De VI amingen en Wij
CHEFAROX
Literaire karnt f elk eis legen
De 9 Muzen
Madame
la
Mode
Een tekenaar ontdekt de muziek
Bloesemwonder
op Schoonenberg
ZATERDAG 10 JANUARI 1948
GERRIT ACHTERBERG: „Eurydice" (Het Spectrum, Utrecht)
„Doornroosje" (F. G. Kroonder, Bussum)
T"\AT GERRIT ACHTERBERG's gedich-
^ten in een land dat toch een zo betrek
kelijk gering aantal verzenlezers telt, éen
meer dan gewone bewondering wekken, t
moet wel een teken zijn en een verheu
gend teken dat bij.een ruimer deel van
het lezend publiek een intuïtie aanwezig is
voor wat het middelmatige en gangbare te
boven gaat, dan men zou verwachten. En
dit is des te opmerkelijker, daar Achter-
berg's gedichten zich allerminst onderschei
den door poëtische taal, in het gehoor lig
gende vers-toon, licht meevoelbaar rhyth-
me en zeker niet door een beeldencode, een
symbolentaal, die voor een ieder toeganke
lijk is. Men kan gerust zeggen: integen
deel; men moet of door een soortgelijke
levensbeproeving bezocht zijn of over een
ongemeen sterke verbeeldings- en inle-
vingskracht beschikken, wil men in deze
allerpersoonlijkste uitdrukking van een,
allerpersoonlijkste zielsbelevenis het boven
persoonlijke verstaan en wel zo diep en
aangegrepen verstaan, dat men de groots
heid en zeldzaamheid van dit dichtersschap
waarvan men in de Europese letterkun
de moeilijk een evenbeeld zal vinden
onderkent, eert en liefheeft.
Deze veelheid van verzen Achter-
berg's werk van na de oorlog omvat nu 8
bundels, niet meegeteld- dan zijn „Crypto-
gamen", waarin vooroorlogs werk is samen
gevat zijn vrucht van een Vel uitzon
derlijke begaafdheid: macht over de taal in
de volstrektste soberheid, een verrassend en
volkomen oorspronkelijk beeldend vermo
gen, een onmiddellijkheid van zeggen als
onze dichtkunst nauwelijks kent en een
diepte van leven, denken en ondergaan,
die elk vers zo ver weg voert tot de ijlste
klaarte van het menselijk beleefbare alsof
er aan deze dichtwereld-een dimensie van
visie was toegevoegd. En toch zijn al deze
gedichten gebouwd op één en hetzelfde
thema, voortgekomen uit één en dezelfde
smart: het ver-lies door de dood van de
geliefde.
Wel diep moet deze bron zijn, wel ver
innigd tot een hevige zielskracht deze lief
de, om door de zon van een zo brandend
verlangen naar hereniging niet verdroogd
te zijn. In een wereld der verbeelding, die
meer dan een droom is, zelfs meer dan een
„fata morgana", zijn de tegenstellingen
tussen leven en dood weggevallen, is de
dood opgeheven: de gestorven geliefde is
alomtegenwoordig in een tweede werke
lijkheid, die in de gangbare werkelijkheid
Is ingebouwd. Overal heeft de verlangen-
stillende ontmoeting plaats tussen haar en
de dichter. Het is een ontmoeting halver
wege: de aardse mens breekt met de innig
ste kracht door de begrenzingen van dit
leven heen en streeft herwaarts, en zij, die
niet meer tot dit leven behoort, verijlt niet
in de eeuwigheid, maar openbaart zich in
telkens andere verschijning, maar met het
immer zelfde wezen: dat van de bovenal
beminde, aan-de levensgenoot die zij hier
moest achterlaten, omdat hij het is in wie
zij als levens- en liefdevorm volmaakt aan
wezig blijft en mét wie zij dus nog aan dit
aardse verbonden is, in 's dichters verbeel
ding, in 's dichters droom. In de ogenblik
ken waarin het verlossende visioen der
hereniging in hem tot gedicht wordt, is er
geen sprake meer van tijd, van verleden,
van een „voorbij"; het is een telkens her
nieuwd één-zijn, niet als geschenk der
herinnering, maar als actuele belevenis. De
heengegane slaapt, als „Doornroosje", maar
een niet aflatende kracht in de dichter weet
haar telkens te wekken, weet steeds weer
met haar te verkeren. „Ik leef van binnen
eender met U door"; en zo is de dichter als
aards-voortbestaande, maar met een on
stilbaar verlangen over de grenzen van het
leven heenreikende mens, het aanvullende
deel het „compliment" van de onstof
felijke geliefde: een eenheid, die niet met
de zintuigen binnen de werkelijkheid be
leefd kan worden, maar enkel in het ge
boorteproces van het gedicht. De dichter
weet het:
„Wat eenmaal plaats gehad heeft kan
niet meer
ontkomen aan 't verbruikte kwantum
tijd,
dat het gehouden houdt als water
zuurstof.
