Eenagrarischebijenkorf
Hef za! ongeveer tien jaar duren
voor hef mijnengevaar geweken is
Onze beeldhouwers en bouwers
zijn spaarzaam met kleuren
DONDERDAG 8 JANUARI 1948
TJMUIDER COURANT
Nederlandse Roiiteringsdienst geeft de veilige
zeewegen aan
Terwijl twee en half jaar 11a de gewel
dige wereldoorlog nog overal ter wereld
de gevolgen ervan merkbaar zijn en no;
vele jaren zullen blijven, wekken vele
zeeën de indruk of daar althans de voor
oorlogse toestanden zijn teruggekeerd.
De mannen van marine en koopvaardij,
van de visserij en het loodswezen weten
anders. Zij weten, dat de zee, die altijd
aandacht, kennis van zaken, inspanning en
vaak heldendom vraagt, ook nog altijd de
destructieve elementen in zich verborgen
houdt, welke een gevolg zijn van de
oorlog..
Twee en een half jaar geleden weiden
de laatste mijnen in zee geworpen. Nog
acht a tien jaar zal het duren, voordat deze
geen gevaar meer zullen opleveren voor
de scheepvaart. En zou de marine van
de rond de Noordzee gelegen landen hard
aan het werk gaan de Noordzee „schoon
te vegen", dan zouden daar 35 jarqn mee
gemoeid zijn.
Het klinkt weinig hoopvol, maar daar
kan onmiddellijk aan toegevoegd worden,
dat men het allerminst alleen bij de
vastelling van deze gevaren ter zee ge
laten heeft.
Volgens de Grondwet heeft de marine
tot taak de zeewegen open te houden. Het
is van een groot belang voor het inter
nationale zowel als voor het eigen scheep
vaartverkeer, dat de scheepvaart haar
hoogst belangrijke taak veilig kan aan
vullen Aan het verkrijgen dezer veiligheid
werkt de Nederlandse Routeringsdienst in
hoge mate mee. In oorlogstijd is in Enge
land ontstaan de „Naval Control'. Zij gaf
de routes aan, welke de convooien moesten
volgen of instructies aan de afzonderlijk
varende schepen. De vaststelling van die
routes, welke natuurlijk geheim bleef,
hield verband met de bescherming welke
men aan het scheepsverkeer kon geven.
Toen de oorlog 'in Mei 1945 een einde
nam in ons land, bleef het zeeverkeer uit
en naar ons land onder het toezicht van de
„Naval Control".
In de zomer van 1945 gaf de Engelse
admiraal in ons land de leiding aan de
Nederlandse marine over. Een Engelse
„liaison-officer" onderhield het contact
tussen de „Naval Control" en de Neder
landse autoriteiten, zodat de Nederlanders
in deze overgangsperiode o#der de super
visie van de „Naval Contrdl" bleven.
Op 12 September 1945 nam de Neder
landse Routeringsdienst, welke onder de
Commandant Zeemacht Nederland ressor
teert, de zaak zelf in handen.
De „IRRA" wijst de weg.
Op voorstel van Engeland is men ge
komen tot een centrale routeringsdienst'
voor geheel Europa, de IRRA („Interna
tional Routeing and Reporting Authority").
In dit lichaam zijn vele Europese landen,
waaronder ons land, vertegenwoordigd. In
het gebouw der organisatie beschikt men
over een kaartenkamer, waar men de
telkens uit de verschillende landen toege
zonden gegevens aantekent, waardoor men
zich een juist beeld -kan vormen van de
wegen, welke het scheepvaartverkeer te
volgen heeft en welke door de organisatie
als veilig worden beschouwd. Deze veilige
routes zijn geveegd door de mijnenveeg
diensten van de verschillënd'e landen en
worden gepubliceerd na overleg tussen de
'.IRRA" en de „Central Mine Clearance
Board".
Op het ogenblik geeft de „IRRA" en dus
dok de Nederlandse Routeringsdienst ad
viezen. Volgt men het advies niet op, dan
houden verzekerihgsmaatschppijen en de
Raad voor de Scheepvaart daarmede reke
ning bij de beoordelingen van ongevallen.
De Nederlandse Routeringsdienst, 9 die
voor wat zijn toegewezen terrein betreft,
de „IRRA" nauwkeurig op de hoogte houdt,
1 ontvangt wederkerig alle inlichtingen uit
Londen. Zijn officieren zijn uit de ver
schillende havenplaatsen in ons land te-
ruggenomen, doch de loodsdiensten in alle
havens worden geregeld door de Route
ringsdienst te 's-Gravenhage, Lange Vij
verberg 8, op de hoogte gehouden. Alle
nautische inlichtingen wordeh hier ge
geven en over de verschillende havens
verspreid. De kapiteins der schepen kun
nen dus altijd tijdig» de laatste gegevens
ontvangen .voor de veilige vaart.
