jen
De vitaliteit van Theo Mann-Bouwmeester
ZATERDAG 13 DECEMBER 1947
AB VISSER: „De man zender hoofd" (F. G. Kroonder,
Bussum; „De leugen" (De Boekerij, Baarn).
rakter. Het pakt de hoofdpex-soon, die door
een bijna gruwelijke drang, door innerlijke
zwakte, naar de afgx-ond wordt gedreven,
bij zijii kraag en zet hem voor de spiegel
om hem te confrontex-en met zijn kwaad;
het demonische in hem, dat een liefde ver
minkt en lxern tenslotte als consequentie
van zijn twijfelzucht en gebrek aan zelf
tucht de hand doet slaan aan zijn tegen
deel, de lijdzaam-goecle levensgezellin.
•Natuurlijk, Visser legt alles wat hij aan
duister en licht, aan goed en slecht in een
mens bijeexxgebracht heeft als verpersoon
lijking van het veelal vex-bloemde kwaad
onder het vergrootglas van zijn hevig-
emotionele, maar strikt eerlijke en onver
schrokken visie. Maar is het niet alleen in
een beeld, dat alles versterkt tot in de zo
veelste macht, dat de mens zichzelf her
kent?
Er steekt in deze ernst eexx spelelement
(zoals per slot elk kunstwerk een neerslag
blijft van de schéppende homo ludens, die
zich in „de dramatisering der feiten",
zoals Visser het ergens noemt, ontlaadt en
bevrijdt). Maar let op dit ernstig spel van
Ab Visser, die niet ver bezijden de waar
heid was toen hij schreef, dat er boeken
zijn die zichzelf schrijven. Deze beide
boeken „schreven zichzelf", Visser was
het talentvol en vormscheppend medium
van waf hij altijd weer beelden wil en
moet: het menselijk leven, dat hij geselend
lief heeft. C. J. E. DINAUX.
schillende wijzen beoordeeld wordt is
kenmerkend èn voor zijn critici èn voor de
persoonlijke kwaliteiten van deze auteur.
Vele van zijxx beoordelaars trachten hem.
te benaderen van de traditionele zijde der
gangbare letterkundige stromingen, toet
sen zijn novellen (ik denk aan de sugges
tieve bundel „Galg exx Rad", eveneens bij
Kroonder verschenen) en romans aan
vooropgestelde normen exx kunnen zo de
weg niet vinden tot de bijzondere ken
merken en ver-diensten die nu eenmaal
niet zozeer aaxx de oppervlakte liggen
van Visser's schxdjversschap, dat te oor
spronkelijk van aard is om klakkeloos te
worden ingelijfd bij enig actueel literair
„geru-e".
Vergelijk hem nu eens ïxiet met deze of
gene, neem hem als schrijver zoals men
een mens neemt exx zoals hij is en zijn, wil:
zichzelf. Zie hem als een geboren verteller,
een natuurtalent, wars van alle mooi-
scHrïjverij, van elke literaire pose, vaxx
alle gekunsteldheid. Aanvaard hem als een
ongemeen scherp waarnemer, een „psycho
loog" per intuïtie, een als het zijxx xxxoet
onverbiddelijk analyticus. Waardeer
hem als een mens vol hevig-geladen emo
tionaliteit, een ïxiets vexbloemexxde zelf-
critiek exx bedwixxgende zelftucht. Ontdek
in hem een eruptieve drang tot oprecht
heid, tot romantische voorliefde voor het
buiten- en bovenverstandelijke (als ge
wilt: mystische), tot gevoel van verbon
denheid met de oerkrachten der natuur,
die boven het lichamelijk en rationeel be
grensde uitgaat. Heb oog voor de mense
lijke conflictstof waarvan deze schrijver
zich, als elk mens die de moed heeft, in de
diepten van zijxx hart te zien, zo wel bewust
is: levexxswil en doodsverlangen, zuiver
heid en vertroebeling,genade eix zonde,
aardegebondeixlxeid en hemelvex-langeri,
kathax'sis en demonie, natuur en geest,
drift en veredeling, angst en gemoedsrust
tegenstellingen die zich niet tot elkaar
verhouden als zwart en wit, maar, door-
eengestrengeld, in verwarx-ing brengen en
in verwarring tot klaarheid dringexx. En
vergeet tenslotte ïxiet, dat Visser te zeer
doordrongen is van de betrekkelijkheid
der dingen dezer aarde om zichzelf en de
wereld om hem heen niet te zien xxxet dat
soort van ironie (steeds, typisch roman
tisch, een kruising van erkenning van het
menselijk tekort exx liefde voor de mens)
waarmee uiteindelijk alle dreiging van
conflicten ov^pvonnen wordt door deze
ene zekerheid: „het is alles ijdelheid", iix
de zin van fatalisme en Godsgeloof tegelijk.
