Eenagrarischebijenkorf Hef za! ongeveer tien jaar duren voor hef mijnengevaar geweken is Onze beeldhouwers en bouwers zijn spaarzaam met kleuren DONDERDAG 8 JANUARI 1948 TJMUIDER COURANT Nederlandse Roiiteringsdienst geeft de veilige zeewegen aan Terwijl twee en half jaar 11a de gewel dige wereldoorlog nog overal ter wereld de gevolgen ervan merkbaar zijn en no; vele jaren zullen blijven, wekken vele zeeën de indruk of daar althans de voor oorlogse toestanden zijn teruggekeerd. De mannen van marine en koopvaardij, van de visserij en het loodswezen weten anders. Zij weten, dat de zee, die altijd aandacht, kennis van zaken, inspanning en vaak heldendom vraagt, ook nog altijd de destructieve elementen in zich verborgen houdt, welke een gevolg zijn van de oorlog.. Twee en een half jaar geleden weiden de laatste mijnen in zee geworpen. Nog acht a tien jaar zal het duren, voordat deze geen gevaar meer zullen opleveren voor de scheepvaart. En zou de marine van de rond de Noordzee gelegen landen hard aan het werk gaan de Noordzee „schoon te vegen", dan zouden daar 35 jarqn mee gemoeid zijn. Het klinkt weinig hoopvol, maar daar kan onmiddellijk aan toegevoegd worden, dat men het allerminst alleen bij de vastelling van deze gevaren ter zee ge laten heeft. Volgens de Grondwet heeft de marine tot taak de zeewegen open te houden. Het is van een groot belang voor het inter nationale zowel als voor het eigen scheep vaartverkeer, dat de scheepvaart haar hoogst belangrijke taak veilig kan aan vullen Aan het verkrijgen dezer veiligheid werkt de Nederlandse Routeringsdienst in hoge mate mee. In oorlogstijd is in Enge land ontstaan de „Naval Control'. Zij gaf de routes aan, welke de convooien moesten volgen of instructies aan de afzonderlijk varende schepen. De vaststelling van die routes, welke natuurlijk geheim bleef, hield verband met de bescherming welke men aan het scheepsverkeer kon geven. Toen de oorlog 'in Mei 1945 een einde nam in ons land, bleef het zeeverkeer uit en naar ons land onder het toezicht van de „Naval Control". In de zomer van 1945 gaf de Engelse admiraal in ons land de leiding aan de Nederlandse marine over. Een Engelse „liaison-officer" onderhield het contact tussen de „Naval Control" en de Neder landse autoriteiten, zodat de Nederlanders in deze overgangsperiode o#der de super visie van de „Naval Contrdl" bleven. Op 12 September 1945 nam de Neder landse Routeringsdienst, welke onder de Commandant Zeemacht Nederland ressor teert, de zaak zelf in handen. De „IRRA" wijst de weg. Op voorstel van Engeland is men ge komen tot een centrale routeringsdienst' voor geheel Europa, de IRRA („Interna tional Routeing and Reporting Authority"). In dit lichaam zijn vele Europese landen, waaronder ons land, vertegenwoordigd. In het gebouw der organisatie beschikt men over een kaartenkamer, waar men de telkens uit de verschillende landen toege zonden gegevens aantekent, waardoor men zich een juist beeld -kan vormen van de wegen, welke het scheepvaartverkeer te volgen heeft en welke door de organisatie als veilig worden beschouwd. Deze veilige routes zijn geveegd door de mijnenveeg diensten van de verschillënd'e landen en worden gepubliceerd na overleg tussen de '.IRRA" en de „Central Mine Clearance Board". Op het ogenblik geeft de „IRRA" en dus dok de Nederlandse Routeringsdienst ad viezen. Volgt men het advies niet op, dan houden verzekerihgsmaatschppijen en de Raad voor de Scheepvaart daarmede reke ning bij de beoordelingen van ongevallen. De Nederlandse Routeringsdienst, 9 die voor wat zijn toegewezen terrein betreft, de „IRRA" nauwkeurig op de hoogte houdt, 1 ontvangt wederkerig alle inlichtingen uit Londen. Zijn officieren zijn uit de ver schillende havenplaatsen in ons land te- ruggenomen, doch de loodsdiensten in alle havens worden geregeld door de Route ringsdienst te 's-Gravenhage, Lange Vij verberg 8, op de hoogte gehouden. Alle nautische inlichtingen wordeh hier ge geven en over de verschillende havens verspreid. De kapiteins der schepen kun nen dus altijd tijdig» de laatste gegevens ontvangen .voor de veilige vaart. Het .is voor het internationale verkeer naar en over ons- land van het grootste belang, dat de scheepvaart over goede en volledige inlichtingen beschikt. De Ro.u- teringsdienst