jen De vitaliteit van Theo Mann-Bouwmeester ZATERDAG 13 DECEMBER 1947 AB VISSER: „De man zender hoofd" (F. G. Kroonder, Bussum; „De leugen" (De Boekerij, Baarn). rakter. Het pakt de hoofdpex-soon, die door een bijna gruwelijke drang, door innerlijke zwakte, naar de afgx-ond wordt gedreven, bij zijii kraag en zet hem voor de spiegel om hem te confrontex-en met zijn kwaad; het demonische in hem, dat een liefde ver minkt en lxern tenslotte als consequentie van zijn twijfelzucht en gebrek aan zelf tucht de hand doet slaan aan zijn tegen deel, de lijdzaam-goecle levensgezellin. •Natuurlijk, Visser legt alles wat hij aan duister en licht, aan goed en slecht in een mens bijeexxgebracht heeft als verpersoon lijking van het veelal vex-bloemde kwaad onder het vergrootglas van zijn hevig- emotionele, maar strikt eerlijke en onver schrokken visie. Maar is het niet alleen in een beeld, dat alles versterkt tot in de zo veelste macht, dat de mens zichzelf her kent? Er steekt in deze ernst eexx spelelement (zoals per slot elk kunstwerk een neerslag blijft van de schéppende homo ludens, die zich in „de dramatisering der feiten", zoals Visser het ergens noemt, ontlaadt en bevrijdt). Maar let op dit ernstig spel van Ab Visser, die niet ver bezijden de waar heid was toen hij schreef, dat er boeken zijn die zichzelf schrijven. Deze beide boeken „schreven zichzelf", Visser was het talentvol en vormscheppend medium van waf hij altijd weer beelden wil en moet: het menselijk leven, dat hij geselend lief heeft. C. J. E. DINAUX. schillende wijzen beoordeeld wordt is kenmerkend èn voor zijn critici èn voor de persoonlijke kwaliteiten van deze auteur. Vele van zijxx beoordelaars trachten hem. te benaderen van de traditionele zijde der gangbare letterkundige stromingen, toet sen zijn novellen (ik denk aan de sugges tieve bundel „Galg exx Rad", eveneens bij Kroonder verschenen) en romans aan vooropgestelde normen exx kunnen zo de weg niet vinden tot de bijzondere ken merken en ver-diensten die nu eenmaal niet zozeer aaxx de oppervlakte liggen van Visser's schxdjversschap, dat te oor spronkelijk van aard is om klakkeloos te worden ingelijfd bij enig actueel literair „geru-e". Vergelijk hem nu eens ïxiet met deze of gene, neem hem als schrijver zoals men een mens neemt exx zoals hij is en zijn, wil: zichzelf. Zie hem als een geboren verteller, een natuurtalent, wars van alle mooi- scHrïjverij, van elke literaire pose, vaxx alle gekunsteldheid. Aanvaard hem als een ongemeen scherp waarnemer, een „psycho loog" per intuïtie, een als het zijxx xxxoet onverbiddelijk analyticus. Waardeer hem als een mens vol hevig-geladen emo tionaliteit, een ïxiets vexbloemexxde zelf- critiek exx bedwixxgende zelftucht. Ontdek in hem een eruptieve drang tot oprecht heid, tot romantische voorliefde voor het buiten- en bovenverstandelijke (als ge wilt: mystische), tot gevoel van verbon denheid met de oerkrachten der natuur, die boven het lichamelijk en rationeel be grensde uitgaat. Heb oog voor de mense lijke conflictstof waarvan deze schrijver zich, als elk mens die de moed heeft, in de diepten van zijxx hart te zien, zo wel bewust is: levexxswil en doodsverlangen, zuiver heid en vertroebeling,genade eix zonde, aardegebondeixlxeid en hemelvex-langeri, kathax'sis en demonie, natuur en geest, drift en veredeling, angst en gemoedsrust tegenstellingen die zich niet tot elkaar verhouden als zwart en wit, maar, door- eengestrengeld, in verwarx-ing brengen en in verwarring tot klaarheid dringexx. En vergeet tenslotte ïxiet, dat Visser te zeer doordrongen is van de betrekkelijkheid der dingen dezer aarde om zichzelf en de wereld om hem heen niet te zien xxxet dat soort van ironie (steeds, typisch roman tisch, een kruising van erkenning van het menselijk tekort exx liefde voor de mens) waarmee uiteindelijk alle dreiging van conflicten ov^pvonnen wordt door deze ene zekerheid: „het is alles ijdelheid", iix de zin van fatalisme en Godsgeloof tegelijk. Zo beschouwd wordt zijn voorkeur voor het „griezelige", geheimzinnige, dreigend- problematische, soms zelfs bezetexxe xxiet enkel verklaarbaar en aanvaardbaar, maar ook waardeerbaar