het conflict wekken be zorgdheid bij het gemeentebestuur, nu de voedselvoorziening al moeilijk is en. als de groentevoorziening gaat stagneeren, nog moeilijker zal worden, zeide burgemeester Kwint, onder wiens leiding de bijeenkomst plaats had. De burgemeester wilde niet gaan debatteeren over het conflict zelf; dit ligt buiten onze competentie, aldus de spre ker. We willen uitzien naar middelen om de voedselvoorziening niet te laten neeren. De burgemeester stelde daarna de vraag of, wanneer aanvoer' van groente mogelijk mocht zijn, de handelaren bereid zijn deze te distribueeren. Argentijnen vroegen: Mr. J. Biesheuvel, adjunct-directeur van de Centrale Stichting Landbouwers emigratie heeft te Gouda voor eenige honderden jonge boeren gesproken over de mogelijkheden van emigratie en de pro blemen, welke hieraan verbonden zijn. Ressorteerende onder den minister van Sociale Zaken is een semi-officieele orga nisatie in het leven geroepen, de stichting Landverhuizing Nederland, met een regee- ringssubsidie van een half millioen, welke volgens mr. Biesheuvel in stilte werkt en de politiek der regeering volgt, namelijk de emigratie zooveel mogelijk bemoeilijkt. Naast dit lichaam werkt de centrale stichting landbouwersemigratie, een vrije organisatie, in het leven geroepen door de Christelijke en Katholieke emigratiecen trales en de emigratiecentrale van de Kon. Ned. Landbouwcommissie. Daar de huidigs regeering emigratie zooveel mogelijk tegen werkt, meer waarschuwt dan aanspoort en geen verantwoording op zich neemt, was er geen enkele organisatie die de belangen van de emigranten behartigde. Tengevolge hiervan is de centrale stichting ontstaan. De zes achter ons liggende oorlogsjaren, aldus spreker hebben een geweldige, ver klaarbare emigratiedrang doen ontstaan- De stichting acht het zich een taak de emi gratiewoede door een intensieve propagan da tot de ware proporties terug te brengen. Wanneer men wil emigreeren moet men zich niet inbeelden, dat men in een luilek kerland terecht komt. Maar met goede vakkennis en groote vlijt kunnen Neder landers in het buitenland veel bereiken. De bevolkingsaanwas in Nederland steeg in de laatste veertig jaar met drie en een half millioen zielen. Thans heeft Neder land een aanwas van honderd tot honderd- vijftigduizend zielen, hetgeen beteekent, dat er jaarlijks 40.000 personen in het ar beidsproces moeten worden ingesohakeld. Nederland komt momenteel reeds voor meer dan veertigduizend boerenzoons cul tuurgrond tekort en het denkbeeld van de regeering om de overtollige boerenzoons in de mijnen te laten werken is onuitvoer baar, omdat een boerenzoon met hart en nieren aan zijn vak verbonden is. De in poldering van de Zuiderzee, die pas over vijftig jaar voltooid zal zijn, levert maar 220.000 ha. cultuurgrond op. Nederland komt dan nog 330.000 ha. tekort. Van an nexatie wordt niet veel meer verwacht. De mogelijkheid tot emigratie naar eigen ge- fa iedsdeelen is momenteel niet mogelijk in Suriname ligt weliswaar een gebied van 80.000 ha. braak, doch dit gebied moet ge heel gecultiveerd worden, zoodat dit een werk betreft, dat gelijk staat met de in poldering van een deel van het IJsselmeer- De eenige mogelijkheid van emigratie in groot verband is emigratie naar andere landen. Dit idee heeft tegenstanders. Men zegt, dat door emigratie de kracht van ons volk wordt verzwakt en er een kapitaalsvlucht uit Nederland plaats vindt. Spreker stelde hiertegenover of een volk het met onver schilligheid kan aanzien, dat zijn eigen le den een ellendig bestaan leiden, terwijl zij elders in de wereld een gezond bedrijf zou den kunnen opbouwen. Bovendien kweeken de emigranten in die landen goodwill voor Nederland en zijn zij zelfs in staat de politiek van het land te beïnvloeden. Emigratie was volgens spre ker geen verzwakking, doch een verster king. In het buitenland bouwen Nederlan ders een gezond bedrijf op. Door hun ver trek vergrooten zij de ruimte in eigen land voor de achterblijvenden. In