IJmuider Courant Nota biedt geen mogel i jkheid voor verdere onderhandelingen Spanning Commissie-Generaal schrijft aan de Republikeinen Beslissing thans overgelaten aan Nederlandse regering Ceen officiële concessies Den Haag zwijgt Onderzeedienst bestaat 40 jaar Republikeinen vorming ener zijn bereid tot interim-regering 6le Jaargang No. 18663 Kennemerlaan 154, Tel. Redactie en 54S7 Haarlem: Gr. Houtatr. 93, ^droiws Directeur-Hoofd redacteur 15054. jSrf Z-B.' Spaarne 12, Tel. 12713, 10132. Directeur-Hoofdredacteur: Robert Peereboom Zaterdag 21 Juni 1947 KENNEMER EDITIE VAN HAARLEMS DAGBLAD Verschjjnt dagelQks behalve op Zon- en Feest dagen. Abonnementsprijs per week 31 cent, per kwartaal 4,Franco per post 4,50 - Giro rekening 273107 ten name Van Haarlems Dagblad. Uitgave van de Stichting Voorlichting te Haarlem DE HEERSENDE spanning over Indo- I nesië is de mogelijkheid van een kabi netscrisis in Den Haag bij herhaling geop- rd. Did mogelijkheid ziet men in een be- Jïïid verschil van opvatting tussen de SJp regeringspartijen. Zoals de Party 1 de Arbeid nog'pas door haar resolutie 2-e'en heeft is zijwegen het voeren van «d itaire actie, ofschoon ook zij het be- Se antwoord van de republiek op de Sderlandse nota onbevredigend aoht. tokens de laatste berichten ziet zij als lelijkheid, om een gewapend conflict I vermijden, dat de republiek bereid zou Jin van standpunt te veranderen indien mie van Nederlandse zijde zekere conces- °L werden gedaan. Anderzijds wil haar 1-tner in de regering, de Katholieke Volks Partij, militaire actie in het uiterste Jeval blijkbaar niet uitsluiten en is het de vraag of deze partij nog tot enige con cessie bereid zou zijn. Maar zoals wij gis teren meldden behoeft dit nog niet tot een kabinetscrisis te leiden, omdat de moge lijkheid van een compromis in het kabinet bestaat. Dat zou ér op neerkomen, dat men geen bereidheid tot nieuwe concessies zou tonen, maar de republiek de gelegen heid geven, „op bepaaldelijk aangewezen nurflen" op haar antwoord terug te komen. En als zij dat nu eens' niet doen mocht? Dit compromis, als het wordt aanvaard, houdt in feite niet anders in dan een zeker uitstel, waarbij men zou afwachten hoe de republiek reageert. In die tijd zou dus no* wel iets meer moeten gebeuren. Noch van buitenlandse bemiddeling, noch van instelling van een internationale commis sie van onderzoek is tot dusver officieel sprake, Er zijn verscheidene contacten van de Engelsen met de republikeinen geweest, maar wat die eigenlijk beduid en uitge werkt hebben is niet gebleken. Het wekt daarbij verwondering, dat diplomatieke pressie van Amerikaanse zijde zich ^lijk baar niet of onvoldoende he.eft, doen gel den. Men zóu tooh moeten aannemen dat besliste Amerikaanse aandrang op een vreedzame ontwikkeling van zaken zijn uitwerking op de republiek niet zou mis- fen. Al heerst er dan spanning in Den Haag, men kan niet van een op de spits gedreven crisis spreken, zolang alle po gingen tot bemiddeling niet zijn uitgeput. En dat is kennelijk geenszins het geval. Misschien luiden Sjahrir's Donderdag afge legde verklaringen (na een gesprek met de Amerikaanse consul) een verande ring in. In het gebruik van geweld zien wij geen heil, Het zou ongetwijfeld verandering in de toestand brengen, maar geen- oplossing. Het zou betekenen dat de weg der vreed zame samenwerking, zolang bewandeld, definitief verlaten zou worden. Het zou vermoedelijk tot de snelle bezetting van Djokja en van een 'aanmerkelijk deel van Java leiden en dus ook de toegang tot een aantal 'ondernemingen openen. Maar dan? j Dan zou mén^het bezette deel militair I moeten gaan besturen. Want men zou op i een guerilla-oorlog, gevoerd van de niet- bezette delen uit, moeten rekenen. Dat is heel iets anders dan een zelfbestuur der Indonesiërs