De horzel uit Estrairiadura 1 Bieten zijn binnen Plompe e, vergeten massa s steen herinneren aan vroeger tijden Vrouw, hond, salamander Amerikaanse film ontdekt het wonder VRIJDAG 28 NOVEMBER 1947. nuk! riep hij in de schemerige ruimte. V?n nog eens heel hard: „Volluk!"' Maar 1 hoge hoed, die ergens aan :i houten pen hing, antwoordde niet. De repliek was een zacht gebries en toen JLgen een beetje aan het slechte licht piid waren, ontdekte de bezoeker een Pa. een schimmel. Het dier had zijn lippen begraven in een mengsel van en haver en kauwde onverstoor- ijor verder. Volluk, volluk, volluktjilpte op- een brutale mus, die landde op de moei en met opgeSette veren ongedul- ojheen en weer begon te hippen. Toen- schimmel zijn gemarmerde oren een ruk uit de voer krib en zijn ogen Helden glazig. „Da's huisvredebreuk, in ft schaftuur, schoffie!" hinnikte hij ad „je komt hier als'behoeftige; be- waar je staan moet. Die hoge toon' fit jou allerminst. Ik ben de staljongen •ft ."En terwijl hij nog mopperde over lrek' aan opvoeding en verbeterings- van de Rijkspikinrichtingen, vulde ,_;::;ncn gulzig haar krop met wat gemorste toen verwaardigde het paard eindelijk nan met een blik. „Wat kan ik voor u vroeg het hoffelijk, want in het Taftuur vertegenwoordigde het de stal- louderij. „Mmm", bromde de man, lang- m naderbij tredend, „net wat ik zoek, Lies wat ik hebben moet - u was alle reden voor zijn bewo'nde- t want de schimmel, ofschoon al opa, J'gr werkelijk nog zeer toonbaar uit. Mder rinkelend tuig geleek hij een film ed vóór het scheren, een mannequin op Lelijke muiltjes; kwaliteit zonder kunst- lenen „Eigenlijk wou ik de baas effe Leken", hernam de bezoeker. „Zo?" vroeg paard gepiqueerd, „trekt hij de koets of .- ik het? Nou danKijk"', .ging het Vder, en wees met een sierlijk voorbeen .L een leitje aan de wand, „daar hangt aiin agenda. En voor vandaag is die vol, Is. Ik ga nog vier paartjes trouwen op I stadhuis". o maar dat is helemaal geen bezwaar. |i zouden u niet nodig hebben vóór van- fvoedend werd de schimmel. Stro kraakte der zijn stampende hoeven. Wat of ze B1 van 'm dachten? Overwerk hè? En git voor een karwei, dat het daglicht niet («dragen kón? Overtreding van het rij- Hidenbesluit? „Man, alléén al bij het .idee i ik in staking". Hem daartoe te willen dwingen; hèm, afstammeling uit een dy- Mé van circus-artisten, die prinsen in jerruklcing hadden gebraeht. Artisten, naronder een oma, die tot zeven had kun- gn tellen, wier portret maandenlang ge vonkt had op de affiches van Carré, later |jn Hagenbeek en die tenslotte onder sen- ijiionele omstandigheden was o ver-leden |jj een vilder ergens in Bremen". Een af rammeling van zulk een familie haalt men tij nacht en ontij uit de warme stal, aid het de hit van een schillenboer. ander begon tekenen van ongeduld "te Jfffén, bleek in het minst niet geïmpo- eerd, „Luister", onderbrak hij het relaas, mijn' naam is zwarte Piet". „Ah,1 pardon", aarzelde het paard, „dat arpt misschien een ander licht op het ge- Met zwarte pieten kan men zaken I. Die betalen meestal het tienvoudige ai voor een klusje „Je wordt grof, paard", was het bitse ant- w'ord en een vuist eén zwarte vuist Eg dé schimmel, werd dreigend boven de rif heen en weer geschud. „Ik ben de eer- re en originele zwarte Piet. Ik ben zwart un buiten en blank van binnen. Bij jouw Wen is dat precies andersom. Jou heb ik uxlig en jou kom ik halen. Voor mijn heer, Sinterklaas. Uit een circusfamilie kom je? Precies wat we:' zoeken. Jij gaat vannacht je daken op. Knijp je ogen stijf dicht, en Huister alleen naar de teugel. En vergeet tiet je Hoffmandruppels mee te nemën. Üeem het aan, en alle kinderen zullen je ifenkbaar zijn. Je baas krijgt geld, jij een Wakken boterlètter in je ruif. „•Zelfs niet voor Sinterklaasbibber de het