IJmuider Courant
Nota biedt geen mogel i jkheid voor verdere
onderhandelingen
Spanning
Commissie-Generaal schrijft aan de Republikeinen
Beslissing thans overgelaten aan
Nederlandse regering
Ceen officiële
concessies
Den Haag zwijgt
Onderzeedienst bestaat 40 jaar
Republikeinen
vorming ener
zijn bereid tot
interim-regering
6le Jaargang No. 18663
Kennemerlaan 154, Tel. Redactie en
54S7 Haarlem: Gr. Houtatr. 93,
^droiws Directeur-Hoofd redacteur 15054.
jSrf Z-B.' Spaarne 12, Tel. 12713, 10132.
Directeur-Hoofdredacteur: Robert Peereboom
Zaterdag 21 Juni 1947
KENNEMER EDITIE VAN HAARLEMS DAGBLAD
Verschjjnt dagelQks behalve op Zon- en Feest
dagen. Abonnementsprijs per week 31 cent, per
kwartaal 4,Franco per post 4,50 - Giro
rekening 273107 ten name Van Haarlems Dagblad.
Uitgave van de Stichting Voorlichting te Haarlem
DE HEERSENDE spanning over Indo-
I nesië is de mogelijkheid van een kabi
netscrisis in Den Haag bij herhaling geop-
rd. Did mogelijkheid ziet men in een be-
Jïïid verschil van opvatting tussen de
SJp regeringspartijen. Zoals de Party
1 de Arbeid nog'pas door haar resolutie
2-e'en heeft is zijwegen het voeren van
«d itaire actie, ofschoon ook zij het be-
Se antwoord van de republiek op de
Sderlandse nota onbevredigend aoht.
tokens de laatste berichten ziet zij als
lelijkheid, om een gewapend conflict
I vermijden, dat de republiek bereid zou
Jin van standpunt te veranderen indien
mie van Nederlandse zijde zekere conces-
°L werden gedaan. Anderzijds wil haar
1-tner in de regering, de Katholieke
Volks Partij, militaire actie in het uiterste
Jeval blijkbaar niet uitsluiten en is het de
vraag of deze partij nog tot enige con
cessie bereid zou zijn. Maar zoals wij gis
teren meldden behoeft dit nog niet tot een
kabinetscrisis te leiden, omdat de moge
lijkheid van een compromis in het kabinet
bestaat. Dat zou ér op neerkomen, dat
men geen bereidheid tot nieuwe concessies
zou tonen, maar de republiek de gelegen
heid geven, „op bepaaldelijk aangewezen
nurflen" op haar antwoord terug te komen.
En als zij dat nu eens' niet doen mocht?
Dit compromis, als het wordt aanvaard,
houdt in feite niet anders in dan een zeker
uitstel, waarbij men zou afwachten hoe
de republiek reageert. In die tijd zou dus
no* wel iets meer moeten gebeuren. Noch
van buitenlandse bemiddeling, noch van
instelling van een internationale commis
sie van onderzoek is tot dusver officieel
sprake, Er zijn verscheidene contacten van
de Engelsen met de republikeinen geweest,
maar wat die eigenlijk beduid en uitge
werkt hebben is niet gebleken. Het wekt
daarbij verwondering, dat diplomatieke
pressie van Amerikaanse zijde zich ^lijk
baar niet of onvoldoende he.eft, doen gel
den. Men zóu tooh moeten aannemen dat
besliste Amerikaanse aandrang op een
vreedzame ontwikkeling van zaken zijn
uitwerking op de republiek niet zou mis-
fen. Al heerst er dan spanning in Den
Haag, men kan niet van een op de spits
gedreven crisis spreken, zolang alle po
gingen tot bemiddeling niet zijn uitgeput.
En dat is kennelijk geenszins het geval.
Misschien luiden Sjahrir's Donderdag afge
legde verklaringen (na een gesprek met
de Amerikaanse consul) een verande
ring in.
