m
Hengeler spoilers en daansers
bezoeken het paleis Soestdijk
Bidault heeft het
volledige vertrouwen
Visschershaven thans zeer in trek
Herman Moerkerk
De tentoonstelling van zijn werk
De wereld
van het wonder
De snuifdoos
van den Keizer
Maandag 3 Maart 1947
IJMUIDER COURANT
Krankzinnigengestichten
krijgen meer ruimte
Verbetering in Noordholland
Indertijd wezen wij reeds op het groote
tekort aan plaatsruimte in de krankzinni
gengestichten in ons land.
De oorzaak ligt voornamelijk in
het feit, dat verschillende inrichtingen in
cle oorlogsjaren aan hun bestemming ont
trokken werden en sindsdien nog niet op
nieuw in gebruik genomen konden wor
den.
Het is ook thans nog moeilijk voor pa
tiënten uit Haarlem en omgeving die op
genomen moeten worden plaats te vinden,
omdat men er naar streeft hen zooveel
mogelijk te laten verplegen in deze om
geving, daar dit in het belang der pa
tiënten en hun gezinsleden is.
Wij vernemen intusschen dat er binnen
kort in Noordholland over meer plaats
ruimte beschikt zal kunnen worden. In het
Provinciaal Ziekenhuis te Santpoort zijn
in de afgeloopen maanden een paviljoen
(120 a 125 bedden) en de linkervleugel van
het nieuwe gebouw (190 bedden) weer in
gebruik genomen. Het aantal patiënten.
Een krentenbrood
Dan honderd pond
Een veertigtal Twentenaren in oud boe-
rencostuum is Vrijdagmiddag te gast ge
weest op het Paleis Soestdijk.
Onder auspiciën van de Twentsche ver-
eeniging tot instandhouding van de folklo
re is namelijk de groep „Hengeler spoilers
en daansers" per nieuwste bus van de Ne-
derlandsche Spoorwegen naar Soest ge
reden, waar bij café „Heeremans" werd
overgestapt op twee prachtig versierde
boerenwagens. Een dezer wagens behoorde
tot het bekende huifwagentype, de andere
was een open ladderwagen.
Gezeten op deze wagens reed het gezel
schap naar het paleis. De wagens, waarop
zich ook de burgemeester van Hengelo mr.
J. A. E. van der Dussen bevond, hielden
voor het hek stil. De klepperman steeg
daarop uit en liep naar den hoofdingang,
waar hij aanklopte en aanzegging deed dat
er gasten waren, die een geschenk wilden
overhand'gen.
Allereerst traden de vrouwen in hun
mooie kleederdrachten over den drempel
van het Prinselijk paleis, daarna kwamen
de mannen, van wie een zestal een groote
plank droeg, waarop het geschenk geladen
was: een krentenweggen van meer dan
twee en halve meter lang en ruim hon
derd pond zwaar, versierd met suiker
werk in bloemmotieven.
In de filmzaal werden daarna een aan
tal oude Twentsche boerendansen uitge
voerd, die zoodanig in den smaak van de
drie prinsesjes vielen, dat zij vol enthou
siasme meededen, daarbij geleid door leden
van het gezelschap.
Na afloop van de demonstratie werden
ververschingen rondgediend en sneed Prins
Bernhard eigenhandig de groote koek aan.
Omstreeks vier uur verlieten de Twen
tenaren het paleis om naar hun woon
steden terug te keeren.
Zij waren echter niet de eenige gasten,
die hun gelukwenschen op dezen middag
kwamen aanbieden. Toen de dansers op
vertrekken stonden, kwamen twee meisjes
en een jongetje in Volendammer costuum
feliciteeren namens de in oprichting 'ver-
keerende werkgemeenschap van invalide
oud-illegalen en ook zij hadden niet ver
geten geschenken mede te brengen. Voor
elk der drie prinsesjes, Beatrix, Irene en
Margriet was er een pop, eveneens in Vo-
lendamsch costuum. Maar geen gewone
doode stukken speelgoed. Deze poppen
gaan automatisch loopen als men ze bij de
hand vat. H.M. de Koningin had dit speel-
Prinses Beatrix en prinses Irene dansten
naar hartelust mee met de „daansers",
goed gezien op de landelijke bijeenkomst
van de stichting 1940-'45, waar de heer J.
Smit haar met zijn plannen op de hoogte
had mogen brengen, die beoogen de invali
den onder de oud-illegalen de gelegenheid
te bieden him eigen brood te verdienen en
niet langer afhankelijk te doen zijn.
Margriet lag juist in haar bedje uit te
rusten van de vermoeienissen van de dans
partij, maar haar beide zusjes amuseerden
zich kostelijk met hun nieuwste aanwinst.
