m Hengeler spoilers en daansers bezoeken het paleis Soestdijk Bidault heeft het volledige vertrouwen Visschershaven thans zeer in trek Herman Moerkerk De tentoonstelling van zijn werk De wereld van het wonder De snuifdoos van den Keizer Maandag 3 Maart 1947 IJMUIDER COURANT Krankzinnigengestichten krijgen meer ruimte Verbetering in Noordholland Indertijd wezen wij reeds op het groote tekort aan plaatsruimte in de krankzinni gengestichten in ons land. De oorzaak ligt voornamelijk in het feit, dat verschillende inrichtingen in cle oorlogsjaren aan hun bestemming ont trokken werden en sindsdien nog niet op nieuw in gebruik genomen konden wor den. Het is ook thans nog moeilijk voor pa tiënten uit Haarlem en omgeving die op genomen moeten worden plaats te vinden, omdat men er naar streeft hen zooveel mogelijk te laten verplegen in deze om geving, daar dit in het belang der pa tiënten en hun gezinsleden is. Wij vernemen intusschen dat er binnen kort in Noordholland over meer plaats ruimte beschikt zal kunnen worden. In het Provinciaal Ziekenhuis te Santpoort zijn in de afgeloopen maanden een paviljoen (120 a 125 bedden) en de linkervleugel van het nieuwe gebouw (190 bedden) weer in gebruik genomen. Het aantal patiënten. Een krentenbrood Dan honderd pond Een veertigtal Twentenaren in oud boe- rencostuum is Vrijdagmiddag te gast ge weest op het Paleis Soestdijk. Onder auspiciën van de Twentsche ver- eeniging tot instandhouding van de folklo re is namelijk de groep „Hengeler spoilers en daansers" per nieuwste bus van de Ne- derlandsche Spoorwegen naar Soest ge reden, waar bij café „Heeremans" werd overgestapt op twee prachtig versierde boerenwagens. Een dezer wagens behoorde tot het bekende huifwagentype, de andere was een open ladderwagen. Gezeten op deze wagens reed het gezel schap naar het paleis. De wagens, waarop zich ook de burgemeester van Hengelo mr. J. A. E. van der Dussen bevond, hielden voor het hek stil. De klepperman steeg daarop uit en liep naar den hoofdingang, waar hij aanklopte en aanzegging deed dat er gasten waren, die een geschenk wilden overhand'gen. Allereerst traden de vrouwen in hun mooie kleederdrachten over den drempel van het Prinselijk paleis, daarna kwamen de mannen, van wie een zestal een groote plank droeg, waarop het geschenk geladen was: een krentenweggen van meer dan twee en halve meter lang en ruim hon derd pond zwaar, versierd met suiker werk in bloemmotieven. In de filmzaal werden daarna een aan tal oude Twentsche boerendansen uitge voerd, die zoodanig in den smaak van de drie prinsesjes vielen, dat zij vol enthou siasme meededen, daarbij geleid door leden van het gezelschap. Na afloop van de demonstratie werden ververschingen rondgediend en sneed Prins Bernhard eigenhandig de groote koek aan. Omstreeks vier uur verlieten de Twen tenaren het paleis om naar hun woon steden terug te keeren. Zij waren echter niet de eenige gasten, die hun gelukwenschen op dezen middag kwamen aanbieden. Toen de dansers op vertrekken stonden, kwamen twee meisjes en een jongetje in Volendammer costuum feliciteeren namens de in oprichting 'ver- keerende werkgemeenschap van invalide oud-illegalen en ook zij hadden niet ver geten geschenken mede te brengen. Voor elk der drie prinsesjes, Beatrix, Irene en Margriet was er een pop, eveneens in Vo- lendamsch costuum. Maar geen gewone doode stukken speelgoed. Deze poppen gaan automatisch loopen als men ze bij de hand vat. H.M. de Koningin had dit speel- Prinses Beatrix en prinses Irene dansten naar hartelust mee met de „daansers", goed gezien op de landelijke bijeenkomst van de stichting 1940-'45, waar de heer J. Smit haar met zijn plannen op de hoogte had mogen brengen, die beoogen de invali den onder de oud-illegalen de gelegenheid te bieden him eigen brood te verdienen en niet langer afhankelijk te doen zijn. Margriet lag juist in haar bedje uit te rusten van de vermoeienissen van de dans