Maar als de stroom van het gedicht zijn
vuurslag
door de verbinding slaat wordt gij
bevrijd
van 't eeuwig onherroepelijk weleer."
Achterberg is er zich bewust van geweest,
hoe broos de droom, waarvan zijn vroegere
bundels vervuld waren, is en wat hem,
achtergeblevene, aan eenzaamheid te wach
ten staat, als deze „droom" versaagt. Het
is daarom dat hij het zielsverkeer met de
onafscheidelijk geliefde heeft willen be
veiligen, door langs de weg van het weten
schappelijk denken dat der moderne
natuurwetenschap de bevestiging te vin
den van wat hij met een zo hevig verlan
gen innerlijk ervoer: dat de grens tussen
leven en nieVmeer-leven in wezen niet
Hypnose
f Een psycho-analyst, Ousby genaamd,
die in Sydney een experiment hield in 1
massa-hypnose per radiozag, toen hij
5 zich van de microfoon afwendde, een
twintigtal van de dertig in de studio
aanwezige personen in trance verkeren.
Toen hij doende was deze personen tot
S het normale bewustzijn terug te
brengen, werd de studio van vele kanten
opgebeld door verontwaardigde luiste-
raars, die mededeelden, dat personen
uit hun familiekring, rond de radio ge-
schaard, eveneens „buiten westen" ge-
raakt waren. Ousby adviseerde de i
„knock-out" geraakten bij- te brengen j
door middel van een tik tegen de wang.
Een dame belde nogmaals op met de
mededeling dat zij, ook met tikken haar
man maar niet bij kon krijgen. Zij
voegde er aan toe, niet te weten of man-
lief nu door het experiment van Ousby
j in trance ivas geraakt, of tijdelijk in het S
Nirwana verkeerde tengevolge van het
feit, dat het zoontje een stuk speelgoed
S op pa's hoofd had laten vallen
Agenda voor Haarlem
Stadsschouwburg: ABC-Cabaret „Salto
Mortale", 8 uur. Frans Hals: „Minnebrieven",
toeg. 14 j., 2.30, 7.00 en 9.15 uur. Rembrandt:
„Houdt de dief", 14 j., 2.00, 4.15, 7.00 en 9.15
uur. Palace: „De zoon van Monte Cristo",
toeg. bov. 14 j., 2.00, 4.15, 7.00 en 9.15 uur.
Luxor: „Het wonder van de 34ste straat", alle
leeft., 2.00, 4.15, 7.00 en 9.15 uur. City: „Belle
of the Yukon", 14 j., 2.15, 4.30, 7.00 en 9.15
uur. Spaarne: „De zwarte zweep van Zorro",
14 j.. 2.30. 7.00 en 9.15 Our.
ZONDAG 11 JANUARI
Stadsschouwburg: ABC-Cabaret „Salto-
Mortale", 8 uur. Bioscopen: Middag- en
avondvoorstellingen.
MAANDAG 12 JANUARI
Bioscopen: Middag- en avondvoorstellingen.
verschilt van die tussen verschillende vor
men van leven: de dood is een levensvorm
en de geliefde dus niet een afgestorvene,
maar een anders-levende, met wie in de
begenadigde ogenblikken van een versge
boorte het intiemste zielsverkeer kan on
derhouden worden. Zo voegt Achterberg
in een aantal bundels aan zijn beelden vele
toe, die ontleend zijn aan de natuurweten
schap beelden waarin de gevoelsgeladen
heid zich verheldert alsof het klaarste wa
ter komt stromen uit een verborgen oer
bron: koel, doorzichtig, zuiver.
Hadden vroegere bundels doen vrezen,
dat deze poëzie nu zou kunnen verstarren
in het wijsgerig beeld, „Doornroosje" breekt
ook hier doorheen en verleent aan de ge
dichten van deze bundel de ontroerende
synthese tussen het romantisch oneindig
heidsverlangen van droom, gevoel, visioen,
èn van de beredeneerde zekerheid der mo
derne wetenschap.
Hiermede is alleen de aard van Achter-
berg's werk aangeduid meer niet, maar
in voldoende mate toch, om de voor menige
verzenlezer zo moeilijk toegankelijke cryp
tische dichtertaal van één onzer grootsten
verstaanbaarder te maken.
Ik besluit met een citaat. Des nachts
heeft een verrukkende ontmoeting tussen
dichter en ontslapene plaats gehad in een
geschenk der verbeelding, dat aards en
bovenaards tegelijk is. En als hij, de dichter,
„in ochtendwaak", als vaak, „de zoete stuif
meel van het woord te mengen ligt met
haar wezen", worden deze onvergankelijke
dichtregels geschreven:
„Morgen van £ijde en zonder vrees,
dat het des nachts geschiede
in leugen zal ontvlieden.