Het .is voor het internationale verkeer
naar en over ons- land van het grootste
belang, dat de scheepvaart over goede en
volledige inlichtingen beschikt. De Ro.u-
teringsdienst heeft daarin een belangrijke
taak met de mijnenveegdienst en het
loodswezen, dat voor het onderhoud van
ongeveer 60 boeien zorg moet dragen. De
„IRRA" heeft een boek gepubliceerd,
waarin alle bekende gegevens zijn opge
nomen. Dat boek kan men telkens aan
vullen met de inlichtingen, die door de
„IRRA" en dus ook door de Routerings
dienst worden verspreid.
De gegeven routes zijn de meest veilige
wegen over zee. Langs de Nederlandse
Kapitein Lagaay van de H.A.L.
maakt zijn laatste reis
Gezagvoerder Peter Lagaay van de
HollandAmerika Lijn maakt met de
„Veendam", die Maandag van New York
naar Rotterdam is vertrokken, na 41 jaar
in dienst van deze maatschappij te zijn ge
weest zijn laatste reis. Na aankomst te Rot
terdam gaat hij van zijn rust genieten eh
zich aan zijn liefhebberij, de schilderkunst
wijden. Kapitein Lagaay was vooral vóór
de oorlog een goede bekende op de trans-;
atlantische dienst en zeer populair onder
de op winter-cruises verzotte Amerikanen.
Hij werd 22 December 1887 te Rotterdam
geboren en kwam als leerling op de oude
„Noordam". Zijn eerste pommando kreeg
hij in 1923 op het vrachtschip „Breedijk".
In 1940 voerde hij het commando over de
„Westernland" van de Red Star Line,
welke door de H.A.L. was overgenomen.
Het schip bevond zich in het Engelse Ka
naal op het ogenblik van de Duitse invasie
in Nederland. Het werd later, toen de heer
Lagaay voor de geallieerden was geen
varen, het vlaggeschip van de expeditie
naar Dakaronder generaal De Gaulle,
met wie kapitein Lagaay zeer bevriend is
geworden. Veel troepen en krijgsgevan
genen heeft hij tijdens de oorlogsjaren
vervoerd.
De heer Lagaay komt uit een oud ge
slacht van zeevaarders. Toen hij wat meer
van zijn voorouders wilde weten en zelfs
terugging tot 1700 ontdekte hij, dat enkele
van pijn voorvaderen het beroep van pi
raat hadden uitgeoefend! Toen heeft hij
zijn onderzoekingen maar gestaakt....
kust loopt ook een route, welke door
boeien wordt aangegeven. In het zeegebied
ten Westen en Noorden van ons land zijn
gedurende 1947 ongeveer 16 schepen ver
gaan, waarvan zeven Noorse schepen. In
de meeste gevallen heeft men kunnen be
wijzen, dat de schepen buiten de aange
geven route voeren. Ook kwam vast te
staan dat geen enkel schip zijn apparaat
voor demagnetiseririg in gebruik had, of
wel er in het geheel geen bezat. Het is zeer
gewenst, dat schepen gedemagnetiseerd
worden, want groot is het aantal magne
tische mijnen, dat zich buiten de geveegde
kanalen op de zeebodem bevindt. Dit ad
vies zou overbodig zijn indien de zeeman
altijd en onder alle omstandigheden in
staat was zijn schip in de opgegeven route
te houden. Mist, storm en slecht zicht
kunnen dit weieens onmogelijk maken.
Moderne schepen, uitgerust met-de nieuw
ste hulpmiddelen op navigatiegebied zijn
beter in staat in de veilige routes te blij
ven dan een zeilschip. Zo is voorgeschreven
dat alle vissersvaartuigen gedemagneti
seerd moeten worden. a
Voor wat het Zuidelijk deel van de
Noordzee en het Kanaal betreft worden
door de Routeringsdienst visserij-route
instructies verstrekt. Elke visser moet een
dergelijke instructie aan boord hebben.
„De Roeper": een luidklok
In de oorlog haalden de Duitsers de luid
klok uit de toren van de Nederlands Her
vormde Kerk in Santpoort. Een commissie
werd na de bevrijding gevormd, om gelden
voor een plaatsvervanger in te zamelen.
Deze commissie is thans zover, dat men
hoopt de kerk binnenkort van haar;. nieuwe
klok te kunnen voorzien.
Op de aanwinst komt een randschrift: De
Roeper Hij roept U Ned. Herv. Ge
meente Santpoort, gevolgd door !de datum
van plaatsing.
Bovendien wordt de klok voorzien van
een opschrift, waarvoor vele inzendingen
binnenkwamen. Na zorgvuldig overleg is
tenslotte het gedichtje van notaris. >W. A.
Dolleman uit Santpoort gekozen. Dit luidt:
't Behoud der Kerk
Was Godes Werk,
Mijn klank roept uit
Het dankgeluid.
Oorlogsjaren 1940^-1945.
FAILLISSEMENTEN
De Rechtbank te Haarlem heeft in staat
van faillissement verklaard:
Franciscus Jannes van der Werff, stoffeer
der, wonende te Haarlem, Dr. Leydsstr. 107.
Rechter-Commissaris is: mr. N. Smits, Cura
tor: mr. H. J. M. Tonino, advocaat en procu
reur te Haarlem.
De Stichting „Haarlem's Technische
School", gevestigd te Haarlem, Zijlstraat 38.