partij, maar haar beide zusjes amuseerden zich kostelijk met hun nieuwste aanwinst. Zij hielden zelfs hardloopwedstrijden in de galerij van het paleis. In 1947 meer bloembollen naar Engeland Naar „Hobaho", een uitgave op bloera- bollengebied, meldt en naar ons ook uit bollenkringen ter oore kwam, wordt het ex port-contingent bloembollen voor Engeland dit jaar aanzienlijk verhoogd. Hoewel er nog geen officieele cijfers te melden zijn, wordt aangenomen, dat de uitbreiding on geveer 4.000.000 kilogram omvat, een cijfer dat dus een vermeerdering van ruim 50 beteekent. Ook de onderhandelingen met Zweden geven aanleiding tot optimisme voor het komende seizoen. De dood van Miss Wilkinson Het gerechtelijk onderzoek, dat is ingesteld naar de omstandigheden die geleid hebben tot den dood van miss Ellen Wilkinson, de vroegere minister van Ouderwijs in Engeland, heeft geleid tot de uitspraak, dat de dood door ongeval is veroorzaak',. (De officieele term is in zulke omstandigheden „verdict of acci dental death".) De dood is teweeggebracht door een medi cament, waarvan miss Wilkinson een te groote hoeveelheid moet hp'oben ingenomen, maar tevens hebben eer gelijktijdig optredende h* lceel" en lonf?4Hndoening invloed gehad. Haar arts behandelde haar wegens bronchi tis en asthma en gaf haar bovendien een cuddel tegen slapeloosheid. Men neemt aan, oat zij de voorgeschreven doses te gering achtte en daardoor te veel heeft ingenomen. Prins Bernhard sneed zelf het reuzen- krentenbrood aan en zijn dochters hadden daar groote belangstelling voor. Naast den prins de burgemeester van Hengelo. Deken J. C.W. van der Wiel overleden Vrijdag Is In den ouderdom van 56 jaar over leden de heer J. C. W van der Wiel. deken van Haarlem der R.-K.' Kerk en pastoor der St. Joseph-parochie aan de Jansstraat. Dezer dagen was de heer Van der Wiel voor een ope ratie opgenomen in de Maria Stichting. Na een voor-operatie is zijn toestand verergerd en gistermorgen ls hij onverwacht overleden. De ontslapene, die op 2 Juni 1890 in Am sterdam geboren is, op 9 Augustus 1914 tot priester was gewijd, was eerst kapelaan in Leidschendam en van 1915 tot 1933 leeraav aan het seminarie Hageveld. Na drie jaar pastoor in Amsterdam te zijn geweest, vertrok de heer Van der Wiel als deken naar Hoorn en sedert 2 December 1942 is hij deken te Haarlem. De overledene was eere-kanunnik van het Kathe drale kapittel, propagandist voor den liturgl- schen volkszang en secretaris van de Grego- riusvereeniging. In de kerk aan de Jansstraat wordt Dins dagmorgen om halftien de Pontificale uitvaart gehouden, waarna het stoffelijk overschot op het kerkhof „St Barbara" ter aarde wordt be steld. EERE-PROMOTIE VAX DEN HEER E. H. KRELAGE. Maandag 10 Maart te 2 uur heeft tijdens de officieele diesviering van de Landbouw- hoogeschool in de aula te Wageningsn, de eere promotie plaats van den heer E. H. Krelage, eere-voorzitter van de Algemeene Verceniging voor Bloembollencultuur, tot Doctor in de Landbouwwetenschap. Promotor is Prof. van Slogteren. Georges Bidault, de Fransche minister van Buitenlandsche Zaken, heeft tijdens het debat over de Fransche buitenlandsche politiek in de nationale vergadering be vestigd, dat Frankrijk aan de Engelsche regeering een protestnota heeft gezonden inzake de jongste Engelsche maatregelen om de mijnen in het Ruhrgebied onder Duitsch bestuur te stellen. Zijn mededee- ling werd door alle partijen in de Kamer met applaus begroet. De vergadering diende een motie van vex-trouwen in de buitenlandsche politiek van de regeering in. die met alle 608 stem men vóór werd aangenomen. Scheepvaart onbelemmerd ondanks de langdurige vorstperiode „De postboot Vlieland zal niet van HarlLngen vertrekken maar van IJmui- den na aankomst van trein 8.34 te IJmuiden". Dergelijke radioberichten kan men de laatste dagen op gezette tijden beluisteren en in dit bericht schuilt een stille propa ganda voor onze ijsvrije Vissohersihaven, thans als het ware de springplaat naar de Waddeneilanden, die noch van Harlingen, noch van Den Helder af te bereiken zijn. Het is wel een merkwaardig verschijnsel, dat de Visschershaven ook bij de strengste vorst nagenoeg geheel ijsvrij blijft. Nog geen dag is de scheepvaart belemmerd ge weest. Het geheim schuilt in de Ticht.ing van de havenas op de uitmonding naar het buitenwater, die Z.O.