in samenwerking met Neder landers. En het is niet denkbaar dat ver zet achterwege zou blijven. Immers is duidelijk gebleken dat in Azië zich een vrijheidsbeweging ontwikkeld heeft, die haar streven niet zal opgeven. Indonesië is slechts een der gebieden,'waarin zij zich doet gelden. Of men nu, ,al dan niet te recht, vaststelt dat de meerderheid der bevolking er lauw tegenover staat ver andert daar niets aan. Dergelijke bewe gingen worden en zijn overal ter wereld altijd door minderheden ondernomen en „Onwelwillende, tendentieuze en onwaarachtige voorstelling van zaken" in Republikeinse antwoordnota. De Commissie-Generaal heeft in antwoord op de tegen-nota der Republikeinse delegatie een uitvoerige brief aan deze delegatie doen toekomen, waarin op de ver schillen van zienswijze gedétailleerd wordt ingegaan. Samenvattend acht de Commissie-Generaal de Republikeinse voorstellen zodani-g onbevredigend, dat vrijwel van een afwijzing van haar nota kan worden gesproken. Zij negeren de rechtspositie, zoals die in de overeenkomst van Linggadjati was aan vaard. Zy stellen een algemeen overwicht van de Republiek tegenover de federale constructie. Zij verwerpen de grondslag van samenwerking, die in wederzijdse zeg gingschap behoort gelegen te zijn en zij bieden ten slotte geen waarborg voor een werkelijk veilige en rechtmatige terugkeer van hen, die uit het Republikeinse gebied verdreven zijn of voor de positie van die tallozen, die met de Nederlands-Indische regering hebben samengewerkt. De Commissie-Generaal meent derhalve, dat de Republikeinse nota haar geen mogelijkheid tot verdere onderhandeling biedt en heeft, overeenkomstig de slotzin van haar nota, de vraag, wat er verder te gebeuren staat, voorgelegd aan de Nederlandse regering. In haar brief aan de Republikeinen spreekt de Commissie-Generaal als haar mening uit, dat- de Republikeinse ant woordnota op de meest essentiële punten onbevredigend moet worden genoemd en geen basis oplevert, waarop een goede uit voering .van Linggadjati kan worden on dernomen. Zij wil niet treden in een weer legging punt voor punt van de onwelwillen de, tendentieuze én onwaarachtige voor stelling van zaken, in de aanhef van het Republikeinse antwoord gegeven, waaruit blijkt, hoe groot de kloof is tussen de Repu blikeinse gedachtenwereld en hen, die aan Nederlandse zijde met de grootste toewij ding en oprechtheid het bereiken van een voor beide landen aanvaardbare 'en nood zakelijke overeenstemming hebben nage streefd. De Commissie-Generaal wijst erop, dat in de antwoord-nota het besef van weder kerigheid ontbreekt. Zij zal de Republi keinse delegatie op deze weg niet volgen en zich beperken tot de aanwijzing van de fundamentele verschillen tussen de beide, gadjati. derkerigheid en is in strijd met federale structuur. Het uitschakelen van de beslissings bevoegdheid van de vertegenwoordiger van de Kroon ontneemt aan de andere sta ten iedere waarborg voor eerbiediging e handhaving van hun rechten. De stelling dat de grote vraagstukken van uitvoering van Linggadjati aan de beide delegaties blijft voorbehouden, versterkt de C.-O. in haar oordeel, dat de Republiek de deelne ming en het medezeggenschap in die be sluiten van vertegenwoordigers van Oost- Indonesië en Borneo verwerpt. Buitenlandse betrekkingen Het blijkt, dat de Republikeinse delega tie de voorstellen van de C.