c c D Litteraire kantteekeningen Grootere crediet-behoefti bij industrieele bedrijven Ongeveer een derde der bevolking had midden-Februarial geen kolen meer - SEïiiT.ïfS.r.tiJss Wereldnieuws Zaterdag 8 Maart 1947 FRANS COENEN: Onpersoonlijke Herinneringen. A. W. Bruna's Uitg. Mij, Utrecht. Ja, Frans Coenen bijna zouden wij hem ons alleen nog herinneren als criticus en redacteur van „Groot-Nederland" en als schrijver van de later gebundelde „Studiën van de Tachtiger Beweging": een scherp, ja onmeedoogend beoordeelaar, moeilijk, zelfs nauwelijks te voldoen, schamper vaak, prikkelend tot verzet, maar ondanks al die spottende afwijzendheid in de kern veelal zoo waar, zoo raak, zoo onverdragelijk- raak! Maar de proza-schrijver Coenen wie kent hem eigenlijk nog onder de jonge ren? Wat onwezenlijk ver liggen de jaren van zijn bekendste werk, zijn „Een Zwak ke", „Verveling", „Bleeke Levens", achter ons: een halve eeuw bijna. Hij was bij lange na niet de grootste onzer realisten-van toen, wèl een der kenmerkendste: karakte ristiek voor dien fin-de-siècle-geest van onvoldaanheid met het leven, dat geestelijk I nihilisme, voortgekomen wel uit het te hoog gestemd optimisme vanwege den ne- gentiende-eeuwschen „vooruitgang". Wat was daarvan de vrucht geweest, van dien vooruitgang: geestelijke opbloei, mensc'ne- lijke verdieping en veredeling? Dat realis me van omstreeks de eeuwwisseling ik denk aan Emants en wel vooral aan diens „Nagelaten Bekentenis" hield onverbid delijk het oog gericht op de „werkelijk heid", hoe wrang en zielloos-verstoffeiijkt ook. Het stelde aan de kaak, onverbloemd; en het kon niet anders dan getuigenis af leggen van een diepe teleurstelling, een hopelooze ontgoocheling (hoe nabij was de eerste wereldoorlog!). Zoo werd Coenen de schrijver van „de troostelooze kleinburger lijke wereld", mcnschelijk-deelnemend, het is waar, met heel wat warmer hart clan zijn tijdgenoot en broeder-in-den-geest Emants, maar toch somber, ontmoedigd, sarcastisch of soms alleen maar „zuur". Men ergerde zich aan hem, zooals men zich ergert aan eigen tekortkomingen en men las hem tóch, zij het dan ook met de opwelling, het boek weg te slingeren uit weerzin van een zich zoo beklemmend af- keeren van het leven: maar men las hem zelfs ten einde, verontrust, doch gewapend met innerlijk verzet tegen een zoo willoos vervloeien in verkwijnende levensdoelloos heid. Deze zielsgesteldheid, door den tijdgeest te diep, te onontkoombaar óók, aan zijn gemoed verleend om met de jaren tot blij moedigheid te verhelderen, is hem eigen gebleven, tot in dit laatste werk „Onper soonlijke Herinneringen", posthuum ver schenen in 1936 (zijn sterfjaar), dat nu als eerste deel van een klassiekenreeks, „Per- petua", zoo welverzorgd uitgegeven tot ons komt. Natuurlijk, men had zich een andere keuze kunnen indenken, zelfs kunnen wen schen. Maar toch: voor dót realisme is Coenen's werk inderdaad kenmerkend en voor dat werk weer deze laatste roman naar bouw en stijl de rapste vrucht wel van Coenen's talent. Troosteloos, ook dit boek: de geschiedenis van een deftig regentenhuis aan Amster dam's hoofdgracht, waarin de geest voort leeft van hen, die er hun leven sleten letterlijk hier: „sleten", omdat ze het ten doode leefden. Daar bleef de verlepte luxe achter van cretonne meubels; de scherpe geur van katten, lang nahangend nog nadat de laatste bewoonster, Mevrouw Leroy, er haar eenzaam einde vond; de verbleekte linten van de tallooze statiemutsen zie lige getuigenis van een vergeefsche behaag zucht; de trapkoepel, hoog, onpersoonlijk, onberoerd door wat daar beneden in der jaren loop gekomen en gegaan was; een veelzeggend blazoen in het vervuild stuc werk en zooveel meer dat de dood als stomme getuigen van wat eens leefde ach terlaat: een mistroostige verwarring in een zielloos-nagelaten interieur, toonbeeld van het leven van hen die er. eer triest dan tragisch, leeggebloed waren bij gebrek aan vervulling: „bleeke levens", ook diè. Nieuwe bewoners konden er, nadat een grondig herstel een verleden had geliqui deerd gelijk de executeur het vermogen, in merkwaardige