c
Literaire kanttekeningen
De 9 Muzen
Strand en palmen
Rika Hopper over Louis Bouwmeestei
J Hij werkt bij een journaal-
-s onderneming, kwam daar
na in de studio, was acteur en helper van
regisseurs. Het werk, waarmee hij naam
maakte en dat sindsdien als karakteristiek
voor zijn manier van filmen, is blijven gel
den, was „Le chapeau de paille d'Italie",
een film die juist dezer dagen weer in
Haarlem wordt vertoond, daarmee bewij
zend dat ze nog steeds belangwekkend is.
En als ze de filmgangers van tegenwoordig
al een beetje teleur stelt, omdat ze toch
eigenlijk niets meer is dan een filmcomedie,
dan komt dat omdat wij tegenwoordig er
niet meer de verrassing in zien, die ze zo
veel jaar geleden is geweest.
ZATERDAG 15 NOVEMBER 1947
YVONNE PAUWELS: Tusschen hemel en aarde.
P. N. van Kampen Zn., Amsterdam
EMAND ZAL, na deze roman ten einde
IN gelezen te hebben, twijfelen aan de
-oede bedoelingen van Yvonne Pauwels,
van wie mij trouwens geen ander schriftuur
bekend is dan dit boek. Niemand ook zal
bet ontbreken aan sympathie voor de
hoofdpersoon die in „Tusschen Hemel en
Aarde" figureert. Maar, literatuur wordt
nu eenmaal niet alleen met goede bedoe
lingen geschreven en het „verhaal" is de
roman niet, zomin als het onderwerp het
schilderij uitmaakt. Dat zijn allemaal
oude waarheden, waaromtrent men moest
wensen dat Yvonne Pauwels ze zich ter
harte genomen had. Daarom is het dubbel
spijtig dat een schrijfster, die soms door
een enkele zinswending, waar zij zichzelf
is en blijk geeft niet van talent gespeend
te zijn, met al haar fijngevoeligheid en
ondanks de zinvolle opzet van haar men-
seüjk verhaal, niet uitkomt boven een
schrijftrant die met gebruikmaking van
al te traditionele middelen en een over
maat van mededeelzaamheid de soberheid
blijkt te missen, om de lezers in het hart
te tasten. Veel in Yvonne Pauwels' roman
blijft „literatuur", voortgekomen eer uit
een zucht dan uit een onontkoombare
drang tot schrijven. Wat hier ontbrak is
de innerlijke gespannenheid, die onder de
dwang van een wil tot klare vormgeving,,
in evenwicht van woord, klank, rhythme
en inhoud, alle gevoelstroebelen heeft
weten te bannen en nu in helderheid van
zinsbouw en compositie de lezer ervan
overtuigt, dat het zó en niet anders ge
schreven moest worden.
Het zijn deze tekorten, die zowel de
waardebepaling van de schrijfster als die
van haar schriftuur twijfelachtig doen
zijn: bij sommige passages wordt de ver
wachting gewekt dat deze auteur wier
boek naar ik van harte hoop een eerste
ling is zich onder strenge zelfzucht en
zelfcritiek zal weten te vormen, door af
stand te doen van veel dat niet gezegd,
maar enkel gesuggereerd moet worden (zij
ga eens ter schole bij haar landgenoot
Walschap); bij andere worden even zovele
teleurstellingen gewekt, mogelijk door een
te grote mate van argeloosheid: zowel hét
gegeven als de stijl (het onafgebroken ge
bruik van de onvoltooid tegenwoordige
tijd) eisen een voller draagkracht van ta
lent dan Yvonne Pauwels hier heeft kun
nen opbrengen.
Met deze (welgemeende) critiek wil al
lerminst gezegd zijn, dat ik geen waar
dering zou gevoelen voor opzet en gege
ven van dit boek: in tegendeel. Er steekt
zoveel zuiverheid, zoveel mensenliefde
óók, in dat men, minder critisch lezend,
al gauw geneigd zou zijn, zich te laten
meesleuren door de tragische belevenissen
waarvan deze roman verhaalt: de strijd
des harten van een aan het klooster ont
vluchte „Mère Imelda", die met de onge
reptheid van lichaam en ziel, welke haar
hemelse dienst haar als een onaantastbaar
geschenk heeft doen behouden, het leven
ingaat en dan ervaren moet, dat er in haar
nog te veel aardse verlangens sluimeren
om als sneeuw zo blank het Hemelse uit
sluitend toe te behoren. Zij werd, zoals
Yvonne Pauwels haar laat denken, „van
in haar jeugd voor een ander doel ge
kneed" dan de gangbare mens, vervuld
als zij is van godsvrucht en innige mensen
liefde, van drang tot dienen en zelfopof
fering. „Ik kon niet leven in het slijk",
moet zij zich na vele beproevingen erken
nen, „en voor de hemel ben ik niet rijp."