Frankrijk bestaat voor den Neder- landsohen boer een goede bestaansmoge lijkheid. De Fransche boer verlaat op on geveer veertigjarigen leeftijd zijn boerde rij, zoodat er geregeld boerderijen vrijko men. Men krijgt een goeden prijs voor melk, tarwe en varkensvleesch. De pach ten en arbeidsloonen zijn laag. Een groot bezwaar is het ontbreken van arbeids krachten, doch een Nederlandsoh gezin kan in Frankrijk goed vooruit. Met de aller grootste inspanning is men er in geslaagd 69 gezinnen in Frankrijk te plaatsen. De Nederlandsche regeering heeft echter me degedeeld, dat voor 1947 de emigratie naar Frankrijk stop staat. Een Nederlan der, die naar Frankrijk wil krijgt tachtig gulden deviezen. Daar moet hij zich mede behelpen. Doordat de Nederlandsche re- geering niet toestaat, dat de boeren, die naar Frankrijk willen emigreeren, hun vee en inventaris meenemen, staat de emigra tie naar dit land stop. Emigratie naar de Vereenigde Staten is mogelijk, mits men in dit land iemand vindt, die er borg voor staat dat de emi grant de eerste vijf jaar niet ten laste van den staat komt. Canada verlangt een be zit van 2000 Canadeesche dollars. De Ne derlandsche regeering stelt voor emigratie naar Canada f 180.beschikbaar. In 1947 mogen er echter 30 Nederland sche boeren met 2000 dollar op zak naar Canada. Volgens ir. Visser, die Australië heeft FEUILLETON Roman door Winston Graham Vertaald door Alice van Iterson Voor ons uit zag ik Andrews, die een krant kocht aan een kiosk. Dat beteeken- de, dat hij ons eerst uit het stations gebouw en in veiligheid weten wilde, en zien, hoe wij ons uit de voeten maakten. Langzaam liepen wij het station uit naar het plein. Jane leunde tegen mij aan. Ik dacht, dat nu ons einde gekomen was. Voor de donkere trap hielden wij stil. Wij wachtten. Zij greep steviger mijn arm. 7- Misschien is hij ook daarbuiten. Het is ook mogelijk, dat hij een anderen uit gang heeft genomen. Op dat oogenblik zag ik Andrews aan komen. Hij had zijn handen in zijn zak ken. Zijn houding was onverschillig, en zoo onopvallend mogelijk. Wij lieten hem voorbijgaan, wel wetend, dat hij nijdig geworden zou zijn, als hij ontdekt had, dat wij nog steeds op hem wachtten. Toen volgden wij hem. Maar al spoedig hield Jane stil. Dat is jouw richting niet, Robert. Jij moet naar de oude stad. Wij moeten hierafscheid nemen. Laat ik dan in ieder geval nog zien, of je veilig ondergebracht bent. Dat kun je me toch niet kwalijk nemen. Zij schudde het hoofd. Over een paar minuten kan de heele stad in rep en roer zijn. Zij zullen wel direct naar Arth- Golden telefoneeren en dan gauw genoeg ontdekken, dat daar geen menschen den trein verlaten hebben, waarop ons signa lement van toepassing kan zijn. En dan wordt Luzern natuurlijk grondig uitge kamd. Je moet nu gaan. We zien elkaar spoedig weer, zei ze, misschien al heel gauw. Ik weet nog hoe frisch de lucht was, nadat wij uit den warmen, bedompten trein waren gekomen; ik herinner me ook heel goed den glans van het maanlicht, dat aan den overkant van de straat viel. En ik weet nog hoe donker de schaduw was, waarin wij liepen; zoo zwart, zoo diep, alsof wij in een kerker waren. En ik herinner mij het fluiten van een trein in de verte. Jane drukte haar slanke lichaam vast tegen mij aan en ik hield haar bij de schouders vast. Van haar koele huid kwam een zwakke geur van jasmijn mij tege moet. Zacht en warm waren de lippen, die zij mij bood; lippen, die geen be perking en geen geheim kenden, maar die zich zonder terughouding gaven, juist zoo als haar liefde was. Wees vooral voorzichtig, smeekte Ut. Ik kuste haar oogen. Ze waren nat. Ik borg mijn hoofd in haar hals en ademde diep om mijn longen vol te zuigen met haar geur, om een blijvende herinnering aan haar mee te nemen en omdat deze liefkoozing immers niet langer dan een oogenblik kon duren. Dan zou ze tot het verleden behooren. Toen lieten wij elkander los en ging ieder zijns weegs. Jane naar den kant van het meer, ik langs de Reuss naar de