Zij hielden zelfs hardloopwedstrijden in de
galerij van het paleis.
In 1947 meer bloembollen
naar Engeland
Naar „Hobaho", een uitgave op bloera-
bollengebied, meldt en naar ons ook uit
bollenkringen ter oore kwam, wordt het ex
port-contingent bloembollen voor Engeland
dit jaar aanzienlijk verhoogd. Hoewel er
nog geen officieele cijfers te melden zijn,
wordt aangenomen, dat de uitbreiding on
geveer 4.000.000 kilogram omvat, een cijfer
dat dus een vermeerdering van ruim 50
beteekent. Ook de onderhandelingen met
Zweden geven aanleiding tot optimisme
voor het komende seizoen.
De dood van Miss Wilkinson
Het gerechtelijk onderzoek, dat is ingesteld
naar de omstandigheden die geleid hebben
tot den dood van miss Ellen Wilkinson, de
vroegere minister van Ouderwijs in Engeland,
heeft geleid tot de uitspraak, dat de dood door
ongeval is veroorzaak',. (De officieele term
is in zulke omstandigheden „verdict of acci
dental death".)
De dood is teweeggebracht door een medi
cament, waarvan miss Wilkinson een te groote
hoeveelheid moet hp'oben ingenomen, maar
tevens hebben eer gelijktijdig optredende
h* lceel" en lonf?4Hndoening invloed gehad.
Haar arts behandelde haar wegens bronchi
tis en asthma en gaf haar bovendien een
cuddel tegen slapeloosheid. Men neemt aan,
oat zij de voorgeschreven doses te gering
achtte en daardoor te veel heeft ingenomen.
Prins Bernhard sneed zelf het reuzen-
krentenbrood aan en zijn dochters
hadden daar groote belangstelling voor.
Naast den prins de burgemeester van
Hengelo.
Deken J. C.W. van der Wiel
overleden
Vrijdag Is In den ouderdom van 56 jaar over
leden de heer J. C. W van der Wiel. deken
van Haarlem der R.-K.' Kerk en pastoor der
St. Joseph-parochie aan de Jansstraat. Dezer
dagen was de heer Van der Wiel voor een ope
ratie opgenomen in de Maria Stichting. Na een
voor-operatie is zijn toestand verergerd en
gistermorgen ls hij onverwacht overleden.
De ontslapene, die op 2 Juni 1890 in Am
sterdam geboren is, op 9 Augustus 1914 tot
priester was gewijd, was eerst kapelaan in
Leidschendam en van 1915 tot 1933 leeraav aan
het seminarie Hageveld. Na drie jaar pastoor
in Amsterdam te zijn geweest, vertrok de heer
Van der Wiel als deken naar Hoorn en sedert
2 December 1942 is hij deken te Haarlem. De
overledene was eere-kanunnik van het Kathe
drale kapittel, propagandist voor den liturgl-
schen volkszang en secretaris van de Grego-
riusvereeniging.
In de kerk aan de Jansstraat wordt Dins
dagmorgen om halftien de Pontificale uitvaart
gehouden, waarna het stoffelijk overschot op
het kerkhof „St Barbara" ter aarde wordt be
steld.
EERE-PROMOTIE VAX DEN HEER
E. H. KRELAGE.
Maandag 10 Maart te 2 uur heeft tijdens
de officieele diesviering van de Landbouw-
hoogeschool in de aula te Wageningsn, de eere
promotie plaats van den heer E. H. Krelage,
eere-voorzitter van de Algemeene Verceniging
voor Bloembollencultuur, tot Doctor in de
Landbouwwetenschap. Promotor is Prof. van
Slogteren.
Georges Bidault, de Fransche minister
van Buitenlandsche Zaken, heeft tijdens
het debat over de Fransche buitenlandsche
politiek in de nationale vergadering be
vestigd, dat Frankrijk aan de Engelsche
regeering een protestnota heeft gezonden
inzake de jongste Engelsche maatregelen
om de mijnen in het Ruhrgebied onder
Duitsch bestuur te stellen. Zijn mededee-
ling werd door alle partijen in de Kamer
met applaus begroet.
De vergadering diende een motie van
vex-trouwen in de buitenlandsche politiek
van de regeering in. die met alle 608 stem
men vóór werd aangenomen.
Scheepvaart onbelemmerd ondanks de
langdurige vorstperiode
„De postboot Vlieland zal niet van
HarlLngen vertrekken maar van IJmui-
den na aankomst van trein 8.34 te
IJmuiden".
Dergelijke radioberichten kan men de
laatste dagen op gezette tijden beluisteren
en in dit bericht schuilt een stille propa
ganda voor onze ijsvrije Vissohersihaven,
thans als het ware de springplaat naar de
Waddeneilanden, die noch van Harlingen,
noch van Den Helder af te bereiken zijn.
