Onderteekening van Linggadjati zal niet worden uitgesteld Tuinders protesteeren tegen de wateronttrekking aan de duinen Visscherij Snuf jes De snuifdoos van den Keizer ZATERDAG 22 MAART 1947 IJ MUIDER COURANT Kamerdebat Dinsdag wellicht mosterd na den maaltijd tip minister van Overzeesche Gebieds- jatipn Jir J. A. Jonkman, heeft in de ver. Stag van de Tweede Kamer Vrijdag- een verklaring afgelegd over de Verhandelingen met de vertegenwoordi- - de republiek Indonesië. ne minister herinnerde aan de op 10 rveember afgelegde regeeringsverklaring, Hp daarop gevolgde gedacntenwisseling en ap op 20 December aangenomen motie- oLmeVan der Goes van Naters. De regeering heeft toen verklaard, dat hrt haar voornemen was de Commissie- wneraal te machtigen de overeenkomst te onderteekenen, met dien verstande, dat die onderteekening haar tot niets meer of an- Hprs verbindt dan wat volgens de door de Commissie-generaal opgestelde toelichting V overeengekomen met onverkorte inacht neming van wat de regeering terzake in de vergadering der Tweede Kamer verkla ren zou Zij had daaraan doen voorafgaan, dat de Commissie-generaal in die toelich ting had verwerkt al wat zij ter verduide lijking aanvulling of uitbreiding dezer overeenkomst met de Indonesische delega tie had afgesproken en eindigde haar ver- Maring in dezen zin, dat zij m dezen geest bereid was de door de Commissie-generaal medegebrachte ontwerp basis-overeenkomst te doen onderteekenen. Door de aanneming' van de motie-Romme —Van der Goes van Naters heeft de Kamer zich vereenigd met het ten deze door de regeering voorgenomen beleid. De Kamer was van oordeel, dat de wederzijdsche ver bintenis, welke de regeering het dienstig achtte met vertegenwoordigers van de re publiek Indonesië aan te gaan, bij juiste uitvoering daarvan inderdaad de mogelijk heid opent om het noodzakelijke duurzame samengaan tusschen Nederland en Indone sië op den grondslag van de beginselen der Koninklijke rede van 7 December 1942 te verwezenlijken. De Commissie-Generaal heeft bij brief van 3 Februari de Indonesische delegatie op de hoogte gebracht van den gang van zaken in Nederland en zich bevoegd en bereid verklaard de reeds geparafeerde optwerp-overeenkomst nu ook te onder teekenen. Zij heeft de Indonesische dele gatie gevraagd of ook deze hiermede haar instemming kon betuigen. In haar brieven van 14 en 21 Februari heeft de Indonesische delegatie geant woord dat zij slechts gemachtigd was de ontwerp-overeenkomst te onderteekenen, zooals die luidde op grond van de zeven tien artikelen, alsmede van de schriftelijke correspondentie (te weten de drie brieven van 20 en 25 November over den buiten- landschen dienst) en van de gedeelten uit de notulen, welke ingevolge die notulen bindend blijken te zijn voor een of beide partijen, en deze notulen overigens be schouwd kunnen worden als een bijdrage tot den uitleg van den tekst der overeen komst. Zij kon geen gevolg geven aan .de uit- noodiging, in te stemmen met de verkla ring der Nederlandsche regeering, vooral aangezien dan de overeenkomst zou wor den achtergesteld bij die unilaterale ver klaring. In de door de Indonesische delegatie ge opperde bezwaren is het misverstand terug te vinden, dat tengevolge van de behan deling der ontwerp-overeenkomst hier te lande was ontstaan, als zouden er twee Linggadjati's zijn en als zou de Nederland sche regeering het tweede Linggadjati aan de Indonesische regeering hebben willen opleggen. De Commissie-Generaal heeft in haar brief van 2 Maart deze misverstanden uit den weg pogen te ruimen en heeft vervol gens voorgesteld, dat de Indonesische dele gatie eventueel haar bijdrage tot de inter pretatie der ontwerp-overeenkomst zou leveren en mogelijke bezwaren tegen den zakelijken inhoud van de toelichting der Commissie-Generaal en van de regeerings- ■verklaringen van 10 en 19 December zou kenbaar maken. Dit zou dan tot een be spreking tusschen beide delegaties kunnen voeren en tot een bilateraal slotprotocol kunnen leiden. De Commissie-Generaal meende ten slotte te mogen veronderstellen, dat beide delegaties eenstemmig van oordeel zouden blijken te zijn, dat een groot aantal nij pende problemen van de Indonesische volkshuishouding zoo dringend om een snelle oplossing vragen, dat