Zo beschouwd wordt zijn voorkeur voor
het „griezelige", geheimzinnige, dreigend-
problematische, soms zelfs bezetexxe xxiet
enkel verklaarbaar en aanvaardbaar, maar
ook waardeerbaar als uitingsvorm van een
zeer eigen talent, dat zijn symbolen schept
uit een levensvisie, die zich vaix mode niets
aantrekt. Zo ook konxt men de aard van
zijn romantiek op het spoor. Ferdinand
Langen sprak eens vaix Visser's „beteu
gelde romantiek". Ik zou deze spitsvon
dige karakteristiek willen preciseren door
sfeer en „vex-haal", persoonskeuze en -ont
leding, beeldvormiixg en zinsbouw door
dit alles tezamen te benamen als een rea
listische romantiek. Daarixx schuilt waar
schijnlijk ook het boeiende van deze ver
telkunst: werkelijkheid aaxx de exxe kant,
scherp-realistisch waai'genomen eh weer
gegeven in veelal verrassende beelden;
meer dan werkelijkheid aan de andere
kant: dreiging van het ontastbare, onvat
bare, van een onheilsstemming, die uit het
menselijk-vexborgene geprojecteerd wordt
in de omringende wereld: in dode voor-
werpen zowel als in de levende natuur.
Er leeft in „De Man zonder Hoofd'' min
stens zoveel spookachtige beklemming in
de natuurbeschrijving als in het woord dat
de personen in deze, met parapsychologie
en folkloristisch bijgeloof ironiserend-
spelend geschx-even, roman spreken. Al is
het griezel-element ook een integrerend,
bestanddeel van dit boek (en zou een
auteur na de voortreffelijke „schx-ikromans"
der 18e eeuw zich daarvoor behoeven te
schamen?) toch is dit boek niet alleen iets
heel anders, xxxaar heel wat meer dan een
goedgeschreven „thriller". Of de schrijver
er zich vaix bewust is of niet, het is en
blijft een objectivering van een innerlijke
onheilsbeleving, die niet alleen deze auteur
eigen is, maar tekenend gexxoemd kan
worden voor wat Freud eeixs het „Unbe-
hagen an der Kultur" noemde, product
van een afdwaling van de natuurverbon-
denheid en een ten halve bereikte mense
lijke vergeestelijking een geestesgesteld
heid, die deze tijd meer eigen is dan velen
bevroeden.
Ik geef het verhaal van het „koploze
spook", dat niet rusten kan alvox-ens een
moord vex-golden is, niet weer. Men moet
dit boeiend relaas, verweven met zinvolle
en beeldrijke natuurbeschrijvingen, zelf
lezen, om de vruchten van Visser's on
gangbare talent ten volle te smaken.
„De Leugen" is van een heel ander ka-
uiitóaveini
Sebastian Joaix Arbó, Cervantes
Vertaling uit het Spaans door Dr.
G. C. Mohr Horsman Uitgeverij
van Brede C. V., Amsterdam.
Sebastian Joan Arbó. vermaard Spaans
romanschrijver, beschrijft het leven van
Cervantes in het verband van zijn tijd, in
zo intensieve zin, dat talrijke malen paragra
fen over de Spaanse geschiedenis ingevoegd
zijn in het eigenlijke verhaal. Paragrafen, die
ook buiten het directe verband van Cervan
tes' leven vallen. Op deze wijze vertelt hij
voortreffelijk exx boeiend de aan smarten
rijke ei'varingen van de schepper van Don
Quijote. Hij konxt inderdaad ver met het
geven van een levensbeeld, dat een groot man
vertrouwd maakt, zelfs al interpreteert hij
soms in zijn behoefte aan een beeld zijxx fei
ten wel wat te nadrukkelijk: zo wanneer hij
zich niet spaart om Cervantes' goedheid van
hart aan te tonen. Maar dat is hem licht te
vergeven. Een groter bezwaar, dat ovex-igens
Arbó's verdienste niet raakt, is dat wan
neer een Spanjaard schrijft over een der be
langrijkste scheppers van zijn eigen nationale
cultuur, en vervolgens in het Hollands ver
taald wordt, het diepste wezen van het
boek voor de Nederlandse lezer verborgen
moet blijven, om redenen die voor de hand
liggen. Dat gemis wordt men zich hier ook
wel bewust.
Toch komt ook zo veel van de kracht en
de rijkdom van het ondei'werp tot ons. En
wanneer Prof. C. F. A. van Dam_ in zijn
voorwoord als bezwaar tegen Arbó's behan
deling noemt, dat Cervantes' werk zo weinig
besproken wordt, dan kan men hem weer
tegenwerpen dat, waar dat werk, Don Quijote
inbegrepen, velen niet bekend, en anderen
onbereikbaar zal zijn, het boek te dankbaar
der gelezen kan worden, omdat het zich ertoe
bepaalt van Cervantes een mens in plaats
van een naanx te maken. Bibliografischer
uitweidingen zouden of bekendheid ver
onderstellen, waar die in vele gevallen niet
bestaat, of leraren over dingen die men bij
de bronnen moet vernemen, waarheen het
boek van Arbó nu veel sterker drijft.
S. M.
Zoet staartje van
het siiikermuisje
Drie verdachten uit de suikerdiefstal-
affaire bij de fabriek Holland in Halfweg,
van wie de zaken vorige week waren aange
houden, stoxxden dezer dagen voor de Haar
lemse politie-rechter terecht.