Zo zweeft zij tussen ideaal en werkelijk
heid, hemel en aarde, begeerteloosheid en
menselijke lust, madonna-verlangen en
vrouw zijn, ziel en lichaam. Zodra voor
haar, de blanke bruid van Christus, die nu
onder haar wereldse naam Lucie Bergman
onwennig en argeloos door het onmeedo
gende leven gaat, voor het eerst de mense
lijke liefde openbloeit, wordt zij tragisch
gewaar, dat zij, te zeer vergeestelijkt door
de afzondering van het kloosterleven, on
danks haar jnnige drang tot liefdevol toe-
gewijd-zijn, haar minnaar nooit zal kun
nen bevredigen. Hoger gaat haar liefde
dan. passie, dieper is haar roeping dan die
van het vrouw-zijn in aardser liefde. En
zo offert zij zich tenslotte, doet zij afstand,
om haar ziel te redden in een onbaatzuch
tig dienen.
De schrijfster heeft helaas het tra
gisch zielsconflict van Lucie Bergman op
de spits gedreven door haar tegenover een
minnaar te plaatsen, die in weerwil van de
liefde voor zijn moeder en zijn ijzeren wil,
te slagen, vrijwel in alle opzichten haar
tegendeel is en in zijn materialistische en
soms botte grofheid van waarachtige liefde
biet weet en nooit weten zal.
Veel kan ik Yvonne Pauwels vergeven.
Maar als zij Bob van Geert, Lucie's min
naar, ondanks de schone ontmoeting met
een zo gave.kuisheid, die de schrijfster ons
toch in de gestalte van Lucie wil sugge
reren (en waaraan ze ons op meer dan
één bladzijde van haar roman waarachtig
doet geloven) in Parijs deze edele onge
reptheid, die hij toch heeft leren onder
kennen, laat verraden door hem zijn heil te
doen zoeken bij gekochte liefde, rijst de
twijfel of de figuren van dit boek niet ge
chargeerd, althans onvoldoende mede- en
doorleefd zijn en de roman niet tot „litera
tuur" is verzwakt. Ik denk aan het woord
van Kierkegaard, dat A. Mar ja onlangs
(ten onrechte, naar mijn mening) Bertus
Aafjes voorhield: „Du solist blosz dich
selbst gebahren. Aber dar in liegt freilich
ein Ernst, der die Seele im Innersten er-
heben macht." Nu, „erbeben", tot op onze
zielebodem ontroeren, doet deze roman ons
niet, al is het gegeven het honderdmaal
waard. Blijvend product van schrijfkunst
is toch alleen datgene, waarvoor we ge
neigd zijn, de ogen neer te slaan. En dat is
nog iets anders dan het vertellen van een
verhaal met sympathieke en zelfs onmis
kenbare sporen van schrijftalent dat hier
te zwak blijkt van persoonlijk zeggen, om
van woord tot beeld te worden.
C. J. E. DINAUX.
Ceen nieuwe vergadering
van Bloembollencultuur
Motie Grootebroek
ingetrokken
Op de laatst gehouden algemene verga
dering van „Bloembollencultuur", waar
een voorstel tot afschaffing van de sane
ringsmaatregelen werd aangenomen, dien
de afd. Grootebroek (waarvan dit voorstel
uitging) een motie in, waarin het hoofd
bestuur wordt uitgenodigd, alle betrekkin
gen met het Bedrijfschap voor Sierteelt
producten per 1 Januari a.s. te verbreken,
wanneer per die datum de maatregelen
niet zouden zijn opgeheven.
Bij het hoofdbestuur is thans bericht in
gekomen, dat de afd. Grootebroek deze
motie heeft ingetrokken, zodat de buiten
gewone algemene vergadering, die ter be
handeling van deze motie zou moeten wor
den gehouden, niet behoeft plaats te heb
ben.
Nederlandse oorlogsmisdadiger
in Oostenrijk opgehangen
Een Weens blad meldt, dat Nikolaus
Been, die door een Britse militaire recht
bank ter dood was veroordeeld wegens
moord op vier Joden in een kamp in Stier
marken. geëxecuteerd is. De veroordeelde
in opgehangen.-
(De PRA bleek over de volgende ge
gevens te beschikken aangaande Nicolaas
Been: het betreft een 39-jarige Amster
dammer, die geboekt staat als lid van de
NSB, de Germaanse SS, de Waffen-SS. de
Wach- und Schutzdienst en de NSKK.