binnenstad. Langzaam en met stijve knieën liep ik verder. Het leek alsof mijn zinnen plot seling ingeslapen waren, verdoofd, afge stompt. Ik had niet den minsten angst meer om achtervolgd te -yvorden. Ik voelde mij alleen moe, leeg en ziek. Het liefste had ik gehuild. Nog nooit tevoren had ik mij zoo ver laten gevoeld. Dien nacht sliep ik in een donker, oud huis, tegenover de Mühlenbrücke. Zwaar en diep sliep ik, veertien uren lang, on danks het feit dat ik wist, hoe ik opge jaagd werd. Die slaap was eenvoudig het gevolg van een ontzaglijke uitputting; ik moest slapen, slapen, ik kon niet an ders. Het was de laatste ongestoorde slaap voor vele weken. Het grootste deel van den nacht, die daarop volgde, bracht ik door fcussehen melkbussen op een vrachtauto, die naar het Westen reed. Naai- het Westen! Toen ik dat merkte, kwam er een groote verlichting over mij. Als een reusachtige zilveren broche flonkert het besneeuwde rad van den watermolen tegen den donkeren wand van het molen huis. Een stemmig tafereeltje, dat niets doet vermoeden van de ellende die de koude en de sneeuw op vele plaatsen hebben geschapen. bezocht bestaan er in dit land voor den Nederlandschen boer goede bestaansmoge lijkheden. Een bezwaar is de antipathie van de vakvereenigingen tegen de Neder landers. Volgens een regeeringsmededee- ling gaan er binnenkort 100 jonge boeren naar dit land. Volgens den landbouwattaché in Buenos Aires, dr. Beekenkamp, liggen er voor de Nederlanders in Argentinië talrijke kansen open. De Argentijnen, die zich voor de vischvangst gaan interesseeren en dr. Beekenkamp over IJmuiden hoorden ver tellen, stelden hem enthousiast voor: „Kun nen wij heel IJmuiden niet overnemen?" Het ministerie van Sociale Zaken heeft medegedeeld, dat er drie tot vierhonderd Nederlanders naar Argentinië zullen kun nen emigreeren. Zij krijgen ieder echter maar f 240.mee. Ook voor Brazilië is de belangstelling groeiende, vooral van katholieke zijde. De Centrale Stichting Landbouwers emigratie heeft het plan om emigratie- scholen voor diverse landen op te richten, waardoor de emigranten kunnen worden voorbereid. Tevens staat de oprichting van emigratie-banken, die credieten kunnen verstrekken, in het vooruitzicht. Het moet voorkomen worden, aldus spr. dat men schen met groote idealen naar een nieuw vaderland trekken en platzak terugkeeren Emigratie moet goed voorbereid en ener giek aangepakt worden. De heer Baltus, sprekende namens den detailhandel, memoreerde, dat de minister verklaard had bereid te zijn alleen dan verdere stappen te doen, wanneer men be reid was, de aangekondigde staking niet te laten doorgaan. Maar, zeide de heer Bal tus, er is geen sprake van staking; de kwes tie is alleen, dat er geen producten ver kocht kunnen worden, wanneer de in koopsprijs hooger is dan de verkoopsprijs. Dit geldt alleen voor stapelproducten, waarvoor maximumprijzen zijn vastgesteld. De moeilijkheid is, dat er wel maximum prijzen voor den groot- en kleinhandel zijn maar niet voor de veilingen. Maandag (dus heden) zal de vakgroep met eenige kamer leden een bespreking houden. Nu de maximumprijzen opnieuw verhoogd zijn. het wellicht mogelijk tot een andere regeling te komen. Er zijn maximumprijzen vastgesteld om dat er groente te weinig is. Dit tekort wordt gestimuleerd door de weersomstan digheden. Er dient behalve een maximum prijs een verdeelsysteem te komen. De spreker zeide ten slotte, de zaak niet zoo zwaar te zien. Maar ze komt hierop neer. dat we er geld bij moeten leggen en daar voor passen wij." De burgemeester merkte op, dat het mo gelijk is, dat er overeenstemming wordt bereikt. Maar we moeten er rekening mee houden, dat dit niet geschiedt, in welk ge val het publiek zonder groente komt. Is de handel bereid, wanneer de gemeente voor groente zorgt, deze te distribueeren? vroeg de burgemeester. De heer Baltus meende, dat als de ge meente voor groente zorgt, zij deze ook maar moet distribueeren. Spreker wil zich echter met den voorzitter van