Urk heeft weer voedsel en brandstof
Raden Soekawati bezoekt
het Hoogovenbedrijf
Oud-garnizoenscommandant van Haarlem
voor het Tribunaal
Velsen
Nacht-Express
Dinsdag. 18 Februari
1947
IJMUIDER COURANT
Moeilijke tocht van vijftig vrachtauto's over een
spiegelgladilen dijk
(Van een specialen verslaggever)
Zaterdag Is de eerste, welgeslaagde,
ondernomen om met volgela
den vrachtauto's het geïsoleerde Urk te
bereiken. Het waren de menschen van
den Hulpverleeningsdienst, die ook dit
maal evenals een jaar geleden in het
overstroomde Almelo, de helpende
band boden. Een hand, waarvoor zij
heel wat koude en ontberingen hebben
moeten trotseeren.
«-dat velen van hen reeds 24 uur achter
aan in hun auto hadden gezeten, kwamen
■i teen ongeveer zes uur in het kamp
Marknesse, een barakkendorp voor arbei
ders in den Noordoostpolder aan.
Gedurende korten tijd bestond daar toen
«tegenheid om te rusten. Spoedig echter
werden de manschappen weer opgeroepen.
Het convooi, bestaande uit bijna vijftig
iegervrachtwagens, werd geformeerd.
Vooraan guig een jeep met Mr. J F. Mijn-
itëfï chef van de afdeeling Openbare Orde
Veiligheid van het Ministerie van Bin-
eenlandsche Zaken, deR heer G. Keyzer,
Smeester van Urk en luit.-kol. A. de
Roos, commandant van de brigade Htilp-
verlèëningstroepen.
v Het vertrek
Om ongeveer elf uur zette de lange rij
auto's zich in beweging. Al spoedig bleek,
let welke buitengewoon zware moeilijk
heden het transport te kampen zou krijgen.
De ijskoude, felle Oostenwind, die over de
verlaten vlakten van den polder gierde,
had op vele plaatsen de sneeuw opgejaagd,
200 hoog soms, dat de weg er door gebar
ricadeerd leek. Doch onze bekwame chauf
feurs bleken voor niets te staan.
Wij hadden nauwelijks een half uur ge
reden toen het ex-eiland reeds in zicht
kwam Heel ver, en slechts vaag We zouden
nog vele kilometers door sneeuw over on
begaanbare wegen moeten worstelen, voor
we* het in nood verkeerende dorpje zouden
Wij bereiken den dijk.
Het duurde tot half een voor wij den
IJselmeerdijk, bij Schokkerhaven, bereik
ten. Het was duidelijk te zien, dat de Urker
bevolking hier den vorigen dag eenige aan
dacht aan had besteed. Veilig en wel kwa
men alle onderdeelen van ons convooi op
den dijk, die echter volkomen onberijdbaar
was, iets wat in dergeljjke omstandigheden
niet te verwonderen valt voor een dijk die
niet de pretentie heeft straat te zijn.
Langzaam dus daalden alle auto's af op
de laag bazaltblokken en Rotterdamsch
puin van 1940, die een soort van horizon
taal oppervlak scheen te bieden. De schijn,
helaas, bedroog. Het moet ongeveer een
zelfde effect hebben wanneer een reuzen-
auto over de Alpen rijdt: Nu en dan zonken
v;ij bedenkelijk en angstig diep weg in de
richtir.g van de witbevroren zee, dan weer
scheen het alsof onze wagen behoefte had
aan rust en zich behaaglijk tegen den dijk
wenschte te vlijen. Plotseling zakte soms
een der wielen in een geniepige kuil en
zweefden wij meer dan een halven meter
boven onze slecht-veerende zetels.
Koude.
Het was koud. Afschuwelijk en venijnig
koud. Geniepig, treiterend blies de wind
door wollen ijsmuts en dikke winterjas. Wij
rilden en moesten af en toe controleeren
of we nog voeten, handen en ooren had
den; als we op het gevoel waren afgegaan,
hadden wij stellig den indruk gekregen, dat
deze lichaamsdeelen ons in den steek had
den gelaten.
Ongelukken en pech.
Toen wij zoo ongeveer twintig minuten
langzaam over den dijk hadden voort-
gesjokt, werd plotseling een sein gegeven.