achtergebleven cahiers lezen: reisherinneringen van een „stijfstatig, droog man", sober, burgerlijk-gedegen te boek gesteld, onbewogen naar het schijnt, met als vermelding van de zwaarste levens beproeving een verkoudheid en van de wildste buitensporigheid een zich-te-goed- doen aan gebak, chocolade en ijs een itinéraire, waarin het een lafenis is te lezen, dat een Zondag „lief, warm weer" bracht en er deernis is om den dood van een hond 19de-eeuwsche, Hollandsche ingetogen heid, maar niet zóó zakelijk of Coenen ont leent er meesterlijk de trekken aan van een menschengezicht, waarop zonder veel moei te te lezen is, dat er ook aan dat gezeten burgerleven iets schortte, waarvoor de reisverstrooiïng vergoeding moest bieden: een echtgenoote, levend in de schaduw van het gezinshoofd; een dochter aan wie een noodlottig vrouwelijk tekort is meegege ven, waardoor ze, ter zelfrechtvaardiging, trouwt met een lanterfantenden, drank zuchtigen poseur, wiens beuzelachtige lief hebberyen, vruchtelooze schilderspogingen en artistieke bamboucheur-allures de on macht tot het leven niet verdrijven kun nen. Zijn dood is voor Louise Leroy niet eens een bevrijding: in levens- en men schenvervreemding verkommert zij aan een sleepende kwaal, gekweld bovendien I door achterdocht en angst, nauwelijks ge- I troost door haar katten. Merkwaardig: „Een Zwakke" betitelde Coenen een zijner vroegste schrifturen: een boek vol levensmoeheid troosteloos tóén, vijftig jaar geleden, troosteloos nóg in dezen, zijn laatsten roman. Nu, beter nog dan toen, verstaan we Herman Rob bers, waar hij schreef: „Over hoeveel geest kracht moet men beschikken om het weg zinken van alle geestkracht, en de oor zaken daarvan, zoo dicht te benaderen, zoo beheerscht te beschrijven als Coenen deed." Beheerscht, ja; ik moet hoe ver mij deze kille levensverzaking ook is dezen stijl wel bewonderen: voorkomend- koel is ze, versierd enkel met een enkele hoffelijke buiging, maar waardig steeds, voornaam, trotsch als ge wilt, maar zoo vereenzaamd, zoo schrikkelijk triest, zoo schrikkelijk troosteloos. Terecht? C. J. E. DINAUX Doorlelijk ongeluk in de haven van IJmuiden Aan boord van het in de buitenhaven van het hoogovenbedryf te IJmuiden lig gende Russische stoomschip Gavan heeft Vrijdagmorgen een doodelijk ongeluk plaats gehad. Een der opvarenden, een 21-jarige ma troos, is bij het dichtleggen van de luiken in het ruim gestort. De ongelukkige was op slag dood. Het schip was bezig met het lossen van erts voor de hoogovens. Studentensanatorium te Laren geopend De minister van Onderwijs, Kunsten en Weten schappen. <tr. Jos. Gielen heeft het studenten- sanatorium van de stichting „Het Nederlandsch Studentensanatorium" te Laren geopend. Door een gift van f 170.000 van het Curagaosch Nationaal Steuncomité was het mogelijk het landgoed aan te koopen waarop het thans ge opende gebouw staat. Hier zal de eerste steen gelegd worden voor het groote sanatorium, ge schonken door de „Sanoc" (Steun aan Neder- landsohe oorlogsslachtoffers Curagao) welke daarvoor f 250.000 beschikbaar stelde. Het thans geopende sanatorium, een villa aan den Naarderweg, biedt plaats aan vijftien pa tiënten. DE ONREGELMATIGHEDEN OP DE „BOISSEVAIN" Donderdagmiddag arriveerde per Sky- master uit Indië luitenant-kolonel J. A. J. de Bruyn, die van regeeringswege naar Caïro was gezonden om een onderzoek in te stellen inzake de onregelmatigheden, die aan het eind van het vorig jaar zijn voor gekomen onder de troepen, die met bestem ming Indië zich aan boord van de „Boisse- vain" bevonden. Hierover vertelde kolonel De Bruyn, dat de onregelmatigheden het gevolg waren van recreatiemoeilijkheden aan boord van het schip. De manschappen waren niet tevreden over de ontspanning die hun geboden kon worden. Bij aankomst in Indië was alles echter weer in orde en de sfeer uitstekend. Loopende poppen Twee ondernemende mannen uit de ver zetsbeweging, de hee- ren Smit en Stilken- b oom, hebben een nieuw soort speelpop pen vervaardigd. De attractie van deze poppen is, dat ze kunnen loopen. - In samenwerking met de „Stichting 