In het gebruik van geweld zien wij geen
heil, Het zou ongetwijfeld verandering in
de toestand brengen, maar geen- oplossing.
Het zou betekenen dat de weg der vreed
zame samenwerking, zolang bewandeld,
definitief verlaten zou worden. Het zou
vermoedelijk tot de snelle bezetting van
Djokja en van een 'aanmerkelijk deel van
Java leiden en dus ook de toegang tot een
aantal 'ondernemingen openen. Maar dan?
j Dan zou mén^het bezette deel militair
I moeten gaan besturen. Want men zou op
i een guerilla-oorlog, gevoerd van de niet-
bezette delen uit, moeten rekenen. Dat is
heel iets anders dan een zelfbestuur der
Indonesiërs in samenwerking met Neder
landers. En het is niet denkbaar dat ver
zet achterwege zou blijven. Immers is
duidelijk gebleken dat in Azië zich een
vrijheidsbeweging ontwikkeld heeft, die
haar streven niet zal opgeven. Indonesië
is slechts een der gebieden,'waarin zij zich
doet gelden. Of men nu, ,al dan niet te
recht, vaststelt dat de meerderheid der
bevolking er lauw tegenover staat ver
andert daar niets aan. Dergelijke bewe
gingen worden en zijn overal ter wereld
altijd door minderheden ondernomen en
„Onwelwillende, tendentieuze en onwaarachtige voorstelling
van zaken" in Republikeinse antwoordnota.
De Commissie-Generaal heeft in antwoord op de tegen-nota der Republikeinse
delegatie een uitvoerige brief aan deze delegatie doen toekomen, waarin op de ver
schillen van zienswijze gedétailleerd wordt ingegaan.
Samenvattend acht de Commissie-Generaal de Republikeinse voorstellen zodani-g
onbevredigend, dat vrijwel van een afwijzing van haar nota kan worden gesproken.
Zij negeren de rechtspositie, zoals die in de overeenkomst van Linggadjati was aan
vaard. Zy stellen een algemeen overwicht van de Republiek tegenover de federale
constructie. Zij verwerpen de grondslag van samenwerking, die in wederzijdse zeg
gingschap behoort gelegen te zijn en zij bieden ten slotte geen waarborg voor een
werkelijk veilige en rechtmatige terugkeer van hen, die uit het Republikeinse gebied
verdreven zijn of voor de positie van die tallozen, die met de Nederlands-Indische
regering hebben samengewerkt. De Commissie-Generaal meent derhalve, dat de
Republikeinse nota haar geen mogelijkheid tot verdere onderhandeling biedt en heeft,
overeenkomstig de slotzin van haar nota, de vraag, wat er verder te gebeuren staat,
voorgelegd aan de Nederlandse regering.
In haar brief aan de Republikeinen
spreekt de Commissie-Generaal als haar
mening uit, dat- de Republikeinse ant
woordnota op de meest essentiële punten
onbevredigend moet worden genoemd en
geen basis oplevert, waarop een goede uit
voering .van Linggadjati kan worden on
dernomen. Zij wil niet treden in een weer
legging punt voor punt van de onwelwillen
de, tendentieuze én onwaarachtige voor
stelling van zaken, in de aanhef van het
Republikeinse antwoord gegeven, waaruit
blijkt, hoe groot de kloof is tussen de Repu
blikeinse gedachtenwereld en hen, die aan
Nederlandse zijde met de grootste toewij
ding en oprechtheid het bereiken van een
voor beide landen aanvaardbare 'en nood
zakelijke overeenstemming hebben nage
streefd.
De Commissie-Generaal wijst erop, dat
in de antwoord-nota het besef van weder
kerigheid ontbreekt. Zij zal de Republi
keinse delegatie op deze weg niet volgen
en zich beperken tot de aanwijzing van de
fundamentele verschillen tussen de beide, gadjati.
derkerigheid en is in strijd met federale
structuur.