Wat wij reeds voor ons zelf hadden ge
vreesd v/as door een der andere wagens
verwerkelijkt: hij was van den „weg" af
gegleden en hing nu, gevaarlijk overhel
lend, tegen den dijk. Doch na uitgestapt te
zijn, kwamen wij plotseling tot een nog
veel onplezieriger ontdekking. Het trans
port bestond nog uit slecht 23 autos! Bij
het afdalen van den dijk, kort nadat wij
er met zooveel moeite heelhuids tegen op
geklommen waren, had een auto gefaald,
een paal geramd en zioh, zonder begrip
voor situatie en gevolgen domweg dwars
over den weg geplaatst. Dit had tot gevolg
dat de tientallen wagens achter deze on
willige moesten wachten. De laatsten
hunner kwamen eerst twee uur na onzen
intocht in Urk aan.
Aankomst in Urk.
Doch de laatste moeilijkheden waren
nog niet achter den rug. Nog eenmaal moes
ten we den dijk op, angstig glibberend
over een glad paadje om daarna tenslotte
vlak voor Urk weer een zelfde soort pad
af te moeten dalen. Twee hindernissen,
twee moeilijkheden, die weer voor ver
scheidene autos te zwaar bleken.
Toeb kwam het groote moment: Lang
zaam reed het voorste deel van onze lange
kolonne het jubelende en vlaggende Urk
binnen. Overal stroomden de menschen
naar buigen en juichten en wuifden.
De toestand was critiek.
Uit alles bleek, dat de toestand op Urk
critiek was. De menschen waren volkomen
door hun aardappelen en meel heen; kolen
had men al lang niet meer; melk was niet
te krijgen. Slechts peulvruchten waren er
nog in zeer beperkte mate voorradig. Met
gulle hand werden dan ook aan alle gasten
groote box-den erwtensoep aangeboden.
Het voedselconvooi kwam op tijd. Doch
maar juist op tijd. Het dorp had de bijna
honderd ton levensmiddelen en steenkool,
die we met ons voerden hard noodig. En
het kan nog méér gebruiken; vandaar, dat
het convooi zijn zware tochten nog eenige
malen zal herhalen.
Een der zware legerwagens, welke van den
dijk gegleden was, werd met vereende
krachten uitgeladen en weer op den weg
getrokken.
Reeds de volgende week
nieuwe petroleumbonnen
Het Centraal Distributiekantoor deelt
mede. dat van 23 Februari tot en met 5
April de bonnen 61-3 en 62-3 Algemeen
reelat zullen geven op het koopen van twee
liter petroleum. Deze bonnen worden drie
weken eerder dan normaal geldig ver
klaard met het oog op.de huidige moeilijke
brandstoffenpositie.
In de zomermaanden zal deze periode
moeten worden ingehaald. De bonnen 59-1
en 60-1 blijven geldig tot en met 15 Maart.
LOSSE WAARDEBONNEN VAN HET
CONSUMENTENCREDIET ONGELDIG.
Het Centraal Bureau voor het Consumen-
tencrediet vestigt er de aandacht op, dat win
keliers geen losse waardebonnen mogen aan
nemen, Doen zij dit toch en blijken de bon
nen van diefstal afkomstig, dan zullen deze
bonnen niet alleen door de banken worden
geweigerd, maar bovendien za] een strafver
volging worden ingesteld.
:,v «->■
De Koninklijke Nederlandsche Hoog
ovens en Staalfabrieken werden Maandag
bezocht door Raden Tjokorde Gde Rake
Soekawati, president van Oost-Indonesië.
De president- was vergezeld van zijn secre
taris den heer C. J. Gradar, en de heeren
Moesa Soenia Nato Djoemena en D. E.
Hoorens van Heyningen van het departe
ment van Overzeesche Gebiedsdeelen.
Tijdens het bezoek bleek wel, dat presi
dent Soekawati zich niet alleen voor het
fabricageproces interesseerde, maar even
eens andere onderdeelen, als productie-,
afzetmogelijkheden en sociale verhou
dingen in zijn belangstelling had betrokken.
Om drie uur gistermiddag arriveerde het
gezelschap op het Hoogoventerrein. De be
zoekers werden in het directiegebouw ver
welkomd door den voorzitter der directie,
Ir. A. H. Ingen Housz en den directeur
Prof. Dr. J. F. ten Doesschate.
Na de verwelkoming begaf zich het ge
zelschap, waarbij zich ook de heer En
schedé uit Haarlem had gevoegd, wiens
drukkerij de heer Soekawati in den och
tend had bezocht, onder leiding van den
directeur en de heeren Ir. F. W. E. Spies.