Er is geen donker tevergeefs."
Deze milde morgen draagt héar zachtheid
in zijde ze is in deze morgen, zoals ze
telkens weer verschijnt, in gedichten die in
hoogste liefdeshereniging elke sentimenta
liteit verre, verre onder zich gelaten
hebben.
C. J. E. DINAUX.
Ministers naar Luxemburg
Op 29 en 30 Januari zal weer een bij
eenkomst van ministers van de drie Be-
nelux-landen gehouden worden, thans in
Luxemburg. Van Nederlandse zijde zullen
waarschijnlijk aan deze samenkomst deel
nemen de ministers Van Boetzelaer,
Mansholt, Vos en Huysmans.
Deens danspaar naar Nederland. Kirsten
en Borge Ralov. de kalassieke dansers van dc
Koninklijke opera te Kopenhagen zullen naar
Nederland komen. Zij zullen enige dans
avonden geven met éen klassiek repertoire.
Nederland in de branding. De eerste
aflevering van de nieuwe ..March of time"-
serie. een reeks door de MPEA uitgebrachte
filmreportages, zal getiteld zijn „Nederland
in de branding". Deze reportage werd gedu
rende 1947 in Nederland en Indonesië opge
nomen en kwam vorige maand in de Ver
enigde Staten in circulatie. In Februari zal
„Nederland in de branding" met een in het
Nederlands gesproken commentaar in de
grote steden worden vertoond.
Mattheuspassie. De Nederlandse Bach
vereniging verzorgt dit jaar uitvoeringen
van de Mattheuspassie op Goede Vrijdag 26
Maart en Zaterdagmiddag 27 Maart, beide
malen in de Grote Kerk te Naarden. Op Vrij
dagavond 5 Maart wordt daar de generale
repetitie van de Johanncspassie gehouden,
waarvan op Zaterdagmiddag 6 Maart de
officiële uitvoering wordt gegeven.
Kerkelijk symphonie-orkest opgericht.
Op initiatief van een Ncdcrl. Hervormd pre
dikant. is te Den Haag een algemeen kerke
lijk symphonie-orkest opgericht. Het orkest
stelt zich tot doel zelfstandig concerten te
geven en verder muzikale medewerking te
verlenen in samenkomsten van Christelijke
strekking.
De elegantste vrouw van 1947. Het in
stituut voor „Haute Couture" te New York
heeft de titel van „de Elegantste vrouw van
1947" toegekend aan de Hertogin van
Windsor.
Tolstois oudste zoon overleden. Te Mos
kou is op 84-jarige leeftijd overleden Serge
Tolstoi, de oudste zoon van de bekende
Russische schrijver.
Tomeclhcrmner'mgen em toneelportrettcn
Over Muziek
Stemmingen
Niet alleen
schijnbare verlichting
bij maagklachten
geeft CHEFAROX, want het veroorzaakt
géén nieuw maagzuur en vormt bovendien
een beschermende, genezende laag op de
maagwand. Chefarox bevat colloïdaal alu
minium hydroxyde, dat thans in zeer vele
landen als het middel tegen maagzuur
wordt beschouwd.
Beschermt uw maag
f 1,25 per doos - f 0,40 per buisje.
(Adv.)
Een bontjas is niet zon
der meer een bontjas
men moet hem weten te
dragen en bovendien
beslist de bijbehorende
kleding over het effect.
De hierbij afgebeelde
dame heeft beide voor
waarden begrepen
vervuld. De jas is van
sierlijk model, met halve
wijde mouwen en zeer
ruim in de rug. Haar
bijbehorende garderobe
is met zorg gekozen en
vormt een harmonisch
geheel met de bontjas:
de brede ceintuur is een
finishing touch, die fijne
smaak en begrip voor
kleinigheden verraadt.
En tenslotte valt het
niet te ontkennen, dat
de draagster van dit al
les wéét. dat ze goed
gekleed is. Dat is eigen
lek nog het voornaam
ste.
Hét toneel in Nederland heeft aan de
Vlamingen veel tc danken. Vlaanderen
heeft herhaaldelijk enigen van zijn beste
acteurs en actrices aan ons land afgestaan
en het toneel in Nederland is daar wel bij
gevaren.
Reeds in het midden van de vorige eeuw
was dat zo. Victor Driessens, de meest
geniale acteur, die Vlaanderen ooit bezeten
heeft, stond enige jaren o.a. van 1861
tot 1863 in den Haag aan het hoofd van
een- Nederlands gezelschap en groot
is de invloed geweest, die hij met zijn toen
modern en vooral natuurlijk spel op vele
van onze toneelspelers o.a. Van Zuylen,
Rosier Faassen en de Ilaspelsen heeft
gehad.