Het is wel een merkwaardig verschijnsel,
dat de Visschershaven ook bij de strengste
vorst nagenoeg geheel ijsvrij blijft. Nog
geen dag is de scheepvaart belemmerd ge
weest. Het geheim schuilt in de Ticht.ing
van de havenas op de uitmonding naar het
buitenwater, die Z.O.-Nooxvlwest is, waar
door bij den herschenden Z.O.-wind, als het
ijs is gebroken hetgeen al geschiedt
wanneer een enkele visscherman in de
dat na de bevrijding tot 900 teruggebracht haven gemanoeuvreerd heeft dit door
moest worden, is nu weer gestegen tot
1180. De dii'ectie van het ziekenhuis
rekent er op, dat het Nood-ziekenhuis van
het Roode Kruis, dat nu in een der ge
bouwen gevestigd is, met 1 Juli zal ver
dwijnen. Dan stijgt het aantal bedden
weer met 280, waardoor de voor-oorlogsche
capaciteit (1500 patiënten) weer bereikt
zal kunnen worden.
Het Pi'ov. Ziekenhuis te Bakkum is
thans geheel ontruimd. Het had evenwel,
omdat het als bewakingskamp had dienst
gedaan, sterk geleden. Het herstel gaat
slechts langzaam. Er zijn nu weer 150
patiënten opgenomen, maar over een
maand hoopt men er weer 150 te kunnen
plaatsen. Zoo zal het herstel doorgaan,
totdat de oude capaciteit (1000 patiënten)
weer bereikt is.
het spuien meteen wordt afgevoerd.
Visschershaven biedt vele
voordtelen.
Dientengevolge biedt de Visschershaven
vele voordeelen, die andere havens niet
hebben en daarvan wordt druk geprofi
teerd. Talrijke vaartuigen, die elders thuis
behooren, zoeken nu de Visschershaven
van IJmuiden op. Zoo is er een groote
tanklichter van Pei-nis aangekomen, ge
laden met olie, grootendeels bestemd voor
de kassen in Aalsmeer- Tankwagens ko
men naar hier om de stookolie naar Aals
meer te brengen. Dit geeft natuurlijk een
groote besparing, daar de tankwagens an
ders van Pernis naar Aalsmeer zouden
moeten rijden. Het heeft wel eenige moeite
gekost, een ligplaats voor den lichter te
BIJ den kunsthandel Leffelaar (afdee-
ling Groote Markt) exposeert Herman
Moerkerk tot 15 Maart a.s. een kleine col
lectie schilderijen en een massa teekenin-
gen en aquarellen en deze expositie is een
welkome gelegenheid, om de vele en veler
lei kwaliteiten van dezen schilder nog
maals te overzien. Allereerst moet mij dan
van het hart, dat er meestal zooveel ge
sproken wordt over den humorist Moer-
kex-k, dat men daardoor geneigd is, den
zeer fijnen schilder Moerkerk te onder
schatten. Toch lijkt mij daar de wezen
lijkste en mooiste kant van zijn begaafd
heid te liggen, hoe geestig, knap en mild-
menschelijk zijn vele caricaturen, illustra
ties e.d. ook zijn. Daarom durf ik het te
wagen, bij deze bespreking op den schilder
in Moerkerk den nadruk te leggen, temeer
waar die zuivere schilderskwalïteiten uit
zoovele van zijn teekeningen blijken.
Een van de allermooiste dingen van deze
tentoonstelling is voor mij wel de houts-
koolteekening van de tuinen onder de
sneeuw (in portefeuille beneden). Daar is
er bovendien nog een van de Bossche
Markt met twee vrouwtjes, waarvan voor
al het vrouwtje rechts op de teekening een
mooi staal van fijn schilderlijke houtskool-
techniek is en door en door menschelijk.
Verder een groote teekening met wat kleur
van een fruitstal in Lissabon: sterk ge-
teekend en goed gecomponeerd.
Van de schilderijen troffen mij bijzonder
Paul Baudoin, de ex-minister van buiten
landsche zaken van het Vichy-gouverne
ment, die op het oogenblik terechtstaat in
Parijs. Generaal Weygand, die Vrijdag als
getuige a décharge optrad, verklaarde, dat
Baudoin enkele malen heeft voorkomen,
dat Frankrijk den oorlog aan Engeland
zou verklaren.
de „Komenijswinkel" bij avondverlichting,
de kop van den ouden schipper en 't prach
tig stille „Vollenhove in de sneeuw".
Vei'der nog een kundige groote teekening
met wat waterverf van een straatje in
Montmartre, waar de sfeer mooi getroffen
is.