Het uitschakelen van de beslissings
bevoegdheid van de vertegenwoordiger
van de Kroon ontneemt aan de andere sta
ten iedere waarborg voor eerbiediging e
handhaving van hun rechten. De stelling
dat de grote vraagstukken van uitvoering
van Linggadjati aan de beide delegaties
blijft voorbehouden, versterkt de C.-O. in
haar oordeel, dat de Republiek de deelne
ming en het medezeggenschap in die be
sluiten van vertegenwoordigers van Oost-
Indonesië en Borneo verwerpt.
Buitenlandse betrekkingen
Het blijkt, dat de Republikeinse delega
tie de voorstellen van de C.-G. over de
buitenlandse betrekkingen vrijwel geheel
verwerpt. Zij streeft naar onmiddellijke
eigen vertegenwoordiging van Indonesië in
de overgangstijd .waarvoor geen grondslag
te vinden is in artikelèn 2 en 13 van Ling-
Een Republikeinse delegatie heeft in een
brief aan de Commissie-Generaal de za
kelijke inhoud medegedeeld van de rede;
die Sjahrir eergisteren voor Radio Indo
nesia heeft gehouden, In deze brief wordt,
volgens verklaringen in Den Haag, de ge
dachte van een interim-regering aanvaard,
alsmede het scheppen van federale orga
nen, zonder dat daaraan evenwel is toege
voegd, dat deze volgens de Nederlandse
antwoordnota zouden zijn.
In enkele berichten uit Batavia is ge
meld, dat een woordvoerder van de Com
missie-Generaal heeft medegedeeld, dat de
Republiek zich in bedoelde brief verenigt
met de Nederlandse voorstellen ten aanzien
van de interimregering en zelfs dat de In
donesische delegatie bereid zou zijn alle
voorstellen, vervat in de Nederlandse nota
van 27 Mei, te aanvaarden.
In Den Haag wordt verklaard dat dit
niet juist is.
De woordvoerder van de Commissie-
Generaal heeft zich, naar het schijnt, door
een overdreven optimisme laten meeslepen
toen hij gisteren te Batavia verklaarde,
dat de Indonesische delegatie alle Neder
landse voorstellen had geaccepteerd.
Een correspondent van Agence France
Presse heeft van een woordvoerder van de
Nederlands-Indische regeringsvoorlich
tingsdienst en van verschillende persoon
lijkheden uit de omgeving van dr. Van
Mook de mededeling ontvangen, dat de
woordvoerder der Commissie-Generaal
„zich vergist had".
Truman naar Brazilië
De president van de Verenigde Staten,
Harry Truman heeft, blijkens een mede
deling van de Braziliaanse ambassadeur in
Noord Amerika, Carlos Martinez, de uit
nodiging om een bezoek aan Brazilië te
brengen, aangenomen.
JOEGOSLAVIë KLAAGT BIJ DE
VEILIGHEIDSRAAD.
De .Joegoslavische regering heeft in een
memorandum, gericht aan de Veiligheids
raad wegens „Monarchofascistische provo
caties" aan de Joegoslavische grens op 12
en 13 Juni verzocht ter plaatse een on
derzoek in te stellen.
BRAND IN DE STEFANUS-
KATHEDRAAL.
De arbeiders, die met brandende sigaret
ten in de mond aan het herstel van de
Sint Stefanuskathedraal te Boedapest
werkten, hebben een brand veroorzaakt,
die de eeuwenoude koepel voor het groot
ste deel verwoestte.
Hel woord is aan
Wilhelm B us ch
De ingetogenheid, dat is zich te
verheugen in al ivat prettig is,
maar wij niet hebben meugen.
Dollars voor Perzië
De regering van de Verenigde Staten
heeft aan de Perzische regering een crediet
van vijfentwintig millioen dollar verleend
voor de aankoop van kanonnen, tanks,
vrachtauto's, gemechaniseerd materiaal en
kleding voor het Perzische leger.