als uitingsvorm van een zeer eigen talent, dat zijn symbolen schept uit een levensvisie, die zich vaix mode niets aantrekt. Zo ook konxt men de aard van zijn romantiek op het spoor. Ferdinand Langen sprak eens vaix Visser's „beteu gelde romantiek". Ik zou deze spitsvon dige karakteristiek willen preciseren door sfeer en „vex-haal", persoonskeuze en -ont leding, beeldvormiixg en zinsbouw door dit alles tezamen te benamen als een rea listische romantiek. Daarixx schuilt waar schijnlijk ook het boeiende van deze ver telkunst: werkelijkheid aaxx de exxe kant, scherp-realistisch waai'genomen eh weer gegeven in veelal verrassende beelden; meer dan werkelijkheid aan de andere kant: dreiging van het ontastbare, onvat bare, van een onheilsstemming, die uit het menselijk-vexborgene geprojecteerd wordt in de omringende wereld: in dode voor- werpen zowel als in de levende natuur. Er leeft in „De Man zonder Hoofd'' min stens zoveel spookachtige beklemming in de natuurbeschrijving als in het woord dat de personen in deze, met parapsychologie en folkloristisch bijgeloof ironiserend- spelend geschx-even, roman spreken. Al is het griezel-element ook een integrerend, bestanddeel van dit boek (en zou een auteur na de voortreffelijke „schx-ikromans" der 18e eeuw zich daarvoor behoeven te schamen?) toch is dit boek niet alleen iets heel anders, xxxaar heel wat meer dan een goedgeschreven „thriller". Of de schrijver er zich vaix bewust is of niet, het is en blijft een objectivering van een innerlijke onheilsbeleving, die niet alleen deze auteur eigen is, maar tekenend gexxoemd kan worden voor wat Freud eeixs het „Unbe- hagen an der Kultur" noemde, product van een afdwaling van de natuurverbon- denheid en een ten halve bereikte mense lijke vergeestelijking een geestesgesteld heid, die deze tijd meer eigen is dan velen bevroeden. Ik geef het verhaal van het „koploze spook", dat niet rusten kan alvox-ens een moord vex-golden is, niet weer. Men moet dit boeiend relaas, verweven met zinvolle en beeldrijke natuurbeschrijvingen, zelf lezen, om de vruchten van Visser's on gangbare talent ten volle te smaken. „De Leugen" is van een heel ander ka- uiitóaveini Sebastian Joaix Arbó, Cervantes Vertaling uit het Spaans door Dr. G. C. Mohr Horsman Uitgeverij van Brede C. V., Amsterdam. Sebastian Joan Arbó. vermaard Spaans romanschrijver, beschrijft het leven van Cervantes in het verband van zijn tijd, in zo intensieve zin, dat talrijke malen paragra fen over de Spaanse geschiedenis ingevoegd zijn in het eigenlijke verhaal. Paragrafen, die ook buiten het directe verband van Cervan tes' leven vallen. Op deze wijze vertelt hij voortreffelijk exx boeiend de aan smarten rijke ei'varingen van de schepper van Don Quijote. Hij konxt inderdaad ver met het geven van een levensbeeld, dat een groot man vertrouwd maakt, zelfs al interpreteert hij soms in zijn behoefte aan een beeld zijxx fei ten wel wat te nadrukkelijk: zo wanneer hij zich niet spaart om Cervantes' goedheid van hart aan te tonen. Maar dat is hem licht te vergeven. Een groter bezwaar, dat ovex-igens Arbó's verdienste niet raakt, is dat wan neer een Spanjaard schrijft over een der be langrijkste scheppers van zijn eigen nationale cultuur, en vervolgens in het Hollands ver taald wordt, het diepste wezen van het boek voor de Nederlandse lezer verborgen moet blijven, om redenen die voor de hand liggen. Dat gemis wordt men zich hier ook wel bewust. Toch komt ook zo veel van de kracht en de rijkdom van het ondei'werp tot ons. En wanneer Prof. C. F. A. van Dam_ in zijn voorwoord als bezwaar tegen Arbó's behan deling noemt, dat Cervantes' werk zo weinig besproken wordt, dan kan men hem weer tegenwerpen dat, waar dat werk, Don Quijote inbegrepen, velen niet bekend, en anderen onbereikbaar zal zijn, het boek te dankbaar der gelezen kan worden, omdat het zich ertoe bepaalt van Cervantes een mens in plaats van een naanx te maken. Bibliografischer uitweidingen zouden of bekendheid ver onderstellen, waar die in vele gevallen niet bestaat, of leraren over dingen die men bij de bronnen moet vernemen, waarheen het boek van Arbó nu veel sterker drijft. S. M. Zoet