deze bespre kingen niet in nieuwe langdurige onder handelingen, doch zoo spoedig mogelijk in onderteekening moesten uitmonden. Hierop heeft de Indonesische delegatie den löen Maart geantwoord. Zij vermeldde, dat zij krachtens de motie van goedkeuring van het beleid van de regeering van de republiek inzake de onderhandelingen met de Nederlandsche regeering in de plenaire zitting van het „Komité Nasional" van 5 Maart door haar volksvertegenwoordiging was gemachtigd de geparafeerde "ontwerp overeenkomst te teekenen. Van de rechtzet ting der misverstanden bleek zij met vol doening te hebben kennis genomen. Op het voorstel der Commissie-generaal om tot gemeenschappelijke interpretatie te komen, meende'zij evenwel niet te moeten ingaan, omdat dat tot uitvoerige besprekingen zou leiden, welke in vele opzichten een her haling van vroegere besprekingen zou op leveren en waardoor men niet binnen den gestelden termijn tot een resultaat zou komen. Zij verklaarde echter, dat wanneer het de bedoeling is van de Nederlandsche re geering, harerzijds niet tot onderteekening over te gaan dan op de wijze, door haar gesteld in de vergadering van de Tweede Kamer van 10 December 1946, de Indone sische delegatie kan verklaren, dat zij er geen bezwaar tegen heeft de toelichting der Commissie-generaal, de verklaring van de Nederlandsche regeering van 10 Decem ber 1946 en de redevoeringen van den mi nister van Overzeesche Gebiedsdeelen van 19 en 20 December op te vatten als te zijn de weergave van datgene, waaraan de Ne derlandsche regeering zich harerzijds door de onderteekening van de basis-overeen komst gebonden acht en wat deze zich voor neemt te doen verwezenlijken bij de uit werking. Zelf wilden zij zich evenwel niet aan deze stukken binden. Na onderteeke ning zal er haars inziens nog ruimschoots lelegenheid zijn om de inzichten en bedoe lingen van de Nederlandsche regeering aan ^zamenlijke bespreking te onderwerpen. Zij eindigde haar brief met de uitnoodi- gnig, derhalve onverwijld tot onderteeke ning over te gaan, opdat begonnen kan worden aan de oplossing van de nijpende problemen van herstel en opbouw. Zondagavond 16 Maart is het telegram, behelzende dit antwoord van de Indonesi sche delegatie, hier ontvangen. Maandagmiddag 17 Maart heeft de mi nisterraad daarover vergaderd en is de Commissie-generaal tot onderteekening ge machtigd, na te hebben bevestigd, dat het inderdaad de bedoeling der Nederlandsche regeering is niet tot onderteekening over te gaan dan op de wijze, in dat antwooi'd nog eens weergegeven. Denzelfden dag heeft mijn ministerie, m. d. v., de brieven opgesteld, waarbij aan u en aan den heer voorzitter der Eerste Kamer den tekst van het door de Com missie-Generaal op 15 dezer van de Indo nesische delegatie ontvangen aritwoord werd aangeboden en in den ochtend van Dinsdag den 18en zijn deze brieven op de griffies der Staten-Generaal bezorgd. Onder het antwoord van de Indonesische delegatie heeft de minister een aanteeke- ning geplaatst, luidende: „Aangezien uit dit antwoord blijkt, dat de Indonesische delegatie zich ermede vereenigt, dat de onderteekening van de ontwerp-overeen komst de Nederlandsche regeering tot niets meer of anders bindt dan tot wat volgens de door de Commissie-Generaal opgestelde toelichting is overeengekomen met onverkorte inachtneming van wat de regeering zelve dienaangaande verklaarde, is de Commissie-Generaal thans gemach tigd tot onderteekening der overeenkomst van Linggadjati over te gaan". Die aanteekening was vertrouwelijk op dat antwoord gesteld, om de reactie van de Commissie-Generaal op de ver strekte machtiging af te wachten alvorens die hier openbaar te maken. De Commissie-Generaal, de haar ver strekte machtiging blijkbaar alleszins aan nemelijk en uitvoerbaar achtende, heeft die al spoedig gepubliceerd en de regee ring verwacht binnenkort de onderteeke ning van de geparafeerde overeenkomst van Linggadjati. De regeering heeft onmiddellijk na ont vangst van het antwoord van de Indone sische delegatie van 15 Maart besloten de Commissie-Generaal tot onverwijlde on derteekening te machtigen. Ten eerste om dat zij vond, dat dit antwoord getuigde van het oprechte verlangen tot vernieuw de samenwerking, waarvan de aanhef der ontwerp-overeenkomst