eninöen
Enny Vrede, een ster van de eerste grootte
Werkspoor lanceert een nieuwe scheepsmotor
Madame
la
Mode
ZATERDAG 3 JANUARI 1948
O
FERDINAND LANGEN: De betoverde wereld.
„De Bezige Bij", Amsterdam.
JgR IS EEN GEMEENSCHAP van luiste- een betoverde wereld waarin het veilig
ren, zoals er een bestaat van denken zijn is, er zijn er onder de jongeren die
en voelen. Misschien is het een kleine ge- j het verstaan. Zij zoeken, zoals Langen in
meenschap, verbonden door een onom- I ,.De Slapende Prinses" schrijft, achter de
schrijfbaar afgestemd-zijn op dezelfde huid van staal en beton, waartoe het uiter-
levenstoon, door een 'deelhebben aan de- j lijk van deze wereld steeds meer verhardt,
zelfde levenssfeer, waarvan niemand de 'naar dat andere, dat zich niet omschrijven
aard en herkomst kan bepalen, maar die j laat, maar waaraan zij op een stille
herkend wordt vanuit alle tijden en alle avond. worden herinnerd.
oorden, dwars door alle begrenzingen van
persoonlijkheid, levensbeschouwing en
uitingswijze heen.
Als van Schendel schrijft: „Er zijn er
meer die niet kunnen uitspreken wat zij
op het hart hebben en dat komt alleen door
gebrek aan mensen die luisteren
doelt hij' op dat aandachtig horen, dat men
niet alleen met het oor doet, maar met het
hart, dat verstaan kan wat niet met woor- I
den te zeggen is, omdat het als vanuit een j
anderé wereld komt, die Ferdinand
Langen „de betoverde wereld" noemt. Het j
is maar een naam voor wat een ieder die
er van weet op zijn eigen wijze ervaart in
muziek of kleur, in bloemengeur of een
gesproken woord, in een streling of een
blik in alles wat spreekt tot de schoon
heid in ons. „Reizigers van de betoverde
wereld reizen op de klop van hun eigen
hart en bepalen hun richting met die ge
heimzinnige zekerheid, die men bij de
vroegste zeelieden kon vinden, wanneer
zij de koers voor hun schepen uit de ster
ren lazen", schrijft Ferd. Langen. Het is
deze „geheimzinnige zekerheid" die hem
de weg wees in een tijd van verwarring, in
de zomer van 1945. „Commentaren" noemt
hij zelf deze korte beschouwingen, waarin
hij zich, al schrijvend, bewust maakt van
wat hem de toon influisterde, die zijn
„Hélène in het Heelal" doet behoren tot het
soort woordkunst waarmee nog meer ge
zegd wordt door hetgeen er in te beluiste-'
ren dan in te lezen is. Langen is nog
jong, hij zal door veel zelftucht, veel ar
beid, en een streng „zichzelf-op-de-vingers-
zien" aan beeldende kracht, aan helder
heid van stijl kunnen winnen en zich zo
kunnen hoeden voor een schrijftrant die
jongleert met het „schone woord" als
aesthetisch spel dat tezeer de bezinning
mist omzin te hebben. Hij beschikt
zonder twijfel over voldoende „levens
inhoud" om aan de schoonheid die hij mee
draagt vanuit zijn betoverde wereld ook
de waarheid van innerlijke beleving mee
te geven. Daar waar hij schrijft van de Hof
met de Cypressen de Hof van Gethsé-
mané (één van de schoonste „commen-
Uit zulk een herinneren put Langen zijn
beste kracht.
C. J. E. DINAUX.
Bedenkelijke hulde
De mededeling van Henry Wallace, dat
hij zich candidaat zal stellen voor de pre
sidentsverkiezingen in Amerika wordt
door de commentator van radio Moskou,
Michailof, warm toegejuicht. „Het nut van
de beweging die zich in Amerika rond
Wallace ontwikkelt, is dat zij vele Ameri
kanen in staat zal stellen hun ontevreden
heid over de huidige buitenlandse politiek
der Verenigde Staten te uiten. Aan de
naties der wereld moet de kans geboden
worden, zich ervan te overtuigen, dat er
nog een ander Amerika is behalve de
groep van Truman, die door Wallstreet
overheerst en door het leger gesteund
wordt".
Nog geen tien jaar heeft de toneelloop
baan van Enny Vrede geduurd, maar geen
actrice heeft vóór of na haar in zo korte
vtijd het publiek in Nederland veroverd
taren" van deze bundel) legt hij voldoende als zij.
Tijdens de stormen der laatste weken heeft de Afsluitdijk het hard te verduren gehad.
Men is thans bezig de schade aan de glooiingen te herstellen.
