De VI amingen en Wij CHEFAROX Literaire karnt f elk eis legen De 9 Muzen Madame la Mode Een tekenaar ontdekt de muziek Bloesemwonder op Schoonenberg ZATERDAG 10 JANUARI 1948 GERRIT ACHTERBERG: „Eurydice" (Het Spectrum, Utrecht) „Doornroosje" (F. G. Kroonder, Bussum) T"\AT GERRIT ACHTERBERG's gedich- ^ten in een land dat toch een zo betrek kelijk gering aantal verzenlezers telt, éen meer dan gewone bewondering wekken, t moet wel een teken zijn en een verheu gend teken dat bij.een ruimer deel van het lezend publiek een intuïtie aanwezig is voor wat het middelmatige en gangbare te boven gaat, dan men zou verwachten. En dit is des te opmerkelijker, daar Achter- berg's gedichten zich allerminst onderschei den door poëtische taal, in het gehoor lig gende vers-toon, licht meevoelbaar rhyth- me en zeker niet door een beeldencode, een symbolentaal, die voor een ieder toeganke lijk is. Men kan gerust zeggen: integen deel; men moet of door een soortgelijke levensbeproeving bezocht zijn of over een ongemeen sterke verbeeldings- en inle- vingskracht beschikken, wil men in deze allerpersoonlijkste uitdrukking van een, allerpersoonlijkste zielsbelevenis het boven persoonlijke verstaan en wel zo diep en aangegrepen verstaan, dat men de groots heid en zeldzaamheid van dit dichtersschap waarvan men in de Europese letterkun de moeilijk een evenbeeld zal vinden onderkent, eert en liefheeft. Deze veelheid van verzen Achter- berg's werk van na de oorlog omvat nu 8 bundels, niet meegeteld- dan zijn „Crypto- gamen", waarin vooroorlogs werk is samen gevat zijn vrucht van een Vel uitzon derlijke begaafdheid: macht over de taal in de volstrektste soberheid, een verrassend en volkomen oorspronkelijk beeldend vermo gen, een onmiddellijkheid van zeggen als onze dichtkunst nauwelijks kent en een diepte van leven, denken en ondergaan, die elk vers zo ver weg voert tot de ijlste klaarte van het menselijk beleefbare alsof er aan deze dichtwereld-een dimensie van visie was toegevoegd. En toch zijn al deze gedichten gebouwd op één en hetzelfde thema, voortgekomen uit één en dezelfde smart: het ver-lies door de dood van de geliefde. Wel diep moet deze bron zijn, wel ver innigd tot een hevige zielskracht deze lief de, om door de zon van een zo brandend verlangen naar hereniging niet verdroogd te zijn. In een wereld der verbeelding, die meer dan een droom is, zelfs meer dan een „fata morgana", zijn de tegenstellingen tussen leven en dood weggevallen, is de dood opgeheven: de gestorven geliefde is alomtegenwoordig in een tweede werke lijkheid, die in de gangbare werkelijkheid Is ingebouwd. Overal heeft de verlangen- stillende ontmoeting plaats tussen haar en de dichter. Het is een ontmoeting halver wege: de aardse mens breekt met de innig ste kracht door de begrenzingen van dit leven heen en streeft herwaarts, en zij, die niet meer tot dit leven behoort, verijlt niet in de eeuwigheid, maar openbaart zich in telkens andere verschijning, maar met het immer zelfde wezen: dat van de bovenal beminde, aan-de levensgenoot die zij hier moest achterlaten, omdat hij het is in wie zij als levens- en liefdevorm volmaakt aan wezig blijft en mét wie zij dus nog aan dit aardse verbonden is, in 's dichters verbeel ding, in 's dichters droom. In de ogenblik ken waarin het verlossende visioen der hereniging in hem tot gedicht wordt, is er geen sprake meer van tijd, van verleden, van een „voorbij"; het is een telkens her nieuwd één-zijn, niet als geschenk der herinnering, maar als actuele belevenis. De heengegane slaapt, als „Doornroosje", maar een niet aflatende kracht in de dichter weet haar telkens te wekken, weet steeds weer met haar te verkeren. „Ik leef van binnen eender met U door"; en zo is de dichter als aards-voortbestaande, maar met een on stilbaar verlangen over de grenzen van het leven heenreikende mens, het aanvullende deel het „compliment" van de onstof felijke geliefde: een eenheid, die niet met de zintuigen binnen de werkelijkheid be leefd kan worden, maar