1940-'45" wil men een fabriek stichten voor deze poppenfabricage, waar uitsluitend menschen zullen wer ken, die door hun illegaal werk invalide zijn geworden. Hier door zal de onderne ming naast een zake- lijken, ook 'n ideëelen kant hebben. Door export van de poppen Zwitserland en Zuid-Afrika hebben reeds orders voor 30.000 en 20.000 stuks geplaatst) wordt ook medegewerkt aan verbetering der deviezen- positie. De prinsesjes Beatrix, Irene en Margriet hebben ieder een wandelende pop ten ge schenke gekregen. Op 1000 inwoners ruim 1500 levensverzekeringen Cijfers over het levensver zekeringsbedrijf in 1944 Het verslag der Verzekeringskamer over het jaar 1944, dat eerst thans is uitge bracht leert, dat er eind 1944 in ons land 62 binnenlandsche levensverzekeringsmaat schappijen bestonden. Zij hadden aan ka pitaal- en renteverzekeringen 2.598.039 polissen loopen, aan volksverzekeringen 12.124.085. In totaal waren er dus 14.722.124 levensverzekeringen afgesloten, waarvan 14.027.188 in ons land. Vergelijkt men dit cijfer met het totale aantal inwoners van ons land op dat oogenblik, dan blijkt, dat de Nederlanders over het algemeen wel verzekerd zijn, want op elke 1000 inwoners bestonden 1530 polissen van levensverzeke ringen. Per hoofd was Nederland verzekerd voor f 805. Het verslag vermeldt verder dat in 1943 wegens overlijden uitgekeerd is een be drag van 23.1 millioen gulden. Dat wil zeg gen dat per overleden Inwoner van Neder land een bedrag beschikbaar was van rond f 250. Dat het levensverzekeringsbedrijf Nederland een factor van beteeken is is, kan een vergelijking met andere instellin gen leeren: in 1944 ontving het levensver- zeker ingsbedrijf aan premiën en koop sommen 355.5 millioen; de Rijkspostspaar bank ontving in denzelfden tijd aan inleg- gelden 313.5 millioen en de spaarbanken van .den Nederlandsdhen Spaarbank Bond ontvingen 230.1 millioen. Aan uitkeeringen van levensverzekeringen werd in 1944 be taald 123.0 millioen. Over denzelfden ter mijn betaalden de spaarbanken aan hun inleggers terug 140.6 millioen en de Post spaarbank 121.2 millioen. De invloed van de levensverzekerings maatschappijen in het financieele leven blijkt uit een vergelijking van hypotheken: eind 1940 stond van de levensverzekerings maatschappijen in totaal aan hypotheken uit ruim 459 millioen en van de gezamen lijke hypotheekbanken ruim 703 millioen. Fascisten bedreigen de democratie in Zuid-Amerika Anibal Escalante del Lunde, de eenige Zuid-Amerikaansche afgevaardigde op het communistische congres te Londen, ver telde United Press dat in Latijnsch-Ame- rika „de fascisten nog altijd samenzweren, tegen de democratie in vele landen". Evenals bij de Vermogensaanwasbelas- ting poogt Minister Lieftinck ook ten aan zien van zijn project voor de Vermogens heffing door enkele partieele wijzigingen de oppositie den wind uit de zeilen te ha len. Den kleinen vermogenden komt hij in het gevL met een verdere dit'ferentieering der progressie, zoodat inplaats van 10 pCt. over het belastbare vermogen tot f 100.000 geheven zal worden 5 pCt. tot f 10.000, 71/2 PCt. van f 10.000 tot f 30.000. Het per centage van 10 voor de belastbare vermo gens van f 30.000 tot f 60.000 wordt gehand haafd, maar voor die van f 60.000 tot f 100.000 wordt het tot 12Vfe verhoogd. De laatste categorie betaalt dus 'iy2 pCt. meer dan volgens het oorspronkelijke ontwerp, een wijziging, welke op zich zelf be schouwd wel aanvaardbaar is. Een tweede concessie aan den „kleinen man" is de vrijstelling van f 50.000 voor hen, die minder dan f 2000 inkomsten heb ben, welk bedrag oorspronkelijk f 1500 was, waarbij ook nu weer bepaald is dat ingeval het inkomen méér dan f 2000, doch minder dan f 3000 bedraagt, de vrijstelling gedeeltelijk wordt verleend. Ook hiermede komt de Minister aan geopperde bezwaren tegemoet. In sterkere mate geldt dit echter van de soepeler betalingsregeling voor hen wier vermogen voor ten minste een derde als bedrijfsvermogen kan worden aangemerkt en dat dus moeilijk realiseerbaar is. Zij mogen het gedeelte, dat met hun bedrijfs vermogen verband houdt, in vijf jaar be