Toncelhet Inner mtjen en toneelportretten
getuigenis af van zijn levensernst, zijn
zich-bewust-zijn van zijn kunstenaarsroe
ping, om niet te doen geloven en vertrou
wen in zijn welslagen. Iiet is een voorbij
trekkende colonne soldaten tijdens de be
zetting die hem de zin doet verstaan van
Wonderlijk is haar korte maar onge
ëvenaard roemrijke carrière geweest. Een
ster, die plotseling verscheen, ongewoon
schitterde aan dé toneelhemel om na
slechts enkele jaren even plotseling weer
te verdwijnen. Een tweede voorbeeld hier-
het bijbelse: „En Jezus, de scharen ziende, van kent ons toneel niet.
i ïL-q Antforminrr Kpivnffpn1'Marïn JVTafiHalAnc» Miillor
werd met innerlijke ontferming bewogen'
en dan denkt hij aan de hof van Gethsé-
mané in het uur van het verraad der dis
cipelen de laatste ogenblikken voor de
gevangenneming van hun Meester. Slapen
de discipelen onder donkere en dreigende
cypressen en de Meester verraden en
alleen symbool van de volstrektste een
zaamheid, waarvoor ieder mensenleven
weer opnieuw geplaatst wordt. Velen, al
dus overpeinst Langen, trachten die hof te
ontwijken, al is er in elk leven wel een
beslissend ogenblik, waarin de symbolische
cypressen opdoemen; anderen, wier levens
hen herhaaldelijk langs deze hof voeren,
„krijgen de bittere smaak van vergif in
hun mond". Maar en daarmee spreekt
Langen van zijn betoverde wereld er
zijn er ook, „die achter die hof de toegang
vermoeden tot een andere en gelukkiger
wereld en tot de slotsom zijn gekomen, dat
de enige weg die tot de wereld voert, dwars
door de hof van Gethsémané gaat". En met
die woorden weerlegt Langen, onbewust
misschien, tevens de velen die het ervoor
houden, dat de bewoners van die betover
de wereld die men droom, Elysium,
Nirwana of hoe dan ook kan noemen
deserteurs zijn uit de dienst aan het leven
en hun verblijf in het rijk der betovering
een vlucht zou zijn. „Misschien", geeft
Langen toe en daarmee bewijst hij hoe
veel vitale scheppingskracht er ondanks de
beproeving der oorlogsjaren in de jongere
generatie behouden bleef „misschien is
de kunstenaar van deze tijd meer dan
vroeger aan de droom verknocht, maar
dan is die droom ook harder en weerbaar
der dan hij ooit te voren is geweest. Want
hij moest veroverd worden op een wereld,
die de totale oorlog tot haar wapen had
gemaakt en in een roekeloos gevecht, dat
het uiterste vergde van lichaam en geest."
Wellicht is het te veel gezegd, dat „de"
kunstenaar meer dan vroeger aan de droom
is verknocht en geldt deze uitspraak voor
schrijvers en dichters van een bepaalde
zielsgesteldheid, waarop ik doelde toen xk
schreef van die „gemeenschap van luiste
ren": het luisteren naar wat te horen is
voor het inwendig oer in die andere
wereld, die Langen „betoverd" noemt en
waarin mén alleen toegang verkrijgt dooi
de weg te zijn gegaan dwars door de hof
der cypressen.
Aart van der Leeuw sprak eens van het
„Woud der Wonderen" en daar waren zijn
gedachten, toen hij tot het beste en schoon
ste wat de mens kan doen het dwalen ver
klaarde in een lusthof die naar het plan
van de ziel is gebouwd, een Arcadië,
veroverd op de ontgoochelingen van het
leven, waar nog de ongerepte, paradijse
lijke glans ligt van het wonder. „Misschien
zijn zij, deze verwachters van het wonder",
zegt Ferdinand Langen op zijn wijs, „nog
wel de enigen, die met een zeker recht
optünist kunnen zijn in een wereld die
zichzelf steeds meer en rnqgr ruïneert.
Wie zijn „Hélène in het Heelal" kent, zal
aan de slotregels van Langen's eerste
roman denken: „Overal op deze wereld
bloeiden immers de rozen en de anjelieren
en geurde de tijm. Overal waren vogels,
die over mijn hoofd vlogen en haar naam
riepen. Overal was er iets in de lucht, dat
ik herkende. Ik ademde in en ik ademde
uit. Hélène. Hélène.
Het leven liefhebben ondanks de beproe
vingen, terwille van de schoonheid van
Ajeodsi voor Haarlem
ZATERDAG 3 JANUARI
Stadsschouwburg: „Naar het u lijkt". 7.30
uur. Spaarne: „De zwarte zweep van Zorro".