De officier van Justitie was van méfting
dat bij geen van de drie zaken het bewijs
geleverd was en zowel de verdediger mr.
Tonino als de politierechter waren dat met
hem eens, zodat de drie verdachten J. H., S.
V. en A. S. vrijgesproken werden.
C Madame la Mode
Heeft het Marshall-plan iets met mode te
maken? Hoe absurd het ook lijkt Parij-se
grappenmakers houden stokstijf vol dat de
lange rok „staat of valt" met de economi
sche sanering van Europa en de daaruit
voortvloeiende ruimere fabricage van tex
tiel. Dit latende voor wat het is, en boven
staand plaatje bekijkend, zou men zeggen
dat er spoedig ook iets aan de „tussentijdse
hulp" moet worden gedaan om de
tussenruimte van .mouw tot handschoen te
vullen, want zó lijkt het op een storend
tekort.
Haso jubileert. Het Haagse arbeiders
symphonie-orkest bestaat 26 Januari twintig
jaar. Sedert Augustus 1946 staat dit orkest
onder leiding van de Haai-lemnxer Jacques
Moolenijzex-, Het ensemble, dat uit 76 dilet
tanten bestaat, heeft grote verdienste gehad
door de paedagogisehe concerten, die het
jarenlang voor het Instituut voor Arbeiders
ontwikkeling vex-zorgde.
Drie Nederlandse meesterpianisten. Op
Woensdag 17 December, Dondei-dag 8 Januari
'48 en Woensdag 28 Januari '48, wox-dt in de
Gem. Concertzaal te Haarlem een Cyclus
gegeven van drie Nederlandse pianisten, te
weten Willem Andriessen, Cor de Groot en
Theo van der Pas. Op de eerste avond
(Woensdag 17 December-) zal Willem An
driessen optreden. Het programma bevat die
avond wei-ken van Bach, Franck, Ravel en
Schumann.
Schots koor naar Nederland. Het Kirk-
intilloch Junior Choir xxit Glasgow, zal op
18, 19, 20 eix 21 December de gast zijn van
Hubert Cuypers „Minneshreelen". Dit Schotse
koor dat onder auspiciën van de British
Council naar Nederland komt, zal optreden
voor de radio en tezamen met de Minenstree-
len in Haarlem (Vrijdag '19 December in de
Bakenesserkerk) Zaandam eix Amsterdam, in
de grote zaal van het Concertgebouw.
Alec Clunes draagt Shakespeare voor.
In het afgelopen seizoen maakte Haarlem
kennis met The English Art Theatre en met
haar Shakespeare-vertolker Alec Clunes.
Deze toneelspeler zal op 1 Januari in de
kleine zaal van het Concertgebouw te Am
sterdam fragmenten uit Shakespeare's
drama's ten tonele voeren naar een studie
van John Masefield. de „Poet Laureate" van
het Engelse koningshuis. Alec Clunes zal op
25 December eveneens in de kleine zaal op
treden voor de leden van het genootschap
Nedex-landEngeland.
Honeggers laatste werk op de zwarte
schijf. De honderddertigste psalnx, de
laatste coxxxpositie van Arthur Honegger, zal
op de gramofoonplaat vastgelegd worden.
Roem hoven rijkdom, De Duitse hoog
leraar in de ïxxedicijnen professor Gex-hax-d
Domagh, die in 1939 op bevel van Hitier de
Nobelprijs voor geneeskunde niet in ont
vangst mocht-nemen, kaxx thans zijn prijs
van 11.'000 Pond Sterling toucheren. Het ge
val Domagh is behandeld door de Zweedse
regering, die alleen het Nobelprijscomité
dispensatie van de bepaling kan geven, dat
het geld aan de instelling voor de Nobel
prijzen terugvalt, als het niet binnen een
jaar in ontvangst is genomen. Professor Do-
magh, -verklaarde dat de eer hem boven het
geld ging.
Hoewel het bekende kasteel „De Doorwerth" bij Arnhem door oorlogshandelingen
zeer zioaar werd beschadigd zal het toch hersteld worden. Men is reeds met de
werkzaamheden begonnen.
ih.
ixx
(Van onze correspondent)
Vaxx Gogh en Londen. Is er een groter
tegenstelling denkbaar? In deze vale, som
bere stad, waar de zon in de wïntermaanr
den nauwelijks doordringt, bloeiexx zijn
kleuren laxxgs de wandeix van de geheel
voor de Hollandse meester ontruixnde Tate
Gallery, die wegens de oox-logsschade
maar voor een deel iix gebruik is. Er han
gen 180 van zijn werken, die een uitste
kende indruk van zijn levensperioden en
de evolutie van zijn vakmanschap gevexx.
Het is de grootste en meest representa
tieve tentoonstelling, die ooit van het wex-k
van Vaix Gogh ixx Engeland is gehouden.