gewaagt. Ten tweede omdat dat antwoord aan vaardt, wat de regeeringsverklaring van 10 December uitdrukkelijk verlangde, dat on derteekening de Nederlandsche regeering tot niets meer of anders verbindt dan tot wat zij toen zich bereid verklaarde zich te verbinden. Ten derde omdat de regeering er van overtuigd is, dat het voor het welslagen der politiek van de regeering: den grond slag te leggen voor een vernieuwde duur zame samenwerking tusschen de volkeren van Nederland en Indonesië, noodzakelijk is de overeenkomst van Linggadjati zoo spoedig mogelijk op voor beide partijen aannemelijke voorwaarden te sluiten, zoo als zij nog onlangs bij de behandeling van het XlIIe hoofdstuk der Rijksbegrooting 1947 in de Eei'ste Kamer uiteenzetten mocht en bovendien onder meer: Ten vierde omdat op de basis van het politiek accoord de bevrijding der overige geïnterneerden zal kunnen worden bespoe digd en voltooid. Ten vijfde en ten zesde omdat alleen die samenwerking de militaire en financieele spanningen en lasten van Nederland en In donesië kan verlichten en dragelijk maken kan. Ten zevende, ten achtste en ten negende omdat die samenwerking onontbeerlijk is om de voedselvoorziening weer veilig te stellen, den regelmatigen uitvoer te her stellen, de economische reconstructie vol ledig aan te pakken en om het bij een tiende overweging te laten, om verdere ver warring, die onze betrekkingen met andere landen zou kunnen vertroebelen, te voor komen. Er is nog één pun't, dat de regeering ern stig heeft overwogen. Hoe verhoudt zich deze oplossing tot de uitspraak door de Kamer in de motie-RommeVan der Goes van Naters neergelegd? En in het bijzonder: komt dan de'wederzijdsche verbintenis tot stand, welke naar zij aannam door het door de regeering voorgenomen beleid werd na gestreefd? De regeering beantwoordt deze vraag aldus: Tijdens de beraadslaging over de ontwerp-overeenkomst van Linggadjati stond ook de regeering voor oogen dat par tijen in verder overleg zouden komen tot een gemeenschappelijke interpretatie van de overeenkomst en daarop zich wederzijds zouden verbinden. Ook hier echter bleek de weg ongebaand en het te zoeken pad op begaanbaarheid te moeten worden be proefd. Vier richtingen konden worden in geslagen. Sommigen meenden, dat de Nederland sche interpretatie eenvoudig door de Indo nesische delegatie zonder meer behoorde te worden aanvaard. Dit heeft de Neder landsche regeering nooit gewild. De regeering stelde zich voor dat ook de Indonesische delegatie zou willen bijdragen tot het juiste begrip van wat overeenge komen was. Deze weg bewandelde de Com missie-Generaal in haar brief van 2 Maart. Al spoedig echter bleek, dat deze weg slechts uiterst moeilijk tot het doel zou voeren. De Nederlandsche interpretatie toch werd door de Indonesische delegatie weinig overzichtelijk geacht, daar uitleg ging van den tekst, gedachte-uitwerking en verwachtingen van de toekomst daarin dooreen zijn geweven en aan volledige overeenstemming dus wellicht uitvoerige besprekingen vooraf zouden moeten gaan. Om aan dat bezwaar tegemoet te komen heeft de regeering aan haar Memorie van Antwoord op het 'voorloopig verslag der Eerste Kamer een artïkelsg'ewijze toelich ting toegevoegd. In diezelfde Memorie van Antwoord heeft de regeering nog eens aan gegeven wat voor haar de hoofdzaak was, namelijk dat de Indonesische delegatie zich er mede zou vereenigen, dat onderteekening van de ontwerp-overeenkomst haar tot niets meer of anders bindt dan tot wat volgens de door de Commissie-Generaal opgestelde toelichting is overeengekomen met onverkorte inachtneming van wat zij zelve dienaangaande verklaarde. Dit leidde tot een derde oplossing. De Nederlandsche regeering heeft haar interpretatie van de overeenkomst in de toelichting van de Commissie-Generaal be schreven en in de regeeringsverklaring en de ministerieele redevoeringen uitgespro ken en de Indonesische delegatie verwijst voor haar interpretatie naar dezelfde bron- De gaande en de kom.ende man. Generaal MacNarney is afgetreden als militair gou verneur der Amerikaansche bezettings zone, en opgevolgd door Luchis Clay (links) die voordien zijn plaatsvervanger was. Een hartelijke handdruk: „Succes!", en „Goede reis!" nen: de 17 artikelen, de officieele corres