14 j„ 2.30, 7.00 en 9.15 uur Frans Hals: „De
zigeunerin", 14 j„ 2.30, 7.00 en 9.15 uur. Rem
brandt: „Penny serenade", alle leeft., 1.45,
4 15. 6.45 en 9.15 uur. Palace: „Het Spook
huis". alle leeft., 2.00, 4.15, 7.00 en 9.15 uur.
Luxor: „Casablanca". 18 j„ 2.00. 4.15. 7.00 en
9.èl5 uur. City: ..Rebecca", 18 j.. 2.00, 4.30, 6.45
en 9.15 uur.
ZONDAG 4 JANUARI
Stadsschouwburg: „Naar het u lijkt", 7.30
uur. Gem. Concertgebouw: Sterren-parade
met Lou Bandy, 8 uur. Bioscopen: Middag
en avondvoorstellingen.
MAANDAG 5 JANUARI
Bioscopen: Middag- en avondvoorstellingen.
Maria Magdalena Müller zoals zij eigen
lijk heette had bij een Lucifer-opvoe
ring door de studenten te Utrecht als
Rafael gedebuteerd, maar het moest nog
enkele jaren duren, voordat zij naar het
eigenlijke toneel overgang. Want het was
in het begin van deze eeuw nog een hoge
uitzondering, dat meisjes uit de zoge
naamde „betere" kringen" het toneel als
beroep kozen. Maar in die tijd had juist
Eduard Verkade zijn gezelschap De Hage-
spelers opgericht en hij was het, die in
het begin bij voorkeur zijn medewerksters
onder dilettanten van „standing" zocht.
En zo kwam Maria Müller in 1908 onder
de naam van Enny Vrede onder de leiding
van Verkade en gaf zij als zijn eerste
actrice al heel spoedig kleur en glans aan
zijn gezelschap.
Van alle leerlingen van Verkade is Enny
Vrede zijn grootste creatie geweest en zij
paste door haar zeer bijzondere distinctie
en charme wel volkomen in het bij voor
keur door de HagesjSelers gespeelde En
gelse society-repertoire. Zij droeg in de
glorietijd van Verkade het meeste bij tot
zijn ongewoon groot succes.
Zij was in de jaren van 1913 tot 1917
onbetwist 1'enfant chéri van het Neder
landse publiek, ook van hen, die vóór die
tijd zelden of nooit de schouwburg be
zochten.
Met geen andere actrice was zij in ons
land te vergelijken. In de eerste jaren was
er in haar spel en vooral in haar spreken
nog altijd iels van de dilettante, die zij
oorspronkelijk was, overgebleven. „Ver
edelde onbeholpenheid" schreef de bekende
criticus Barbarossa eens over haar en dat
karakteriseerde haar spel en dictie toen
volkomen juist. Maar Enny Vrede was
een vrouw met een zeer sterke wil en
enige jaren later moest dezelfde criticus
dan ook over haar schrijven: „Enny Vrede
is de interessantste verschijning, die wij
in jaren op onze tonelen gehad hebben en
als ik „veredelde onbeholpenheid" bij deze
terug neem, dan is dat, omdat zij mij in
Nina overtuigd heeft, dat zij een eerste
rangs artiste is. Zij staat wel zeer apart
in onze toneelwereld".
En zo was het. Er was in haar actie niets
aangeleerds;., het was van een veroverende
natuurlijkheid, een aanbiddelijke charme
en een zeer uitzonderlijke distinctie, een
distinctie, die meer Engels dan Hollands
kon worden genoemd. Zij was van een zo
exquise gratie, dat de acteurs en actrices
die naast haar/ optraden, dikwijls min of
Ir. G. J. Lugt besteedde de oorlogsjaren vruchtbaar
Als een zakelijke relikwie staat onder de hoog-gespannen kap van de Werkspoo -
machinehal een grijs gevaarte. Grijs, met glanzend koper en. veel blank staal. Aar
het hek er om heen bengelt een venijnig geel bordje: „Verboden toegang voor
onbevoegden''. De mannen, die in de rumoerige ruimte bezig zijn met de oude of
nieuwe ingewanden van verscheidene koopvaardijschepen, weten het u precies te
vertellen: dit is de Werkspoor-Lugtmotor. Heeft niets met „lucht" te maken, maa-
des te meer met ir. G. 1 Lugt, wiens bedachtzame stfem lange verhalen kan verteller-
over dit wonderlijke grijze bakbeest.