staartje van het siiikermuisje Drie verdachten uit de suikerdiefstal- affaire bij de fabriek Holland in Halfweg, van wie de zaken vorige week waren aange houden, stoxxden dezer dagen voor de Haar lemse politie-rechter terecht. De officier van Justitie was van méfting dat bij geen van de drie zaken het bewijs geleverd was en zowel de verdediger mr. Tonino als de politierechter waren dat met hem eens, zodat de drie verdachten J. H., S. V. en A. S. vrijgesproken werden. C Madame la Mode Heeft het Marshall-plan iets met mode te maken? Hoe absurd het ook lijkt Parij-se grappenmakers houden stokstijf vol dat de lange rok „staat of valt" met de economi sche sanering van Europa en de daaruit voortvloeiende ruimere fabricage van tex tiel. Dit latende voor wat het is, en boven staand plaatje bekijkend, zou men zeggen dat er spoedig ook iets aan de „tussentijdse hulp" moet worden gedaan om de tussenruimte van .mouw tot handschoen te vullen, want zó lijkt het op een storend tekort. Haso jubileert. Het Haagse arbeiders symphonie-orkest bestaat 26 Januari twintig jaar. Sedert Augustus 1946 staat dit orkest onder leiding van de Haai-lemnxer Jacques Moolenijzex-, Het ensemble, dat uit 76 dilet tanten bestaat, heeft grote verdienste gehad door de paedagogisehe concerten, die het jarenlang voor het Instituut voor Arbeiders ontwikkeling vex-zorgde. Drie Nederlandse meesterpianisten. Op Woensdag 17 December, Dondei-dag 8 Januari '48 en Woensdag 28 Januari '48, wox-dt in de Gem. Concertzaal te Haarlem een Cyclus gegeven van drie Nederlandse pianisten, te weten Willem Andriessen, Cor de Groot en Theo van der Pas. Op de eerste avond (Woensdag 17 December-) zal Willem An driessen optreden. Het programma bevat die avond wei-ken van Bach, Franck, Ravel en Schumann. Schots koor naar Nederland. Het Kirk- intilloch Junior Choir xxit Glasgow, zal op 18, 19, 20 eix 21 December de gast zijn van Hubert Cuypers „Minneshreelen". Dit Schotse koor dat onder auspiciën van de British Council naar Nederland komt, zal optreden voor de radio en tezamen met de Minenstree- len in Haarlem (Vrijdag '19 December in de Bakenesserkerk) Zaandam eix Amsterdam, in de grote zaal van het Concertgebouw. Alec Clunes draagt Shakespeare voor. In het afgelopen seizoen maakte Haarlem kennis met The English Art Theatre en met haar Shakespeare-vertolker Alec Clunes. Deze toneelspeler zal op 1 Januari in de kleine zaal van het Concertgebouw te Am sterdam fragmenten uit Shakespeare's drama's ten tonele voeren naar een studie van John Masefield. de „Poet Laureate" van het Engelse koningshuis. Alec Clunes zal op 25 December eveneens in de kleine zaal op treden voor de leden van het genootschap Nedex-landEngeland. Honeggers laatste werk op de zwarte schijf. De honderddertigste psalnx, de laatste coxxxpositie van Arthur Honegger, zal op de gramofoonplaat vastgelegd worden. Roem hoven rijkdom, De Duitse hoog leraar in de ïxxedicijnen professor Gex-hax-d Domagh, die in 1939 op bevel van Hitier de Nobelprijs voor geneeskunde niet in ont vangst mocht-nemen, kaxx thans zijn prijs van 11.'000 Pond Sterling toucheren. Het ge val Domagh is behandeld door de Zweedse regering, die alleen het Nobelprijscomité dispensatie van de bepaling kan geven, dat het geld aan de instelling voor de Nobel prijzen terugvalt, als het niet binnen een jaar in ontvangst is genomen. Professor Do- magh, -verklaarde dat de eer hem boven het geld ging. Hoewel het bekende kasteel „De Doorwerth" bij Arnhem door oorlogshandelingen zeer zioaar werd beschadigd zal het toch hersteld worden. Men is reeds met de werkzaamheden begonnen. ih. ixx (Van onze correspondent) Vaxx Gogh en Londen. Is er een groter tegenstelling denkbaar? In deze vale, som bere stad, waar de zon in de wïntermaanr den nauwelijks doordringt, bloeiexx zijn kleuren laxxgs de wandeix van de geheel voor de Hollandse meester ontruixnde Tate Gallery, die wegens de oox-logsschade maar voor een deel iix gebruik is. Er han gen 180 van zijn werken, die een uitste kende indruk van zijn levensperioden en de evolutie van zijn vakmanschap gevexx. Het is de grootste en meest representa tieve tentoonstelling, die