Van de aquarellen viel mij vooral op
een „achterbuurt in München". Zeldzaam
mooi zijn een Brabantsch interieur met
een oud vrouwtje en wat keukengerei en
een fijn, nevelig landschapje (op de tafel).
Tenslotte vond ik in den prentenkelder
een mooi portretje van Mimi Boesnach in
„Tartuffe", Cruys Voorbergh als prof.
Klenow, het schetsje „Aandacht" waax-van
het heertje rechts een prachtig begrepen
schedeltje vertoont en een fijn wintertje
met boomen in de sneeuw.
Schetsjes van dansende paren van deco
ratieven eenvoud, een ontwerp-schets van
een St. Antonius, een blad met vogeltjes,
een suggestieve carnavalszaal, een Jor-
daansche in bruin, heel mooi: een meisje
achter een naaimachine en luchtig getee-
kende meisjeskopjes, waarvan geen leek
kan vermoeden hoeveel vormbesef en stu
die er noodig zijn, om ze zoo te kunnen
maken. Alles bij elkaar is dit het oeuvre
van een man wiens niet geringe beteekenis
mede schuilt in de wijze waarop hij in
dezen verwarden tijd x-ustig zijn eigen
gang gaat. Daar is meer moed voor noodig
dan menig buitenstaander zou kunnen ver
moeden. L. H. H. Schutte.
Velsen
Tien jaar P.S.V. Velsen
Op 19 Mei zal het tien jaar geleden zijn,
dat de P.S.V. Velsen werd opgericht.
Ter gelegenheid daarvan zal op 17 en 18
Mei een wandeltocht worden georgani
seerd, gedeeltelijk door het duinterrein-
Op Dinsdag 20 Mei zal een voetbaltounxooi
voor bij den N.P.S.B. aangesloten vereeni-
gingen worden gehouden. Donderdag 22
Mei is er een groote feestavond en ver
moedelijk zal op Zaterdag 24 Mei een voet
balwedstrijd worden gespeeld tusschen
P.S.V. Velsen en het Westelijk politie-
elftal.
Zilveren Jubileum van me]. Stam
Onder groote belangstelling heeft mej.
Joh. Stam Zaterdag haar zilveren jubi
leum herdacht in dienst van het manufac-
turenmagazijn „De Duif" te Beverwijk,
waar zij reeds vele jaren oheffin is.
De directeur van de zaak en zijn eehtge-
noote, de heer en mevrouw P. Beermann be
reidden de jubilaresse en het overige perso
neel des morgens een feestelijk ontbijt, tijdens
hetwelk de heer Beermann op hartelijke wijze
herinnerde aan de komst van mej. Stam,
welke als jong winkelmeisje haar prachtige
loopbaan was begonnen.
Namens het personeel richtte de heer W.
Langedijk hartelijke woorden tot de oheffin.
Een prachtige lederen handtasch vormde
hierbij het geschenk, alsmede een tuil mooie
bloemen; de hoofddirectie van het bedrijf te
Hilversum overhandigde een enveloppe.
vinden, maar hierin is men toch geslaagd
Voor den aanvoer van kolen is een groot
gedeelte van de kade vrij gemaakt. De
kolen wox-den op de kade gelost en van
daar met lichters over de schepen gedistri
bueerd. De postboot „Vlieland" heeft een
ligplaats gekregen op niet meer dan twee
minuten gaans van het station. Ook post
en goederen worden hier aan boord geno
men. Was de Visschershaven niet open,
dan zou de boot moeten schutten.
Waterlevering gaat ook
door.
Het bedrijf is er in geslaagd, de water
voorziening langs den kant nog gedeeltelijk
vorstvrij te houden en hiervan' profiteeren
niet alleen de visschersvaartuigen. Ook de
loodsbooten, de sleepbooten van Goedkoop
en Bureau Wijsmuller komen er om water
in te nemen en zelfs de motox-schepen van
de kleine kustvaart lesschen hier hun
dorst. De volgende week woi'den hier de
sleepbooten Witte Zee en Tyne van L.
Smit en Co.'s Internationale Sleepdienst
verwacht, die den zeetinbaggermolen Me-
noembing uit Amsterdam komen halen.
En dan is er nog het droogdok, dat zijn
goede diensten bewijst aan schepen, die
elders niet terecht kunnen. De helling in
Scheveningen zit onder het ijs en reeds
drie Schevcninger visschersvaartuigen pro
fiteerden van de dokgelegenheid in IJmui
den. De loodsboot van Delfzijl kreeg een
nieuwe schroef in het dok en ook de Ma
rine maakt er gebruik van, nu dokken in
Den Helder niet meer mogelijk is.