Rechter-Commissaris: mr. N. Smits. Curator:
mr. A. Beets, advocaat en procureur te
Haarlem.
Bij beschikking van de rechtbank is de
aan Jan Heertjes, handelende onder de naam
aannemingsbedrijf J. Heertjes, wonende te
Santpoort, gem. Velsen, Brederoodseweg no.
90, kantoorhoudende te Haarlem, Nassauplein
4, verleende surséance van betaling inge
trokken.
Wij zijn de veelkleurigheid ontwend, maar in vele perioden
der beschaving was zij een hoogst belangrijk element
riOE KOMT HET, dat beschilderd, bont
plastiek ons verrast? Dat we voor de
veelkleurige (polychrome) beeldhouwwer
ken van de tentoonstelling van Oosten
rijkse Kunst in het Rijksmuseum bewogen
en ontroerd stil stonden, voor de volle
kleurcontrasten yan middeleeuwse schep
pingen, voor het glinsterende goud, waarin
vooral de barok zijn engelen en heiligen
kleedt?
Wij zijn de kleuren aan een beeldhouw
werk ontwend; de eis van een monochrome
plastiek is wel een erfenis van het classi
cisme, maar hangt ongetwijfeld ook sapen
met ons verlangen naar een zuiver gebruikt
van het materiaal: mannier vërtone zich
als marmer, en hout als hout, met alle
adertjes, met alle nerven; alles, wat het
materiaal bedekt en schuil doet gaan stoort
en wekt in ons disharmonie. Bijna zou
men dit ontwend zijn aan de polychromie
bij beeldhouwwerk en hoewel minder
bij architectuur een decadentiever
schijnsel: willen noemen, want kleur, kleur
ook aan het bouwwerk, ook aan beeld
houwwerk, hoort tot de oorspronkelijkste
aesthetische eisen en bekoringen. Als een
modern beeldhouwer zich van polychrome
middelen bedient,, dan wordt dat ih, het.;
algemeen bijna als een misgreep gevoeld,
in ieder geval als een verdacht onder
strepen van een om zo te zeggen vreemde
categorie, wat meestal als een afdwalen
van het eigenlijk architectonische of plas
tische beschouwd wordt. Wax-e volkskunst,
ook echte primitieve kunst, die tot de
kleur door is gedrongen,- is altijd bont,
veelkleurig, polychroom. Maar een ver
loochenen van de kleur, een haar als teveel
voelen, is zeker oolc een kenmerk van
ovemjpheid, een afzakken -naar de ab
stractie; het is de bleekheid der gedachte,
,die zich van de moderne kunst meester
maakte,- het is' het grijs worden van. dé
groene, de gulden levensboom. Men ver
gat, dat de Hesperiden in het verre Westen
gouden appels bewaakten en dat er ook
gouden appels van eeuwige jeugd in-Freya's
tuin groeien. Men vergat en voelde niet
meer, dat geen der cultuur-perioden zich
de polychrome uitdrukkingsmogelijkheid
ontzegd heeft, dat vooral ook de ouden de
kleur boven alles liefhadden, dat de
Griekse bouwwei'ken en de Griekse plas
tieken in glanzende kleurenpracht afstaken
tegen de donkerblauwe hemel, het in de
meedogenloze zon pijnlijk verblindende
wit van het marmer kostelijk brekend.
De ornamenten van de bovenbouw van
de tempel, de triglyphen en metopen, glans
den in even bonte kleuren als de beelden.
De haren werden geel of zwart gekleurd,
de pupillen weergegeven door kleur, door
glazuur of zelfs door edelstenen, de ge
waden waren geheel of althans aan de
zomen beschilderd. Het polychromeren van
beeldhouwwerken, dat optisch verduide
lijken, was in de bloeitijd de taak van bij
zonder geschoolde schilders. Niemand
minder dan Nihias, de grootste van zijn
tijd, beschilderde de beelden van Praxi
teles. Het interieur van het Romeinse huis
straalde in bonte pracht. Het virtu'oos be
heerste mozaiek vormde naast het glas
in lood de ideale synthese van de zuiver
déeoratief gerichte polychromie met het
illustratieve element. De Romeinse kunst
bracht echter ook de „polylithische" sculp
turen. de uit verschillend-gekleurde stuk
ken marmer opgebouwde beeldhouwwer
ken.
Zowel in de Romaanse als in de Goti
sche kunst was de hele kerkruimte poly-
chpom gedacht, niet alleen het altaar, in
zijn verguldsel en veelkleurigheid, als
centrum der aandacht, als „Blickfang" zou
men profaan kunnen zeggen. De Romeinse
kunst overdekte muren en gewelven met
schilderingen en ornamenten in gloeiende
kleuren, de Gotische kunst beantwoordde
aan de eis van een polychroom kerk
interieur door de kleurige gloed van de
glas-in-loodramen. Ook al de andere voor
wierpen, waarop het oog rustte, waren rijk
van kleuren voorzien: het „sacrements-
huis.ie", de kansel, de balustraden. Tegen
een kleurige achtergrond stak het goud van
de spijlen af. Ook zuiver architectonische
elementen kregen door de kleur eert groter
Dlastisch effect: de lijsten en de ribben van
het gewelf harmonieerden in rood en goud
of blauw en goud, bij de kapitelen stak
tegen een rode achtergrond het gewirwar
van vergulde bladeren af.