In mijn jeugd waren het Catharina
Beersmans, Philomène van Kerckhoven-
Jonkers en haar man de ouders van
Constant van Kerckhoven die voor een
zeer belangrijk deel hebben bijgedragen
tot de roem van het Rotterdams Toneel
van 50 jaar geleden. Vooral Catharina
Beersmans met haar fel temperament en
haar sterk beeldend vermogen was een
tragédienne, zoals wij in Nederland maar
heel weinig hebben gehad, een actrice van
het zuiverste ras. Ik prijs mij altijd nog
gelukkig, dat ik in mijn jonge jaren haar
in enkele van haar rollen Koningin
Louise in Vorstenschool en mevrouw Tjal-
de in Het Faillissement heb mogen zien.
Ook Philomène van Kerckhoven-Jonkers
was een actrice met zeer aparte gaven, die
met haar zuidelijke gloed zo kon spelen,
dat de vlammen er uit sloegen. Haar man
was een voortreffelijk acteur van het
tweede plan, die vooral bekend was om de
verrassend karakteristieke prachtige kop
pen, die hij -steeds weer voor zijn rollen
wist te maken. Nog altijd herinner ik mij
zijn vermakelijke, onnozele Kwik in Mul-
tatuli's Aleid.
In 1902 verliet Louis Bouwmeester de
Kon. Ver. Het Nederlands Toneel. Voor dit
eerste Amsterdamse gezelschap betekende
dat een zeer gevoelig verlies, maar groter
nog was het verlies voor Vlaanderen, dat
Hubert la Roche, die de plaats van Bouw
meester op het Leidse Plein innam, aan
ons land moest afstaan. Hubert la Roche is
na Louis Bouwmeester wel de krachtigste
rastoneelspeler geweest, die het Neder
landse toneel in de laatste 5(0 jaar heeft
gekend. De eerste wereldoorlog bracht een
hele invasie van Vlaamse toneelspelers en
toneelspeelsters in ons land. Zij vonden
allen een gastvrije ontvangst bij het gezel
schap van Willem Royaards. Magda Jans-
sens, Julia de Gruyter, John Gobau, Karei
van Rhijn die na de oorlog weer naar
Vlaanderen is teruggekeerd Dom de
Gruijter, Flor la Roche, zij kwamen in ons
land en bleven er, hetgeen niet anders dan
een grote winst voor ons toneel betekende.
Is Magda Janssens niet jaren lang de grote
vrouwelijke dramatische kracht van
Royaards' gezelschap geweest; heeft Gobau
zich in de grote dagen van Royaards niet
een voorname plaats veroverd als knap
speler, een der weinigen die, dank zij zijn
Vlaamse origine, nog het brede gebaar in
zijn spel heeft? De pittige, fleurige, goed
ronde Julia de Gruyter, die met haar
Vlaamse voordrachten nog steeds het con-
Driehonderd jaar geleden
Vrede van Munster
De tentoonstelling van de herdenking
van de Vrede van Munster zal in Juni te
Delft worden gehouden. Men heeft Delft
gekozen, omdat het Prinsenhof het enige
nog bestaande gebouw is, dat het toneel
van een aantal der belangrijkste gebeurte
nissen uit de Tachtigjarige Oorlog is ge
weest en de directe herinnering aan zulk
een gebeurtenis, de moord op Willem de
Zwijger, bewaart.
De restauratie van het Prinsenhof zal
in 1948 voltooid zijn.
In het Prinsenhof wordt het Museum
van de Tachtigjarige Oorlog gevestigd, dat
vooral op paedagogische grondslag zal
worden opgebouwd.
De belangstelling uit buitenlandse histo
rische kringen zal zich uiten in het expo
seren van hier te lande onbekende schilde
rijen uit beroemde collecties.
tact met haar land onderhoudt en de
helaas jor.g gestorven Dom de Gruyter.
die in elke rol, welke hij bescheidenlijk op
het derde plan speelde, verraste door fijne
typering en zelfs in het kleine soms wer
kelijke creaties leverde, zouden wij
niet gaarne hebbon willen -missen.
Als ik over Vlaamse acteurs en actrices
in Nederland spreek, dan mag ik zeker ook
niet Henri van Kuyk, Julia Cuypers en
Jules Verstraete vergeten. Henri van
Kuyk, opgegroeid in de drakentijd, bleek
ook een prachtig realistisch speler te zijn
in de eerste gloriejaren van de Nederlandse
Toneelvereniging. Julia Cuypers, die
vooral als romantisch speelster in de stuk
ken van Sardou, Bernstein en Van Riems
dijk een aparte plaats onder haar collega's
heeft ingenomen, en Jules Verstraete.
van de Vlamingen ja zelfs ook van de
tegenwoordige' Nederlanders misschien
wel de meest geniale toneelspeler, die in
sommige rollen zo hoog wist te stijgen, dat
dit spel voor altijd in mijn geheugen is
gegrift.