enkel in het ge boorteproces van het gedicht. De dichter weet het: „Wat eenmaal plaats gehad heeft kan niet meer ontkomen aan 't verbruikte kwantum tijd, dat het gehouden houdt als water zuurstof. Maar als de stroom van het gedicht zijn vuurslag door de verbinding slaat wordt gij bevrijd van 't eeuwig onherroepelijk weleer." Achterberg is er zich bewust van geweest, hoe broos de droom, waarvan zijn vroegere bundels vervuld waren, is en wat hem, achtergeblevene, aan eenzaamheid te wach ten staat, als deze „droom" versaagt. Het is daarom dat hij het zielsverkeer met de onafscheidelijk geliefde heeft willen be veiligen, door langs de weg van het weten schappelijk denken dat der moderne natuurwetenschap de bevestiging te vin den van wat hij met een zo hevig verlan gen innerlijk ervoer: dat de grens tussen leven en nieVmeer-leven in wezen niet Hypnose f Een psycho-analyst, Ousby genaamd, die in Sydney een experiment hield in 1 massa-hypnose per radiozag, toen hij 5 zich van de microfoon afwendde, een twintigtal van de dertig in de studio aanwezige personen in trance verkeren. Toen hij doende was deze personen tot S het normale bewustzijn terug te brengen, werd de studio van vele kanten opgebeld door verontwaardigde luiste- raars, die mededeelden, dat personen uit hun familiekring, rond de radio ge- schaard, eveneens „buiten westen" ge- raakt waren. Ousby adviseerde de i „knock-out" geraakten bij- te brengen j door middel van een tik tegen de wang. Een dame belde nogmaals op met de mededeling dat zij, ook met tikken haar man maar niet bij kon krijgen. Zij voegde er aan toe, niet te weten of man- lief nu door het experiment van Ousby j in trance ivas geraakt, of tijdelijk in het S Nirwana verkeerde tengevolge van het feit, dat het zoontje een stuk speelgoed S op pa's hoofd had laten vallen Agenda voor Haarlem Stadsschouwburg: ABC-Cabaret „Salto Mortale", 8 uur. Frans Hals: „Minnebrieven", toeg. 14 j., 2.30, 7.00 en 9.15 uur. Rembrandt: „Houdt de dief", 14 j., 2.00, 4.15, 7.00 en 9.15 uur. Palace: „De zoon van Monte Cristo", toeg. bov. 14 j., 2.00, 4.15, 7.00 en 9.15 uur. Luxor: „Het wonder van de 34ste straat", alle leeft., 2.00, 4.15, 7.00 en 9.15 uur. City: „Belle of the Yukon", 14 j., 2.15, 4.30, 7.00 en 9.15 uur. Spaarne: „De zwarte zweep van Zorro", 14 j.. 2.30. 7.00 en 9.15 Our. ZONDAG 11 JANUARI Stadsschouwburg: ABC-Cabaret „Salto- Mortale", 8 uur. Bioscopen: Middag- en avondvoorstellingen. MAANDAG 12 JANUARI Bioscopen: Middag- en avondvoorstellingen. verschilt van die tussen verschillende vor men van leven: de dood is een levensvorm en de geliefde dus niet een afgestorvene, maar een anders-levende, met wie in de begenadigde ogenblikken van een versge boorte het intiemste zielsverkeer kan on derhouden worden. Zo voegt Achterberg in een aantal bundels aan zijn beelden vele toe, die ontleend zijn aan de natuurweten schap beelden waarin de gevoelsgeladen heid zich verheldert alsof het klaarste wa ter komt stromen uit een verborgen oer bron: koel, doorzichtig, zuiver. Hadden vroegere bundels doen vrezen, dat deze poëzie nu zou kunnen verstarren in het wijsgerig beeld, „Doornroosje" breekt ook hier doorheen en verleent aan de ge dichten van deze bundel de ontroerende synthese tussen het romantisch oneindig heidsverlangen van droom, gevoel, visioen, èn van de beredeneerde zekerheid der mo derne wetenschap. Hiermede is alleen de aard van Achter- berg's werk aangeduid meer niet, maar in voldoende mate toch, om de voor menige verzenlezer zo moeilijk toegankelijke cryp tische dichtertaal van één onzer grootsten verstaanbaarder te maken. Ik besluit met een citaat. Des nachts heeft een verrukkende ontmoeting tussen dichter en ontslapene plaats gehad in een geschenk der verbeelding, dat aards en bovenaards tegelijk is. En als hij, de dichter, „in ochtendwaak", als vaak, „de zoete stuif meel van het woord te mengen ligt met haar wezen", worden deze onvergankelijke dichtregels geschreven: „Morgen van £ijde en zonder vrees, dat