heeft daarin een belangrijke taak met de mijnenveegdienst en het loodswezen, dat voor het onderhoud van ongeveer 60 boeien zorg moet dragen. De „IRRA" heeft een boek gepubliceerd, waarin alle bekende gegevens zijn opge nomen. Dat boek kan men telkens aan vullen met de inlichtingen, die door de „IRRA" en dus ook door de Routerings dienst worden verspreid. De gegeven routes zijn de meest veilige wegen over zee. Langs de Nederlandse Kapitein Lagaay van de H.A.L. maakt zijn laatste reis Gezagvoerder Peter Lagaay van de HollandAmerika Lijn maakt met de „Veendam", die Maandag van New York naar Rotterdam is vertrokken, na 41 jaar in dienst van deze maatschappij te zijn ge weest zijn laatste reis. Na aankomst te Rot terdam gaat hij van zijn rust genieten eh zich aan zijn liefhebberij, de schilderkunst wijden. Kapitein Lagaay was vooral vóór de oorlog een goede bekende op de trans-; atlantische dienst en zeer populair onder de op winter-cruises verzotte Amerikanen. Hij werd 22 December 1887 te Rotterdam geboren en kwam als leerling op de oude „Noordam". Zijn eerste pommando kreeg hij in 1923 op het vrachtschip „Breedijk". In 1940 voerde hij het commando over de „Westernland" van de Red Star Line, welke door de H.A.L. was overgenomen. Het schip bevond zich in het Engelse Ka naal op het ogenblik van de Duitse invasie in Nederland. Het werd later, toen de heer Lagaay voor de geallieerden was geen varen, het vlaggeschip van de expeditie naar Dakaronder generaal De Gaulle, met wie kapitein Lagaay zeer bevriend is geworden. Veel troepen en krijgsgevan genen heeft hij tijdens de oorlogsjaren vervoerd. De heer Lagaay komt uit een oud ge slacht van zeevaarders. Toen hij wat meer van zijn voorouders wilde weten en zelfs terugging tot 1700 ontdekte hij, dat enkele van pijn voorvaderen het beroep van pi raat hadden uitgeoefend! Toen heeft hij zijn onderzoekingen maar gestaakt.... kust loopt ook een route, welke door boeien wordt aangegeven. In het zeegebied ten Westen en Noorden van ons land zijn gedurende 1947 ongeveer 16 schepen ver gaan, waarvan zeven Noorse schepen. In de meeste gevallen heeft men kunnen be wijzen, dat de schepen buiten de aange geven route voeren. Ook kwam vast te staan dat geen enkel schip zijn apparaat voor demagnetiseririg in gebruik had, of wel er in het geheel geen bezat. Het is zeer gewenst, dat schepen gedemagnetiseerd worden, want groot is het aantal magne tische mijnen, dat zich buiten de geveegde kanalen op de zeebodem bevindt. Dit ad vies zou overbodig zijn indien de zeeman altijd en onder alle omstandigheden in staat was zijn schip in de opgegeven route te houden. Mist, storm en slecht zicht kunnen dit weieens onmogelijk maken. Moderne schepen, uitgerust met-de nieuw ste hulpmiddelen op navigatiegebied zijn beter in staat in de veilige routes te blij ven dan een zeilschip. Zo is voorgeschreven dat alle vissersvaartuigen gedemagneti seerd moeten worden. a Voor wat het Zuidelijk deel van de Noordzee en het Kanaal betreft worden door de Routeringsdienst visserij-route instructies verstrekt. Elke visser moet een dergelijke instructie aan boord hebben. „De Roeper": een luidklok In de oorlog haalden de Duitsers de luid klok uit de toren van de Nederlands Her vormde Kerk in Santpoort. Een commissie werd na de bevrijding gevormd, om gelden voor een plaatsvervanger in te zamelen. Deze commissie is thans zover, dat men hoopt de kerk binnenkort van haar;. nieuwe klok te kunnen voorzien. Op de aanwinst komt een randschrift: De Roeper Hij roept U Ned. Herv. Ge meente Santpoort, gevolgd door !de datum van plaatsing. Bovendien wordt de klok voorzien van een opschrift, waarvoor vele inzendingen binnenkwamen. Na zorgvuldig overleg is tenslotte het gedichtje van notaris. >W. A. Dolleman uit Santpoort gekozen. Dit luidt: 't Behoud der Kerk Was Godes Werk, Mijn klank roept uit Het dankgeluid. Oorlogsjaren 1940^-1945. FAILLISSEMENTEN De Rechtbank te Haarlem heeft in staat van faillissement verklaard: Franciscus Jannes van der Werff, stoffeer der, wonende te Haarlem, Dr. Leydsstr. 