Zo heeft het toneel in Nederland veel
aan de Vlamingen te danken, maar ook
omgekeerd was er een wisselwerking, die
het Vlaamse toneel ten goede is gekomen.
Reeds vóór mijn tijd zijn Frits Bouw
meester, Van Zuylen, Esther de Boer-Van
Rijk en anderen aan Vlaamse gezelschap
pen verbonden geweest. Belangrijker was
het voor het Vlaamse toneel, dat vooraan
staande Nederlandse figuren als regisseurs
leiding hebben gegeven aan het toneel in
Vlaanderefi. Van 1912 tot 1914 het begin
van de eerste wereldoorlog heeft Adriaan
van der Horst de artistieke leiding gehad
van het toneel te.Antwerpen en er ge
steund door zijn vrouw, de onvergetelijke
Wilhelmina van der Horst, die als eerste
actrice met hern medeging voortreffelijk
werk gedaan. De Gilhuyzen Charles en
Eugène hebben later als regisseurs en
acteuvs hun naam in Antwerpen geves
tigd en Ben Royaards en Georgette Hage-
doorn zijn twee krachten aan de schouw
burg te Antwerpen geweest, die de
eerste als regisseur en acteur, de tweede
als actrice een grote naam in Antwerpen
hebben verworven.
Maar het is vooral Johan de Meester
geweest, die als regisseur van het Vlaams
Volkstoneel een grote invloed op het toneel
in Vlaanderen heeft gehad. Omdat dit zo
belangrijk ;was en ik van enkele voorstel
lingen van dit merkwaardige Volkstoneel
zulke sterke herinneringen heb bewaard,
wil ik hierover in een afzonderlijk artikel
schrijven. J. B. SCHUIL
Nieuwe bestemming
voor een oud fonds
Ruim 115 jaar geleden werd in Over
ijssel onder voorzitterschap van de gou
verneur van deze provincie een commissie
ingesteld ter inzameling van geldelijke
bijdragen voor de verminkten en de na
gelaten hulpbehoevende betrekkingen van
de gesneuvelden der bezetting van de ci
tadel van Antwerpen en de daartoe be
horende vloot en forten op de Schelde. In
1906 werd het beheer over dit „Citadel
fonds" overgedragen aan Gedeputeerde
Staten van Overijssel. Toen al degenen
die voor een uitkering in aanmerking
kwamen, waren overleden, werden de uit
betalingen stopgezet. Elk jaar namen de
bezittingen van het fonds door regelma
tige rentebeschrijving toe. Zo hadden
deze op 1 Januari 1940 een waarde van
32.754.96. De bedoeling was om dit kapi
taal een bestemming te geven in overeen
stemming met de oorsprong ervan. Daar
om zijn de bezittingen van het „Citadel
fonds" gelijkelijk verdeeld onder de „Ver
eniging Ereschuld en Dankbaarheid", „de
Prins Bernhard Stichting" en de „Stich
ting 1940—1945".
FilmJ
„Ooh" zegt het publiek wanneer de lich
ten doven en het glinsterende titelbeeld
van Walt Disney's „Fantasia" op het witte
doek zichtbaar wordt. Dan wordt het muis
stil in de zaal en dat blijft zo, twee volle
uren lang.
Gedurende die tijd wordt een geïllu
streerd concert ten gehore gebracht met
zo'n wonderlijke opeenvolging van stijlen,
dat men zich afvraagt hoe het mogelijk
was, dat de dirigent, Leopold Stokowsky,
zich hiermee aceoord verklaarde en de toe
schouwers niet halverwege dodelijk ver
moeid en geërgerd opstappen.
Want na Bach volgt Tsjaikofski's Noten
krakersuite, daarna Dukas' Tovenaarsleer
ling en Strawinsky's Lenteoffer. Na een
minimale pauze speelt het Philadelphia
Symphonieorkest de Pastorale van Van
Beethoven, de Urendans uit „La Gioconda"
van Ponch^elli en Moussorgski's Nacht op
de kale berg, overgaande in Schuberts Ave
Maria.
Er is maar één reden aan
te geven waarom men dit
allegaartje slikt en daarmee
raakt men de kern van de
zaak: Men komt om te ge
nieten van en meegesleept te worden
door Disney's virtuose fantasie en de mu
ziek blijft op het tweede plan.
