C De ware aard der dingen Naar meer automatische mogelijkheden voor telefoondistrict Haarlem Twee bekroonde Fransche boeken Zorgwekkende getallen over landbouwwerkers Dienstplichtigen naar Indië Wereldnieuws J WOENSDAG 19 MAART 1947 IN DE WERELDPOLITIEK: Het is een typisch verschijnsel in de po litieke atmosfeer van vandaag, dat de de pressies en opklaringen in het Oosten de menschen het meest interesseeren en het diepst beroeren. Als Stalin tegen Elliot Roo sevelt zegt dat er geen direct oorlogsgevaar is, haalt men verlicht adem en voelt men zich gerustgesteld - totdat een heftige uit val van Molotof of Visjinski dezelfde vrees en dezelfde bange verwachtingen van voorheen weer levendig maakt. Als een Nederlandsch vakvereenigingsleider, die in Moskou op bezoek was, bij zijn terugkeer met stelligheid verzekert, dat het Russische volk den vrede wil, zegt de voorzitter van de vergadering, tot welke deze woorden gesproken werden, dankbaar te zijn voor de geruststellifig. Als een krant het bericht lanceert, dat de Russen met V-wapens ex perimenteeren, daalt de barometer tot storm en als de Russische delegatie in de UNO aandringt op drastische ontwapening wijst hij onmiddellijk mooi weer aan: Als men de zaak omdraait en eens gaat kijken welke gevolgen de weersverschijn- selen in het Westen voor de publieke opi nie hebben, komt men, merkwaardig ge noeg, tot andere resultaten. Wanneer Bevin in het openbaar verklaart, dat hij ten aan zien van den vrede vol goeden moed is, zegt men: „Maar wat meent Moskou?" en wanneer Truman in een met veel gerucht omlijste rede een krachtig verzet tegen de Russische bedreigingen in het Nabije Oos ten aankondigt, dan reageert men met een bang voorgevoel - niet voor de Ameri- kaansche plannen, doch voor de Russische reactie daarop. Zoo is het altijd weer Mos kou, dat als een sombere vulkaan den ho rizon verduistert en de menschen „in zwar te schaduwen hult". Altijd weer Moskou, dat de belangstelling heeft en waarvan de uitlatingen en verklaringen op een gouden schaal gewogen worden om een argument voor optimisme of pessimisme te vinden. Is Moskou belangrijker dan Washington? Is Moskou voor den vrede gevaarlijker dan Washington? Men is geneigd, da'arop snel en overtuigd te antwoorden, doch men moet daarbij bedenken, dat de „ware aard der dingen" soms gehuld is in een zeer overtuigend doch niettemin bedriegelijk kleed, dat gemakkelijk misleiden kan. Wanneer men de oprechte bedoeling heeft, de objectiviteit in dienst te stellen van de beschouwing der wereldverhoudingen, dan moet men beginnen met zich af te vragen, of er inderdaad een serieus gevaar voor den wereldvrede bestaat en van welken kant dit gevaar zich lot den sprong gereed maakt. Afgezien van het feit dat, zuiver technisch en zakelijk gezien, een oorlog in de eerste vijf en twintig jaar tot de onmo gelijkheden behoort, dient men te over wegen welke reden er voor een» of ander land kan zijn, aan te sturen op een oorlog, die voor dat land zelf onmeetbare en on voorziene gevaren inhoudt. Het Duitsche voorbeeld spreekt daarbij wel zoo duide lijke taal, dat over dit laatste niet veel be hoeft te worden gezegd. Het kan waar zijn, dat er vooral van Russische zijde veel on aangenaams aan het pdres van de Weste lijke mogendheden wordt gezegd, doch wanneer men kennis neemt van de onver bloemde oordeelen over het Sovjet-systeem en de Russische politiek die in het Westen in woord en geschrift ten beste worden ge geven, dan kan men in dit geval moeilijk van eenzijdigheid spreken. Het Westen is overwegend afkeerig van de communisti sche staatsidee, die niet overeenkomt met wat de oude cultuurwereld verstaat onder een democratische samenleving - de Rus sen zijn afkeerig van wat zij „dollardemo cratie" noemen en kunnen zich moeilijk vereenigen met de opvattingen die in de kapitalistische landen gelden ten aanzien van het sociale en politieke beginsel. Zoo wel in Oost als in West beschouwt men de eigen opvatting als de juiste en - wellicht is zoowel in Oost als in West die opvatting ook wel de juiste. Wie zal zich'daarover een Salomo's-oordeel aanmatigen? Op een der bijeenkomsten te Moskou kwam