paard, „zal ik daar mijn benen bre ien op die gladde oude daken. Ilc zal je 't Ées geven van mijn- neef, misschien dat Ie,,,," Het kon de zin niet voltooien, tent Piet maakte een ongeduldig gebaar. .Jammer", zei hij rustig, „maar eerlijk, ge- 8gd, had ik met een weigering rekening iihoudeii. Jullie worden democratisch ge legeerd hier, maar een beetje geleide be reidwilligheid kan nooit kwaad". En uit "n broekszak haalde hij een klein doosje voorschijn, een lucifersdoosje. „Geen lommen hier", hinnikte het paard, aan zijn halster rukkend, „en geen brandende luci- Denk aan al dat hooi en stro", man zei niets, maai4" hield het doosje -„..r zijn oor gedrukt. Duidelijk was een ireigend gegons hoorbaar in de stille stal. Ongetwijfeld een boos insect. „Hmmm. iionk het daarbinnen, „ik paard ruikèn, ik frikken en bloed proeven gaan. La me los, Üme d'r uit...." Weer klonk het ver goede gegons. „Wat is dat?" vroeg de schimmel, met en blik van afgrijzen in zijn ogen. „Is dat niet een ..Geraden manneke", grijnsde Piet heed. „Spaanse vlieg. Op een muur ge- hngeri in Estramadura. Een horzel. 'Onze Men toreadores draaien hun pink niet om voor een stier. Maar voor een horzel tin ze even bang als hun paarden. Jullie diegen nemen vacantie 's winters. "Maar feonze werken door, dat zul jij voelen, fi- rief v ..Je w „Makkers staakt uw wild geraas". Toen werd in het vierkante luik van de hooi zolder plotseling een rijk'geborduurde pan toffel zichtbaar, dadrop de zoom van een wit kleed, de onderrand van een broeaten mantel, een grijze baard, een mijter, een krulstaf. Ernstig en waardig schreed Sin terklaas op het zoëven nog kijvende groep je af. Zijn oude ogen keken vferwijtend. Piet boog als' een knipmes, cle schimmel trachtte met zijn staart te kwispelen, de mus krablTe zicji verstolen en de vlieg floot heel vals en heel onschuldig een paar stro fen van Albeniz. „Jullie hebben ruzie gemaakt", klonk het streng uit de lange baard. „En nu, pro beer je comedle te spelen. Dat valt me tegen, van jou vooral, Piet". Piet rolde verlegen met zijn ogen en bromde wat. „Voor mij blijft niets verborgen, dat weet je wel", hernam Sint. „En vertel nu maar eens vlug, waarover jullie het aan de stok hebt". „Bah", zei Piet en wees op het paard, „de enige schimmel van de stad is bang. Weigert u en de kinderen een plezier te doe?id. - „Chantage", -zei de schimrfiel koppig, „een horzel loslaten op een vastgebonden paard!" - „Wat heb jij te peggen horzel?" vroeg de heilige man aan de vlieg, die verlegep in haar zes pootjes' stond te wrijven. „Ikke, Sinterklaas? Ik niets te zeggen hebben. Ik tot' het particuliere politie apparaat van Pieter behoren", zei de vlieg en salueerde stram. „En jij mus?" De vogel schraapte zijn keel en zette zich in postuur. „Sinterklaas, de schimmel is bang en lui. Maar helemaal niet zo kwaad voor wie piet hem wëet om te gaan. Dat kan ik uit ervaring getuigen. Piet is vol goede bedoelingen, maar Ongeduldig. Halverwege de onderhandelingen dreigt hij met poli tiële of is het politionele acties. En dan maakt de schimmel ér -een prestige kwestie van natuurlijk. En als u niet op tijd gekomen was, zouden zij elkaar nog hebben vermoord „Zie", sprak de Sint, „dit alles bedroeft mij. Jij Piet, ként mijn heilig systeem. Met zachtheid regeer ik de .kinderwereld, met zachtheid zul je ook de dierenwereld be heersen. 'Ik verzoek nu de schimmel mij te zeggen, of hij bereid is, geheel vrijwillig, vannacht met ons de daken op te gaan. Voor mijn hélicoptère ,heb ik geen nacht vergunning kunnen krijgen, dat stoort te veel". Het paard likte de gerimpelde hand met de grote" zegelring., „Graag, Sinterklaas", sprak het eenvoudig. „Tot vannacht dan", zei de oude man en schreed waardig naar de zolder, „volg mij, Pieter, dan geef ik je een lift.