De horzel uit Estrairiadura
1 Bieten zijn binnen
Plompe
e, vergeten massa s steen
herinneren aan vroeger tijden
Vrouw, hond,
salamander
Amerikaanse film ontdekt het wonder
VRIJDAG 28 NOVEMBER 1947.
nuk! riep hij in de schemerige ruimte.
V?n nog eens heel hard: „Volluk!"' Maar
1 hoge hoed, die ergens aan
:i houten pen hing, antwoordde niet. De
repliek was een zacht gebries en toen
JLgen een beetje aan het slechte licht
piid waren, ontdekte de bezoeker een
Pa. een schimmel. Het dier had zijn
lippen begraven in een mengsel van
en haver en kauwde onverstoor-
ijor verder.
Volluk, volluk, volluktjilpte op-
een brutale mus, die landde op de
moei en met opgeSette veren ongedul-
ojheen en weer begon te hippen. Toen-
schimmel zijn gemarmerde oren
een ruk uit de voer krib en zijn ogen
Helden glazig. „Da's huisvredebreuk, in
ft schaftuur, schoffie!" hinnikte hij
ad „je komt hier als'behoeftige; be-
waar je staan moet. Die hoge toon'
fit jou allerminst. Ik ben de staljongen
•ft ."En terwijl hij nog mopperde over
lrek' aan opvoeding en verbeterings-
van de Rijkspikinrichtingen, vulde
,_;::;ncn
gulzig haar krop met wat gemorste
toen verwaardigde het paard eindelijk
nan met een blik. „Wat kan ik voor u
vroeg het hoffelijk, want in het
Taftuur vertegenwoordigde het de stal-
louderij. „Mmm", bromde de man, lang-
m naderbij tredend, „net wat ik zoek,
Lies wat ik hebben moet
- u was alle reden voor zijn bewo'nde-
t want de schimmel, ofschoon al opa,
J'gr werkelijk nog zeer toonbaar uit.
Mder rinkelend tuig geleek hij een film
ed vóór het scheren, een mannequin op
Lelijke muiltjes; kwaliteit zonder kunst-
lenen „Eigenlijk wou ik de baas effe
Leken", hernam de bezoeker. „Zo?" vroeg
paard gepiqueerd, „trekt hij de koets of
.- ik het? Nou danKijk"', .ging het
Vder, en wees met een sierlijk voorbeen
.L een leitje aan de wand, „daar hangt
aiin agenda. En voor vandaag is die vol,
Is. Ik ga nog vier paartjes trouwen op
I stadhuis".
o maar dat is helemaal geen bezwaar.
|i zouden u niet nodig hebben vóór van-
fvoedend werd de schimmel. Stro kraakte
der zijn stampende hoeven. Wat of ze
B1 van 'm dachten? Overwerk hè? En
git voor een karwei, dat het daglicht niet
(«dragen kón? Overtreding van het rij-
Hidenbesluit? „Man, alléén al bij het .idee
i ik in staking". Hem daartoe te willen
dwingen; hèm, afstammeling uit een dy-
Mé van circus-artisten, die prinsen in
jerruklcing hadden gebraeht. Artisten,
naronder een oma, die tot zeven had kun-
gn tellen, wier portret maandenlang ge
vonkt had op de affiches van Carré, later
|jn Hagenbeek en die tenslotte onder sen-
ijiionele omstandigheden was o ver-leden
|jj een vilder ergens in Bremen". Een af
rammeling van zulk een familie haalt men
tij nacht en ontij uit de warme stal,
aid het de hit van een schillenboer.
ander begon tekenen van ongeduld "te
Jfffén, bleek in het minst niet geïmpo-
eerd, „Luister", onderbrak hij het relaas,
mijn' naam is zwarte Piet".
„Ah,1 pardon", aarzelde het paard, „dat
arpt misschien een ander licht op het ge-
Met zwarte pieten kan men zaken
I. Die betalen meestal het tienvoudige
ai voor een klusje
„Je wordt grof, paard", was het bitse ant-
w'ord en een vuist eén zwarte vuist
Eg dé schimmel, werd dreigend boven de
rif heen en weer geschud. „Ik ben de eer-
re en originele zwarte Piet. Ik ben zwart
un buiten en blank van binnen. Bij jouw
Wen is dat precies andersom. Jou heb ik
uxlig en jou kom ik halen. Voor mijn heer,
Sinterklaas. Uit een circusfamilie kom je?
Precies wat we:' zoeken. Jij gaat vannacht
je daken op. Knijp je ogen stijf dicht, en
Huister alleen naar de teugel. En vergeet
tiet je Hoffmandruppels mee te nemën.
Üeem het aan, en alle kinderen zullen je
ifenkbaar zijn. Je baas krijgt geld, jij een
Wakken boterlètter in je ruif.