het dezer dagen nog zoo treffend tot uiting in een op zichzelf niet zoo belangrijk debat over de persvrijheid in de thans bezette landen Duitschland en Oostenrijk: Molotof legde er den nadruk op, dat zijn regeering onmogelijk kon tolereeren dat die persvrij heid de kans voor de bezette volken zou openlaten tot het verspreiden van nazi- propaganda. Met andere woorden, een be paalde beperking van de persvrijheid als middel tot een verhoogde veiligheid was voor hem zoo logisch en zoo geheel en al democratisch, dat hij het als het ware ab surd zou vinden, wanneer de Westelijke mogendheden in dit geval hun principe van volledige en onbeperkte vrijheid van druk pers zouden willen toestaan. Dit principe van Molotof, dat tevens het principe van het Sovjet-systeem is, zou in het nationale verband van een Westelijke natie een schending van het heilige grondwettelijke recht beteekenen - in Rusland, waar de natie als zoodanig nog ternauwernood aan duizend interne gevaren en moeilijkheden ontsnapt is en waar de Sovjetregeering eigenlijk nog lang niet toe is aan de volle dige wedergeboorte van het ontzagg'elijke rijk tot-een industrieel, sociaal en econo misch eindproduct, kan die volledige, in het Westen tot traditie gegroeide vrijheid eenvoudig niet worden geduld. Men kan het er mee eens zijn of niet - de Sovjet regeering heeft in nationaal verband te beoordeelen, wat zij voor hare onderdanen het beste acht en dat moet in de interna tionale politiek geen rol spelen. En wan neer de nationale welvaart der Sovjet-Unie eischt, dat er een vrije uitgang naar de Dardanellen wordt verkregen, dan is het streven daarnaar een even groote aanslag op den wereldvrede als het Amerikaansche streven naar uitbreiding van de invloeds sfeer der U.S.A. in de Pacific en de Mid- dellandsche Zee. Waar de uitloopers van die nationale politiek elkaar raken, daar ontstaan de wrijvingen en daar vallen har de woorden - daar wordt de kiem gelegd voor redevoeringen als die van Truman en voor kregelige opmerkingen als die. van Molotof. Maar waar is de serieuze oorlogs kans? De nationale welvaart van de Sovjet- Unie, noch die van Amerika, gedoogt een beslissing met de wapenen. Het is waar, dat zulle een vrede weinig meer" lijkt op dien, waarvan men in gouden droomen ge droomd heeft, doch dat is het noodlot van de menschelijke samenleving, die haar droomen maar zelden in realiteit ziet ver- keeren. Tenslotte gaat het er om, uit te vinden waarvoor men werkelijk en met reden bang moet zijn: Dat is dan niet enkel Moskou of enkel Washington, doch dat is de verblinding die zich kan meester ma ken van eiken politicus in elk land en van ieder volk in Oost zoowel als in West. De verblinding, die nationale welvaart en menschengeluk verwarren doet met macht en meesterschap. Op de symptomen daar van dient zorgzaam te worden gelet, want de ware aard der dingen in de wereldpoli tiek gaat vaak schuil onder schoone phra- sen, vaker dan onder ruwe en onaangena me, maar in ieder geval openhartige ver wijten. J. L. Kuest^snippers Igor Stravinsky, de Russische componist, pianist cn dirigent, die in het begin van deze eeuw met zijn „Sacre du printemps" de muziek wereld op zijn grondvesten deed wankelen, komt naar ons land om op 29 Mei met het Am- «terdamsch Concertgebouworkest te concer teeren. Igor's zoon Soulima zal tijdens dit concert zijn vaders pianoconcert spelen. Behalve Strawinsky zullen in het voorjaars- selzoen ook Paul Hindemilh. Leopold Stokows- ky en Henri Tomasl in den dirigentenstoel van het Concertgebouw plaats nemen. Franziska Gaal en Adolf Wohlbruck, die de laatste Jaren in Engeland onder den naam Anton Walbrook optrad, zullen de hoofdrollen in een groote muziekfilm, die te Weenen wordt voorbereid, vertolken. De bekende actrice Marie van Eysden— Vink vierde dezer dagen haar 83sten verjaar dag. Tientallen bloemstukken en honderden telegrammen en brieven uit alle deelen des lands bewezen, dat men haar nog niet ver geten is. De Haarlemsche filmkring H16 organi- sert op Zondag 30 Maart om 11 uur in het Luxor-theater een voorstelling van. het werk den Franschen regisseur René Clair: „Les deux timides". Carl