pondentie, de notulen, zonder zich aan de door de Nederlandsche regeering daaruit al geputte interpretatie te binden. Deze weg is thans gevolgd. Deze gekozen oplossing voldoet niet al leen aan de regeeringsverklaring van 10 December, maar levert naar het oordeel der regeering ook in dezen zin een weder zijdsche verbintenis op dat beide partijen aanvaarden, dat de Nederlandsche regee ring haar interpretatie heeft vastgelegd en de Indonesische regeering voor de hare naar de notulen deed verwijzen. Bovendien wordt afgesproken dat na de onderteeke ning, bij de uitwerking, waar de uitleg zou kunnen blijken te verschillen, door geza menlijke bespreking nader naar overeen stemming zal worden gestreefd. Zoo zal ook de uitwerking der arbitragebepaling van een gezamenlijk ^opgesteld reglement afhankelijk zijn. Een vierde mogelijkheid ware geweest dat de Nederlandsche regeering van haar interpretatie zou hebben afstand gedaan en beide partijen den uitleg der overeenkomst volkomen aan later onderling overleg of arbitrage zouden hebben overgelaten. Dan zou de regeering haar verklaring van 10 December hebben verlaten, waartoe zij uiteraard niet bereid is." Na de verklaring van minister Jonkman bleek de overgroote meerderheid van de Kamer geen lust of behoefte te hebben, een allerlaatste poging te ondernemen, de re geering te bewegen van onderteekening van Linggadjati af te zien of anders haar, voor dat het tot die onderteekening zou komen, ten val te brengen. De heer Schouten (A.R.), wien men de eer moet geven van zich ten volle con sequent te hebben gedragen, trachtte het zoover te brengen. Hij wenschte onmiddel lijk een debat, want dan zou men daarin en daardoor misschien het Kabinet nog tot herziening hebben kunnen brengen van de reeds -genomen beslissing tot machtiging om te onderteekenen. Maar mr. Van der Goes van Naters (P.v.d.A.) en prof. R o m m e (K.V.P.) voelden niets voor zulk een overhaaste reactie op de door minister Jonkman verstrekte mededeelingen. An ders was het met den heer T i lanus (C-. H.), in zooverre, dat deze ook de voorkeur gaf aan het voorstel van den president om pas Dinsdag de discussies te laten begin nen, doch dat hij tevens op grond van eenige door hem ontwikkelde, overigens zwak aandoende, argumenten als zijn ver wachting uitsprak, dat de onderteekening eerst na afloop van het debat aan de orde zoy kunnen komen. Die illusie werd hem echter onmiddellijk ontnomen, want toen de voorzitter terstond na die woorden van den C.H.-fractieleider zeide, aan te nemen dat de beslissing der regeering een onherroepe lijke was, knikten de premier en de minis ter van Overzeesche Gebiedsdeelen overtuigende wijze bevestigend. De heer Schouten, die reeds als zijn oordeel uitsprak, dat het kabinet blijkbaar met zijn beleid een pad was gaan betreden dat op ernstige wijze afweek van den weg, dien het destijds verklaard had te zullen volgen, lokte nu de verklaring van den mi nister-president uit, dat de regeering we gens den toestand in Indië in 's lands belang niet bereid was tot opschorting van de onderteekening. Wonderlijk genoeg ver leende de heer Tilanus hierop geen steun aan het voorstel-Schouten om het debat onmiddellijk te laten beginnen. Met de A.R.-fractie stemden alleen de heeren Schmall (C.H.) en De Hartog (P. v. d. V.) voor, zoodat het voorstel met 5713 stern- men verworpen werd, waarna het besluit viel. Dinsdag het debat te laten beginnen, hetgeen dan als de onderteekening voor dien is geschied in zekeren zin als mos terd na den maaltijd aandoet. D.H.C.-STORMVOGELS Stormvogels komt als volgt uit: Kraak; Sohriemer, Snoeks Sr.; Goedhart, Sch'oorl, Hoogendijk; Meyer, Aland, Snoeks Jr., de Boer. Opbergen. Waterwinning uit het IJsselmeer bepleit Te Egtmond-Binnen is onder voorzitter- ichap van den heer J. de Waard een pro testvergadering gehouden van tuinders iegen de wateronttrekking aan de duinen door liet Provinciaal Waterleidingbedrijf in 'oordholland. De vergadering, die bijgewoond werd door het lid der Provinciale Staten, den heer Roozen, het oud-lid der Provinciale Staten den heer J. Valkering, een vertegen woordiger van den Rjjkstuinbouwconsulent door den voorzitter en secretaris van de commissie voor een goede waterregeling in Kennemerland, was door een groot