talen en zoo zij het anders dan uit geblok keerd geld eerder doen, krijgen ze een kor ting van 4 pCt. Men zal zich herinneren dat er den laat sten tijd herhaaldelijk is gepleit voor een spreiding van het aan den Staat te betalen bedrag, waarbij het de voorkeur verdient de betaling te doen geschieden niet via een afzonderlijke heffing ineens, maar via de bestaande Vermogensbelasting en een verhooging der Successierechten, waar door tenslotte hetzelfde resultaat zou wor den bereikt zonder dat in dezen tijd van kapitaalnood groote bedragen zullen moe ten worden vrijgemaakt, een vooruitzicht dat zonder twijfel reeds geruimen tijd aan de uitbreiding van den fondsenhandel in den weg staat. Het. groote bezwaar tegen de Vermogensheffing is dat zij de Vermo- gensaanwasbelasting op den voet volgt en geen wezenlijke bijdrage vormt tot vermin- Over Muziek De radio geeff Zondag HILVERSUM I. 301.5 M. 8.00 Nieuws. 8.15 Van man tot man. 8.30 Kerk dienst uit de Begijnhofkapel te Haarlem. 9.30 Nieuws. 9.45 Hoogmis. 10.30 Trio in Bes, Schu bert, 12.15 Boekenpraatje. 12.30 Lunchconcert. 13.30 Apologie. 13,45 Platen. 14.45 „Kampvuren langs den evenaar". 15.00 Platen. 16.00 Sport. 16.10 Vioolsonate, Mozart. 16-30 Ziekenlof. 17.00 Geref. kerkdienst. (Art. 31 K. O.). 18,30 voor de Strijd krachten. 19.00 Russisch kerkkoor. 19.15 Kent Gij uw Bijbel? 19.30 Nieuws en Sport. 20.00 Actuali teiten en Gewone man. 20-15 „De Zilvervloot", zangspel. 21.15 „De man. die Donderdag was", luisterspel. 22.00 Nieuws en avondgebed. 22.35 „De kinderkamer", liederencyclus. Moussorgsky. 23.00 Broadway-cabaret. HILVERSUM II, 414.5 M., 218 M. en 1875 M. 8.00 Nieuws. 8.30 Voor den tuin. 8.45 Platen. 9.15 Causerie. 9.30 Platen op verzoek. 10.00 Gees telijk leven. 10.15 Strijkkwartet, Brahms. 11.00 Gedichten over Maart. 11.15 Kleinkunst. 12.00 Salonmuziek. 12.30 Zondagclub. 12,40 Koor. 13 00 Nieuws. 13.15 Lichte muziek. 13.50 Spoorwegen. 14.05 Boekenhalfuur. 14,30 Kamerorkest. 15.30 Filmpraatje. 15.45 Dansorkest. 16.30 Voor de vrouw. 16.40 Sport, 17.00 GG-cabaret. 17.30 Oome Keesje. 18,00 Nieuws en Sport. 18.30 Cursus Vrij zinnig Christendom nil. 19,00 Doopsgezinde kerk dienst. 20.00 Nieuws en Actualiteiten. 20.15 Wal sen. 20.45 Hersengymnastiek..21.15 Toscanini diri geert populaire muziek. 22.00 „Dornbey en Zoon", luisterspel. 22.35 Melodieuze muziek. 23.00 Nieuws. 23.15 Platen, „Tojo, een ernstig idealist" Yamoto Koemaitsji, vooraanstaand re- geeringsfunctionaris in Japan van 1942 tot 1944, heeft als getuige bij het internatio naal tribunaal te Tokio verklaard, dat Tojo moet worden beschouwd als een „idealist, die zich ernstig bezig hield met de bevrij ding van de Aziatische Ruim 4000 jeugdige gedetineerden De minister van Justitie heeft aan de Eerste Kamer doen toekomen een over zicht van de gedetineerden op 26 Januari 1947, die op of na 1 Januari 1923 geboren zijn- Het aantal dergenen, die geboren zijn tusschen 1 Januari 1923 en 31 December 1924 bedraagt 2323 en het aantal van hen, die na 1 Januari 1925 geboren zijn 1818. Totaal 4141. Het Ifotaal aantal op genoemd tijdstip in kampen gedetineerde jeugdige vrou wen bedraagt 196. Maandag HILVERSUM I. 301.5 M. 9.45 Nieuws. 10.00 Zangcluetten, 10.30 Morgen dienst. 11.00 Platen. 11.15 Voorlezing. 11,45 Fami lieberichten uit Indonesië. 12.00 Platen. 14.00 Voor jonge moeders. 14.20 Plano. 15.00 Platen. 15.30 Moderne fluitmuziek. 16.00 Bijbellezing. 16.45 Koor. 17.15 Muzikale uitzending voor de jeugd. 17.45 Hei Rijk over zee. 18.00 Sport. 18.30 Neder- landsche Strijdkrachten. 19.00 Nieuws. 19.15 Boek bespreking. 19.45 „Onze kleine zeevisscherlj". 20,00 Nieuws. 20.08 Vrouwenkoor. 20.50 Lijdens meditatie. 21.10 omroeporkest (Schumann. Schubert, Bizet). 22.00 Nieuws en Actualiteiten. 22.30 Pianosonate, Mozart. 22.45 Avondoverden king. HILVERSUM II, 414.3 M., 218 M. en 1875 M. 9.45 Nieuws. 10.00 Morgenwijding. 10.20 Voor zieken. 11.00 Voordracht. 11.10 Platen. 12.00 Or gel. 12.35 Platen. 13-00 Nieuws. 13.15 Lichte mu ziek. 14.00 Italiaansche liederen. 14.30 Voor de vroiiw. 14.45 Kamerorkest. 15.30 Voor de kleuters. 