Onderteekening van Linggadjati
zal niet worden uitgesteld
Tuinders protesteeren tegen de
wateronttrekking aan de duinen
Visscherij Snuf jes
De snuifdoos
van den Keizer
ZATERDAG 22 MAART 1947
IJ MUIDER COURANT
Kamerdebat Dinsdag wellicht mosterd na den
maaltijd
tip minister van Overzeesche Gebieds-
jatipn Jir J. A. Jonkman, heeft in de ver.
Stag van de Tweede Kamer Vrijdag-
een verklaring afgelegd over de
Verhandelingen met de vertegenwoordi-
- de republiek Indonesië.
ne minister herinnerde aan de op 10
rveember afgelegde regeeringsverklaring,
Hp daarop gevolgde gedacntenwisseling en
ap op 20 December aangenomen motie-
oLmeVan der Goes van Naters.
De regeering heeft toen verklaard, dat
hrt haar voornemen was de Commissie-
wneraal te machtigen de overeenkomst te
onderteekenen, met dien verstande, dat die
onderteekening haar tot niets meer of an-
Hprs verbindt dan wat volgens de door de
Commissie-generaal opgestelde toelichting
V overeengekomen met onverkorte inacht
neming van wat de regeering terzake in
de vergadering der Tweede Kamer verkla
ren zou Zij had daaraan doen voorafgaan,
dat de Commissie-generaal in die toelich
ting had verwerkt al wat zij ter verduide
lijking aanvulling of uitbreiding dezer
overeenkomst met de Indonesische delega
tie had afgesproken en eindigde haar ver-
Maring in dezen zin, dat zij m dezen geest
bereid was de door de Commissie-generaal
medegebrachte ontwerp basis-overeenkomst
te doen onderteekenen.
Door de aanneming' van de motie-Romme
—Van der Goes van Naters heeft de Kamer
zich vereenigd met het ten deze door de
regeering voorgenomen beleid. De Kamer
was van oordeel, dat de wederzijdsche ver
bintenis, welke de regeering het dienstig
achtte met vertegenwoordigers van de re
publiek Indonesië aan te gaan, bij juiste
uitvoering daarvan inderdaad de mogelijk
heid opent om het noodzakelijke duurzame
samengaan tusschen Nederland en Indone
sië op den grondslag van de beginselen der
Koninklijke rede van 7 December 1942 te
verwezenlijken.
De Commissie-Generaal heeft bij brief
van 3 Februari de Indonesische delegatie
op de hoogte gebracht van den gang van
zaken in Nederland en zich bevoegd en
bereid verklaard de reeds geparafeerde
optwerp-overeenkomst nu ook te onder
teekenen. Zij heeft de Indonesische dele
gatie gevraagd of ook deze hiermede haar
instemming kon betuigen.
In haar brieven van 14 en 21 Februari
heeft de Indonesische delegatie geant
woord dat zij slechts gemachtigd was de
ontwerp-overeenkomst te onderteekenen,
zooals die luidde op grond van de zeven
tien artikelen, alsmede van de schriftelijke
correspondentie (te weten de drie brieven
van 20 en 25 November over den buiten-
landschen dienst) en van de gedeelten uit
de notulen, welke ingevolge die notulen
bindend blijken te zijn voor een of beide
partijen, en deze notulen overigens be
schouwd kunnen worden als een bijdrage
tot den uitleg van den tekst der overeen
komst.
Zij kon geen gevolg geven aan .de uit-
noodiging, in te stemmen met de verkla
ring der Nederlandsche regeering, vooral
aangezien dan de overeenkomst zou wor
den achtergesteld bij die unilaterale ver
klaring.
In de door de Indonesische delegatie ge
opperde bezwaren is het misverstand terug
te vinden, dat tengevolge van de behan
deling der ontwerp-overeenkomst hier te
lande was ontstaan, als zouden er twee
Linggadjati's zijn en als zou de Nederland
sche regeering het tweede Linggadjati aan
de Indonesische regeering hebben willen
opleggen.
De Commissie-Generaal heeft in haar
brief van 2 Maart deze misverstanden uit
den weg pogen te ruimen en heeft vervol
gens voorgesteld, dat de Indonesische dele
gatie eventueel haar bijdrage tot de inter
pretatie der ontwerp-overeenkomst zou
leveren en mogelijke bezwaren tegen den
zakelijken inhoud van de toelichting der
Commissie-Generaal en van de regeerings-
■verklaringen van 10 en 19 December zou
kenbaar maken. Dit zou dan tot een be
spreking tusschen beide delegaties kunnen
voeren en tot een bilateraal slotprotocol
kunnen leiden.
De Commissie-Generaal meende ten
slotte te mogen veronderstellen, dat beide
delegaties eenstemmig van oordeel zouden
blijken te zijn, dat een groot aantal nij
pende problemen van de Indonesische
volkshuishouding zoo dringend om een
snelle oplossing vragen, dat deze bespre
kingen niet in nieuwe langdurige onder
handelingen, doch zoo spoedig mogelijk in
onderteekening moesten uitmonden.