ooit van het wex-k van Vaix Gogh ixx Engeland is gehouden. De Tate zelf bezit slechts zeven doeken van de schilder. Deze expositie is de eer ste van een reeks speciale tentoonstellin gen, die de Tate Gallery in samenwerking met de British Arts Council zal inrichten. Ook in Engeland bestaat er grote belang stelling voor de tragische figuur van Van Gogh. Er zijn verscheidene biografieën over hem gepubliceerd en ook zijix brieven zijn in vertaling uitgegeven. Vooral Van Gogh's tekeningen, waarvan er tachtig te zien zijn, betekenen voor velen eexx openbaring. Koningin Elisabeth en Prinses Margaret, die vóór de officiële opening een uur op de tentoonstelling veirtoefden, waren diep onder de indruk van deze tekeningen. De tentooixstelling blijft tot midden Januari in Londen en verhuist dan naar Glasgow en Birmingham. KASLOPER IN BREDA AANGEHOUDEN. De 24-jarige Amsterdamse kasloper van een passage- en reisbureau op het Dam rak te Amsterdam, die een bedrag van 3500 gulden voor zijn firma naar een bank moest brengen exx niet meer terug kwam is in Breda aangehouden. Hij was op weg naar Frankrijk. Een groot deel van het geld was nog in zijn bezit. Over Muziek Sinterklaas Toneelherimneriiingen en toneeljportretten yHEO MANN-BOUWMEESTER was ik schreef dat reeds van de Bouw meesters de meest iixtelligeixte exx meest moderne. En zij was 1 evenals Louis en haar half-broer Louis Moor tot het laatst vaxx haar leven van een onvex-woest- bare vitaliteit. Onbegrijpelijk was de phy- sieke en psychische kracht van deze diie kinderen van Louis Rosenveldt. Louis Bouwmeester is 82 geworden, Louis Moor 94 en Door zoals zij in de toneelwereld algemeen genoemd werd 89. Hoe Bouwmeester nog bijna onverzwakt de Shy lock speelde een jaar voor zijn dood, schreef ik reeds in eexx mijner vorige artikelen. Louis Moor verraste op de recep tie, welke hij op zijn 90ste verjaardag in Hötel Americain te Amsterdam hield, heel zijn omgevixxig door zijn sprankelende geest, zijn sterk geheugen, zijn verbluffende veer kracht en heel zijn charmante, knappe ver schijning. En wie, zoals ik, de afscheids- voorstelling van mevrouw Mann-Bouw meester heeft bijgewoond, die zal de her innering bewaren aan iets, dat aan het wonderbare grensde. Ik heb mij dikwijls afgevraagd, hoe het te verklaren is, dat. zo vele toneelspelers en speelsters ondanks hun soms zenuw slopend bestaan, op zeer hoge leeftijd een zo sterke vitaliteit blijven behouden. Louis Bouwmeester, Esther de Boer-van Rijk, Marie Westérhoven, Wiihelmina Kley, Meyer van Beem, mevrouw Van Beem- Kaïpper, Anna Sablairolles, Alexander Faassen, ik heb hen allen zien spelen, toen zij de 80 naderden of reedis gepasseex-d waren en wel met zo jeugdige veexxkracht, dat hun spel tot voorbeeld aan vele jonge ren gesteld kon .worden. Maar het grootste wonder blijft voor mij toch nog het laatste optreden van mevrouw Mann-Bouwmees ter, omdat zij op 76-jarige leeftijd afscheid nam in de rol van een nog jonge gepas- sionneerde vrouw, het emplooi, .waarin, zij heel haar loopbaan door had geschitterd als geen ander van ons nationaal toneel. „Zouden wij ons" zo schreef ik in 1911 bij haar veertigjarig toneeljubileum mevrouw Mann kunnen denken met een wit kanten mutsje en zwart zijden japon en dito schortje ixx een gemakkelijke, ouderwetse leunstoel bij een theestoof met een bx-eikous in de hand? Even goed zou ik nxij Napoleon met een kalotje en een gou wenaar kunnen voorstellen. Neen, me vrouw Mann kan ik mij niet anders denkexx dan jeugdig, gracieus exx veexbrachtig, als de vrouw van schroeiende passie, het toon beeld van onverwoestbare jeugd". Het grote wonder van mevrouw Mann was, dat zij zo gebleven is tot aan het eind van haar toneelloopbaan toe. Sarah Bernhardt, met wie onze Hollandse actrice zo'dikwijls vergeleken is, vooral omdat zij dezelfde x-ollen uit het repertoire van die tijd zoals Marguerite Gauthier, Fedo- x-ah, La Tosca en Frou Frou speelde, was even te voren ook in een jonge rol op dezelfde leeftijd voor het laatst opgetreden SPIONNAGEFILMS vormen een bijna onveranderlijk genre. Zij zijn altijd gemaakt, in oorlog en vrede en geven een aangename