-Nooxvlwest is, waar door bij den herschenden Z.O.-wind, als het ijs is gebroken hetgeen al geschiedt wanneer een enkele visscherman in de dat na de bevrijding tot 900 teruggebracht haven gemanoeuvreerd heeft dit door moest worden, is nu weer gestegen tot 1180. De dii'ectie van het ziekenhuis rekent er op, dat het Nood-ziekenhuis van het Roode Kruis, dat nu in een der ge bouwen gevestigd is, met 1 Juli zal ver dwijnen. Dan stijgt het aantal bedden weer met 280, waardoor de voor-oorlogsche capaciteit (1500 patiënten) weer bereikt zal kunnen worden. Het Pi'ov. Ziekenhuis te Bakkum is thans geheel ontruimd. Het had evenwel, omdat het als bewakingskamp had dienst gedaan, sterk geleden. Het herstel gaat slechts langzaam. Er zijn nu weer 150 patiënten opgenomen, maar over een maand hoopt men er weer 150 te kunnen plaatsen. Zoo zal het herstel doorgaan, totdat de oude capaciteit (1000 patiënten) weer bereikt is. het spuien meteen wordt afgevoerd. Visschershaven biedt vele voordtelen. Dientengevolge biedt de Visschershaven vele voordeelen, die andere havens niet hebben en daarvan wordt druk geprofi teerd. Talrijke vaartuigen, die elders thuis behooren, zoeken nu de Visschershaven van IJmuiden op. Zoo is er een groote tanklichter van Pei-nis aangekomen, ge laden met olie, grootendeels bestemd voor de kassen in Aalsmeer- Tankwagens ko men naar hier om de stookolie naar Aals meer te brengen. Dit geeft natuurlijk een groote besparing, daar de tankwagens an ders van Pernis naar Aalsmeer zouden moeten rijden. Het heeft wel eenige moeite gekost, een ligplaats voor den lichter te BIJ den kunsthandel Leffelaar (afdee- ling Groote Markt) exposeert Herman Moerkerk tot 15 Maart a.s. een kleine col lectie schilderijen en een massa teekenin- gen en aquarellen en deze expositie is een welkome gelegenheid, om de vele en veler lei kwaliteiten van dezen schilder nog maals te overzien. Allereerst moet mij dan van het hart, dat er meestal zooveel ge sproken wordt over den humorist Moer- kex-k, dat men daardoor geneigd is, den zeer fijnen schilder Moerkerk te onder schatten. Toch lijkt mij daar de wezen lijkste en mooiste kant van zijn begaafd heid te liggen, hoe geestig, knap en mild- menschelijk zijn vele caricaturen, illustra ties e.d. ook zijn. Daarom durf ik het te wagen, bij deze bespreking op den schilder in Moerkerk den nadruk te leggen, temeer waar die zuivere schilderskwalïteiten uit zoovele van zijn teekeningen blijken. Een van de allermooiste dingen van deze tentoonstelling is voor mij wel de houts- koolteekening van de tuinen onder de sneeuw (in portefeuille beneden). Daar is er bovendien nog een van de Bossche Markt met twee vrouwtjes, waarvan voor al het vrouwtje rechts op de teekening een mooi staal van fijn schilderlijke houtskool- techniek is en door en door menschelijk. Verder een groote teekening met wat kleur van een fruitstal in Lissabon: sterk ge- teekend en goed gecomponeerd. Van de schilderijen troffen mij bijzonder Paul Baudoin, de ex-minister van buiten landsche zaken van het Vichy-gouverne ment, die op het oogenblik terechtstaat in Parijs. Generaal Weygand, die Vrijdag als getuige a décharge optrad, verklaarde, dat Baudoin enkele malen heeft voorkomen, dat Frankrijk den oorlog aan Engeland zou verklaren. de „Komenijswinkel" bij avondverlichting, de kop van den ouden schipper en 't prach tig stille „Vollenhove in de sneeuw". Vei'der nog een kundige groote teekening met wat waterverf van een straatje in Montmartre, waar de sfeer mooi