15.45 Opera en Operette. 16,30 Voor de jeugd. 17.30 Harmonieorkest. 18.45 Reportage. 19.00 Strijkkwartet. Van Beethoven. 19.25 „Artsen en ziekenfondsen". 19.40 Koor. 20.00 Nieuws en Ac tualiteiten. 20.15 „Cavaleria Rusticana", opera van Mascagni. 21.25 Luisterspel, 21.50 Metropole orkest. 22.20 Strljkkwatret, Bar tok. 22.45 Geeste lijk leven. 23,00 Nieuws. Midden Februari heeft het Neder landsch Instituut voor de Publieke Opinie aan tallooze over het geheele land ver spreide gezinnen de vraag gesteld: „Hebt u op het oogenblik kolen in huis?" Van de ondervraagden had een-en- dertig procent op dat moment geen kolen meer, de resteerende negen-en-zestig pro cent wel. Het bleek weinig uit te maken of men arm of rijk is of dat men in de stad of op het land woont. De minstbedeelden hadden het ook met de kolen wat slechter. Bijna veertig pro cent was kolenloos. Maar van de welge stelde gezinnen bleken er ook negen-en- twintig procent geen kolen meer te heb ben. De stedelingen waren er het ongun stigst aan toe. Toch was het verschil met het platteland, waar meer hout en turf ge stookt wordt, gering. De moeilijkheden met de brandstoffen zijn dus wel degelijk over alle volksgroepen verdeeld. De „kolen-verwachtingen" der onder vraagden waren evenmin gunstig. Op de vraag: „Verwacht u dezen winter met uw kolen en met de kolen, welke u eventueel noig denkt te ontvangen, te zullen uitko men?" antwoordde vijf-en-twintig procent bevestigend. Zeven-en-zestig procent vreesde echter, niet rond te komen adht procent wist het niet. Opmerkelijk is, dat de vragenstellers, ondanks deze weinig gunstige meeningen, veel begrip voor den moeilijken toestand, weinig gemopper en veel waardeerende opmerkingen over de prestaties der mijn werkers noteerden. LOUIS DAVIDS Deze groote artist wist met zijn gezellige levensware liedjes vol humor een gevoelige snaar te tref fen. Hij bezong de zon, de liefde en nog vele andere dingen die het leven glans geven en den mensch verkwikking kunnen brengen. Dat hij daarbij ook een liedje wijdde aan het „bakkie leut" kan moeilijk verwondering wekken. „LEUT" beteekent letterlijk „plezier" en feitelijk is er geen treffender be stempeling te vinden voor een goede kop koffie. Vooral als de koffie zoo kostelijk en verkwik kend is als die van De Gruyter, de koffie- en theezaak. (Adv.) De koordirigent -.S wij het muzikaal levensgebied van den koordirigent beschouwen, springt al dadelijk het groote verschil tussohen de instrumentale en vocale muziek in het oog. De instrumentale muziek heeft haar volle beteekenis in den onafhankelijken inhoud van de muziek zelf, belichaamd in melodie, harmonie, rythme en instrumen tale zetting (orkest of piano, enz.) en in het bijzonder in de vorm-constructie. Een symphonie moet voor den orkestdirigent een open boek zijn, al staat er geen woord in te lezen: en ook die orkestwerken die iets „weergeven" en dus programmatisch of illustratief zijn, zullen, als ze volwaar- dig-instrumentale muziek zijn, den dirigent geen andere .dan muzikale opgaven stellen. Met de vocale, dus de zang-mufdek is het geheel anders gesteld. Hier dienen, wij meteen een onderscheid te maken: de vo cale muziek die in constructieve eenheid met instrumentale muziek is gecompo neerd (Opera, Oratorium, Cantate, enz.) en de vocale muziek die zonder instrumen tale „begeleiding" geschreven is, dus de zoogenaamde a cappella-muziek. Het eerstgenoemde genre staat zeer dicht bij de instrumentale muziek; het verbindt de eigen algemeene eischen dezer kunst met de bijzondere eischen van het dramatisch gegeven, zooals deze in den tekst gesteld zijn- In vele gevallen van dit genre is de ideale eenheid of vereeniging zoek en overheerscht of de instrumentale of de vocale denkwijze van den componist. Is dit eigenlijk wel een absoluut gebrek? Men kan dit theoretisch heel aardig be redeneeren, maar de praktijk der muziek geschiedenis leert ons dat er vele meester werken bestaan, die theoretisch onlogisch van samenhang zijn. maar die ons tooh altijd totaal ontwapenen, Artistiek-theo- retisch gesproken is de „Zauberflöte" van Mozart, vergeleken