Dit crediet staat volgens de Perzische
ambassade in Washington niet in verband
met de „Truman-leer" betreffende de
hulpverlening aan landen, welke door com
munistische infiltratie worden bedreigd.
Het gevolg van militaire actie zou zijn,
dat Nederland een guerilla-oorlog en ook
de voedselvoorziening van belangrijke be
volkingsdelen zou moeten financieren.
Waar zijn de middelen om dat te doen?
Dat wij er tot nu toe een leger, tot handha- j
ving van zekere orde en overigens met de i
bedoeling, tot vreedzame samenwerking j
te geraken, in Indonesië, op na hebben
kunnen houden is mogelijk geweest door
Amerikaanse leningen. Het is daarbij- be
kend genoeg, dat onze militaire uitgaven
drie millioen gulden per dag bedragen.
Deze voor een klein en verarmd land
reeds enorme uitgaven zouden nog met
geweldige bedragen vermeerderd worden
(en voor hoe lang wel?) als eenmaal een
militaire actie werd ingezet. Zou Amerika,
zou het Amerikaanse Congres bereid zijn
daarvoor nieuwe, grotere leningen te ver
strekken? Het is niet gebleken en het lijkt
niet waarschijnlijk. Opnieuw zou men
hierbij moeten opmerken, dat het toch wel
onvermijdelijk schijnt dat het Amerikaanse
State Department een uitgesproken hou
ding inzake Indonesië zal aannemen. Het
is duidelijk dat onze regering thans in een
imgasse verkeert. Maar het is niet duide
lijk, waarom buitenlandse bemiddeling
daarin niet op korte termijn verandering
zou kunnen brengen.
Militair geweld zal geen oplossing bren
gen in enig conflict, dat. een sterke gees
telijke achtergrond heeft en waarin dus
diepgaande motieven zich doen gelden.
Als wij zien hoe in deze tijd Engeland de
verhouding met Brits-Indië tot oplossing
Poogt te brengen moeten wij zij het dan
met erkenning van het bestaan van andere
omstandigheden en een andere loop van
gebeurtenissen dan in Indonesië erken
nen dat daar een gans andere geestes
houding uit spreekt dan die van sommige
mensen, die over militaire actie op Java
spreken zonder zelfs de gevolgen te over
wegen. Ais zij geen ideële bezwaren erken-
mv ]-?^en zi-' t°°h kunnen inzien dat in
olijke, materiële zin de onderneming
oen wilde speculatie zou ziin met een on-
gunstig tpekomst-beeld Overigens zouden
"og kunnen afvragen of wij het
eent hebben, er de levens van duizenden
tui ™ns-en aan op te offeren.
'jlao is niet aan enige politieke partij
k?T5v-,Maar spreekt zich als on-
(psp w orgaan en mot overtuiging uit
en a n ?^u'k van geweld in Indonesië
dpnif Z'^n *ezers de raad. wèl te over-
dnnren Wa* zou meeslenen en zich niet
tiJ Ss,eron*waardigin« en dergelijke emo-
tot een ondoordacht, oordeel te laten
nota's. Deze verschillen acht zij terug te
voeren tot twee oorzaken:
de feitelijke verwerping door de Repu
blikeinse regering van sommige van dé be
langrijkste grondslagen van de overeen
komst van Linggadjati en
de afwijzing door haar van een samen
werking op de voet van wederkerigheid.
De G.-G. stuit bij de beantwoording van
de tegennota op de moeilijkheid, dat daar
in verschillende van de door haar gefor
muleerde voorstellen stilzwijgend zijn
voorbijgegaap, waarbij het niet altijd dui
delijk is of de Republikeinse delegatie die
voorstellen verwerpt of aanvaardt.
Vervolgens komt de C.-G. tot de kern
punten.