-G. over de buitenlandse betrekkingen vrijwel geheel verwerpt. Zij streeft naar onmiddellijke eigen vertegenwoordiging van Indonesië in de overgangstijd .waarvoor geen grondslag te vinden is in artikelèn 2 en 13 van Ling- Een Republikeinse delegatie heeft in een brief aan de Commissie-Generaal de za kelijke inhoud medegedeeld van de rede; die Sjahrir eergisteren voor Radio Indo nesia heeft gehouden, In deze brief wordt, volgens verklaringen in Den Haag, de ge dachte van een interim-regering aanvaard, alsmede het scheppen van federale orga nen, zonder dat daaraan evenwel is toege voegd, dat deze volgens de Nederlandse antwoordnota zouden zijn. In enkele berichten uit Batavia is ge meld, dat een woordvoerder van de Com missie-Generaal heeft medegedeeld, dat de Republiek zich in bedoelde brief verenigt met de Nederlandse voorstellen ten aanzien van de interimregering en zelfs dat de In donesische delegatie bereid zou zijn alle voorstellen, vervat in de Nederlandse nota van 27 Mei, te aanvaarden. In Den Haag wordt verklaard dat dit niet juist is. De woordvoerder van de Commissie- Generaal heeft zich, naar het schijnt, door een overdreven optimisme laten meeslepen toen hij gisteren te Batavia verklaarde, dat de Indonesische delegatie alle Neder landse voorstellen had geaccepteerd. Een correspondent van Agence France Presse heeft van een woordvoerder van de Nederlands-Indische regeringsvoorlich tingsdienst en van verschillende persoon lijkheden uit de omgeving van dr. Van Mook de mededeling ontvangen, dat de woordvoerder der Commissie-Generaal „zich vergist had". Truman naar Brazilië De president van de Verenigde Staten, Harry Truman heeft, blijkens een mede deling van de Braziliaanse ambassadeur in Noord Amerika, Carlos Martinez, de uit nodiging om een bezoek aan Brazilië te brengen, aangenomen. JOEGOSLAVIë KLAAGT BIJ DE VEILIGHEIDSRAAD. De .Joegoslavische regering heeft in een memorandum, gericht aan de Veiligheids raad wegens „Monarchofascistische provo caties" aan de Joegoslavische grens op 12 en 13 Juni verzocht ter plaatse een on derzoek in te stellen. BRAND IN DE STEFANUS- KATHEDRAAL. De arbeiders, die met brandende sigaret ten in de mond aan het herstel van de Sint Stefanuskathedraal te Boedapest werkten, hebben een brand veroorzaakt, die de eeuwenoude koepel voor het groot ste deel verwoestte. Hel woord is aan Wilhelm B us ch De ingetogenheid, dat is zich te verheugen in al ivat prettig is, maar wij niet hebben meugen. Dollars voor Perzië De regering van de Verenigde Staten heeft aan de Perzische regering een crediet van vijfentwintig millioen dollar verleend voor de aankoop van kanonnen, tanks, vrachtauto's, gemechaniseerd materiaal en kleding voor het Perzische leger. Dit crediet staat volgens de Perzische ambassade in Washington niet in verband met de „Truman-leer" betreffende de hulpverlening aan landen, welke door com munistische infiltratie worden bedreigd. Het gevolg van militaire actie zou zijn, dat Nederland een guerilla-oorlog en ook de voedselvoorziening van belangrijke be volkingsdelen zou moeten financieren. Waar zijn de middelen om dat te doen? Dat wij er tot nu toe een leger, tot handha- j ving van zekere orde en overigens met de i bedoeling, tot vreedzame samenwerking j te geraken, in Indonesië, op na hebben kunnen houden is mogelijk geweest door Amerikaanse leningen. Het is daarbij- be kend genoeg, dat onze militaire uitgaven drie millioen gulden per dag bedragen. Deze voor een klein en verarmd land reeds enorme uitgaven zouden nog met geweldige bedragen vermeerderd worden (en voor hoe lang wel?) als eenmaal een militaire actie werd ingezet. Zou Amerika, zou het Amerikaanse Congres bereid zijn daarvoor nieuwe, grotere leningen te ver strekken? Het is niet gebleken en het lijkt niet waarschijnlijk. Opnieuw zou men hierbij moeten opmerken, dat het toch wel onvermijdelijk schijnt dat het Amerikaanse State Department een uitgesproken hou ding inzake Indonesië zal aannemen. Het is duidelijk dat onze regering thans in een imgasse verkeert. Maar het is niet duide lijk, waarom buitenlandse bemiddeling daarin niet op korte termijn verandering zou kunnen brengen. Militair geweld zal geen oplossing bren gen in enig conflict, dat. een sterke gees telijke achtergrond heeft en waarin dus diepgaande motieven zich doen gelden. Als wij zien hoe in deze tijd Engeland de verhouding met Brits-Indië tot oplossing Poogt te brengen moeten wij zij het dan met erkenning van het bestaan van andere omstandigheden en een andere loop van gebeurtenissen dan in Indonesië erken nen dat daar een gans andere geestes houding uit spreekt dan die van sommige mensen, die over militaire actie op Java spreken zonder zelfs de gevolgen te over wegen. Ais zij geen ideële bezwaren erken- mv ]-?