Zuckmayer's „Heer over leven en dood" is door de Universal-international-studio's te Hollywood voor verfilming aangekocht. Campton Bennet, de spelleider van de Engel- sche film „De zevende sluier" zal de regie voe ren. De rolprent komt nog dit jaar gereed onder den titel „Verblinding". Alle oude abonnés zijn weer aangesloten en 1000 nieuive hebben hun telefoon Dc Haarlemsche meneer, die verwacht, dat zoodra de vorst geheel uit den grond is, met veel misbaar een auto van de P.T.T. voor zijn huis zal stoppen, om hem van de zoo hoognoodige telefoonaansluiting te voor zien, toont met zijn wensch een verkeerde gedachte te hebben voortgebracht: de ge dachte namelijk dat op het oogenblik Tante Pos maar weer „raak" aansluitingen uit deelt. De wachtlijst met 8000 namen voor het telefoondistrict Haarlem spreekt hier wel heel andere taal. Toch zijn alle oude klanten (11.000 in onze stad) weer aan 'hun telefoon geholpen en wanneer we bedenken, dat er eind 1945 nog maar 5000 aansluitingen hersteld wa ren, blijkt wel, dat de P.T.T. niet stil heeft gezeten. Integendeel, want behalve de 11.000 oude klanten konden nog ongeveer 1000 nieuwe geholpen worden, zoodat in het geheele district Haarlem, dat zonder Amsterdam met de Zaanstreek en het Gooi de provincie Noordholland omvat, op het oogenblik 27.000 aansluitingen in bedrijf zijn tegen 26.000 vóór den oorlog. De wachtenden zullen op den duur gehol pen worden, maar de chef van den admini stratieven dienst van het telefoondistrict Haarlem, wien wij deze gegevens danken, was niet bijster optimistisch over de ma teriaalpositie. Bovendien heeft de lang durige winter alle grondwerk tijdelijk on mogelijk gemaakt. A.Z.Z.-verkeer voor Haarlem op komst. De P.T.T.-menschen hebben de eigen aardige gewoonte om, net als hun broeders van de Spoorwegen, graag in afkortingen te spreken. Wanneer de 'heer J. J. Kolijn ons dan ook vraagt, of we nog iets willen weten van het toekomstige „A.Z.Z.-verkeer" moeten we het twee keer laten zeggen, om de letters te laten doordringen. Onze zegsrfian glimlacht toegeeflijk en onthult dan, dat „over eenigc maanden Haarlem 's Avonds, 's Zaterdags en 's Zon dags automatisch verbonden zal zijn met zoowat het geheele land". Heiaas is deze belangrijke uitbreiding van het automati sche verkeer voor onze stad overdag dan nog giet mogelijk, want het materiaal laat zooiets voorshands niet toe. De genoemde uitbreiding heeft toch nog aJ wat voeten in de aarde, want de centrale aan de Raaks moet uitgebreid worden: er kan maar niet zonder meer worden bijge bouwd, en dus zullen de nu nog door het personeel gebruikte zalen moeten worden ontruimd om plaats te maken voor appara tuur. Het gevolg zal zijn, dat een gedeelte van den Telefoondienst verplaatst wordt naar de P.T.T.-gebouwen aan de Nieuwe Gracht naast de bureaux van de Radio distributie. De automatiseeringsplannen brengen grootscheepsche technische veranderingen mee: nieuwe kabels zijn of worden gelegd, I door den dood verloren te hebben. Louis De radio geeft Donderdag HILVERSUM I. 301.S M. 9.45, 13.00. 19 00. 20 00. 22.00 uur Nieuws. 10.00 Leger des Heils. 10.15 Morgendienst. 10.45 Orgel. 11.00 Zonnebloem. 11.45 Familieberichten. 12.00 Angelus. 12.03 Fritz Kreisler, 12.30 Lunchconcert. 12.55 Zonnewijzer. 13.15 Als 12.30. 13.45 Voor de vrouw. 14.00 Espresslvo, 14.40 Causerie. 15.00 Sans Souci. 15.45 Koor. 16.00 Joh. de Heer. 16.45 Orkest, 17.30 Disco-klanken, 18.00 Orgel, 18.30 Strijdkrachten. 19.15 Lichte Opera. 19,35 Vaart i der volken. 19.45 RVD antwoordt. 20,08 Weer- j praatje. 20.08 Koor en orkest. 21.30 Band en plaat. 22.05 Actueel, geluid. 22.30 Kamerorkest. HILVERSUM II, 414.5 M.. 218 M. en 1875 M. 9.45 13.00. 18.00. 20.00, 23.00 uur Nieuws. 9.50 Arbeidsvitaminen. 10.30 Voor de vrouw. 10.35 Gr.pl. 10.50 Kleutertje luister! 11.00 Echoes of the Orient. 11.15 Stemmen uit Amerika. 11.30 Piano. 12.00 Sextet. 12.30 Spionnetje. 12.55 Piano. 13.45 Metropole-orkest. 14,00 Voor de Vrouw. 14.20 Cesare-trlo. 15.00 „Het Irene- fonds". 15.20 Reprises. 16.25 U kunt het geloo- ven of niet. 16.30 Spaansche muziek. 17.00 Ka- leidoscoop. 17.20 Dr. Portielje. 17.30 Orgel en piano. 