getroffen is. Van de aquarellen viel mij vooral op een „achterbuurt in München". Zeldzaam mooi zijn een Brabantsch interieur met een oud vrouwtje en wat keukengerei en een fijn, nevelig landschapje (op de tafel). Tenslotte vond ik in den prentenkelder een mooi portretje van Mimi Boesnach in „Tartuffe", Cruys Voorbergh als prof. Klenow, het schetsje „Aandacht" waax-van het heertje rechts een prachtig begrepen schedeltje vertoont en een fijn wintertje met boomen in de sneeuw. Schetsjes van dansende paren van deco ratieven eenvoud, een ontwerp-schets van een St. Antonius, een blad met vogeltjes, een suggestieve carnavalszaal, een Jor- daansche in bruin, heel mooi: een meisje achter een naaimachine en luchtig getee- kende meisjeskopjes, waarvan geen leek kan vermoeden hoeveel vormbesef en stu die er noodig zijn, om ze zoo te kunnen maken. Alles bij elkaar is dit het oeuvre van een man wiens niet geringe beteekenis mede schuilt in de wijze waarop hij in dezen verwarden tijd x-ustig zijn eigen gang gaat. Daar is meer moed voor noodig dan menig buitenstaander zou kunnen ver moeden. L. H. H. Schutte. Velsen Tien jaar P.S.V. Velsen Op 19 Mei zal het tien jaar geleden zijn, dat de P.S.V. Velsen werd opgericht. Ter gelegenheid daarvan zal op 17 en 18 Mei een wandeltocht worden georgani seerd, gedeeltelijk door het duinterrein- Op Dinsdag 20 Mei zal een voetbaltounxooi voor bij den N.P.S.B. aangesloten vereeni- gingen worden gehouden. Donderdag 22 Mei is er een groote feestavond en ver moedelijk zal op Zaterdag 24 Mei een voet balwedstrijd worden gespeeld tusschen P.S.V. Velsen en het Westelijk politie- elftal. Zilveren Jubileum van me]. Stam Onder groote belangstelling heeft mej. Joh. Stam Zaterdag haar zilveren jubi leum herdacht in dienst van het manufac- turenmagazijn „De Duif" te Beverwijk, waar zij reeds vele jaren oheffin is. De directeur van de zaak en zijn eehtge- noote, de heer en mevrouw P. Beermann be reidden de jubilaresse en het overige perso neel des morgens een feestelijk ontbijt, tijdens hetwelk de heer Beermann op hartelijke wijze herinnerde aan de komst van mej. Stam, welke als jong winkelmeisje haar prachtige loopbaan was begonnen. Namens het personeel richtte de heer W. Langedijk hartelijke woorden tot de oheffin. Een prachtige lederen handtasch vormde hierbij het geschenk, alsmede een tuil mooie bloemen; de hoofddirectie van het bedrijf te Hilversum overhandigde een enveloppe. vinden, maar hierin is men toch geslaagd Voor den aanvoer van kolen is een groot gedeelte van de kade vrij gemaakt. De kolen wox-den op de kade gelost en van daar met lichters over de schepen gedistri bueerd. De postboot „Vlieland" heeft een ligplaats gekregen op niet meer dan twee minuten gaans van het station. Ook post en goederen worden hier aan boord geno men. Was de Visschershaven niet open, dan zou de boot moeten schutten. Waterlevering gaat ook door. Het bedrijf is er in geslaagd, de water voorziening langs den kant nog gedeeltelijk vorstvrij te houden en hiervan' profiteeren niet alleen de visschersvaartuigen. Ook de loodsbooten, de sleepbooten van Goedkoop en Bureau Wijsmuller komen er om water in te nemen en zelfs de motox-schepen van de kleine kustvaart lesschen hier hun dorst. De volgende week woi'den hier de sleepbooten Witte Zee en Tyne van L. Smit en Co.'s Internationale Sleepdienst verwacht, die den zeetinbaggermolen Me- noembing uit Amsterdam komen halen. En dan is er nog het droogdok, dat zijn goede diensten bewijst aan schepen, die elders niet terecht kunnen. De helling in Scheveningen zit onder het ijs en reeds drie Schevcninger visschersvaartuigen pro fiteerden van de dokgelegenheid in IJmui den. De loodsboot van Delfzijl kreeg een nieuwe schroef in het dok en ook de Ma rine maakt er gebruik van, nu dokken in Den Helder niet meer mogelijk is. De coaster Patria, die voor de Holland- sche Stoomboot Mij. den dienst van Am sterdam op Londen