Over Muziek
Onze Volksliederen
Niet minder dan vier-en-zeventig middel
eeuwse Kerstliederen uit de Nederlandse
streken verzamelde dr. J. J. Mak met mede-
j werking van dr. E. Bruning en deze ver
zameling werd onlangs door „Het Spec
trum" uitgegeven. „Al onze buren, ja ge
heel West-Europa kan ons er om benijden",
aldus luidt de tweede zin van het voor
woord en ik geloof dat de schrijver gelijk
heeft. Als men het eerste lied opslaat:
meer plomp, om niet te zeggen burgerlijk
leken. Maar zij was daarbij ook van een
warme, echte vrouwelijkheid, geestig, pé-
tillant, overmoedig en briljant. Zij gaf vol
komen de illusie van het echte, waar
achtige leven. En haar spel was steeds van
aristocratische voornaamheid.
Niet alleen in het society-repertoire ex
celleerde zij. Ik herinner mij nog mijn
grote verrassing bij de première van
Romeo en Julia. Ik had omdat ik Enny
Vrede enkel in society-stukken had gezien
er slechts heel weinig vertrouwen in,
maar hoe veroverde zij ons onmiddellijk
met haar jong, rag-fijn en poëtisch spel.
Hoe ontroerend speelde zij de balcon-
scène. Nog hoor ik haar gevoelig en
teer die prachtige verzen zeggen:
Wilt gij al gaan? het is toch nog geen dag;
Het was de nachtegaal, de leeuwerik niet,
Wat zich kwam persen in je bang gehoor;
Geloof me, lief, het was de nachtegaal.
Het was zoals Frans Mijnssen het in
een aan haar gewijd „In Memoriam"
schreef, of in een bos de zon plotseling
doorbrak en alles tegelijkertijd ging leven.
Dat Enny Vrede een begenadigde ac
trice was, het werd ook bewezen door de
houding van haar vrouwelijke collega's
tegenover haar. Zij hebben haar groot
talent volkomen erkend en dat was te op
merkelijker, omdat zij uit zo heel andere
kringen en als dilettante op het toneel was
gekomen. Mevrouw Mann-Bouwmeester I
sprak met mij eens vol bewondering over
haar en roemde in het bijzonder haar I
prachtige plastiek. Wie kon daar beter
over oordelen dan mevrouw Mann, die zelf
beroemd was om* haar volmaakte plastiek.
Ik heb Enny Vrede voornamelijk zien
spelen in de jaren 1910 tot 1914. Ik zag
haar als Pen in Penelope van Somerset
Maugham, geestig, heerlijk ondeugend en
grappig overmoedig, als Nina een heel
mooie rol van haar van Pi nero, als de
betoverend lichte en gracieuse comtesse
in Een Huwelijk onder Lodewyk XV van
Alexander Dumas, als de onvergetelijke
Julia en de ontroerende Ophelia, maar in
de oorlogsjaren '14 tot '18; toen zij haar
grootste successen behaalde, was ik ge
mobiliseerd en kwam ik helaasbijna
nooit in de schouwburg.
Toen ik in begin 1919 mijn taak als cri
ticus weer opnam, was Enny Vrede" niet
meer aan het toneel en een paar maanden
later in April 1919 kwam het ont
stellende bericht, dat de boot, waarop zij
naar Noorwegen reisde, op een mijn was
gelopen en Enny Vrede nog pas 35 jaar
oud als een der laatste offers van de
oorlog was omgekomen. Een schok ging
door het land, toen het tragische einde van
de geliefde actrice met.haar zo sterk per
soonlijk talent bekend werd, want zelden
had een actrice in zo weinig jaren zo veel
aan haar landgenoten geschonken als zij.
J. B. SCHUIL.
Daarvoor moet hij echter even teruggrij
pen in de historie van de scheepsmotor.
Tot aan de bijna prae-historische „Vulca-
nus", de eerste diesel voor zeevarende
schepen, die in 1910 bij Werkspoor in Am
sterdam werd afgeleverd, via de hevige
moderniseringen en de snelle ontwikke
ling van de olie-motor als krachtbron voor
schepen en de drie stampende reuzen in
de buik van de Oranje, waar 36.000 paar-
dekrachten een uitweg zoeken- naar het
trio geweldige schroeven.
Teruggrijpen moet hij ook naar de. oor
log, toen alle Nederlandse scheepsbouwers
dachten dat „het buitenland", waar geen
letter technisch nieuws vandaan lekte, met
opzienbarende projecten bezig zou zijn. En
naar het voorgevoel van toen, dat er een
soort „ideale scheepsmotor" ging komen,
waarin de beste ervaringen van de ver
schillende fabrikanten verwerkt zouden
worden.
Deze vermoedelijke unificatie zette ook
de heer Lugt aan het piekeren over het
„hoe" van een dergelijke eenheids-kracht
bron. Bovendien wilde hij in geen geval ten
achter staan bij de vreemde concurrenten,
die met wie-weet-wat-voor revolutionaire
zaken uit de oorlog te voorschijn zouden
komen.