Het Bureau opsporing oorlogsmisdadigers
bleek Nicolaas Been niet te kennen.)
,De ontvoering" weer ten tonele. Zondag
middag 16 November zal in de Stadsschouwburg
te Amsterdam een voorstelling worden gegeven
van Mozart's „Ontvoering uit liet Serail", op
nieuw in-gestudeerd onder leiding van Abr. van
der Vies. In deze opvoering zal Albert Dana voor
het eerst de rol van Belmonte vervullen. De
overige rollen zijn toevertrouwd aan Otto Cou
perus, Gerard Groot. Jan Voogt, Louise de Vries
en Berlhe Lowey. De muzikale leiding is in han
den van Willem van Otterloo.
Filmisch toneel. De Hilversumse rederijkers
kamer zal Zaterdagavond een noviteit op toneel
gebied brengen. Men voert een door Louis Povel
geschreven toneelbewerking op van J. de Vere
Stacpoole's roman „The man who lost himself'
onder de titel „Leef mijn leven als je kunt".
Aan Povel's enscenering ligt een van de gebrui
kelijke volkomen afwijkende toneeltechniek ten
grondslag. Er zullen 21 taferelen zijn, waarin
zich op drie speelvlakken met aanduidend décor,
ondersteund door verlichting, het avontuurlijke
verhaal afspeelt, waarvan de delen zonder lange
pauzes op elkaar volgen naar een door film en
hoorspel geïnspireerde methode.
Niet de Toonkunstenaarsbond, zoals in ons
blad van Donderdag j.l. vermeld werd, maar de
orkestcommissie der H.O.V. had een verzoek
om een voorschot van één maand salaris aan
orkestleden gedaan.
Restauratie van de koepel
bij „De Rijp"
Donderdag a.s. vergadert de gemeente
raad van Bloemendaal. De agenda bevat
vijftien punten. Voorgesteld wordt tot toe
kenning van een bijdrage aan bijzondere
scholen voor middelbaar en voorbereidend
hoger onderwijs, wegens* bezoek aan die
inrichtingen door leerlingen afkomstig uit
de gemeente.
B. en W. komen met een nieuw voorstel
tot overneming om niet van koepel „De
Rijp" met enige grond daar omheen van
de Erven Stoop. Gedeputeerde Staten had
den bezwaren een Besluit goed te keuren,
om 5000 beschikbaar te stellen voor de
restauratie. Inmiddels zal dank zij steun
en medewerking van ingezetenen de
restauratie kunnen geschieden buiten be
zwaar van de gemeentekas.
In 1942 is van de Erven Van der Vliet
aangekocht ongeveer 8 ha duinterrein voor
de uitbreiding van de algemene begraaf
plaats. Thans komen B. en W. met een
nieuw voorstel, om 9 ha aan te kopen
tegen een prijs van 0.20 per m2, onder
bepaling, dat de aanlegkosten van een
reeds aangelegde weg voor rekening komen
van de gemeente en dat een deel der uit te
breiden begraafplaats voor de familie Van
der Vliet gereserveerd wordt.
Voorgesteld wordt tot aankoop van
214 m2 grond met woning aan de Domp-
vloedslaan voor 1821. De bewoner zal
er voorlopig mogen blijven wonen.
B. en W. stellen voor afwijzend te be
schikken op het verzoek van het bestuur
der Rooms Katholieke Parochie school te
Vogelenzang om medewerking te verlenen
voor aanschaffing van twee trapnaai-
ma chines.
Over Muziek
Mendelssohn
Anti-iawaaicampagne gevraagd
De Nederlandse militai
ren in Batavia en omge
ving hebben een prachtig
ontspanningsoord vlalc
bij de hand, waar zij- na
een harde en vermoeien
de week de verkwikking
vinden waaruit zij een
nieuwe dosis weerstand
voor de volgende dagen
van hitte en vermoeienis
kunnen putten. - Het
schone oord heet Tjilin-
tjing en ligt vijftien kilo
meter van Batavia aan
de kust. Het heeft een
prachtig strand met wui
vende palmen en de sfeer
van een Zuidzee-eiland.
De soldaten kunnen er
naar hartelust zwemmen
en andere sporten be
oefenen.