107. Rechter-Commissaris is: mr. N. Smits, Cura tor: mr. H. J. M. Tonino, advocaat en procu reur te Haarlem. De Stichting „Haarlem's Technische School", gevestigd te Haarlem, Zijlstraat 38. Rechter-Commissaris: mr. N. Smits. Curator: mr. A. Beets, advocaat en procureur te Haarlem. Bij beschikking van de rechtbank is de aan Jan Heertjes, handelende onder de naam aannemingsbedrijf J. Heertjes, wonende te Santpoort, gem. Velsen, Brederoodseweg no. 90, kantoorhoudende te Haarlem, Nassauplein 4, verleende surséance van betaling inge trokken. Wij zijn de veelkleurigheid ontwend, maar in vele perioden der beschaving was zij een hoogst belangrijk element riOE KOMT HET, dat beschilderd, bont plastiek ons verrast? Dat we voor de veelkleurige (polychrome) beeldhouwwer ken van de tentoonstelling van Oosten rijkse Kunst in het Rijksmuseum bewogen en ontroerd stil stonden, voor de volle kleurcontrasten yan middeleeuwse schep pingen, voor het glinsterende goud, waarin vooral de barok zijn engelen en heiligen kleedt? Wij zijn de kleuren aan een beeldhouw werk ontwend; de eis van een monochrome plastiek is wel een erfenis van het classi cisme, maar hangt ongetwijfeld ook sapen met ons verlangen naar een zuiver gebruikt van het materiaal: mannier vërtone zich als marmer, en hout als hout, met alle adertjes, met alle nerven; alles, wat het materiaal bedekt en schuil doet gaan stoort en wekt in ons disharmonie. Bijna zou men dit ontwend zijn aan de polychromie bij beeldhouwwerk en hoewel minder bij architectuur een decadentiever schijnsel: willen noemen, want kleur, kleur ook aan het bouwwerk, ook aan beeld houwwerk, hoort tot de oorspronkelijkste aesthetische eisen en bekoringen. Als een modern beeldhouwer zich van polychrome middelen bedient,, dan wordt dat ih, het.; algemeen bijna als een misgreep gevoeld, in ieder geval als een verdacht onder strepen van een om zo te zeggen vreemde categorie, wat meestal als een afdwalen van het eigenlijk architectonische of plas tische beschouwd wordt. Wax-e volkskunst, ook echte primitieve kunst, die tot de kleur door is gedrongen,- is altijd bont, veelkleurig, polychroom. Maar een ver loochenen van de kleur, een haar als teveel voelen, is zeker oolc een kenmerk van ovemjpheid, een afzakken -naar de ab stractie; het is de bleekheid der gedachte, ,die zich van de moderne kunst meester maakte,- het is' het grijs worden van. dé groene, de gulden levensboom. Men ver gat, dat de Hesperiden in het verre Westen gouden appels bewaakten en dat er ook gouden appels van eeuwige jeugd in-Freya's tuin groeien. Men vergat en voelde niet meer, dat geen der cultuur-perioden zich de polychrome uitdrukkingsmogelijkheid ontzegd heeft, dat vooral ook de ouden de kleur boven alles liefhadden, dat de Griekse bouwwei'ken en de Griekse plas tieken in glanzende kleurenpracht afstaken tegen de donkerblauwe hemel, het in de meedogenloze zon pijnlijk verblindende wit van het marmer kostelijk brekend. De ornamenten van de bovenbouw van de tempel, de triglyphen en metopen, glans den in even bonte kleuren als de beelden. De haren werden geel of zwart gekleurd, de pupillen weergegeven door kleur, door glazuur of zelfs door edelstenen, de ge waden waren geheel of althans aan de zomen beschilderd. Het polychromeren van beeldhouwwerken, dat optisch verduide lijken, was in de bloeitijd de taak van bij zonder geschoolde schilders. Niemand minder dan Nihias, de grootste van zijn tijd, beschilderde de beelden van Praxi teles. Het interieur van het Romeinse huis straalde in bonte pracht. Het virtu'oos be heerste mozaiek vormde naast het glas in lood de ideale synthese van de zuiver déeoratief gerichte polychromie met het illustratieve element. De Romeinse kunst bracht echter ook de „polylithische" sculp turen. de uit verschillend-gekleurde stuk ken marmer opgebouwde beeldhouwwer ken. Zowel in de Romaanse als in de Goti sche kunst was de hele kerkruimte poly- chpom gedacht, niet alleen het altaar, in zijn verguldsel en veelkleurigheid, als centrum der aandacht, als „Blickfang" zou men profaan kunnen zeggen. De Romeinse kunst overdekte muren en gewelven met schilderingen en ornamenten in gloeiende kleuren, de Gotische kunst beantwoordde aan de eis van een polychroom kerk interieur door de kleurige gloed van de glas-in-loodramen. Ook al de andere voor wierpen, waarop het oog rustte, waren rijk van kleuren voorzien: het „sacrements- huis.ie", de kansel, de balustraden. Tegen een kleurige achtergrond stak het goud van de spijlen