onderhoudt, kreeg hier een nieuwe schroef en kon de reis daar door naar Londen meteen voortzetten. Dit alles kan geschieden, zonder dat het v-issoherijbedrijf, waarvoor de outillage van het Staatsvisschers'navenbedrijf in de eerste plaats bestemd is, er door gehan dicapt wordt. Want de visscherij draait immers nog lang niet op volle toeren en stelt nog niet die eischen van vroeger Visscheriji^elangen komen dus niet in het gedx-ang en daardoor kan het Sfcaatsvis- schershavenbedrijf ook voor andere func ties een dienende taak vervullen. Natuurlijk wordt in deze dagen van den havenmeester en zijn personeel veel ge vergd, maar door een goede samenwerking loopt alles op wieletjes. Na 43 jaren met pensioen Wegens het bereiken van den pensioenge rechtigden leeftijd heeft de heer J. Doesburg Zaterdagmorgen afscheid genomen van be drijfsleiding en personeel der cellulosefabrie- ken van Van Gelder Zonen N.V. Kon. Papier fabrieken, waar hij gedurende vele jaren werkzaam was in het kookhuis. Na Vrijdagmiddag voor dit afscheid op het dii-ectiekantoor te zijn ontvangen, werd „Oome Jan" in het schaftlokaal van de hout- kapperij een hartelijk afscheid bereid door bedrijfsleiding en personeel. De heer L. Eckhard schetste de gi-oote werk kracht van Doesburg, waarna de heer A. Geerlofs, oud-voorman van den scheidende, herinnerde aan de benauwende oorlogsjaren, die „oome Jan" echter door zijn prachtig op gewekt humeur en organisatietalent dragelijk wist te maken. Spr. roemde den goeden geest in de cellulosefabrieken, welke mede door Doesburg is ontstaan en waarvoor men hem dankbaar zal blijven. Namens het personeel werd vervolgens een enveloppe overhandigd, waarna de heer G. v. d. Velde de afgeloopen jaren de revue liet passeeren. Zichtbaar geroerd dankte de heer Doesburg voor het medeleven op dezen dag en voor de goede toekomstwenschen, alsmede voor de uiterst prettige samenwerking tijdens 43 jaren arbeid. De heer Z. Boonstra. die in dezelfde om standigheden verkeerde en na ruim 24 jaren honderden tonnen papier als motorboot- schipper te hebben vervoerd, eveneens af scheid nam, kreeg bij zijn afscheid van het expeditiepersoneel een mooie tabakspijp. Denk om de Vogels! Het is voor die' vogels, die ons den heelen winter trouw blijven en niet, zooals de trek vogels gedurende de wintermaanden genieten van de warmte van de landen om de Middel- landsche Zee of het Nijlgebied, een moeilijke winter. Het land gaat al sedert weken schuil onder een dikke laag sneeuw, de wateren zijn bevroren en zoo zijn twee bronnen van voed sel voor onze gevederde vrienden verloren. Honderden hongerende zeevogels, eenden, spreeuwen, musfcehen. lijsters, enz hebben thans de hulp van de menschen noodig. Voor al hier in de kuststreek zoeken ze naar voed sel en wanneer de menschen hen -niet helpen zal er een groote sterfte ontstaan. Er is on getwijfeld al een groote sterfte, niet alleen door gebrek aan voedsel, maar ook door de koude. Het gemeentebestuur, zoo vernamen wij. doet -al veel, maar het is ook nu nog lang niet gemakkelijk om aan het noodige voedsel te komen. Daarom wordt een beroep gedaan op allen, die wat brood of ander voedsel kun nen missen. Als we allen wat doen, kunnen we vele vogels het leven redden en dat komt ook ons ten goede, want de vogels verrichten een nuttig werk, doordat ze voor land- en tuinbouw schadelijke insecten vernietigen. Daarom: denk om de vogels! Lezing over sport voor I.E.V. Voor de R.K Sportvereeniigng I.E.V. wordt Woensdag 12 Maart in de R.K. Jongensschool een bijeenkomst georganiseerd, waarin de heer G. Kruyver. voorzitter der R.K. Sport- beweging en bestuurslid K.N.V.B. het onder werp „Sport" zal behandelen Laten wij om de wereld-van-allen-dag, om de schaarschte aan kolen, cigaret- ten en onderbroeken, Stendhal, Virginia Woolje en Nicholas Nickleby niet verwaar- loozen. Mijn kamer is koud. De bloemen staan op de vensters/ Maar de dichters hebben hun