Hierop heeft de Indonesische delegatie
den löen Maart geantwoord. Zij vermeldde,
dat zij krachtens de motie van goedkeuring
van het beleid van de regeering van de
republiek inzake de onderhandelingen met
de Nederlandsche regeering in de plenaire
zitting van het „Komité Nasional" van 5
Maart door haar volksvertegenwoordiging
was gemachtigd de geparafeerde "ontwerp
overeenkomst te teekenen. Van de rechtzet
ting der misverstanden bleek zij met vol
doening te hebben kennis genomen. Op het
voorstel der Commissie-generaal om tot
gemeenschappelijke interpretatie te komen,
meende'zij evenwel niet te moeten ingaan,
omdat dat tot uitvoerige besprekingen zou
leiden, welke in vele opzichten een her
haling van vroegere besprekingen zou op
leveren en waardoor men niet binnen den
gestelden termijn tot een resultaat zou
komen.
Zij verklaarde echter, dat wanneer het
de bedoeling is van de Nederlandsche re
geering, harerzijds niet tot onderteekening
over te gaan dan op de wijze, door haar
gesteld in de vergadering van de Tweede
Kamer van 10 December 1946, de Indone
sische delegatie kan verklaren, dat zij er
geen bezwaar tegen heeft de toelichting
der Commissie-generaal, de verklaring van
de Nederlandsche regeering van 10 Decem
ber 1946 en de redevoeringen van den mi
nister van Overzeesche Gebiedsdeelen van
19 en 20 December op te vatten als te zijn
de weergave van datgene, waaraan de Ne
derlandsche regeering zich harerzijds door
de onderteekening van de basis-overeen
komst gebonden acht en wat deze zich voor
neemt te doen verwezenlijken bij de uit
werking. Zelf wilden zij zich evenwel niet
aan deze stukken binden. Na onderteeke
ning zal er haars inziens nog ruimschoots
lelegenheid zijn om de inzichten en bedoe
lingen van de Nederlandsche regeering aan
^zamenlijke bespreking te onderwerpen.
Zij eindigde haar brief met de uitnoodi-
gnig, derhalve onverwijld tot onderteeke
ning over te gaan, opdat begonnen kan
worden aan de oplossing van de nijpende
problemen van herstel en opbouw.
Zondagavond 16 Maart is het telegram,
behelzende dit antwoord van de Indonesi
sche delegatie, hier ontvangen.
Maandagmiddag 17 Maart heeft de mi
nisterraad daarover vergaderd en is de
Commissie-generaal tot onderteekening ge
machtigd, na te hebben bevestigd, dat het
inderdaad de bedoeling der Nederlandsche
regeering is niet tot onderteekening over te
gaan dan op de wijze, in dat antwooi'd nog
eens weergegeven.
Denzelfden dag heeft mijn ministerie,
m. d. v., de brieven opgesteld, waarbij aan
u en aan den heer voorzitter der Eerste
Kamer den tekst van het door de Com
missie-Generaal op 15 dezer van de Indo
nesische delegatie ontvangen aritwoord
werd aangeboden en in den ochtend van
Dinsdag den 18en zijn deze brieven op de
griffies der Staten-Generaal bezorgd.
Onder het antwoord van de Indonesische
delegatie heeft de minister een aanteeke-
ning geplaatst, luidende: „Aangezien uit
dit antwoord blijkt, dat de Indonesische
delegatie zich ermede vereenigt, dat de
onderteekening van de ontwerp-overeen
komst de Nederlandsche regeering tot
niets meer of anders bindt dan tot wat
volgens de door de Commissie-Generaal
opgestelde toelichting is overeengekomen
met onverkorte inachtneming van wat de
regeering zelve dienaangaande verklaarde,
is de Commissie-Generaal thans gemach
tigd tot onderteekening der overeenkomst
van Linggadjati over te gaan".
Die aanteekening was vertrouwelijk
op dat antwoord gesteld, om de reactie
van de Commissie-Generaal op de ver
strekte machtiging af te wachten alvorens
die hier openbaar te maken.
De Commissie-Generaal, de haar ver
strekte machtiging blijkbaar alleszins aan
nemelijk en uitvoerbaar achtende, heeft
die al spoedig gepubliceerd en de regee
ring verwacht binnenkort de onderteeke
ning van de geparafeerde overeenkomst
van Linggadjati.
De regeering heeft onmiddellijk na ont
vangst van het antwoord van de Indone
sische delegatie van 15 Maart besloten de
Commissie-Generaal tot onverwijlde on
derteekening te machtigen. Ten eerste om
dat zij vond, dat dit antwoord getuigde
van het oprechte verlangen tot vernieuw
de samenwerking, waarvan de aanhef der
ontwerp-overeenkomst gewaagt.
Ten tweede omdat dat antwoord aan
vaardt, wat de regeeringsverklaring van 10
December uitdrukkelijk verlangde, dat on
derteekening de Nederlandsche regeering
tot niets meer of anders verbindt dan tot
wat zij toen zich bereid verklaarde zich te
verbinden.