De coaster Patria, die voor de Holland-
sche Stoomboot Mij. den dienst van Am
sterdam op Londen onderhoudt, kreeg hier
een nieuwe schroef en kon de reis daar
door naar Londen meteen voortzetten.
Dit alles kan geschieden, zonder dat het
v-issoherijbedrijf, waarvoor de outillage
van het Staatsvisschers'navenbedrijf in de
eerste plaats bestemd is, er door gehan
dicapt wordt. Want de visscherij draait
immers nog lang niet op volle toeren en
stelt nog niet die eischen van vroeger
Visscheriji^elangen komen dus niet in het
gedx-ang en daardoor kan het Sfcaatsvis-
schershavenbedrijf ook voor andere func
ties een dienende taak vervullen.
Natuurlijk wordt in deze dagen van den
havenmeester en zijn personeel veel ge
vergd, maar door een goede samenwerking
loopt alles op wieletjes.
Na 43 jaren met pensioen
Wegens het bereiken van den pensioenge
rechtigden leeftijd heeft de heer J. Doesburg
Zaterdagmorgen afscheid genomen van be
drijfsleiding en personeel der cellulosefabrie-
ken van Van Gelder Zonen N.V. Kon. Papier
fabrieken, waar hij gedurende vele jaren
werkzaam was in het kookhuis.
Na Vrijdagmiddag voor dit afscheid op het
dii-ectiekantoor te zijn ontvangen, werd
„Oome Jan" in het schaftlokaal van de hout-
kapperij een hartelijk afscheid bereid door
bedrijfsleiding en personeel.
De heer L. Eckhard schetste de gi-oote werk
kracht van Doesburg, waarna de heer A.
Geerlofs, oud-voorman van den scheidende,
herinnerde aan de benauwende oorlogsjaren,
die „oome Jan" echter door zijn prachtig op
gewekt humeur en organisatietalent dragelijk
wist te maken. Spr. roemde den goeden geest
in de cellulosefabrieken, welke mede door
Doesburg is ontstaan en waarvoor men hem
dankbaar zal blijven. Namens het personeel
werd vervolgens een enveloppe overhandigd,
waarna de heer G. v. d. Velde de afgeloopen
jaren de revue liet passeeren.
Zichtbaar geroerd dankte de heer Doesburg
voor het medeleven op dezen dag en voor de
goede toekomstwenschen, alsmede voor de
uiterst prettige samenwerking tijdens 43 jaren
arbeid.
De heer Z. Boonstra. die in dezelfde om
standigheden verkeerde en na ruim 24 jaren
honderden tonnen papier als motorboot-
schipper te hebben vervoerd, eveneens af
scheid nam, kreeg bij zijn afscheid van het
expeditiepersoneel een mooie tabakspijp.
Denk om de Vogels!
Het is voor die' vogels, die ons den heelen
winter trouw blijven en niet, zooals de trek
vogels gedurende de wintermaanden genieten
van de warmte van de landen om de Middel-
landsche Zee of het Nijlgebied, een moeilijke
winter. Het land gaat al sedert weken schuil
onder een dikke laag sneeuw, de wateren zijn
bevroren en zoo zijn twee bronnen van voed
sel voor onze gevederde vrienden verloren.
Honderden hongerende zeevogels, eenden,
spreeuwen, musfcehen. lijsters, enz hebben
thans de hulp van de menschen noodig. Voor
al hier in de kuststreek zoeken ze naar voed
sel en wanneer de menschen hen -niet helpen
zal er een groote sterfte ontstaan. Er is on
getwijfeld al een groote sterfte, niet alleen
door gebrek aan voedsel, maar ook door de
koude. Het gemeentebestuur, zoo vernamen
wij. doet -al veel, maar het is ook nu nog lang
niet gemakkelijk om aan het noodige voedsel
te komen. Daarom wordt een beroep gedaan
op allen, die wat brood of ander voedsel kun
nen missen. Als we allen wat doen, kunnen
we vele vogels het leven redden en dat komt
ook ons ten goede, want de vogels verrichten
een nuttig werk, doordat ze voor land- en
tuinbouw schadelijke insecten vernietigen.
Daarom: denk om de vogels!
Lezing over sport voor I.E.V.
Voor de R.K Sportvereeniigng I.E.V. wordt
Woensdag 12 Maart in de R.K. Jongensschool
een bijeenkomst georganiseerd, waarin de
heer G. Kruyver. voorzitter der R.K. Sport-
beweging en bestuurslid K.N.V.B. het onder
werp „Sport" zal behandelen
Laten wij om de wereld-van-allen-dag,
om de schaarschte aan kolen, cigaret-
ten en onderbroeken, Stendhal, Virginia
Woolje en Nicholas Nickleby niet verwaar-
loozen.