Ir. A. Drijver en.Drs. P. L. Justman Jacob
naar 't terrein om eenige vitale onderdeelen
van het groote bedrijf te bezichtigen. Eerst
werd de buitenhaven, met haar machtige
batterijen los- en laadkranen in oogen-
schouw genomen. De president toonde veel
belangstelling voor deze haveninstallatie,
waar schepen van 10.000 ton rechtstreeks
kunnen binnenkomen met vermijding van
de sluizen.
Door de ertsopslagplaats, die in deze
sneeuw- en vorstperiode aan een Zwitsersch
berglandschap deed denken, ging men
Hoofdofficier werd N.S.B.'er
„U ha£ tot eiken prijs tot het uiterste
verzet moeten plegen, meneer!" In deze
woorden gaf de voorzitter der eerste ka
mer van het Haarlemsohe tribunaal zijn
meening te kennen over de daden van H.
J, van S., gezegd v. d. A., tot 1937 garni
zoenscommandant van onze stad; van'wien
legercommandant Roëll voor den oorlog
groote verwachtingen had. maar die na
Mei 1940 lid van de N.S.B. werd en zich
derhalve vanmorgen moest verantwoorden.
De aanklacht vermeldde voorts, dat van
S. met Volk en Vaderland had gecolpor
teerd, Blokleider was, dat hij lid werd van
de W.A., het „bouwfonds Lunteren" steun
de en dat hij periodiek voorzitter werd
van den keuringsdienst iin den Nederland-
sohen Arbeidsdienst.
Deze laatste functie zou, volgens den be
schuldigde, min of meer een voortzetting
zijn geweest van zijn vroegere werkzaam
heden als „indeelingsdistrictscommissaris
en voorzitter van den keuringsraad" van
het Nederlandsche leger, met den rang van
overste.
„Hoe kwam u als hoofdofficier er toe, om
de Nederlandsche zaak geweld aan te
doen?" informeerde de voorzitter van het
Tribunaal. Verdachte antwoordde, dat dit
gebeurde onder den invloed van den Duit-
schen overval en de spoedige capitulatie
in 1940, maar zijn ondervrager vond dit
geen rede om „dan maar lid van de
N.S.B. te worden". „Bovendien", zoo voeg
de de thans gepensionneerde overste er
aan toe, „kon ik mij tot zekere hoogte ver
eenigen met de rede en de beloften, die
Seyss Inquart in Den Haag uitsprak"
hij moest echter toegeven, dat dit vertrou
wen nu onbegrijpelijk genoemd mag wor
den. Mr. v. LÖben Seis begreep niet, dat de
beklaagde zich niet diep schaamde over
zijn houding, temeer omdat hij vele „zwak
ke broeders" zal hebben doen wankelen.
„U bent toch getuige geweest van de
moorden op gijzelaars, om daar maar eens
mee te beginnen?" vroeg de president. „Ik
wist er niets van", was het antwoord en
mr. v. Löben Seis vroeg zich af, of ver
dachte dan nog tot de intellectueelen ge
rekend mag worden en meende, dat hij
zich na de Duitsche gruweldaden jegens
Joden en anderen gemakkelijk van het
„N.S.B..-schorremorrie" had kunnen dis-
tancieeren.
Mr. Viskil voerde als raadsman aan, dat
de désillusie voor zijn cliënt voortvloeien
de uit de gebeurtenissen van Mei 1940 hem
de vooroorlogsche politiek van „geen man
en geen cent voor het leger" deden zien
tegenover de goed georganiseerde Duitsche
weermacht. De rechtlijnige gedachtengang.
velen militairen eigen zoo betoogde de
advocaat heeft beklaagde in de armen
van het Nationaal Socialisme gedreven,
hoewel hij er in politieken ziri niets voor
voelde.
Mr. Viskil wees verder op de weigerach
tigheid van den overste, om mee te werken
aan de vorming van het „Vrijwilligers
Legioen" en op de uitstekende houding.
welke door hem werd aangenomen in den
N.A.D.-keuringsraad.
Duitzenden jongemannen zouden door
zijn toedoen zijn vrijgesteld van werk
Duitschland.
Met het oog op de detentie van iy2 jaar,
die verdachte reeds moet ondergaan, hoop
te de verdediger, dat het Tribunaal geen
verdere opsluiting zal gelasten. De beklaag
de zelf bracht nog naar voren, dat hij in
den hongerwinter en ook daarvoor veel
heeft gedaan, om ons volle te redden, maar
mr. v- Löben Seis wilde daar eerst de be
wijzen van zien. Nadat de beklaagde nog
maals erkend had, dat hij de dwalingen
zijns weegs inzag, werd de uitspraak be
paald op 3 Maart.