- „Merkwaardig, merkwaardig", mompelde de- mus, ,,-t is dat-ie uit Spanje komt, an ders zouden ze 'm president van de UNO moeten maken". Agenda voor Haarlem VRIJDAG 28 NOVEMBER Stadsschouwburg „Prima Ballerina", 8 uur. Frans Hals: „Het doornige pad", 18 j'„ 2.30, 7.00 en 9,15 uur. Rembrandt: „Het lied.van Berna dette", alle leeft., 2.30, en 7.30 uur. 'Palace: „Tarzan overwint", 14 j„ 2.00, 4.15. 7.00 en 9,15 u Luxor: „Circusbloed", 18 j., 2.30, 7,00 én 9.15 uur! City: „Eilandprinses", 18 j., 2.15, 4.30, 7.00 en 9.15 uur, Spaarne: „De greep naar de macht", 14 j., 2.30. 7,00 en 9.15 uur ZATERDAG 29 NOVEMBER Stadsschouwburg: „Aan d' oever van "n snelle vliet". 8 uur. Westerlioutpark 1 a: Open Reli gieuze Gemeenschap, ds.J, de Graaf over „Humanisme", 7 uu;r. Bioscopen: Middag- en avondvoorstellingen. Ziek naar 1UI „De Duitse laarzen schui felen naar huis terug" al dus luidde het Engelse commentaar op deze foto. De vroegere Duitse ge neraals Petsch (met zwarte cape) en Hut (in militaire kleding) werden onder escorte aan boord van een hospitaalschip te Southampton gebracht, dat hen uit krijgsge vangenschap naar Duits land terugbracht wegens hun gezondheidstoestand De beide heren hebben de Duitse nederlaag zo slecht kunnen verkroppen dat zij moeilijkheden met hun spijsvertering kregen en thans lijden aan t maagkwaal. Een streng vaderlandse hen wellicht BURCHTEN IN BOLLENLAND Teyl ingen en d'Ever Suikerfabriek Holland verwerkte 125.000.000 k.g. In een hoek van mijn bovenhuis prijkt al sinds jaar en clag een glazen woning voor I allerlei waterdieren, die zich tot uitbundig Woensdagavond kwam het einde van cle vermaak van cle hele familie vermeien met „Da's de ruïne van Teylingen" zegt een meneer in de tram en wijst naar een mas sieve -steenklomp, oprijzend uit het groen van de weiden tussen Lisse en Sassenheim. „Daar heeft Jacoba van Beyeren nog ge zeten, weet u wel? van 'de kannetjes!" Hij heeft het mis. Het is de toren van „d'Ever" daar in de weilanden pussen Ring vaart en Rijksweg. De ruïne van het eens zo trotse huis van Teylingen is van de tram uit nauwelijks te zien. Die gaat schuil achter woningen en bollenschuren, een omgeving die de vergane glorie nog sterker accentueert. Ze. liggen daar zo vreemd, die twee machtige vechttorens, als ver op het strand gesmakte, machteloze wrakken. Rond de burchten „d'Ever" en „Teylingen" is alles vlakbollenland en 'weiland, asfalt wegen en rechte vaarten. Maar in de -tijd, dat deze kastelen wer^ den bewoond, kropen de duinen tot diep in het land, tot voorbij de smalle weg tus sen de steden Haarlem en Leiden en golfde ^aan de andere kant het Haarlemmermeer. Het dichte woud, waarvan Haarlemmer- en Leidsehput nog armzalige overblijfsels vormen, woekerfle tot vlak onder de kleine, ■ramen van de ridderlijke huieinge Teylin gen „so overvloedich dicht ende dick, dat men daervan conde comen over de Boomen ende deur de Ta eken, sonder ter aerden af te stygentot aen de Stadt van Haer- lem." Het wemelde er van groot en klein wild, zelfs de woud-os werd er hier en daar nog aangetroffen en gaarne maakten de ridders jacht op de blanke reigers die wiek ten boven het Meer. Het „vliegen metten vogelen" werd vooral op het jachtslot Tey lingen druk beoefend, niet het minst toen de ongelukkige gravin Jacoba van"Beyeren daar haar intrek had genomen. Hoe oud het Huis Teylingen. is, valt niet met zekerheid te zeggen. In .de 14e eeuw -Chantage", kreet de schimmei steige- fid. „Afpersers zijn jullie, delinquenten k bel de PRA op. Mus!", wendde hij zich de gulzig doorpikkende vogel, „eet die op en je krijgt een gratis jaarabonne- ■wt op mijn haverzak". steunde de mus vadsig, „wat ben j^dik, En Spaanse peper als dessert belief niet. Bovendien is vlees eten in onze Wlie niet gebruikelijk. Wij zijn vegeta ns van vader op zoon. v'k ga mijn vlieg