Men neme zelf eens de proef op de som
door tijdens het Lente-offer of gedurende
de Pastorale een ogenblik de ogen te slui
ten, hoeveel moeite dat ook zal kosten. Men
zal tot de ontdekking komen, dat men dan
pas de scheppingen van Strawinsky of Van
Beethoven intens beleeft, ook al blijkt te
vens dat de eigen associaties met de muziek
niet identiek zijn met die van Disney. Opent
men de ogen dan wordt men weer gegrepen
door de obsederende visie van de cineast
op een woest heelal of door de lieflijke tafe
relen van een onbereikbaar Arcadië. Dan
eerst dringt het tot de bezoeker door, dat
Strawinsky net zo goed had kunnen worden,
vervangen door Tsjaikofsky en Van Beet
hoven door Berlioz. Dit gaat alleen niet op
bij het scherzo van Dukas, omdat Disney
zich in dit Mickey-Muis-avontuur kon
houden aan de letterlijke bedoelingen van
de componist.
Hiermee zij voldoende aangetoond, dat
„Fantasia" niet tot die zeldzame producten
behoort, waarin muziek en beeld tot een
ondeelbare eenheid zijn versmolten.
Op twee uitzonderingen na. Excepties,
die alleen al een gang naar deze gerucht
makende rolprent waard zijn. Dat is in de
eerste plaats Bach's Toccata en fuga, waar
in Disney zich als een erfgenaam van
Fischinger doet kennen door in lijnen, cir
kels, spiralen, vliegende schijven, golfbe
wegingen, alles in perspectief opgenomen
en gecombineerd met een gevoelig kleuren
gamma een beeld op te roepen, dat aan alle
diepten en hoogten van de kosmos recht
doet wedervaren.
In de tweede plaats moet men eens op
letten bij het begin van het tweede deel.
Nadat Stokowski en zijèn mannen en vrou
wen hebben laten horen, dat zij niet afkerig
zijn van een nummertje jazz, laat com
mentator Deems Taylor zien hoe het door
verschillende instrumenten voortgebrachte
geluid grafisch kan worden weergegeven.
Het is vooral op dit punt, dat men zich be
wust wordt, welke braak liggende moge
lijkheden de filmkunst nog telt. Het is al
leen maar betreurenswaardig, dat aan het
brokje abstracte filmkunst van de Toccata
afbreuk wordt gedaan door de schim- er
schaduwopnamen van het orkest en boven
al door het zotte silhouetje van Stokowsky,
opgenomen in een rose ovaaltje, dat on
weerstaanbaar doet denken aan een recla
meplaat voor een versterkend middel.
Dit zijn overigens maar kleine zonden
tegen de aesthetica de anti-climax van
het Ave Maria is overigens een film-hoofd
zonde, die men Disney graag zal vergeven
om de onuitputtelijke bron van schoonheid,
humor en wijsheid, die hij ons verder aan
biedt.
Schoonheid heerst er alom in het elfen
rijk, geïnspireerd op Tsjaikofski, humor
vindt men in de meesterlijk vertelde „To
venaarsleerling" en in de humoreske bij de
„Pastorale", waarvan de lieflijke blijmoe
digheid een welkome verademing te weej,
brengt na de beklemming, die uitgaat van
zijn visioen van een wereld
in wording bij Strawinsky's
partituur. Heuvels worden
meren en uit zeeën rijzen
rotsen op. De aarde scheurt
vanéén en geysers spuiten
omhoog. Vulkanen doen
hun gloeiende inhoud stro
men en voorwereld
lijke monsters gaan on
der na gigantische strijd.
Hier kreeg men een nieuwe
Disney te zien, één die nauw
verwant bleek met de Ne
derlandse dichter van de
oer-krachten A. Roland
Holst. Hier werd men ge
confronteerd met een man.
die de speelse fantasieën
van zijn tekenstift 'n ogen
blik had laten varen voor
het beklemmende raadsel
van het zijn.
Zo valt er dus veel te ge
nieten in „Fantasia". Toch
geloven wij, dat het beter
ware geweest, indien men
de verschillende onderdelen
afzonderlijk als voor-films
had gedraaid. Zij zouden
zeker meer tot hun recht
Iedereen die musiceert en vooral
ensemble speelt, kent het verschijnsel der
stemmings- of temperatuurverschillen tus
sen de piano en de strijkinstrumenten: de
pianist is geheel afhankelijk van de vaste
stemming van zijn instrument, de strijkers
regelen telkens de verhoudingen van hun
snaren zelf. De strijkers hebben daarom
meer oefening van hun muzikaal gehoor
dan de pianisten en uit het natuurgebied
bezien (niet artistiek beschouwd) musi
ceren de strijkers natuurlijker dan hun
partners aan het klavier. Wanneer de pia
nist aan de vioolspeler een a aangeeft om
de viool tc laten stemmen dan betekent
dit niet dat de viool zich verder richt
naar do vaste stemming van de piano,
maar eenvoudig dat deze a het uitgangs
punt is om de drie andere vioolsnaren in
zogenaamde reine stemming zoveel moge
lijk met de piano in overeenstemming te
brengen. In werkelijkheid bestaat die over
eenstemming niet; er blijft een verschil.