„•Zelfs niet voor Sinterklaasbibber
de het paard, „zal ik daar mijn benen bre
ien op die gladde oude daken. Ilc zal je 't
Ées geven van mijn- neef, misschien dat
Ie,,,," Het kon de zin niet voltooien,
tent Piet maakte een ongeduldig gebaar.
.Jammer", zei hij rustig, „maar eerlijk, ge-
8gd, had ik met een weigering rekening
iihoudeii. Jullie worden democratisch ge
legeerd hier, maar een beetje geleide be
reidwilligheid kan nooit kwaad". En uit
"n broekszak haalde hij een klein doosje
voorschijn, een lucifersdoosje. „Geen
lommen hier", hinnikte het paard, aan zijn
halster rukkend, „en geen brandende luci-
Denk aan al dat hooi en stro",
man zei niets, maai4" hield het doosje
-„..r zijn oor gedrukt. Duidelijk was een
ireigend gegons hoorbaar in de stille stal.
Ongetwijfeld een boos insect. „Hmmm.
iionk het daarbinnen, „ik paard ruikèn, ik
frikken en bloed proeven gaan. La me los,
Üme d'r uit...." Weer klonk het ver
goede gegons.
„Wat is dat?" vroeg de schimmel, met
en blik van afgrijzen in zijn ogen. „Is dat
niet een
..Geraden manneke", grijnsde Piet
heed. „Spaanse vlieg. Op een muur ge-
hngeri in Estramadura. Een horzel. 'Onze
Men toreadores draaien hun pink niet
om voor een stier. Maar voor een horzel
tin ze even bang als hun paarden. Jullie
diegen nemen vacantie 's winters. "Maar
feonze werken door, dat zul jij voelen,
fi-
rief v
..Je w
„Makkers staakt uw wild geraas". Toen
werd in het vierkante luik van de hooi
zolder plotseling een rijk'geborduurde pan
toffel zichtbaar, dadrop de zoom van een
wit kleed, de onderrand van een broeaten
mantel, een grijze baard, een mijter, een
krulstaf. Ernstig en waardig schreed Sin
terklaas op het zoëven nog kijvende groep
je af. Zijn oude ogen keken vferwijtend.
Piet boog als' een knipmes, cle schimmel
trachtte met zijn staart te kwispelen, de
mus krablTe zicji verstolen en de vlieg floot
heel vals en heel onschuldig een paar stro
fen van Albeniz.
„Jullie hebben ruzie gemaakt", klonk
het streng uit de lange baard. „En nu, pro
beer je comedle te spelen. Dat valt me
tegen, van jou vooral, Piet". Piet rolde
verlegen met zijn ogen en bromde wat.
„Voor mij blijft niets verborgen, dat weet
je wel", hernam Sint. „En vertel nu maar
eens vlug, waarover jullie het aan de stok
hebt".
„Bah", zei Piet en wees op het paard,
„de enige schimmel van de stad is bang.
Weigert u en de kinderen een plezier te
doe?id.
- „Chantage", -zei de schimrfiel koppig,
„een horzel loslaten op een vastgebonden
paard!"
- „Wat heb jij te peggen horzel?" vroeg de
heilige man aan de vlieg, die verlegep in
haar zes pootjes' stond te wrijven.
„Ikke, Sinterklaas? Ik niets te zeggen
hebben. Ik tot' het particuliere politie
apparaat van Pieter behoren", zei de vlieg
en salueerde stram.
„En jij mus?" De vogel schraapte zijn
keel en zette zich in postuur.
„Sinterklaas, de schimmel is bang en lui.
Maar helemaal niet zo kwaad voor wie
piet hem wëet om te gaan. Dat kan ik
uit ervaring getuigen. Piet is vol goede
bedoelingen, maar Ongeduldig. Halverwege
de onderhandelingen dreigt hij met poli
tiële of is het politionele acties. En
dan maakt de schimmel ér -een prestige
kwestie van natuurlijk. En als u niet op
tijd gekomen was, zouden zij elkaar nog
hebben vermoord
„Zie", sprak de Sint, „dit alles bedroeft
mij. Jij Piet, ként mijn heilig systeem. Met
zachtheid regeer ik de .kinderwereld, met
zachtheid zul je ook de dierenwereld be
heersen. 'Ik verzoek nu de schimmel mij
te zeggen, of hij bereid is, geheel vrijwillig,
vannacht met ons de daken op te gaan.
Voor mijn hélicoptère ,heb ik geen nacht
vergunning kunnen krijgen, dat stoort te
veel".