het des nachts geschiede in leugen zal ontvlieden. Er is geen donker tevergeefs." Deze milde morgen draagt héar zachtheid in zijde ze is in deze morgen, zoals ze telkens weer verschijnt, in gedichten die in hoogste liefdeshereniging elke sentimenta liteit verre, verre onder zich gelaten hebben. C. J. E. DINAUX. Ministers naar Luxemburg Op 29 en 30 Januari zal weer een bij eenkomst van ministers van de drie Be- nelux-landen gehouden worden, thans in Luxemburg. Van Nederlandse zijde zullen waarschijnlijk aan deze samenkomst deel nemen de ministers Van Boetzelaer, Mansholt, Vos en Huysmans. Deens danspaar naar Nederland. Kirsten en Borge Ralov. de kalassieke dansers van dc Koninklijke opera te Kopenhagen zullen naar Nederland komen. Zij zullen enige dans avonden geven met éen klassiek repertoire. Nederland in de branding. De eerste aflevering van de nieuwe ..March of time"- serie. een reeks door de MPEA uitgebrachte filmreportages, zal getiteld zijn „Nederland in de branding". Deze reportage werd gedu rende 1947 in Nederland en Indonesië opge nomen en kwam vorige maand in de Ver enigde Staten in circulatie. In Februari zal „Nederland in de branding" met een in het Nederlands gesproken commentaar in de grote steden worden vertoond. Mattheuspassie. De Nederlandse Bach vereniging verzorgt dit jaar uitvoeringen van de Mattheuspassie op Goede Vrijdag 26 Maart en Zaterdagmiddag 27 Maart, beide malen in de Grote Kerk te Naarden. Op Vrij dagavond 5 Maart wordt daar de generale repetitie van de Johanncspassie gehouden, waarvan op Zaterdagmiddag 6 Maart de officiële uitvoering wordt gegeven. Kerkelijk symphonie-orkest opgericht. Op initiatief van een Ncdcrl. Hervormd pre dikant. is te Den Haag een algemeen kerke lijk symphonie-orkest opgericht. Het orkest stelt zich tot doel zelfstandig concerten te geven en verder muzikale medewerking te verlenen in samenkomsten van Christelijke strekking. De elegantste vrouw van 1947. Het in stituut voor „Haute Couture" te New York heeft de titel van „de Elegantste vrouw van 1947" toegekend aan de Hertogin van Windsor. Tolstois oudste zoon overleden. Te Mos kou is op 84-jarige leeftijd overleden Serge Tolstoi, de oudste zoon van de bekende Russische schrijver. Tomeclhcrmner'mgen em toneelportrettcn Over Muziek Stemmingen Niet alleen schijnbare verlichting bij maagklachten geeft CHEFAROX, want het veroorzaakt géén nieuw maagzuur en vormt bovendien een beschermende, genezende laag op de maagwand. Chefarox bevat colloïdaal alu minium hydroxyde, dat thans in zeer vele landen als het middel tegen maagzuur wordt beschouwd. Beschermt uw maag f 1,25 per doos - f 0,40 per buisje. (Adv.) Een bontjas is niet zon der meer een bontjas men moet hem weten te dragen en bovendien beslist de bijbehorende kleding over het effect. De hierbij afgebeelde dame heeft beide voor waarden begrepen vervuld. De jas is van sierlijk model, met halve wijde mouwen en zeer ruim in de rug. Haar bijbehorende garderobe is met zorg gekozen en vormt een harmonisch geheel met de bontjas: de brede ceintuur is een finishing touch, die fijne smaak en begrip voor kleinigheden verraadt. En tenslotte valt het niet te ontkennen, dat de draagster van dit al les wéét. dat ze goed gekleed is. Dat is eigen lek nog het voornaam ste. Hét toneel in Nederland heeft aan de Vlamingen veel tc danken. Vlaanderen heeft herhaaldelijk enigen van zijn beste acteurs en actrices aan ons land afgestaan en het toneel in Nederland is daar wel bij gevaren. Reeds in het midden van de vorige eeuw was dat zo. Victor Driessens, de meest geniale acteur, die Vlaanderen ooit bezeten heeft, stond enige jaren o.a. van 1861 tot 1863 in den Haag aan het hoofd van een- Nederlands gezelschap en groot is de invloed geweest, die hij met zijn toen modern en vooral natuurlijk spel op vele van onze toneelspelers o.a. Van Zuylen, Rosier Faassen en de Ilaspelsen heeft gehad. In mijn jeugd waren het Catharina Beersmans, Philomène van Kerckhoven- Jonkers en haar man de ouders van