Vhn de polychromie in het exterieur van
het bouwwerk mogen de baksteengötiek
met de glans van haar geglazuurde tichel
stenen en de bonte gevels van de Italiaanse
gotiek getuigen. Steeds ging het er om,
de onderdelen van het bouwwerk door de
kleuren duidelijker vtegen elkaar te laten
afsteken, de vlakken optisch te ordenen,
het geheel door de kleur levendiger te
maken.
Ook de beeldhouwwerken moesten har
monisch mede instemmen in dit gejubel
van kleuren: die aan de buitenkant vaak,
die aan de binnenkant altijd. En zoals
Hellas op dit gebied zijn specialisten had,
zo had ook de Gotiek ze: de „Fassmaler"
waren het, die het beeldhouwwerk in
kleur, in goud te kleden, te „fassen" had
den, natuurlijk vooral ter wille van het
polychrome effect, maar ook van het con
serveren inzonderheid van de houten plas
tieken.
In tegenstelling tot de.bloeitijd en de laat-
Renaissance, deed de vroege tijd van deze
periode,- vooral in Spanje en Italië, in
Florence, polychrome plastieken van een
betoverende schoonheid ontstaan. Het
waren meest terracotta's en portretbusten
en vooral de altaren der della Robbia's en
hun school.
In de universele kunst van de barok
vierde de polychromie haar laatste en
grootste feest. Zoals in de geweldige, door
de zoldering heen brekende schijnarchitec-
tuur, bouwkunst, beeldhouwkunst en schil
derkunst elkaar in stormachtige dynamiek
doordrongen en trachtten te 'overtreffen,
zo, maakten plastiek en architectuur zich
meester-van de-kleurenrijkdom, en vooral.
Waren ook de zuiver ti decoratieve poly
chromie ,ën dê bazuinstoten van het goud,
welkom. Nóg verguldde Rococo zijn ran
ken, nog beademde hij zijn houten plastie
ken met kleuren dof als in pastel, met
Rocaille en Chinoiserie verdwenen echter
de kleuren in de beeldhouwkunst en de
bouwkunst: het classicisme verdrong de
polychromie. Alleen de volkskunst en de
kunstnijverheid bleef er aan vasthouden.
RA AAR in de „hoge en hogere kunst"
vindt men 'pogingen, de veelkleurig
heid weer iri ere te herstellen. Steeds
vaker, met steeds meer effect verlevendigt
men straten en pleinen door polychromie
van de gevels. Van buitengewone schoon
heid zijn de galvanisch gekleurde bronzen
beelden uit later tijd. En onvergetelijk
blijft het werk der drie beeldhouwers, die,,
in het midden der vorige eeuw geboren,
zich met opzienbarend en tijdelijk succes,
dat echter slechts kort nawerkte, gewijd
hebben aan het weer doen opleven van
de polychrome plastiek: de Fransman Er-
nest Barrias (gest. in 1905) met zijn mar
meren beeldgroepen-; de Münchener Rudolf
Maison (gest. in 1904) met zijn polychrome
genregroepen en figuren, negers, faunen,
dieren; en ongetwijfeld de grootste onder
hen, de Leipziger Max Klinger (gest. in
1920). Het mest bekend en van blijvende
waarde is wel zijn grafische werk, vooral
de „Brahmsphantasie". Geen der moder
nen dong zo naar de polychromie als Klin
gel", geen van hen worstelde zo fanatiek
om het, kleurige beeldhouwwerk naar
Grieks voorbeeld tot nieuw leven te wek
ken! Daar zijn de reusachtige schilderijen,
het „Oordeel van Paris" en „Christus pp de
Olympus", van 1887 en 1897, waarvan de
monumentale stijl door de polychrome
plastiek van de lijsten versterkt en vol
tooid moet worden. Dan zijn er zijn „Sa-
lome", zijn „Kassandra" uit de jaren 1893
en '94, halve figuren op levensgrootte met
virtuose polychrome behandeling van het
marmer. Daar is zijn opus magnum, zijn
„Beethoven", waaraan Klinger van 1886
tot 1902 gewerkt heeft. Veel bestreden en
veel geprezen. Diep in gedachten verzon
ken zit de meester op een troonzetel. Veel
vuldig allegorisch bijwerk 'neemt overal
gestalte aan. De kleurenpracht overwel
digt: de troon is verguld brons, het ge
waad onyx, het vlees mat gekleurd mar
mer. Maar er zit odk ivoor aan en bont
glas. En al wil het reuzenwerk ook geen
volmaakte eenheid worden, het grijpt tocli
aan door de pracht van zijn kleurenrijk
dom, de macht van zijn plastische vorm
geving. Een gedachte, een droombeeld, dat
zich nog in de toestand van materialisatie
bevindt, nog in zekere zin onvoltooid, nog
niet volledig tot klaarheid gekomen, mis
schien door zijn overgrote afmetingen, ook
in het geheel niet tot klaarheid te bren-
ben; dat zijn de eerste gevoëlens bij het zien
van dit geweldige werk in het museum
te Leipzig.