loslaten", sprak Piet H en hij schoof het doosje op een kier. -erstond werd een lange, spitse steeksnuit S de opening zichtbaar. „Oaramba", vloek je vlieg, „ik er zo niet door kunnen". - lpEENS ZWEGEN*de -kijvenden als bij toverslag. Luider en luider drong het yken van een motor tot de stal door. sterker werd het lawaai en toen hoor- ze eensklaps hoe het Sak even dreunde ^der een plotselinge belasting. Op het- ^•;We ogenblik stopte de motor met een bskend geplof. „De la Cierva", riep de «ftönse vlieg trots. „Nietes", ruziede de "Frits Diepen". „In elk geval Sinter- rar'M constateerde Piet met een versla- gezicht.. En ja hoor. Heel even piepte dakraampje op zijn hengsels en" er joelde een wolkje hooi omlaag. „Hel- piepten êen paar muizen, „scheer je iLa u? ze retireerden haastig. Een o\ide, J krachtige stem neuriede bestraffend: De oude Franse legende, waarnaar dit gedicht gemaakt is, heeft ook voor ons land bekende klanken en in Amsterdani herinnert een gevelsteen aan de won dere geschiedenis van de drie kleine jongens in de pekeltón. In het pand op de hoek van Dam en Damrak is zij in gemetseld, omdat daar van puds het Sint-Nicolaashiiis stond. De góede bis schop is namelijk de beschermheilige van de hoofdstad, iets wactr ook de Sint- Nicolaaskerk de plaats waar de kindervriend elk jaar plechtig uit „Spanje" pleegt te arriveren getuige nis van-ai leat. Er is wel een hele afstand tussen de in 327 overleden bisschop van Myra, een havenstad in klein-Azië en de haven stad der Nederlanden, maar Nicolaas was ook beschermer der zeelieden, van daar deze voorkeur. Niet alleen een „goed heilig man" loas hij, maar ook een*„Leylick" man, dat wil zeggen dat' hij ook het huwelijk patroniseerde. Vandaal de vrijers en vrijsters diede mensen elkaar aan de vooravond 'van 's bisschops verjaardag 6 December plegen te geven, ter wijl hijop zijn witte paard dat, even als de „spekulazi" een mythologische vfstamming heet. te hebben over de daken rijdt en de kinderen wat in hun schoentjes goóit. Er gingen eens drie kleine knapen Ver in de velden ai-en rapen. Ze moesten eind'lijk slapen gaan En klopten bij een slager aan. „Komt binnen, kind'ren, het is goed; Er is hier plaats in overvloed". Er gingen eens drie kleine knapen Ver in de velden aren rapen. Ze waren nauw in huis i Of zie, de slager greep hen aan, Hij sneed er kleine stukken van En stak die in de '.vleeskuip dan. Er gingen eens drie kleine knapen Ver in de velden aren rapen. Sint NicÖlaas, na zeven jaar, Trekt door het land en komt ook daar. Hij loopt recht naar de boze man En vraagt of hij daar slapen kan* Er gingen eens dtfie -kleine knapen Ver in de velden aren rapen. a „Sint Nicolaas, dat kan heel goed; Ik heb hier plaats in overvloed". De heilige man is pas gezeten Of hij verzoekt om avondeten. Er gingen eens drié kleine knapen Ver in de-velden areri rapen. „Ik wil het vlees, vóór zeven jaar Gezouten in die vleeskuip daar". Wanneer de man deez' woorden hoort, Loopt hij het huis.uit en ijlt voort. Er gingen eens drie kleine knapen Ver in de velden aren rapen. „Ach, vjucht niet, slager, blijf hier toch. Heb b'rouw en God vergeeft u nog". De heil'ge, op de rand van 't vat Gezeten, zegt een woord of wat. Er gingen eens drie kleine knapen Ver in de velden aren rapen. „O, kleine jongens, die helaas Daar slaapt, ik ben 't, Sint Nicolaas". Hij- heeft het vat dan aangeraakt En de drie kind'ren zijn ontwaakt. Er gingen eens drie kleine knapen Ver in de, vejden aren rapen. - Het eerste zegt: „Ik sliep zo zach^". Het tweede zegt: „Ik ook" en lacht, (En 't derde met een stem zó rein: „Ik dacht in 't Paradijs te zijn". Er gingen eens drie kleine knapen Ver in de velden aren rapen. VIJFDE VOLKS-CONCERT DER H. O.