Mgr. A. van den Bronk
le Bloemendaal.
Mgr. A. van den Bronk, die dezer dagen
aan de Goudkust, waar hij vele jaren missio
naris was, tot bisschop van de NijldeLta is
gewijd, heeft een bezoek gebracht aan ons
land, 'alvorens hij zijn werkzaamheden zal
beginnen. Vroeger woonde mgr. Van den
Bronk in Bloemendaal. In de R.K. kerk al
daar is hij Zondagmorgen, als zoon der paro
chie, ingehaald en droeg de eerste mis na
zijn wijding op. Om kwart over acht stonden
verkenners bij den ingang van het kerkge
bouw opgesteld. De nieuwe bisschop werd
verwelkomd door pastoor L, Beune, waarna
hij in de feestelijk versierde kerk een ponti
ficale mis opdroeg.
In de pastorie is mgr. Van den, Bronk door
organisaties uit de parochie gehuldigd. Hem
werd een som gelds aangeboden, dat bestemd
is voor de missie in de Nijldelta. Nadat de
R.K. Harmonie St. Caecilia uit Haarlem-
Noord den bisschop een'hulde had gebracht,
celebreerde hij om vier uur een lof.
DE „VANGUARD" IN KAAPSTAD.
De Britsche koninklijke familie
Maandagochtend om 8 uur aan boord van
de Vanguard in Kaapstad aangekomen.
naar den nieuwen watertoren, om vervol
gens aanwezig te zijn bij het aftappen van
een hoogoven.
In de staalfabriek werd het staalproces
gevolgd. Men verbleef geruimen tijd in de
Walserij-Oost, waar balkijzer en dunne
platen worden gemaakt.
Het laatst werd bezocht de Walserij
West, waarvan de herbouw zijn voltooiing
nadert. In de motorenhal werd juist proef
gedraaid. De president en zijn gezelschap
spraken hun bewondering uit over hetgeen
zij hier te zien kregen. Zij waren zichtbaar
onder den indruk van de walserij met haar
zware platen, inderdaad een bedrijf, waar
Nederland trotsch op mag zijn.
De president informeerde naar allerlei
détails aangaande den herbouw en liet niet
na, van zijn respect te doen blijken. Ook
werden de wasch- en schaftlokalen bezich
tigd. Tot slot vereenigde men zich aan de
thee óp Blijenhoeve.
Om half zes vertrokken de bezoekers,
zoodat het bezoek 2y2 uur had geduurd.
Op het programma stond nog een bezoek
aan het stikstofbinding-bedrijf, de bij pro-
ductenfabriek, de cementfabriek en de bui
zengieterij, waarvoor echter geen tijd over
was.
Ir. G. J. Lienesch benoemd tot
directeur van de Visscherijen
Principiëele beslissing van
Bijzondere Raad van Cassatie
Nederlandsche rechter niet
bevoegd leden van vijande
lijke krijgsmacht te berechten
De Bijzondere Raad van Cassatie heeft
heden uitspraak gedaan in zake een cas
satieverzoek van den Duitscher A. W. L.
A. uit Düsseldorf. Dit voormalig lid van
den S.D. schoot in Januari 1943 een ar
restant te Geldersch Veenendaal neer. Hij
werd door het Bijzonder Grechtshof te
Arnhem ter dood veroordeeld.
De Bijzondere Raad van Cassatie heeft
gisteren als zijn meening uitgesproken, dat,
hoewel in internationaal verband bezien,
ons land zeker gerechtigd is deel te nemen
aan de berechting van oorlogsmisdadigers,
de Nederlandsche rechterlijke macht geen
rechtsmacht bezit om leden eener
vijandelijke krijgsmacht daaraan ver
bonden organisaties wegens oorlogs
misdaden te berechten. Hiertoe ont
breekt de bevoegdheid, welke door de wet
aan de Nederlandsche rechterlijke macht
zou moeten worden toegekend.
De verdachte A. hoorde het tegen hem
uitgesproken doodvonnis vernietigen, het
geen echter geen vrijspraak beteekent. Hij
blijft in arrest en zal tezijnertijd opnieuw
berecht worden.
Mulfatuli-herdenking
Woensdag 19 Februari is het zestig jaar ge
leden dat Eduard Douwes Dekker (Multatuli)
te Nieder-Ingelheim overleed. Dien dag wordt
om twee uur in de Hoofdstadboekhandel, Kal-
verstraat 108 te Amsterdam, een tentoonstel
ling geopend, welke een overzicht geeft van
leven en werken van Multatuli Deze tentoon
stelling blijft tot begin Maart geopend.