Een goed gestemd strijk-trio of strijk
kwartet heeft dit verschil niefcen een goed
zingend vocaal-ensemble heeft dit onder
scheid ook niet. Intussen zijn wij muzikaal
gelukkig met duo-sonaten, trio's en kwar
tetten met piano van Mozart, Beethoven
en andere meesters, hoewel wij weten dat
dit „natuurkundig" verschil bestaat. Deze
verzoening danken wij aan de historische
groei van de samenklank, die in de ge
schiedenis der muziek zich niet in de
eerste plaats in physische zin ontwikkelde,
maar zich vormde naar de geheimzinnige
muzikale behoeften van het hart, van de
verbeelding, van de stemmingen der men
selijke aandoeningen.
In deze dagen van geurende rook uit
achtertuinen waar kinderen de kerst
boom verbranden, van een lekkere kop
erwtensoep, die er toch wel invalt, al
blijft het een zachte winteris er een
klein wonder gebeurd op Schoonenberg.
Tegen het burgemeestershuis groeit
sinds mensenheugenis een Pirus Japo-
nica met zijn grijzende stam, en in de
zomer, zo rond Mei, Juni, strooit hij- een
confetti van oud-rose bloemtrossen langs
de witte gevelDe negende Januari
heeft de Pirus de zomer in het oude
hoofd gekregen en is plotseling in bloem
geschoten, schuchter eerst, met een ver-
scholen-kleurend knopje, toen wat ver
meteler, omdat het toch niet vriezen
ging. De mensen van de Plantsoendienst
hebben er hun handen over in elkaar
geslagen en noemden het een wonder,
deze Januari-moed van de Japanse
klimmer. De oude dienstmaagd is er bij
geroepen en de kinderen hebben er ver
baasd naar staan te kijken.
De Pirus bloeit op Schoonenberg.
Als het blijft dooien en het wil een
beetje zonnen, heeft Velsen straks een
charmante primeur, waar de Rivièra
jaloers op zou worden.
Handel in valse
bonnen ontdekt
Mickey met de toverhoed, die bijna
gemaakt had, dat wij hem niet meer te
zien zouden krijgen
Arrestaties in Deventer,
Amsterdam en Zwolle
Er is een uitgebreide zwendel te
Deventer, Zwolle en Amsterdam ge
pleegd met valse suikercoupures, boter
bonnen en val&e textielpunten. Deze fraude
betrof, voor zover men tot nu toe heeft
kunnen ontdekken, een hoeveelheid van
niet minder dan 18.800 rantsoenen suiker,
46 rantsoenen boter en 10.000 textielpunten.
Enige tijd geleden ontdekte de economi
sche recherche te Deventer, dat daaf valse
suikercoupures in omloop waren. Een fir
ma te Deventer had bij de Suikermaat
schappij te Amsterdam deze coupures
ingeleverd. De personen, van wie de firma
de coupures had ontvangen, een caféhou
der te Deventer alsmede twee andere
Deventenaren, werden gearresteerd.
Het bleek, dat zij de coupures op hun
beurt hadden gekocht van een Zwollenaar.
Door huiszoeking te Zwolle kwam aan
het licht, dat de Zwollenaar niet alleen in
suikercoupures, doch ook in textielpunten
handelde, waarvan er 10.000 werden ge-
zijn gekomen. Nu wordenvonden. De Zwollenaar verklaarde, dat hij
de indrukken van de eerste j de valse suiker- en textielbonnen had ge-
nummers verdrongen door|kocht van vier Amsterdammers. De poli
die van de latere beelden, tie te Deventer en Amsterdam nam drie
J. H. B.'van deze hoofdstedelingen, personen met
Het is hier de plaats niet om theoretische
bespiegelingen te houden, maar elkeen
die zich met muziek bezig houdt zal zich
een ogenblik willen bezinnen op het feit
dat er van oudsher een strijd is tussen het
materiaal dat de natuur ons biedt en de
aanwending van dit materiaal door de mu
sici. Ik zeg het misschien beter wanneer
ik schrijf dat de natuurtonen op zichzelf
altijd hetzelfde blijven, doch dat de men
sen ze gebruiken als beweegbaar materiaal
naar hun behoefte. Dit is niet vreemd;
ook onze aandoeningen behoren tot de na
tuur en de toepassing van natuurlijke
krachten behoeft geenszins een vervalsing
van dc waarheid te betekenen. Een der
voornaamste „zondaars" tegen volkomen
zuiverheid was Johann Sebastian Bach,
die er met hart en ziel in toestemde dat
de piano's en de orgels in de zogenaamde
gelijkzwevende temperatuur werden ge
stemd; hij hoorde en wist dat met deze
stemming aan de reine stemming te kort
werd gedaan, maar hij componeerde het
onvergelijkelijke meesterwerk „Das Wohl-
temperirtc klavier" (het welgestemde kla
vier) en hij mag er ten eeuwige dage voor
geprezen en bedankt worden!