De Tate zelf bezit slechts zeven doeken
van de schilder. Deze expositie is de eer
ste van een reeks speciale tentoonstellin
gen, die de Tate Gallery in samenwerking
met de British Arts Council zal inrichten.
Ook in Engeland bestaat er grote belang
stelling voor de tragische figuur van Van
Gogh. Er zijn verscheidene biografieën
over hem gepubliceerd en ook zijix brieven
zijn in vertaling uitgegeven.
Vooral Van Gogh's tekeningen, waarvan
er tachtig te zien zijn, betekenen voor
velen eexx openbaring.
Koningin Elisabeth en Prinses Margaret,
die vóór de officiële opening een uur op
de tentoonstelling veirtoefden, waren diep
onder de indruk van deze tekeningen. De
tentooixstelling blijft tot midden Januari
in Londen en verhuist dan naar Glasgow
en Birmingham.
KASLOPER IN BREDA AANGEHOUDEN.
De 24-jarige Amsterdamse kasloper van
een passage- en reisbureau op het Dam
rak te Amsterdam, die een bedrag van
3500 gulden voor zijn firma naar een bank
moest brengen exx niet meer terug kwam
is in Breda aangehouden. Hij was op weg
naar Frankrijk. Een groot deel van het
geld was nog in zijn bezit.
Over Muziek
Sinterklaas
Toneelherimneriiingen en toneeljportretten
yHEO MANN-BOUWMEESTER was
ik schreef dat reeds van de Bouw
meesters de meest iixtelligeixte exx meest
moderne. En zij was 1 evenals Louis en
haar half-broer Louis Moor tot het
laatst vaxx haar leven van een onvex-woest-
bare vitaliteit. Onbegrijpelijk was de phy-
sieke en psychische kracht van deze diie
kinderen van Louis Rosenveldt. Louis
Bouwmeester is 82 geworden, Louis Moor
94 en Door zoals zij in de toneelwereld
algemeen genoemd werd 89.
Hoe Bouwmeester nog bijna onverzwakt
de Shy lock speelde een jaar voor zijn dood,
schreef ik reeds in eexx mijner vorige
artikelen. Louis Moor verraste op de recep
tie, welke hij op zijn 90ste verjaardag in
Hötel Americain te Amsterdam hield, heel
zijn omgevixxig door zijn sprankelende geest,
zijn sterk geheugen, zijn verbluffende veer
kracht en heel zijn charmante, knappe ver
schijning. En wie, zoals ik, de afscheids-
voorstelling van mevrouw Mann-Bouw
meester heeft bijgewoond, die zal de her
innering bewaren aan iets, dat aan het
wonderbare grensde.
Ik heb mij dikwijls afgevraagd, hoe het
te verklaren is, dat. zo vele toneelspelers
en speelsters ondanks hun soms zenuw
slopend bestaan, op zeer hoge leeftijd een
zo sterke vitaliteit blijven behouden. Louis
Bouwmeester, Esther de Boer-van Rijk,
Marie Westérhoven, Wiihelmina Kley,
Meyer van Beem, mevrouw Van Beem-
Kaïpper, Anna Sablairolles, Alexander
Faassen, ik heb hen allen zien spelen, toen
zij de 80 naderden of reedis gepasseex-d
waren en wel met zo jeugdige veexxkracht,
dat hun spel tot voorbeeld aan vele jonge
ren gesteld kon .worden. Maar het grootste
wonder blijft voor mij toch nog het laatste
optreden van mevrouw Mann-Bouwmees
ter, omdat zij op 76-jarige leeftijd afscheid
nam in de rol van een nog jonge gepas-
sionneerde vrouw, het emplooi, .waarin, zij
heel haar loopbaan door had geschitterd
als geen ander van ons nationaal toneel.
„Zouden wij ons" zo schreef ik in
1911 bij haar veertigjarig toneeljubileum
mevrouw Mann kunnen denken met een
wit kanten mutsje en zwart zijden japon
en dito schortje ixx een gemakkelijke,
ouderwetse leunstoel bij een theestoof met
een bx-eikous in de hand? Even goed zou ik
nxij Napoleon met een kalotje en een gou
wenaar kunnen voorstellen. Neen, me
vrouw Mann kan ik mij niet anders denkexx
dan jeugdig, gracieus exx veexbrachtig, als
de vrouw van schroeiende passie, het toon
beeld van onverwoestbare jeugd".
Het grote wonder van mevrouw Mann
was, dat zij zo gebleven is tot aan het
eind van haar toneelloopbaan toe. Sarah
Bernhardt, met wie onze Hollandse actrice
zo'dikwijls vergeleken is, vooral omdat zij
dezelfde x-ollen uit het repertoire van die
tijd zoals Marguerite Gauthier, Fedo-
x-ah, La Tosca en Frou Frou speelde, was
even te voren ook in een jonge rol op
dezelfde leeftijd voor het laatst opgetreden
SPIONNAGEFILMS vormen een bijna
onveranderlijk genre. Zij zijn altijd
gemaakt, in oorlog en vrede en geven een
aangename afwisseling op het thema detec
tive-film, dat ze menigmaal overtreffen in
spanning, maar zelden door het vernuft,
waarmee de inhoud samengesteld is. Het
is eigenlijk heel gemakkelijk eexx spionna-
geverhaal te maken. Men nenxe een geheim
hetzij op eexx papier geschreven, hetzij be
stemd om mondelixxg overgebracht te
worden. Men vertrouwe het aan een der
spelers toe en late hem er erg schichtig
mee doen, zodat iedereen duidelijk aan
hem zien kan, dat hij Het Geheim bewaart.