ziel verwarmd aan het sprookje van de. berijpte boomen. Laat ik, in mijn warme bedmy innerlijk aan de dichters warmen. Ik heb de menschen vanavond naar het station zien stroomen. lederen dag gaan duizenden menschen uit hun kantoren en werkplaatsen. Zij verlaten de stad vóór den avond. En eiken morgen komen zij terug. Dan stroomt de stad weer vol. Dan zuigen de schrijftafels en de machines de duizen den menschen weer naar zich toe. De sneeuio is gesmolten in de warmte van de zon. En de menschen baggeren door de bruine pap naar het station. Duizenden menschen. De sta<L-heeft longen. En de menschen zijn haar leven. Zij zuigt de menschen in en zij ademt de menschen uit. lederen morgen om acht uur in en lederen avond om zes uur uit. Dat is het leven. Door de natte, koude brij van de straten gaan de menschen. Dat is de alledaagsch- heid. Maar 's avonds komt het boek. De droom. De illusie. En het avontuur. Dat is het andere leven. Wie het boek liefhebben leiden twee levens, in oirbaarheid. De man die lederwaren vervaardigt wordt, by het boek, een ridder in 't zilver De pluim van zijn helm ivaait in den wind. En zaagt gij ooit koener ruiter? De heer, die aan assurantiën zijn dage- lijksch bestaansrecht ontleent, is 's avonds en bij het boek een dooier door de wereld. Hij spreekt met de engelen des hemels en met de dieren des velds. Hij kent de mild heid, die van de eeuwige dingen is. En wie, die bij een klaterenden waterval een roode roos plukt voor de schoonste der wereld, bekommert zich om premie of molest? Ik ken een man, die eiken dag weer ach ter een breede schrijftafel vele cijfers schrijven gaat. De cijfers zü» van anderen. Alleen het schrijven is uan Jiem. Hij is de accuraatste boekhouder van alle accurate boekhouders. Is zijn leven zoo grauw als het haar zijner slapen? Neen: des avonds, bij de thee en een vrouw die zwijgend kousen stopt, is hij de groote speurder van Bakerstreet. „Mijn waarde Watson, wij zullen Moriarty klein krijgen. Geef mij dat vergrootglas eens aan." En bij het derde kopje klinkt het huilen van de hond van Baskerville. Hoevelen, nu nog in de lange rij voor het stationsloket, straks stampvoetend op het koud perron, gaan bij de thee langs de blauw'e meeren hunner vervoering, door het eeuwige zonlicht van hun andere leven, dat uit de boeken is? In grauwe huurkamers bemint Amalia den graaf, dat de koonen er van gloeien gaan. In kleine huizen bloeien de rozen aan den wand, tusschen de scheurkalender en het etsje van een stadje in de misc. Mimosa geurt. En seringen wiegen in de zoelte. Daar wordt een voetreis naar Rome ge daan. Maria Leclna lokt aan den haven kant. Dit is het boek, dat wij nu een week gaan vereeren, om het verder alle weken van ons leven bij ons te dragen. Dit is het boek voor de menschen: de vervoering van het andere leven, het leven met de denkers en de dichters, de speur ders en de ridders, de rozen en de vogels, de kinderen en Amalia-bemint-gij-den- graaf. Wie nu, in de werkelijkheid van den vol len trein, het dagelijksche werk voor het dagelijksche avondmaal verlaten heeft, gaat straks den hemel bestormen. Hoe wappert zijn vederbos! Hoe vlijmscherp is zijn zwaard! Hoe blinkt zijn helm in de zon! Laten zij het boek vereeren, omdat het den mensch heft uit de natte brij, die op dt straten is. Omdat het ons, iederen dag weer, geboren doet worden in de wereld van het wonder, dat niet van deze wereld is ELIAS „Tuinbouw- en Plantkunde" vergadert De afdeeling Velsen van de Kon. Ned. Ver- eeniging voor Tuinbouw- en Plantkunde houdt a.s. Woensdagavond haar maandeiijk- sche bijeenkomst in dc koffiekamer van Wes- tcrveld. In deze vergadering zal dc heer G J. Boeschoten, hoofdopzichter der gemeente plantsoenen te Bloemendoal een causerie houden over éénjarige zaaibloemen. BRANDWEER RUKTE UIT. De motorspuit van de brandweer rukte Zondagmorgen uit naar oen perceel in de Duinvlletstraat, bewoond door de familie