de Vakgroep in verbinding stellen. Het bleek, dat velen het hiermede niet eens waren. De burgemeester meende daar uit te mogen constateeren, dat velen bereid zijn de groente te verkoopen. De verdere regeling zal worden opgedragen aan den leider van den Distributiedienst. Het is de bedoeling, wanneer de zaak tot stand komt, een contactcommissie uit den han del samen te stellen, die de zaak met den Distributiedienst zal regelen. Daarna gingen er stemmen op, om deze zaak eerst in de organisatie te' bespreken. De opmerking werd gemaakt, dat er voor de eerste dagen voldoende zuurkool en vat- groenten aanwezig is. De burgemeester verzocht daarna dege nen die bereid waren de groenten („ge meentegroenten" dus) te verkoopen, te willen blijven voor een nadere bespreking. Het overgroote deel der handelaren ver dween echter, zoodat betwijfeld mag wor den of deze bespreking tot eenig resultaat zal leiden. Korte ambtenarenstaking in Fransche hoofdstad Vrijdagmiddag om half vier sloten de Parysche scholen hun deuren, even later gevolgd door de luchtvaart-, oorlog- en marinedepartementen. Ook de loketten van de spaarbanken werden „geblindeerd" en de radio zweeg in alle talen maar vooral in de Fransche. Het verkeer ln de hoofdstad dreigde spaak te loopen, doordat de verkeersagenten het.bijltje er bij neer legden en him witte mantels aan den dichtstbijzynden lantaarnpaal hingen. De hekken der Métrostations gingen voor den neus van het reislustige publiek dicht en autobuspassagiers werden zonder veel omhaal door de chauffeurs op straat gezet. Slechts die diensten, welke voor de openbare veiligheid onmisbaar waren, zoo als brandweer en G.G.D., bleven function- neeren; ook de electriciteits- en gasvoor- ziening werd door de staking niet getrof fen. De telefoonverbindingen kwamen ech ter in het gedrang, behalve die met zie kenhuizen en brandweerstations. Om zes uur was de staking, waaraan naar schatting ongeveer 800.000 man Rijksper soneel deelnamen, afgeloopen, maar het conflict in de krantenwereld, dat ongeveer tegelijk met de ambtenarenstaking in een accuut stadium kwam, duurt voort. Er zijn weer geen kranten in de Fran sche hoofdstad, omdat het technisch- en administratief personeel van de dagbladen, eveneens door het neerleggen van het werk, kracht bijzet aan de eischen tot loonsverhooging. Dit is de tweede maal, sinds 1 Januari, dat Parijs zonder gedrukt nieuws zit; de eenige krant welke ten ver koop werd aangeboden, was het communis tische dagblad „Humanité". Dinsdag opening van de vierde groote bloemenshow in Lisse Dinsdagmiddag zal ln het gebouw van het Hollandsch Bloembollengenootschap aan de haven te Lisse de vierde groote bloembollen- tentoonstelling van dit seizoen geopend wor den. Er bestaat uiteraard in bloemlstenkrln- gen groote belangstelling voor deze show, die weer door „Bloemlust" georganiseerd ls en vorige verre overtreft. Ongeveer 25 Inzendin gen z\jn reeds genoteerd en de expositieruimte ls daarom aanzienlijk vergroot. De Directeur- Generaal van den Landbouw, Ir, C. Stof zal, als afgevaardigde van Minister s' Mansholt, de tentoonstelling officieel openen Vier wisselbekers worden voor de beste in zendingen ln het vooruitzicht gesteld. „Met z'n allen kunnen ze het niet aan, de menschen", zei de rustige man tegen over mij in den trein „met z'n allen kun nen ze het niet aan geen kou en geen hon ger te lijden; het heele Britsche Rijk staat op zijn groote voeten te .wankelen omdat er geen steenkool is; in Indië en China sterven ze als ratten omdat er geen rijst is en overal staan ze nog met elkan der te vechten ook. We zijn een raar ge zelschap, die paar duizend millioen van ons op ons bolletje aarde, rondtollend door de oneindigheid". De man zweeg en keek naar buiten. Een vreemd dood en wit land schoot voorbij de koude vensters. Met een dorp. En een stadje. En hier en daar het zwarte scherpe silhouet van een eenzamen schaatser op een sloot. Het was een grijze man met een rustig en fijn gezicht. Zijn handen