met een muziekdrama van Wagner, een rammelend en nogal raar geval en nochtanso, Wagnerianen, laat uw zwaard met rust en aanvaardt Mozart's zorgelooze genialiteit; het kan u nooit berouwen. Ge kunt na een opvoe ring van de „Zauberflöte" aangenaam philosopheeren over het werkwoord kwin- keleeren en tenslotte vaststellen, dat het zoowel op de instrumentale als op de vo cale muziek van toepassing kan zijn. Bij de a cappella-muziek is alle instru- mentaliteit vermeden. Beter gezegd: de componist dezer muziek denkt van een an dere geluidswereld uit en laat zich leiden door de gevoelens en verbeeldingen, zoo als deze in den tekst zijn uitgedrukt. Het zou niet juist zijn te zeggen dat de mu ziek wordt ingericht naar of toegepast op de woorden- De componist, getroffen door den inhoud der woorden, vindt de muzi kale gestalte van den tekst en eert daar mee in muzikale uitdrukking den gevoels inhoud van hetgeen hij las. En zooals nu de tekst voor den componist beslissend was, zoo dient de dirigent van den a cap pella koorzang den gedachtengang van 'den componist te volgen, ook daar waar 1 even. dering van de Staatsschuld, die wegens ij begrootingstekort in een jaar evenveelïr' als de Vermogensheffing haar zal doen v minderen, namelijk met ca. f 2 miUbii Zoolang de staatsbegrooting niet in - wicht is, bestaat er voor een Vernic heffing geen deugdelijk motief. Dat de Nederlandsche bedrijven in 8 zen tyd een veel grooter bedrijfskani£o noodig hebben dan voorheen blijkt uit 8 thans gepubliceerde jaarverslagen, Dat\>j de Heemaf, die de dividendbetaling m 3.2 pCt. op de gewone en 4 pCt. op c?eD„ ferente aandeelen heeft hervat, leert n dat in den post „goederen" f 6.4 millta steekt tegen f 3.7 millioen einde 19437 dat deze rekening voor een goed deel do!! termijnbetalingen wordt gefinancierd V andere woordende eigen middelen 0» vennootschap zijn daarvoor thans onvtf doende; daarom wekt het eenige bevreL ding dat de directie het verlies van 10"! ad f 1.8 millioen door herwaardeerde u! den goederenvoorraad heeft weggewJ! en reeds weer tot uitkeering van divided overgaat, hetgeen feitelijk ten koste v*« de reserves geschiedt. Het zou ons niet v&* wonderen als de Heemaf na korter langer tijd tot uitbreiding van kapitaal za moeten overgaan, waardoor dan de her. vatting van de dividendbetaling over 18« verklaard zou zijn. Ook de Amsterdamsche Bank, die vooral tengevolge van de grootere rentewinst» haar dividend van 3 pCt. tot 5 pCt, Li. kunnen verhoogen, wijst er in haar versla» op dat de behoefte van kapitaal op |anJ termijn en aan kortloopend crediet hier i» lande zeer sterk gestegen is, waartegen- over staat dat de creditsaldi bij de banken langzamerhand verminderen en straks b'f de betaling der belastingaanslagen in L'. ke mate zullen terugloopen. Zoolang öezé betalingen niet zijn geëffectueerd, draw de kapitaalmarkt een abnormaal karakte-' temeer nu de regeering de particulier» vraag naar kapitaal controleert en teg«," houdt, teneinde den weg open te houda voor het beroep, dat zij mogelijk na korta tijd weer op de kapitaalmarkt zal wffla doen. Ook om die reden zou het de voorkei verdienen als de Staat zijn middelen uit. sluitend via de normale, hoewel abno';. maal hooge belastingen verkreeg. Door it belangrijke geldwinsten van vele bedril, ven en de sterk verhoogde loonen en sak- rissen stijgen ook de daarop gebaseerd» belastingopbrengsten in aanzienlijke mal; Panda en de Meesterdief 63. „Ahumeh" zei de hofmaarschalk. „U hebt toch een kaart van dit kasteel, heer schatbewaarder? Een kaart waar ook de schatkamer van den Koning en de ge heime ingang daarvan opstaan? Die hebt U toch, heer schatbewaarder?" „Jae, jae, gewis!" zei de schatbewaarder. „Hier hangt hetzelve!" en hij wees over zijn schouder naar de muur. Maar daar hangt niets!" riep de hofmaarschalk. „Eh grutjesWa.