D., welke had gealarmeerd in verband met een vermeend schoorsteenbrandje. Een vervaar lijk brommen van de kachel en een flinke rookontwikkeling waren hiertoe de aanlei ding 1-let bleek echter, dat de brandweer niet behoefde op te treden. Santpoort Nationale Chr. Geheelonthouders vereniging De plaatselijke afdeeling van de Nationale Chr. Geheelonthoudersvereeniglng houdt a s. Woensdagavond een bijeenkomst in de Ned. Hervormde Kapel. In deze bijeenkomst zal ds. H. J. Visser uit Bloemendaal een propa- gsndawoord spreken. Verder zal een film worden vertoond en ls er muziek en zang. feuilleton door John Dickson Carr Vertaald door Alice van Iterson 9 Weer gaf Ned geen antwoord. Men zou hebben kunnen zeggen, dat van dit twee tal de man meer met stomheid geslagen was dan de vrouw. Maar dat was niet tneer dan natuurlijk. Want hij had iets ge zien, wat zij niet gezien had. Hij had het gezicht van den man met den bruinen handschoen gezien. Hij bleef naar die ver lichte kamer staren; zijn hart bonsde en zijn keel was droog als leer- „Ik zag dat het best mogelijk is, dat hij alleen maar gewond is". Ned schraapte zijn keel. „Je bedoelt, dat je het beter vindt als we. .,We kunnen daar toch onmogelijk nu haar toe gaan", fluisterde Eve tot wie de volle verschrikking van den toestand nu soheen door te dringen, „zelfs niet als we zouden willen". >,Nee. Ikik denk van niet". ,.Wat is er met hem gebeurd?" Ned begon te spreken, maar hield plot seling op. Deze situatie was te mooi (of misschien te slecht) om waar te zijn. Woor den zouden nu geen nut hebben. In plaats daaxwan maakte hij het gebaar van iemand, die een wapen heen en weer zwaait en er dan met kracht mee toeslaat. Allebei had den zij heesc-he stemmen. Als zij iets luider spraken dan op fluistertoon, schenen de woorden te weergalmen tusschen de schoorsteenpijpen en op hetzelfde oogenblik werden zij dan weer stil. Ned schraapte opnieuw zijn keel. „Heb je iets om mee daarheen te kij ken? Een kijker? Een tooneelkijker mis schien?" „Waarom?" „Doet er niet toe. Heb je zoo'n ding?" Een kijker. Terwijl zij roerloos met haar rug tegen den muur naast het raam stond, poogde Eve haar gedachten daarop të con- centreeren. Een kijker, paardenrennen, Longchamps. Zij was met de familie Lawes naar Longchamps geweest, het was nog maar een paar weken geleden- In haar herinnering kwamen flarden van kleur en geluid: de gekleui'de shirts van de jockeys en het rennen van de paarden langs een witte lijn, terwijl het geheel overgoten werd door het zonlicht. Maurice Lawes had een grijzen hoogen hoed gedragen, en een kijker voor zijn oogen gehouden. En oom Ben had, als gewoonlijk, gewed en verloren. Struikelend, en zonder te begrijpen of te willen begrijpen, waarvoor Ned een kij ker noodig had, zocht Eve in het donker haar weg naar een kast. Uit de bovenste lade haalde zij een kijker in een leeren étui te voorschijn, en duwde hem deze in de hand. De kamer aan den overkant van de straat was donkei-dei-, daar het middenlicht was gedoofd. Maar toen Ned den kijker op het raam aan de rechterzijde van den gevel richtte, terwijl hij het instrument zoo scherp mogelijk instelde, stond een ge deelte van het vertrek op eens fel en dui delijk voor zijn oogen. Hij kon nu diagonaalsgewijs naar den muur aan de rechterzijde zien en ook den schoorsteenmantel. Die was van wit mar mer en er boven hing een bronzen medail lon, dat den kop van Keizer Napoleon voorstelde. Er brandde geen vuur in den haard in deze warme maand en er stond een antiek, geborduurd haardscherm voor. Maar naast de stookplaats kon hij een standaard zien met een pook, tangen, een schopje enz., alles met versierde koperen handgrepen. „Als die pookbegon hij, „als die pook misschien „Wat is er met dien pook?" „Kijk eens hierdoor". „Neen, alsjeblieft niet Ik zou het niet kunnen". Een oogenblik dacht zij, dat hij haar zou uitlachen. Maar zelfs Ned At wood was daarvoor niet cynisch