Het paard likte de gerimpelde hand met
de grote" zegelring., „Graag, Sinterklaas",
sprak het eenvoudig. „Tot vannacht dan",
zei de oude man en schreed waardig naar
de zolder, „volg mij, Pieter, dan geef ik
je een lift.-
„Merkwaardig, merkwaardig", mompelde
de- mus, ,,-t is dat-ie uit Spanje komt, an
ders zouden ze 'm president van de UNO
moeten maken".
Agenda voor Haarlem
VRIJDAG 28 NOVEMBER
Stadsschouwburg „Prima Ballerina", 8 uur.
Frans Hals: „Het doornige pad", 18 j'„ 2.30, 7.00
en 9,15 uur. Rembrandt: „Het lied.van Berna
dette", alle leeft., 2.30, en 7.30 uur. 'Palace:
„Tarzan overwint", 14 j„ 2.00, 4.15. 7.00 en 9,15 u
Luxor: „Circusbloed", 18 j., 2.30, 7,00 én 9.15 uur!
City: „Eilandprinses", 18 j., 2.15, 4.30, 7.00 en 9.15
uur, Spaarne: „De greep naar de macht", 14 j.,
2.30. 7,00 en 9.15 uur
ZATERDAG 29 NOVEMBER
Stadsschouwburg: „Aan d' oever van "n snelle
vliet". 8 uur. Westerlioutpark 1 a: Open Reli
gieuze Gemeenschap, ds.J, de Graaf over
„Humanisme", 7 uu;r. Bioscopen: Middag- en
avondvoorstellingen.
Ziek
naar
1UI
„De Duitse laarzen schui
felen naar huis terug" al
dus luidde het Engelse
commentaar op deze foto.
De vroegere Duitse ge
neraals Petsch (met
zwarte cape) en Hut (in
militaire kleding) werden
onder escorte aan boord
van een hospitaalschip te
Southampton gebracht,
dat hen uit krijgsge
vangenschap naar Duits
land terugbracht wegens
hun gezondheidstoestand
De beide heren hebben
de Duitse nederlaag zo
slecht kunnen verkroppen
dat zij moeilijkheden met
hun spijsvertering kregen
en thans lijden aan t
maagkwaal. Een streng
vaderlandse
hen wellicht
BURCHTEN IN BOLLENLAND
Teyl
ingen en d'Ever
Suikerfabriek Holland
verwerkte 125.000.000 k.g.
In een hoek van mijn bovenhuis prijkt al
sinds jaar en clag een glazen woning voor
I allerlei waterdieren, die zich tot uitbundig
Woensdagavond kwam het einde van cle vermaak van cle hele familie vermeien met
„Da's de ruïne van Teylingen" zegt een
meneer in de tram en wijst naar een mas
sieve -steenklomp, oprijzend uit het groen
van de weiden tussen Lisse en Sassenheim.
„Daar heeft Jacoba van Beyeren nog ge
zeten, weet u wel? van 'de kannetjes!"
Hij heeft het mis. Het is de toren van
„d'Ever" daar in de weilanden pussen Ring
vaart en Rijksweg.
De ruïne van het eens zo trotse huis van
Teylingen is van de tram uit nauwelijks te
zien. Die gaat schuil achter woningen en
bollenschuren, een omgeving die de vergane
glorie nog sterker accentueert.
Ze. liggen daar zo vreemd, die twee
machtige vechttorens, als ver op het strand
gesmakte, machteloze wrakken. Rond de
burchten „d'Ever" en „Teylingen" is alles
vlakbollenland en 'weiland, asfalt
wegen en rechte vaarten.
Maar in de -tijd, dat deze kastelen wer^
den bewoond, kropen de duinen tot diep
in het land, tot voorbij de smalle weg tus
sen de steden Haarlem en Leiden en golfde
^aan de andere kant het Haarlemmermeer.
Het dichte woud, waarvan Haarlemmer-
en Leidsehput nog armzalige overblijfsels
vormen, woekerfle tot vlak onder de kleine,
■ramen van de ridderlijke huieinge Teylin
gen „so overvloedich dicht ende dick, dat
men daervan conde comen over de Boomen
ende deur de Ta eken, sonder ter aerden af
te stygentot aen de Stadt van Haer-
lem." Het wemelde er van groot en klein
wild, zelfs de woud-os werd er hier en daar
nog aangetroffen en gaarne maakten de
ridders jacht op de blanke reigers die wiek
ten boven het Meer. Het „vliegen metten
vogelen" werd vooral op het jachtslot Tey
lingen druk beoefend, niet het minst toen
de ongelukkige gravin Jacoba van"Beyeren
daar haar intrek had genomen.