Het centrale gezag in Indonesië
gedurende de overgangstijd.
In wezen werd het voorstel van de vor
ming van een interim-regering verwor
pen. De Republikeinse voorstellen tot her
vorming en aanpassing van de Indische
regering komen neer op een uitschakeling
daarvan. De vertegenwoordiger van de
Kroon moet volgens het Republikeinse
voorstel slechts een vaag omschreven be-
v" 'heid bezitten om zijn .instemming te
r 'den aan beslissingen, die hij strijdig
c net zuiver Nederlandse belangen. Dit
is met meer verenigbaar met artikel 2 van
Linggadjati. Bovendien komt de zetelver
deling, door de Republiek voor de interim
regering voorgesteld, neer op de macht
iedere beslissing, die niet geheel met de
wensen van de Republiek strookt, te ver
hinderen en op een miskenning van het
feit, dat een federatieve gedachte onver
enigbaar is met die van juridische onge
lijkheid der gefedereerde delen.
Ook wordt de Nederlandse medewerking
aan de opbouw van de-y Verenigde Staten
van Indonesië terzijde geschoven en
-iedere werkelijke invloed aan Nederland,
dat gedurende de overgangstijd de jure
verantwoordelijkheid blijft dragen, ontno
men, ondanks het feit, dat millioenen Indo
nesiërs en de overgrote meerderheid
minderheden de verzekering van hun rech
ten en vrijheden van de Nederlandse re
gering verwachten.
De posities van de luitenant gouverneur
generaal en van -de Nederlandse regering
worden door de clausule van.de eindbe
slissing bij de interimregering, door de
.Republiek tot vrijwel niets gereduceerd.
Dit leidt tot een geheel andere beoorde
ling van de economische voorstellen der
republikeinse delegatie.
Voorts is uit een mededeling van de
Egyptische regering gebleken, dat de Re
publiek na de ondertekening van Ling
gadjati is voorfgegaan met pogingen om
rechtstreeks buitenlandse betrekkingen aan
te knopen.
Militaire samenwerking en bin
nenlandse veiligheid.
In het Republikeinse antwoord op .de
punten van militaire samenwerking komt,
aldus de C.-G., het streven naar „nieuwe
vormen van vrijwillige samenwerking",
waarvan de preambule van Linggadjati
spreekt, wel zeer weinig tot zijn recht. Het
is duidelijk, dat van bijzondere samenwer
king nauwelijks meer sprake is in het Re
publikeinse ontwerp. Het voorstel tot vor
ming van een gemengde gendarmerie
wordt van de hand gewezen met voorbij
gaan van de in Linggadjati verankerde ge
zamenlijke verantwoordelijkheid geduren
de de overgangsperiode voor de veiligheid
van alle ingezetenen en bevolkingsgroepen.
De C.-G. kan hier tegenover alleen feiten
stellen. De aanvallen op Modjokerto duren
voort. De Suikercommissie kon verschei
dene streken niet bezoeken, omdat deWte-
publikeinse regering haar veiligheid daar
niet waarborgen kon. Nog dagelijks.- zijn
mensen, die met de Nederlanders samen-
Het kabinet heeft gisteren tot omstreeks
één uur vergaderd. De regering heeft hier
mede haar onderling overleg over de In
dische aangelegenheid voorlopig besloten.
Zy heeft vooralsnog geen aanleiding ge
vonden tot het doen van nadere medede
lingen.
Verwacht wordt, dat het kabinet deze
week niet meer zal bijeenkomen.
De minister-president en minister Jonk-
I man zyn gistermiddag door H.M. de fto-
1 ningin in audiëntie ontvangen.
fcaav"maar te begriipen - dat dit een
toenseliiïlan mense,Ük beleid, die onze
stp ra-siverantwoordelijkheid ten dieo-
aaia R. P.
*2 df °attlle verwacht.