^en zi-' t°°h kunnen inzien dat in olijke, materiële zin de onderneming oen wilde speculatie zou ziin met een on- gunstig tpekomst-beeld Overigens zouden "og kunnen afvragen of wij het eent hebben, er de levens van duizenden tui ™ns-en aan op te offeren. 'jlao is niet aan enige politieke partij k?T5v-,Maar spreekt zich als on- (psp w orgaan en mot overtuiging uit en a n ?^u'k van geweld in Indonesië dpnif Z'^n *ezers de raad. wèl te over- dnnren Wa* zou meeslenen en zich niet tiJ Ss,eron*waardigin« en dergelijke emo- tot een ondoordacht, oordeel te laten nota's. Deze verschillen acht zij terug te voeren tot twee oorzaken: de feitelijke verwerping door de Repu blikeinse regering van sommige van dé be langrijkste grondslagen van de overeen komst van Linggadjati en de afwijzing door haar van een samen werking op de voet van wederkerigheid. De G.-G. stuit bij de beantwoording van de tegennota op de moeilijkheid, dat daar in verschillende van de door haar gefor muleerde voorstellen stilzwijgend zijn voorbijgegaap, waarbij het niet altijd dui delijk is of de Republikeinse delegatie die voorstellen verwerpt of aanvaardt. Vervolgens komt de C.-G. tot de kern punten. Het centrale gezag in Indonesië gedurende de overgangstijd. In wezen werd het voorstel van de vor ming van een interim-regering verwor pen. De Republikeinse voorstellen tot her vorming en aanpassing van de Indische regering komen neer op een uitschakeling daarvan. De vertegenwoordiger van de Kroon moet volgens het Republikeinse voorstel slechts een vaag omschreven be- v" 'heid bezitten om zijn .instemming te r 'den aan beslissingen, die hij strijdig c net zuiver Nederlandse belangen. Dit is met meer verenigbaar met artikel 2 van Linggadjati. Bovendien komt de zetelver deling, door de Republiek voor de interim regering voorgesteld, neer op de macht iedere beslissing, die niet geheel met de wensen van de Republiek strookt, te ver hinderen en op een miskenning van het feit, dat een federatieve gedachte onver enigbaar is met die van juridische onge lijkheid der gefedereerde delen. Ook wordt de Nederlandse medewerking aan de opbouw van de-y Verenigde Staten van Indonesië terzijde geschoven en -iedere werkelijke invloed aan Nederland, dat gedurende de overgangstijd de jure verantwoordelijkheid blijft dragen, ontno men, ondanks het feit, dat millioenen Indo nesiërs en de overgrote meerderheid minderheden de verzekering van hun rech ten en vrijheden van de Nederlandse re gering verwachten. De posities van de luitenant gouverneur generaal en van -de Nederlandse regering worden door de clausule van.de eindbe slissing bij de interimregering, door de .Republiek tot vrijwel niets gereduceerd. Dit leidt tot een geheel andere beoorde ling van de economische voorstellen der republikeinse delegatie. Voorts is uit een mededeling van de Egyptische regering gebleken, dat de Re publiek na de ondertekening van Ling gadjati is voorfgegaan met pogingen om rechtstreeks buitenlandse betrekkingen aan te knopen. Militaire samenwerking en bin nenlandse veiligheid. In het Republikeinse antwoord op .de punten van militaire samenwerking komt, aldus de C.