Ten derde omdat de regeering er van
overtuigd is, dat het voor het welslagen
der politiek van de regeering: den grond
slag te leggen voor een vernieuwde duur
zame samenwerking tusschen de volkeren
van Nederland en Indonesië, noodzakelijk
is de overeenkomst van Linggadjati zoo
spoedig mogelijk op voor beide partijen
aannemelijke voorwaarden te sluiten, zoo
als zij nog onlangs bij de behandeling van
het XlIIe hoofdstuk der Rijksbegrooting
1947 in de Eei'ste Kamer uiteenzetten
mocht en bovendien onder meer:
Ten vierde omdat op de basis van het
politiek accoord de bevrijding der overige
geïnterneerden zal kunnen worden bespoe
digd en voltooid.
Ten vijfde en ten zesde omdat alleen die
samenwerking de militaire en financieele
spanningen en lasten van Nederland en In
donesië kan verlichten en dragelijk maken
kan.
Ten zevende, ten achtste en ten negende
omdat die samenwerking onontbeerlijk is
om de voedselvoorziening weer veilig te
stellen, den regelmatigen uitvoer te her
stellen, de economische reconstructie vol
ledig aan te pakken en om het bij een
tiende overweging te laten, om verdere ver
warring, die onze betrekkingen met andere
landen zou kunnen vertroebelen, te voor
komen.
Er is nog één pun't, dat de regeering ern
stig heeft overwogen. Hoe verhoudt zich
deze oplossing tot de uitspraak door de
Kamer in de motie-RommeVan der Goes
van Naters neergelegd? En in het bijzonder:
komt dan de'wederzijdsche verbintenis tot
stand, welke naar zij aannam door het door
de regeering voorgenomen beleid werd na
gestreefd?
De regeering beantwoordt deze vraag
aldus: Tijdens de beraadslaging over de
ontwerp-overeenkomst van Linggadjati
stond ook de regeering voor oogen dat par
tijen in verder overleg zouden komen tot
een gemeenschappelijke interpretatie van
de overeenkomst en daarop zich wederzijds
zouden verbinden. Ook hier echter bleek de
weg ongebaand en het te zoeken pad op
begaanbaarheid te moeten worden be
proefd. Vier richtingen konden worden in
geslagen.
Sommigen meenden, dat de Nederland
sche interpretatie eenvoudig door de Indo
nesische delegatie zonder meer behoorde
te worden aanvaard. Dit heeft de Neder
landsche regeering nooit gewild.
De regeering stelde zich voor dat ook de
Indonesische delegatie zou willen bijdragen
tot het juiste begrip van wat overeenge
komen was. Deze weg bewandelde de Com
missie-Generaal in haar brief van 2 Maart.
Al spoedig echter bleek, dat deze weg
slechts uiterst moeilijk tot het doel zou
voeren. De Nederlandsche interpretatie
toch werd door de Indonesische delegatie
weinig overzichtelijk geacht, daar uitleg
ging van den tekst, gedachte-uitwerking en
verwachtingen van de toekomst daarin
dooreen zijn geweven en aan volledige
overeenstemming dus wellicht uitvoerige
besprekingen vooraf zouden moeten gaan.
Om aan dat bezwaar tegemoet te komen
heeft de regeering aan haar Memorie van
Antwoord op het 'voorloopig verslag der
Eerste Kamer een artïkelsg'ewijze toelich
ting toegevoegd. In diezelfde Memorie van
Antwoord heeft de regeering nog eens aan
gegeven wat voor haar de hoofdzaak was,
namelijk dat de Indonesische delegatie zich
er mede zou vereenigen, dat onderteekening
van de ontwerp-overeenkomst haar tot
niets meer of anders bindt dan tot wat
volgens de door de Commissie-Generaal
opgestelde toelichting is overeengekomen
met onverkorte inachtneming van wat zij
zelve dienaangaande verklaarde.
Dit leidde tot een derde oplossing.
De Nederlandsche regeering heeft haar
interpretatie van de overeenkomst in de
toelichting van de Commissie-Generaal be
schreven en in de regeeringsverklaring en
de ministerieele redevoeringen uitgespro
ken en de Indonesische delegatie verwijst
voor haar interpretatie naar dezelfde bron-
De gaande en de kom.ende man. Generaal
MacNarney is afgetreden als militair gou
verneur der Amerikaansche bezettings
zone, en opgevolgd door Luchis Clay
(links) die voordien zijn plaatsvervanger
was. Een hartelijke handdruk: „Succes!",
en „Goede reis!"
nen: de 17 artikelen, de officieele corres
pondentie, de notulen, zonder zich aan de
door de Nederlandsche regeering daaruit
al geputte interpretatie te binden. Deze weg
is thans gevolgd.