afwisseling op het thema detec tive-film, dat ze menigmaal overtreffen in spanning, maar zelden door het vernuft, waarmee de inhoud samengesteld is. Het is eigenlijk heel gemakkelijk eexx spionna- geverhaal te maken. Men nenxe een geheim hetzij op eexx papier geschreven, hetzij be stemd om mondelixxg overgebracht te worden. Men vertrouwe het aan een der spelers toe en late hem er erg schichtig mee doen, zodat iedereen duidelijk aan hem zien kan, dat hij Het Geheim bewaart. Dan groepere men om hem heen wat andere mannen, die deels wel en deels niet latexx blijken, dat ze be langstelling voor dat ge heim hebben. Men late vervolgens alle partijen met heel ernstige gezichten zeggen, dat er zeker oorlog komt, wanneer het Geheim ontdekt wordt, gebruike een schone filmster als lokaas en wat avon turen onx het ingewikkeld te maken en het verhaal rolt vanzelf. Een detectivefilm, die niet uiterst ge raffineerd opgebouwd is, voldoet veel min der snel dan een spionxxageverhaal, omdat een spion nu eenmaal geacht wordt met grote belangen verbonden te zijn en daai-- door al spanning teweeg brengt. Hij is een merkwaardige en ondoorgrondelijke figuur. Aan de ene kant heeft hij iets heldhaftigs, omdat hij temidden van vij anden tracht het belang van zijn eigen partij te bevorderen. Maar hij is tegelijk eeix verachtelijk wezen, omdat hij prin cipieel oneerlijk moet zijn en vaak louter uit zucht naar gewin zijn gevaarlijk werk doet. Daarbij bedient hij zich van midde len die, goed bedacht als zij zijn, moreel hoogst twijfelachtig zijn. Alles samen meer dan genoeg om zijxx bestaan uitverkox-en te maken voor romantische uitweidingen. De vrouwen hebben in zo'n drama over het algemeexx de betekenis van eexx middel tot verlokking en ontmaskering en dat is in zoverre ook artistiek verantwoord, dat het wel met de werkelijkheid overeen stemt, een werkelijkheid, die, wanneer men denkt aan eeix figuur als Mata Hari, xxau- welijks romaixtischer en ondoorgronde lijke!- kan zijn dan de spionnageverhalen, die de film oplevert. Er zijn verscheidene goede creaties op dit gebied geleverd. Spionnenrollen als van Fritz Körtner (Spionnage in Constanti- nopel) en Erich ,von Stroheim (Gibraltar) waren mooi wex-k. Maar over het algemeen zijn de verhalen, waarin spionnage voorkomt min of meer volgens hetzelfde schema gemaakt, be halve dan „La bataille", die met hoofd en schouders boven alles uit steekt, èn dooi de filmische verwezenlijking èn door het peil van de inhoud. Tijdens de nu afgelopen oorlog hebben spionnagevei-halen nog eeris extra nadruk gehad, hoewel het de vraag is, of ze juist toen wel veel aandacht trokken, omdat ze onder die omstandigheden te dicht bij de dagelijkse werkelijkheid stonden. Er ko men nog regelmatig voorbeelden van op het doek. Zo „I see a dai-k stx-anger", dat iets vex-telt van Duitse spionnage in En geland, gex-icht tegen de geheimen van de invasie. Het is een typisch Engelse film en Twee knappe jonge Engelse artisten spelen de hoofdrollen in „I see a dark stranger" ofwel, „Spionne in de schaduw": Deborah Kerr en Trevor Howard, de laatste bekend itit Brief encounter"t ze maakt de hoofdpersonen tot sportieve mensen, die hun verlies weten te dragen eri geenszins de bezeten karakters hebben, die vele Europese films te zien hebben gegeven. Verder is deze film doox-spekt met de droge, knappei-ende Engelse humor, uit stekend vertegenwoordigd in een merk- waardig genoeg vrouwelijke rol, name lijk vaxx Deborah Kerr, die een vastberaden Iex*s meisje speelt, dat in onze Nederlandse ogen op één punt onaanvaardbaar is, na melijk als zij zich in de spionn^gezaak laat meeslepen. Maar de inleiding, waarin haar x-evolutionnaire Ierse antecedenten uiteen gezet worden, is voor een Engelsman ge noeg om alles te verklaren. De film is vlot en goed gefilmd exx trekt de aandacht door de wijze, waarop het ge luid een zelfstandige taak heeft: de stem van het meisje vertolkt haar gedachten, op ogenblikken,- dat er geen enkel werkelijk gesprek is. Dit bespaarde de regisseur al lerlei uiteenzettingen en geeft de film iets tegelijk veri-assends en intiems, dat zijxx uitwerking niet mist. Exx eexx enkele