Parijs tUdense-GaU-le- Zal QP 9 'T-uli-te
door dè'JvCIIS een dejunerj
listen, ppt, "ff!?6 en. Amerikaanse journa-
aangeboden
usien PPn -—canse journa-
uitsprei^en verluidt, belangrijke, rede
De verhouding tot de andere staten j
De C.-G. is van oordeel, dat de republiek
op dit punt bevoegdheden opeist, welke
geen rechtvaardiging vinden in de over
eenkomst van Linggadjati en dat zij streeft
naar een overheersende plaats, ook ten op
zichte van niet onder haar feitelijk gezag
staande- gebieden. De C.-G. verwerpt het
betoog, dat de totstandkoming van de staat
Oost-Indonesië niet in de geest van Ling
gadjati is geschied en dat de Republiek
medezeggingschap toekomt omtrent de sta
tus van Borneo. Zij acht de staatkundige
organisatie van deze gebieden een zaaK
van de bevolking daarvan.
Volslagen in strijd met de overeenkomst
is voorts de handhaving van organisaties
aldaar, welke nog zijn voortgegaan met
het steunen van gewelddadige acties ten
behoeve van de Republiek, alsmede het
zitting hebben van afgevaardigden van die
gebieden in het K.Ni.P.
Geheel onbegrijpelijk is, dat de Repu
bliek de opheffing van deze functies en
organisaties afhankelijk stelt van de in
trekking aan Nederlandse zijde van met
het de facto gezag der Republiek strijdige
instanties, welke de C.-G. onbekend zijn,
en van de uitwisseling van vertegenwoor
digers met de andere stagen.
Het Republikeinse voorstel om in alle
centrale colleges aan de Republiek ten min
ste de helft van het ledental toe te kennen
duidt opnieuw op gemis aan besef van we-
werken, aan allerlei gevaren blootgesteld)
en de rehabilitatie en de hervatting van dei
productie der niet-Indonesische bedrijven
op Republikeins gebied zijn in hoge mate
afhankelijk van de waarborgen van vei
ligheid.
Economische samenwerking.
Ook ten aanzien van het centrale devie-
zenfonds en het toezicht op in- en uitvoer
behoudt zich de 'republiek een overwegen
de plaats voor. Het door de Republiek voor
gestelde systeem van stemming ontneemt
aan de andere staten en ook aan de ver
tegenwoordiger van de Kroon iedere wer
kelijke zeggingschap.
De eisen tot voorafgaande inventarisatie
en tot het in dienst houden van alle op de
ondernemingen werkzame arbeiders legt.
ernstige hinderpalen in de weg" aan de her
vatting van de economische productie. Zo
wel rechtsherstel als economische nood
zaak dringen tot spoed. Voortdurend blij
ven berichten binnenkomen van verder
gaande vernieling van deze bedrijven in
het republikeinse binnenland.
In een slotparagraaf spreekt de C.-G.
dan nog haar groto teleurstelling erover
uit, dat zij heeft moeten ervaren, dat haar
streven naar volledige en ruime toepassing
van de beginselen van Linggadjati, als
blijvende grondslag van het Nederlandse
beleid ten opzichte van Indonesië door het
Nederlandse volk aanvaard, ondanks maan
den van overleg en volharding, bij de Re
publikeinse regering onvoldoende weer
klank heeft kunnen vinden.
Indonesische delegatie
naar Arabische landen
De Republikeinse onder-minister i
buitenlandse zaken, Hadji Agoes Salim,
wordt de volgende week in Irak verwacht
aan het hoofd van een delegatie, welke
dank zal uitbrengen aan de regering van
Irak voor haar welwillende houding je
gens de Republiek en welk? diplomatieke
betrekkingen met de regering van Irak zal
aanknopen.
Naar verluidt zal de delegatie bespre
kingen voeren over een handelsaccoord.
De delegatie zal voorts een reis maken
door de Arabische landen.