af. Ook zuiver architectonische elementen kregen door de kleur eert groter Dlastisch effect: de lijsten en de ribben van het gewelf harmonieerden in rood en goud of blauw en goud, bij de kapitelen stak tegen een rode achtergrond het gewirwar van vergulde bladeren af. Vhn de polychromie in het exterieur van het bouwwerk mogen de baksteengötiek met de glans van haar geglazuurde tichel stenen en de bonte gevels van de Italiaanse gotiek getuigen. Steeds ging het er om, de onderdelen van het bouwwerk door de kleuren duidelijker vtegen elkaar te laten afsteken, de vlakken optisch te ordenen, het geheel door de kleur levendiger te maken. Ook de beeldhouwwerken moesten har monisch mede instemmen in dit gejubel van kleuren: die aan de buitenkant vaak, die aan de binnenkant altijd. En zoals Hellas op dit gebied zijn specialisten had, zo had ook de Gotiek ze: de „Fassmaler" waren het, die het beeldhouwwerk in kleur, in goud te kleden, te „fassen" had den, natuurlijk vooral ter wille van het polychrome effect, maar ook van het con serveren inzonderheid van de houten plas tieken. In tegenstelling tot de.bloeitijd en de laat- Renaissance, deed de vroege tijd van deze periode,- vooral in Spanje en Italië, in Florence, polychrome plastieken van een betoverende schoonheid ontstaan. Het waren meest terracotta's en portretbusten en vooral de altaren der della Robbia's en hun school. In de universele kunst van de barok vierde de polychromie haar laatste en grootste feest. Zoals in de geweldige, door de zoldering heen brekende schijnarchitec- tuur, bouwkunst, beeldhouwkunst en schil derkunst elkaar in stormachtige dynamiek doordrongen en trachtten te 'overtreffen, zo, maakten plastiek en architectuur zich meester-van de-kleurenrijkdom, en vooral. Waren ook de zuiver ti decoratieve poly chromie ,ën dê bazuinstoten van het goud, welkom. Nóg verguldde Rococo zijn ran ken, nog beademde hij zijn houten plastie ken met kleuren dof als in pastel, met Rocaille en Chinoiserie verdwenen echter de kleuren in de beeldhouwkunst en de bouwkunst: het classicisme verdrong de polychromie. Alleen de volkskunst en de kunstnijverheid bleef er aan vasthouden. RA AAR in de „hoge en hogere kunst" vindt men 'pogingen, de veelkleurig heid weer iri ere te herstellen. Steeds vaker, met steeds meer effect verlevendigt men straten en pleinen door polychromie van de gevels. Van buitengewone schoon heid zijn de galvanisch gekleurde bronzen beelden uit later tijd. En onvergetelijk blijft het werk der drie beeldhouwers, die,, in het midden der vorige eeuw geboren, zich met opzienbarend en tijdelijk succes, dat echter slechts kort nawerkte, gewijd hebben aan het weer doen opleven van de polychrome plastiek: de Fransman Er- nest Barrias (gest. in 1905) met zijn mar meren beeldgroepen-; de Münchener Rudolf Maison (gest. in 1904) met zijn polychrome genregroepen en figuren, negers, faunen, dieren; en ongetwijfeld de grootste onder hen, de Leipziger Max Klinger (gest. in 1920). Het mest bekend en van blijvende waarde is wel zijn grafische werk, vooral de „Brahmsphantasie". Geen der moder nen dong zo naar de polychromie als Klin gel", geen van hen worstelde zo fanatiek om het, kleurige beeldhouwwerk naar Grieks voorbeeld tot nieuw leven te wek ken! Daar zijn de reusachtige schilderijen, het „Oordeel van Paris" en „Christus pp de Olympus", van 1887 en 1897, waarvan de monumentale stijl door de polychrome plastiek van de lijsten versterkt en vol tooid moet worden. Dan zijn er zijn „Sa- lome", zijn „Kassandra" uit de jaren 1893 en '94, halve figuren op levensgrootte met virtuose polychrome behandeling van het marmer. Daar is zijn opus magnum, zijn „Beethoven", waaraan Klinger van 1886 tot 1902 gewerkt heeft. Veel bestreden en veel geprezen. Diep in gedachten verzon ken zit de meester op een troonzetel. Veel vuldig allegorisch bijwerk 'neemt overal gestalte aan. De kleurenpracht overwel digt: de troon is verguld brons, het ge waad onyx, het vlees mat gekleurd mar mer. Maar er zit odk ivoor aan en bont glas. En al wil het reuzenwerk ook geen volmaakte eenheid worden, het grijpt tocli aan door de pracht van zijn kleurenrijk dom, de macht van zijn plastische vorm geving. Een gedachte, een droombeeld, dat zich nog in de toestand van materialisatie bevindt, nog