Toneelheriimeringeii en toneelportretten
Rika Hopper en mevrouw Holtrop-van
Gelder zijn de enige overlevenden, die nog
in de 'opvoering van De Koopman van
Venetië met Louis Bouwmeester te Parijs
hebben meegespeeld. Toen ik mevrouw
Hopper onlangs opzocht, heeft zij van die
glorierijke tijd, toen zij naast de grote
Louis op de planken stond, het een en an
der verteld, dat een aardig licht werpt op
deze geniale acteur.
„Hij was 'n genie!" zei ze mij, „en toch
was hij altijd heel eenvoudig. Hij maakte
nooit veel drukte en was een allerprettigst
collega, ook voor ons, jongeren. Ik herin
ner mij, dat ik in Richard III een der twee
prinsesjes was. Ik was dan werkelijk bang
voor hem, als hii met zijn priemende ogen
en handen als klauwen naar mij toe kwam.
In een kritiek kreeg ik eens het compli
ment, dat ik de angst zo natuurgetrouw
gespeeld had. Wat wonder! Ik was doods
benauwd voor hem. En toch, al waren de
scènes nog zo hevig, hij zou je nooit pijn
doen, ook al greep hij je in zijn woede aan
en al schudde hij je heen en weer".
Op mijn vraag, hoe Bouwmeester repe
teerde, antwoordde mevrouw Hopper: „O,
dat was heel merkwaardig. Bij de eerste
repetitie was zijn spel altijd erg vlak en
bromde hij zo'n beetje zijn tekst, maar bij
de volgende repetitie begon het langza
merhand te leven, zette hij zijn stem meer
uit en voelde je waar hij naar toe wilde.
Maar pas tegen de generale gaf hij zich
geheel. Dan zei mevrouw Mann: „Hij geeft
'em weer van Jetje!" en dan was het soms
zo geweldig, dat het moeilijk was er te-
•genin te spelen".
Dit herinnerde mij aan wat Ko van Dijk
mij eens heeft verteld over de repetitie
van Oedipus in 1896. Dr. Mendes da Costa,
die enige jaren te voren de Oedipus-op-
voering der studenten te Utrecht had ge
leid, voerde de regie over het geheel en
had ook op verzoek van de Raad van
Beheer met Bouwmeester de rol van
Oedipus, die zo geheel afweek van de rol
len, welke hij altijd gespeeld had, inge
studeerd. Of het Bouwmeester moeite
kostte zich te voegen aan de strenge stijl
van het klassieke treurspel, dan wel, dat
hij er niet het rechte vertrouwen in had,
zeker is het, dat zijn spel op de repetities
zeer onzeker was, zodat zowel de Raad
van Beheer als de spelers met de grootste
angst de première tegemoet zagen. Ze ver
wachtten allen een fiasco, totdat eindelijk
de dag van de generale kwam.
De Raad van Beheer, die voltallig aan
wezig was, zat op spelden en de spelers
waren, al even nerveus. Maar zodra Bouw
meester in het costuum van Oedipus op de
trappen van het paleis verscheen en de
eerste zinnen van zijn tekst had gezegd,
was het, of er een wonder met hem ge
beurd was. Van weifeling was geen sprake
meer. Daar stond een koning, daar speelde
het genie. Zo overweldigend was de in
druk van dit onverwacht magistrale .spel,
dat de anderen moeite hadden te spelen.
Nooit hebben zijn collega's de grootheid
van Bouwmeester zo gevoeld als bij die
generale, en de opvoering van Oedipus
werd voor hem dan ook een triomf.
O^er de voorstelling van De Koopman
van Venetië in Parijs heeft Rika Hopper
mü ook nog enige aardige bijzonderheden
verteld.
„Het was eigenlijk een spectacle coupé
een vertoning van fragmenten dat
gegeven werd als afscheidsvoorstelling
van de Franse4acteur Boucher, die jaren
lang sociétaire van de Comédie Frangise
was geweest. Behalve het Amsterdamse
gezelschap dat door de invloed van de
bekende impressario Jozef Schürmann
een oud Haarlemmer was uitgenodigd
traden die avond op de beroemde acteur
Mounet Sulley, die verzen zei, en Coquelin
Cadet, die monologen voordroeg.
Bouwmeester was, voordat hii ookwam
merkbaar nerveus, maar toen de Hollan
ders in de zaal hem bij zijn eerste opkomst
hadden toegejuicht, was hij zijn zenuwen
de baas. Hij speelde, zoals hij het alleen
maar kon en de Franse critici vergeleken
hem met de grootsten in deze rol, met
Novelli en Irving. Ook voor mevrouw Hol
trop-van Gelder, die Portia speelde, werd
de avond een groot succes.