„AMERICA" IN KARATSJI.
De Amerikaanse clipper „America", die
een vlucht om de wereld maakt, is te Ka-
ratsji aangekomen.
De Koninginveikt onderscheidingen uit
Ter gelegenheid van het veertigjarig be- Tijdens de herdenking van het veertigjarig
staan van de Onderzeebootdienst heeft de
Koningin de daden van diegenen, die gedu
rende de oorlogsjaren het vaderland ge
diend hebben aan boord van ónderzeeboten,
beloond door aan de Onderzeebootdienst in
z|jn geheel de Militaire Willemsorde Vierde
Klasse toe te kennen voor uitstekende da
den van moed, beleid en trouw.
Voordat dè Landsvrouwe overging tot de
uitreiking van deze onderscheiding aan de
commandant van de Onderzeedienst, de
luitenant ter zee eerste klasse J. K. van
Deelen, onthulde Zij een monument voor
hen, die in de jaren 1940 tot 1945 hun leven
lieten in Nederlandse onderzeeboten: een
bakstenen muur met zeven bronzen platen,
waarin de namen zijn gegraveerd van de
gesneuvelde bemanningen van de O-13, de
0-16, de 0-20, de 0-22, de K-16, de K-17
en de K-7. Na deonthulling legde de Ko
ningin een fraaie krans bij 't gedenkteken.
Nadat officieren aan de Koningin een
exemplaar van het gedenkboek hadden
overhandigd, onderhield Hare Majesteit
zich geruime tijd met de nabestaanden van
de gevallenen en met hoge militaire en
civiele autoriteiten. Omstreeks kwart voor
één vertrok de Landsvrouwe.
Luitenant-admiraal C. E. L. Helfrich, de
bevelhebber der zeestrijdkrachten wenste
hierna de onderzeedienst namens de minis
ter van Marine, die onverwacht verhinderd
was en namens de gehele Koninklijke
Marine geluk met het jubileum en met de
hoge oorlogsonderscheiding.
bestaan van de Onderzeedienst heeft
Kóningin gisteren in Rotterdam een monu
ment onthuld ter nagedachtenis van de tij
dens de tweede wereldoorlog omgekomen
bemanningen van Nederlandse onderzee
boten.
Het filmfestival in Brussel krijgt bezoek van vele bekende figurenOok Sarah Chur
chill verscheen er en toonde veel belangstelling voor een merkwaardige tentoonstel
ling, gewijd aan René Clairs film „Le silence est d'or".
EEN BRIEF VAN SJAHRIR
Commissie-Generaal antivoordt dat op alle andere
punten de standpunten elkaar niet genaderd zijn.
De Republikeinse delegatié heeft giste
ren een brief aan de Commissie-Generaal
overhandigd waarin zij zoals reeds In het
kort is gemeld de Commissie-Generaal
officieel in kennis stelt van de zakelijke
inhoud van de radiorede van Sjahrir.
Daarin wordt gezegd: Wij stemmen in
met de instelling zo spoedig mogelijk van
een interim-regering.
Wij stemmen er mede in, dat de positie
van de vertegenwoordiger van de kroon
de jure en formeel zal zijn als voorge
steld in de nota van uwe delegatie van
27 Mei 1947. Wij hopen, dat in de loop
van de overgangsperiode de regering op
dit punt meer gelijkenis zal gaan vertonen
met hetgeen in onze antwoord-nota werd
gesteld, zodat ten slotte deze regering
overgaat in de regering van de souvereine
verenigde Staten van Indonesië.
De bespreking omtrent de vorm van
de interim-regering, zoals door uwe dele
gatie voorgesteld als „nader overleg" die
nen plaats te hebben met vertegenwoor
digers van Indonesia, Timor en Borneo.
Deze besprekingen zullen zo spoedig
mogelijk moeten beginnen; opdat.de inte
rim-regering reels vóór Juli kan gaan wer
ken.