aantal tuinders uit de Egmonden .bezocht. Ook de burgemeester van Egmond, de heer H. Niele, woonde de vergadering bij. Uit de discussies bleek, dat het vraag stuk der wateronttrekking de tuinders met groote zorg vervult. De praktijk van de laatste dertig jaar heeft naar de meening der tuinders wel bewezen, dat de steeds voortschrijdende wateronttrekking aan de duinen honderden hectaren vroeger goeden tuingrond waardeloos maakt en dat het be staan van vele tuinders langs de duinen ernstig bedreigd wordt, omdat vele terrei nen, die vroeger drassig waren, nu door volkomen droogte ongeschikt zijn voor tuinbouw of bollenteelt. Intusschen is in 1942 ook in de Egmon- derduinen een secundair pompstation ver rezen en zullen nog meer boorputten in deze duinen geslagen worden. Er bestaan plannen om onder Bergen nog meer duin- terreinen aan te koopen voor de waterwin ning. Naar het Statenlid Roozen mededeel de, denkt het Waterleidingbedrijf door deze verspreide waterwinning de tuinders zoo veel mogelijk tegemoet te komen. De tuin ders echter zijn van meening, dat de zoet waterreservoirs in de oude waterwingebie den uitgeput zijn en het zoute water daar begint te stijgen en dat daarom door het P.W.B. de waterwinplaatsen over het ge- heele duingebied verspreid worden. Zij achten het gevaar niet denkbeeldig, dat zooveel zoet. water aan de duinen onttrok ken wordt, dat het zoute water zoo hoog gaat stijgen, dat de tuinbouw onmogelijk zal worden. Zij staan daai*om op het standpunt, dat niet verder gegaan mag worden met water aan de duinen te onttrekken en dat water gewonnen moet worden uit het IJsselmeer, waartoe vóór den oorlog reeds een zuive ringsinstallatie was gebouwd. Deze is ech- „Oproer in de gevangenis". (Thalia) is het verhaal van een gevangenisgeestelijke, wien de Carnegiemedaille voor heldenmoed werd toegekend. Pater Patrick O'Neill, van de orde der Benedictijnen was een held tij dens den grooten opstand in de Colorado- gevangenis van Canon City, die uitbrak op 3 October 1929. Hoewel de geschiedenis, die men te zien krijgt verzonnen is en de namen gefingeerd zijn, is het gebeuren op zichzelf opgedragen aan alle geestelijken, die gedetineerden hulp en bijstand verleen en. Pater Joe Collins heeft in de enorme ge vangenis, waar meer dan drieduizend man nen vertoeven, te kampen met wantrouwen eri tegenwerking. Toch gelooft hij aan het goede in ieder mensch en organiseert hij lessen en zorgt hij voor de noodige ont spanning. Eén der gevangenen, die een fi- nancieelen misstap heeft begaan doch niet slecht is, wordt door een verdorven element gebruikt. Een show voor een te houden feestavond is daarbij een belangrijk onder deel in zijn plannen. Een spion onder de gevangenen verraadt echter het plan en de bewakers worden van vuurwapenen voor zien. Het dooden van den spion door den aanvoerder der bende is het sein tot den bloedigen opstand, die op sensationeele wijze door Pater Joe wordt bedwongen. „De witte wals" (Rex). Lise Delamare speelt de hoofdrol in deze Lumina-film, clie de geschiedenis brengt van een jong com ponist, die studeert voor den Prix de Rome en die liefde heeft opgevat voor een stu dente in de medicijnen. Deze Helène Ma- delin bekostigt haar studie door als as sistente in een ziekenhuis te werken. Deze twee persoonlijkheden botsen herhaaldelijk en zoo kon het gebeuren dat de jongeman na een ziekte voor eenige maanden naar de bergen vertrekt, waar hij een oud-mede studentje uit zijn conservatorium ontmoet. In dien lang vervlogen tijd heeft dit meisje een groote liefde voor hem opgevat en thans komt die weer boven. Zij is echter ongeneeslijk ziek en als Hélène haar ver loofde komt opzoeken, kiest hij toch weer deze en na een liefderijke verpleging van Hélène eindigt de film met den dood van het zieke studentje. Terzelfder tijd viert de componist zijnfeerste triomfen in Parijs. ter door de Duitschers geroofd. De nieuv,re installatie-moet uit Amerika komen. Aan gezien het water, gewonnen uit het IJssel meer slechts Va cent per kubieke meter meer kost dan het duinwater, zijn de tuin ders van meening, dat het betrekken van water uit de' duinen tot enkele winter maanden beperkt moet blijven en dat voor de rest van het jaar water uit het IJssel meer gewonnen moet worden. De