genoeg. Zijn gezicht was wit en vochtig en zijn handen trilden, toen hij den kijker weer in het étui stopte- „Zoo'n echt aardig, gezond huishouden", merkte hy op, terwijl hij knikte naar de plek, waar een bebloede, doode man voor over gezonken zat voor zijn vex-splinterde kostbaax-heden. „Zulke gezonde menschen, zei je tooh, is het niet?" Het brok in Eve's keel scheen steeds grooter te wox-den en zij had het gevoel alsof zij er in stikken zou. „Bedoel je, dat je werkelijk gezien hebt, wie het was?" „Juist, dat bedoel ik". „Dus de misdadiger, sloeg hem neer en jij hebt het gezien?" „Ik heb niet precies gezien, hoe hij dat smerige karweitje heeft opgeknapt, neen. De man-met-de-bruine-handschoenen was daar al mee klaar op het oogenblik, dat ik keek". „Maar wat zag je dan precies?" „De man met-de-bruine-handschoenen hing den pook op den standaard, nadat hij diengebruikt had". „Zou je den misdadiger herkennen, als je hem terug zag?" „Ik wou, dat je dat woord niet aldoor gebruikte". „Welk woord?" „Misdadiger". In het schemerig verlichte vertrek aan den overkant ging de deur opnieuw open. Maar ditmaal was er niets tersluiksch aan. De deur zwaaide rustig wagenwijd open. alsof zij door een zeer besliste hand werd gehanteerd. In de opening verscheen de formidabele gestalte van niemand anders dan Helena Lawes, Ondanks het weinige licht was iedere beweging, die zij maakte, zoo welsprekend, dat men haar als het ware kon hóóren spreken. Het was alsof men iedere gedach te, die nu in haar omging, kon lezen. Ter wijl zij de deur opende, bewogen haar lip pen. De beide toeschouwers verbeeldden zich hetzij zij de woorden uit de situatie konden afleiden, hetzij zij die werkelijk van haar lippen konden aflezen dat zij konden hooren, wat Helena Lawes zei. „Maurice, nu moet je toch werkelijk naar bed gaan!" Helena die nooit door iemand „Lady Lawes" werd genoemd was een forsche vrouw van middelbare grootte, met een foviaal, rond gezicht en zilvergrijs, kort geknipt haar. Zij had een kleurige Ooster- sche kimono strak om zich heen getrokken, terwijl zij haar handen in de wijde mou wen verborg, en haar pantoffels klapper den onheilspellend. Zij stond stil, bij de deur en sprak opnieuw. Nu draaide zij het middenlicht op. Zij sloeg de armen in de wijde kimonomouwen verder om haar lichaam heen en trad naar voren om tegen haar echtgenoot te praten, die met zijn rug naar haar toe zat. Daar zij bijziend was, liep Helena door, tot zij vlak bij hem was. Haar schaduw viel over de straat, toen zij het eerste raam passeerde. Toen verdween zij en kwam weer te voorschijn bij het tweede raam. In de dertig jaren van haar huwelijks leven, was Helena Lawes zelden van haar stuk gebracht. Nu ontstelde zij plotseling, deinsde achteruit en begon te gillen een snijdend gegil, dat niet ophield, en dat door de nachtelijke stilte scheurde; het klonk krijschend en schokkend tot op de straat, alsof iedere bewoner in iedere ka mer van die straat gewekt moest wox-den. Nu spx-ak Eve Nelll kalm: „Ned, je moet weg gaan. Maak voort!" Maar haar metgezel verroerde zich nog niet. Eve greep hem bij den arm. „Helena zal naar mij toekomen! Dat doet ze altijd, als er iets is. En dan moeten we rekening hou den met de politie. Over een paar minu ten zwermen ze over de heele buurt uit. Als je nu niet weggaat, is het uit met ons". Haar stem was als een verschrikt gekreun geworden en ze bleef verwoed aan zijn arm rukken- „Ned, je meende dat toch niet-, wat je daareven zei, je weet wel, dat je van plan was om lawaai te maken en ons te verraden?" Hij hief zijn handen omhoog en drukte de lange vingers met de sterke knoken tegen zijn oogen. Zijn schouders waren ge bogen. „Nee, ik meende het niet. Ik was alleen, half gek, dat is alles. Het spijt mij". „Wil je dan nu alsjeblieft weggaan?" „Ja, Eve, ik zweer je, dat het nooit myn bedoeling is geweest (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1947 | | pagina 3