Constant van Kerckhoven die voor een zeer belangrijk deel hebben bijgedragen tot de roem van het Rotterdams Toneel van 50 jaar geleden. Vooral Catharina Beersmans met haar fel temperament en haar sterk beeldend vermogen was een tragédienne, zoals wij in Nederland maar heel weinig hebben gehad, een actrice van het zuiverste ras. Ik prijs mij altijd nog gelukkig, dat ik in mijn jonge jaren haar in enkele van haar rollen Koningin Louise in Vorstenschool en mevrouw Tjal- de in Het Faillissement heb mogen zien. Ook Philomène van Kerckhoven-Jonkers was een actrice met zeer aparte gaven, die met haar zuidelijke gloed zo kon spelen, dat de vlammen er uit sloegen. Haar man was een voortreffelijk acteur van het tweede plan, die vooral bekend was om de verrassend karakteristieke prachtige kop pen, die hij -steeds weer voor zijn rollen wist te maken. Nog altijd herinner ik mij zijn vermakelijke, onnozele Kwik in Mul- tatuli's Aleid. In 1902 verliet Louis Bouwmeester de Kon. Ver. Het Nederlands Toneel. Voor dit eerste Amsterdamse gezelschap betekende dat een zeer gevoelig verlies, maar groter nog was het verlies voor Vlaanderen, dat Hubert la Roche, die de plaats van Bouw meester op het Leidse Plein innam, aan ons land moest afstaan. Hubert la Roche is na Louis Bouwmeester wel de krachtigste rastoneelspeler geweest, die het Neder landse toneel in de laatste 5(0 jaar heeft gekend. De eerste wereldoorlog bracht een hele invasie van Vlaamse toneelspelers en toneelspeelsters in ons land. Zij vonden allen een gastvrije ontvangst bij het gezel schap van Willem Royaards. Magda Jans- sens, Julia de Gruyter, John Gobau, Karei van Rhijn die na de oorlog weer naar Vlaanderen is teruggekeerd Dom de Gruijter, Flor la Roche, zij kwamen in ons land en bleven er, hetgeen niet anders dan een grote winst voor ons toneel betekende. Is Magda Janssens niet jaren lang de grote vrouwelijke dramatische kracht van Royaards' gezelschap geweest; heeft Gobau zich in de grote dagen van Royaards niet een voorname plaats veroverd als knap speler, een der weinigen die, dank zij zijn Vlaamse origine, nog het brede gebaar in zijn spel heeft? De pittige, fleurige, goed ronde Julia de Gruyter, die met haar Vlaamse voordrachten nog steeds het con- Driehonderd jaar geleden Vrede van Munster De tentoonstelling van de herdenking van de Vrede van Munster zal in Juni te Delft worden gehouden. Men heeft Delft gekozen, omdat het Prinsenhof het enige nog bestaande gebouw is, dat het toneel van een aantal der belangrijkste gebeurte nissen uit de Tachtigjarige Oorlog is ge weest en de directe herinnering aan zulk een gebeurtenis, de moord op Willem de Zwijger, bewaart. De restauratie van het Prinsenhof zal in 1948 voltooid zijn. In het Prinsenhof wordt het Museum van de Tachtigjarige Oorlog gevestigd, dat vooral op paedagogische grondslag zal worden opgebouwd. De belangstelling uit buitenlandse histo rische kringen zal zich uiten in het expo seren van hier te lande onbekende schilde rijen uit beroemde collecties. tact met haar land onderhoudt en de helaas jor.g gestorven Dom de Gruyter. die in elke rol, welke hij bescheidenlijk op het derde plan speelde, verraste door fijne typering en zelfs in het kleine soms wer kelijke creaties leverde, zouden wij niet gaarne hebbon willen -missen. Als ik over Vlaamse acteurs en actrices in Nederland spreek, dan mag ik zeker ook niet Henri van Kuyk, Julia Cuypers en Jules Verstraete vergeten. Henri van Kuyk, opgegroeid in de drakentijd, bleek ook een prachtig realistisch speler te zijn in de eerste gloriejaren van de Nederlandse Toneelvereniging. Julia Cuypers, die vooral als romantisch speelster in de stuk ken van Sardou, Bernstein en Van Riems dijk een aparte plaats onder haar collega's heeft ingenomen, en Jules Verstraete. van de Vlamingen ja zelfs ook van de tegenwoordige' Nederlanders misschien wel de meest geniale toneelspeler, die in sommige rollen zo hoog wist te stijgen, dat dit spel voor altijd in mijn geheugen is gegrift. Zo