Mijn kamer is koud. De bloemen staan
op de vensters/ Maar de dichters hebben
hun ziel verwarmd aan het sprookje van
de. berijpte boomen. Laat ik, in mijn warme
bedmy innerlijk aan de dichters warmen.
Ik heb de menschen vanavond naar het
station zien stroomen. lederen dag gaan
duizenden menschen uit hun kantoren en
werkplaatsen. Zij verlaten de stad vóór den
avond. En eiken morgen komen zij terug.
Dan stroomt de stad weer vol. Dan zuigen
de schrijftafels en de machines de duizen
den menschen weer naar zich toe. De
sneeuio is gesmolten in de warmte van de
zon. En de menschen baggeren door de
bruine pap naar het station. Duizenden
menschen. De sta<L-heeft longen. En de
menschen zijn haar leven. Zij zuigt de
menschen in en zij ademt de menschen uit.
lederen morgen om acht uur in en lederen
avond om zes uur uit. Dat is het leven.
Door de natte, koude brij van de straten
gaan de menschen. Dat is de alledaagsch-
heid. Maar 's avonds komt het boek. De
droom. De illusie. En het avontuur. Dat is
het andere leven. Wie het boek liefhebben
leiden twee levens, in oirbaarheid.
De man die lederwaren vervaardigt
wordt, by het boek, een ridder in 't zilver
De pluim van zijn helm ivaait in den wind.
En zaagt gij ooit koener ruiter?
De heer, die aan assurantiën zijn dage-
lijksch bestaansrecht ontleent, is 's avonds
en bij het boek een dooier door de wereld.
Hij spreekt met de engelen des hemels en
met de dieren des velds. Hij kent de mild
heid, die van de eeuwige dingen is. En wie,
die bij een klaterenden waterval een roode
roos plukt voor de schoonste der wereld,
bekommert zich om premie of molest?
Ik ken een man, die eiken dag weer ach
ter een breede schrijftafel vele cijfers
schrijven gaat. De cijfers zü» van anderen.
Alleen het schrijven is uan Jiem. Hij is de
accuraatste boekhouder van alle accurate
boekhouders. Is zijn leven zoo grauw als
het haar zijner slapen? Neen: des avonds,
bij de thee en een vrouw die zwijgend
kousen stopt, is hij de groote speurder van
Bakerstreet. „Mijn waarde Watson, wij
zullen Moriarty klein krijgen. Geef mij dat
vergrootglas eens aan." En bij het derde
kopje klinkt het huilen van de hond van
Baskerville.
Hoevelen, nu nog in de lange rij voor het
stationsloket, straks stampvoetend op het
koud perron, gaan bij de thee langs de
blauw'e meeren hunner vervoering, door
het eeuwige zonlicht van hun andere leven,
dat uit de boeken is?
In grauwe huurkamers bemint Amalia
den graaf, dat de koonen er van gloeien
gaan.
In kleine huizen bloeien de rozen aan
den wand, tusschen de scheurkalender en
het etsje van een stadje in de misc. Mimosa
geurt. En seringen wiegen in de zoelte.
Daar wordt een voetreis naar Rome ge
daan. Maria Leclna lokt aan den haven
kant.
Dit is het boek, dat wij nu een week
gaan vereeren, om het verder alle weken
van ons leven bij ons te dragen.
Dit is het boek voor de menschen: de
vervoering van het andere leven, het leven
met de denkers en de dichters, de speur
ders en de ridders, de rozen en de vogels,
de kinderen en Amalia-bemint-gij-den-
graaf.
Wie nu, in de werkelijkheid van den vol
len trein, het dagelijksche werk voor het
dagelijksche avondmaal verlaten heeft,
gaat straks den hemel bestormen.
Hoe wappert zijn vederbos!
Hoe vlijmscherp is zijn zwaard!
Hoe blinkt zijn helm in de zon!
Laten zij het boek vereeren, omdat het
den mensch heft uit de natte brij, die op dt
straten is. Omdat het ons, iederen dag weer,
geboren doet worden in de wereld van het
wonder, dat niet van deze wereld is
ELIAS
„Tuinbouw- en Plantkunde"
vergadert
De afdeeling Velsen van de Kon. Ned. Ver-
eeniging voor Tuinbouw- en Plantkunde
houdt a.s. Woensdagavond haar maandeiijk-
sche bijeenkomst in dc koffiekamer van Wes-
tcrveld. In deze vergadering zal dc heer G J.
Boeschoten, hoofdopzichter der gemeente
plantsoenen te Bloemendoal een causerie
houden over éénjarige zaaibloemen.
BRANDWEER RUKTE UIT.