Ik herinner mij nog. dat Madame Mo-
réno, een der eerste actrices van de Co-
médie Frangaise tussen de coulissen het
spel van Bouwmeester tijdens de grote
rechtsscène" ademloos volgde. Toen Bouw
meester aan het slot naar buiten stortte en
zoals gewoonlijk achter de coulissen
door drie man werd opgevangen, sloeg
Madame Moréno haar handen voor de
ogen en hoorde ik haar zeggen: „C'est
affreux!" (Het is afschuwelijk).
Na afloop der voorstelling stonden de
Franse confi'aters, allen in rok, op de tre
den der trap en toen Bouwmeester tussen
dife haag van beroemde toneelspelers, die
hem begroette met „Cher maltre!" naar
beneden schreed, was hij wel heel sterk
onder de indruk.
Na de voorstelling in het Théatre Fran-
gais was er nog een soirée bij de Neder
landse gezant jhr. De Stuers, waar de be
kendste Franse acteurs Bouwmeester kwa
men complimenteren en de Nederlandse
toneelspeler Ising als tolk fungeerde.
Wat vraren het heerlijke dagen en wat
waren wij allen trots op onze grote Louis".
J. B. SCHUIL.
LS Felix Mendelssohn-Bartholdv niets
anders geschreven had dan zijn mu
ziek bij Shakespeare's „Midsummernights-
dream" zou hij zijn wereldroem al ten volle
verdiend hebben. De Duitse barbaren
mochten het standbeeld van de componist
omverhalen, zij'mochten de uitvoering-van
zijn werken verbieden, zij hebben gelukkig
niet alle orkest-bibliotheken kunnen ver
woesten, hun verbeten jalouzie is met de
dood gestraft en Mendelssohn's elegante
muziek kan weer klinken. Ja, deze muziek
bij Shakespeare is uit het genie van een
gelukkig meester ontstaan. Mendelssohn
was zeventien jaar toen hij de ouverture
componeerde en men kan de geestkracht
dezer muziek niet genoeg bewonderen. Het
is niet het gespeel van een vroegrijp kind,
dat handig met harmonieën omgaat en
aardig thuis is in de wereld der instru
menten; het is de uiting van een volwassen
geest, waarin muziek en fantasie één zijn.
Zeventien jaar later schreef hij de andere
delen van het werk, waarvan hot onvol
prezen Scherzo evenzeer als het latere
Vioolconcert bevestigden, dat Mendelssohn
van zijn jongelingsjaren af een zelfstandige
genialiteit liet spreken: een genialiteit, die
bij het ontstaan dezer werken niet werd
beïnvloed door Weltschmerz of andere
rumoerigheden van het gemoedsleven,
waaronder andere componisten van Beet
hoven af zo te lijden hadden. Ik denk dat
Brahms in zim vele sombere uren wel eens
gesmacht zal hebben naar Mendelssohn's
vrijheid. Het is waar dat Brahms door zijn
sterke zelfcritiek zich altijd heeft behoed
tegen afdwalingen in salonstijl, maar het
tempo zijner muzikale gedachten kon zich
ook geen elegante sprongen veroorlo%ren.
Wie zou hem trouwens ooit hebben kunnen
overtuigen, dat springen artistieker is dan
zitten en dat muzikale gedachten zich eer
der verdiepen door beweging dan door
stilstand? Muzikaal beschouwd dient ook
de bezinning beweging te zijn, wil zij geen
vertraging betekenen.
Mendelssohn heeft veel van zijn betekenis
Franse minister van Onderwijs
komt naar ons land
Hij zal ook Haarlem bezoeken
Op 17, 18 en 19 November zal de
ftanse minister van Onderwijs', de heer
Naegelen, vergezeld van zijn echtgenote en
ïiin kabinetschef, de heer Loubet, op uit
nodiging van de Nederlandse regering
naar ons land komen. De minister zal een
bezoek brengen aan verschillende ministe
ries, aan een ambachtsschool te Rotterdam,
8an het waterbouwkundig laboratorium te
"elft, aan de dr. Van den Berg-stichting
te Noordwijk, aan het Frans Halsmuseum
te Haarlem en aan het rijksmuseum te
Amsterdam.
Agemclai voor Haarlem
ZATERDAG 15 NOVEMBER
Stadsschouwburg: „Eva Bonheur", 8 uur.