17.50 Rijk over zee. 18.15 Skymasters. 18.45 Sport. 19.00 En nu naar bed. 19.00 Gr.pl. 19.45 Indië spreekt. 19 30 Volksmuziekschool. 20.05 Echo. 20.10 Orkest. 21.15 Hoorspel. 2L45 Op den drempel van de lente. Mysterie van de „Wilda" is thans opgelost Het schip was doorge varen naar een Spaan sche haven Het mysterie van de „Wilda", het eenige kustvaartuig uit het voor Indië bestemde convooi, dat tot nu toe niets van zich had laten hooren, is thans opgelost. Tijdens den mist in het Kanaal, waarbij de kust vaarders elkaar kwijt raakten, was de „Wilda" te ver uit den koers gevaren, om op het oogenblik, dat het zicht helderder werd, haar mede-lotgenooten nog in het vizier te kunnen krijgen. De oproep van den convooileider om in Brest te verzame len, is door den kapitein van de „Wilda" blijkbaar niet ontvangen en toen hij in de volgende dagen geen contact met de „Beta" had, is hij voorloopig de Spaansche haven Vigo binnengeloopen, mede wegens het slechte weer. Inmiddels is het radio- telegrafisch contact hersteld. Het te Brest liggende convooi, dat tot nu toe wegens zwaar weer niet kon uitvaren, heeft echter weer zee gekozen, met Gibraltar als voor- loopige bestemming. De „Wilda" heeft dat voorbeeld gevolgd. Verwacht mag dus worden, dat aan het eind van deze week het geheele convooi te Gibraltar weer bij elkaar zal zijn. Aparte bon voor jam en stroop gevraagd Het Tweede Kamerlid de heer Maenen heeft aan den minister van Economische Zaken gevraagd of het juist is, dat ver scheidene fabrieken, alsmede de groot- en kleinhandel over zeer groote voorraden stroop en jam beschikken waar geen afzet voor is. Naar de meening van de betrok ken fabrikanten zal handhaving van den gecombineerden bon (suiker, chocolade, stroop, jam etc.) binnenkort stillegging van deze stroop- en jamfabrieken tot ge volg hebben. De heer Maenen vraagt, jam en 9troop ten spoedigste zonder bon verkrijgbaar te stellen of voor deze artikelen een afzon derlijke bon aan te wijzen. kabels voor radio-telefonische verbindin gen, die, om het maar eens in gewone taal te zeggen, een draaggolf als die 'van een zender bevatten, waarop het gesprek wordt „geplant", kabels met de mogelijkheid om 270 automatische uitwegen per kabel te verwezenlijken en vele andere technische, voor den leek onbegrijpelijke telefoonsnuf jes zullen Haarlem een moderne en mach tige centrale verschaffen. Behalve de moeilijke grondstoffenvoor- ziening veroorzaakt de schaarschte aan ge schoold personeel vertraging bij de P.T. T. zooals overal elders. Maar in Haarlem zit men niet bij de pakken neer: wanneer het publiek eenig geduld betracht, zal het op den duur nog meer verwend worden, dan in de jaren vóór de teisterende bezet ting. Vliegtuig neergestort in <le Cordilleras Een toestel van de luchtvaartmaatschap pij TACA is ten Noordoosten van Medellin in de Cordilleras (Columbia) neergestort. Over het lot van de acht passagiers, allen Amerikanen, is nog niets bekend. Dit is het vierde vliegtuigongeluk in Columbia binnen de twee maanden. De opstand in Paraguay van het gemiddelde. Gehoorzaamheid werd zoo tot moedigste zelfverloochening. - In Chevrier vinden wij al hun reacties uitgebeeld: hij is individu en type tegelijk. Toen wij in 't nachtelijk uur de bommen werpers over ons hoorden heentrekken als hoop in onze benauwenis als onzichtbare bereiders van een verre verlossing, ging onze dankbaarheid uit naar de vliegers met wier gevoelens wij onbekend waren. Thans weten wij, dank zij den dichter, ro mancier en vlieger Jules Roy-Chevrier, dat angst en medelijden, onderdrukte zwakheid en moedige aanvaarding hen vervulden en dat droomen van menschelijkheid en vrij heid verweven waren in de koele, mee- doogenlooze strengheid der tecliniek. Zij zijn ons daardoor menschelijk nader gekomen en voor wat zij deden zijn wij des te dankbaarder. E. Voorstel tot liquidatie der Belgische nationale eenheid Socialisten stellen federatie tusschen twee autonome deelen voor Zooals wij reeds eerder in het kort meldden, heeft de Belgische Socialistische afgevaardigde der volksvertegenwoordi ging Grégoire, tijdens een persconferentie van het Nationaal Waalsch Congres, een