pRlJISENj.
De parvenu onder de Duitsche Staten
Dukel wint opnieuw
Prijzenboekje 1947
Brazilië: een land van belofte
Geen optimistische
verwachtingen
Verhooging van liet zeehavengeld
met ingang van 1 April
Santpoort
De snuifdoos
van den Keizer
MaaNDAG 24 MAART 1947
IJMUIDER COURANT
Bloei en ondergang
mm een specialer! medewerker
rPea ander volk in Europa is in zijn ge-
,Snis aan zoo enorme schommelingen
dïhevig geweest als het Duitsehe; ner-
- wisselden tijden van den hoogsten
®f m het diepste verval, van de vreese-
ffie vernietiging, zoo en zoo
J sis bii d;t volk van het midden, tus-
ii West en Oost, tusschen Noord en
Idd Denken wij slechts aan den Dertig
en oorlog, die de Dunsehers stort*e in
godsdiensttwisten, m nood en ellende als
n ander volk, denken wij slechts aan de
,g^«iPke bloeitijden met hun scheppend
i^lkme Waar de lotsstroom van andere
Sen voortglijdt van rust tot bewogen-
S door bont wisselende oevers omzoomd,
«Sar toch steeds op een of andere wijze
Xarfcaar en in toom te houden, daar lijkt
van het Duitsche volle vaak op een door
stroomversnellingen uiteengereten woeste
rivier die, alles rondom vernietigend, on
tembaar haar dijken doorbreekt, zich stor-
tpnd in het onzekere", zooals Hodderhn
het van het menschenlot verkondigt, „van
kÜD tot klip
Bii geen van zijn stammen treden deze
wi=che brekingen sterker aan den dag
dan bij die, welke zich de laatste 200 jaar
als leider opwierp: bij Pruisen. Nu men het
voortbestaan van dit land aan de groene
tafel meent te kunnen uitwisschen, is het
misschien tijd, een silhouet van dit Pruisen
te teekenen, vooral nu hij, die het op de
hoogte van zijn macht representeerde, Wil
helm I, I50 Jaar &eleden het levenslicht
aanschouwde.
De opkomst van Pruisen begint met Frie-
drich Wilhelm, den Grooten Keurvorst, al
heet zijn land voorloopig nog Brandenburg.
Pruisen was tot 1701 nog een hertogdom
en omvatte oorspronkelijk slechts het ge
bied van het latere Oost-Pruisen. Daarna
pas klom het op tot een' koninkrijk, hoewel
nog steeds buiten het Duitsche rijk. Want
het lag excentrisch in het Duitsche gebied,
dat eenzame en onvruchtbare land en nie
mand weet in welke mate eens zijn Slavi
sche oerbewoners uitgeroeid en verdreven
werden of zich met de opdringende Ger-
maansche kolonisten vermengd hebben.
Deze vermenging was geen gelukkige. In
ieder geval voelde en versterkte dit Pruisen
steeds meer de tegenstelling tot het Duit
sche volk als geheel. Maar het had een
harde hand en een ruwe stem en wist te
bevelen. Pruisen vocht met alle middelen
om een hegemonie, die het van nature
nooit ten doel gevallen zou zijn; Pruisen
bracht echter ook die mannen van groot
formaat voort, die hun land als tegenmacht
en spoedig ook als overmacht vooral over
Oostenrijk en daarmee over het humane
Europeesche denken, omhoog wisten te
brengen.
Pruisen, dat beteekende nuchterheid,
spaarzaamheid, verbetenheid, dat betee
kende een stalen onbuigzame wil, spar-
taansche stervensbereidheid. Pruisen be
teekende oorlog. Het bracht die, bü alle
genialiteit, problematische karakters voort,
die macht- en staatsvergoding in de meest
verscheiden vormen en vermommingen
nisten te bedrijven en op te leggen. Is het
dan een wonder, als successen en nog eens
successen deze harde en primitieve stam
lot den parvenu onder de Duitsche staten
deden worden, tot den allesbeterweter en
allesbeterkunner, tot den besten organisa
tor, tot den besten soldaat, tot den „über
alles"?
Daar zijn ze, de groote politieke Pruisen:
de werkelijk geniale Frederik de Groote,
de vriend van Voltaire, de fluitspeler, de
filosoof en veldheer, de doodsvijand van
Oostenrijk en zijn Maria Theresia; Bis
marck, verreweg de knapste en meest
scheppende „Realpolitikus" van zijn eeuw,
bezeten door de demonen van macht en
eerzucht; tenslotte Hitier, de weggeloopen
Oostenrijker, die zich tot „über"-Pruis op
wierp, tot den grootsten Duitscher van alle
tijden, en die nu van maand tot maand, hoe
meer de geschiedenis hem uitkleedt, verder
in de onbelangrijkheid wegzinkt.
Dynamische roofstaat.