in zekere zin onvoltooid, nog niet volledig tot klaarheid gekomen, mis schien door zijn overgrote afmetingen, ook in het geheel niet tot klaarheid te bren- ben; dat zijn de eerste gevoëlens bij het zien van dit geweldige werk in het museum te Leipzig. Ook Klinger heeft aan de moderne beeldhouwkunst de polychromie niet terug kunnen geven. Een genie kan op een ont wikkeling vooruit lopen, maar door het werk van een enkeling laat de ontwikke ling zich niet dwingen. De architectuur van onze dagen toont zich tegenover de polychromie veel minder afwijzénd. dan de beeldhouwkunst. Maar ook hier kan in onze, door onrust en woelingen verstoorde tijdens, een plotselinge wending optreden, hetzij door een teruggrijpen op antieke en middeleeuwse voorbeelden, hetzij en dat is waarschijnlijker door de doprr braak van artistieke invloeden uit de volks gunst of de primitieve kunst. H. St. DE „BEURS" TE HOOFDDORP „Hier klopt het hart van de Haarlemmermeer" In het centrum van Hoofddorp, dus ook iq. het middelpunt van de Haarlemmer meer,. staat een hotel dat de naam „de Beurs" draagt, en waar een grote, ietwat lo|ge zaal aan vast zit onder een klein, eigenaardig torentje, Iedere Donderdag hangt deze zaal vol dichte tabaksdamp. De blauwe nevelen dempen het schaarse licht, dat door de zijramen naar binnen valt, dempen ook het rumoer: schoenengeschui- fel, klompengebonk en het sonore gerom mel van stemmen, dat geregeld onderbro ken- wordt door een oproep „uit"- de grote loudspeakers, „of meneer die-en-die even bij de telefoon wil komen", of door het opschrikkend lawaai, dat de ontmoeting van een oude kennis met zich meé kan brengen. Het is „beurs". Gestalten van allerlei omvang en met allerhande bestemmingen bewegen zich door elkaar, 'staan in groepjes te praten en te luisteren, of zitten veilig afgeschut in de gehuurde nissen, gebarend als Oos terlingen, of onbewogen als Sphinxen in ieder geval ^handelend. En buiten passen twee oude bewakers op hun vervoermiddelen. Deze geven het grif toe: hun taak-is heel wat gemakkelijker dan jaren geleden. Toen plachten de boe ren zich in „tilburies" en andere hoog- wielige rijtuigen naar de beurs te laten jakkeren door vurige pronkstukken uit hun stallen. „Soms gebeurde het, dat we zo'n hon derdtwintig paarden in de gaten moesten houden", vertelt de oudste der twee be waarders, die nu een leger fietsen in het oog houdt. „Maar nu is een paard op de beurs een zeldzaamheid", constateert zijn collega, terwijl hij voor de zoveelste auto een plaats aanwijst in de glimmende en welig-ge- merkte schare welke aan zijn waakzaam heid is toevertrouwd. Automobielen zijn niet zo ongedurig als paarden in weukeloze staat, maar eigenlijk is het romantische leant je van het bewaarders-werk af Reeds in de twintiger jaren dezer eeuw maakten de spannetjes langzamerhand plaats voor fietsen, „Fordjes" en motor rijwielen. Ook de typische blauwe kielen en witte klompen verdwenen. Dit jaar wordt de beurs reeds 85 jaar! Vóór 1863 stond er op de plaats, die nu iedere wéék een bijenkorf is, een van die kleine cafétjes, welke thans nog voorko men op vele kruispunten in de polder. Het onderscheidde zich van de rest door een klein zaaltje met een golf-baari. De be heerder Jan de Vries, die voordien een ander ^handwerk" uitoefende, (hij was de eerste veldwachter die in de Haarlemmer meer kwam en kennis maakte met de toen maals welig tierende misdaad in het ko lonisatiegebied), riep in 1863, op aandrang van verschillende graanhandelaren, alle boeren uit de polder „op, „om op Donder dag, den 5en February, des morgens ten lOen ure te komen tenhuize van onderge- teekende in het logement „de Beurs" aan het Kruisdorp, teneinde aldaar hunne granen en zaden ten verkoop aan te bie denEn dat gebeurde prompt. Uit de steeds toenemende belangstelling bleek dat de boeren deze centralisatie ten volle be aamden tot dusverre waren de graan handelaren bij hem aan huis gekomen. Deze had voor henzelf het grote nut, dat ze, door wekelijks contact met elkaar en met anderen, die ook belang bij de beurs hadden, meer ontwikkeling kregen, het geen juist zo broodnodig was. Er was nog een groot voordeel. Via deze beurs kwant iedere landbouwer in de gelegenheid, een blik te slaan op de wereldmarkt. De generaties die achtereenvolgens