uiteenzetting gegeven over zijn wetsvoor stel Wallonië autonomie te verleenen en België te verdeelen in twee gedeelten: Vlaanderen en Wallonië. Brussel zou vol gens dit voorstel een apart statuut krijgen. Spreker gaf als zijn meening te kennen, dat slechts federalisme een oplossing kan brengen voor de talrijke grieven der Wa len. Brussel begrijpt de nooden van Wal lonië niet en de Walen krijgen den indruk niet meer meester te zijn over eigen lot. Demographische redenen bepalen thans een Vlaamsche overheersching, hetgeen moge blijken uit het feit, dat er veel meer Vlaamsche parlementsleden zijn dan Waal- sche. Over enkele jaren zal dit nog erger zijn en volgens den heer Grégoire zullen de Walen langzamerhand worden uitgeslo ten van het nemen van belangrijke be slissingen- Spreker wees er in den loop van zijn betoog op, dat het federalisme binnen de landen en binnen de continenten een eisch van deze eeuw is. Hij merkte op, dat het voor de Walen bijzonder pijnlijk is vast te stellen, dat het algemeen stem recht, waarvoor Wallonië het meeste op de bres heeft gestaan, zich thans tegen hen keert- Volgens den heer Grégoire is de nor male werking der democratische instellin gen in België bij den huidigen stand van zaken niet meer mogelijk. Met een link- welke innerlijke noodzaak de als karakter sehe regeering is Wallonië het eens en Vlaanderen niet. met een rechtsche regee ring is het omgekeerde het geval. Een re geering van nationale eenheid is volgens spreker nog slechter want daarmede is niemand het eens. De oplossing ligt voor de hand: het federalisme. Er zal een fede rale kamer met rechtsche meerderheid in Vlaanderen moeten komen en eenzelfde instelling met linksche meerderheid in Wallonië. Bovendien zal er een confede ratie ingesteld moeten worden met een zelfde aantal Vlaamsche als Waalsche af gevaardigden, waar de wederzijdsche standpunten onderzocht zouden kunnen v&rden. Het komt er thans op aan te weten of het parlement bereid is een geste te doen, die aan de Waalsche openbare meening de mogelijkheid geeft te gelooven aan den goeden wil van diegenen, die de toekomst van het land in handen hebben, zoo zeide de heer Grégoire tenslotte. Indien de voor gestelde oplossing niet komt, dan zullen, onze tegenstanders de verantwoordelijk heid moeten 'dragen voor de mogelijke noodlottige gevolgen. J. J. GAUTIER, „Ilistoire d'un fait divers" - éd. Julliard Jules Roy „La Valléc heurcuse' éd. Chariot. December is voor de Fransche roman ciers de maand der belooningen, die hun in den vorm van letterkundige prijzen ten deel vallen. Zeer groot is in den loop der jaren het aantal „prix lïttéraires" gewor den, dat tegen Kerstmis schrijvers, critici en uitgevers in gespannen verwachting houdt. De bekendsten zijn: de prix Gon court, de prix Théophraste Rcnaudot, -de prix Femina, waarvan de eerste de meesf begeerde is en een groot verkoopsucces verzekert. Niet dat de keuze van de Acadé mie Goncourt steeds juist is; slechts eenige keeren heeft zij een jong schrijver be kroond, die zich later tot een van de be langrijkste Fransche romanciers ontwikkeld heeft. Dezen keer is de keuze zóó bedenke lijk geweest, dat een groep artiesten, wien, als alle Franschen, het goedmoedig be lachelijk maken van deftige genootschappen en bekende autoriteiten nu eenmaal in het bloed zit, een nieuwe „prix" gesticjit heb ben: die voor de jury, die de slechtste keuze doet en zij hebben dezen prijs met geest driftige welsprekendheid verleend aan de Académie Goncourt. Inderdaad, geen cri ticus behoeft bevreesd, te zijn, wegens ge brek aan tijdsafstand, een onjuist oordeel te vellen, als hij „Histoire d'un fait divers" onder de middelmatige werken rangschikt. Een „gemengd bericht" bevat echter zeer wel, zooals elk aan de gave werkelijkheid ontleend gegeven, stof voor een grootsche schepping. Stendhal heeft dat overtuigend bewezen, door, uitgaande van een „Recht- zaken"-bericht,den onvergankelijken roman van een tijdvak en een generatie te schrij ven „Le Rouge et le Noir", die terecht in het Nederlandsch vertaald is. Doch ook als de romancier het krantennieuws als een op zichzelf staand gebeuren wil