Toen Pruisen sterk genoég was, om zich
aan de spits van een Klein-Duitschland te
stellen en den verzachtenden invloed vooral
van Oostenrijk uit te schakelen, in 1866
dus, toen was de teerling voor geheel Euro
pa geworpen. Toen reeds verbond zich dit
Pruisen, tegen alle natuurlijke argumenten
in, met Italië en drong Oostenrijk uit den
Duitschen Bond en naar het Zuidoosten,
Om het damkampioenschap
van Kennemerland
Zondagmorgen werd voor het tournooi
om het damkampioenschap van Kennemer
land de uitgestelde partij DukelSuyk ge
speeld. Het werd een 'boeiende partij. Het
spel was zoo gecompliceerd dat tot den
tijdnood met den 45en zet de spanning er
in bleef. In een fraai eindspel moest Suyk
tenslotte capituleeren.
De strijd om den titel gaat nu feitelijk
alleen tusschen de twee D.C.IJ.'ers Dukel
en Laros. Dukel moet nog spelen tegen
Tolenaars, bord één van de Haarlemsche
Damclub en zijn clubgenoot Postma. Laros
ontmoet nog Tolenaars, De Jong en Was
senaar.
De stand luidt:
gesp. gew. gel. verl. pnt.
B. Dukel
Laros
Tolenaars
Abe de Jong
6
3
3
0
9
5
3
2
0
8
0
1
4
0
6
6
1
4
1
6
0
1
3
1
5
5
1
3
1
5
5
1
3
1
5
6
n
3
3
3
5
0
1
4
1
C. Suyk
Postma
Dixhoorn
Ook voor de degradatie is de spanning
groot. In <je laatste ronde ontmoeten Dix
hoorn en Draayer elkaar. Indien beiden er
jn slagen zes punten bijeen te brengen is
hun plaats voor de hoofdklasse voor twee
jaar verzekerd.
Athletiek
Belgische athleten bezoeken
Zandvoort
Zondag 13 Juli zal in Zandvoort een inter
nationale atletiekwedstrijd worden georgani
seerd tusschen de sterke Belgische vereeniging
Royal Cercle Athlétique de Schaerbeek en de
A- v. „Haarlem". Deze wedstrijd, welke de
eerste internationale athletiekwdestrijd is sinds
jaren in de omgeving van Haarlem, wordt ge
organiseerd door de H. A. V. „Haarlem" in sa
menwerking met „Zandvoortmeeuwen".
waar het in de Slavische branding schip
breuk lijden moest. En na den eersten
wereldoorlog herhaalde zich dit spel in
vreeselijke dupliciteit. Nu echter, vrij van
de laatste remmen van een aan traditie
gebonden keizerschap, treedt dit Pruisen,
de motor van het rijk, onvermomd als dy
namische roofstaat op, die Groot-Duitsch-
land niet schept, maar bij elkaar raapt,
dwingt, en meer nog. Europa zijn juk op
legt, met elementaire, blind-woedende
kracht en toch met wetenschappelijke gron
digheid; alle minderwaardigheidsgevoelens,
die in den parvenu opgestuwd waren, in
razernij afreageerend en toch niet in staat,
heer te worden, heer te zijn.
Hoe snel en steeds sneller wordt de film
der geschiedenis afgewikkeld! Wat kan de
vergankelijkheid, de „vanitas" van staat
kundige macht en aardsche glans scherper
doen uitkomen dan de bloei en de onder
gang van dit Pruisen, zich afwikkelend in
een kleine 250 jaar. Nog klinkt ons het uit
dagende lied in de ooren: „Ich bin ein
Preusse, kennt ihr meine Farben.nog
hooren we het barbaarsche stamprhythme
van die Pruisische marsdhen, die het Der
de Hij'k ons tot waanzinnig wordens toe
heeft voorgetrommeld en voorgefloten. En
toch is het dezer dagen pas 150 jaar ge
leden, dat die Wilhelm I in Berlijn geboren
werd, die dan in 1861, op 64-jarigen leef
tijd, als opvolger van zijn gestorven broer,
tot koning van Pruisen en 10 jaar later,
in Versailles tot Duitschen keizer gekroond
werd. Ongetwijfeld, deze Wilhelm I was
een Hindenburgnatuur; een vader voor
zijn land, een soldaat, rechtschapen, god-
vreezend, een man van den plicht, hij was,
kijken we slechts naar de beroemde schets
van Lenbach, een mensch. Maar achter
hem stond een donkere genius, Bismarck,
een geest van geweldig formaat, een per
soonlijkheid ook, die ons ih de tragiek van
haar groote rol boeit, overigens in alles en
alles torenhoog boven een Hitier uitstekend.
En toch: zooals het Duitsche volk zich wil
loos leiden liet door Hitier en zijn trawan
ten, zoo deze vorst door zijn „ijzeren kan
selier".
Ook Wilhelm I had het gewone drama
tische stadium van de Pruisische kroon
prinsen doorloopen, ook hij was met de
„Nieuwe Aera" als de hoop der liberalen
begonnen. Maar de strijd om de hervorming
van het leger, om de credieten, dreef hem,
die in den grond geen politicus was, steeds
weer en steeds meer op de absolutistische
zijde, terug naar het conservatisme en daar
mee in de armen van Bismarck. Bismarck
wilde den oorlog tegen Denemarken, Bis
marck wilde den oorlog tegen Oostenrijk,
Bismarck wilde den Noordduitschen Bond,
Bismarck verminkt de Emser Depesche
en dwong tot den oorlog tegen Frankrijk;
Bismarck speelde het groote Europeesche
spel met ongehoorde virtuositeit en zonder
een gelijkwaardigen partner; Bismarck
zette tenslotte de keizerkroning in Versail
les door, waarnaar Wilhelm, die voor alles
Pruis wrs, heelemaal niet gestreefd had.