keer heeft regisseur Frank Launder de humor in een grandiose zwaai uitgebreid tot een prachtige klucht: in de verwarring, waarin een begi'afenisstoet ontaardt, wanneer blijkt, dat zij eexx smokkelaffaire is en ineen vechtpartij in een badkamer. Die vechterij is een onbeschrijfelijk spektakel vol geschreeuw en heen en weer vliegende, vechtende mannen, dat bekroond wordt door het verschijnen van een lakonieke hotelier, die een wegglippend stukje zeep opvangt en in zijn zak steekt: een vol komen onbelangrijk détail, maar zo knap gevonden en juist geplaatst, dat het een lachsalvo opwekt. Een beetje van die droge humor is te vinden in een andere spionnagefilm: „Secret service", veel minder van kwali teit, maar aardig door de manier, waarop er gesold wordt met het automatische „Heil-Hitler"-gedoe der nazi's. Maar hier ontbreekt de dramatische zin, die Launders film aan de dag legt en die, zoals met het stukje zeep, een scène tegelijk bekroont en afsluit. Als dit ontbreekt zijn er telkens nieuwe climaxen nodig en zo ontaardt „Secret Ser vice" op den duur in een namaak Wild West verhaal met achtervolgingen en sehietpai-tijen, waarin niets meer te vin den is van de opgekropte spanning, die het eigenaardigste kenmerk van spionnage- fihxxs is. De eenvoudigste dingen zijn meestal het moeilijkst. V. G. voor het publiek. De Franse diva, wie enige jaren vóór dit afscheid een been was geamputeerd, gaf hiermee een voorbeeld van bijna bovenmenselijke geestkracht maar het werd een vertoning die pijnlijk, ja zelfs tragisch was voor allen, die haar bijwoonden. Niets was er meer „echt" aaxx haar en het was voor ieder duidelijk, dat dit een oude vrouw was, die nog een jonge vrouw, trachtte te spelen. Niet aldus bij het afscheid van mevrouw Mann-Bouwmeester. Zo als zij opkwam ixx „Het Kind van de Liefde" van Henri Ba- taille, levendig, elegant, met vlugge pas, het toneel onmiddellijk vullend, was er de grote verrassing bij het publiek. Hoe is dat mogelijk? vroeg men zich af. Daar stond en daar speelde een vrouw, die ïxog volko men de illusie gaf jong te zijn. Slank was het lichaam, jeugdig en veerkrachtig haar bewegen, vol gratie haar houding, onge- xxxeen levendig het handenspel. En hoe jong en fijn klonk nog haar hoog getim- breerde stem! Maar bovenal en dat was eigenlijk het grootste wonder hoe mo dern was haar spel! Geen der jongeren van die tijd had het haar kunnen ver beteren. Zij had in het eerste bedrijf van dat stuk een gi-ote scène te spelen aan de tele foon en zij deed het met een verbluffende virtuositeit exx een plastiek, die aldoor I aesthetisch mooi en beeldend was. Zij speelde heel de avoxxd met een zo drama tisch ontroerende kracht, dat zij haar pu bliek in extatische bewondering bx-acht. Bij velen rees de vraag, of het nodig was, dat mevi'oüw Mann, zó vitaal en zó waarlijk groots in haar kunst, reeds af scheid moest ixemen van het toneel. Zou het waarschuwend voorbeeld vaxx Sarah Bernhardt zo heb ik nxij wel eens afge vraagd mevrouw Mann niet tot het besluit hebben gebracht in de volle kracht van haar kunst heen te gaan? „Het is moeilijk afscheid te nemen, vooral als men voelt, dat men zijn x-oem niet over leefd heeft", zo sprak zij in haar afscheids woord in de Stadsschouwburg te Haarlem. „Het is beter, dat ik afscheid neem van het publiek dan dat het publiek afscheid neemt van mij". Welk een wijsheid sprak er uit die woor den. In haar volle gloi'ie heeft zij het toneel vaarwel gezegd. Daardoor is zij in de herinnering van het publiek blijven voortleven als de actrice, die tot het laatste toe onverzwakt de grootste Nederlandse tragédienne was van haar tijd. J. B. SCHUIL DICHTER VAN DE LIEFDE Anderhalve eeuw geleden werd Heine geboren Hij werd, vandaag voor 150 jaar, ge boren in een periode, waarin de wei'eld veel grimassen maakte, om een ander maat schappelijk gezicht te trekken. Toen hij stierf, 59 jaar later, was er nog niet zo heel veel veranderd. Zo kon het al niet anders of zijn leven en zijn werk zouden door de politiek be- invloed worden. Gelukkig ïxiet alleen daar door. Want da.n zouden er in de littera tuurgeschiedenissen evenveel regels als nu bladzijden