Dc strijcf is echter veel ouder; de strijd
bestaat zolang er mensen zijn. Oude ge
nieën als Pythagoras. Aristoxenos en later
Tartinl hielden zich met de uiterst belang
rijke kwestie der natuurtonen cn hun tril-
lingsyerhoudingen bezig. Ik ben van mening
dat wanneer in de geschiedenis de muziek
zich uitsluitend \«ocaal, dus met de men
selijke stem zonder instrutnenten ont
wikkeld had, het gehele beeld der har
monie in de kunst volkomen anders ge
worden zou zijn. Maar wij hebben de ge
schiedenis niet te critiseren, het moest
gaan zoals het ging er heeft zich een
historie der menselijke kunst ontwikkeld,
daarnaast, is de kwestie van het natuur-
materiaal blijven bestaan.
Tot deze beschouwing kwam ik, nu een
Nederlands geleerde zich opnieuw met
deze zaak ging bezighouden; Het is prof.
A. D. Fokker die zich als rechtgeaard
natuurkundige rekenschap gaf van het feit
dat in de rij der natuurtonen punten zijrf
die zuivere rekenschap blijven vragen, die
bezinning op de wetten van de sSmenklank
eisen. Uit een der geschriften van deze
geleerde neem ik het volgende over:
„De gebruikelijke, evenredig zwevende
stemming met twaalf gelijke halve tonen
per octaaf heeft aan de muziek zeer be
langrijke diensten bewezen, in het bijzon
der met betrekking tot instrumenten, die
tonen voortbrengen met onveranderlijke
hoogten, zoals de orgels en de piano's. Deze
stemming bood een volledige vrijheid van
modulatie. In de 17e eeuw was men aan
vankelijk afkerig en men wëigerde om door
de aanvaarding van die stemming de zui
verheid en de schoonheid van de vol
maakte drieklanken op te geven. Maar het
voordeel van de vrije modulatie was zo
groot, dat ten slotte de musici er gaande
weg toe overgingen om ze te aanvaarden
en te berusten in de tekortkomingen en de
beperkingen van het compromis dat in
die eenvoudige stemming belichaamd was.
Tegenwoordig wordt de heerschappij van
die stemming niet meer betwist. Niette
min zijn er velen die niet kunnen ontken
nen dat voor het muzikale bewustzijn van
het ontwikkelde publiek veel verloren is
gegaan. Echte waarden blijven onbekend
en zijn ook niet toegankelijk voor mensen
die de piano als instrument gebruiken. Het
is daarom niet overbodig om grote zorg te
besteden aan een speciale scholing om de
juiste intonatie te verwerven van de zui
vere intervallen en akkoorden".
Tegen deze argumentatie is niets in te
brengen en het is van fundamenteel be
lang dat de musici zich van deze zaak
rekenschap geven. Het is natuurlijk niet
de bedoeling van prof Fokker dat alle be
staande instrumentale muziek moet ver
nietigd worden. Hij heeft gelijk wanneer
hij de aandacht vraagt voor zuivering van
het gehoor en voor natuurlijke toepassing
van dat natuurlijke materiaal dat verwaar
loosd is. Op de theoretische bijzonderheden
van deze kwestie kan ik hier niet ingaan,
maar ik meen dat een overweging van een
en ander voor iedere muziekliefhebber van
belang is.
HENDRIK ANDRIESSEN.
een verre van blanco strafregister, gevan
gen in hun woningen in de Jordaan. De
vierde man, die bij deze zaak betrokken
v/as, hield men aan op de Rozengracht,
toen hij op weg naar huis was. Deze vier
Amsterdammers werden naar Deventer
overgebracht, waar Zij een bekentenis af
legden.
Er werden nog meer inwoners van
Deventer gearresteerd, die eveneens de
coupures voor suiker en boter en textiel
punten hadden gekocht. Onder hen zijn
limonadefabrikanten. hotelhouders en
winkeliers. Ook de Zwollenaar zal zich
hebben te verantwoorden. De zaak is aan
vankelijk stil gehouden omdat men de
drukker van de» valse papieren wenste op
te sporen, hetgeen echter nog niet mocht
gelukken. De suikercoupures waren te
Deventer verkocht voor 125 per coupure
van 100 suikerbonnen.