Om drie uur wordt in de aula der gemeente-
universiteit, Oudemanhuispoort 4. een herden
kingsbijeenkomst gehouden, waar zullen spre
ken mevrouw Henriëtte Roland HolstVan
der Schalk, prof. dr. J. B. TieLrooij. de heer
G. Smook, directeur, van de bibliotheek en
het museum van Vlaamsche letterkunde te
Antwerpen en mevrouw Soesilo namens In
donesië.
Een Ilalifaxbommenwerper die gebruikt werd voor voedselaanvoer naar geïsoleerde
dorpen in Staffordshire (Eng.) stortte bij de uitvoering van deze menschlievende
taak neer, waarbij de bemanning om het leven kwam. De brandende resten wan den
voedselbommenwerper vlak na de ramp.
Op voordx-acht van den minister van
Landbouw, Visscherij en Voedselvoorzie
ning is met ingang van 1 Januari 1947 be
noemd tot Inspecteur van den Landbouw,
ir. G. J. Lienesch, rijkslandbouwconsulent.
onder verleening van gelijktijdig eervol
ontslag uit deze functie. Voorts is hem
de persoonlijke titel van directeur van
de Visscherijen verleend.
Ir. G. J. Lienesch werd In 1905 te Alk
maar geboren en bezocht aldaar de lagere
school en de H.B.S. Na zijn studdie aan de
Wageningsche landbouwhoogeschool trad
ir. Lienesch als adjunct-rijkslandbouw-
consulent te Groningen ln 's rijks dienst,
werd in November 1932 in deze functie
overgeplaatst naar Schagen en in 1933 be
vorderd tot rijkslandbouwconsulent, te
vens directeur van de rijkslandbouwwin-
terschool aldaar. Naast deze functies werd
ir. Lienesch in 1939 benoemd tot produc
tiecommissaris, belast met de uitvoering
van de bodemproductie ln Noordholland.
In 1945 werd hem het directoraat van de
nieuwe rijkslandbouwwinterschool te Alk
maar opgedragen. Van de hand van ir.
Lienesch verschenen talrijke publicaties.
De Polesië in IJmuiden binnen
Vier weken geleden verliet de Poolsche
trawler Polesië met een IJmuider beman
ning onder schipper N. Punt met circa 1200
kisten versche kanaalharing onze haven,
met bestemming Gdynia. Door de vorst
overvallen, vroor de Polesië in het Kieler-
kanaal in. Nadat het schip daar reeds een
tweetal weken zat ingevroren, kwamen
twee sterke ijsbrekers te hulp, om de Po
lesië, die toch Gdynia niet kon bereiken,
daar te lossen. De haring zal nu wel aan
de Engelsche soldaten ten goede komen.
Nadat de Polesië wat kolen had gebun
kerd, keerde de trawler met behulp van
de twee ijsbrekers naar de Noordzee terug.
Het bleek dat de trawler door dit avon
tuur zijn schroef had stuk geslagen; twee
bladen waren verdwenen.
Thans zal de trawler naar Ostende gaan,
om daar de reparaties te verrichten en om
haring te laden als de dooi invalt.
Poolsche trawler met versche
haring binnen
In IJmuiden is binnengeloopen met 2400
kisten versche Kanaalharing de Poolsche
trawler „Pockuciz", die door den ijsgang op
de Oostzee de haven van Gdynia niet kan
bereiken.
De viscbhandel verwachtte, dat de trawler
hier zijn vangst zal lossen, maar hedenoch
tend had het bedrijfsschap voor visscherij-
producten nog geen toestemming tot lossen
gegeven.
Steeds meer schepen voor Polen
Dat het ln Polen ernst is met de uitbreiding
van de vissenersvloot is in IJmuiden duidelijk
merkbaar. In de Visschershaven liggen thans
reeds zes drifters, die in Engeland voor Pool
sche rekening werden aangekocht.
Zoodra de omstandigheden zulks toelaten
zullen deze schepen door een Nederlandsche
bemanning naar de Poolsche haven Gdynia
worden gebracht.
Bijeenkomsten afgelast
De vorst heeft heel wat plannen in dui
gen doen vallen en bovendien door koletx-
schaarschte of kolengebrek vele vergade
ringen en uitvoeringen onmogelijk ge
maakt. Zoo vernemen wij nu weer, dat
de volksdanscursus a.s. Donderdagavond in
de R.H.B.S. niet doorgaat. De oefeningen
van Gratia-Plato, die eveneens in de
R.H.B.S. gehouden worden, zijn voor-
loopig tot 24 Februari stop gezet.