De wereld bleek echter conservatief.
Practisch had ons b.ezet landje zich,
natuurlijk buiten medeweten van de
Duitser, een voorsprong verzekerd in
de tijd van gedwongen rust.
Uit deze „oorlogsmeditatie" nu is het grijze
en over alle kanten gepatenteerde gevaarte
van Werkspoor geboren. Op het oog een
gewone diesel, tweetakt met drukvulling,
maar bij nader inzien een ingenieuze ver
betering, die de naam van Nederland bij
zondere eer aandoet.
Met behulp van houten modellen, die
dan weer wel en nog vaker helemaal niet
voldeden, aan de hand van clandestien ge
maakte tekeningen, waar zekere gasten
hun handen naar zouden hebben afgelikt,
werd na de bevrijding een proefmodel op
stapel gezet. Toen dit uit een chaotische en
verpulverde industrie hét levenslicht had
aanschouwd, wees de kalender herfst 1946
aan. Van alle kanten bekeken, geprobeerd,
iverbeterd en tenslotte waardig bevonden
werd de 60«'110 (op de stip komt het aan
tal cylinders) trots aan de experts getoond
en de deskundige vertegenwoordigers van
grote scheepvaartondernemingen hebben
hun lof niet onder stoelen of banken ge
stoken.
De zeven schoonheden
Daar staat-ie dan. Twee cylinders zijn
klaar en dat is genoeg om een overdaad
aan paardekrachten op te wekken. Zelfs
de leek ziet, dat deze motor belangrijk ge-
comprimeerder en lager is dan de rijzige
„ouderwetse" diesel, die er vlak naast
staat. En die beknoptheid is nog maar één
van de verbeteringen. In totaal heeft de
nieuwe knaap er een stuk of zeven: hij is
kleiner, sterker, zuiniger, eenvoudiger, ge
ruislozer, goedkoper en lichter dan de
„Doe di rose van iericho
Den Soon der godheid sond ontfaen,
Haar luter hert dat wert haer vro,
Den hemel wert haer onderdaen."
vroegere scheepsmotor van ongeveer de
zelfde kracht, die bijvoorbeeld honderd
ton meer weegt dan de „Werkspoor-Lugt-
motor".
We moeten op het grijze mechanisme I
klimmen om te zien waarom hij zoveel
beter is. Zijn ontwerper heeft het zo een- met de innige Dorische melodie, dan i9
voudig mogelijk verteld: de beweging, die men meteen ingeleid tot een schat van su-
de spoelingspomp moet maken wordt via blieme eenvoud, van blanke schoonheid,
een vernuftige balans nuttig gebruikt om Wij zijn h^er eindeloos verwijderd van vul
de kopkleppen te openen en te sluiten. De Igaire populariteit en in het hart van volks-
zware duimassen met kettingoverbrenging muziek. De verzamelaar schrijft: „Op een
komen geheel te vervallen en bovendien
vormt elke cylinder door het nieuwe
systeem een autonome eenheid.
Daar zit een geweldige verbetering
in. Want nu kan er in de scheepsmo-
torenbouw „geschakeld" worden, dit
wil zeggen dat er op eenvoudige wijze
een cylinder aan de bestaande kan
worden toegevoegd, die bij brandstof
toediening en aankoppcling prompt
mee gaat helpen, hoewel natuurlijk de
krukas langer moet worden.
Het zou te ver voeren, de „Lugt"-motor in
zijn gehele doordachtheid te beschrijven;
voor ben, die het wonder „verbrandings
motor" enigszins kennen zij vermeld, dat
dit gevaarte van 600 pk per cylinder ,met
een lichte handbeweging op gang kan wor
den gebracht.
De buitenlandse belangstelling voor de
nieuwe Amsterdammer is begrijpelijker
wijze groot. Wanneer dan ook straks de
606 (aangqpomen dat hij 6 cylinders krijgt)
veertien dagen continu heeft gedraaid, is
de kans groot, dat licentienemers over de
grenzen hun interesse in Amsterdam ko
men tonen. Nederlands deviezenbeurs zou
een dergellijke export van „hersens" kun
nen gebruiken, afgezien nog van de moge
lijkheden, die bij Werkspoor liggen voor
de ontwikkeling der grote en kleine scheep
vaart. Want als de voortekenen niet be
driegen zal de „Lugt"-motor mettertijd
ook in grotere en kleinere omvang gepro
beerd worden.
Veiligheidsraad komt bijeen
De Veiligheidsraad is tegen Dinsdag
aanstaande bijeengeroepen ter behande
ling van het beroep van India om „onver
wijld optreden van de raad" in verband
met het geschil tussen India en Pakistan
over Kasjmir.