de beurs bezochten hebben zeer moeilijke ja ren gekend. „Het is genoeg gebeurd", zo verklapte ons iemand, „dat een boer hier zijn graan moest verkopen, vóór hij de "bakker kon betalen". De beurs liet zich evenwel door niets stagneren. Het bezoek en daarmee de om zetten die al spoedig niet alleen granen en zaden meer behelsden namen der mate toe, dat de heer Treur, de opvolger, van Jan de Vries, zich in 1905 genoodzaakt zag de beursruimte te vergroten. Hij liet de oude zaal „verrollen" en er een nieuwe, stenen naast bouwen. De heer Treur maak te tevens van „de Beurs" een naamloze vennootschap. Zij is uitgegroeid tot een van de grootste landbouwbeurzen van ons land. Tot uit de wijde omtrek komen de boeren hier bij elkaar en de handelaren die men hier aantreft zijn gevestigd in alle delen van het land. Voor de oorlog trokken ook buitenlandse handelaren, gelokt door de goede kwaliteit van het Nederlandse fokvee, naar dit klop pende hart van de Haarlemmermeer. De veehandel is hiei; echter sterk afgenomen sinds deze zich concentreert op de grote Utrechtse veemarkten. „Toch was het hier vroeger levendiger en interessanter", vindt een der oudste beursbezoekers die het dus wel kan weten, „toen de vrije handel nog toegestaan was, voor 1930 en de boeren allen monsters van hun opbrengsten meenamen. Maar het beursbezoek heeft niet onder de „graanwetten" geleden en de richtprijzen die thans door de regering vastgesteld worden, oefenen er evenmin invloed op uit. Haar nut zal de Beurs trouwens door alles heen bewaren omdat ze zo veelzijdig is en bovendien: wij vinden hier Donder- dags altijd alle mensen die wij en die ons nodig hebben". Veelzijdig is de handel zeker. Behalve „hunne granen en zaden" kunnen de agrariërs hier hun hooi en stroo aan de man brengen. Ook veevoeder krielaard- appelen, voederbieten, enz. vindt gre tige aftrek bij de veeboeren uit het Zuiden en Oosten. En wat is er niet allemaal te koop? Kunstmest, gereedschappen het biljart is hier o.a. mee overdekt touw- artilcelen, „en dan de landbouwmachines (waar je buiten] als je niet goed oppast, je benen over breekt", zo vult iemand aan) „maar dat is meer iets van de latere tijd". Op de beurs zijn verder allen, die de landbouwer nuttig kunnen zijn te vinden, zoals expediteurs, verzekeringsagenten, boekhouders enz. De heer Slot, de tegenwoordige beheer der, heeft uitbreidingsplannen maar bij de huidige materialen-positie zal de verwe zenlijking er van nog wel op zich laten wachten. Meer ruimte zou inderdaad wenselijk zijn, het kan veel lenigheid en geduld ver gen om in de overvolle zaal bijvoorbeeld van voren naar achteren te komen, en niet voor niets zitten er bij de ingangen een paar controleurs om overtollige „in filtraties" te voorkomen. Van gedrang is echter geen sprake, want de meeste beursbezoekers, vooral de boe ren, hebben een zeer rekbaar geduld, Wordt bijvoorbeeld de weg van de boer naar de man die hij hebben moet vijf keer versperd door een discussiërende drom mensen, dan Staat er bij elke groep wel iemand die hij toch ook nog even spreken wil. Bovendien moet hij ze immers alle maal de hand drukken, „want iedereen kent hier iedereen". Zo wordt wel tijd verloren maar tegelijk een summum van gemoedelijkheid bereikt. Besmettingsgevaar bij t.b.c. op scholen In Haarlem worden voldoende maatregelen genomen In Maarssen (Utrecht) is bijna de ge hele eerste klasse van een lagere school (27 van de 35 leerlingen) aangetast door tuberculose; blijkbaar waren deze kinderen besmet door een onderwijzer die aan die gevreesde ziekte leed. Dit was voor ons aanleiding om te infor- mei-en hoe het met het besmettingsgevaar op de Haarlemse scholen staat. Dr. W. B. Smit directeur van de Geneeskundige Dienst, wees er op dat er een lacune in de Lager Onderwijswet is. Daarin is wel de verplichting opgenomen dat een onderwij zer zich bij aanstelling moet laten keuren, maar daarmee is de zaak ook afgelopen. Natuurlijk is er kans dat jaren na de keu ring een besmetting optreedt. Hij had de hoofdinspecteur van de Volksgezondheid op die omstandigheid gewezen. Het is aan te nemen dat in die lacune voorzien zal worden. Maar dr. Ómit achtte het onverantwoord in Haarlem op een aanvulling der wet te wachten, temeer dmdat zich in Heemstede ook een droevig geval heeft