lagen zeld- zaam-rustig op zijn knieën: slanke, kalme handen. Aan zijn handen kent men den mensch. Het was een van die zeldzame, korte reizen, waarin ge in een leegen coupé zit. Er was niemand dan de rustige man en ik, samen rijdend door de wintersche wereld. Ik wist niet of ik antwoorden moest. De man had het heel warm en overtuigd gezegd. Hij had zijn hart in die woorden gelegd. Maar niettemin was het een ver schrikkelijke gemeenplaats. Een paar dui zend millioen menschen hadden het zelfde voor hem gezegd .en vele duizenden mil- lioenen zullen het hem nazeggen: dat de menschen en dat de samenleving der men schen niet veel zaaks is. Dat wisten wij al, waarde heer; waarom zou ik u ant woorden? Maar de man verwachtte ook geen ant woord. „Mijn eenige jongen is in Indië", zei hij, „en ik ben weduwnaar; al zes jaar weduw naar". Dit was geen zelfbeklag. Het was een nuchtere constateering, meer voor zich zelf dan voor den toevalligen medereizi ger. De korte balans van een leven: een zaamheid en wanhoop om de wereld. Het was warm in den trein. De bloemen op de ruiten waren weggesmolten. Dikke druppels trilden op het glas en zakten weg in de vergetelheid. Het was een boeiend klein spel, den gang der druppels te vol gen. Een wereld van komen en gaan. Zelfs in waterdruppels langs het glas kan wijs heid zijn. En een les voor de menschen. „Zoo dadelijk ben ik waar ik wezen moet", zei de man. Hij zei het recht voor zich uit. Zjjn gestalte bleef onbeweeglijk. Zijn handen die vreemde, fijne handen bleven liggen op de knieën. „In die kleine stad woon ik bijna zestig jaar. En altijd in hetzelfde huis. Mijn grootvader is in datzelfde huis geboren. Het is een dood stadje. Er verandert niets. Ik ken er iedereen. En ik ken elk huis en iedereen kent mij. Ik zou het niet willen missen. In een kleine stad ben je niet zoo alleen als in een groote. Je kunt er meer lezen. Ik lees iederen avond. Een leven lang iederen avond met een boek". „Dat is heerlijk", zei ik. „Nee, het is niet heerlijk", zei hy, „net is angstig. Het is angstig om alleen in een groote kamer te zitten met de groote gees ten der menschheid en om dan telkens te denken, hoe eenzaam zij waren. Hoe zij alleen stonden en hoe zij met hun groot heid en met hun goedheid dikwijls de wereld en de menschheid geen stap nader tot het geluk hebben kunnen brengen. Welk nut heeft al die wijsheid gebracht, wanneer wij nog altijd oorlog voeren en velen nog krepeeren van honger en kou? Het is verschikkelijk-angstig, te bedenken dat de groote geesten der menschheid voor niets hebben geleefd en voor niets hebben geschreven". y Weer zoo'n gemeenplaats, dacht ik. Dit is ook al zoo dikwijls gezegd en meestal op betere wijze. Cultuur-pessimisme ls zoo oud als cultuur. Waarom moet die oude man mij dit vertellen? En waarom maakt het my niet eens kribbig? Waarom zit ik toch te luisteren? „U denkt, laat die .ouwe man maar pra ten", zei hij, „natuurlijk. En u hebt nog gelijk ook. Zeker, laat die ouwe man maar praten. Of hij het nou zegt, of niet zegt, de wereld verandert er geen zier mee De trein rommelde een klein station binnen. „Hier moet ik er uit", zei hy en hy sloeg den kraag van zijn jas op. Dan nog een half uur met de bus. En dhn ben ik er weer. En vanavond weer lezen". „Goedenmiddag" zei ik. Voorzichtig daalde hij van de treeplank. En een minuut later v/as de coupé ver vuld van luidheid en leven, door een jonge vrouw met vier kinderen. „Nou allemaal netjes zitten, jongens, en gezellig naar buiten kijken. De wereld is nog nooit zoo mooi wit geweest. Net een sprookje, hè Hans?" Toen wist ik wat het antwoord was. ELI AS. Men had het namelijk niet noodig gevon den mij op de hoogte te brengen van het doel van mijn reis. Voordat de dag aan brak, bereikten wij Lausanne. Daar dook ik zeven dagen onder, terwijl de klop jacht naar ons in vollen gang moest zijn. De man, die mij op dat oogenblik onder zijn hoede had, was de directeur van een groote melkpoederfabriek. Zijn prozaïsche manier van