Hoe oud het Huis Teylingen. is, valt niet
met zekerheid te zeggen. In .de 14e eeuw
-Chantage", kreet de schimmei steige-
fid. „Afpersers zijn jullie, delinquenten
k bel de PRA op. Mus!", wendde hij zich
de gulzig doorpikkende vogel, „eet die
op en je krijgt een gratis jaarabonne-
■wt op mijn haverzak".
steunde de mus vadsig, „wat ben
j^dik, En Spaanse peper als dessert belief
niet. Bovendien is vlees eten in onze
Wlie niet gebruikelijk. Wij zijn vegeta
ns van vader op zoon.
v'k ga mijn vlieg loslaten", sprak Piet
H en hij schoof het doosje op een kier.
-erstond werd een lange, spitse steeksnuit
S de opening zichtbaar. „Oaramba", vloek
je vlieg, „ik er zo niet door kunnen". -
lpEENS ZWEGEN*de -kijvenden als bij
toverslag. Luider en luider drong het
yken van een motor tot de stal door.
sterker werd het lawaai en toen hoor-
ze eensklaps hoe het Sak even dreunde
^der een plotselinge belasting. Op het-
^•;We ogenblik stopte de motor met een
bskend geplof. „De la Cierva", riep de
«ftönse vlieg trots. „Nietes", ruziede de
"Frits Diepen". „In elk geval Sinter-
rar'M constateerde Piet met een versla-
gezicht.. En ja hoor. Heel even piepte
dakraampje op zijn hengsels en" er
joelde een wolkje hooi omlaag. „Hel-
piepten êen paar muizen, „scheer je
iLa u? ze retireerden haastig. Een o\ide,
J krachtige stem neuriede bestraffend:
De oude Franse legende, waarnaar dit
gedicht gemaakt is, heeft ook voor ons
land bekende klanken en in Amsterdani
herinnert een gevelsteen aan de won
dere geschiedenis van de drie kleine
jongens in de pekeltón. In het pand op
de hoek van Dam en Damrak is zij in
gemetseld, omdat daar van puds het
Sint-Nicolaashiiis stond. De góede bis
schop is namelijk de beschermheilige
van de hoofdstad, iets wactr ook de Sint-
Nicolaaskerk de plaats waar de
kindervriend elk jaar plechtig uit
„Spanje" pleegt te arriveren getuige
nis van-ai leat.
Er is wel een hele afstand tussen de in
327 overleden bisschop van Myra, een
havenstad in klein-Azië en de haven
stad der Nederlanden, maar Nicolaas
was ook beschermer der zeelieden, van
daar deze voorkeur.
Niet alleen een „goed heilig man" loas
hij, maar ook een*„Leylick" man, dat
wil zeggen dat' hij ook het huwelijk
patroniseerde. Vandaal de vrijers en
vrijsters diede mensen elkaar aan de
vooravond 'van 's bisschops verjaardag
6 December plegen te geven, ter
wijl hijop zijn witte paard dat, even
als de „spekulazi" een mythologische
vfstamming heet. te hebben over de
daken rijdt en de kinderen wat in hun
schoentjes goóit.
Er gingen eens drie kleine knapen
Ver in de velden ai-en rapen.
Ze moesten eind'lijk slapen gaan
En klopten bij een slager aan.
„Komt binnen, kind'ren, het is goed;
Er is hier plaats in overvloed".
Er gingen eens drie kleine knapen
Ver in de velden aren rapen.
Ze waren nauw in huis i
Of zie, de slager greep hen aan,
Hij sneed er kleine stukken van
En stak die in de '.vleeskuip dan.
Er gingen eens drie kleine knapen
Ver in de velden aren rapen.
Sint NicÖlaas, na zeven jaar,
Trekt door het land en komt ook daar.
Hij loopt recht naar de boze man
En vraagt of hij daar slapen kan*
Er gingen eens dtfie -kleine knapen
Ver in de velden aren rapen. a
„Sint Nicolaas, dat kan heel goed;
Ik heb hier plaats in overvloed".
De heilige man is pas gezeten
Of hij verzoekt om avondeten.
Er gingen eens drié kleine knapen
Ver in de-velden areri rapen.
„Ik wil het vlees, vóór zeven jaar
Gezouten in die vleeskuip daar".
Wanneer de man deez' woorden hoort,
Loopt hij het huis.uit en ijlt voort.
Er gingen eens drie kleine knapen
Ver in de velden aren rapen.
„Ach, vjucht niet, slager, blijf hier toch.
Heb b'rouw en God vergeeft u nog".
De heil'ge, op de rand van 't vat
Gezeten, zegt een woord of wat.
Er gingen eens drie kleine knapen
Ver in de velden aren rapen.
„O, kleine jongens, die helaas
Daar slaapt, ik ben 't, Sint Nicolaas".
Hij- heeft het vat dan aangeraakt
En de drie kind'ren zijn ontwaakt.