-V. De cellist Mare Rozelaar en de alt-zangeres Ofëa Ongena zijn solisten op het VoIks-concert van Dinsdag 2 December. Met orkestbegeleiding onder leiding van Marinus Adam speelt Rozelaar het celloconcert van Haydn, Olga Ongena Vier ernste GesSnge van Brahms ten gehore brengen. Het concert wordt geopend met de Sfnfonia Pastorale van Tartini en besloten met een uitvoering van Moussorgsky's Schilderij eiy tentoonsteling (Tableaux d' une Exposition), in de bewerking van Marinus Adam. stroom bieten, die van 3 October af onaf gebroken de suikerfabriek „Holland" van de Centrale Suikermaatschappij te -Half weg is binnengevloeid. De machines, die 42 dagen en nachten rusteloos doordraaiden", liggen thans stil. Van de 125.000.000 kilo's beetwortelen, die in suiker en-pulp werden omgezet, kwamen er- 951000.000 uit Noordholland. Ook het boven-Rijnse deel van Zuidholland lag in het „magnetisch veld". Deze getallen'be helzen echter niet de hele suikerbietenoogst in de genqemde gebieden. Een groot deel van .de agrarische zoetig heid verhuisde daarvandaan ook naar coöperatieve fabrieken als Dinteloord en Puttershoek, die samen wel 400.000.000 kg te verwerken hadden. Van de totale op brengst, nam de C.S.M. 'ongeveer 40 voor haar rekening en de resterende' 60% ging naai de coöperatieve^ bedrijven. Een rekensommetje leert dat te Halfweg bijna 9% van de totale landelijke opbrengst voor de consumptie is gereed gemaakt en van het C.S.M.-kwantum. De bieten uit Noordholland toonden hoe genaamd geen onderlinge verschillen iri ge wicht en gehalte en beantwoordden aan de verwachtingen. De noodzaak van een non-stop-productie voor het bedrijf leverde door de gunstige weersomstandigheden geen moeilijkheden op. Nu wordt de fabriek geschrobd en de 'machines rusten tot de volgende campagne. Uranium in Canada In de Noordwestelijke gebieden van Ca nada zijn nieuwe uranium-voorraden ge vonden. Een mijnautoriteit weigerde com mentaar te leveren op berichten, dat een wordt hét als jachtslot en woning van de houtvesters der Graven van Holland ge- p|£Eue£ Srm'a" reeds mêt"de raplöïtotïj noemd. Edele namen zijn aan de geschie- was begonnen denig van het Huis verbonden: Oem van De uraniumlagen schiinen van Treslong' Brederode, Bloys van aanzienUilie omvangte zijn. Zijn grootste bekendheid kreeg het als Flipse naar Rome. op 16 Maart zal Eduard verblijfplaats van „Vrouw Jacob", die na Flifise t,e Rome het. eerste van een reeks concer- haar avontuurlijk leven zich hier wel een- ten ln. Italië dirigeren, zaam moet hebben gevoeld. Overigens wordt ook deze eenzaamheid sterk gero mantiseerd en schijnt het op het slot vaak een heel gezellig verkeer gegeven te heb ben van ridders, zangers en speellieden. De jacht werd druk beoefend, men ging bij elkaar op bezoek, want in de streek tus sen Haarlem en Leiden' stonden vele adel lijke kastelen, waarvan de meeste ver dwenen zijn, maar van welker bestaan nog verscheidene ruïnes getuigenis afleggen. Van het kasteel Teylingen staat nu alleen nog maar de grote woontoren en een ge deelte van °de buitenmuur. Ondanks z'n martiaal uiterlijk» en meterdïkke muren, schijnt deze halfronde toren toch niet in de eerste plaats als gevechtstoren dienst te hebben gedaan; Belegeringen heeft de burcht dan ook waarschijnlijk niet door staan, al hebben in de buurt, tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten, verwoede gevechten plaats gehad, en hielden de Span jaarden er ook danig huis. In het begin van de 19e eeuw, die eeuw waarin zoveel schoons tegen de vlakte ging, werd het Huis gesloopt. Dat de toren bleef staan, is waarschijnlijk 'de danken geweest aan de hechte constructie, die slo pen tot een kostbaar en moeilijk karwei* maakte, In 1889 werd het restant door de familie van Teylingen aan de Staat ver maakt echter zonder de omliggende grond. Daardoor kon de omgeving niet in overeenstemming gebracht worden met* de