1%: „Gevaarlijke vrienden", 14 j., 2,15, 4.30, 7.00
fo 9.15 uur. Spaarne: „De opschepper", alle
2.30, 7.00 en 9.15 uur. Frans Hals: „De
barbier van Sevilla". alle leeft., 2.30, 7.00 en 9.15
Rembrandt: „De hemel kan wachten'
u 2.00, 4.15, 7.00 en 9.15 uur Palace: „Zigeu-
Beradel", alle leeft., 2.00, 4.15,7.00 en 9.15 uur.
QXor: „Vrolijke jongens",'alle leeft., 2.30, 7.0C
«o 9.15 uur.
ZONDAG 16 NOVEMBER
Stadsschouwburg: „Eva Bonheur", 8 uur.
Luxor: Haarlems Kunstgemeenschap ,,Le cha
teau de paille d' Italië", 11.30 uur. Gem. Con-
"rtgebouw: Kindeioperette „Roodkapje en de
2.30 uur. Bioscopen: Middag- en avond
voorstellingen.
MAANDAG 17 NOVEMBER
«oscopen: Middag- en avondvoorstellingen.
Spoorwegpersoneel heeft
schilders in zijn midden
Expositie in „Olympia"
De afdeling Sport en Ontspanning van de
Nederlandse Spoorwegen heeft aan de
leden van het personeel gevraagd, of zij
hun medewerking wilden verlenen aan een
schilderijententoonstelling door het be
schikbaar stellen van eigen werk. Het re
sultaat was groot en besloten werd drie
regionale tentoonstellingen te organiseren.
In Zwolle is er één gehouden voor het
Spoorwegpersoneel uit het Noorden en het
Oo9ten en dezer dagen is Haarlem aan de
beurt voor een schilderijen-expositie voor
het Westen. Binnenkort volgt Tilburg voor
het Zuiden en de beste werken van deze
drie tentoonstellingen zullen in Utrecht
geëxposeerd worden.
De Haarlemse-tentoonstelling, welke in
gebouw Olympia gehouden wordt, is Vrij
dagmiddag officiéél geopend en duurt tot
en met Maandag. Honderd twee en dertig
werken (schilderijen, aquarellen en teke
ningen) zijn bijeen gebracht en een aantal
is van grote waaide. Het blijkt, dat er on
der het spoorwegpersoneel goede schilders
zijn, die fraai werk hebben geleverd. Al
lerlei soort werk is bijeengebracht. Twintig
werken zijn uitgekozen voor de Utrechtse
tentoonstelling.
De werken zijn dank zij de medewerking
van de Centrale Werkplaats opgehangen in
een zaaltje, dat zioh goed voor het doel
leent. Bij de officiële opening hebben de
heren S. Heijers, chef van de afdeling
Sport en Ontspanning en ir. G. A. Rosen
thal, chef van de Centrale Werkplaats, het
woord gevoerd.
Lang gewacht en stil gezwegen
De leden van de Vrijwillige brandweer
te Haarlem vonden hedenmorgen him
herbenoeming door het gemeentebestuur
in hun brievenbus.
De plaatsvervangend commandant, de
heer H. C. Vernout deelde ons mede, dat
het wel in de bedoeling ligt nog deze win
ter met de oefeningen een flink eind op
streek te komen, hoewel het weer niet zeer
gunstig voor buitenoefeningen is.
DENE CLAIR is niet een naam, die het
v massale enthousiasme wakker kan
maken van de aanbidders der filmsterren,
maar hij vertegenwoordigt toch ook voor
het grote publiek een positieve waarde,
die gemengd is met een zekere mate van
exclusiviteit. Clair is in menig opzicht
onnavolgbaar, hoewel zijn films aan de
andere kant nauwelijks iets bijzonders
schijnen te hebben. Hij is ook altijd trouw
aan zichzelf gebleven, ook al is er nau
welijks een vaste lijn in zijn wel zeer uit
eenlopende films aan te wijzen.
s-Al op heel jeugdige leeftijd
i ÜT'1 1 kwam Clair bij de film, die
P li 1X1 toen zelf °°k n°S jong was-
De geschiedenis van dat strooien hoedje,
dat een bruiloft in een waanzinnige ver
warring verandert, lijkt op het eerste ge
zicht een navolging van de vele kluchten,
vooral Amerikaanse, die er in de begintijd
van de film zijn gemaakt. Maar wat in de
andere lachfilms van die tijd een opper
vlakkige dwaasheid bleef, een opzettelijk
gek-doen, groeide hier uit tot een comedie,
die haar bezieling niet alleen in een hoog
tempo behoefde te vinden, maar haar zag
groeien in de onweerlegbare logica, waar
mee de scènes uit elkaar voort vloeiden.