Dan groepere men om hem
heen wat andere mannen,
die deels wel en deels niet
latexx blijken, dat ze be
langstelling voor dat ge
heim hebben. Men late vervolgens alle
partijen met heel ernstige gezichten zeggen,
dat er zeker oorlog komt, wanneer het
Geheim ontdekt wordt, gebruike een
schone filmster als lokaas en wat avon
turen onx het ingewikkeld te maken en het
verhaal rolt vanzelf.
Een detectivefilm, die niet uiterst ge
raffineerd opgebouwd is, voldoet veel min
der snel dan een spionxxageverhaal, omdat
een spion nu eenmaal geacht wordt met
grote belangen verbonden te zijn en daai--
door al spanning teweeg brengt. Hij is
een merkwaardige en ondoorgrondelijke
figuur. Aan de ene kant heeft hij iets
heldhaftigs, omdat hij temidden van vij
anden tracht het belang van zijn eigen
partij te bevorderen. Maar hij is tegelijk
eeix verachtelijk wezen, omdat hij prin
cipieel oneerlijk moet zijn en vaak louter
uit zucht naar gewin zijn gevaarlijk werk
doet. Daarbij bedient hij zich van midde
len die, goed bedacht als zij zijn, moreel
hoogst twijfelachtig zijn. Alles samen meer
dan genoeg om zijxx bestaan uitverkox-en te
maken voor romantische uitweidingen.
De vrouwen hebben in zo'n drama over
het algemeexx de betekenis van eexx middel
tot verlokking en ontmaskering en dat is
in zoverre ook artistiek verantwoord, dat
het wel met de werkelijkheid overeen
stemt, een werkelijkheid, die, wanneer men
denkt aan eeix figuur als Mata Hari, xxau-
welijks romaixtischer en ondoorgronde
lijke!- kan zijn dan de spionnageverhalen,
die de film oplevert.
Er zijn verscheidene goede creaties op
dit gebied geleverd. Spionnenrollen als van
Fritz Körtner (Spionnage in Constanti-
nopel) en Erich ,von Stroheim (Gibraltar)
waren mooi wex-k.
Maar over het algemeen zijn de verhalen,
waarin spionnage voorkomt min of meer
volgens hetzelfde schema gemaakt, be
halve dan „La bataille", die met hoofd en
schouders boven alles uit steekt, èn dooi
de filmische verwezenlijking èn door het
peil van de inhoud.
Tijdens de nu afgelopen oorlog hebben
spionnagevei-halen nog eeris extra nadruk
gehad, hoewel het de vraag is, of ze juist
toen wel veel aandacht trokken, omdat ze
onder die omstandigheden te dicht bij de
dagelijkse werkelijkheid stonden. Er ko
men nog regelmatig voorbeelden van op
het doek. Zo „I see a dai-k stx-anger", dat
iets vex-telt van Duitse spionnage in En
geland, gex-icht tegen de geheimen van de
invasie. Het is een typisch Engelse film en
Twee knappe jonge Engelse artisten spelen
de hoofdrollen in „I see a dark stranger"
ofwel, „Spionne in de schaduw": Deborah
Kerr en Trevor Howard, de laatste bekend
itit Brief encounter"t
ze maakt de hoofdpersonen tot sportieve
mensen, die hun verlies weten te dragen
eri geenszins de bezeten karakters hebben,
die vele Europese films te zien hebben
gegeven. Verder is deze film doox-spekt met
de droge, knappei-ende Engelse humor, uit
stekend vertegenwoordigd in een merk-
waardig genoeg vrouwelijke rol, name
lijk vaxx Deborah Kerr, die een vastberaden
Iex*s meisje speelt, dat in onze Nederlandse
ogen op één punt onaanvaardbaar is, na
melijk als zij zich in de spionn^gezaak laat
meeslepen. Maar de inleiding, waarin haar
x-evolutionnaire Ierse antecedenten uiteen
gezet worden, is voor een Engelsman ge
noeg om alles te verklaren.
De film is vlot en goed gefilmd exx trekt
de aandacht door de wijze, waarop het ge
luid een zelfstandige taak heeft: de stem
van het meisje vertolkt haar gedachten, op
ogenblikken,- dat er geen enkel werkelijk
gesprek is. Dit bespaarde de regisseur al
lerlei uiteenzettingen en geeft de film iets
tegelijk veri-assends en intiems, dat zijxx
uitwerking niet mist. Exx eexx enkele keer
heeft regisseur Frank Launder de humor
in een grandiose zwaai uitgebreid tot een
prachtige klucht: in de verwarring, waarin
een begi'afenisstoet ontaardt, wanneer
blijkt, dat zij eexx smokkelaffaire is en
ineen vechtpartij in een badkamer. Die
vechterij is een onbeschrijfelijk spektakel
vol geschreeuw en heen en weer vliegende,
vechtende mannen, dat bekroond wordt
door het verschijnen van een lakonieke
hotelier, die een wegglippend stukje zeep
opvangt en in zijn zak steekt: een vol
komen onbelangrijk détail, maar zo knap
gevonden en juist geplaatst, dat het een
lachsalvo opwekt.