sfeer die om dit eeuwenoude kasteel hangt. In 1933/1934 zijn opgravingen gedaan, waarbij fundamenten van de overige kasteelgebouwen werden blootgelegd. Dit werk is echter niet voortgezet. „d'Ever". Verderop, tegen Lisse aan, staat plomp te midden der weilanden een andere toren, evenals die van Teylingen halfrond. Van de ruïne „d'Ever" is alleen het kelderge welf nog intact, en zijn in de muren,, die twee meter dik zijn, nog sporen te zien van de wijze waarop het vroeger werd bewoond. De historie van deze burcht is duister. Vermoed wordt, dat de toren behoorde bij het „Huis te Lis" dat op sommige "kaarten staat aangegeven en waarvan in 1662, bij de droogmaking van de Lisserpolder, de fundamenten te voorschijn kwamen, een vierhonderd meter verwijderd van de plaats van de machtige donjon, waarvan de over blijfselen 'nog staan. Het geslacht Dever ging al sinds eeuwen in andere geslachten over,. Later schijnt rond de toren een landhuis te zijn gebouwd, dat echter weer vervallen en .tenslotte in gestort is. De grachten werden gedempt, vlak naast de toren verrees een boerderij, en aan de yoet van het nog immer indruk wekkende bouwwerk kakelen de kippen en knorren de varkens, zoals ze het eeuwen geleden deden. Maar de boer blikt nu niet meer schuw naar de kasteelpoèrt^ van waaruit de heer met zijn gasten, tijdens de valkenjacht, soms dwars door de velden, ook over zijn SGhamel akkertje, reed. Niet langer vraagt hij zich beducht af, welke nieuwe herendiensten de strenge slotvoogd ditmaal zal vefgen en de enige gestalte die, naderend door de oprijlaan, hem nog vrees kan aanjagen, is die van de brievenbestel ler, zo tegen de tijd, dat de aanslagbiljetten worden rondgebracht Koppen, scliotels en borden gevraagd Het bestuur van de Katholieke Arbeiders Beweging heeft tot het Rijksbureau voor Keramische producten in Den Haag een brief gericKt, waarin met nadruk de aan dacht gevestigd wordt op de noodtoestand in de grote gezinnen van ons land, waar een volkomen gebrek heerst aan koppen, schotels en borden. Er zijn gezinnen waar koffie 'en thee ge dronken moet worden uit conservenblikjes, en wegens het tekort aan borden om beur ten moet worden gegeten. Deze toestand is vooral ip Zuid-Limburg, waar huishoude lijk aardewerk wordt geproduceerd, zeer pijnlijk. De K.A.B. verzoekt met grote nadruk nog vóór de komende feestdagen enige bon nen voor huishoudelijk aardewerk aan te wijzen. Na Nieuwjaar sinaasappels, maar. op de bon. Kortna Nieuwjaar zijn acht millioen kilogram Jaffa-sinaasappelen, aangekocht in Palestina, in ons land te verwachten. Deze Jaffa's komen op de bon. Ook kan men tussen Januari en April Spaanse sinaasappelen 'verwachten. Ook deze worden gedistribueerd. Het restant van de Surinaamse sinaasap pelen zal tot eind December vrij mogen worden verkocht. Daarna komen ook deze sinaasappels op de bon. krijgertje-spelen, watervlooien-verorberen, andere tijdverdrijven, welke de vis eigen zijn. Op een vlondertje in het midden zat bij tijd en wijle een droefgeestige sala- mander met puilende' ogen ons interieur te bewonderen, tot de baas hem, Tinus Sal, zoals hij bij aankomst gedoopt werd, een muggenlarf of een ander wriemelend ge- dierte naar de gulzige bek stak. Dan wrong hij zich in beangstigende bochten, om ten slotte met veel gesmefc van bek en geklap- 1 'per van zijn sjkart de prooi achter zijn salamanderkiezen te duwen. Sinds echter mijn honderdveertig pond de glazen plaat, die op elk respectabel aquarium pleegt te liggen, met enerverend gekraak verpletterde wie legt nou een stuk glas in een stoel heeft Tinus ver woede pogingen aangewend, om de vrijheid te veroveren, wat hem telkens weer belet werd door de hand van de meester, zonder welke geen enkele salamander vet zal. worden. Maar een mens kan niet de hele dag en nacht aan