Ook Klinger heeft aan de moderne
beeldhouwkunst de polychromie niet terug
kunnen geven. Een genie kan op een ont
wikkeling vooruit lopen, maar door het
werk van een enkeling laat de ontwikke
ling zich niet dwingen. De architectuur van
onze dagen toont zich tegenover de
polychromie veel minder afwijzénd. dan
de beeldhouwkunst. Maar ook hier kan in
onze, door onrust en woelingen verstoorde
tijdens, een plotselinge wending optreden,
hetzij door een teruggrijpen op antieke en
middeleeuwse voorbeelden, hetzij en
dat is waarschijnlijker door de doprr
braak van artistieke invloeden uit de volks
gunst of de primitieve kunst. H. St.
DE „BEURS" TE HOOFDDORP
„Hier klopt het hart van de Haarlemmermeer"
In het centrum van Hoofddorp, dus ook
iq. het middelpunt van de Haarlemmer
meer,. staat een hotel dat de naam „de
Beurs" draagt, en waar een grote, ietwat
lo|ge zaal aan vast zit onder een klein,
eigenaardig torentje, Iedere Donderdag
hangt deze zaal vol dichte tabaksdamp. De
blauwe nevelen dempen het schaarse licht,
dat door de zijramen naar binnen valt,
dempen ook het rumoer: schoenengeschui-
fel, klompengebonk en het sonore gerom
mel van stemmen, dat geregeld onderbro
ken- wordt door een oproep „uit"- de grote
loudspeakers, „of meneer die-en-die even
bij de telefoon wil komen", of door het
opschrikkend lawaai, dat de ontmoeting
van een oude kennis met zich meé kan
brengen.
Het is „beurs".
Gestalten van allerlei omvang en met
allerhande bestemmingen bewegen zich
door elkaar, 'staan in groepjes te praten
en te luisteren, of zitten veilig afgeschut
in de gehuurde nissen, gebarend als Oos
terlingen, of onbewogen als Sphinxen
in ieder geval ^handelend.
En buiten passen twee oude bewakers
op hun vervoermiddelen. Deze geven het
grif toe: hun taak-is heel wat gemakkelijker
dan jaren geleden. Toen plachten de boe
ren zich in „tilburies" en andere hoog-
wielige rijtuigen naar de beurs te laten
jakkeren door vurige pronkstukken uit
hun stallen.
„Soms gebeurde het, dat we zo'n hon
derdtwintig paarden in de gaten moesten
houden", vertelt de oudste der twee be
waarders, die nu een leger fietsen in het
oog houdt.
„Maar nu is een paard op de beurs een
zeldzaamheid", constateert zijn collega,
terwijl hij voor de zoveelste auto een plaats
aanwijst in de glimmende en welig-ge-
merkte schare welke aan zijn waakzaam
heid is toevertrouwd. Automobielen zijn
niet zo ongedurig als paarden in weukeloze
staat, maar eigenlijk is het romantische
leant je van het bewaarders-werk af
Reeds in de twintiger jaren dezer eeuw
maakten de spannetjes langzamerhand
plaats voor fietsen, „Fordjes" en motor
rijwielen. Ook de typische blauwe kielen
en witte klompen verdwenen.
Dit jaar wordt de beurs reeds 85 jaar!
Vóór 1863 stond er op de plaats, die nu
iedere wéék een bijenkorf is, een van die
kleine cafétjes, welke thans nog voorko
men op vele kruispunten in de polder. Het
onderscheidde zich van de rest door een
klein zaaltje met een golf-baari. De be
heerder Jan de Vries, die voordien een
ander ^handwerk" uitoefende, (hij was de
eerste veldwachter die in de Haarlemmer
meer kwam en kennis maakte met de toen
maals welig tierende misdaad in het ko
lonisatiegebied), riep in 1863, op aandrang
van verschillende graanhandelaren, alle
boeren uit de polder „op, „om op Donder
dag, den 5en February, des morgens ten
lOen ure te komen tenhuize van onderge-
teekende in het logement „de Beurs" aan
het Kruisdorp, teneinde aldaar hunne
granen en zaden ten verkoop aan te bie
denEn dat gebeurde prompt. Uit de
steeds toenemende belangstelling bleek dat
de boeren deze centralisatie ten volle be
aamden tot dusverre waren de graan
handelaren bij hem aan huis gekomen.
Deze had voor henzelf het grote nut, dat
ze, door wekelijks contact met elkaar en
met anderen, die ook belang bij de beurs
hadden, meer ontwikkeling kregen, het
geen juist zo broodnodig was. Er was nog
een groot voordeel. Via deze beurs kwant
iedere landbouwer in de gelegenheid, een
blik te slaan op de wereldmarkt.
De generaties die achtereenvolgens de
beurs bezochten hebben zeer moeilijke ja
ren gekend. „Het is genoeg gebeurd", zo
verklapte ons iemand, „dat een boer hier
zijn graan moest verkopen, vóór hij de
"bakker kon betalen".