Deze gekozen oplossing voldoet niet al
leen aan de regeeringsverklaring van 10
December, maar levert naar het oordeel
der regeering ook in dezen zin een weder
zijdsche verbintenis op dat beide partijen
aanvaarden, dat de Nederlandsche regee
ring haar interpretatie heeft vastgelegd en
de Indonesische regeering voor de hare
naar de notulen deed verwijzen. Bovendien
wordt afgesproken dat na de onderteeke
ning, bij de uitwerking, waar de uitleg zou
kunnen blijken te verschillen, door geza
menlijke bespreking nader naar overeen
stemming zal worden gestreefd. Zoo zal
ook de uitwerking der arbitragebepaling
van een gezamenlijk ^opgesteld reglement
afhankelijk zijn.
Een vierde mogelijkheid ware geweest
dat de Nederlandsche regeering van haar
interpretatie zou hebben afstand gedaan en
beide partijen den uitleg der overeenkomst
volkomen aan later onderling overleg of
arbitrage zouden hebben overgelaten. Dan
zou de regeering haar verklaring van 10
December hebben verlaten, waartoe zij
uiteraard niet bereid is."
Na de verklaring van minister Jonkman
bleek de overgroote meerderheid van de
Kamer geen lust of behoefte te hebben, een
allerlaatste poging te ondernemen, de re
geering te bewegen van onderteekening van
Linggadjati af te zien of anders haar, voor
dat het tot die onderteekening zou komen,
ten val te brengen.
De heer Schouten (A.R.), wien men
de eer moet geven van zich ten volle con
sequent te hebben gedragen, trachtte het
zoover te brengen. Hij wenschte onmiddel
lijk een debat, want dan zou men daarin
en daardoor misschien het Kabinet nog tot
herziening hebben kunnen brengen van de
reeds -genomen beslissing tot machtiging
om te onderteekenen. Maar mr. Van der
Goes van Naters (P.v.d.A.) en prof.
R o m m e (K.V.P.) voelden niets voor zulk
een overhaaste reactie op de door minister
Jonkman verstrekte mededeelingen. An
ders was het met den heer T i lanus (C-.
H.), in zooverre, dat deze ook de voorkeur
gaf aan het voorstel van den president om
pas Dinsdag de discussies te laten begin
nen, doch dat hij tevens op grond van
eenige door hem ontwikkelde, overigens
zwak aandoende, argumenten als zijn ver
wachting uitsprak, dat de onderteekening
eerst na afloop van het debat aan de orde
zoy kunnen komen. Die illusie werd hem
echter onmiddellijk ontnomen, want toen de
voorzitter terstond na die woorden van den
C.H.-fractieleider zeide, aan te nemen dat
de beslissing der regeering een onherroepe
lijke was, knikten de premier en de minis
ter van Overzeesche Gebiedsdeelen
overtuigende wijze bevestigend.
De heer Schouten, die reeds als zijn
oordeel uitsprak, dat het kabinet blijkbaar
met zijn beleid een pad was gaan betreden
dat op ernstige wijze afweek van den weg,
dien het destijds verklaard had te zullen
volgen, lokte nu de verklaring van den mi
nister-president uit, dat de regeering we
gens den toestand in Indië in 's lands belang
niet bereid was tot opschorting van de
onderteekening. Wonderlijk genoeg ver
leende de heer Tilanus hierop geen
steun aan het voorstel-Schouten om het
debat onmiddellijk te laten beginnen. Met
de A.R.-fractie stemden alleen de heeren
Schmall (C.H.) en De Hartog (P. v. d. V.)
voor, zoodat het voorstel met 5713 stern-
men verworpen werd, waarna het besluit
viel. Dinsdag het debat te laten beginnen,
hetgeen dan als de onderteekening voor
dien is geschied in zekeren zin als mos
terd na den maaltijd aandoet.
D.H.C.-STORMVOGELS
Stormvogels komt als volgt uit: Kraak;
Sohriemer, Snoeks Sr.; Goedhart, Sch'oorl,
Hoogendijk; Meyer, Aland, Snoeks Jr., de
Boer. Opbergen.
Waterwinning uit het
IJsselmeer bepleit
Te Egtmond-Binnen is onder voorzitter-
ichap van den heer J. de Waard een pro
testvergadering gehouden van tuinders
iegen de wateronttrekking aan de duinen
door liet Provinciaal Waterleidingbedrijf in
'oordholland.
De vergadering, die bijgewoond werd
door het lid der Provinciale Staten, den
heer Roozen, het oud-lid der Provinciale
Staten den heer J. Valkering, een vertegen
woordiger van den Rjjkstuinbouwconsulent
door den voorzitter en secretaris van de
commissie voor een goede waterregeling in
Kennemerland, was door een groot aantal
tuinders uit de Egmonden .bezocht. Ook de
burgemeester van Egmond, de heer H.
Niele, woonde de vergadering bij.
Uit de discussies bleek, dat het vraag
stuk der wateronttrekking de tuinders met
groote zorg vervult. De praktijk van de
laatste dertig jaar heeft naar de meening
der tuinders wel bewezen, dat de steeds
voortschrijdende wateronttrekking aan de
duinen honderden hectaren vroeger goeden
tuingrond waardeloos maakt en dat het be
staan van vele tuinders langs de duinen
ernstig bedreigd wordt, omdat vele terrei
nen, die vroeger drassig waren, nu door
volkomen droogte ongeschikt zijn voor
tuinbouw of bollenteelt.