voorgedaan, waar zeven leerlingen in één klasse be smet werden door een onderwijzer. Het gemeentebestuur werkte mede om het mogelijk te maken4opnieuw het gehele onderwijzend personeel van de openbare en bijzondere scholen te laten doorlichten. Voor èen groot gedeelte is dit al geschied, het resterende deel wordt zo vlug mogelijk afgewerkt. Voor de kinderen was het niet nodig bijzondere maatregelen te nemen. Gedurende de schoolplichtige leeftijd wor den de kinderen namelijk drie keer onder zocht. Daarbij wordt de reactie van Pirquet toegepast. Wanneer die positief is volgt steeds ook een doorlichting. Ook het personeel van de H.B.S.en, Gymnasia en Lycea is doorgelicht. Meteen s;ijn ook maatregelen genomen om de leer lingen dezer scholen (die buiten het me disch schooltoezicht vallen) te doorlichten. Dit werk-is nu nog gaande. Door al deze voorzorgsmaatregelen mo gen wij te Haarlem zo besloot dr, Smit de overtuiging hebben dat gedaan is wat mogelijk is om het besmettingsgevaar tegen te gaan. In Heemstede en Bloemendaal is «ook onlangs het gehele personeel der open bare en bijzondere scholen doorgelicht. Buziau gaat weer optreden Naar wij vernemen zal Buziau dit jaar weer gaan optreden. Hoewel het contract nog niet is getekend, acht men het zeer waarschijnlijk dat de komiek deel zal uit maken van het eerstvolgende Bouwmees ter-schouwspel. Zo zal men Buziau dan na een afwezigheid van vijf jaar weer op de planken kunnen begroeten. BINNENLAND Het stikstofbindingsbedrijf Lutterade zal in de toekomst aanmerkelijk gaan uit breiden. Er staat een project op stapel voor een fabriek voor stikstof. Dit project zal in totaal 35 millioen gulden kosten. Do kosten voor een watergas-installatie, die hiervan een onderdeel uitmaken, bedragen 12 mil lioen gulden. In de toekomst zullen nog een kalksalpeterfabriek, een phosfor-ammonfa- brlek, een salpeterzuurfabriek en een soda- fabriek gebouwd worden. Op 17 December is een roofmoord ge pleegd op de 50-jarige alleenwonende Tj. F. de Boer te Beekbergen, De hoofdcommis saris van politie te Apeldoorn verzoekt thans opsporing en aanhouding van Svbe Appel man. geboren 10 October 1918 te Hollum (Ameland), die zich vermoedelijk te Amster dam bevindt. De politie te 's Gravenhage heeft in arrest gesteld een 47-jarige ambtenaar bij het gemeentelijk bureau voor huisvesting. Hij wordt er van verdacht zich te hebben laten omkopen bij cie toewijzing van een woning. In November werd bij de algemene spaarbanken ingelegd f24.722.183 en terug betaald f 22.723.808 In de eerste elf maanden van 1947 beliepen inleg- en terugbetaling f281.637.248 en f 261.039.737. Bij de bank- spaarbanken waren inleg en terugbetaling in November f 1.830.024 en f 1.752.093 en in de eerste 11 maanden van 1947 123.391.755 en f21.446.427. In Delft heeft de politic twee mannen aangehouden, die met een auto van winkel tot winkel reden en overal pakjes boter kochten tegen inlevering van bonnen. Bij hun aanhouding lagen er 130 pakjes boter in de auto. Daar zij geen verklaring konden geven hoe zij aan zoveel bonnen kwamen zijn zij opgesloten. Vrijdagavond 9 Januari om 20,05 uur zal de minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening, do heer S. L. Mansholt, over Hilversum I en II spreken over de prij zen van onze voedingsmiddelen. De minister zal speciaal een beschouwing wijden aan de Voor de economische politierechter te Rotterdam hebben terecht gestaan de rector en een broeder van het seminarie te Haastrecht. De broeder had in December een aan het seminarie geschonken koe geslacht met. toestemming van de rector. De rector werd veroordeeld tot f 2000 boete en de broe der tot 3 weken gevangenisstraf. Den Haag telde op 1 Januari 1948 ruim 541.000 inwoners. Er zijn 31.000 vrouwen meer dan mannen. Tijdens de bezetting werden 8400 woningen verwoest en ongeveer 20.000 beschadigd. De stad zal dit jaar haar 700-jarig bestaan vieren. De Koningin en Prinses Jnliana hebben in de Amsterdamse Stadsschouwburg een jeugdvoorstelling van „Gysbreght van Aem- stel" bijgewoond. Zij werden met applaus be- groet door het jeugdige publiek dat spontaan het Wilhelmus aanhief. Vertegenwoordigsters van Amsterdamse jeugdorganisaties boden de hoge bezoeksters bloemen aan. HAARLEM EN OMGEVING Dr. II. van der Loos, predikant bij