tuinders rondom Beverwijk staan op het standpunt, dat er een kanaal moet worden aangelegd voor de bevloeiing der tuingronden, die. engevolge van de wateronttrekking aan de duinen door het P.W.B. en door de voort schrijdende industrialisatie van Velsen en Beverwijk, droog zijn komen te liggen. In Egmond is men geen voorstander van dit kanaal, omdat de kosten door de tuinders zelf gedragen moeten worden, zoodat zij, aldus de meening der tuinders, tweemaal de dupe van de wateronttrekking Zouden wor den. Degenen, die profijt hebben van het duinwater, zullen volgens deze tuinders ook dit kanaal moeten bekostigen. De voorzitter van de afdeeling Egmond van de vereeniging „Bloembollencultuur'" wilde een ernstig protest doen hooren tegen de steeds verder gaande water-onttrekking aan de duinen. Het heeft geen zin, zoo be toogde hij, den Noord-Oostpolder te ont ginnen, als elders honderden hectaren aan de boeren en tuinders worden ontti-okken. Moeten de jónge tuinders emigreeren, om in verre landen het Nederlandsche product te gaan beconcurreeren? Tenslotte werd een commissie benoemd, die het protest tegen de wateronttrekking zal leiden en aan zal dringen op de stich ting van een waterzuiveringsinstallatie aan het IJsselmeer van een dergelijke capaci teit, dat er zooveel water uit het IJsselmeer gewonnen kan worden, dat slechts enkele wintermaanden uit de duinen het water ge haald behoeft te worden. Leerlingen van cle Jan Ligthart- scliool op excursie Dezer dagen hebben leerlingen van de 6e klasse van de Jan Ligthartschool een ex cursie gemaakt naar Amsterdam. Het be hoeft geen betoog dat, ondanks het vroege uur, allen op tijd present waren. Een wel willende vader had voor vervoer gezorgd, zoodat ér geen trein bij te pas behoefde te komen. De oudste bewoner van het Aquarium, een 64-jarige steur, werd met een bezoek vereerd. De Walvisehtentoonstelling vond veel waardeering, temeer daar gedurende den afgeloopen winter op allerlei wijze de „Willem Barendsz" in het middelpunt der belangstelling heeft gestaan. De middag werd gevuld met een bezoek aan een modern courantenbedrijf, dat in volle werking was. Vóór deze excursie had men beslag weten te leggen- op een film over stroocarton- en papierfabricage, zoo dat men niet geheel vreemd tegenover het bedrijf stond. De groote papierrollen, die de jongens en meisjes eiken dag zien ver voeren door de trucks van Van Gelder, ver lieten nu voor hun oogen als bedrukte cou ranten per expetitie-auto de hoofdstad. Het was een zeer interessante middagles, besluit van een glorieuzen dag. Onderlinge dam-compctitie D.C.IJ. DXXVII. We krijgen in IJmuiden dus een super trawler. Dit woord is misschien wat al te weidsch, want als we het over super trawlers hebben, denken we aan booten van 1000 ton en meer. De boot die nu voor IJmuiden is aangekocht is 8 m langer dan de Haarlem en de Delft en het wordt dus verreweg de grootste van de IJmuider vloot. De tonnage van dezen nieuwen trawler is me niet bekend, maar naar de opgegeven maten te oordeelen zal hij 500 a 600 ton zijn en dat is een flinke schuit, want onze normale Noord-booten halen hoogsten 350 ton. De Norma Marie is, naar ik meen ongeveer 340 ton en dat is een flinke knaap, waarmee je overal kunt gaan visschen. De komst van deze boot beteekent na tuurlijk het begin van een omwenteling in het visscherijbedrijf, want we gaan naar de filets. Een speciaal fileerbedrijf hebben we al in IJmuiden, hoewel nog op kleine schaal. We zullen moeten afwachten of de nieuwe trawler (die nog lang niet in de vaart is), speciaal gaat visschen voor dit bedrijf, wat niet vreemd zou zijn, want er bestaat ongetwijfeld een zekere band tus schen beide. Overigens blijkt uit vele dingen, dat het fileerbeclrijf in ons land nog In de kinder schoenen staat, want er zijn nog wel eenige kwesties op te lossen. Wie mag nu eigen lijk fileeren? Er heeft langen tijd twijfel bestaan of de groothandel mag fileeren, maar aan dezen twijfel is een einde gekomen door een verklaring van het Bedrijfschap, vol gens welke de groothandel het wel mag, doch niet machinaal. Wil een groothande laar machinaal fileeren, dan dient hij zich eerst met het Bedrijfschap te verstaan. En. krijgt dan zeker ook wel een vergunning. Het is wel vreemd: officieel mag je