Bismarck wenschte het verbond van twee,
het verbond van drie, en de keizer, 85 jaar
oud, zag af van de vriendschap met Rus
land. Bij Bismarck kwamen alle draden
samen en hij hield ze vast met alle mid
delen. Mij maakte er schaamteloos gebruik
van, dat zijn tegenspeler, de Duitsche
kroonprins en latere keizer voor honderd
dagen Frederik III, deze edele, werkelijk
menschelijke figuur, deze hoop van Europa,
ten doode opgeschreven en met de dochter
van de koningin van Engeland getrouwd
was. Bismarck had de teugels met ijzeren
greep in handen, en de keizer liet ze hem.
Zeker, de keizer en de kroonprins waren
bij het volk geliefd, over de beide aan
slagen van{.1878 was men diep verontwaar
digd, maar de macht, dat wist het volle, dat
voelde het volk en daar schikte het volk
zich in, de macht had Bismarck. Hij dwong
dit Pruisen, dit Duitschland zijn wil op.
Hij was, in tegenstelling tot den keizer, de
geweldige, de gevreesde redenaar. Op
welke armoede, op welk een catastrofaal
gebrek aan ontwikkeling wijzen de brui-
cantates van Hitler in vergelijking met de
zooivel naar vorm als inhoud volmaakte
redevoeringen van Bismarck!) Ook Bis
marck was op zijn wijze een demagoog,
maar aangepast aan den stand van zijn
eigen ontwikkeling en die van Europa, van
het Duitschland uit die jaren, Hitier kon
zich oneindig goedkooper tot een gees
telijk met geweld geproletariseerd Duitsch
land wenden en de massa gemakkelijk be-
heerschen.
De episodisch korte heerschappij van
Frederik III en de plotselinge troonopvol
ging van zijn onevenwichtigen jongen zoon
brachten Pruisen binnen 48 jaar van Ver
sailles haar Versailles, van de keizerskro
ning 'naar het vredesverdrag en daarmee
naar den eersten afgrond. En toen daarna
in een versterkte herhaling, de geest van
Hindenburg machteloos bleek tegenover de
waan van Hitier, toén legde de vuist van
het noodlot zich binnen 25 jaar voor de
tweede maal op dit hoovaardige land, dat
nu de schuld van zijn leiders en van zijn
verblinde volk zoo vreeselijk boeten moet.
H. S.
Burgerlijke stand van Velsen
GEBOREN: A. Leijenaar—van der Zee, d..
Ver!, van Themèatlaan 14, Velsen: W. M. Ter
voortPrenen, d., Gr. H. of Koningsweg 2 e,
Velsen-Noord; M. M. BendersHermans, z.. Da
Costalaan 44. Driehuis; H. Vrijhof—van der-
Linde, z., Eikenstraat 38, IJmuiden-Oost; C. W.
SmitSpruit, z,, IJmuiderstraatweg 157, IJmui
den-Oost; J. M. Bol—Korthouwer, d., Noorder
dorpstraat 10, Santpoort.
ONDERTROUWD: A. J. Hennevanger, Zeeweg
405, IJmuiden-O en A. Zegel, Ger. Doustr. 50,
IJmuiden-O.. toek. adres; Lindenstraat 1. IJmui-
den-O.; G. Hiemstra, Veenbergplein 32, Haarlem
en M. L. Kroese, Middenduinerweg 71. Sant
poort, toek. adres: Middenduinerweg 71, Sant
poort; A. Jongens, Middenduinerweg 69, Sant
poort en H. J. Lindeblad, Hoofddstraat 106,
Santpoort; L. J. Neve. Amsterdamscheweg 35,
Velsen en H. C. Wijers, Harddraverslaan 9,
Santpoort; D. W. Harteman, Trompstraat 55.
IJmuiden-O. en E. Veldman. Trompstraat 55,
IJmuiden-O., toek. adres: LIenden, M. 43.
GEHUWD: P. Prins en S. A. Meinema, IJmui
derstraatweg 107. IJm.-O.; W. J Post en A. J.
M. Smakman, adres?; P. Moojen en E. van
Slooten, Willebrordströat 27, IJm.-O.; L. van
Baarsel en F. de Bak, Velserduinweg 213. IJm.-
Oost; H. Holman en J. v. d. Sluis, Cypressen-
straat 40, IJm.-O.; F. Jonker en T. Paap, Pr.
Steijnstraat 43 rd, IJmuiden.
Het Directoraat-generaal van de Prijzen
heeft een boekje uitgegeven, waarin de
prijzen worden opgesomd welke ten hoog
ste betaald behoeven te worden voor goe
deren en diensten, welke men voor het
dagelijksch levensonderhoud noocUg heeft.