Bommen.
In een perscommuniqué van de regering
van West-Pendsjaab wordt verklaard, dat
een. vliegtuig van de luchtmacht van India
een bombardement heeft uitgevoerd op
vijf dorpen in Sialkot, een provincie van
kleine honderd liederen kennen we van
twee of drie de auteursnaam, maar dat sluit
niet uit dat ze voortgekomen zijn uit het
scheppende brein van de individuele kun
stenaars. Ik bedoel hiermede niet te pleiten
voor de theorie van het gezonken cultuur
goed. Integendeel, ik zou de autonomie van
de vblkskunst niet gaarne geheel prijs
geven, maar ik geloof in. één dichter, een
man die het volk, verstaat, die schept wat
des volks is." Ik geloof dat dit goed gezien
is en wel voornamelijk wat de verzen be
treft. De componisten steunden op de Gre
goriaanse muziek en leefden in ieder geval
op de oude toonaarden. De muzikale adel
dezer toonaarden beheerste hup gevoel en
verbeelding en ze waren dus behoed tegen
alles wat men nu sentimenteel of ordinair
zou noemen. Iedereen, die van muziek
houdt, kan met deze muziek gelukkig zijn;
er is geen technische ontwikkeling voor
nodig. Men behoeft niet te weten wat een
Dorische toonaard is om er de schoonheid
van te genieten. Er is voor de innerlijke
waardering iets anders gewenst: onbevan
genheid, rust en eenvoud. In alle maat
schappelijke kringen danst men op gesyn
copeerde rhythmen, zingt men zoetelijk
heden, men vergiftigt zich met rhythmiscli
verschoven „songs"; de zogenaamde domme
en ruwe middeleeuwers zouden zich wel
schamen voor dit genot der verlichte twin-
tigste-eeuwers. Onrust en gebrek aan goe
de smaak houden de mensen verwijderd
van de natuurlijke fijnheid onzer oude lie
deren, die in hun voornaamheid toch voor
iedereen toegankelijk zijn.
„Nu hoort wat ic u sclfincke
Met desen nieuwen tijt,
Van een soc schonen vincke,
Sy brengt ons groqt iolijt."
Aldus begint een ander liedje uit dit
mooie boek; een wijsje dat zowel kinderen
als -volwassenen met hart en ziel kunnen
zingen staat boven deze liefelijke woorden
genoteerd. Bij alles wat het nieuwe jaar
brengen zal, zowel verblijding als tegen
spoed, zowel angst als vreugde, zullen deze
liederen in het Hollandse huis het hart
versterken.
Nederlandse Liederen.
Nog een andere uitgave vraagt onze aan-
West-Pendsjaab. Er zouden veel doden en dacllt. Bi j de uitgeverij „De Toorts" ver-
grote materiële, schade te betreuren zijn.
Reeds eerder hebben, volgens het commu
niqué, twee vliegtuigen van de luchtmacht
van India een aanval gedaan op een ander
dorp in dezelfde streek, echter zonder
ongelukken aan te richten.
In- Calif or nië, waar deze
foto genomen werd, be
hoeven de kinderen niet
tegen de deuren op te
springen om bij de klink
te kunnen; de architec
ten hebben er namelijk
rekening gehouden met
de kleine peuters, zoals
men ziet. Men is daar
aan de overzijde van de
Oceaan altijd erg prac
tisch. Dat bewijst trou
wens dit fraaie en een
voudige jurk-mantel
pakje ook wel: In huis
als jurk, buiten als en
semblete dragen.
De stof is licht en luch
tig. Als het buiten wat
warmer is wat we in
1948 hopen te ervaren
kan men het jasje in
de hand dragen. Men
behoeft er echter niet de
straat mee te vegen,
zoals de jongedame van
plan schijnt....
Kort verhaal
door Willem Leonard.
Nog één heel uur.
Vroeger had hij een uur nooit veel ge
vonden, bedacht hij. Soms las je, of je
wachtte op een late trein, of je liep met
een meisje de langste weg naar huis. Altijd
was een uur zo om.
Nu wachtte hij dit laatste uur op zijn
dood. Hij dacht aan vele dingen. Aan het
tikken van de regen op het dak van de hut,
waar hij met een paar vrienden van zijn
guerilla-groep wachtte op de dag: de dag,
waarop zij een postkantoor zouden over
vallen. En aan de verstikkende angst, toen
zij merkten, dat het dorp omsingeld was.
Hij dacht aan het jonge, arrogant-onbewo
gen gezicht van de officier, die hem onder
vraagd had en die hem, toen hij aldoor
weigerde te antwoorden, gezegd had: „Je
wordt doodgeschoten".