-wat? Waratje!" riep de schatbewaarder. „Daar hangt niets! Hoe, eh„Kom mee!" brulde de hofmaar schalk. „Ik ben een ontzettende misdaad op het spoor! Kom mee!" Hij sleurde den ver-1 het muzikale levensgeluk behoort. In dit zou denken. Hiermee ben ik aan de kern van de zaak. De echte koordirigent acht de uitvoering van a cappella-muziek zijn eigenlijke of in ieder geval zijn voornaamste taak. Hij weet dat het musiceeren der menschelijke stem in samenklank der natuurlijke re gisters: sopraan, alt, tenor en bas, de edelste muziekbeoefening is. Hij- begrijpt dat de goede verhoudingen in den samen klank het best bereikt worden zonder in strumenten; en dat de voortdurende studie der toon verhoudingen tot zijn eerste zorg behoort. Als goed musicus weet hij, dat de zuivere uitdrukking der gevoelens van den componist onmogelijk is wanneer niet ten eerste alle zaken van toonvorming en klankverhoudingen gestudeerd zijn. Maar als hij deze muzikale beginselen van zijn taak kent en er in zijn ziel van overtuigd is, dat hij alléén op deze wijze de vocale schoonheid dient en zijn koor daarmee muzikaal opvoedt, heeft hij ook het besef, dat er onderscheid is in koormuziek en koormuziek. Er is waarschijnlijk op geen enkel terrein der muziek met fatsoenlijke bedoelingen zooveel minderwaardigs ge maakt, als op het terrein der a cappella koormuziek. Tallooze gemengde koren en mannenkoren studeeren ijverig op onbe duidende, zeer smakelooze muziek en doen dit in onschuld. Het is zeer moeilijk hierin verandering te brengen, want allerlei fac toren zijn hierbij in het spel. Het moest waar zijn, dat alle koren tenminste vijftig procent van hun studie besteedden aan de klassieke koormuziek, dat alle koordiri genten de overtuigingskracht bezaten om aan hun koren het besef bij te brengen, dat men door het zingen der Nederland- sche en Italiaansche klassieken niet alleen de muzikale schoonheid dient, maar dat het ook een werkelijk pleizier is deze wer ken te studeeren en uit te voeren. Er zal wat Latijn vertaald moeten worden, er zullen nog meer moeilijkheden moeten overwonnen worden, maar een nobele eerzucht kan hierbij wonderen doen- Het is jammer dat de componisten van den later en tijd betrekkelijk weinig voor a cappellakoor hebben geschreven, maar ook deze houding zou wel veranderen, wanneer de koren hun peil verbeterden. De koordirigenten moeten htm taak be grijpen; anderzijds moeten de koren van bun dirigenten vragen om muzikale op voed' ng. In ons land behooren de namen van Sweelinek, Diepenbrock en Philip Loots bij elk goed koor vertrouwde namen te zijn. Maar de dirigenten moeten inzake muziekgeschiedenis bijzonder georiënteerd zijn in de oude Nederlandsche, Bourgon dische, Fransche, Italiaansche en Spaan- sche scholen en dienen met veel tact en overleg hun muzikaal enthousiasme over te brengen op de zangers. Moeten zij dit doen door een schoolsche redevoering, door een vermanend idealis tische bespiegeling, door een doordrijven van een of ander geestelijk principe? Neen, dit alles zou heelemaal verkeerd zijn. Om te beginnen staat het vast, dat bij elk koor de omstandigheden anders zijn en er dus geen vaste opvoedkundige methode kan zijn; ik geloof echter dat bij een voor zichtige keuze uit een stijl, die nog vreemd is voor de zangers, de dirigent met elke partij al zingende de mooie stemming der muziek en de echte vocale schoonheid dei- partijen 'tot leven kan brengen. De diri gent moet zich bewust blijven dat de ko risten uit liefhebberij bij elkaar komen; hij moet echter zijn koor het besef bij brengen, dat het zingen van mooie muziek tot dit pleizier behoort- Zeer streng-muzikaal en zeer streng- artistiek beschouwd staat de a cappella- koormuziek hooger dan de vocale muziek met instrumentale begeleiding. Ten eerste om muzikaal-natuurkundige redenen: de intervalbepalingen, mitsgaders de eischen van toonvorming inzake accoustiek en meer wat hiermee samen hangt, verschil len in wezen van de practijk der instru mentale muziek. Ten tweede is de muzi kale gestalte naar inhoud en vorm bij de a cappella-muziek op zichzelf een volledig heid, die voor zich zelf geen enkele aan vulling in melodie, harmonie of rythme van instrumenten behoeft. Het is hierom dat voor den koordirigent de studie van een werkelijk mooi a cappella-koor tot ten dan de raming en nu ook in Januari weer gebleken is, in welke maand f