De motorspuit van de brandweer rukte
Zondagmorgen uit naar oen perceel in de
Duinvlletstraat, bewoond door de familie D.,
welke had gealarmeerd in verband met een
vermeend schoorsteenbrandje. Een vervaar
lijk brommen van de kachel en een flinke
rookontwikkeling waren hiertoe de aanlei
ding 1-let bleek echter, dat de brandweer niet
behoefde op te treden.
Santpoort
Nationale Chr. Geheelonthouders
vereniging
De plaatselijke afdeeling van de Nationale
Chr. Geheelonthoudersvereeniglng houdt a s.
Woensdagavond een bijeenkomst in de Ned.
Hervormde Kapel. In deze bijeenkomst zal
ds. H. J. Visser uit Bloemendaal een propa-
gsndawoord spreken. Verder zal een film
worden vertoond en ls er muziek en zang.
feuilleton
door John Dickson Carr
Vertaald door Alice van Iterson
9
Weer gaf Ned geen antwoord. Men zou
hebben kunnen zeggen, dat van dit twee
tal de man meer met stomheid geslagen
was dan de vrouw. Maar dat was niet
tneer dan natuurlijk. Want hij had iets ge
zien, wat zij niet gezien had. Hij had het
gezicht van den man met den bruinen
handschoen gezien. Hij bleef naar die ver
lichte kamer staren; zijn hart bonsde en
zijn keel was droog als leer-
„Ik zag dat het best mogelijk is, dat hij
alleen maar gewond is".
Ned schraapte zijn keel. „Je bedoelt,
dat je het beter vindt als we.
.,We kunnen daar toch onmogelijk nu
haar toe gaan", fluisterde Eve tot wie de
volle verschrikking van den toestand nu
soheen door te dringen, „zelfs niet als we
zouden willen".
>,Nee. Ikik denk van niet".
,.Wat is er met hem gebeurd?"
Ned begon te spreken, maar hield plot
seling op. Deze situatie was te mooi (of
misschien te slecht) om waar te zijn. Woor
den zouden nu geen nut hebben. In plaats
daaxwan maakte hij het gebaar van iemand,
die een wapen heen en weer zwaait en er
dan met kracht mee toeslaat. Allebei had
den zij heesc-he stemmen. Als zij iets luider
spraken dan op fluistertoon, schenen de
woorden te weergalmen tusschen de
schoorsteenpijpen en op hetzelfde oogenblik
werden zij dan weer stil. Ned schraapte
opnieuw zijn keel.
„Heb je iets om mee daarheen te kij
ken? Een kijker? Een tooneelkijker mis
schien?"
„Waarom?"
„Doet er niet toe. Heb je zoo'n ding?"
Een kijker. Terwijl zij roerloos met haar
rug tegen den muur naast het raam stond,
poogde Eve haar gedachten daarop të con-
centreeren. Een kijker, paardenrennen,
Longchamps. Zij was met de familie Lawes
naar Longchamps geweest, het was nog
maar een paar weken geleden- In haar
herinnering kwamen flarden van kleur en
geluid: de gekleui'de shirts van de jockeys
en het rennen van de paarden langs een
witte lijn, terwijl het geheel overgoten
werd door het zonlicht. Maurice Lawes
had een grijzen hoogen hoed gedragen, en
een kijker voor zijn oogen gehouden. En
oom Ben had, als gewoonlijk, gewed en
verloren.
Struikelend, en zonder te begrijpen of te
willen begrijpen, waarvoor Ned een kij
ker noodig had, zocht Eve in het donker
haar weg naar een kast. Uit de bovenste
lade haalde zij een kijker in een leeren
étui te voorschijn, en duwde hem deze in
de hand.
De kamer aan den overkant van de straat
was donkei-dei-, daar het middenlicht was
gedoofd. Maar toen Ned den kijker op het
raam aan de rechterzijde van den gevel
richtte, terwijl hij het instrument zoo
scherp mogelijk instelde, stond een ge
deelte van het vertrek op eens fel en dui
delijk voor zijn oogen.
Hij kon nu diagonaalsgewijs naar den
muur aan de rechterzijde zien en ook den
schoorsteenmantel. Die was van wit mar
mer en er boven hing een bronzen medail
lon, dat den kop van Keizer Napoleon
voorstelde. Er brandde geen vuur in den
haard in deze warme maand en er stond
een antiek, geborduurd haardscherm voor.
Maar naast de stookplaats kon hij een
standaard zien met een pook, tangen, een
schopje enz., alles met versierde koperen
handgrepen.
„Als die pookbegon hij, „als die
pook misschien
„Wat is er met dien pook?"
„Kijk eens hierdoor".
„Neen, alsjeblieft niet Ik zou het niet
kunnen".