Aan de hand van dit boekje kan de huis
vrouw bepalen, of zij door haar leveran
ciers wordt overvraagd, hoewel zij af en
toe voor vragen zal komen te staan, wellje
niet direct met behulp van het boekje op
gelost kunnen worden. Vele artikelen wor
den namelijk verkocht in verschillende
kwaliteiten en daarom zijn voor dergelijke
gevallen de grenzen aangegeven, waartus-
schen de verschillende prijzen mogen va-
riëeren.
Wat moet men doen, wanneer de leve
rancier een hoogeren prijs vraagt, dan
volgens het boekje geoorloofd is? In zijn
voorwoord adviseert de directeur-gene
raal van de Prijzen: „niet toegeven en
maar betalen. Er zijn heel wat leveran
ciers, die misbruik maken van de om
standigheden en die in het rechte spoor
terug zullen keeren als zij ervaren, dat het
publiek niet alles meer accepteert".
Bij verschil van meening dient men zich
in de eerste plaats te wenden tot de
plaatselijke prijzencommissie. Overtredin
gen kan men aangeven bij de bureaux van
de Prijsbeheersching, ^velker adressen in
het boekje zijn opgenomen. Winkeliers, die
te hooge inkoopsprijzen moeten betalen,
wordt aangeraden, dit eveneens aan de
Prijsbeheersching op te geven, opdat zij
niet het slachtoffer worden van de prac-
tijken van anderen.
Prof. Salverda de Grave
overleden
In Den Haag is op 84-jarigen leeftijd
overleden prof. dr. J. J. Salverda de Grave,
oud-leeraar van de Koningin, oud-privaat-
docent en lector in de Fransche taal te
Leiden en oud-hoogleeraar aan de univer
siteiten in Groningen en Amsterdam.
Maar immigratie is geen peuleschil
Zooals bekend, heeft ir. G. J. Ileymeijer, verbonden aan de Stichting van den Land
bouw te 's-Gravenhage, enkele maanden geleden in opdracht van dc samenwerkende
Nederlandsche landbouw organisaties een studiereis naar Brazilië ondernomen, ten
einde de cxuigraticmogeljjkheden aldaar voor Nederlanders te onderzoeken.
Na zijn terugkeer in Nederland heeft ir. Ileymeijer aan een redacteur van het A.N.P.
het een t.n aiider verteld omtrent emigratiemogelükheden naar Brazilië, een land niet
alleen van groote mogelijkheden, maar ook een land van scherpe tegenstellingen tus
schen den grootsten rijkdom en dc bitterste armoede.
Wat betreft de emigratiekansen voor Ne
derlanders, aldus de heer Heymeijer, kan
ik geen optimistisch geluid laten hooren.
Na grondig onderzoek ben ik tot de con
clusie gekomen, dat vele moeilijkheden
overwonnen moeten worden, tal van risi
co's moeten worden uitgeschakeld, alvo
rens de bestaande plannen practisch ten
uitvoer kunnen worden gelegd. Op grond
van het klimaat is het vinden van een ge
schikte streek - waar zich Nederlanders
zouden kunnen vestigen - uiterst moeilijk.
Verder is het vervoersvraagstuk in Brazilië
een zeer lastig probleem. De wegen naar
het binnenland zijn moeilijk begaanbaar en
de spoorwegen zijn nogal ouderwetsch.
Een afstand van 450 km kan in de meeste
gevallen niet binnen de twee dagen worden
afgelegd. Een vestiging van boeren in Bra
zilië staat of valt met de oplossing van het
transportprobleem.
Tot dusverre overheerschten in Brazilië
de monoculturen. Men wil nu van het
systeem om uitsluitend koffie of katoen te
verbouwen, afstappen, ofschoon thans de
koffieprijzen weer ongeveer het tienvou
dige van voor den oorlog bedragen.
Brazilië heeft een tekort aan levensmid
delen, zooals zuivelproducten, groenten,
aax-dappelen en vruchten. Iri principe zou
Besprekingen ln de gemengde Nederlandsch-
Belgische commissie Inzake havenaangelegen
heden, ten doel hebbende de verschillen te
overbruggen tusschen de tarieven van het zee
havengeld in de groote Nederlandsche havens
en die in de haven van Antwerpen, hebben tot
resultaat gehad, dat tusschen de Belgische en
de Nederlandsche delegaties voorloopig over
eenstemming is bereikt omtrent een verhoo
ging van de voornaamste tarieven van het
Amsterdamsche en het Rotterdamsche zee
havengeld met gerekend' ten opzichte van
het vooroorlogsche peil ongeveer 150 pet.,
een zelfde verhooging als Antwerpen tot heden
op zijn vooroorlogsch tarief heeft toegepast.
Burgemeester en wethouders van Rotterdam
hebben zich met de buurthavens Dordrecht,
Schiedam. Vlaardingen-Oost in verbinding
gesteld. Dit overleg heeft geleid tot de toezeg
ging, dat, wat de gemeentelijke havens betreft,
aan de betrokken gemeenteraden voorgesteld
zal worden de thans in die havens geldende
tarieven een verhooging te doen ondergaan met
het zelfde percentage als waarmede de huidige
Rotterdamsche taneven verhoogd zullen wor
den zoo zij al niet aan het Rotterdamsche
tarief gelijk zullen worden gemaakt.