heeft het toneel in Nederland veel aan de Vlamingen te danken, maar ook omgekeerd was er een wisselwerking, die het Vlaamse toneel ten goede is gekomen. Reeds vóór mijn tijd zijn Frits Bouw meester, Van Zuylen, Esther de Boer-Van Rijk en anderen aan Vlaamse gezelschap pen verbonden geweest. Belangrijker was het voor het Vlaamse toneel, dat vooraan staande Nederlandse figuren als regisseurs leiding hebben gegeven aan het toneel in Vlaanderefi. Van 1912 tot 1914 het begin van de eerste wereldoorlog heeft Adriaan van der Horst de artistieke leiding gehad van het toneel te.Antwerpen en er ge steund door zijn vrouw, de onvergetelijke Wilhelmina van der Horst, die als eerste actrice met hern medeging voortreffelijk werk gedaan. De Gilhuyzen Charles en Eugène hebben later als regisseurs en acteuvs hun naam in Antwerpen geves tigd en Ben Royaards en Georgette Hage- doorn zijn twee krachten aan de schouw burg te Antwerpen geweest, die de eerste als regisseur en acteur, de tweede als actrice een grote naam in Antwerpen hebben verworven. Maar het is vooral Johan de Meester geweest, die als regisseur van het Vlaams Volkstoneel een grote invloed op het toneel in Vlaanderen heeft gehad. Omdat dit zo belangrijk ;was en ik van enkele voorstel lingen van dit merkwaardige Volkstoneel zulke sterke herinneringen heb bewaard, wil ik hierover in een afzonderlijk artikel schrijven. J. B. SCHUIL Nieuwe bestemming voor een oud fonds Ruim 115 jaar geleden werd in Over ijssel onder voorzitterschap van de gou verneur van deze provincie een commissie ingesteld ter inzameling van geldelijke bijdragen voor de verminkten en de na gelaten hulpbehoevende betrekkingen van de gesneuvelden der bezetting van de ci tadel van Antwerpen en de daartoe be horende vloot en forten op de Schelde. In 1906 werd het beheer over dit „Citadel fonds" overgedragen aan Gedeputeerde Staten van Overijssel. Toen al degenen die voor een uitkering in aanmerking kwamen, waren overleden, werden de uit betalingen stopgezet. Elk jaar namen de bezittingen van het fonds door regelma tige rentebeschrijving toe. Zo hadden deze op 1 Januari 1940 een waarde van 32.754.96. De bedoeling was om dit kapi taal een bestemming te geven in overeen stemming met de oorsprong ervan. Daar om zijn de bezittingen van het „Citadel fonds" gelijkelijk verdeeld onder de „Ver eniging Ereschuld en Dankbaarheid", „de Prins Bernhard Stichting" en de „Stich ting 1940—1945". FilmJ „Ooh" zegt het publiek wanneer de lich ten doven en het glinsterende titelbeeld van Walt Disney's „Fantasia" op het witte doek zichtbaar wordt. Dan wordt het muis stil in de zaal en dat blijft zo, twee volle uren lang. Gedurende die tijd wordt een geïllu streerd concert ten gehore gebracht met zo'n wonderlijke opeenvolging van stijlen, dat men zich afvraagt hoe het mogelijk was, dat de dirigent, Leopold Stokowsky, zich hiermee aceoord verklaarde en de toe schouwers niet halverwege dodelijk ver moeid en geërgerd opstappen. Want na Bach volgt Tsjaikofski's Noten krakersuite, daarna Dukas' Tovenaarsleer ling en Strawinsky's Lenteoffer. Na een minimale pauze speelt het Philadelphia Symphonieorkest de Pastorale van Van Beethoven, de Urendans uit „La Gioconda" van Ponch^elli en Moussorgski's Nacht op de kale berg, overgaande in Schuberts Ave Maria. Er is maar één reden aan te geven waarom men dit allegaartje slikt en daarmee raakt men de kern van de zaak: Men komt om te ge nieten van en meegesleept te worden door Disney's virtuose fantasie en de mu ziek blijft op het tweede plan. Men neme zelf eens de proef op de som door tijdens het Lente-offer of gedurende de Pastorale een ogenblik de ogen te slui ten, hoeveel moeite dat ook zal kosten. Men zal tot de ontdekking komen, dat men dan pas de scheppingen van Strawinsky of Van Beethoven intens beleeft, ook al blijkt te vens dat de eigen associaties met de muziek niet identiek zijn met die van Disney. Opent men de ogen dan wordt men weer gegrepen door de obsederende visie van de cineast op