De beurs liet zich evenwel door niets
stagneren. Het bezoek en daarmee de om
zetten die al spoedig niet alleen granen
en zaden meer behelsden namen der
mate toe, dat de heer Treur, de opvolger,
van Jan de Vries, zich in 1905 genoodzaakt
zag de beursruimte te vergroten. Hij liet
de oude zaal „verrollen" en er een nieuwe,
stenen naast bouwen. De heer Treur maak
te tevens van „de Beurs" een naamloze
vennootschap. Zij is uitgegroeid tot een
van de grootste landbouwbeurzen van ons
land. Tot uit de wijde omtrek komen de
boeren hier bij elkaar en de handelaren
die men hier aantreft zijn gevestigd in alle
delen van het land.
Voor de oorlog trokken ook buitenlandse
handelaren, gelokt door de goede kwaliteit
van het Nederlandse fokvee, naar dit klop
pende hart van de Haarlemmermeer. De
veehandel is hiei; echter sterk afgenomen
sinds deze zich concentreert op de grote
Utrechtse veemarkten.
„Toch was het hier vroeger levendiger
en interessanter", vindt een der oudste
beursbezoekers die het dus wel kan weten,
„toen de vrije handel nog toegestaan was,
voor 1930 en de boeren allen monsters
van hun opbrengsten meenamen. Maar
het beursbezoek heeft niet onder de
„graanwetten" geleden en de richtprijzen
die thans door de regering vastgesteld
worden, oefenen er evenmin invloed op
uit. Haar nut zal de Beurs trouwens door
alles heen bewaren omdat ze zo veelzijdig
is en bovendien: wij vinden hier Donder-
dags altijd alle mensen die wij en die
ons nodig hebben".
Veelzijdig is de handel zeker. Behalve
„hunne granen en zaden" kunnen de
agrariërs hier hun hooi en stroo aan de
man brengen. Ook veevoeder krielaard-
appelen, voederbieten, enz. vindt gre
tige aftrek bij de veeboeren uit het Zuiden
en Oosten. En wat is er niet allemaal te
koop? Kunstmest, gereedschappen het
biljart is hier o.a. mee overdekt touw-
artilcelen, „en dan de landbouwmachines
(waar je buiten] als je niet goed oppast,
je benen over breekt", zo vult iemand aan)
„maar dat is meer iets van de latere tijd".
Op de beurs zijn verder allen, die de
landbouwer nuttig kunnen zijn te vinden,
zoals expediteurs, verzekeringsagenten,
boekhouders enz.
De heer Slot, de tegenwoordige beheer
der, heeft uitbreidingsplannen maar bij de
huidige materialen-positie zal de verwe
zenlijking er van nog wel op zich laten
wachten.
Meer ruimte zou inderdaad wenselijk
zijn, het kan veel lenigheid en geduld ver
gen om in de overvolle zaal bijvoorbeeld
van voren naar achteren te komen, en
niet voor niets zitten er bij de ingangen
een paar controleurs om overtollige „in
filtraties" te voorkomen.
Van gedrang is echter geen sprake, want
de meeste beursbezoekers, vooral de boe
ren, hebben een zeer rekbaar geduld,
Wordt bijvoorbeeld de weg van de boer
naar de man die hij hebben moet vijf keer
versperd door een discussiërende drom
mensen, dan Staat er bij elke groep wel
iemand die hij toch ook nog even spreken
wil. Bovendien moet hij ze immers alle
maal de hand drukken, „want iedereen
kent hier iedereen". Zo wordt wel tijd
verloren maar tegelijk een summum van
gemoedelijkheid bereikt.
Besmettingsgevaar bij
t.b.c. op scholen
In Haarlem worden voldoende
maatregelen genomen
In Maarssen (Utrecht) is bijna de ge
hele eerste klasse van een lagere school
(27 van de 35 leerlingen) aangetast door
tuberculose; blijkbaar waren deze kinderen
besmet door een onderwijzer die aan die
gevreesde ziekte leed.
Dit was voor ons aanleiding om te infor-
mei-en hoe het met het besmettingsgevaar
op de Haarlemse scholen staat. Dr. W. B.
Smit directeur van de Geneeskundige
Dienst, wees er op dat er een lacune in de
Lager Onderwijswet is. Daarin is wel de
verplichting opgenomen dat een onderwij
zer zich bij aanstelling moet laten keuren,
maar daarmee is de zaak ook afgelopen.
Natuurlijk is er kans dat jaren na de keu
ring een besmetting optreedt. Hij had de
hoofdinspecteur van de Volksgezondheid
op die omstandigheid gewezen. Het is aan
te nemen dat in die lacune voorzien zal
worden.
Maar dr. Ómit achtte het onverantwoord
in Haarlem op een aanvulling der wet te
wachten, temeer dmdat zich in Heemstede
ook een droevig geval heeft voorgedaan,
waar zeven leerlingen in één klasse be
smet werden door een onderwijzer.
Het gemeentebestuur werkte mede om
het mogelijk te maken4opnieuw het gehele
onderwijzend personeel van de openbare
en bijzondere scholen te laten doorlichten.