de zijde van zijn salamander doorbrengen. Dus heeft Tinus met scherp amphibieverstand de uren verbeid, waarop ik niet op wacht zat, om zich tegen de rand te verheffen, zijn gladde poten om de ijzeren steunseis te slaan en de ondoorgrondelijk heden van een étagewoning in ogenschouw te nemen. Tinus was dus niet op zijn vlon der gistermiddag. Noch geroep, nóch ver lokkende stukjes muggenlarf vermochten hem naar zijn woonst terug te lokken. Het dier had zich in het heelal opgelost volgens 'mijn wat benauwd uitgevallen ega. die zich op deze wijze de angst voor een plotselinge cmtmoéting met Tinus in de melkkoker van het lijf schoof. Tot vanmorgen een ijselijke gil door merg en been én de huiskamer snerpte. Met bolle ogen wees mijn betere helft op de hond, die rustig stond te likkebaarden bij de kran- tenbak en dankbaar mijn kant uitkeek. Rust zacht lieve Tinus, na jou zal geen soortge noot mijn aquarium betreden. Mijn haren staan nog overeind van die gil J. F. HET LIED VAT<f BERNADETTE De Oostênrijlcse schrijver Franz Werfel, die in 1940 £ls opgejaagde emigrant in Zuid-Frankrijk vertoefde, werd daar ge grepen door het verhaal van de verschij ningen van de Maagd Maria aan het een voudige boerenmeisje Bernadetle Soubi- rous, die aanleiding werden tot de opkomst van Lourdes als bedevaartplaats. Werfel legde de gelofte af, dat hij, indien hij uit handen' van de nazis zou blijven, aan het Wonder van Lourdes een'boek. zou wij den. Zo ontstond zijn roman „Het lied van Bernadette", ongetwijfeld 'één van zijn schoonste' werken. Ter zelf dertij d onder de invloed van de oorlog ontstond er een sterke neiging bij vele toneel- en film kunstenaars in hun werken meer plaats in te ruimen oor het irreële en boven aardse. In Frankrijk uitte »zich deze richting in de her leving op het witte doek van rómantiscffe sprookjes („Les wisiteurs du soir", „La belle et la béte), in Engeland schonk men meer aandacht aan het hiernamaals, soms kluchtig („Blithe spirit"), soms serieus („A matter of life and dqath"). Geen wonder, dat de Ame rikaanse „Twentieth cen tury Fox film" onmiddellijk beslag op de verfilmings rechten legde, toen „Het lied van Bernadette" een best-seller bleek te zijn. Wie overigens mocht me nen met een specifiek- Rooms-Katholieke rolprent te doen te. hébben vergist zich. Deze'film zal tot ieder spreken, die er van overtuigd is, dat er tussen hemel en aarde dingen zijn, die geen mensenver stand kan verklaren. De geschiedenis van het meisje Berna dette kan met-katholieken ontroeren, om dat zij een aangrijpend relaas vormt van wantrouwen, zelfgenoegzaamheid en kille liefdeloosheid, die het deel wordt van hen, die het Geluk zoeken en menen gevonden te hebben en anderen daarin willen laten delen. De twintigjarige Bernadette heeft te strijden tegen het beperkte inzicht van haar ouders, tegen de waanwijsheid en de zelfzucht der autoriteiten, tégen de voor zichtigheid. der kerk, tegen de antipqthie van een kloosterzuster en bovenal tegen de .rationalistische geest vap de negen tiende eeuw, geïncarneerd in de openbare aanklager, een prachtige rol van Vincent Price. De regisseur Henry King verdient lof voor de kiese wijze waarop hij de visioe nen hgeft uitgebeeld. Voor het overige ging hij de platgetreden paden der Holly wood- draaiboeken niet te' buiten. De humor ig maar schaars gezaaid in dit celluloid. Dq dramatische hóogtepunten worden op ge routineerde wijze uitgebuit en op met de filmische dynamiek strijdige wijzten vaak te lang gerekt. Het gevolg" is, dat de toe schouwer gaat merken, dat de normale speeltijd ver overschreden wordt. Deze bezwaren worden gelulckig ruim schoots gecompenseerd door de gevoelige vertolking, die Jennifer Jones van de Ber- nadette-figuur geeft. Hoe licht had hier een drakerige figuur kunnen ontstaan. Dank zij deze