lj) millioen werd opgebracht tegen f 88 mil lioen in dezelfde maand 1946 en f 108 mil lioen als 1/12 van de raming voor 1947. De directie van de Heemaf schrijft in Ito verslag een oude, maar niet verouderde waarheid, namelijk dat een eerste voor waarde van kapitaalsvermeerdering is, dal er verdiend wordt en naarmate de rede ring daartoe de mogelijkheden vergroot ra] zij ervaren, dat ook de staatsinkomsten rui mer gaan vloeien. Het leven in cijfers Veel huwelijken en geboorten Het Centraal Bureau voor de Statistiek geeft voorloopige cijfers over den loop-der bevolking in 1946. Er werden 107.074 huwelijken gesloten (het gemiddelde cijfer over de jaren 1936- 1939 is slechts 69.179), geboren werden 283.802 kinderen, waarvan 6951 onwettig (gemiddelde cijfers 174.910 en 2447). Daar uit blijkt dus wel dat het geboortecijfer bijzonder hoog is, trouwens ook dat der huwelijken. Er overleden 79.784 menschen (gemid deld is het 74.688). Het sterftecijfer per 1000 kinderen beneden het jaar was 38.6. Over de jaren 1936-1939 was het 371, waaruit blijkt dat het in 1946 nog slecht* iets boven het gemiddelde was. Het sterftecijfer aan tuberculose der ademhalingsorganen was 3.3 per 10.000 in woners, tegen 3.2 in de jaren 1936-1939. schrikten schat bewaarder van zijn stoel en geluk zoowel publiek als koor te laten holde met hem door de gangen van het deelen is zijn taak. kasteel alsof zijn leven er van af hing..,. HENDRIK ANDRIESSEN. I Levendige belangstelling. De diplomatieke maat werker van Reuter schrijft, dat gezien ót felle critlek van Sovjet-Russische zijde op de tusschen de V. S., Engeland en Canada gc- sloten verdragen betreffende wapenstandaar- disatie, het Russisch-Poolsche verdrag, dat klaarblijkelijk eveneens wap'enstandaardlsa- tie en militaire samenwerking beoogt, met „levendige" belangstelling gevolgd wordt. Veiligheid. Dr. Herbert Ewatt, de Australische minister van buitenlandsche zaken, heelt In de volksvertegenwoordiging medegedeeld dat Australië zijn veiligheidsdiensten zal ver sterken, om te voorkomen, dat Australische communisten geheimen betreffende raketien aan een „vreemde mogendheid" zullen uit leveren. Terecht. Het Grieksehe liberale blad „To Vtoi" schrijft, dat de liberalen de hulp van de V S voor de verbreeding van het Grieksehe ï»- blnet niet wenschen. De parlementaire 0| sitie, aldus het blad, kent de gevaren van de buitenlandsche inmenging. Wij streven nas.' de macht, maar wenschen deze door het spel der normale parlementaire instellingen verkrijgen. Veelzijdige figuur. De academische orde van Sint Michael zal ter gelegenheid van haar lustrumfeest het bekende bronzen beeldje „Manneke-pis" in Brussel begiftigen met het I eere-doctoraat. De stedelijke overheid zal dc plechtigheid, waarbij het „manneke" de eere toga zal worden omgehangen, bijwonen, „Ondanks". Uit het artikel van het republikein- sche daghlad „Kedaulaten Rakjat" blijkt, dat ondanks krachtige maatregelen en het ver- toonen van Kraton-poesakas (een soort amuletten) de pest in Midden-Java nog steeds in groote mate heerscht. Onversaagd. Naar aanleiding van de betoogin gen van de zijde der Moslem-liga tegen de regeering is in de Voor-Indische provincie Pesjawar een 2500-tal arrestaties verricht. De betoogingen vinden niettemin voortgang. Meteoor. Bij het spoorwegstation Iman. In Oost- Siberië is op 12 Februari een enorme meteoor neergekomen. Deze is thans gevonden in geweldige krater waaruit een dichte stoom wolk "opstijgt. Het terrein om den Krater is bezaaid met omgevallen boomen. Schoolmaarschalk. Kesselring heeft zich ge ëxcuseerd voor een driftagen aanval tijdens zijn proces. Hij zei: „Ik ben geen schooljon gen. die men uren lang kan ondervragen over zaken, welke men een sergeant W vragen". Nog krachtiger. Volgens „Time" heeft een opinie-onderzoek uitgewezen, dat negentien procent van hei Amerlkaansche volk ee° voortzetting van de krach tige-maar-geduldl* ge politiek tegenover Rusland wenscht. £en* en-vijftig procent hoopt echter, dat Marshall nog „krachtiger" zou optreden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1947 | | pagina 2