-G., het streven naar „nieuwe vormen van vrijwillige samenwerking", waarvan de preambule van Linggadjati spreekt, wel zeer weinig tot zijn recht. Het is duidelijk, dat van bijzondere samenwer king nauwelijks meer sprake is in het Re publikeinse ontwerp. Het voorstel tot vor ming van een gemengde gendarmerie wordt van de hand gewezen met voorbij gaan van de in Linggadjati verankerde ge zamenlijke verantwoordelijkheid geduren de de overgangsperiode voor de veiligheid van alle ingezetenen en bevolkingsgroepen. De C.-G. kan hier tegenover alleen feiten stellen. De aanvallen op Modjokerto duren voort. De Suikercommissie kon verschei dene streken niet bezoeken, omdat deWte- publikeinse regering haar veiligheid daar niet waarborgen kon. Nog dagelijks.- zijn mensen, die met de Nederlanders samen- Het kabinet heeft gisteren tot omstreeks één uur vergaderd. De regering heeft hier mede haar onderling overleg over de In dische aangelegenheid voorlopig besloten. Zy heeft vooralsnog geen aanleiding ge vonden tot het doen van nadere medede lingen. Verwacht wordt, dat het kabinet deze week niet meer zal bijeenkomen. De minister-president en minister Jonk- I man zyn gistermiddag door H.M. de fto- 1 ningin in audiëntie ontvangen. fcaav"maar te begriipen - dat dit een toenseliiïlan mense,Ük beleid, die onze stp ra-siverantwoordelijkheid ten dieo- aaia R. P. *2 df °attlle verwacht. Parijs tUdense-GaU-le- Zal QP 9 'T-uli-te door dè'JvCIIS een dejunerj listen, ppt, "ff!?6 en. Amerikaanse journa- aangeboden usien PPn -—canse journa- uitsprei^en verluidt, belangrijke, rede De verhouding tot de andere staten j De C.-G. is van oordeel, dat de republiek op dit punt bevoegdheden opeist, welke geen rechtvaardiging vinden in de over eenkomst van Linggadjati en dat zij streeft naar een overheersende plaats, ook ten op zichte van niet onder haar feitelijk gezag staande- gebieden. De C.-G. verwerpt het betoog, dat de totstandkoming van de staat Oost-Indonesië niet in de geest van Ling gadjati is geschied en dat de Republiek medezeggingschap toekomt omtrent de sta tus van Borneo. Zij acht de staatkundige organisatie van deze gebieden een zaaK van de bevolking daarvan. Volslagen in strijd met de overeenkomst is voorts de handhaving van organisaties aldaar, welke nog zijn voortgegaan met het steunen van gewelddadige acties ten behoeve van de Republiek, alsmede het zitting hebben van afgevaardigden van die gebieden in het K.Ni.P. Geheel onbegrijpelijk is, dat de Repu bliek de opheffing van deze functies en organisaties afhankelijk stelt van de in trekking aan Nederlandse zijde van met het de facto gezag der Republiek strijdige instanties, welke de C.-G. onbekend zijn, en van de uitwisseling van vertegenwoor digers met de andere stagen. Het Republikeinse voorstel om in alle centrale colleges aan de Republiek ten min ste de helft van het ledental toe te kennen duidt opnieuw op gemis aan besef van we- werken, aan allerlei gevaren blootgesteld) en de rehabilitatie en de hervatting van dei productie der niet-Indonesische bedrijven op Republikeins gebied zijn in hoge mate afhankelijk van de waarborgen van vei ligheid. Economische samenwerking. Ook ten aanzien van het centrale devie- zenfonds en het toezicht op in- en uitvoer behoudt zich de 'republiek een overwegen de plaats voor. Het door de Republiek voor gestelde systeem van stemming ontneemt aan de andere staten en ook aan de ver tegenwoordiger van de Kroon iedere wer kelijke zeggingschap. De eisen tot voorafgaande inventarisatie en tot het in dienst houden van alle op de ondernemingen werkzame arbeiders legt. ernstige hinderpalen in de weg" aan de her vatting van de economische productie. Zo wel rechtsherstel als economische nood zaak dringen tot spoed. Voortdurend blij ven berichten binnenkomen van verder gaande vernieling van deze bedrijven in het republikeinse binnenland. In een slotparagraaf spreekt de C.