Intusschen is in 1942 ook in de Egmon-
derduinen een secundair pompstation ver
rezen en zullen nog meer boorputten in
deze duinen geslagen worden. Er bestaan
plannen om onder Bergen nog meer duin-
terreinen aan te koopen voor de waterwin
ning. Naar het Statenlid Roozen mededeel
de, denkt het Waterleidingbedrijf door deze
verspreide waterwinning de tuinders zoo
veel mogelijk tegemoet te komen. De tuin
ders echter zijn van meening, dat de zoet
waterreservoirs in de oude waterwingebie
den uitgeput zijn en het zoute water daar
begint te stijgen en dat daarom door het
P.W.B. de waterwinplaatsen over het ge-
heele duingebied verspreid worden. Zij
achten het gevaar niet denkbeeldig, dat
zooveel zoet. water aan de duinen onttrok
ken wordt, dat het zoute water zoo hoog gaat
stijgen, dat de tuinbouw onmogelijk zal
worden.
Zij staan daai*om op het standpunt, dat
niet verder gegaan mag worden met water
aan de duinen te onttrekken en dat water
gewonnen moet worden uit het IJsselmeer,
waartoe vóór den oorlog reeds een zuive
ringsinstallatie was gebouwd. Deze is ech-
„Oproer in de gevangenis". (Thalia) is
het verhaal van een gevangenisgeestelijke,
wien de Carnegiemedaille voor heldenmoed
werd toegekend. Pater Patrick O'Neill, van
de orde der Benedictijnen was een held tij
dens den grooten opstand in de Colorado-
gevangenis van Canon City, die uitbrak op
3 October 1929.
Hoewel de geschiedenis, die men te zien
krijgt verzonnen is en de namen gefingeerd
zijn, is het gebeuren op zichzelf opgedragen
aan alle geestelijken, die gedetineerden
hulp en bijstand verleen en.
Pater Joe Collins heeft in de enorme ge
vangenis, waar meer dan drieduizend man
nen vertoeven, te kampen met wantrouwen
eri tegenwerking. Toch gelooft hij aan het
goede in ieder mensch en organiseert hij
lessen en zorgt hij voor de noodige ont
spanning. Eén der gevangenen, die een fi-
nancieelen misstap heeft begaan doch niet
slecht is, wordt door een verdorven element
gebruikt. Een show voor een te houden
feestavond is daarbij een belangrijk onder
deel in zijn plannen. Een spion onder de
gevangenen verraadt echter het plan en de
bewakers worden van vuurwapenen voor
zien. Het dooden van den spion door den
aanvoerder der bende is het sein tot den
bloedigen opstand, die op sensationeele
wijze door Pater Joe wordt bedwongen.
„De witte wals" (Rex). Lise Delamare
speelt de hoofdrol in deze Lumina-film, clie
de geschiedenis brengt van een jong com
ponist, die studeert voor den Prix de Rome
en die liefde heeft opgevat voor een stu
dente in de medicijnen. Deze Helène Ma-
delin bekostigt haar studie door als as
sistente in een ziekenhuis te werken. Deze
twee persoonlijkheden botsen herhaaldelijk
en zoo kon het gebeuren dat de jongeman
na een ziekte voor eenige maanden naar
de bergen vertrekt, waar hij een oud-mede
studentje uit zijn conservatorium ontmoet.
In dien lang vervlogen tijd heeft dit meisje
een groote liefde voor hem opgevat en
thans komt die weer boven. Zij is echter
ongeneeslijk ziek en als Hélène haar ver
loofde komt opzoeken, kiest hij toch weer
deze en na een liefderijke verpleging van
Hélène eindigt de film met den dood van
het zieke studentje. Terzelfder tijd viert de
componist zijnfeerste triomfen in Parijs.
ter door de Duitschers geroofd. De nieuv,re
installatie-moet uit Amerika komen. Aan
gezien het water, gewonnen uit het IJssel
meer slechts Va cent per kubieke meter
meer kost dan het duinwater, zijn de tuin
ders van meening, dat het betrekken van
water uit de' duinen tot enkele winter
maanden beperkt moet blijven en dat voor
de rest van het jaar water uit het IJssel
meer gewonnen moet worden. De tuinders
rondom Beverwijk staan op het standpunt,
dat er een kanaal moet worden aangelegd
voor de bevloeiing der tuingronden, die.
engevolge van de wateronttrekking aan
de duinen door het P.W.B. en door de voort
schrijdende industrialisatie van Velsen en
Beverwijk, droog zijn komen te liggen. In
Egmond is men geen voorstander van dit
kanaal, omdat de kosten door de tuinders
zelf gedragen moeten worden, zoodat zij,
aldus de meening der tuinders, tweemaal de
dupe van de wateronttrekking Zouden wor
den. Degenen, die profijt hebben van het
duinwater, zullen volgens deze tuinders
ook dit kanaal moeten bekostigen.