GROOTHANDELAREN IN BEVROREN
VIS CHFI LETS.
Uit ons bericht over den verkoop van de
bevroren IJslandsche vischfilets zou men kun
nen afleiden, dat, wat IJmuiden betreft, deze
verkoop alléén wordt verzorgd door de V.V IJ.
Deze gevolgtrekking is natuurlijk onjuist.
Ook andere binnenlandsche groothandelaren
in IJmuiderr voeren dit artikel.
Scheveningen was in 1946
zeer belangrijk
Omzet evenaarde
dien van IJmuiden
Het jaar 1946 is voor het vlsscherijbe-
drijf in Scheveningen een goed jaar ge
weest, vooral door den grooten aanvoer
van haring, niet alleen gezouten, maar ook
versche. Het is niet mogelijk een zuivere
vergelijking tusschen IJmuiden en Scheve
ningen te maken, doordat de opbrengst van
de 400757 kantjes pekel- en steurharing,
die in 1946 in Scheveningen werden aan
gevoerd, ons niet bekend is, maar volgens
een globale berekening zal de omzet niet
ver af zijn van de 19V2 millioen van
IJmuiden.
De aanvoer van versche visch bedroeg
6.629.412 kg. met een opbrengst van
f 4.559.291. Verder werd aangevoerd
7.318.338 kg. versche haring, die f 1.856.477
opbracht. Dit is aan visch en versche ha
ring dus een omzet van ruim 6.4 millioen
gulden.
Hierbij komt dan nog de opbrengst van
de ruim 400.000 kantjes pekel-en steurha
ring. Nemen we een gemiddelden prjjs van
f 30 per kantje, dan leverde de in vaten
aangevoex-de haring 12 millioen gulden op,
zoodat de totale omzet in Scheveningen
18-4 millioen gulden zou hebben bedragen.
Scheveningen kwam dus als goede tweede
aan de eindstreep.
LOU BANDY IN THALIA.
Donderdag is er een bijzondere avond in
Thalia, waar vele sterren van het variété
firmament zullen optreden. Lou Bandy zal er
zijn liedjes zingen en verder treden er op
Fred Allister en Lady Assistent met transfor
matie, de bekende Novelty Sisters, Rodi Roe-
ters als conferencier en Idor, „het groot©
raadsel".
Voor de muzikale omlijsting zorgt Guus
Jansen.
MARKTBERICHT VAN MAANDAG
De aanvoer bedroeg 200 kisten versche vlscïl
en 480 kisten versche haring.
Besommingen:
Stoomtrawler: Neptunus IJM 87 f1600 (defect©
wlnch).
Logger: KW 56 f 4240.
Versche haring: KW 83 f7100.
Prijs versche haring f 15.50—f 13.50.
.'.W :L.'> j
HjjBKppapwBj
k% - 'i
In Stockholm, heeft Barbara Ann Scott uit
Canada het wereldkampioenschap kunst-
rijden voor dames gewonnen. - De foto
stelt voor Gretschen Merrill van de Ver
eenigde Staten tijdens een vrij nummer. Zij
bezette de derde plaats.
Gemeentebestuur en
groentenhandelaren
Ten aanzien van de besprekingen die
het gemeentebestuur van Velsen Za
terdag met de grocntcnhandelaren ten
gemeentehuize voerde, vernemen wU
nader, dat, hoe de houding der hande
laren ook mag zijn, het gemeentebe
stuur alle noodige maatregelen zal ne
men om te zorgen, dat het publick
groenten zal kunnen koopen.
Handteekeningen voor het
felicltatieregister
Namens de Stichting 1940-1945 verzoekt
men ons te meiden, dat. het bekende feli-
citatieregister van de Stichting ook ter tee-
kening ligt in de Goede Herderkerk, IJmui»
den-Oost, in de drukkerij Groenewoud te
Driehuis (van 814 uur) en bij de firma
J. D. Schooneveld te Santpoort-Station.
Agenda voor Velsen
en IJmuiden
DINSDAG 18 FEBRUARI
Thalla: 8 uur, Het mysterie van Priory Castle.
Rex: 8 uur. Tamara.
De Pont: 8 uur. De moordenaar kreeg 's avonda
angst.