Taak van deze interim-regering zal on
der meer zijn het instellen van federale
organen, zoals vermeld in de bijlagen van
de nota van uwe delegatie. Bijzonder ur
gent wordt hierbij beschouwd een za snel
mogelijke* instelling van de federale eco
nomische organen. Met dit voorstel ver
trouwen wij, dat aanstonds de samenwer
king, zoals de overeenkomst van Lingga
djati deze bedoelt en wenst, gerealiseerd
kan worden.
Wanneer ook uwe delegatie hiermede kan
instemmen, verwachten wij van u zo spoe
dig mogelijk het initiatief te willen nemen
tofe besprekingen. De brief is getekend door
de voorzitter van de Indonesische delega
tie, Sjahrir.
De Commissie-Generaal heeft aan de
delegatie geantwoord dat haar brief, waar
in ingegaan wordt op de Republikeinse
antwoordnota (en die in dit nummer is
weergegeven. Red.)en deze brief van de
delegatie elkaar gekruist hebben.
Wij menen zo zegt de C.-G. in dit.
laatste schrijven een poging te mogen zien
tot het overbruggen van de grote afstand,
welke tussen de d,oor onze delegaties ge
wisselde nota's bestaat.
De Commissie-Generaal constateert met
voldoening, dat ten aanzien van de posi
tie van de vertegenwoordiger van de
kroon haar voorstellen, zowel ten aanzien
van zijn de jure bijzondere positie met be-
slissings-bevoegdheid, als ten aanzien van
de vorm van zijn optreden in de overgangs
regering tezamen met de vertegenwoordi
gingen van de staatkundige organisaties in
Indonesië worden aanvaard.
De aanvaarding van dit ene punt neemt
echter niet weg, dat op alle andere punten
uw voorstellen de onze niet zijn genaderd.
Een andere /conclusie ware slechts mo
gelijk wanneer punt 4 van uw schrijven
aldus gelezen zou mogen worden, dat de
Republikeirfle regering instemt met de in
stelling van al die federale organen, welke
in de bijlagen onzer nota worden ge
noemd, en uit het woord „zoals" onder
punt 4 zou mogen worden afgeleid, dat
hetgeen in onze bijlagen omtrent deze
federale organen wordt gesteld, alsnog
door genoemde regering ten volle wordt
onderschreven.
De Commissie-Generaal meent in dit
verband te moeten opmerken, dat het
nimmer in de bedoeling kan liggen de
vaststelling van de algemene regelingen
der uitvoering van de overeenkomst van
Linggadjati te ontnemen aan de delegaties
en toe te vertrouwen aan de interim-
regering.
Aangezien ook uw schrijven van 20 Juni
aan de Nederlandse regering werd voorge
legd, stelt de Commissie-Generaal het op
prijs uw antwoord op het bovenstaande
ten spoedigste te mogen vernemen, opdat
ook dit bij de beoordeling van uw schrij
ven in aanmerking kan komen".
„Labour-rebellie" ten einde
Crossman verwijt Rusland
„meedogenloze veron
achtzaming"
Het Labour Lagerhuislid Richard
Crossman, die de „rebellie" van een
aantal Labourleden in de vorige herfst
tegen de buitenlandse politiek van
Bevin leidde, heeft tijdens een radio-r
rede verklaard, dat de mogelijkheid
om het vertrouwen der Sovjets voor
het Britse socialisme te winnen is ver
dwenen, ten gevolge van meedogen
loze veronachtzaming, die de Sovjets
hebben getoond ten aanzien van de
Britse aanbiedingen van vriendschap.
„Het enige verschil tussen Bevin en mij",
aldus Crossman, „is. dat hij de hoop oo
een middenweg tussen 'een Engels-Ame -
rikaanse en een Engels-Russische alliant e
heeft opgegeven, lange tijd voordat wij het
deden".