eigen lijk niets meer, maar als je beleefd vraagt, krijg je veel gedaan Maar toch: eerst vra gen Zoo houden we onze ambtelijke instan ties immers in het leven Over de prijzen van de filets is ook nog niet alles in kruiken en kannen. Voor ka beljauwfilets is nu een prijs vastgesteld en wel f 1.10 per kg inclusief verpakking voor den reeder, f 1.25 inclusief vracht en ver pakking voor den groothandel en f 1.55 voor den kleinhandel, de consumptieprijs dus. Maar wat verstaat men hier onder kabeljauw? Ja, kabeljauw is kabel jauw gadus morrhua maar hier gaat het niet om de soort, maar om de lengte, want gul is ook kabeljauw en daar om klopt er hier iets niet. Als er geen andere bepalingen komen zullen de filets wel heel klein uitvallen, vrees ik. En wat kosten de schol- en koolvischfilets? Wan neer er eens een groote aanvoer van kool- visch komt en men wil fileeren, weet men niet-, wat men er voor betalen of bereke nen moet. Deze week is de onderlinge damcompe- titie voortgezet. De uitslagen luiden: B. Du- kel-I-I. de Boer 2-0, G. Postma-B. Dukel 1-1, H. de Boer-F. Dukel 0-2, Dixhoorn- Krikke 1-1, J. v. Straten-G. Po.stma 2-0. Eerste klasse: D. OttJ. Waal 20, NieuwenhuizenD. Ott 1-1, VoogsJ. Waal 2-0, L. HaverJ. Smid 0-2, P. v. d. VeldeJ. Jonker 02, NanneKoetsier afgebroken. Tweede klasse. Lichtendaal-v. d. Gaag 2-0. J. BroekTh. Groen 2-0, Th. Groen- K. Prins 0-2, C. Kaan-Leeuw 2-0. K. Krab- Dubbeld 0-2, P. Swier-v. d. Bos 0-2, K.. PrinsTh. Groen 0-2, v. BeelenPrins 2-0, Dubbeld-C. Kaan 0-2, C. Kaan-Th. Groen 2-0, v. d. GaagKrab 2-0. De Vikingbank weer in4Dmuiden De stoomtrawler Vikingbank is vier we ken na zijn vertrek uit IJmuiden, Vrijdag middag weer in de Visschershaven aange komen. De trawler had een reis naar de Lofoden gemaakt en was met 2800 manden visch naar Grimsby gestoomd, waar de vangst verkocht werd. De besomming be droeg f 35000. Oogenschijnlijk is dit een succesvolle reis, maar als we daarmee het resultaat van de Flamingo vergelijken, dan valt het wel even tegen. Laatstgenoemde trawler maalde in denzelfden tijd twee Noordzee reizen met een totale besomming van f 43000. De Oostzee was in Engeland Met slechts 200 manden visch was Don derdag aan den afslag de stoomtrawler .Oostzee. De trawler had in Engeland ge markt en had daarna nog eenige dagen ge- vischt. Wegens kolengebrek moest de traw ler de visscherij echter afbreken. De afslag begint nu weer om zeven uur, op verzoek van den vischhandel. Nu er meer export komt werd het soms haast- je-rep-je om klaar te komen en ook het stijgen van de temperatuur maakt het gewensoht, dat de visch zoo gauw mogelijk weg komt. Over den grooten aanvoer van dichte visch is de handel niet bijster te spreken. In het belang van den vischhandel is het te hopen, dat er aan boord wat meer ge stript wordt. Zoo is er altijd wat te wenschen in het visscherijbedrijf, vooral in dezen tijd, nu alles nog zoo gereglementeerd is. Maar dan is er ook nog eens wat te schrijven. Wat zou ik moeten beginnen met mijn Snufjes als alles in IJmuiden van een leien dakje ging. En we moeten toch ook wat te mop peren hebben. PIETERMAN. Distributienieuws De inwoners van IJmuiden, Velsen (dorp) en Öriehuis, wier namen beginnen met de letters W t.m- Z. kunnen Maandag 24 Maart nieuwe bonkaarten halen in het Patronaatsgebouw. Schoenenbonnen. Voor het halen van schoenenbonnen zijn Maandag diegenen aan de beurt, wier na men beginnen met de letters L t.m. Q. Dinsdag de letters R t.m. S. Alleen zij, wier T.D- nummer eindigt op 0, 1 4 of 8 en die in het bezit zijn van een inlegvel, waaraan zich de bonnen 614 en 612 bevin den, komen in aanmerking. Ajgeeda voor Velsen en IJmuiden ZATERDAG 22 MAART. Thalia. 7 en 9.15 uur: Oproer in de ge vangenis. Rex. 7 en 9 uur: De Witte Wals. De Pont. 8 uur: Russische Rhapsodie. ZONDAG 23 MAART. Thalia. 2.30 en 4.30 uur: De groote Wherry-race. Thalia. 