De verhooging van de Rotterdamsche tarie
ven zal hierop neerkomen, dat het maximum
tarief, thans 4.5 cent per m3 scheepsinhoud,
op 8 cent zal worden gebracht en dat de beide
andere hoofdtarieven (3 cent per m3 .scheeps
inhoud en 5 cent per ton ingenomen en geloste
lading, en, volgens dezelfde onderscheiding, 2
en 30 cent) gesteld zullen worden op resp. 4,5
en 10 en 3 en 40 cerut, 'hetgeen gerekend ten aan
zien van de vooroorlogsche tarieven een ver
hooging inhoudt, varieerende van 110 tot 150 °/o.
Daarnaast zullen de tarieven voor de z.g.
opleggers, thans 1,6 cent per m3 scheepsinhoud
per maand en het tarief voor schepen, die de
gemeente verlaten hebben en daarin terugkee-
ren zonder intusschen op zee te zijn geweest,
ad 1,3 cent. een ongeveer evenredige verhoo
ging dienen te ondergaan. Deze tarieven, waar
op tot den oorlog een reductie van 28 °/o werd
toegepast, zouden dus, na afronding, kunnen
worden gebracht op 2,5 cent en 2 cent. Hierbij
kan worden aangeteekend. dat ook de Amster
damsche uitzonderingstarieven voor bepaalde
massagoederen evenredig verhoogd zullen wor
den. In de gevallen, waarin de verordening
het bedrag van 4M> cent per m3 aanhoudt als
maximum van verplichtingen of als b'asis van
voorloopige havengeldheffing dient dit bedrag
eveneens in 8 cent veranderd te worden.
Ongewijzigd zouden blijven het bunker- en
ballasttarlef ad 1 cent en het boeiengeld ad 0.1
cent per rn3 scheepsinhoud, het percentage
van 25, waarmede het havengeld wordt geredu
ceerd bij de z.g. 2-call, alsmede de termijnen
van twee maanden, resp. een maand als gel
digheidsduur van het eerste, resp. tweede en
volgende havengeidbriefje.
De tariéfsverhooging zal in werking treden op
1 April 1947.
Jonge Spaansche republi
keinen staan terecht
Negen republikeinsche Spanjaarden,
allen nog geen achttien jaar loopen de
kans ter dood te worden veroordeeld door
een Spaanschen krijgsraad, aldus het
„Britsch-Spaansche Comité voor hulp aan
Spaansche republikeinsche vluchtelingen'"
Onder de 'beschuldigden bevinden zich
twee jonge meisjes, van wie Isebelita
Torrelba krankzinnig geworden zou zijn
door de mishandelingen die zij heeft on
dergaan. Zeven van deze jonge menschen
zijn meer dan zeven dagen in de gevange
nis Alcala de Benares in hongerstaking
geweest en hun voorbeeld werd gevolgd
door gevangenen in andere gevangenissen.
In verscheidene fabrieken te Madrid zou
den de arbeiders besloten hebben bij wijze
van protest het werk neer te leggen.
Banket in Moskou. Molotof gaf een diner, waarbij de vier ministers, de plaatsver
vangers en de diplomaten der geallieerden in Moskou aanwezig waren. - Molotof en
Marshall in drukke conversatie.
dus voor Nederlandsche boeren en tuinders
een „vruchtbaar" terrein aanwezig zijn,
maar in de praktijk valt dit erg tegen. De
heer Heymeijer vertelde ons, dat men reeds
het oog op een bepaald terrein heeft laten
vallen; het is echter de vraag, of de moei
lijkheden van kolonisatie kunnen worden
opgelost. Ook in Brazilië bestaat een ge
weldige woningnood: men zal eerst wo
ningen moeten bouwen, alvorens vestiging
kan worden overwogen.
Aanpassingsvermogen
vereischt
Het ligt in de bedoeling, indien alle be
lemmeringen uit den weg zijn geruimd,
met een 25-tal Nederlandsche gezinnen te
beginnen. Indien deze „kernvorming" lukt,
dan is men van plan nog een 250 gezinnen
te laten volgen, zoodat men een gemeen
schap van een 1000 zielen kan vormen. Men
zal zich echter in hooge mate moeten aan
passen, aangezien de levensverhoudingen
in Brazilië geweldig verschillen met de
levenswijze en den levensstandaard in ons
land. Vooral, de Nederlandsche vrouwen
zullen moeite hebben te acclimatiseeren,
aldus de heer Heymeijer. Geen gas, geen
electriciteit, moeilijke sociale voorzie
ningen, het zijn dingen die men dubbel
mist, wanneer men deze eens heeft beze
ten.
Vele buitenlandsche kolonisatieplan
nen zijn reeds in Brazilië mislukt.
Slechts de Japanners zijn er in ge
slaagd er vasten voet te krijgen, dank
zij de stichting van een coöperatie,
welke hun van het noodige voorziet. De
Japansche gemeenschap heeft het
transportprobleem zelf weten op te
lossen. Met een 80-tal vrachtauto's
worden de producten naar de stad ge
reden en op de markt verkocht.