Voor èen groot gedeelte is dit al geschied,
het resterende deel wordt zo vlug mogelijk
afgewerkt. Voor de kinderen was het niet
nodig bijzondere maatregelen te nemen.
Gedurende de schoolplichtige leeftijd wor
den de kinderen namelijk drie keer onder
zocht. Daarbij wordt de reactie van Pirquet
toegepast. Wanneer die positief is volgt
steeds ook een doorlichting.
Ook het personeel van de H.B.S.en,
Gymnasia en Lycea is doorgelicht. Meteen
s;ijn ook maatregelen genomen om de leer
lingen dezer scholen (die buiten het me
disch schooltoezicht vallen) te doorlichten.
Dit werk-is nu nog gaande.
Door al deze voorzorgsmaatregelen mo
gen wij te Haarlem zo besloot dr, Smit
de overtuiging hebben dat gedaan is
wat mogelijk is om het besmettingsgevaar
tegen te gaan.
In Heemstede en Bloemendaal is «ook
onlangs het gehele personeel der open
bare en bijzondere scholen doorgelicht.
Buziau gaat weer optreden
Naar wij vernemen zal Buziau dit jaar
weer gaan optreden. Hoewel het contract
nog niet is getekend, acht men het zeer
waarschijnlijk dat de komiek deel zal uit
maken van het eerstvolgende Bouwmees
ter-schouwspel. Zo zal men Buziau dan
na een afwezigheid van vijf jaar weer op
de planken kunnen begroeten.
BINNENLAND
Het stikstofbindingsbedrijf Lutterade
zal in de toekomst aanmerkelijk gaan uit
breiden. Er staat een project op stapel voor
een fabriek voor stikstof. Dit project zal in
totaal 35 millioen gulden kosten. Do kosten
voor een watergas-installatie, die hiervan
een onderdeel uitmaken, bedragen 12 mil
lioen gulden. In de toekomst zullen nog een
kalksalpeterfabriek, een phosfor-ammonfa-
brlek, een salpeterzuurfabriek en een soda-
fabriek gebouwd worden.
Op 17 December is een roofmoord ge
pleegd op de 50-jarige alleenwonende Tj. F.
de Boer te Beekbergen, De hoofdcommis
saris van politie te Apeldoorn verzoekt thans
opsporing en aanhouding van Svbe Appel
man. geboren 10 October 1918 te Hollum
(Ameland), die zich vermoedelijk te Amster
dam bevindt.
De politie te 's Gravenhage heeft in
arrest gesteld een 47-jarige ambtenaar bij het
gemeentelijk bureau voor huisvesting. Hij
wordt er van verdacht zich te hebben laten
omkopen bij cie toewijzing van een woning.
In November werd bij de algemene
spaarbanken ingelegd f24.722.183 en terug
betaald f 22.723.808 In de eerste elf maanden
van 1947 beliepen inleg- en terugbetaling
f281.637.248 en f 261.039.737. Bij de bank-
spaarbanken waren inleg en terugbetaling in
November f 1.830.024 en f 1.752.093 en in de
eerste 11 maanden van 1947 123.391.755 en
f21.446.427.
In Delft heeft de politic twee mannen
aangehouden, die met een auto van winkel
tot winkel reden en overal pakjes boter
kochten tegen inlevering van bonnen. Bij
hun aanhouding lagen er 130 pakjes boter in
de auto. Daar zij geen verklaring konden
geven hoe zij aan zoveel bonnen kwamen
zijn zij opgesloten.
Vrijdagavond 9 Januari om 20,05 uur zal
de minister van Landbouw, Visserij en
Voedselvoorziening, do heer S. L. Mansholt,
over Hilversum I en II spreken over de prij
zen van onze voedingsmiddelen. De minister
zal speciaal een beschouwing wijden aan de
Voor de economische politierechter te
Rotterdam hebben terecht gestaan de rector
en een broeder van het seminarie te
Haastrecht. De broeder had in December een
aan het seminarie geschonken koe geslacht
met. toestemming van de rector. De rector
werd veroordeeld tot f 2000 boete en de broe
der tot 3 weken gevangenisstraf.
Den Haag telde op 1 Januari 1948 ruim
541.000 inwoners. Er zijn 31.000 vrouwen meer
dan mannen. Tijdens de bezetting werden
8400 woningen verwoest en ongeveer 20.000
beschadigd. De stad zal dit jaar haar 700-jarig
bestaan vieren.
De Koningin en Prinses Jnliana hebben
in de Amsterdamse Stadsschouwburg een
jeugdvoorstelling van „Gysbreght van Aem-
stel" bijgewoond. Zij werden met applaus be-
groet door het jeugdige publiek dat spontaan
het Wilhelmus aanhief. Vertegenwoordigsters
van Amsterdamse jeugdorganisaties boden de
hoge bezoeksters bloemen aan.
HAARLEM EN OMGEVING
Dr. II. van der Loos, predikant bij de
Nederlands Hervormde Gemeente van Haar
lem-Noord heeft bedankt voor het beroep
naar Amsterdam (Evangelisatie in Amster
dam-Noord i.