-G. dan nog haar groto teleurstelling erover uit, dat zij heeft moeten ervaren, dat haar streven naar volledige en ruime toepassing van de beginselen van Linggadjati, als blijvende grondslag van het Nederlandse beleid ten opzichte van Indonesië door het Nederlandse volk aanvaard, ondanks maan den van overleg en volharding, bij de Re publikeinse regering onvoldoende weer klank heeft kunnen vinden. Indonesische delegatie naar Arabische landen De Republikeinse onder-minister i buitenlandse zaken, Hadji Agoes Salim, wordt de volgende week in Irak verwacht aan het hoofd van een delegatie, welke dank zal uitbrengen aan de regering van Irak voor haar welwillende houding je gens de Republiek en welk? diplomatieke betrekkingen met de regering van Irak zal aanknopen. Naar verluidt zal de delegatie bespre kingen voeren over een handelsaccoord. De delegatie zal voorts een reis maken door de Arabische landen. „AMERICA" IN KARATSJI. De Amerikaanse clipper „America", die een vlucht om de wereld maakt, is te Ka- ratsji aangekomen. De Koninginveikt onderscheidingen uit Ter gelegenheid van het veertigjarig be- Tijdens de herdenking van het veertigjarig staan van de Onderzeebootdienst heeft de Koningin de daden van diegenen, die gedu rende de oorlogsjaren het vaderland ge diend hebben aan boord van ónderzeeboten, beloond door aan de Onderzeebootdienst in z|jn geheel de Militaire Willemsorde Vierde Klasse toe te kennen voor uitstekende da den van moed, beleid en trouw. Voordat dè Landsvrouwe overging tot de uitreiking van deze onderscheiding aan de commandant van de Onderzeedienst, de luitenant ter zee eerste klasse J. K. van Deelen, onthulde Zij een monument voor hen, die in de jaren 1940 tot 1945 hun leven lieten in Nederlandse onderzeeboten: een bakstenen muur met zeven bronzen platen, waarin de namen zijn gegraveerd van de gesneuvelde bemanningen van de O-13, de 0-16, de 0-20, de 0-22, de K-16, de K-17 en de K-7. Na deonthulling legde de Ko ningin een fraaie krans bij 't gedenkteken. Nadat officieren aan de Koningin een exemplaar van het gedenkboek hadden overhandigd, onderhield Hare Majesteit zich geruime tijd met de nabestaanden van de gevallenen en met hoge militaire en civiele autoriteiten. Omstreeks kwart voor één vertrok de Landsvrouwe. Luitenant-admiraal C. E. L. Helfrich, de bevelhebber der zeestrijdkrachten wenste hierna de onderzeedienst namens de minis ter van Marine, die onverwacht verhinderd was en namens de gehele Koninklijke Marine geluk met het jubileum en met de hoge oorlogsonderscheiding. bestaan van de Onderzeedienst heeft Kóningin gisteren in Rotterdam een monu ment onthuld ter nagedachtenis van de tij dens de tweede wereldoorlog omgekomen bemanningen van Nederlandse onderzee boten. Het filmfestival in Brussel krijgt bezoek van vele bekende figurenOok Sarah Chur chill verscheen er en toonde veel belangstelling voor een merkwaardige tentoonstel ling, gewijd aan René Clairs film „Le silence est d'or". EEN BRIEF VAN SJAHRIR Commissie-Generaal antivoordt dat op alle andere punten de standpunten elkaar niet genaderd zijn. De Republikeinse delegatié heeft giste ren een brief aan de Commissie-Generaal overhandigd waarin zij zoals reeds In het kort is gemeld de Commissie-Generaal officieel in kennis stelt van de zakelijke inhoud van de radiorede van Sjahrir. Daarin wordt gezegd: Wij stemmen in met de instelling zo spoedig mogelijk van een interim-regering. Wij stemmen er mede in, dat de positie van de vertegenwoordiger van de kroon de jure en formeel zal zijn als voorge steld in de nota van uwe delegatie van 27 Mei 1947. Wij hopen, dat in de loop van de overgangsperiode de regering op dit punt meer gelijkenis zal gaan vertonen met hetgeen in onze antwoord-nota werd gesteld, zodat