Een oogenblik dacht zij, dat hij haar
zou uitlachen. Maar zelfs Ned At wood was
daarvoor niet cynisch genoeg. Zijn gezicht
was wit en vochtig en zijn handen trilden,
toen hij den kijker weer in het étui stopte-
„Zoo'n echt aardig, gezond huishouden",
merkte hy op, terwijl hij knikte naar de
plek, waar een bebloede, doode man voor
over gezonken zat voor zijn vex-splinterde
kostbaax-heden. „Zulke gezonde menschen,
zei je tooh, is het niet?"
Het brok in Eve's keel scheen steeds
grooter te wox-den en zij had het gevoel
alsof zij er in stikken zou. „Bedoel je, dat
je werkelijk gezien hebt, wie het was?"
„Juist, dat bedoel ik".
„Dus de misdadiger, sloeg hem neer en
jij hebt het gezien?"
„Ik heb niet precies gezien, hoe hij dat
smerige karweitje heeft opgeknapt, neen.
De man-met-de-bruine-handschoenen was
daar al mee klaar op het oogenblik, dat ik
keek".
„Maar wat zag je dan precies?"
„De man met-de-bruine-handschoenen
hing den pook op den standaard, nadat hij
diengebruikt had".
„Zou je den misdadiger herkennen, als
je hem terug zag?"
„Ik wou, dat je dat woord niet aldoor
gebruikte".
„Welk woord?"
„Misdadiger".
In het schemerig verlichte vertrek aan
den overkant ging de deur opnieuw open.
Maar ditmaal was er niets tersluiksch aan.
De deur zwaaide rustig wagenwijd open.
alsof zij door een zeer besliste hand werd
gehanteerd. In de opening verscheen de
formidabele gestalte van niemand anders
dan Helena Lawes,
Ondanks het weinige licht was iedere
beweging, die zij maakte, zoo welsprekend,
dat men haar als het ware kon hóóren
spreken. Het was alsof men iedere gedach
te, die nu in haar omging, kon lezen. Ter
wijl zij de deur opende, bewogen haar lip
pen. De beide toeschouwers verbeeldden
zich hetzij zij de woorden uit de situatie
konden afleiden, hetzij zij die werkelijk
van haar lippen konden aflezen dat zij
konden hooren, wat Helena Lawes zei.
„Maurice, nu moet je toch werkelijk naar
bed gaan!"
Helena die nooit door iemand „Lady
Lawes" werd genoemd was een forsche
vrouw van middelbare grootte, met een
foviaal, rond gezicht en zilvergrijs, kort
geknipt haar. Zij had een kleurige Ooster-
sche kimono strak om zich heen getrokken,
terwijl zij haar handen in de wijde mou
wen verborg, en haar pantoffels klapper
den onheilspellend. Zij stond stil, bij de
deur en sprak opnieuw. Nu draaide zij het
middenlicht op. Zij sloeg de armen in de
wijde kimonomouwen verder om haar
lichaam heen en trad naar voren om tegen
haar echtgenoot te praten, die met zijn rug
naar haar toe zat.
Daar zij bijziend was, liep Helena door,
tot zij vlak bij hem was. Haar schaduw
viel over de straat, toen zij het eerste
raam passeerde. Toen verdween zij en
kwam weer te voorschijn bij het tweede
raam.
In de dertig jaren van haar huwelijks
leven, was Helena Lawes zelden van haar
stuk gebracht. Nu ontstelde zij plotseling,
deinsde achteruit en begon te gillen een
snijdend gegil, dat niet ophield, en dat
door de nachtelijke stilte scheurde; het
klonk krijschend en schokkend tot op de
straat, alsof iedere bewoner in iedere ka
mer van die straat gewekt moest wox-den.
Nu spx-ak Eve Nelll kalm:
„Ned, je moet weg gaan. Maak voort!"
Maar haar metgezel verroerde zich nog
niet.
Eve greep hem bij den arm. „Helena zal
naar mij toekomen! Dat doet ze altijd, als
er iets is. En dan moeten we rekening hou
den met de politie. Over een paar minu
ten zwermen ze over de heele buurt uit.
Als je nu niet weggaat, is het uit met ons".
Haar stem was als een verschrikt gekreun
geworden en ze bleef verwoed aan zijn arm
rukken- „Ned, je meende dat toch niet-,
wat je daareven zei, je weet wel, dat je
van plan was om lawaai te maken en ons
te verraden?"
Hij hief zijn handen omhoog en drukte
de lange vingers met de sterke knoken
tegen zijn oogen. Zijn schouders waren ge
bogen.
„Nee, ik meende het niet. Ik was alleen,
half gek, dat is alles. Het spijt mij".
„Wil je dan nu alsjeblieft weggaan?"
„Ja, Eve, ik zweer je, dat het nooit myn
bedoeling is geweest
(Wordt vervolgd)