aan zijn figuur gewijd worden exx wij zouden als wij al aan hem dach tenalleen de herinnering bewaren van een nogal verbitterd man, die zich lang geleden druk maakte om problemen, die ons niet zo erg meer interesseren, zelfs al hebben ze tot de huidige onvrede belang- i'ijk bijdragen. Maar behalve „Deutschlaxxd" waren er ook in zijn leven: Amalia, Therese, Sera- phine, Angélique, Diane, Hortense, Cla- risse, Yolanthe, Marie, Jenny, Kitty, Ka- tharina, Friederike en naast en boven die allen: Mathilde. En daax-aan danken we de schatten, die tussen de omslagen van „Het boek der lie deren" vei-borgen zijn. O zeker, het gaat allemaal niet erg diep exx het heeft er maar al te veel van weg, dat de dichter de pu berteitsjaren nooit te boven is gekomen. Daarom zal hij ook immer de lijfspoëet blijven van al wat jong is en mint. En zolaxxg in Mei de vogels hun ei zul len leggen, zolang zullen de recïteerclubs „Du bist wie eine Blume" en „lm wunder- schörxen Monat Mai" te horen krijgen. En het is zeker niet in de laatste plaats, aan zijn strofen te danken, dat ondanks alle pijnlijke ervaringen met het Duitse volk de Duitse cultuur nog vrienden telt in de wereld. Maar daarom heeft Heine ook zijn standbeeld in Parijs, in New York, op Korfoeen niet in Duitsland. CHR. HEEMST. ORATORIUM VERENIGING. Op Donderdag 18 December zal de Chr. Heemst. Oratoriumvereniging in de Geref. Kerk aan de Koediefslaan een extra con cert geven en daarop Mtvoeren het Weih- nachtsox-atorium van J. S. Bach. Aan dit concert werken tal van solisten mede, onder andere Ankie v. Wickevoort Crom- melin en het geheel wordt begeleid door de H.O.V. uit Haarlem. Aanvankelijk was één uitvoering van Bach's wereldberoemd werk vastgesteld op Vrijdag 19 December, doch de toegangskaarten waren zo snel uitverkocht dat het bestuur gemeend heeft, nog een extra concert te moeten geven. p ISTERAVOND heb ik met Sinterklaas over muziek gesproken. De merkwaar dige grijsaard had nxij in een onbewaakt ogenblik toegefluisterd, dat hij altijd veel van muziek had gehouden. Dit bracht nxij op het idéé de heilige man eens het eexx exx axxder te vragen uit zijxx zoveel-meer- dan-duizendjarige ervaring. „Tegenwoordig" aldus Sinterklaas „klagen muziekstudenten dikwijls, dat hun het vak muziekgeschiedenis zo zwaar valt. Het is mqgelijk; ik heb nooit die geschie denis nodig gehad, omdat ik het grootste deel der nxuziekhistorïe vaxx ïxabij heb waargenomen. Op mijn talloze reizen heb ik zoveel gezien en gehoord, ja vooi-al ge hoord, dat ik allicht heel wat te vergelijkexx en te oordelen heb. En u weet hoe aaxx mijn oordeel wordt gehecht; hoeveel oudex-s zeggen in het najaar niet: wat zal Sinter klaas daar wel van zeggen! Ook onder de xxxusici zijn in alle eeuwexx veel rakkers gev/eest. Te begiixneix met die Middel eeuwers; ik heb ixx die tijd gehoor-oefenin- gen gehad bij de theoretici Hucbald en Guido van Arezzo, Naar mijxx idéé hadden wij allen in die dagexx meer besef van zuivere toonverhoudingen, dan alle leraren eix leerlingen van tegenwoordig samen. Ik leex-de de eerste meerstemmigheid ixx de Nótre Dameschool te Parijs; wij ravotten oxxx en ixx de grote kerk, maar meester Perotixxus tracteerde ons exx zichzelf met hartige sixxaakjes, wanneer we maar zuiver zongen. Tijdens een paar reizexx in Italië zong ik mee iix het koor van Palestxina! Die was in zijn tijd heel beroemd; ilc was er bij toen hij aan koning Philips II een paar nieuwe werken lcwanx aanbieden. In die tijd kwam ik niet ixx Holland, voor zichtigheidshalve! Overigens was ik al vroeger eens te gast geweest bij Okeghem, maar dat vond ik, eerlijk gezegd, eexx dx-oogpruim. Wij hielden in 't Zuiden meer van andere nxooiïgheden. Gezellig was 't al tijd bij Orlando di Lasso, want die liet niet alleexx plechtige motetten zingen, maar maakte ook balletten. Meermalen ben ilc bij de familie Bach geweest. Vader Johan Sebastiaan schreef mij eens onx met tenminste twee knechts te komen, want hij had twee en twintig kinderen en daar waren lastige jongens bij. Maar 't ging er altijd vrolijk toe. Eens moest ik vier zoons ixx de zak stoppexx; twee omdat ze niet meer ixx 't oude contra