de Nederlands Hervormde Gemeente van Haar lem-Noord heeft bedankt voor het beroep naar Amsterdam (Evangelisatie in Amster dam-Noord i. Op het tweetal voor predikant bij de Chr. Geref. Kerk te IJmuiden zijn geplaatst ds. H. W. Eerland te Dokkum en P. Westerloo te Thesinge. De Haarlemse politic heeft proces-ver baal opgemaakt tegen een groentenhandelaar, die zakjes amandelen van 50 gram verkocht voor f 1,50, hoewel de prijs f 0,29 bedraagt. Honderd zakjes zijn in beslag genomen. Door een raam open te schuiven'heeft men zich toegang verschaft tot een woning aan de Burgwal te Haarlem. Een linnenkast is opengebroken, waaruit distributiekaarten en geld zijn gestolen. Proces-verbaal is opgemaakt tegen een zes en veertig jarige colporteur wegens ver duistering van een bedrag van f 80 ten nadele van een stomerij. Voor de afdeling Haarlem van de Neder landse Vereniging van Huisvrouwen zal me vrouw Sophie de Vries op Woensdag 15 Januari in gebouw „Zang en Vriendschap" - spreken over „Kinderen, ouders en groot ouders". Dinsdag 20 Januari verzorgen Anlc Kamerling en Jaap Veenstra in het Krelage- huis een kleinkunstmiddag en op Vrijdag 30 Januari zal het gezelschap yan Cor Ruys in de Stadsschouwburg een opvoering" geven van „Aan d' oever van een snelle vliet". Woensdag was het 25 jaar geleden, dat de heer' A. Pauw in dienst trad van de Melk inrichting Gebrs. Houtgraaf aan de Klever laan. In het bijzijn van het personeel is de jubilaris in „Rusthoek" gehuldigd. De heer P. Houtgraaf schetste de verdiensten voor het bedrijf en overhandigde een geschenk onder enveloppe. Namens het personeel voer de de heer H. Moleman het woord. Deze bood een fraaie rooktafel aan. Zaterdagavond 10 Januari zal de Har monievereniging „Sursum" te Bloemendaal onder leiding van de heer J. A. Meng in hotel „Vreeburg" een concert geven, waaraan het Nederlands Hervormd Kapelkoor onder leiding van de heer I-I, J. de Haas medewer king verleent. Voor „Les conférences franchises" zal de heer Alfred Pouinard op Woensdag 14 Januari in Brinkmann een lezing houden over de Franse componist Claude Debussy. De kerkeraad der Chr. Geref. Kerk van IJmuiden heeft op het tweetal geplaatst ds. H. W. Eerland te Dokkum en P. Westerloo te Thesinge. De hoofdgroep van het Hoogovenschaakto urnooi te Beverwijk. - V. I. n. r. zittende- Rossolimo (Frankrijk); O'Kelly (België); mevrouw Mulder (lid van de commissie Kottnauer (Tsjechosl.)Wood (Engeland) en staande v. I. n. rKramer (Ned.); v. Steenis (Ned.); v. Scheltinga (Ned.); de Haas (lid van de comm.); Cortlever (Ned.); Veldheer (leider van het tournooi); Prins (Ned.); Henneberke (Ned.); Mulder (lid van de C ommissie). Sinaasappelen op bon 0-89 en 5-89 De voorinleveringsbonnen voor 500 gram sinaasappelen' 0-89 en 5-89 Algemeen, aangewezen op. 18 Dec. 1947, zijn tevens koopbonnen, waarop de groentehandelaren onmiddellijk tot aflevering kunnen over gaan, In de bonnenlij st vaiï deze week zullen opnieuw voorinleveringsbonnen voor 500 gram sinaasappelen bekend worden gemaakt. Chauffeur van autobus bij botsing gedood Gistermorgen botste een autobus van de Westlandse Stoomtram Maatschappij oij Maasland tegen een personenauto van de NIWIN welke uit de richting Rotter dam kwam. De bestuurder van cle bus, de 26-jarige J. Oskam uit Loosduinen, ge huwd en vader van twee kinderen, werd op slag gedood. Vijf buspassagiers werden gewond. Een van hen werd met een ge broken arm naar het ziekenhuis te Vlaar- dingen overgebracht.. De NIWIN-auto reed na de botsing in een sloot. De chauf feur van deze wagen kreeg een hoofdwond. Volgens mededelingen van de politie zou de chauffeur van de bus verzuimd hebben voorrang te verlenen aan de personenauto. LANGE LUCHTREIS VAN SCIIEEPSCYLINDER Uit Prestwick (Schotland) arriveerde gisteravond op Schiphol een scheepscy- linder met een gewicht van 355 kilogram in een kist van ca 3/4 kubieke meter in houd. Vandaag wordt deze kist per K.L.M. naar Johannesburg vervoerd, om vandaar gebracht te worden naar een walvisvaar der in de haven van Kaapstad, welke ge doemd is stil te liggen tot de gebroken cy linder is vervangen. De cylinder zal reeds morgen in Kaapstad zijn na een afstand van ruim 10.000 kilometer te hebben af gelegd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1948 | | pagina 3