ten slotte deze regering overgaat in de regering van de souvereine verenigde Staten van Indonesië. De bespreking omtrent de vorm van de interim-regering, zoals door uwe dele gatie voorgesteld als „nader overleg" die nen plaats te hebben met vertegenwoor digers van Indonesia, Timor en Borneo. Deze besprekingen zullen zo spoedig mogelijk moeten beginnen; opdat.de inte rim-regering reels vóór Juli kan gaan wer ken. Taak van deze interim-regering zal on der meer zijn het instellen van federale organen, zoals vermeld in de bijlagen van de nota van uwe delegatie. Bijzonder ur gent wordt hierbij beschouwd een za snel mogelijke* instelling van de federale eco nomische organen. Met dit voorstel ver trouwen wij, dat aanstonds de samenwer king, zoals de overeenkomst van Lingga djati deze bedoelt en wenst, gerealiseerd kan worden. Wanneer ook uwe delegatie hiermede kan instemmen, verwachten wij van u zo spoe dig mogelijk het initiatief te willen nemen tofe besprekingen. De brief is getekend door de voorzitter van de Indonesische delega tie, Sjahrir. De Commissie-Generaal heeft aan de delegatie geantwoord dat haar brief, waar in ingegaan wordt op de Republikeinse antwoordnota (en die in dit nummer is weergegeven. Red.)en deze brief van de delegatie elkaar gekruist hebben. Wij menen zo zegt de C.-G. in dit. laatste schrijven een poging te mogen zien tot het overbruggen van de grote afstand, welke tussen de d,oor onze delegaties ge wisselde nota's bestaat. De Commissie-Generaal constateert met voldoening, dat ten aanzien van de posi tie van de vertegenwoordiger van de kroon haar voorstellen, zowel ten aanzien van zijn de jure bijzondere positie met be- slissings-bevoegdheid, als ten aanzien van de vorm van zijn optreden in de overgangs regering tezamen met de vertegenwoordi gingen van de staatkundige organisaties in Indonesië worden aanvaard. De aanvaarding van dit ene punt neemt echter niet weg, dat op alle andere punten uw voorstellen de onze niet zijn genaderd. Een andere /conclusie ware slechts mo gelijk wanneer punt 4 van uw schrijven aldus gelezen zou mogen worden, dat de Republikeirfle regering instemt met de in stelling van al die federale organen, welke in de bijlagen onzer nota worden ge noemd, en uit het woord „zoals" onder punt 4 zou mogen worden afgeleid, dat hetgeen in onze bijlagen omtrent deze federale organen wordt gesteld, alsnog door genoemde regering ten volle wordt onderschreven. De Commissie-Generaal meent in dit verband te moeten opmerken, dat het nimmer in de bedoeling kan liggen de vaststelling van de algemene regelingen der uitvoering van de overeenkomst van Linggadjati te ontnemen aan de delegaties en toe te vertrouwen aan de interim- regering. Aangezien ook uw schrijven van 20 Juni aan de Nederlandse regering werd voorge legd, stelt de Commissie-Generaal het op prijs uw antwoord op het bovenstaande ten spoedigste te mogen vernemen, opdat ook dit bij de beoordeling van uw schrij ven in aanmerking kan komen". „Labour-rebellie" ten einde Crossman verwijt Rusland „meedogenloze veron achtzaming" Het Labour Lagerhuislid Richard Crossman, die de „rebellie" van een aantal Labourleden in de vorige herfst tegen de buitenlandse politiek van Bevin leidde, heeft tijdens een radio-r rede verklaard, dat de mogelijkheid om het vertrouwen der Sovjets voor het Britse socialisme te winnen is ver dwenen, ten gevolge van meedogen loze veronachtzaming, die de Sovjets hebben getoond ten aanzien van de Britse aanbiedingen van vriendschap. „Het enige verschil tussen Bevin en mij", aldus Crossman, „is. dat hij de hoop oo een middenweg tussen 'een Engels-Ame - rikaanse en een Engels-Russische alliant e heeft opgegeven, lange tijd voordat wij het deden".

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1947 | | pagina 1