punt geloofden exx twee omdat ze niet in zijn nieuwe stemming der instrumenten wildexx werken. Maar moeder Bach haalde de jongens bij de deur weer voor de dag en zei: „Vader zou ze Zondag toch missen bij het zingen". In Duitsland zo ging de goede Sint verder heb ik altijd de roe en de zak veel nodig gehad, hoewel ik niet vergeet dat ik eexxs bij koning Lo- dewijk XIV eexx karweitje had met zijn hof-componist Lully. De koning wilde dat ik hem prees. Ilc deed dit van hax'tè om zijix prachtige muziek, xxxaar ik liet mijn Piet die rare Italiaan ixx de zak stoppen, omdat hij niet altijd eerlijk wa» Hij schreeuwde moord exx bi-aixd; toen hij xxxij beloofde een extra mooi menuet te malcen voor de zogenaanxde „petits violons du Roi" liet ik hem vrij. Ilc was ook eens bij de brave Schumann op mijn feestavond. Daar was juist Brahms op visite. Ilc weet ïxiet of ik oxxte- vreden keek, maar ixx ieder geval kwam de vader des huizes naar mij toe en zei mij: „hij is niet zo kwaad, hij weet niet beter en bovendien hij heeft ook een baard". Toen de kinderen naar bed wa ren legden wij een kaartje en Schumann speelde de „Kixxderszenen". Ik zou xxog vergeten u te vei'tellexx dat ilc óók eens, maar dat is al weer veel langer geleden, op het Muiderslot hier in Holland een strooiavondje heb gehad. Daar ontmoette ik de jonge Sweelinck uit Amsterdam; die speelde heel aardig op een clavecimbel; ik weet niet of het er nog staat. Ik heb thuis een moderne vleugel en dat bevalt mij heel goed. Ik houd erg van Chopin. Eens heb ik de anxxe jongexx ontmoet. Wij waren juist (het was op Majorca) over het oudexTijk huis aan 't pi-aten, maar toen kwam plotseling die vreemde dame thuis. Toexx werd ik verlegen en melancholiek, ik merkte dat Chopixx zuchtte. Wij bleven goede vriendexx tot zijn dood. Maar laat ik verder zwijgen; het wordt bovexxdien mijn tijd; ik groet u. Tot 't vol gend jaar". En toen steeg hij weer te paard. HENDRIK ANDRIESSEN. Met Tristan Bernard stierf een stuk Parijs (Van onze correspondent te Parijs). Toexx met alle eerbetoon, die zijn hoge verdiensten voor het vadeidand rechtvaar- digden, generaal Leclerc, de bevrijder van Pai-ijs en Straatsburg, naar de laatste rast- plaats der Franse Groten „de Invalides" werd gedx-agen, richtte een andere lijk stoet zich naar Père Lachaise: Tristan Bernard werd door een onafzienbare rij van vrienden ten grave gedragen. Met Tristan Bernard is een stuk Parijs gestor ven: deze 81-jarige schrijver van roxxxans exx toneelstukken en ontelbare feuilletons, verpersoonlijkte in Parijs die welgemutste, lichtontroerende, ironische esprit, die de buitenlandei's gewoon zijn de „geest van de boulevard" te noemen. Tristan met zijn baard, die aan Mozes-zelf deed den ken, zijn breed-gerande hoed en noncha lante kleren was een soort nationaal mo nument. Te vergelijken met G. B. Shaw 'in Engeland. Iedex-een, de rechter van in- structie zo goed als zijn concierge, had zijn stukken ,,L'Anglais tel qu'on le pai'le" en „Triplepatte" gezien, zijn boeken „Les Mémoires d'un jeune homnxe rangé" of „L'Enfant prodigue du Vésinet" gelezen. En wanneer er in Pai-ijs een evexxement was gebeurd het zoveelste huwelijk van Sacha Guitry of het aftreden van Generaal de Gaulle dan wist ieder het commen taar van Tristan te citeren. Tijdens de oorlog werd Tristan, die vol gens de burgerlijke stand Paul Bernard was geheten en van Joodse afkomst was, door de Duitsers in het kamp van Drancy opgesloten. Sacha Guitry, zijn vriend, die hem daar wegens een beschuldiging van collaboratie, nè de bevrijding af kwam lossen, beschrijft in zijn laatst verschenen boek „Quati'e années d'occupations" een bezoek aan Tristan, dat hij tijdens de oor log daar had afgelegd. „Heb je iets nodig", vraagt Sacha, „warme kleren, een jas of zo iets?" „Het enige waar je me mee zou kunnen dienen", is het flegmatieke antwoord, „zou een cache-nez ('n boeffant; letterlijk: een neusbeschenner) kunnen zijn. Zo was Tx'istan: een beminnelijk mens, die over voldoende geest beschikte om ook met het eigen lot een vriendelijke spot te kunnen steken. -4

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1947 | | pagina 5