Een beetje van die droge humor is te
vinden in een andere spionnagefilm:
„Secret service", veel minder van kwali
teit, maar aardig door de manier, waarop
er gesold wordt met het automatische
„Heil-Hitler"-gedoe der nazi's. Maar hier
ontbreekt de dramatische zin, die Launders
film aan de dag legt en die, zoals met het
stukje zeep, een scène tegelijk bekroont en
afsluit.
Als dit ontbreekt zijn er telkens nieuwe
climaxen nodig en zo ontaardt „Secret Ser
vice" op den duur in een namaak Wild
West verhaal met achtervolgingen en
sehietpai-tijen, waarin niets meer te vin
den is van de opgekropte spanning, die
het eigenaardigste kenmerk van spionnage-
fihxxs is.
De eenvoudigste dingen zijn meestal het
moeilijkst. V. G.
voor het publiek. De Franse diva, wie
enige jaren vóór dit afscheid een been was
geamputeerd, gaf hiermee een voorbeeld
van bijna bovenmenselijke geestkracht
maar het werd een vertoning die pijnlijk,
ja zelfs tragisch was voor allen, die haar
bijwoonden. Niets was er meer „echt" aaxx
haar en het was voor ieder duidelijk, dat
dit een oude vrouw was, die nog een jonge
vrouw, trachtte te spelen.
Niet aldus bij het afscheid van mevrouw
Mann-Bouwmeester. Zo als zij opkwam ixx
„Het Kind van de Liefde" van Henri Ba-
taille, levendig, elegant, met vlugge pas, het
toneel onmiddellijk vullend, was er de
grote verrassing bij het publiek. Hoe is dat
mogelijk? vroeg men zich af. Daar stond
en daar speelde een vrouw, die ïxog volko
men de illusie gaf jong te zijn. Slank was
het lichaam, jeugdig en veerkrachtig haar
bewegen, vol gratie haar houding, onge-
xxxeen levendig het handenspel. En hoe
jong en fijn klonk nog haar hoog getim-
breerde stem! Maar bovenal en dat was
eigenlijk het grootste wonder hoe mo
dern was haar spel! Geen der jongeren
van die tijd had het haar kunnen ver
beteren.
Zij had in het eerste bedrijf van dat
stuk een gi-ote scène te spelen aan de tele
foon en zij deed het met een verbluffende
virtuositeit exx een plastiek, die aldoor
I aesthetisch mooi en beeldend was. Zij
speelde heel de avoxxd met een zo drama
tisch ontroerende kracht, dat zij haar pu
bliek in extatische bewondering bx-acht.
Bij velen rees de vraag, of het nodig
was, dat mevi'oüw Mann, zó vitaal en zó
waarlijk groots in haar kunst, reeds af
scheid moest ixemen van het toneel. Zou
het waarschuwend voorbeeld vaxx Sarah
Bernhardt zo heb ik nxij wel eens afge
vraagd mevrouw Mann niet tot het
besluit hebben gebracht in de volle kracht
van haar kunst heen te gaan?
„Het is moeilijk afscheid te nemen, vooral
als men voelt, dat men zijn x-oem niet over
leefd heeft", zo sprak zij in haar afscheids
woord in de Stadsschouwburg te Haarlem.
„Het is beter, dat ik afscheid neem van het
publiek dan dat het publiek afscheid neemt
van mij".
Welk een wijsheid sprak er uit die woor
den. In haar volle gloi'ie heeft zij het
toneel vaarwel gezegd. Daardoor is zij in
de herinnering van het publiek blijven
voortleven als de actrice, die tot het laatste
toe onverzwakt de grootste Nederlandse
tragédienne was van haar tijd.
J. B. SCHUIL
DICHTER VAN DE LIEFDE
Anderhalve eeuw geleden
werd Heine geboren
Hij werd, vandaag voor 150 jaar, ge
boren in een periode, waarin de wei'eld
veel grimassen maakte, om een ander maat
schappelijk gezicht te trekken. Toen hij
stierf, 59 jaar later, was er nog niet zo
heel veel veranderd.
Zo kon het al niet anders of zijn leven
en zijn werk zouden door de politiek be-
invloed worden. Gelukkig ïxiet alleen daar
door. Want da.n zouden er in de littera
tuurgeschiedenissen evenveel regels als nu
bladzijden aan zijn figuur gewijd worden
exx wij zouden als wij al aan hem dach
tenalleen de herinnering bewaren van
een nogal verbitterd man, die zich lang
geleden druk maakte om problemen, die
ons niet zo erg meer interesseren, zelfs al
hebben ze tot de huidige onvrede belang-
i'ijk bijdragen.