7 en 9.15 uur: Oproer in de ge vangenis. Rex. 3, 7 en 9 uur: De Witte Wals. De Pont- 2.30 -5 en 8 uur: Russische Rhapsodie. FEUILLETON door John Dickson Carr Vertaald door Alice van Iterson Opnieuw knikte Eve heftig. Ze wierp een haastigen blik op degenen die haar omringden; een blik, die een beroep, een smeekbede was Deze vrouw was bezig Dermot Kinross' nuchteren kijk op de dingen aan het wan kelen te brengen. Het was angstwekkend, hij werd er een beetje bang voor, het was verkeerd.... Nog nooit in zijn leven had hij een dergelijk gevoel gehad. Toch zei het koele, altijd redeneerende verstand hem, dat Eve behalve op het punt, waar zij had geaarzeld de waarheid sprak en had gesproken. „Om op den heer Atwood terug te ko men", vervolgde de prefect, „u zei zooeven, dat hij van de trap is gevallen en zijn neus heeft bezeerd. Had hij geen enkele andere kwetsuur?" „Geen andere kwetsuur? Ik begrijp u niet". „Heeft hij bijvoorbeeld zijn hoofd niet bezeerd?" Eve fronste de wenkbrauwen. „Dat kan ik niet zeggen. Het is best mogelijk. Het is een hooge, steile trap en hij heeft een vreeselijken val gedaan. Ik kon in het don ker niet zien wat er gebeurde. Maar het bloed kwam in ieder geval uit zijn neus". Monsieur Goron glimlachte verstrooid alsof hij dit wel verwacht had. „Chère Madame, gaat u verder". „Ik heb hem door de achterdeur uitge laten „Waarom door de achterdeur?" „Omdat de straat aan den voorkant vol met politie-agenten was. Hij ging weg. En toen gebeurde het. De achterdeur van mijn huis heeft een veerend slot. Terwijl ik daar stond, werd de deur door den wind dicht geslagen én ik was buiten gesloten". Na een korte pauze, waarin de verschil lende leden van de familie Lawes elkaar nieuwsgierige blikken toewierpen, sprak Helena op een toon van vriendelijke te rechtwijzing. Zij knipperde met haar oogen. „Maar kindlief, daar moet je je in ver gissen", zei ze. „De deur werd dichtgesla gen door den wind? Weet je dat wel ze ker?" „Er is dien heelen nacht geen zuchtje wind geweest", kwam Janice tusschen- beide. „We hebben het er nog over gehad, toen we in den schouwburg waren". „Dat dat weet ik". „Dus kindlief...." protesteerde Helena., „Ik bedoel, ik heb er ook aan gedacht. Het schoot mij pas later te binnen, toen ik nadacht over de verklaring van dit al les, dat het wel mogelijk was, dat iemand nu ja, dat iemand opzettelijk die deur dicht geduwd kon hebben". „Aha!" zei Monsieur Goron- „En wie?' „Yvette. mijn dienstbode." Eve klemde haar handen in elkaar en wiegde in haar stoel heen en weer alsof zij pijn had. „Waarom heeft zij toch zoo'n hekel aan mij?" Monsieur Gorons wenkbrauwen gingen steeds verder omhoog. „Laten we elkaar goed begrijpen, Ma- dpme. U beschuldigt er Yvette Latour van, dat zij de deur opzettelijk aan den binnen kant heeft gesloten en u heeft buiten ge sloten?" „Ik zweer u, dat ik niet weet wat dit alles te beteelcenen heeft. Ik doe mijn uiterste best om er achter te komen, wat er eigenlijk gebeurd is". „Dat doen wij ook, Madame. Gaat u verder met dit interessante relaas. U was dus in den achtertuin „Begrijpt u het dan niet? Ik was buiten gesloten! Ik kon niet naar binnen!" „Niet naar binnen? Maar mijn hemel, Madame, u hoefde toch alleen maar te bellen of te kloppen, niet waar?"' „Daar zouden de bedienden wakker van zijn geworden en dat was juist wat ik niet wilde! Ik kon het idee, dat Yvette wak ker zou worden, niet verdragen „Die blijkbaar al lang uit zichzelf wak ker was en Madame om een of andere re den buiten de deur had gesloten. Ik smeek u, Madame", zei Monsieur Goron, terwijl hij zijn stem zoo kalmeerend mogelijk liet klinken, „maakt u zich niet overstuur. Ik ben niet van plan u strikvragen te stellen of u in een val te lókken. Ik probeerde al leen de waarheid te halen uit hetgeen Madame vertelt". „Maar het is de waarheid!" „De gehééle waarheid?" „Toen herinnerde ik mij, dat ik een sleutel van de voordeur in het zakje van mijn pyjama had. Ik rende den hoek van het huis om. naar de voorzijde en ging naar binnen. Zoo heb ik mijn ceintuur ver loren. Ik kan mij zelfs niet herinneren, wéar ik het ding verloren heb, maar ik bemerkte, dat het verdwenen was, toen iktoen ik mij waschte". „Ah!" „Ik denk, dat u die ceintuur ook gevon den heeft?" „Ja, Madame. Neemt u mij niet kwalijk, als ik er uw aandacht op vestig, maar er is een kleinigheid, die door deze geschie denis niet opgehelderd wordt. Ik bedoel: het splintertje van agaat, dat in het kant van Madame's ochtendjapon gevonden is". Eve sprak kalm. „Daar weet ik niets van af. U zult me moeten gelooven, wanneer ik dat zeg". <Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1947 | | pagina 3