De voorzitter van de afdeeling Egmond
van de vereeniging „Bloembollencultuur'"
wilde een ernstig protest doen hooren tegen
de steeds verder gaande water-onttrekking
aan de duinen. Het heeft geen zin, zoo be
toogde hij, den Noord-Oostpolder te ont
ginnen, als elders honderden hectaren aan
de boeren en tuinders worden ontti-okken.
Moeten de jónge tuinders emigreeren, om
in verre landen het Nederlandsche product
te gaan beconcurreeren?
Tenslotte werd een commissie benoemd,
die het protest tegen de wateronttrekking
zal leiden en aan zal dringen op de stich
ting van een waterzuiveringsinstallatie aan
het IJsselmeer van een dergelijke capaci
teit, dat er zooveel water uit het IJsselmeer
gewonnen kan worden, dat slechts enkele
wintermaanden uit de duinen het water ge
haald behoeft te worden.
Leerlingen van cle Jan Ligthart-
scliool op excursie
Dezer dagen hebben leerlingen van de 6e
klasse van de Jan Ligthartschool een ex
cursie gemaakt naar Amsterdam. Het be
hoeft geen betoog dat, ondanks het vroege
uur, allen op tijd present waren. Een wel
willende vader had voor vervoer gezorgd,
zoodat ér geen trein bij te pas behoefde te
komen.
De oudste bewoner van het Aquarium,
een 64-jarige steur, werd met een bezoek
vereerd. De Walvisehtentoonstelling vond
veel waardeering, temeer daar gedurende
den afgeloopen winter op allerlei wijze de
„Willem Barendsz" in het middelpunt der
belangstelling heeft gestaan.
De middag werd gevuld met een bezoek
aan een modern courantenbedrijf, dat in
volle werking was. Vóór deze excursie had
men beslag weten te leggen- op een film
over stroocarton- en papierfabricage, zoo
dat men niet geheel vreemd tegenover het
bedrijf stond. De groote papierrollen, die
de jongens en meisjes eiken dag zien ver
voeren door de trucks van Van Gelder, ver
lieten nu voor hun oogen als bedrukte cou
ranten per expetitie-auto de hoofdstad.
Het was een zeer interessante middagles,
besluit van een glorieuzen dag.
Onderlinge dam-compctitie
D.C.IJ.
DXXVII.
We krijgen in IJmuiden dus een super
trawler. Dit woord is misschien wat al te
weidsch, want als we het over super
trawlers hebben, denken we aan booten
van 1000 ton en meer. De boot die nu voor
IJmuiden is aangekocht is 8 m langer dan
de Haarlem en de Delft en het wordt dus
verreweg de grootste van de IJmuider
vloot. De tonnage van dezen nieuwen
trawler is me niet bekend, maar naar de
opgegeven maten te oordeelen zal hij
500 a 600 ton zijn en dat is een flinke
schuit, want onze normale Noord-booten
halen hoogsten 350 ton. De Norma Marie
is, naar ik meen ongeveer 340 ton en dat
is een flinke knaap, waarmee je overal
kunt gaan visschen.
De komst van deze boot beteekent na
tuurlijk het begin van een omwenteling
in het visscherijbedrijf, want we gaan naar
de filets. Een speciaal fileerbedrijf hebben
we al in IJmuiden, hoewel nog op kleine
schaal. We zullen moeten afwachten of de
nieuwe trawler (die nog lang niet in de
vaart is), speciaal gaat visschen voor dit
bedrijf, wat niet vreemd zou zijn, want er
bestaat ongetwijfeld een zekere band tus
schen beide.
Overigens blijkt uit vele dingen, dat het
fileerbeclrijf in ons land nog In de kinder
schoenen staat, want er zijn nog wel eenige
kwesties op te lossen. Wie mag nu eigen
lijk fileeren?
Er heeft langen tijd twijfel bestaan of
de groothandel mag fileeren, maar aan
dezen twijfel is een einde gekomen door
een verklaring van het Bedrijfschap, vol
gens welke de groothandel het wel mag,
doch niet machinaal. Wil een groothande
laar machinaal fileeren, dan dient hij zich
eerst met het Bedrijfschap te verstaan. En.
krijgt dan zeker ook wel een vergunning.
Het is wel vreemd: officieel mag je eigen
lijk niets meer, maar als je beleefd vraagt,
krijg je veel gedaan Maar toch: eerst vra
gen Zoo houden we onze ambtelijke instan
ties immers in het leven
Over de prijzen van de filets is ook nog
niet alles in kruiken en kannen. Voor ka
beljauwfilets is nu een prijs vastgesteld en
wel f 1.10 per kg inclusief verpakking voor
den reeder, f 1.25 inclusief vracht en ver
pakking voor den groothandel en f 1.55
voor den kleinhandel, de consumptieprijs
dus. Maar wat verstaat men hier onder
kabeljauw? Ja, kabeljauw is kabel
jauw gadus morrhua maar hier
gaat het niet om de soort, maar om de
lengte, want gul is ook kabeljauw en daar
om klopt er hier iets niet. Als er geen
andere bepalingen komen zullen de filets
wel heel klein uitvallen, vrees ik. En wat
kosten de schol- en koolvischfilets? Wan
neer er eens een groote aanvoer van kool-
visch komt en men wil fileeren, weet men
niet-, wat men er voor betalen of bereke
nen moet.