Maar behalve „Deutschlaxxd" waren er
ook in zijn leven: Amalia, Therese, Sera-
phine, Angélique, Diane, Hortense, Cla-
risse, Yolanthe, Marie, Jenny, Kitty, Ka-
tharina, Friederike en naast en boven die
allen: Mathilde.
En daax-aan danken we de schatten, die
tussen de omslagen van „Het boek der lie
deren" vei-borgen zijn. O zeker, het gaat
allemaal niet erg diep exx het heeft er maar
al te veel van weg, dat de dichter de pu
berteitsjaren nooit te boven is gekomen.
Daarom zal hij ook immer de lijfspoëet
blijven van al wat jong is en mint.
En zolaxxg in Mei de vogels hun ei zul
len leggen, zolang zullen de recïteerclubs
„Du bist wie eine Blume" en „lm wunder-
schörxen Monat Mai" te horen krijgen.
En het is zeker niet in de laatste plaats,
aan zijn strofen te danken, dat ondanks
alle pijnlijke ervaringen met het Duitse
volk de Duitse cultuur nog vrienden telt
in de wereld.
Maar daarom heeft Heine ook zijn
standbeeld in Parijs, in New York, op
Korfoeen niet in Duitsland.
CHR. HEEMST. ORATORIUM
VERENIGING.
Op Donderdag 18 December zal de Chr.
Heemst. Oratoriumvereniging in de Geref.
Kerk aan de Koediefslaan een extra con
cert geven en daarop Mtvoeren het Weih-
nachtsox-atorium van J. S. Bach. Aan dit
concert werken tal van solisten mede,
onder andere Ankie v. Wickevoort Crom-
melin en het geheel wordt begeleid door
de H.O.V. uit Haarlem. Aanvankelijk was
één uitvoering van Bach's wereldberoemd
werk vastgesteld op Vrijdag 19 December,
doch de toegangskaarten waren zo snel
uitverkocht dat het bestuur gemeend heeft,
nog een extra concert te moeten geven.
p ISTERAVOND heb ik met Sinterklaas
over muziek gesproken. De merkwaar
dige grijsaard had nxij in een onbewaakt
ogenblik toegefluisterd, dat hij altijd veel
van muziek had gehouden. Dit bracht nxij
op het idéé de heilige man eens het eexx
exx axxder te vragen uit zijxx zoveel-meer-
dan-duizendjarige ervaring.
„Tegenwoordig" aldus Sinterklaas
„klagen muziekstudenten dikwijls, dat hun
het vak muziekgeschiedenis zo zwaar valt.
Het is mqgelijk; ik heb nooit die geschie
denis nodig gehad, omdat ik het grootste
deel der nxuziekhistorïe vaxx ïxabij heb
waargenomen. Op mijn talloze reizen heb
ik zoveel gezien en gehoord, ja vooi-al ge
hoord, dat ik allicht heel wat te vergelijkexx
en te oordelen heb. En u weet hoe aaxx mijn
oordeel wordt gehecht; hoeveel oudex-s
zeggen in het najaar niet: wat zal Sinter
klaas daar wel van zeggen! Ook onder de
xxxusici zijn in alle eeuwexx veel rakkers
gev/eest. Te begiixneix met die Middel
eeuwers; ik heb ixx die tijd gehoor-oefenin-
gen gehad bij de theoretici Hucbald en
Guido van Arezzo, Naar mijxx idéé hadden
wij allen in die dagexx meer besef van
zuivere toonverhoudingen, dan alle leraren
eix leerlingen van tegenwoordig samen. Ik
leex-de de eerste meerstemmigheid ixx de
Nótre Dameschool te Parijs; wij ravotten
oxxx en ixx de grote kerk, maar meester
Perotixxus tracteerde ons exx zichzelf met
hartige sixxaakjes, wanneer we maar zuiver
zongen. Tijdens een paar reizexx in Italië
zong ik mee iix het koor van Palestxina!
Die was in zijn tijd heel beroemd; ilc was
er bij toen hij aan koning Philips II een
paar nieuwe werken lcwanx aanbieden. In
die tijd kwam ik niet ixx Holland, voor
zichtigheidshalve! Overigens was ik al
vroeger eens te gast geweest bij Okeghem,
maar dat vond ik, eerlijk gezegd, eexx
dx-oogpruim. Wij hielden in 't Zuiden meer
van andere nxooiïgheden. Gezellig was 't al
tijd bij Orlando di Lasso, want die liet niet
alleexx plechtige motetten zingen, maar
maakte ook balletten.