Wij zullen düfe slechts kunnen slagen, in
dien wij eveneens hechte gemeenschappen
weten te vormen. Mede door gebrek aan
taalkennis zijn al tal van Nederlanders, die
individueel naar Brazilië zijn gegaan, ge
strand en in bittere armoede geraakt.
De bewerking van de gronden in Brazi
lië is zeer extensief. Groote gebieden, die
met oerwoud zijn bedekt, worden eenvou
dig afgebrand, waarna de gronden in cul
tuur worden gebracht. Zijn de gronden
uitgeput, dan worden de perceelen verla
ten. „De gronden verbeteren" kennen de
Brazilianen nauwelijks. Wel zijn de laatste
jaren in Brazilië proefstations verrezen,
maar het zal nog geruimen tijd duren, al
vorens practische resultaten zichtbaar zijn.
Door den heer Heymeijer en zijn twee me
dewerkers, waarvan er nog een in Brazilië
is achter gebleven, werden ook nauwkeu
rige grondonderzoekingen gedaan, waarvan
de resultaten nog niet vast staan.
Met vertegenwoordigers van de Brazi-
liaansche regeering werden alle moeilijk
heden en problemen besproken. Met waar
deering maakte ir. Heymeijer gewag van
de groote medewerking welke van deze
zijde werd ondervonden. Teneinde Neder
landsche nederzettingen mogelijk te maken
zullen faciliteiten worden verleend, zelfs
al zou dit niet in overeenstemming met
Braziliaansche wetten zijn. Mogelijkheden
tot verkrijging van credieten in Brazilië
zijn principieel aanwezig. De rentevoet is
evenwel zeer hoog en loopt gauw tegen de
8 en 10 procent.
Pioniers gevraagd
De heer Heymeijer besloot het onder
houd met er op te wijzen, dat slechts echte
pioniers zullen kunnen slagen. Een groot
aanpassingsvermogen zal daarbij vereischt
zijn. Op den duur acht hij een redelijk be
staan beslist aanwezig. Men zal evenwel
flink moeten aanpakken, mede daar in-
heemsche arbeidskrachten schaarsch zijn.
Indien men echter met moderne methoden
(onder gebruikmaking van landbouwma
chines) te werk gaat, bestaat een goede
kans tot slagen.
Liberty-schepen voor Duitschland?
Volgens een correspondent van de „Daily
Mail" hebben de Britsche en Arnerikaan-
sche scheepvaartautoriteiten in Duitsch
land hun goedkeuring gehecht aan een
plan, volgens hetwelk Duitschland toe
stemming zal krijgen om vijf-en-zeventig
Amerikaansche Liberty-schepen in gebruik
te nemen. Het plan, waarvoor Hoover een
aanbeveling had gegeven na zijn jongste
bezoek aan Duitschland, moet nog uitein
delijk door de regeeringen van Engeland en
de V. S. worden goedgekeurd.
Het gevolg voor Engeland zou zijn, dat
dan bijna vijf-eh-zeventig procent der on
kosten van verscheping der voor import
in Duitschland bestemde goederen, die En
geland thans grootendeels in dollars moet
betalen in Duitsche marken zou worden
betaald. Ook zou een overeenkomstige ton
nage voor eigen .gebruik van Engeland
vrijkomen.
Wederopbouw boerderijen
De voorloopige financieringsregeling,
die ten behoeve van den herbouw van
boerderijen is getroffen, komt cr op neer,
dat in het uiterste geval de eigenaar ten
hoogste 25 procent van de vereischte
bouwsom in contanten moet storten. De
rest wordt dan door het Bureau „Weder
opbouw Boerderijen" gefinancierd in den
vorm van rentelooze voorschotten. Ook
Boerenleenbanken hebben zich bereid ver
klaard eventueel het rentelooze voorschot
te verstrekken.
Het komt evenwel voor, dat de eigenaar
in de onmogelijkheid verkeert om de ver
plichte bijdrage te voldoen- Indien in zulke
gevallen het perceel tegen molest verze
kerd is geweest, kan het bureau „Weder
opbouw Boerderijen" bij de Herstelbank
een voorstel doen om uit de molestverze-
kering het vereischte bedrag vrij te krij
gen. Het spreekt vanzelf, dat bij een gun
stige beslissing van de herstelbank het
vrijgegeven geld uitsluitend gebruikt mag
worden ter voldoening van de voor den
herbouw van de boerderij benoodigde bij
drage.
Sommige eigenaren van verwoeste boer
derijen meenen, dat het mogelijk is de
verplichte bijdrage in de hei-bouwkosten
geheel of gedeeltelijk in natura. zooals
hout, steenen, spanten en dergelijke, te
voldoen. Er moet echter uitdrukkelijk op
gewezen worden dat zulks in strijd is met
de bedoeling en den opzet van de voorloo
pige regeling. Slechts indien de eigenaar
uit eigen houtopstand hout kan leveren, is
een gedeeltelijke verrekening op deze
wijze mogelijk. Bij deze houtlevering moet
uiteraard het Staatsboschbeheer ingescha
keld worden.
Het Bureau „Wederopbouw Boerde
rijen" maakt verder nog bekend dat, be
houdens in enkele zeer bijzondere geval
len, het bouwen van noodvoorzieningen als
geëindigd moet worden beschouwd.