De eerste dagen van de acht, die hij in
droom geweest was en dat hij doodgescho
ten zou worden.
De zesde dag was hij tot bedaren geko
men. Van de vochtige zoldering was een
druppel in de waterkan'gevallen. Er waren
kringen op het stille oppervlak ontstaan,
die uitgolfden naar de wand en weer terug
kaatsten. „Net als buiten", dacht hij ver
wonderd.
Toen hij gemerkt had, dat alles, zelfs
binnen zijn cel, gehoorzaamde aan de na
tuurwetten, die ook buiten gelden, was hij
kalmer geworden en had zich minder al
leen gevoeld. Zo was hij zich gaan voor
bereiden op de dood.
Hij had zichzelf gezegd, dat hij zou ster
ven voor het enige, waarvoor het waard
is te sterven: voor de vrijheid.
Op dat moment voelde hij het lege van
het woord, maar realiseerde toch, dat het
zo ongeveer moest betekenen, de kans om
voor je zelf uit te maken wat goed was en
te proberen daarnaar te handelen. Hij voel
de het onvermijdelijke van zijn dood, omdat
het leven zonder die vrijheid voor hem
vrijwel waardeloos was.
Tegen de twijfel had hij gevochten. Ook
de cel moest doorbrengen, waren ver- nu waren er nog andere dingen, waaraan
schrikkelijk geweest. Hij had geschreeuwd
en gehuild in zijn radeloze eenzaamheid.
Vooral 's nachts. Hij had geschopt en ge
slagen tegen de celdeur. Een deur, die
geen. deur was, omdat je hem zelf niet
open kon doen. Alleen maar een rechthoe
kig stuk hout. dat onwrikbaar stond en
versperde.
Hij dacht aan het ontwaken, nadat hij
van thuis gedroomd had. Iedere keer weer
het gruwelijke besef, dat zijn droom een
hij wilde denken. Aan het groen van de
bomen in de lente, de vochtige ogen van
zyn meisje, de voldoening van het eten na
een dag hard werken op het land. Hij
schoof ze van zich af en dacht: „Geen spijt
hebben". Keer op keer herhaalde hij dit.
Buiten sloeg een kerkklok zeven uur.
Hij stond ernstig op, toen de deur
openging. Hij werd geblinddoekt en weg
geleid door lange muffe stenen gangen. Hij
hoorde een deur opengaan en rook ineens
de morgen, die nat was van de regen.
Een hand greep zijn arm en hij liep ge
willig mee. Men zette hem tegen een muur.
Met zijn vastgebonden handen tastte hij
achter zich en voelde gaten in de" steen.
„Kogelgaten", dacht hij. „Nu gaat het ge
beuren". Zijn hart kroop in zijn keel, toen
hij zich afvroeg of hij de kogels zou voelen.
In de doodse stilte van de morgen vielen
ineens de heldere tonen van een fluitende
vogel. Op zijn wang voelde hij de lichte
warmte van de eerste zonnestralen. Öe
lucht was licht en die vogel, die zon en die
lucht deden hem die paar ogenblikken,
waarvan hij wist dat het de laatste zou
den zijn, schoner schijnen dan ooit.
„Nu weet ik pas, dat ik leef", dacht hij,
„nu weet ik pas hoe schoon het is en hoe
de moeite waard". En vreemd genoeg
maakte dit besef hem niet droevig, maar
gaf het hem de moed rechtop te staan.
En zelfs te glimlachen.
Er viel een scherp commando en hij
hoorde de grendels van geweren.
Onverwacht klonk een stem: „Wie zijn
de leiders van je bende? Zeg op!"
Hij bleef zwijgen, glimlachend om deze
kleine mensen, die niet beseften, dat hij
gereed was om te sterven.
Woedend zei de stem: „Zelfs dat helpt
niet. Breng dat hardnekkige zwijn maar
weer terug naar zijn cel."
Hij voelde zijn hoofd langzaam leeg wor
den en een mist trok voor zijn ogen. „Ze
hebben mij beetgenomen", dacht hij ver
suft.
Toen zakte de man, die als een held zou
zijn gestorven, snikkend en bevend in
elkaar. i
„UNO enig redmiddel"
Sir Hartley Shawcross
analyseert
Sir Hartley Shawcross, de Britse verte
genwoordiger in de UNO, heeft te Londen
in een rede verklaard, dat de UNO het
enige middel vormt, waarmee de oorlog
verhinderd kan worden of op zijn minst
het enige middel om de landen tegen
agressie te mobiliseren.