behandelen, kan hij het tot een boeiende, aangrijpende ervaring opheffen, door de drijfveeren en de psychische reacties van den „held" aan vaardbaar en diens menschelijke tragiek voelbaar te maken. J. J. Gautier is daarin niet geslaagd. Zooals in vele moderne ro mans toont de schrijver den lezer eerst de ontknooping: een metaalarbeider vermoordt zijn derde, een lichtzinnige en ontrouwe vrouw. De rest van den roman tracht te ver klaren, hoe de armzalige Louis Cappel tot zijn daad gelromen is, na door zijn snibbige eerste vrouw, die „hooger op wil", ver laten te zijn en zijn tweede, een goedige huissloof, die hem een smal geluk bracht, Cappel onderscheidt zich in niets van den convontioneelen arbeider uit de gepaten teerde realistische romans en de schrijver slaagt er niet in duidelijk te maken uit Het heele Noorden van Paraguay ongeveer een achtste deel van 't land is thans in de macht van. de opstandelingen. Hun gebied wordt in het Westen door de Para- guayrivier begrensd, in het Noor den en Oosten door Brazilië, in het Zuiden loopt het froyit ongeveer langs de Rio Ypane. Alle verbindingen tusschen Asun cion, de hoofdstaden de havens aan de rivier zijn verbroken, waardoor de voedselsituatie kritiek is geworden. Volgens de regeering bestaat het rebellenleger uit 3000 man, maar volgens de opstande lingen uit 30.000 man. De regeering heeft inmiddels den staat van oorlog afgekondigd. onbelangrijke, in Parijs verzeilde dorpeling Cappel tot een moord gedreven wordt. Men zou den roman dan ook spoedig terzijde leg gen, zoo de auteur niet een zeer vaardig schrijverstalent bézat. Zijn krachtige, afge meten stijl vermag relief te geven aan de personen en het dikwijls preciose détail, de meestal juiste toon der dialogen, de korte penseelstreken waarmee hij arbeiders- milieux schildert, verleenen leven aan zijn psychologisch onbelangrijke uitbeelding. De prix Théophraste Renaudot is terecht ten deel gevallen aan een van de beste boeken, die de oorlog geïnspireerd heeft. „De gelukkige vallei" zooals de R. A. F. spottenderwijze hel Roer-industriegebied noemde, is geen roman. De zes verhalen, die het boek vormen, vinden hun samen hang en eenheid in Chevrier, den comman dant van een bommenwerper. St. Exupéry heeft door zijn „Vol de Nuit' en „Pilote de guerre" reeds bewezen, dat de luchtvaart de literatuur kan verrijken met een aangrijpend gegeven: niet de spanning .van gevaarlijke avonturen, maar de reac ties van warme menschelijkheid in den vlieger, hoog boven den strijd der men schen, hun vreugde en hun leed. In de eenzaamheid van zijn machine kwam St. Exupéry tot de idee der menschelijke soli dariteit; Jules Roy mediteerde er over het lot der menschen en der menschen plicht. Chevrier is ontroerend en levensecht als individu. Opgesloten in de cockpit, als hij in een groep van 1200 vliegtuigen het Rijn dal moet bombardeeren, is hij willoos en blind onderdeel van een feillooze machine rie, die, van een verre landbasis, de route uitstippelt, het tijdstip der handelingen vaststelt, keeren en wenden regelt. Terug keer op de basis is slechts te danken aan een gelukkige spreiding van het afweerge schut, dood of leven is een kwestie van centimeters. Zonder vreugde vervult Che vrier dan ook zijn verschrikkelijke rol. Zijn onderworpenheid aan de machine is slechts mogelijk en te aanvaarden, omdat hij ge dragen wordt door een innerlijke zeker heid: dat hij strijdt voor den eerbied voor den mensch en voor landen, waar de vrij heid naar leven haakt. De onzichtbare en toch steeds aanwezige metgezel is de dood, Alcide, zooals Morin, de kameraad van Chevrier, hem geteekend heeft op zijn krib: tandeloos, kaal, grijn zend, afzichtelijk. „Dat idee van den dood vergalde alles". De vliegers voelden zich alsof zij op een aambeeld lagen en niet wisten, waar en wanneer zij geslagen zou den woi'den. Angst en onzekerheid, doch geen zucht naar roem of patriotische luid ruchtigheid vervulden dan ook de meeste vliegers, wanneer zij opstegen om in Stutt gart, Bochum, de Roer, dood en vernieti ging te brengen. Zij leefden in een wereld, waarin de cijfers koel en hard de doods- waarschijnlijkheid