En: Clair's werk was volkomen film. De
intrigue was wel getrouwelijk ontleend
aan een blijspel van Labiche, maar hij
vertelde het in filmtaal, wat iedereen moet
beamen, die de scène met het afgezakte
strik-dasje ziet: gedurende een rede, tracht
een der dames haar begeleider duidelijk
te maken, dat zijn dasje afzakt en zij doet
dat zó, dat tenslotte het hele gezelschap
naqr dasjes zit te voelen, de spreker in
cluis, maar het slachtoffer zelf natuurlijk
niet.
Deze film ljevat van begin tot einde de
volslagen onwezenlijke humor, die Clair
steeds eigen is gebleven. Ze is te vinden
in zijn muzikale „Sous les toits de Paris",
in „De laatste millionnair", ze bloeit met
nieuwe luister in de volkomen aan de
Engelse geest aangepaste „The ghost goes
west" en blijkt in onverminderde mate
aanwezig te zijn in zijn nieuwste film „Het
gebeurde morgen".
Clairs films zijn een lachspiegel, met
een nooit falende smaak en een verrassen
de soepelheid gemaakt, bekoorlijk, gees
tig, vol speelse fantasie en toch altijd vol
komen strak van vertelling. Hij gaat recht
en bewust op zijn doel af, maar zijn stap
is luchtig en behendig. Wel heeft hij nooit
meer naar louter filmische schoonheid ge
zocht zoals in zijn „Entr'acte", maar naar
mate zijn talent duidelijker werd, bleek
dat ook minder bij hem te passen.
Zijn nieuwste film „Het gebeurde mor
gen" is, eigenlijk volgens precies hetzelfde
stelsel gemaakt als de geschiedenis van het
strooien hoedje. Een onwezenlijk verhaal:
een eerzuchtig journalist, die enkele
avonden achtereen van een oude archivaris
de krant van de volgende dag krijgt, is
tot de wonderlijkste dingen in staat en be
leeft avonturen, die tot de verbeelding
spreken van ieder, die zichzelf wel eens
het sprookje heeft verteld van: „als ik.
Welnu, Clair stapt binnen door de deur
van het „als" en gaat daarna logisch ver
der en vertelt een prachtige comedie, die
juist op de scherpe rand tussen fantasie
en alledaagsheid balanceert, en evenmin
in moraliseren vervalt als in overdrijving.
Het hele bedenksel is ook al weer
typerend voor Clairs gehele carrière in
volmaakt evenwicht. Er is geen ster, en er
is geen slechte acteur. Dick Powell, die een
middelmatig acteur blijft, doet er niet
onder voor Jack Oakie, die een bewonde
renswaardig komediant is, Linda Darnell,
met een rolletje, dat op zich zelf weinig
gelegenheid tot ontplooiing geeft, is niet
minder karakteristiek dan de beminnelijk
kleine archivaris, die door John Philliber
uitstekend gespeeld wordt.
„Het gebeurde morgen" is helemaal geen
wonder-film, die allerlei predicaten zal
verdienen en als een klassiek voorbeeld
in film-geschiedenisboeken genoemd zal
worden. Dat niet. Maar zo vlotjes en luch
tig een comedie maken, die tegelijk goede
film en boeiend amusement oplevert, is
ook een kunét. v. G.
Linda Darnell,
■#Dick Powell en
Jack Oakie
in „Het gebeurde
morgen".
bedorven door de suikerzoete lievigheden
van zijn Lieder ohne Worte en door de
kinderachtige sentimentaliteit van zijn lie
deren, maar dezelfde comDonist schreef
die „Italienische Symphonïe" en dan ver
geet ik maar die bleke oppervlakkigheden.
Als ik aanneem dat hij zijn meesterwer
ken per geluk schreef (en hoe kan het
beter?), dan geloof ik ook dat hij die
andere dingen per ongeluk schreef, en dan
heeft „per ongeluk" hier zijn huiselijke
betekenis. Het misstaat een artist niet als
hij in zijn werk veel riskeert: het wijst
eerder op hoogmoed en ij delheid, wanneer
een téveel aan voorzichtigheid het levende
beeld der fantasie in toom houdt. Zeker,
Mendelssohn was.een man van de wereld
en dit is niet altijd in zijn voordeel ge
weest, maar hij kende zeer goed de be
trekkelijkheid der wereld en de alles
eisende diepte van het leven. Zijn rrfuziek
bewijst, dat deze diepte zich openbaren
kan in geestigheid en zonnige vreugde.