In verband met het ontbreken van de
Sovjet-Unie bij verschillende internatio
nale instellingen zeide hü, dat het uittre
den van een land of een groep landen uit
de UNO weliswaar betreurenswaardig
zou zijn, doch de UNO niet te gronde zou
richten. Het zou de samenwerking tussen
de andere landen slechts nog meer nood
zakelijk maken. Sir Hartley citeerde Mo-
lotof, die gezegd had. dat verschillen in
systeem en opvatting geen hindernis moch
ten vormen bij het aanknopen van goede
politieke betrekkingen tussen de landen.
Shawcross zeide te vrezen, dat de huidige
politiek der Sovjet-Unie dit bewonderens
waardige beginsel vaak uit het oog ver
liest. „Doch juist omdat wij deze tegen
strijdige belangen en botsingen van ideo
logieën en' de neiging om de wereld in
tweeën te verdelen hebben, lijkt het mij
des te belangrijker de UNO als een orga
nisatie te handhaven, die weliswaar zwak
en gebrekkig zou kunnen zijn, doch bij
tijds aan de twee werelden als er twee
werelden moeten zijn zou kunnen leren
tezamen te leven", zo besloot sir Hartley.
scheen in drie bundels een verzameling
Nederlandse volksliederen uit Noord en
Zuid. Drie'jonge musici, Albert de Klerk,
Jan Mul en Herman Strategier, stelden deze
verzameling samen en het is met warme
ingenomenheid dat ik deze boekjes begroet.
Wie heeft niet tijdens de oorlog of met do
bevrijding sommige onzer klassieke volks
liederen met een vernieuwd gevoel aan
gehoord of gezongen? Wie was er niet in
de ernstige dagen eens een ogenblik geheel
nieuw in het hart gegrepen bij een lied als
„Wilt heden nu treden"? En werden velen
zich dan niet bewust, dat wij lange tijden
de uiting van Hollandse kracht in ons be
wustzijn hadden verwaarloosd? Voor allen,
die dit overwogen hebben, moet het bezit
dezer boeken een vervulling zijn. Ik kan de
drie musici die hier 147 volksliederen, ta
weten: algemene vadex'landse liederen,
streekliederen, vzeemans- en soldatenliede
ren, Kerstliederen, Passie- en Paasliederen,
Balladen, minneliederen, dansliederen, ker-
misliederen, ambachtsliedex-en, enz., enz.,
verzamelden, prijzen om hun onderzoekin
gen, hun enthousiaste ijver en samenwer
king, het meest loof ik hen om de piano
begeleidingen. Deze zijn in hun eenvoud
.voortreffelijk. Oudex'e bundels met
volks- en kinderliederen zijn meestal on
beholpen' geharmonieerd en flauw gezet.
Deze zettingen van De Klerk, Mul en S|ra-
tegier zijn alle uit een goed begi'ip van de
melodie en van het karakter van het lied
gemaakt. Door deze dikwijls imiterende
begeleidingen wordt het effect van het lied
verlevendigd; men speelt ze met plezier en
het zingen wordt er door gestimuleerd.
Het is jammer dat het mooie boek van
dr. Mak, dat ik hierboven prees, begeleidin
gen mist. Deze zettingen voor piano van da
drie genoemde musici, zelf componisten en
instrumentalisten, maken deze bundels voor
ieder huisgezin bruikbaar. En meer dan dit:
wie zich deze liederen ganschaft, heeft de
opgewektheid en de zin voor gezond amu
sement in huis gebracht. Dus, breng die
jengelende song-lui in de radio tot zwijgen
en gaat met elkaar naar de piano.
HENDRIK ANDRIESSEN.
Het gouden feest der
Haarlemse Waterleiding
Bescheiden feestplanneri
29 April 1898 werd de Haarlemse ge
meentelijke duinwaterleiding feestelijk ge
opend. 1 Mei daaropvolgend werd begon
nen met de waterleiding.
In het komende voorjaar zal dus het
gouden feest van de Waterleiding gevierd
worden.
Reeds voor 1898 had de Haarlemse bur
gerij het genot van duinwater. Toen le
verde namelijk de Amsterdamse Water
leiding het ons. Op den duur werd dit
evenwel te bezwarend, waarom Haarlem
besloot een eigen bedrijf te stichten.
,Er bestaan .plannen om het jubilé te
herdenken. Het is niet de bedoeling een
gedenkboek te laten verschijnen daar aan
zo'n uitgaaf nog al kosten verbonden zijn.
Wel zullen de dagbladpex-s en .ook de vaktijd
schriften in staat gesteld worden van de
historische gegevens en de ontwikkeling
van het bedrijf in die 50 jaar kennis te
nemen.
Op de herdenkingsdag zal een recéptie
gehouden worden. Bovendien maakte het
personeel reeds plannen voor een feest
viering.