bevestigden. Bewezen statistieken niet, dat men gewoonlijk bij de 20e vlucht verongelukte? Niettemin on derwierpen zij zich aan die noodlottige wet De „groote stad" zuigt aan het platteland Het Landbouw-eeonomiseh Instituut heeft dezer dagen een belangwekkende enquête voltooid die een inzicht geeft in de „bevolkings-vlucht rniar de ste den" van het platteland. Zeven en dertig plattelandsgemeenten, zoowel van de zee- als de rivierklei, ge meenten met specifieke tuinbouworiëntee- ring en plaatsen in het zand- en weide gebied werd in dit onderzoek betrokken. Als resultaat wordt thans meegedeeld, dat er nog steeds een dalende lijn in het aan tal „agrarische arbeidskrachten" te bespeu ren valt: sinds 1939 zijn in de onderzochte 37 gemeenten ongeveer 4400 mannelijke arbeidskrachten uit den landbouw afge vloeid. De achteruitgang bleek het grootst te zijn bij de inwonende knechten en de losse arbeiders. H«t. instituut teekent hier bij aan, dat wanneer deze cijfers als typeerend voor de rest van Nederland worden beschouwd, van 1939 tot 1946 het aantal mannelijke arbeids krachten in den landbouw met 80.000 a 85.000 zou zijn afgenomen. Wanneer men dan bedenkt, dat dit cijfer nog niet eens rekening houdt met den snel len bevolkingsaanwas in ons land, zal het 'begrijpelijk zijn welk een zorg dit ver schijnsel in landbouwkringen baart. Als grondoorzaak geeft het Landbouw- economisch Instituut de nog steeds bestaan de trek naar grootere plaatsen en steden aan. TWEEDE KAMER (Van onzen parlementairen redacteur Zonder hoofdelijke stemming nam Kamer na een zeer korte gedachtenwisse- ling het wetsontwerp ,,Rechtvoorzienjn. 1947" aan. Heel wat meer tongen kwamen er los naar aanleiding van het wetsvoor. stel, dat, gelijk de Grondwet thans voor- schrijft, de machtiging bevat om dienst- plichtigen van de landmacht ook zonder hun toestemming naar Indië te zenden. De meeste sprekers knoopten aan hun be schouwingen meteen opmerkingen vast die het beleid inzake Indië raakten en on-1 der andere ook Verband hielden met de volgens de persberichten door de regee- ring aan de Commissie-Generaal gegeven machtiging om Linggadjati te ondertee- kenen. Vier communisten trokken van leer te gen het machtigingsontwerp, onder andere omdat zij, zooals bijvoorbeeld de heeren De Groot en Schoonenberg. van meening waren dat onze troepen in Indië bezi» waren daar een „typisch kolonialen oorlog" te voeren een stelling, door mr. Joe!«s (P. v. d. A.) als volkomen onjuist weer^ legd. De regeering kreeg overigens voor haar wetsontwerp steun. Zonder voorbe- houd en met volle overtuiging deden dit mr. Vonk (P- v. d. V.), de heer Tilamy (C.-H.) en mr. Roosjen (A.-R.) Deze laat ste moest echter niets hebben van even- tueele samenwerking met de T.R.I. het. geen zijns inziens zou neerkomen op hulp aan Soekarno ter consolideering van de republiek. De regeering moest onze jon- gens niet aldus voor een gewetensconflict plaatsen, hetgeen wel eens spoedig het ge.' val kan zijn, als weldra, gelijk de jongste berichten lieten verwachten, de onderteek kening van Linggadjati een feit zou wor den. Tot de voorstanders van het ontwerp behoorde voorts de heer Van Vliet (K. V. P.), die een betere vergoedingsregeling voor de gezinnen van de in Indië dienende militairen bepleitte, alsook de heer Ver meer (P. ,V. d. A-) en mr. Joekes (p, v, d- A.) Maar deze laatste twee sprekers lieten toch een wat meer gereserveerd ge luid hooren en zoo stelde in het bijzonder mr. Joekes de vraag aan de bewindslieden achter de regeeringstafel, of het inderdaad het plan is onzen troepenomvang te hou- den binnen de daarvoor aangegeven gren zen in de bestandsbepalingen van 14 Octo ber 1946 en tevens of het de bedoeling j de troepen zoo spoedig mogelijk te lata terugkeeren. Het gebeurde bij Modjokerto en andere teere kwesties van actueelen aard kwamen mede ter sprake. Ofschoon minister Fïévéi waarlijk wel de gave bezit terstond en goed op debaters in te gaan, was het zeker in de gegeven omstandigheden volkomen begrijpelijk, dat hij er de voorkeur aan gaf niet onmiddellijk, maar den volgenden dag te antwoorden. Voetbal Voorloopig Nederlandsch elftal tegen Malmö