FEUILLETON
Roman door Winston Graham
Vertaaid door Alice van Iterson
54)
Ja, met mij valt ook heusch wel te
praten. Een vent. met een paar hersens,
zooals ik, weet wat geld waard is. Maar
niemand wil graag het gevaar loopen,
<3at zijn heele bestaan naar de haaien
gaat! Hij keek mij spijtig aan, schudde
het hoofd en zuchtte. Ik zou het best
doen, als ik maar zeker wist, dat ze me
niet te pakken zullen krijgen. Ze hebben
er al te veel gesnapt.
Ik had nog twee van dergelijke gesprek
ken met andere schippers, en beide met
hetzelfde vruchtelooze resultaat. Dus be
sloot ik, toch gebruik te maken van het
adres, dat men mij had gegeven.
Aan het eind van de Rue de Noailles
bevindt zich het „Restaurant Anglais", dat
zooals ik ontdekte, een buiten verhouding
weidschen naam draagt. Monsieur Gaston,
de eigenaar, wes op de hoogte gebracht
van de mogelijkheid, dat ik bij hem zou
komen en hij was vol ijver om mij be
hulpzaam te zijn. Ook hij was van oordeel,
éal het onverstandig was om -«onder de
vergunning het land te verlaten, wanneer
het mogelijk was op een andere manier
aan zoo'n papier te komen. Want als zou
blijken, dat ik bij het aan boord gaan, de
benoodigde papieren niet had, was de
kans om er heelhuids af te komen, ver
keken. Het was nóg gevaarlijk genoeg, zelfs
wanneer alles volkomen in orde was. Hij
geloofde echter wel, dat hij het kon klaar
spelen. Zijn zwager was „juge ^instructi
on". Als ik mijn identiteitsbewijs en mijn
pas bij hem wilde laten en Zaterdagsavonds
weer bij hem wilde komen
Kan ik dan in dien tusschentijd veilig
zonder papieren blijven rondloopen?, vroeg
ik.
U gaat eenvoudig de deur niet uit.
Dan hebt u de meeste kans, dat niemand
het u lastig maakt. Blijft u rustig op uw
kamer en laat niemand bij u toe. Komt u
dan Zaterdag op denzelfden tijd weer hier.
Ik ging weg en zonder een bijzonder
hoogen dunk van Monsieur Gaston's ca
paciteiten te hebben gekregen. Ik kon het
gevoel niet van mij afzetten, dat zijn
schijnbare zorg voor mijn veiligheid
alleen maar voortkwam uit angst voor
zijn eigen welzijn en dat hij mij bij de
kleinste aanwijzing van gevaar eenvoudig
in den steek zou laten. Nu, ik kon het
hem eigenlijk niet kwalijk nemen!
De volgende drie dagen bracht ik op
mijn kamer door.
Eindelijk was het Zaterdag. Met de
middagpost ontving ik een pakket. Ik
keek er verwonderd .en argwanend naar.
Nu ja, het was aan mij geadresseerd! Ik
'pakte het uit en vond er mijn papieren
in. In mijn pas stond het stempel, dat
mij verlof gaf om het land te verlaten.
Dat was meer dan ik had durven hopen.
Er was nog een kort schrijven bij het
pakket, dat dadelijk een domper op mijn
vreugde zette: „Het is beter, dat u hier
niet meer komt. Weest u steeds uiterst
voorzichtig, in ieder opzicht. U zult aan
deze papieren niets hebben, wanneer u
bij de politie wordt ontboden".
In gedachten bood ik Monsieur Gas
ton mijn verontschuldiging aan, omdat ik
zoo weinig vertrouwen in hem had gehad.
HOOFDSTUK XXIII.
Over de haven hing het bleeke morgen
licht, toen ik des Maandags in de vroegte
door den fijnen nevel op weg ging naar
het Bassin Lazaret. Hoewel het nog tame
lijk donker was, was het toch heel ge
makkelijk 4en vrachtzoeker te ontdekken.
Pas kort geleden waren de Fransche kleu
ren op den romp van het schip geschil
derd en nu waren een drietal mannen in
smerige bovenklereen bezig, de vlag bij
het luik nog eens over te schilderen.
Verder was er niemand in het dok.
Boven mijn hoofd krijschte een zeemeeuw
haar welkomstgroet tegen den dageraad.
Ik haalde verlicht adem, toen ik op hét
punt stond de loopplank te betreden.
Toen werd er een hand op mijn arm ge
legd. Ik was als verlamd van schrik. Ach
ter mij stonden een politie-agent en een
man in burger.