Op het tweetal voor predikant bij de
Chr. Geref. Kerk te IJmuiden zijn geplaatst
ds. H. W. Eerland te Dokkum en P. Westerloo
te Thesinge.
De Haarlemse politic heeft proces-ver
baal opgemaakt tegen een groentenhandelaar,
die zakjes amandelen van 50 gram verkocht
voor f 1,50, hoewel de prijs f 0,29 bedraagt.
Honderd zakjes zijn in beslag genomen.
Door een raam open te schuiven'heeft
men zich toegang verschaft tot een woning
aan de Burgwal te Haarlem. Een linnenkast
is opengebroken, waaruit distributiekaarten
en geld zijn gestolen.
Proces-verbaal is opgemaakt tegen een
zes en veertig jarige colporteur wegens ver
duistering van een bedrag van f 80 ten nadele
van een stomerij.
Voor de afdeling Haarlem van de Neder
landse Vereniging van Huisvrouwen zal me
vrouw Sophie de Vries op Woensdag 15
Januari in gebouw „Zang en Vriendschap" -
spreken over „Kinderen, ouders en groot
ouders". Dinsdag 20 Januari verzorgen Anlc
Kamerling en Jaap Veenstra in het Krelage-
huis een kleinkunstmiddag en op Vrijdag 30
Januari zal het gezelschap yan Cor Ruys in
de Stadsschouwburg een opvoering" geven
van „Aan d' oever van een snelle vliet".
Woensdag was het 25 jaar geleden, dat
de heer' A. Pauw in dienst trad van de Melk
inrichting Gebrs. Houtgraaf aan de Klever
laan. In het bijzijn van het personeel is de
jubilaris in „Rusthoek" gehuldigd. De heer
P. Houtgraaf schetste de verdiensten voor
het bedrijf en overhandigde een geschenk
onder enveloppe. Namens het personeel voer
de de heer H. Moleman het woord. Deze bood
een fraaie rooktafel aan.
Zaterdagavond 10 Januari zal de Har
monievereniging „Sursum" te Bloemendaal
onder leiding van de heer J. A. Meng in
hotel „Vreeburg" een concert geven, waaraan
het Nederlands Hervormd Kapelkoor onder
leiding van de heer I-I, J. de Haas medewer
king verleent.
Voor „Les conférences franchises" zal
de heer Alfred Pouinard op Woensdag 14
Januari in Brinkmann een lezing houden
over de Franse componist Claude Debussy.
De kerkeraad der Chr. Geref. Kerk van
IJmuiden heeft op het tweetal geplaatst ds.
H. W. Eerland te Dokkum en P. Westerloo te
Thesinge.
De hoofdgroep van het Hoogovenschaakto urnooi te Beverwijk. - V. I. n. r. zittende-
Rossolimo (Frankrijk); O'Kelly (België); mevrouw Mulder (lid van de commissie
Kottnauer (Tsjechosl.)Wood (Engeland) en staande v. I. n. rKramer (Ned.); v.
Steenis (Ned.); v. Scheltinga (Ned.); de Haas (lid van de comm.); Cortlever (Ned.);
Veldheer (leider van het tournooi); Prins (Ned.); Henneberke (Ned.); Mulder (lid
van de C ommissie).
Sinaasappelen op
bon 0-89 en 5-89
De voorinleveringsbonnen voor 500 gram
sinaasappelen' 0-89 en 5-89 Algemeen,
aangewezen op. 18 Dec. 1947, zijn tevens
koopbonnen, waarop de groentehandelaren
onmiddellijk tot aflevering kunnen over
gaan, In de bonnenlij st vaiï deze week
zullen opnieuw voorinleveringsbonnen voor
500 gram sinaasappelen bekend worden
gemaakt.
Chauffeur van autobus
bij botsing gedood
Gistermorgen botste een autobus van
de Westlandse Stoomtram Maatschappij
oij Maasland tegen een personenauto van
de NIWIN welke uit de richting Rotter
dam kwam. De bestuurder van cle bus, de
26-jarige J. Oskam uit Loosduinen, ge
huwd en vader van twee kinderen, werd
op slag gedood. Vijf buspassagiers werden
gewond. Een van hen werd met een ge
broken arm naar het ziekenhuis te Vlaar-
dingen overgebracht.. De NIWIN-auto
reed na de botsing in een sloot. De chauf
feur van deze wagen kreeg een hoofdwond.
Volgens mededelingen van de politie zou
de chauffeur van de bus verzuimd hebben
voorrang te verlenen aan de personenauto.
LANGE LUCHTREIS VAN
SCIIEEPSCYLINDER
Uit Prestwick (Schotland) arriveerde
gisteravond op Schiphol een scheepscy-
linder met een gewicht van 355 kilogram
in een kist van ca 3/4 kubieke meter in
houd. Vandaag wordt deze kist per K.L.M.
naar Johannesburg vervoerd, om vandaar
gebracht te worden naar een walvisvaar
der in de haven van Kaapstad, welke ge
doemd is stil te liggen tot de gebroken cy
linder is vervangen. De cylinder zal reeds
morgen in Kaapstad zijn na een afstand
van ruim 10.000 kilometer te hebben af
gelegd.