Meermalen ben ilc bij de familie Bach
geweest. Vader Johan Sebastiaan schreef
mij eens onx met tenminste twee knechts
te komen, want hij had twee en twintig
kinderen en daar waren lastige jongens
bij. Maar 't ging er altijd vrolijk toe. Eens
moest ik vier zoons ixx de zak stoppexx;
twee omdat ze niet meer ixx 't oude contra
punt geloofden exx twee omdat ze niet in
zijn nieuwe stemming der instrumenten
wildexx werken. Maar moeder Bach haalde
de jongens bij de deur weer voor de dag
en zei: „Vader zou ze Zondag toch missen
bij het zingen". In Duitsland zo ging
de goede Sint verder heb ik altijd de
roe en de zak veel nodig gehad, hoewel
ik niet vergeet dat ik eexxs bij koning Lo-
dewijk XIV eexx karweitje had met zijn
hof-componist Lully. De koning wilde dat
ik hem prees. Ilc deed dit van hax'tè om
zijix prachtige muziek, xxxaar ik liet mijn
Piet die rare Italiaan ixx de zak stoppen,
omdat hij niet altijd eerlijk wa» Hij
schreeuwde moord exx bi-aixd; toen hij xxxij
beloofde een extra mooi menuet te malcen
voor de zogenaanxde „petits violons du
Roi" liet ik hem vrij.
Ilc was ook eens bij de brave Schumann
op mijn feestavond. Daar was juist
Brahms op visite. Ilc weet ïxiet of ik oxxte-
vreden keek, maar ixx ieder geval kwam
de vader des huizes naar mij toe en zei
mij: „hij is niet zo kwaad, hij weet niet
beter en bovendien hij heeft ook een
baard". Toen de kinderen naar bed wa
ren legden wij een kaartje en Schumann
speelde de „Kixxderszenen". Ik zou xxog
vergeten u te vei'tellexx dat ilc óók eens,
maar dat is al weer veel langer geleden,
op het Muiderslot hier in Holland een
strooiavondje heb gehad. Daar ontmoette
ik de jonge Sweelinck uit Amsterdam; die
speelde heel aardig op een clavecimbel;
ik weet niet of het er nog staat. Ik heb
thuis een moderne vleugel en dat bevalt
mij heel goed. Ik houd erg van Chopin.
Eens heb ik de anxxe jongexx ontmoet. Wij
waren juist (het was op Majorca) over
het oudexTijk huis aan 't pi-aten, maar toen
kwam plotseling die vreemde dame thuis.
Toexx werd ik verlegen en melancholiek,
ik merkte dat Chopixx zuchtte. Wij bleven
goede vriendexx tot zijn dood.
Maar laat ik verder zwijgen; het wordt
bovexxdien mijn tijd; ik groet u. Tot 't vol
gend jaar". En toen steeg hij weer te paard.
HENDRIK ANDRIESSEN.
Met Tristan Bernard
stierf een stuk Parijs
(Van onze correspondent te Parijs).
Toexx met alle eerbetoon, die zijn hoge
verdiensten voor het vadeidand rechtvaar-
digden, generaal Leclerc, de bevrijder van
Pai-ijs en Straatsburg, naar de laatste rast-
plaats der Franse Groten „de Invalides"
werd gedx-agen, richtte een andere lijk
stoet zich naar Père Lachaise: Tristan
Bernard werd door een onafzienbare rij
van vrienden ten grave gedragen. Met
Tristan Bernard is een stuk Parijs gestor
ven: deze 81-jarige schrijver van roxxxans
exx toneelstukken en ontelbare feuilletons,
verpersoonlijkte in Parijs die welgemutste,
lichtontroerende, ironische esprit, die de
buitenlandei's gewoon zijn de „geest van
de boulevard" te noemen. Tristan met
zijn baard, die aan Mozes-zelf deed den
ken, zijn breed-gerande hoed en noncha
lante kleren was een soort nationaal mo
nument. Te vergelijken met G. B. Shaw
'in Engeland. Iedex-een, de rechter van in-
structie zo goed als zijn concierge, had zijn
stukken ,,L'Anglais tel qu'on le pai'le" en
„Triplepatte" gezien, zijn boeken „Les
Mémoires d'un jeune homnxe rangé" of
„L'Enfant prodigue du Vésinet" gelezen.
En wanneer er in Pai-ijs een evexxement
was gebeurd het zoveelste huwelijk van
Sacha Guitry of het aftreden van Generaal
de Gaulle dan wist ieder het commen
taar van Tristan te citeren.
Tijdens de oorlog werd Tristan, die vol
gens de burgerlijke stand Paul Bernard
was geheten en van Joodse afkomst was,
door de Duitsers in het kamp van Drancy
opgesloten. Sacha Guitry, zijn vriend, die
hem daar wegens een beschuldiging van
collaboratie, nè de bevrijding af kwam
lossen, beschrijft in zijn laatst verschenen
boek „Quati'e années d'occupations" een
bezoek aan Tristan, dat hij tijdens de oor
log daar had afgelegd.
„Heb je iets nodig", vraagt Sacha,
„warme kleren, een jas of zo iets?"
„Het enige waar je me mee zou kunnen
dienen", is het flegmatieke antwoord, „zou
een cache-nez ('n boeffant; letterlijk: een
neusbeschenner) kunnen zijn.
Zo was Tx'istan: een beminnelijk mens,
die over voldoende geest beschikte om ook
met het eigen lot een vriendelijke spot te
kunnen steken. -4