M'sieur is passagier op deze boot?
Ja. Een uitvoeriger antwoord kon ik
niet bedenken.
Wilt u mij dan uw identiteitsbewijs
en uw visum laten zien? Het was de man
tn burger, die dit van mij eischte.
Ik zocht in mijn zakken en overhan-
diede hem het gewenschte.
Merci. Hij bekeek de papieren in
het licht van zijn aangeknipte zak
lantaarn. Toen richtte hij zijn blikken op
mij. De politie-agent liet zijn lantaarn op
mijn gezicht schijnen. De ander gaf mij de
papieren terug. Weest u zoo vriendelijk
met mij mee te gaan.
Verschrikt keek ik hem aan.
Wat is daar de reden van?
We zouden u graag een paar vragen
willen stellen.
Zijn mijn papieren niet in orde?
Er is een nieuwe bepaling gekomen,
dat alle personen, die de haven willen
verlaten, door de politie moeten worden
gehoord. En zij, die op een vrachtboot
reizen, worden speciaal onder de loupe ge
nomen.
Ik overlegde een oogenblik of ik kon
vluchten. Ik keek tegen het schip op, waar
een arbeider juist de eerste streek blauwe
verf van de 'vlag had aangebracht. De ka
pitein was nergens te zien.
Berustend haalde ik mijn schouders op.
Dat moest mij nu juist overkomen, nu
ik op den drempel van de vrijheid stond..
En tot dusver was alles zonder moeilijk
heden gegaan.
Nu, vooruit dan maar.
Ik kon niet zeggen, dat ik me bepaald
opgewekt gestemd voelde terwijl wij op
weg gingen naar de preféetuur. Ik was
volkomen terneergeslagen en vertwijfeld.
Deze papieren zouden mij niet van nut
zijn, als ik met de politie in aanraking
kwam, had Monsieur Gaston geschreven.
Als ik in hechtenis werd genomen, kon
het maar een kwestie van een paar dagen
zijn, eer, mijn werkelijke identiteit was
ontdekt. En dan was het afgeloopen met
mij.
Bij de prefectuur moest ik een half uur
in een kale, witgekalkte kamer wachten,
en toen werd ik zonder eenige formaliteit
voor den „Commïssaire de Police" ge
bracht. Het was een groote, donkere man
met een fijnen neus en een vuilen boord,,
waarvan de punten omhoog staken. Aan
een anderen lessenaar, een eindje verder,
zat een politiebeambte in uniform. Hü
had een slaperige uitdrukking op zijn ge
zicht, af en toe maakte hij notities over
ons gesprek.
De detective, die mij gebracht had, ver
telde in een paar woorden, waar het om
ging en liet ons toen alleen. De agent, die
hem had begeleid, vatte post voor de deur,
alsof ik op de dwaze gedachte zou kun
nen komen om een poging tot vluchten te
ondernemen. De commissaris keek mij
lang aan met zijn stekende blikken en be
gon toen mijn papieren door te zieru Ik
voelde my volkomen wanhopig en ook
besluiteloos, daar Ik niet wist of het vi
sum echt of vervalscht was. Ik wist alleen
dat het stempel op mijn pas nagepxaakt
was, precies zooals het stempel op de
achterzijde. Ik was er van overtuigd, dat
den commissaris 4zulke dingen zeker niet
zouden ontgaan.
Uw naam, zei hij tenslotte, is Julius
Favre, zooals ik uit deze papieren zie.
Ja, mijnheer.
Weest u zoo goed my' te verklaren,
welke uw beweegredenen zijn, om Frank-
rijk den rug toe te keeren.
Ik voldeed aan dit verzoek en vertelde
dat ik vóór den oorlog een paar jaar in
Tanger had gewerkt. Toen de oorlog
uitbrak, was ik juist ziek, maar in Mei van
dit jaar ben ik naar Frankrijk gekomen
om mij bij mijn regiment te voegen. Maar
het is daar niet i van gekomen, doordat
Frankrijk verslagen werd. Ik heb toen
eenigen tijd bij familie in Lyon doorge
bracht en nu heb ik besloten mijn geluk
weer in Noord-Afrika te beproeven, waar
mijn oom, die vroeger in Rabat heeft ge
woond, mij een betrekking heeft aange
boden.
Op een of andere manier klonk deze
geschiedenis onwaarschijnlijk en weinig
overtuigend, nu zij werd opgedischt in.
deze kale onvriendelijke kamer en onder
de stekende blikken van den commissaris.
(.Wordt vervolgd)