Oorlogsschepen
in reparatie
Behalve de groofere oorlogsschepen, die thans
een normale revisie ondergaan, is er nog een
aantal kleinere schepen, dat op dit oogenblik
In reparatie ligt en ten deele een gewijzigde
bestemming krijgt.
Hr. Ms. mijnenvegers „Pieter Florlsz" en
.Ab'raham van der Hulst" zijn in reparatie op
de werf van J. en K. Smit tc Kinderdijk.
Beide schepen zijn uiteindelijk bestemd voor
algemeene en patrouilledienst ln Indië, doch
er kan nog wel wijziging ln deze plannen
komen.
Hr. Ms. kanonneerboot „Gruno" ligt opge
legd ln Den Helder en zal te zijner tijd in dienst
gesteld worden.
De oude kustverdedigingsschepen Hr. Ms.
..Hertog Hendrik" en „Jacob van Heemskerck"
liggen respectievelijk bij Wilton-Feljenoord in
Schiedam en op de marinewerf in Willemsoord.
Deze schepen vielen in Mei 1940 in handen van
de Dultschers en zijn door hen weggesleept.
Toen zij na de bevrijding werden opgespoord,
bleek het dat onze bezetters dezen hadden ver
bouwd tot „Flak"-scheperi (drijvende lucht-
afweerbatterijen). Nu zijn zij terug en wordt
de luchtafweer er af gesloopt, ook verschei
dene verbouwingen krijgen hun beslag, opdat
beide schepen in de tweede helft van dit jaar
dienst kunnen gaan doen als logementschepen.
Twee oorlogsschepen, die in den afgelooperv
oorlog hun sporen hebben vediend als con-
voyeurs krijgen nu een minder roemrijk be
staan. Hr. Ms. kanonneerboot „Van Klnsber-
gen", die bij de Rotterdamsche Droogdok Mij.
ligt, is destijds gebouwd als artlllerle-instruc-
tie-sehip. Het escorteeren tijdens den oorlog
was dus een „Intermezzo". Het schip zal I
April gereed komen voor den dienst en half
April gaan varen als algemeen vormingsschip
voor de adelborsten van het Kon. Instituut te
Den Helder.
Hr. Ms. lichte kruiser „Jacob van Heems
kerck", die eveneens een bewogen oorlogsge
schiedenis heeft en ook bij de Rotterdamsche
Droogdok Mij. ligt, zal in Mei klaar zijn. Deze
oorlogsbodem wordt artillerie-instructieschip,
eveneens voor het Kon. Instituut.
RECORDS VAN HOOGEN WATERSTAND
IN ENGELAND
Op den elfden dag van het hooge water
in Engeland, zijn de rivieren weer hooger
gestegen en records gebroken. Te Glouces
ter kwam de Severn 2J/2 centimeter boven
het recordpeil in het jaar 1852. Te Chert-
sey verdween het teeken, dat het niveau
van het water in 1894 aangeeft, onder het
wateroppervlak van de Theems. Duizen
den manschappen hebben in alle deelen
van het land met de nieuwste militaire uit
rustingen den strijd tegen het water aan
gebonden. De inwoners van het dorpje
Wirksworth (Derbyshire) moesten heden
hun woningen verlaten, daar de geheele
heuvel in beweging kwam.
DISTRIBUTIENIEUWS
Bewoners van Santpoort, wier namen begin
nen met de letters A t.m. G kunnen Dinsdag
nieuwe bonkaarten halen in het Badhuis aan
de Wüstelaan.
Woensdag zijn de letters H. t,m. L aan de
beurt.
De gezegelde stamkaart en loopende bonkaart
703 moeten worden meegebracht.
EEN VOETBALKAMPIOEN?
Door gisteren met 32 van zijn zwaar-
sten concurrent Zandvoortmeeuwen 2
te winnen, behield Velsen 2 de leiding
in zijn afdeeling en zijn uitstekende kan
sen op het kampioenschap.
Verder zijn gespeeld in de afdeeling
Haarlem:
Zandv.meeuwen 5Terrasvogels 4.60
Terrasvogels 3D.E.M. 533
V.S.V. 4Kennemers 455
Kinheim 2Stormvogels 321
FEUILLETON
door John Dickson Carr
Vertaald door Alice van Iterson
27
Zij drukte haar handen tegen haar oogen
en legde ze toen weer in haar schoot. De
toon, waarop zij verder sprak, was harts-
tochtelijk-ernstig, hetgeen niet naliet in
druk op haar toehoorders te maken. „Dit
is de eerste maal, dat ik er over hoor- Ik
durf er een eed op te doen, dat het stukje
agaat er nog niet op was, toen ik weer.
het huis inkwam. Ik heb u immers ver
teld, dat ik het négligé heb uitgetrokken
om er de bloedvlekken uit -te wasschen-
Ik weet er geen andere oplossing voor,
dan dat iemand het er opzettelijk nader
hand op aangebracht heeft".
„Opzettelijk op aangebracht?" merkte
Monsieur Goron op: het was meer het
constateeren van een feit dan een vraag.