Het voorloopig Nederlandsch elftal, dat op 26 Maart in het stadion Feyenoord te Rotterdam in het veld zal treden tegen de Zweedsche ploeg Malmö, is als volgt sa mengesteld: Doel: Kraak (Stormvogels). Achter: Van Bun (M.V.V-) en Van d Linden (Ajax). Midden: Spierenburg (N-E.C.), Möhring (Enschedé) en De Vroet (Feijenoord). Vóór: Drager (Ajax), Wilkes (Xerxes), Roozen (Haarlem), Rijvers (N.A.C.) en Bergman (Blauw Wit). Reserves: Van Raalte (Blauw Wit), Pot- harst (Ajax), Stroker (Ajax), Lakenberg (N.E.C.) en Schaap (Donar). De wedstrijd vangt aan om 5 uur des namiddags en zal worden geleid door d Van Moorsel. Panda en de Meesteivdief 72. Joris liep kalm op de auto toe en deed alsof hij den chauffeur en de soldaten niet zag. „Dat is-em!!" riep de chauffeur. ,Dat is de vent, die deze auto heeft gesto len.' Een klap op mijn oog heb ik van hem gehad!" „Goeden dag!" zei Joris, beleefd zijn hoed afnemend. Maak een weinig ruimte, eenvoudige man! Wij wensen onze wagen weg te rijden!" „Pak hem beet!" gilde de chauffeur, „Hij is een dief!" Ehpardonzei Joris koeltjes. Weet dat wij de broeder des konings zijn, goede man! Wees voorzichtig, of wij zullen U wegens majesteitsschennis laten vervol gen! Houdt dezen opgewonden burger op een afstand, dappere krijgers! Wij hebben geen tijd te verliezen!" De soldaten wisten niet goed wat ze moesten doen, ze aarzel den en in die tijd'stapte Joris kalm in de auto terwijl de arme chauffeur schold en raasde.... Drie kameraden. De geallieerde commissie van onderzoek in Griekenland is onverrichter- zake teruggekeerd van haar reis naar oen rebellengeneraal Markos. De generaal had het namelijk te druk met oorlogvoeren om de heeren te ontvangen. De Russische en Poolsche leden van de commissie zijn ech ter achter gebleven om den generaal alsno? te spreken te krijgen. De Grieksche tolk van de commissie is evenmin teruggekeerd, daar hij het rébellenleven blijkbaar zoo aantrekkelijk vond, dat hij zich bij de gue rilla's heeft aangesloten. (U. P.) Zieke man heeft honger. Andrei Vishinsky, doelende op Turkije's houding in en na den oorlog, zei onlangs: „Turkije herinnert ml) aan het Russische sprookje over den man, die toen hem gevraagd werd om te gnan werken, zei: „Ik heb maagpijn", doch toen hem gevraagd werd om te komen eten, uit riep: „Waar is mijn groote lepel". (U, P.) Uitsluitend? De voorgestelde leening der V. S. aan Turkije zal uitsluitend worden gebruikt, voor de ontwikkeling van Turkije's in- dustrieele capaciteit en de opvoering van de productie, aldus Nasjmi Kisjmir, de Turksche minister van financiën. Kükje nemen. Een Amerikaansch vlooteskader van 12 schepen, waaronder een vliegtuig- moederschip, zal Jn de komende dagen een bezoek aan Griekenland brengen. De Griek sche regeering is hiervan officieel in kennis gesteld. Echte queue. Naar de „Observer" meldt, zijn de twintig leden van de Opperste Sovjet, die een bezoek aan Engeland brengen, uiterst verlangend om het Engelsche leven in alle geledingen te bestudeeren. Een .van heeft den wensch uitgesproken om een tijdje in een echte Engelsche queue te mogea staan. Eindelijk iets geheel nieuws. Men is in Eng land begonnen met een geheel nieuw soort tank met een geheel nieuw soort kanon en voorzien van geheel nieuwe vindingen te bouwen, weet de „Daily Express" te melden. Duitsche technici zouden hulp verleenen bij de fabricage. Belangengemeenschap. Het republikeinsche blad „Kedaulatan Ra'jat" schrijft, dat de republiek sinds haar vestiging de sympathie geniet van. de Aziatische en Arabische lan den plus die van Engeland en de V, S. om economische redenen en die van Australië en de Sovjet-Unie om politieke redenen. „Harry's come-back". Volgens het laatste opinie-onderzoek in de V. s. is de popula riteit van President Truman gestegen. Hij kreeg 51 der stemmen tegen 32 in No vember 1946 en 87 °/o in 1945, „Mein (schwarzer) Kampf". Hitler's boek „Mein Kampf" is thans op de Duitsche zwarte markt 2000 Mark waard, verklaarde een officier van de „Education Branch" van het Amerikaansche militaire gouvernement in. Duitschland. iTime)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1947 | | pagina 2