Er gingen eens drie kleine knapen
Ver in de, vejden aren rapen.
- Het eerste zegt: „Ik sliep zo zach^".
Het tweede zegt: „Ik ook" en lacht,
(En 't derde met een stem zó rein:
„Ik dacht in 't Paradijs te zijn".
Er gingen eens drie kleine knapen
Ver in de velden aren rapen.
VIJFDE VOLKS-CONCERT DER H. O.-V.
De cellist Mare Rozelaar en de alt-zangeres
Ofëa Ongena zijn solisten op het VoIks-concert
van Dinsdag 2 December. Met orkestbegeleiding
onder leiding van Marinus Adam speelt Rozelaar
het celloconcert van Haydn, Olga Ongena
Vier ernste GesSnge van Brahms ten gehore
brengen. Het concert wordt geopend met de
Sfnfonia Pastorale van Tartini en besloten met
een uitvoering van Moussorgsky's Schilderij eiy
tentoonsteling (Tableaux d' une Exposition), in
de bewerking van Marinus Adam.
stroom bieten, die van 3 October af onaf
gebroken de suikerfabriek „Holland" van
de Centrale Suikermaatschappij te -Half
weg is binnengevloeid.
De machines, die 42 dagen en nachten
rusteloos doordraaiden", liggen thans stil.
Van de 125.000.000 kilo's beetwortelen, die
in suiker en-pulp werden omgezet, kwamen
er- 951000.000 uit Noordholland. Ook het
boven-Rijnse deel van Zuidholland lag in
het „magnetisch veld". Deze getallen'be
helzen echter niet de hele suikerbietenoogst
in de genqemde gebieden.
Een groot deel van .de agrarische zoetig
heid verhuisde daarvandaan ook naar
coöperatieve fabrieken als Dinteloord en
Puttershoek, die samen wel 400.000.000 kg
te verwerken hadden. Van de totale op
brengst,
nam de C.S.M. 'ongeveer 40 voor haar
rekening en de resterende' 60% ging naai
de coöperatieve^ bedrijven.
Een rekensommetje leert dat te Halfweg
bijna 9% van de totale landelijke opbrengst
voor de consumptie is gereed gemaakt en
van het C.S.M.-kwantum.
De bieten uit Noordholland toonden hoe
genaamd geen onderlinge verschillen iri ge
wicht en gehalte en beantwoordden aan de
verwachtingen.
De noodzaak van een non-stop-productie
voor het bedrijf leverde door de gunstige
weersomstandigheden geen moeilijkheden
op. Nu wordt de fabriek geschrobd en de
'machines rusten tot de volgende campagne.
Uranium in Canada
In de Noordwestelijke gebieden van Ca
nada zijn nieuwe uranium-voorraden ge
vonden. Een mijnautoriteit weigerde com
mentaar te leveren op berichten, dat een
wordt hét als jachtslot en woning van de
houtvesters der Graven van Holland ge- p|£Eue£ Srm'a" reeds mêt"de raplöïtotïj
noemd. Edele namen zijn aan de geschie- was begonnen
denig van het Huis verbonden: Oem van De uraniumlagen schiinen van
Treslong' Brederode, Bloys van aanzienUilie omvangte zijn.
Zijn grootste bekendheid kreeg het als Flipse naar Rome. op 16 Maart zal Eduard
verblijfplaats van „Vrouw Jacob", die na Flifise t,e Rome het. eerste van een reeks concer-
haar avontuurlijk leven zich hier wel een- ten ln. Italië dirigeren,
zaam moet hebben gevoeld. Overigens
wordt ook deze eenzaamheid sterk gero
mantiseerd en schijnt het op het slot vaak
een heel gezellig verkeer gegeven te heb
ben van ridders, zangers en speellieden. De
jacht werd druk beoefend, men ging bij
elkaar op bezoek, want in de streek tus
sen Haarlem en Leiden' stonden vele adel
lijke kastelen, waarvan de meeste ver
dwenen zijn, maar van welker bestaan nog
verscheidene ruïnes getuigenis afleggen.
Van het kasteel Teylingen staat nu alleen
nog maar de grote woontoren en een ge
deelte van °de buitenmuur. Ondanks z'n
martiaal uiterlijk» en meterdïkke muren,
schijnt deze halfronde toren toch niet in de
eerste plaats als gevechtstoren dienst te
hebben gedaan; Belegeringen heeft de
burcht dan ook waarschijnlijk niet door
staan, al hebben in de buurt, tijdens de
Hoekse en Kabeljauwse twisten, verwoede
gevechten plaats gehad, en hielden de Span
jaarden er ook danig huis.