een woest heelal of door de lieflijke tafe relen van een onbereikbaar Arcadië. Dan eerst dringt het tot de bezoeker door, dat Strawinsky net zo goed had kunnen worden, vervangen door Tsjaikofsky en Van Beet hoven door Berlioz. Dit gaat alleen niet op bij het scherzo van Dukas, omdat Disney zich in dit Mickey-Muis-avontuur kon houden aan de letterlijke bedoelingen van de componist. Hiermee zij voldoende aangetoond, dat „Fantasia" niet tot die zeldzame producten behoort, waarin muziek en beeld tot een ondeelbare eenheid zijn versmolten. Op twee uitzonderingen na. Excepties, die alleen al een gang naar deze gerucht makende rolprent waard zijn. Dat is in de eerste plaats Bach's Toccata en fuga, waar in Disney zich als een erfgenaam van Fischinger doet kennen door in lijnen, cir kels, spiralen, vliegende schijven, golfbe wegingen, alles in perspectief opgenomen en gecombineerd met een gevoelig kleuren gamma een beeld op te roepen, dat aan alle diepten en hoogten van de kosmos recht doet wedervaren. In de tweede plaats moet men eens op letten bij het begin van het tweede deel. Nadat Stokowski en zijèn mannen en vrou wen hebben laten horen, dat zij niet afkerig zijn van een nummertje jazz, laat com mentator Deems Taylor zien hoe het door verschillende instrumenten voortgebrachte geluid grafisch kan worden weergegeven. Het is vooral op dit punt, dat men zich be wust wordt, welke braak liggende moge lijkheden de filmkunst nog telt. Het is al leen maar betreurenswaardig, dat aan het brokje abstracte filmkunst van de Toccata afbreuk wordt gedaan door de schim- er schaduwopnamen van het orkest en boven al door het zotte silhouetje van Stokowsky, opgenomen in een rose ovaaltje, dat on weerstaanbaar doet denken aan een recla meplaat voor een versterkend middel. Dit zijn overigens maar kleine zonden tegen de aesthetica de anti-climax van het Ave Maria is overigens een film-hoofd zonde, die men Disney graag zal vergeven om de onuitputtelijke bron van schoonheid, humor en wijsheid, die hij ons verder aan biedt. Schoonheid heerst er alom in het elfen rijk, geïnspireerd op Tsjaikofski, humor vindt men in de meesterlijk vertelde „To venaarsleerling" en in de humoreske bij de „Pastorale", waarvan de lieflijke blijmoe digheid een welkome verademing te weej, brengt na de beklemming, die uitgaat van zijn visioen van een wereld in wording bij Strawinsky's partituur. Heuvels worden meren en uit zeeën rijzen rotsen op. De aarde scheurt vanéén en geysers spuiten omhoog. Vulkanen doen hun gloeiende inhoud stro men en voorwereld lijke monsters gaan on der na gigantische strijd. Hier kreeg men een nieuwe Disney te zien, één die nauw verwant bleek met de Ne derlandse dichter van de oer-krachten A. Roland Holst. Hier werd men ge confronteerd met een man. die de speelse fantasieën van zijn tekenstift 'n ogen blik had laten varen voor het beklemmende raadsel van het zijn. Zo valt er dus veel te ge nieten in „Fantasia". Toch geloven wij, dat het beter ware geweest, indien men de verschillende onderdelen afzonderlijk als voor-films had gedraaid. Zij zouden zeker meer tot hun recht Iedereen die musiceert en vooral ensemble speelt, kent het verschijnsel der stemmings- of temperatuurverschillen tus sen de piano en de strijkinstrumenten: de pianist is geheel afhankelijk van de vaste stemming van zijn instrument, de strijkers regelen telkens de verhoudingen van hun snaren zelf. De strijkers hebben daarom meer oefening van hun muzikaal gehoor dan de pianisten en uit het natuurgebied bezien (niet artistiek beschouwd) musi ceren de strijkers natuurlijker dan hun partners aan het klavier. Wanneer de pia nist aan de vioolspeler een a aangeeft om de viool tc laten stemmen dan betekent dit niet dat de viool zich verder richt naar do vaste stemming van de piano, maar eenvoudig dat deze a het uitgangs punt is om de drie andere vioolsnaren in zogenaamde reine stemming zoveel moge lijk met de piano in overeenstemming te brengen. In werkelijkheid bestaat die over