Deze week is de onderlinge damcompe-
titie voortgezet. De uitslagen luiden: B. Du-
kel-I-I. de Boer 2-0, G. Postma-B. Dukel
1-1, H. de Boer-F. Dukel 0-2, Dixhoorn-
Krikke 1-1, J. v. Straten-G. Po.stma 2-0.
Eerste klasse: D. OttJ. Waal 20,
NieuwenhuizenD. Ott 1-1, VoogsJ.
Waal 2-0, L. HaverJ. Smid 0-2, P. v. d.
VeldeJ. Jonker 02, NanneKoetsier
afgebroken.
Tweede klasse. Lichtendaal-v. d. Gaag
2-0. J. BroekTh. Groen 2-0, Th. Groen-
K. Prins 0-2, C. Kaan-Leeuw 2-0. K. Krab-
Dubbeld 0-2, P. Swier-v. d. Bos 0-2, K..
PrinsTh. Groen 0-2, v. BeelenPrins
2-0, Dubbeld-C. Kaan 0-2, C. Kaan-Th.
Groen 2-0, v. d. GaagKrab 2-0.
De Vikingbank weer
in4Dmuiden
De stoomtrawler Vikingbank is vier we
ken na zijn vertrek uit IJmuiden, Vrijdag
middag weer in de Visschershaven aange
komen. De trawler had een reis naar de
Lofoden gemaakt en was met 2800 manden
visch naar Grimsby gestoomd, waar de
vangst verkocht werd. De besomming be
droeg f 35000.
Oogenschijnlijk is dit een succesvolle
reis, maar als we daarmee het resultaat
van de Flamingo vergelijken, dan valt het
wel even tegen. Laatstgenoemde trawler
maalde in denzelfden tijd twee Noordzee
reizen met een totale besomming van
f 43000.
De Oostzee was in Engeland
Met slechts 200 manden visch was Don
derdag aan den afslag de stoomtrawler
.Oostzee. De trawler had in Engeland ge
markt en had daarna nog eenige dagen ge-
vischt. Wegens kolengebrek moest de traw
ler de visscherij echter afbreken.
De afslag begint nu weer om zeven uur,
op verzoek van den vischhandel. Nu er
meer export komt werd het soms haast-
je-rep-je om klaar te komen en ook het
stijgen van de temperatuur maakt het
gewensoht, dat de visch zoo gauw mogelijk
weg komt.
Over den grooten aanvoer van dichte
visch is de handel niet bijster te spreken.
In het belang van den vischhandel is het
te hopen, dat er aan boord wat meer ge
stript wordt.
Zoo is er altijd wat te wenschen in het
visscherijbedrijf, vooral in dezen tijd, nu
alles nog zoo gereglementeerd is. Maar dan
is er ook nog eens wat te schrijven. Wat
zou ik moeten beginnen met mijn Snufjes
als alles in IJmuiden van een leien dakje
ging. En we moeten toch ook wat te mop
peren hebben.
PIETERMAN.
Distributienieuws
De inwoners van IJmuiden, Velsen
(dorp) en Öriehuis, wier namen beginnen
met de letters W t.m- Z. kunnen Maandag
24 Maart nieuwe bonkaarten halen in het
Patronaatsgebouw.
Schoenenbonnen.
Voor het halen van schoenenbonnen zijn
Maandag diegenen aan de beurt, wier na
men beginnen met de letters L t.m. Q.
Dinsdag de letters R t.m. S. Alleen zij,
wier T.D- nummer eindigt op 0, 1 4 of 8
en die in het bezit zijn van een inlegvel,
waaraan zich de bonnen 614 en 612 bevin
den, komen in aanmerking.
Ajgeeda voor Velsen
en IJmuiden
ZATERDAG 22 MAART.
Thalia. 7 en 9.15 uur: Oproer in de ge
vangenis.
Rex. 7 en 9 uur: De Witte Wals.
De Pont. 8 uur: Russische Rhapsodie.
ZONDAG 23 MAART.
Thalia. 2.30 en 4.30 uur: De groote
Wherry-race.
Thalia. 7 en 9.15 uur: Oproer in de ge
vangenis.
Rex. 3, 7 en 9 uur: De Witte Wals.
De Pont- 2.30 -5 en 8 uur: Russische
Rhapsodie.
FEUILLETON
door John Dickson Carr
Vertaald door Alice van Iterson
Opnieuw knikte Eve heftig. Ze wierp
een haastigen blik op degenen die haar
omringden; een blik, die een beroep, een
smeekbede was
Deze vrouw was bezig Dermot Kinross'
nuchteren kijk op de dingen aan het wan
kelen te brengen. Het was angstwekkend,
hij werd er een beetje bang voor, het was
verkeerd.... Nog nooit in zijn leven had
hij een dergelijk gevoel gehad. Toch zei
het koele, altijd redeneerende verstand
hem, dat Eve behalve op het punt, waar
zij had geaarzeld de waarheid sprak en
had gesproken.