In het begin van de 19e eeuw, die eeuw
waarin zoveel schoons tegen de vlakte
ging, werd het Huis gesloopt. Dat de toren
bleef staan, is waarschijnlijk 'de danken
geweest aan de hechte constructie, die slo
pen tot een kostbaar en moeilijk karwei*
maakte, In 1889 werd het restant door de
familie van Teylingen aan de Staat ver
maakt echter zonder de omliggende
grond. Daardoor kon de omgeving niet in
overeenstemming gebracht worden met* de
sfeer die om dit eeuwenoude kasteel hangt.
In 1933/1934 zijn opgravingen gedaan,
waarbij fundamenten van de overige
kasteelgebouwen werden blootgelegd. Dit
werk is echter niet voortgezet.
„d'Ever".
Verderop, tegen Lisse aan, staat plomp
te midden der weilanden een andere toren,
evenals die van Teylingen halfrond. Van
de ruïne „d'Ever" is alleen het kelderge
welf nog intact, en zijn in de muren,, die
twee meter dik zijn, nog sporen te zien van
de wijze waarop het vroeger werd bewoond.
De historie van deze burcht is duister.
Vermoed wordt, dat de toren behoorde bij
het „Huis te Lis" dat op sommige "kaarten
staat aangegeven en waarvan in 1662, bij
de droogmaking van de Lisserpolder, de
fundamenten te voorschijn kwamen, een
vierhonderd meter verwijderd van de plaats
van de machtige donjon, waarvan de over
blijfselen 'nog staan.
Het geslacht Dever ging al sinds eeuwen
in andere geslachten over,. Later schijnt
rond de toren een landhuis te zijn gebouwd,
dat echter weer vervallen en .tenslotte in
gestort is. De grachten werden gedempt,
vlak naast de toren verrees een boerderij,
en aan de yoet van het nog immer indruk
wekkende bouwwerk kakelen de kippen
en knorren de varkens, zoals ze het eeuwen
geleden deden. Maar de boer blikt nu niet
meer schuw naar de kasteelpoèrt^ van
waaruit de heer met zijn gasten, tijdens
de valkenjacht, soms dwars door de velden,
ook over zijn SGhamel akkertje, reed. Niet
langer vraagt hij zich beducht af, welke
nieuwe herendiensten de strenge slotvoogd
ditmaal zal vefgen en de enige gestalte die,
naderend door de oprijlaan, hem nog vrees
kan aanjagen, is die van de brievenbestel
ler, zo tegen de tijd, dat de aanslagbiljetten
worden rondgebracht
Koppen, scliotels en borden
gevraagd
Het bestuur van de Katholieke Arbeiders
Beweging heeft tot het Rijksbureau voor
Keramische producten in Den Haag een
brief gericKt, waarin met nadruk de aan
dacht gevestigd wordt op de noodtoestand
in de grote gezinnen van ons land, waar
een volkomen gebrek heerst aan koppen,
schotels en borden.
Er zijn gezinnen waar koffie 'en thee ge
dronken moet worden uit conservenblikjes,
en wegens het tekort aan borden om beur
ten moet worden gegeten. Deze toestand is
vooral ip Zuid-Limburg, waar huishoude
lijk aardewerk wordt geproduceerd, zeer
pijnlijk.
De K.A.B. verzoekt met grote nadruk
nog vóór de komende feestdagen enige bon
nen voor huishoudelijk aardewerk aan te
wijzen.
Na Nieuwjaar sinaasappels,
maar. op de bon.
Kortna Nieuwjaar zijn acht millioen
kilogram Jaffa-sinaasappelen, aangekocht
in Palestina, in ons land te verwachten.
Deze Jaffa's komen op de bon.
Ook kan men tussen Januari en April
Spaanse sinaasappelen 'verwachten. Ook
deze worden gedistribueerd.
Het restant van de Surinaamse sinaasap
pelen zal tot eind December vrij mogen
worden verkocht. Daarna komen ook deze
sinaasappels op de bon.
krijgertje-spelen, watervlooien-verorberen,
andere tijdverdrijven, welke de vis
eigen zijn. Op een vlondertje in het midden
zat bij tijd en wijle een droefgeestige sala-
mander met puilende' ogen ons interieur te
bewonderen, tot de baas hem, Tinus Sal,
zoals hij bij aankomst gedoopt werd, een
muggenlarf of een ander wriemelend ge-
dierte naar de gulzige bek stak. Dan wrong
hij zich in beangstigende bochten, om ten
slotte met veel gesmefc van bek en geklap- 1
'per van zijn sjkart de prooi achter zijn
salamanderkiezen te duwen.