eenstemming niet; er blijft een verschil. Een goed gestemd strijk-trio of strijk kwartet heeft dit verschil niefcen een goed zingend vocaal-ensemble heeft dit onder scheid ook niet. Intussen zijn wij muzikaal gelukkig met duo-sonaten, trio's en kwar tetten met piano van Mozart, Beethoven en andere meesters, hoewel wij weten dat dit „natuurkundig" verschil bestaat. Deze verzoening danken wij aan de historische groei van de samenklank, die in de ge schiedenis der muziek zich niet in de eerste plaats in physische zin ontwikkelde, maar zich vormde naar de geheimzinnige muzikale behoeften van het hart, van de verbeelding, van de stemmingen der men selijke aandoeningen. In deze dagen van geurende rook uit achtertuinen waar kinderen de kerst boom verbranden, van een lekkere kop erwtensoep, die er toch wel invalt, al blijft het een zachte winteris er een klein wonder gebeurd op Schoonenberg. Tegen het burgemeestershuis groeit sinds mensenheugenis een Pirus Japo- nica met zijn grijzende stam, en in de zomer, zo rond Mei, Juni, strooit hij- een confetti van oud-rose bloemtrossen langs de witte gevelDe negende Januari heeft de Pirus de zomer in het oude hoofd gekregen en is plotseling in bloem geschoten, schuchter eerst, met een ver- scholen-kleurend knopje, toen wat ver meteler, omdat het toch niet vriezen ging. De mensen van de Plantsoendienst hebben er hun handen over in elkaar geslagen en noemden het een wonder, deze Januari-moed van de Japanse klimmer. De oude dienstmaagd is er bij geroepen en de kinderen hebben er ver baasd naar staan te kijken. De Pirus bloeit op Schoonenberg. Als het blijft dooien en het wil een beetje zonnen, heeft Velsen straks een charmante primeur, waar de Rivièra jaloers op zou worden. Handel in valse bonnen ontdekt Mickey met de toverhoed, die bijna gemaakt had, dat wij hem niet meer te zien zouden krijgen Arrestaties in Deventer, Amsterdam en Zwolle Er is een uitgebreide zwendel te Deventer, Zwolle en Amsterdam ge pleegd met valse suikercoupures, boter bonnen en val&e textielpunten. Deze fraude betrof, voor zover men tot nu toe heeft kunnen ontdekken, een hoeveelheid van niet minder dan 18.800 rantsoenen suiker, 46 rantsoenen boter en 10.000 textielpunten. Enige tijd geleden ontdekte de economi sche recherche te Deventer, dat daaf valse suikercoupures in omloop waren. Een fir ma te Deventer had bij de Suikermaat schappij te Amsterdam deze coupures ingeleverd. De personen, van wie de firma de coupures had ontvangen, een caféhou der te Deventer alsmede twee andere Deventenaren, werden gearresteerd. Het bleek, dat zij de coupures op hun beurt hadden gekocht van een Zwollenaar. Door huiszoeking te Zwolle kwam aan het licht, dat de Zwollenaar niet alleen in suikercoupures, doch ook in textielpunten handelde, waarvan er 10.000 werden ge- zijn gekomen. Nu wordenvonden. De Zwollenaar verklaarde, dat hij de indrukken van de eerste j de valse suiker- en textielbonnen had ge- nummers verdrongen door|kocht van vier Amsterdammers. De poli die van de latere beelden, tie te Deventer en Amsterdam nam drie J. H. B.'van deze hoofdstedelingen, personen met Het is hier de plaats niet om theoretische bespiegelingen te houden, maar elkeen die zich met muziek bezig houdt zal zich een ogenblik willen bezinnen op het feit dat er van oudsher een strijd is tussen het materiaal dat de natuur ons biedt en de aanwending van dit materiaal door de mu sici. Ik zeg het misschien beter wanneer ik schrijf dat de natuurtonen op zichzelf altijd hetzelfde blijven, doch dat de men sen ze gebruiken als beweegbaar materiaal naar hun behoefte. Dit is niet vreemd; ook onze aandoeningen behoren tot de na tuur en de toepassing van natuurlijke krachten behoeft geenszins een vervalsing van dc waarheid te betekenen. Een der voornaamste „zondaars" tegen volkomen zuiverheid was Johann Sebastian Bach, die er met hart en ziel in toestemde dat de piano's en de orgels in de zogenaamde gelijkzwevende temperatuur werden ge stemd; hij hoorde en wist dat met