„Om op den heer Atwood terug te ko
men", vervolgde de prefect, „u zei zooeven,
dat hij van de trap is gevallen en zijn neus
heeft bezeerd. Had hij geen enkele andere
kwetsuur?"
„Geen andere kwetsuur? Ik begrijp u
niet".
„Heeft hij bijvoorbeeld zijn hoofd
niet bezeerd?"
Eve fronste de wenkbrauwen. „Dat kan
ik niet zeggen. Het is best mogelijk. Het
is een hooge, steile trap en hij heeft een
vreeselijken val gedaan. Ik kon in het don
ker niet zien wat er gebeurde. Maar het
bloed kwam in ieder geval uit zijn neus".
Monsieur Goron glimlachte verstrooid
alsof hij dit wel verwacht had.
„Chère Madame, gaat u verder".
„Ik heb hem door de achterdeur uitge
laten
„Waarom door de achterdeur?"
„Omdat de straat aan den voorkant vol
met politie-agenten was. Hij ging weg. En
toen gebeurde het. De achterdeur van mijn
huis heeft een veerend slot. Terwijl ik daar
stond, werd de deur door den wind dicht
geslagen én ik was buiten gesloten".
Na een korte pauze, waarin de verschil
lende leden van de familie Lawes elkaar
nieuwsgierige blikken toewierpen, sprak
Helena op een toon van vriendelijke te
rechtwijzing. Zij knipperde met haar
oogen.
„Maar kindlief, daar moet je je in ver
gissen", zei ze. „De deur werd dichtgesla
gen door den wind? Weet je dat wel ze
ker?"
„Er is dien heelen nacht geen zuchtje
wind geweest", kwam Janice tusschen-
beide. „We hebben het er nog over gehad,
toen we in den schouwburg waren".
„Dat dat weet ik".
„Dus kindlief...." protesteerde Helena.,
„Ik bedoel, ik heb er ook aan gedacht.
Het schoot mij pas later te binnen, toen
ik nadacht over de verklaring van dit al
les, dat het wel mogelijk was, dat iemand
nu ja, dat iemand opzettelijk die deur
dicht geduwd kon hebben".
„Aha!" zei Monsieur Goron- „En wie?'
„Yvette. mijn dienstbode." Eve klemde
haar handen in elkaar en wiegde in haar
stoel heen en weer alsof zij pijn had.
„Waarom heeft zij toch zoo'n hekel aan
mij?"
Monsieur Gorons wenkbrauwen gingen
steeds verder omhoog.
„Laten we elkaar goed begrijpen, Ma-
dpme. U beschuldigt er Yvette Latour van,
dat zij de deur opzettelijk aan den binnen
kant heeft gesloten en u heeft buiten ge
sloten?"
„Ik zweer u, dat ik niet weet wat dit
alles te beteelcenen heeft. Ik doe mijn
uiterste best om er achter te komen, wat
er eigenlijk gebeurd is".
„Dat doen wij ook, Madame. Gaat u
verder met dit interessante relaas. U was
dus in den achtertuin
„Begrijpt u het dan niet? Ik was buiten
gesloten! Ik kon niet naar binnen!"
„Niet naar binnen? Maar mijn hemel,
Madame, u hoefde toch alleen maar te
bellen of te kloppen, niet waar?"'
„Daar zouden de bedienden wakker van
zijn geworden en dat was juist wat ik niet
wilde! Ik kon het idee, dat Yvette wak
ker zou worden, niet verdragen
„Die blijkbaar al lang uit zichzelf wak
ker was en Madame om een of andere re
den buiten de deur had gesloten. Ik smeek
u, Madame", zei Monsieur Goron, terwijl
hij zijn stem zoo kalmeerend mogelijk liet
klinken, „maakt u zich niet overstuur. Ik
ben niet van plan u strikvragen te stellen
of u in een val te lókken. Ik probeerde al
leen de waarheid te halen uit hetgeen
Madame vertelt".
„Maar het is de waarheid!"
„De gehééle waarheid?"
„Toen herinnerde ik mij, dat ik een
sleutel van de voordeur in het zakje van
mijn pyjama had. Ik rende den hoek van
het huis om. naar de voorzijde en ging
naar binnen. Zoo heb ik mijn ceintuur ver
loren. Ik kan mij zelfs niet herinneren,
wéar ik het ding verloren heb, maar ik
bemerkte, dat het verdwenen was, toen
iktoen ik mij waschte".
„Ah!"
„Ik denk, dat u die ceintuur ook gevon
den heeft?"
„Ja, Madame. Neemt u mij niet kwalijk,
als ik er uw aandacht op vestig, maar er
is een kleinigheid, die door deze geschie
denis niet opgehelderd wordt. Ik bedoel:
het splintertje van agaat, dat in het kant
van Madame's ochtendjapon gevonden is".
Eve sprak kalm.
„Daar weet ik niets van af. U zult me
moeten gelooven, wanneer ik dat zeg".
<Wordt vervolgd)