Sinds echter mijn honderdveertig pond
de glazen plaat, die op elk respectabel
aquarium pleegt te liggen, met enerverend
gekraak verpletterde wie legt nou een
stuk glas in een stoel heeft Tinus ver
woede pogingen aangewend, om de vrijheid
te veroveren, wat hem telkens weer belet
werd door de hand van de meester, zonder
welke geen enkele salamander vet zal.
worden.
Maar een mens kan niet de hele dag en
nacht aan de zijde van zijn salamander
doorbrengen. Dus heeft Tinus met scherp
amphibieverstand de uren verbeid, waarop
ik niet op wacht zat, om zich tegen de rand
te verheffen, zijn gladde poten om de ijzeren
steunseis te slaan en de ondoorgrondelijk
heden van een étagewoning in ogenschouw
te nemen. Tinus was dus niet op zijn vlon
der gistermiddag. Noch geroep, nóch ver
lokkende stukjes muggenlarf vermochten
hem naar zijn woonst terug te lokken. Het
dier had zich in het heelal opgelost volgens
'mijn wat benauwd uitgevallen ega. die zich
op deze wijze de angst voor een plotselinge
cmtmoéting met Tinus in de melkkoker van
het lijf schoof.
Tot vanmorgen een ijselijke gil door merg
en been én de huiskamer snerpte. Met bolle
ogen wees mijn betere helft op de hond, die
rustig stond te likkebaarden bij de kran-
tenbak en dankbaar mijn kant uitkeek. Rust
zacht lieve Tinus, na jou zal geen soortge
noot mijn aquarium betreden. Mijn haren
staan nog overeind van die gil
J. F.
HET LIED VAT<f BERNADETTE
De Oostênrijlcse schrijver Franz Werfel,
die in 1940 £ls opgejaagde emigrant in
Zuid-Frankrijk vertoefde, werd daar ge
grepen door het verhaal van de verschij
ningen van de Maagd Maria aan het een
voudige boerenmeisje Bernadetle Soubi-
rous, die aanleiding werden tot de opkomst
van Lourdes als bedevaartplaats. Werfel
legde de gelofte af, dat hij, indien hij uit
handen' van de nazis zou blijven, aan het
Wonder van Lourdes een'boek. zou wij
den. Zo ontstond zijn roman „Het lied van
Bernadette", ongetwijfeld 'één van zijn
schoonste' werken.
Ter zelf dertij d onder de invloed van
de oorlog ontstond er een sterke neiging
bij vele toneel- en film
kunstenaars in hun werken
meer plaats in te ruimen
oor het irreële en boven
aardse. In Frankrijk uitte
»zich deze richting in de her
leving op het witte doek van
rómantiscffe sprookjes („Les
wisiteurs du soir", „La belle
et la béte), in Engeland
schonk men meer aandacht
aan het hiernamaals, soms
kluchtig („Blithe spirit"),
soms serieus („A matter of
life and dqath").
Geen wonder, dat de Ame
rikaanse „Twentieth cen
tury Fox film" onmiddellijk
beslag op de verfilmings
rechten legde, toen „Het
lied van Bernadette" een
best-seller bleek te zijn.
Wie overigens mocht me
nen met een specifiek-
Rooms-Katholieke rolprent
te doen te. hébben vergist
zich. Deze'film zal tot ieder spreken, die
er van overtuigd is, dat er tussen hemel
en aarde dingen zijn, die geen mensenver
stand kan verklaren.
De geschiedenis van het meisje Berna
dette kan met-katholieken ontroeren, om
dat zij een aangrijpend relaas vormt van
wantrouwen, zelfgenoegzaamheid en kille
liefdeloosheid, die het deel wordt van hen,
die het Geluk zoeken en menen gevonden
te hebben en anderen daarin willen laten
delen. De twintigjarige Bernadette heeft
te strijden tegen het beperkte inzicht van
haar ouders, tegen de waanwijsheid en de
zelfzucht der autoriteiten, tégen de voor
zichtigheid. der kerk, tegen de antipqthie
van een kloosterzuster en bovenal tegen
de .rationalistische geest vap de negen
tiende eeuw, geïncarneerd in de openbare
aanklager, een prachtige rol van Vincent
Price.
De regisseur Henry King verdient lof
voor de kiese wijze waarop hij de visioe
nen hgeft uitgebeeld. Voor het overige ging
hij de platgetreden paden der Holly wood-
draaiboeken niet te' buiten. De humor ig
maar schaars gezaaid in dit celluloid. Dq
dramatische hóogtepunten worden op ge
routineerde wijze uitgebuit en op met de
filmische dynamiek strijdige wijzten vaak
te lang gerekt. Het gevolg" is, dat de toe
schouwer gaat merken, dat de normale
speeltijd ver overschreden wordt.