Eve begon te lachen. Zij keek ongeloo-
vig van het eene gezicht naar het andere.
„Maar jullie beschouwt mij toch zeker
niet als een moordenares?"
„Om eerlijk te zijn, madame, het fan
tastische denkbeeld is werkelijk geop
perd
„Maar ik kanmaar begrijpt u dat
dan niet? Ik kan immers ieder woord, dat
ik zeg, bewijzen!"
„Op welke manier, Madame?" vroeg de
prefect, terwijl hij met zijn keurig gema
nicuurde vingers op het tafeltje naast
hem begon te trommelen.
Eve wendde zich nu weer tot de an
deren.
„Het spijt mij. Ik heb het jullie niet eer-
■der verteld, omdat ik niet wilde beken
nen, dat Ned in mijn kamer was".
„Dat is begrijpelijk genoeg", antwoord
de Janice met kleurloöze stem.
„Maar dit" Eve spreidde haar handen
uit „dit is zoo volkomen idioot en be
lachelijk, dat ik niet weet, wat ik er op
zeggen moet. Het is precies alsof je mid
den in den nacht wordt wakker gemaakt
en beschuldigd wordt van moord op
iemand, van wien je nog nooit hebt ge
hoord. Ik zou werkelijk bang zijn, als ik
niet zeker wist, dat ik hetgeen ik zeg, kan
bewijzen".
„Het' spijt my, Madame, dat ik u op
nieuw moet lastig vallen met mijn vraag", 1
zei Monsieur Goron. „Hoe moet dat bewe
zen worden?"
„Door Ned Atwood natuurlijk!"
„Ah zoo", zei de prefect.
Zij bewegingen waren uiterst discreet.
Hij beurde de lapel van zijn jasje op en
rook aan de witte roos in het-knoopsgat.
Zijn oogen waren op een bepaald punt op
den vloer gericht. Hij maakte een berus
tend gebaar. Maar op zijn gezicht was
geen enkele gedachte te lezen; zijn voor
hoofd was zwaar gefronst.
„Zegt u mij eens, Madame, u hebt een
heele week gehad om dit verhaal behoor
lijk teoverwegen, nietwaar?"
„Ik heb niets overwogen! Dit is voor het
eerst, dat ik de heele geschiedenis hoor-
Ik zeg u de waarheid!"
Monsieur Goron hief zijn gelaat op.
„Heeft Madame misschien gedurende
deze week Monsieur Atwood gesproken?'
„Neen, zeker niet!"
„Houd je nog van hem, Eve?" vroeg
Janice met zachte stem. „Houd je nog van
hem of niet?"
„Neen, kindjelief, natuurlijk niet", zei
Helena sussend.
„Dank u wel", zei Eve. Ze keek naar
Toby. „Moet ik je dat soms nog vertellen?
Ik verafschuw en veracht hem. Nooit in
mijn leven heb ik iemand zoo veracht! Ik
wensch hem nooit meer te zien".
„Dat is ook niet waarschijnlijk, dunkt
mij", merkte monsieur Goron kalmpjes op.
„Ik bedoel, dat u hem ooit nog zult zien".
Nu wendden allen zich naar Monsieur
Goron, die opnieuw een nauwkeurige stu
die maakte van de figuren in den parket
vloer. Hij keek op.
„Madame is natuurlijk op de hoogte van
het feit, dat Monsieur Atwood niet in een
toestand is om haar beweringen te beves
tigen, zelfs in geval hij dat zou wenschen?"
Monsieur Goron's stem werd feller. „Ma
dame weet natuurlijk, dat Monsieur At
wood al dien tijd met een hersenschud
ding in Hotel „Donjon" heeft gelegen?"
Het duurde waarschijnlijk tien seconden
eer Eve opstond, eer zij kracht genoeg ge
vonden had om op te staan uit haar die-
pen stoel. Zij staarde den prefect aan.
Dermot merkte voor het eerst op, dat zij
een grijze zijden blouse droeg op een zwar
ten rok. Dat gaf een merkwaardig contrast
met haar blank- en roze gelaatskleur, met
de groote, grijze oogen. Maar Dermot
die het gevoel had alsof hij iedere zenuw
in Eve's lichaam en iedere gedachte in
haar brein aanvoelde ontdekte bij zich
zelf een nieuwe ontroering.
Tot dusver, meende hij, waren al deze
beschuldigingen niet méér geweest dan
een armzalige, wrange grap. Nu, plotse
ling, zag zij de zaak in een ander licht- Zij
begreep, waar dit heen ging. Het was
krankzinnig, het was onmogelijk en toch
ging het gebeuren. Zij zag het dreigende
gevaar, het doodelijke gevaar.het ge
vaar dat op haar toekwam uit iedere be
weging van den prefect, uit ieder kalm,
gematigd woord, dat hij sprak.
„Hersenschuddingherhaalde Eve.
Monsieur Goron knikte.
„Een week geleden, om half twee des
morgens", vervolgde hij, „kwam Monsieur
Atwood de hall van Hotel „Donjon" bin
nen. Terwijl hij met de lift naar zijn ka
mer ging, raakte hij buiten bewustzijn".
(Wordt vervolgd)