doen, zonder een sprankje humor, scheen hem beter geschikt te ma ken yoor zijn hoofdberoep dan voor zijn „bij-werk", dat bestond in het herbergen van illegale vluchtelingen. Toch verborg hij mij afdoende en gaf mij uitstekend te eten. Den derden dag deelde hij mij mede, dat de plannen veranderd waren en dat er gepoogd zou worden mij bij de eerste mogelijke gunstige gelegenheid naar het onbezette deel van Frankrijk te smokkelen. Mijn vertrek was uitstekend opgezet en tot in de kleine details verzorgd. Een tijdlang klopte alles dan ook precies. Ik kreeg bijna den indruk, dat de zaak heel eenvoudig was. Des Vrijdagavonds ver liet ik Ouchy op e^n ouden boerenwagen, die mij naar een gehucht ten Westen van Vevey bracht. Toen stapte ik in een bootje, dat langs de kust van'het meer groenten naar de markt bracht. In het luwe avondwindje bewoog het bootje zich echter merkwaardig dicht naar den Zuidkant van het meer Ik liet mij langs den kant van de boot in het water zakken, dat nog meer dan een halven meter diep was en zwijgend waadde ik naar den oever. De invallende duisternis werd versterkt door groote wolkenvelden en het was dus zeer moeilijk om iets te zien; maar men kon op die manier ook niet makkelijk ge zien worden! Het scheen, dat ik nu het ergste acht- ter den rug had. Ik had Fransche papie ren en kon met een plausibel verhaal voor den dag komen, als iemand mij zou wil len ondervragen. Ik droeg een onopval lend, oud sportpak en had een ransel om gehangen, waarvan de inhoud onder anderen bestond uit Fransch geld, een flesoh brandewijn, een fleschje zwarte haarverf, een zaklantaarn, een landkaart en een zak-compas. Marseille." Ik had een kamer gehuurd in een goed koop pension op de Place de la Joliette. Van daaruit ondernam ik dikwijls zwerf tochten in de buurt van de dokken van deze grootste stad in het onbezette Frank rijk. Ik tastte als het ware de geheele situatie af en informeerde zoo langs mijn neus weg naar een boot, die naar Barce lona of Algiers voer. Den tweeden avond kwam ik in gesprek met den kapitein van een vrachtzoeker. Zijn schip was dien morgen gemeerd en zou den volgenden Maandag weer met een lading baksteen en tegels uitvaren en als tussehenhavens Barcelona en Tanger aan doen. Dit uitstel kwam wel niet precies Weer -wat versche haring Zaterdag waren er drie groote kotters met versche haring aan den afslag. De schepen hadden vangsten van ruim 300 kisten Kanaalharing en waren ongeveer veertien dagen weg geweest. De haring bracht f 15 per kist op. MARKTBERICHT VAN ZATERDAG. Aangevoerd werden 80 kisten versche visch en 1115 kisten versche haring. Besommingen: Motorloggers: KW 178 f2420; Sch. 353 f669. Versche haring: KW53 f 5800; IJM 214 f5705; IJM 271 f6130. in mijn kraam te pas, maar de kans was te verleidelijk, om ze onbenut te laten voorbijgaan. Op mijn vraag antwoordde hij mij, dat wel een passagier kon mee nemen, als hij er toevallig een met geld genoeg tegen het lijf zou loopen, ofschoon zijn schip geen passagiersboot was en weinig comfort bood, en eigenlijk zag hij ook niet in, waarom iemand persé,met hem mee zou willen gaanHij keek mij van opzij aan. Ik heb zoo den indruk, dat u het land zoo gauw mogelijk wilt verlaten. Tja, dat zou wel eens kunnen, gaf ik toe. Kijkt u eens, de zaak zit zoo: Het is allemaal in de beste orde, ik heb al leen geen bewijs, dat ik het land mag verlaten en ik heb gehoord, dat het we ken lang duurt, eer je zoo'n ding hebt. En nu schrijft mij oom uit Tanger mij, dat hy een prachtige baan voor me zou hebben, op voorwaarde, dat ik de vol gende week aan den gang kan gaan. De Franschman slurpte van zijn glas. Maar zonder die vergunning komt u er niet uit, zei hij somber. De havenbepa lingen zijn veel strenger geworden, sinds ik hier de laatste maal was. Op bevel van de „boches", heb ik gehoord. De dokken worden dag en nacht bewaakt. Nu, ik heb er graag een paar franc voor over, Het ik doorschemeren. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1947 | | pagina 3