Deze bezwaren worden gelulckig ruim
schoots gecompenseerd door de gevoelige
vertolking, die Jennifer Jones van de Ber-
nadette-figuur geeft. Hoe licht had hier
een drakerige figuur kunnen ontstaan.
Dank zij deze actrice blijft ze evenwel
Jenifer Jones en William Eythe in
„Het Ued van Bernadette"i
eeij pittig kind, dat het contact met de
wereld niet verliest, al beseft zij, dat zij
tot een hogere plicht geroepen is.
Deze vertolking én de diepere zin van
het verhaal zijn ruimschoots de moeite van
het zien waard..
Soldaten wilden niet naar Indië
Vier jaar gevangenisstraf
Voor de krijgsraad te Assen hebben drie
militairen terecht gestaan omdat zij ge
weigerd hadden naar Indië te gaan en
daarom in hun woonplaats ruim een half
jaar waren ondergedoken. Het waren de
22-jarige soldaat S. B. uit Leeuwardqn, de
eveneens 22-jarige soldaat H. D. uit
Schiermonnikoog en de 22-jarige A. H. uit
Zuidbroek.
In zijn requisitoir'merkte de .auditeur
militair op, dat een gevangenisstraf van
drie jaar in deze gevalleh langzamerhand
gebruikelijk is geworden. Nu echter de
toestand in Indonesië is gewijzigd en uit
berichten van de regering en uit de radio-
réde van generaal Spoor, is gebleken, dat
de aflossing in Indonesië later zal geschie
den dan verwacht werd, zou zijns insziens
de gevangenisstraf in deze gevallen hoger
moeten zijiï. Hij éiste daarom een gevan
genisstraf van vier jaren met aftrek en
ontslag uit de militaire dienst met. ontzet
ting uit de bevoegdheid, bij de gewapende
macht te dienen.
De- krijg'sraad veroordeelde S. B. en A.
H. tot de gevraagde straf. Over H. D. zal
de krijgsraad een psychiatrisch rapport
dóén uitbrengen.
DE VORSTPERIODE NADERT
Nu is het tijd oin te zorgen
voor de waterleiding
De tijd waarin vorst verwacht kan wor
den, is weer aangebroken. Daarom is het
geraden thans voorzorgen te nemen voor
de waterleiding. De gebruikers zijn ver
plicht te zorgen voor het vorstvrijhouden
van de watermeters en de binnenleiding.
Schade toegebracht aan de watermeter door
vorst of anderszins is voor rekening van de
gebruiker, water, dat verloren is gegaan
uit door vorst veroorzaakte lekken of door
openstaande leegloopkranen, moet betaald
worden.
In een meterput buitenshuis is het ge
wenst op halve hoogte een houten tussen-
deksel, voorzien van een handvat,- aan te
brengen, zodat tussen dit deksel en de wa
termeter een isolerende luchtlaag wordt
gevormd. Bij het ontbreken van hout voor
een' tussendeksel kan men de watermeter
afdekken door een jutezak gevuld met hooi
of stro.
Meterputten dienen te worden voorzien
van een houten of gewapend betonnen
bovendeksel dat de put goed afsluit tegen
de wind.
Watermeters welke binnenshuis onder de
vïoer zijn geplaatst dienen voorzien te zijn
van een goed sluitende omtimmering, ter
bescherming tegen tocht.
Ieder moet zich thans overtuigen- of de Utrecht; L. Reinders, lettergieter bij de
hoofdkraag wel goed afsluit eri indien dit N.V. Joh. Enschedé en Zonen Grafische
niet het geval is, geve men daarvan dan on- Inrichting en J. F. Krullaarts, chauffeur
middellijk kennis aan het Waterbedrijf. bij de familie Willink té Bloemendaal.
Koninklijke onderscliei(1 in«en
Bij Koninklijk Besluit is toegekend de
aan de orde van Oranje Nasshu verbon
den ere-medaillé in zilver aan: P. Mooy»
voorman bij de Van Gelder Zonen N.V.
papierfabriek te Velsen; mejuffrouw C. B.
Iken, huishoudster bij de familie R. Wild
schut te Santpoort; H, de Jong, chef-boek-
btnder bij de firma W. Knoop en Zonen te
Haarlem; B. Larsson, fabrieksbaas bij de
maatschappij tot voortzetting der zaken,
gedreven onder cle naam van Klaas Tilly
te Haarlem; mejuffrouw M. Chr. Galjaard
te Haarlem, vroeger huishoudster bij de fa
milie Favauge te Aerdenhout.
De ere-medaille in brons is toegekend
aan: H. Emmerik te Nieuw Vennep, voor
heen plaattrekker bij Werkspoor te Am
sterdam; G. van Aller te Zwanenburg,
voorheen plaatwerker bij de N.V. Utrechtse
Machinefabriek v.h. Frans Smulders te