deze stemming aan de reine stemming te kort werd gedaan, maar hij componeerde het onvergelijkelijke meesterwerk „Das Wohl- temperirtc klavier" (het welgestemde kla vier) en hij mag er ten eeuwige dage voor geprezen en bedankt worden! Dc strijcf is echter veel ouder; de strijd bestaat zolang er mensen zijn. Oude ge nieën als Pythagoras. Aristoxenos en later Tartinl hielden zich met de uiterst belang rijke kwestie der natuurtonen cn hun tril- lingsyerhoudingen bezig. Ik ben van mening dat wanneer in de geschiedenis de muziek zich uitsluitend \«ocaal, dus met de men selijke stem zonder instrutnenten ont wikkeld had, het gehele beeld der har monie in de kunst volkomen anders ge worden zou zijn. Maar wij hebben de ge schiedenis niet te critiseren, het moest gaan zoals het ging er heeft zich een historie der menselijke kunst ontwikkeld, daarnaast, is de kwestie van het natuur- materiaal blijven bestaan. Tot deze beschouwing kwam ik, nu een Nederlands geleerde zich opnieuw met deze zaak ging bezighouden; Het is prof. A. D. Fokker die zich als rechtgeaard natuurkundige rekenschap gaf van het feit dat in de rij der natuurtonen punten zijrf die zuivere rekenschap blijven vragen, die bezinning op de wetten van de sSmenklank eisen. Uit een der geschriften van deze geleerde neem ik het volgende over: „De gebruikelijke, evenredig zwevende stemming met twaalf gelijke halve tonen per octaaf heeft aan de muziek zeer be langrijke diensten bewezen, in het bijzon der met betrekking tot instrumenten, die tonen voortbrengen met onveranderlijke hoogten, zoals de orgels en de piano's. Deze stemming bood een volledige vrijheid van modulatie. In de 17e eeuw was men aan vankelijk afkerig en men wëigerde om door de aanvaarding van die stemming de zui verheid en de schoonheid van de vol maakte drieklanken op te geven. Maar het voordeel van de vrije modulatie was zo groot, dat ten slotte de musici er gaande weg toe overgingen om ze te aanvaarden en te berusten in de tekortkomingen en de beperkingen van het compromis dat in die eenvoudige stemming belichaamd was. Tegenwoordig wordt de heerschappij van die stemming niet meer betwist. Niette min zijn er velen die niet kunnen ontken nen dat voor het muzikale bewustzijn van het ontwikkelde publiek veel verloren is gegaan. Echte waarden blijven onbekend en zijn ook niet toegankelijk voor mensen die de piano als instrument gebruiken. Het is daarom niet overbodig om grote zorg te besteden aan een speciale scholing om de juiste intonatie te verwerven van de zui vere intervallen en akkoorden". Tegen deze argumentatie is niets in te brengen en het is van fundamenteel be lang dat de musici zich van deze zaak rekenschap geven. Het is natuurlijk niet de bedoeling van prof Fokker dat alle be staande instrumentale muziek moet ver nietigd worden. Hij heeft gelijk wanneer hij de aandacht vraagt voor zuivering van het gehoor en voor natuurlijke toepassing van dat natuurlijke materiaal dat verwaar loosd is. Op de theoretische bijzonderheden van deze kwestie kan ik hier niet ingaan, maar ik meen dat een overweging van een en ander voor iedere muziekliefhebber van belang is. HENDRIK ANDRIESSEN. een verre van blanco strafregister, gevan gen in hun woningen in de Jordaan. De vierde man, die bij deze zaak betrokken v/as, hield men aan op de Rozengracht, toen hij op weg naar huis was. Deze vier Amsterdammers werden naar Deventer overgebracht, waar Zij een bekentenis af legden. Er werden nog meer inwoners van Deventer gearresteerd, die eveneens de coupures voor suiker en boter en textiel punten hadden gekocht. Onder hen zijn limonadefabrikanten. hotelhouders en winkeliers. Ook de Zwollenaar zal zich hebben te verantwoorden. De zaak is aan vankelijk stil gehouden omdat men de drukker van de» valse papieren wenste op te sporen, hetgeen echter nog niet mocht gelukken. De suikercoupures waren te Deventer verkocht voor 125 per coupure van 100 suikerbonnen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1948 | | pagina 5