Mendelssohn was zeven maal in Enge
land en was een graag geziene gast bij
Koningin Victoria. De laatste maal was hij
er in 1842. In een brief naar huis vertelt
hij aardig hoe hij aan 't hof musiceerde.
Prins Albert had hem gevraagd zijn orgel
eens te komen bespelen.
.Daarna vroeg ik echter of de Prins
mii liever zelf iets wilde voorspelen: ik
wilde daarmee in Duitsland '„renommie-
en toen speelde hij mij een Choral
uit 't hoofd, met gebruik van de pedalen,
zo aardig en zuiver en zonder"-fouten, dat
menige organist daar van kon leren: en dè
Koningin, die met haar bezigheden klaar
was, zette zich bij ons cn luisterde verge
noegd: daarna zou ^k gaan snelen en ik
heeon met mijn choj- uit de „Paulus": „Wie
lieblich sind die Boten". Nog voor ik het
eerste vers uitgespeeld had begonnen zij
beiden het koor behoorlijk mee te zingen
en Prins Albert trok de registers geduren
de het gehele stuk heel good: eerst een
fluit er bij. dan bij het FoVte „voll". bij
het C dur alles,, daarna maakte lui met de
registers zo'n uitstekend diminuendo en
ging zo verder tot het einde van 't stuk en
dat alles uit 't hoofd) dat ik werkeVk
helemaal enthousiast was en er hartelijk
nlezier in had. Toen kwam de erfprins van
Gotha er bij en er werd weer geconver
seerd; onder andere vroeg de Koningin of
ik nieuwe liederen gecomponeerd had en
dat zij de uitgegevene zeer graag zong.
„U moet hem maar eens vóórzingen", zei
Prins Albert. Zij liet zich eerst wat sme
ken, daarna zeide zii dat zij het Frühlings-
lied in B wilde proberen".
Het was tenslotte bij deze gelegenheid,
dat de Koningin de opdracht van Men
delssohn's Schotse Symphonie aanvaardde.
Mendelssohn was een Zondagskind; hij
moet van binnen iets hebben gehad van de
heldere en edele schoonheid van Mozart's
wezen. Het scheen of er in dit leven geen
andere geheimen waren dan het geheim
van het genie. Als ooit iemand een boek
wil schrijven over de diepe betekenis der
elegantie, dan moge de schrijver zich be
zinnen op Mendelssohn.
HENDRIK ANDRIESSEN.
Nederlands vlees mag in
Amerika ingevoerd worden
Het Amerikaanse departement van
Landbouw is voornemens de regelingen
voor zijn vleeskeuringsdienst te wijzigen
door een lijst samen te stellen van landen,
waaruit vlees en vleesproducten in de
Verenigde Staten mogen worden ingevoerd.
Op de lijst zullen onder meer België, Ne
derland, Luxemburg en Zwitserland voor
komen. Het departement heeft als voor
naamste voorwaarde bepaald, dat de vlees
keuringsdienst in het exporterende land
werkt volgens dezelfde normen en met
dezelfde nauwkeurigheid als de Ameri
kaanse vleeskeuringsdienst.* Krachtens de
bestaande wettelijke bepalingen is de in
voer in de Verenigde Staten verboden van
vers of bevroren vlees uit de landen, waar
mond- en klauwzeer en andere ernstige
ziekten heersen. De invoer van geconser
veerd of hygiënisch bewerkt vlees zal uit
alle op de lijst voorkomende landen zijn
toegestaan.
Ook de „Ceres" meelfabriek
kan weer gaan draaien
De directie van de meelfabriek „Ceres"
te Amsterdam, waar sedert acht weken
door het fabriekspersoneel wordt gestaakt,
heeft haar arbeiders opgeroepen zich uiter
lijk voor Zaterdagochtend 12 uur te mel
den en het werk op de oude voorwaarden
te hervatten. Reeds hebben zich van de
ongeveer 60 stakende personeelsleden en
kelen aangemeld. Bovendien hebben zich
'op advertenties, welke de directie in ver-
schillende- bladen had geplaatst, zovéél
vrijwilligers opgegeven, dat men verwacht
met de thans beschikbai'e krachten een
ploeg te kunnen vormen, zodat evenals bij
de „Holland" de werkzaamheden binnen
kort met een dagploeg kunnen worden
hervat