actrice blijft ze evenwel Jenifer Jones en William Eythe in „Het Ued van Bernadette"i eeij pittig kind, dat het contact met de wereld niet verliest, al beseft zij, dat zij tot een hogere plicht geroepen is. Deze vertolking én de diepere zin van het verhaal zijn ruimschoots de moeite van het zien waard.. Soldaten wilden niet naar Indië Vier jaar gevangenisstraf Voor de krijgsraad te Assen hebben drie militairen terecht gestaan omdat zij ge weigerd hadden naar Indië te gaan en daarom in hun woonplaats ruim een half jaar waren ondergedoken. Het waren de 22-jarige soldaat S. B. uit Leeuwardqn, de eveneens 22-jarige soldaat H. D. uit Schiermonnikoog en de 22-jarige A. H. uit Zuidbroek. In zijn requisitoir'merkte de .auditeur militair op, dat een gevangenisstraf van drie jaar in deze gevalleh langzamerhand gebruikelijk is geworden. Nu echter de toestand in Indonesië is gewijzigd en uit berichten van de regering en uit de radio- réde van generaal Spoor, is gebleken, dat de aflossing in Indonesië later zal geschie den dan verwacht werd, zou zijns insziens de gevangenisstraf in deze gevallen hoger moeten zijiï. Hij éiste daarom een gevan genisstraf van vier jaren met aftrek en ontslag uit de militaire dienst met. ontzet ting uit de bevoegdheid, bij de gewapende macht te dienen. De- krijg'sraad veroordeelde S. B. en A. H. tot de gevraagde straf. Over H. D. zal de krijgsraad een psychiatrisch rapport dóén uitbrengen. DE VORSTPERIODE NADERT Nu is het tijd oin te zorgen voor de waterleiding De tijd waarin vorst verwacht kan wor den, is weer aangebroken. Daarom is het geraden thans voorzorgen te nemen voor de waterleiding. De gebruikers zijn ver plicht te zorgen voor het vorstvrijhouden van de watermeters en de binnenleiding. Schade toegebracht aan de watermeter door vorst of anderszins is voor rekening van de gebruiker, water, dat verloren is gegaan uit door vorst veroorzaakte lekken of door openstaande leegloopkranen, moet betaald worden. In een meterput buitenshuis is het ge wenst op halve hoogte een houten tussen- deksel, voorzien van een handvat,- aan te brengen, zodat tussen dit deksel en de wa termeter een isolerende luchtlaag wordt gevormd. Bij het ontbreken van hout voor een' tussendeksel kan men de watermeter afdekken door een jutezak gevuld met hooi of stro. Meterputten dienen te worden voorzien van een houten of gewapend betonnen bovendeksel dat de put goed afsluit tegen de wind. Watermeters welke binnenshuis onder de vïoer zijn geplaatst dienen voorzien te zijn van een goed sluitende omtimmering, ter bescherming tegen tocht. Ieder moet zich thans overtuigen- of de Utrecht; L. Reinders, lettergieter bij de hoofdkraag wel goed afsluit eri indien dit N.V. Joh. Enschedé en Zonen Grafische niet het geval is, geve men daarvan dan on- Inrichting en J. F. Krullaarts, chauffeur middellijk kennis aan het Waterbedrijf. bij de familie Willink té Bloemendaal. Koninklijke onderscliei(1 in«en Bij Koninklijk Besluit is toegekend de aan de orde van Oranje Nasshu verbon den ere-medaillé in zilver aan: P. Mooy» voorman bij de Van Gelder Zonen N.V. papierfabriek te Velsen; mejuffrouw C. B. Iken, huishoudster bij de familie R. Wild schut te Santpoort; H, de Jong, chef-boek- btnder bij de firma W. Knoop en Zonen te Haarlem; B. Larsson, fabrieksbaas bij de maatschappij tot voortzetting der zaken, gedreven onder cle naam van Klaas Tilly te Haarlem; mejuffrouw M. Chr. Galjaard te Haarlem, vroeger huishoudster bij de fa milie Favauge te Aerdenhout. De ere-medaille in brons is toegekend aan: H. Emmerik te Nieuw Vennep, voor heen plaattrekker bij Werkspoor te Am sterdam; G. van Aller te Zwanenburg, voorheen plaatwerker bij de N.V. Utrechtse Machinefabriek v.h. Frans Smulders te

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1947 | | pagina 5