len
De 9 Muzen
De slopershamer dreigend boven
de „Haringbuis" in Aerdenhout
Madame
Hubert la Roche, de grote Vlaamse acteur
Chopin II
ZATERDAG 31 JANUARI 1948
P'OE-SOENG LING: De wonderiijke verhalen van een Chinees
(vertaald door Ferdinand Langen) („De Bezige Bij", A'dam).
Als ge niet in staat zijt, een absoluut
Japans effect in Hyde-Park te zien, zult ge
het nergens kunnen zien", aldus luidt een
der even scherp- als diepzinnige aforis
men van Oscar Wilde. En zo is het met deze
I Wonderlijke Verhalen van een Chinees ge-
steld. wie niet over de gave beschikt, in de
dagelijkse dingen, waarmee we zo ver
trouwd zijn dat we ze nauwelijks meer zien,
het wonder te ontdekken, zal de bekoring
van deze voor Westerse ogen vaag-verijlen-
de beelden en de voor Westerse oren soms
dromerig-vervluchtigende klanken dezer
vertellingen nauwelijks ondergaan en hun
zin stellig niet verstaan. Ferdinand Langen
heeft ik schreef er enige tijd geleden
pver eens verteld van een „betoverde
wereld": die tweede werkelijkheid, waarvan
niemand weet die alleen met zijn dag-ogen
2iet wereld van verbeelding, droom, vi
sioen, spel der grenzeloze gedachten, van
een ander denken en voelen en waarnemen
dan de verstandelijk-nuchtere doet, die
zich „maar liever bij de werkelijkheid
houdt". Hijlc is de verbeelding die verschie
ten opent, waarvan het redelijk denken
niet weet, en toegang verschaft tot oorden,
waar geen wordt binnengelaten die voor
het grenzenvervagende mijmeren over mo
gelijkheden, welke de bestaande te boven
gaan. het orgaan mist. Het Oosten, levend
in andere atmosfeer, van oudsher ver
trouwd met een intuïtieve imaginatie, die
achter de wereld der verschijnselen méér
vermoedt en erkent dan het oog kan zien
en het oor kan horen, heeft de rijke oogst
van ziin innerlijk kennen en herkennen
daaraan ontleend. Maar ook het Westen,
hoe verrationaliseerd ook, verloor het ver
langen daarnaar niet gans en al: vanwaar
anders de smaak voor het sprookje, dat
immers altijd een vlucht is uit de verdorde
werkelijkheid naar het rijk der verbeel
ding?
P'oe-Soeng Ling is in mindere mate een
„fantast" dan men geneigd zou zijn, bij het
eerste lezen aan te nemen. Diep werkt
Chinese wijsheid en verbinding met wat
ons bovennatuurlijk toeschijnt, in hem na,
al leefde hij vele eeuwen na de grote
Chinese filosofen: omstreeks de helft der
zeventiende eeuw. Ook hij verkoos in een
tijd, waarin het onmiddellijk beleven der
diepzinnige wijsheid van cultuurrijke tijden
vluchtiger en spaarzamer werd, de loop
baan van een armoedig en veronachtzaamd
schrijver van wonderverhalen boven de
geleerdenstand en diende in zijn verkeer
met wat des geestes is de Chinese cultuur
waardiger dan hij als eerzaam, maar van
diepere bronnen verstoken, geleerde in een
door opstand en corruptie geteisterd land
had kunnen doen. Die versagende werke-
lijkheid, ver van het geestelijk land der
Vaderen verwijderd, verbitterde hem meer
en meer hij trok zich terug, schreef over
z ij n „werkelijkheid", zijn betoverde we
reld, en de benauwenis der realiteit viel al
schrijvende van hem af: wijd en bont en
bezield was het landschap, waarin zijn oog
zag. Zo, in een zinrijk en veelal schoon
spel der verbeelding, schreef hij zijn tal
loze „wonderlijke verhalen", eerst onbe
grepen, na zijn dood beroemd en met
gretigheid aangehoord, „op markten en
openbare pleinen". En aldus is men hem,
P'oe-Soeng Ling, de „laatste der onslerfe-
lijken" gaan noemen, uit wiens werk Fer
dinand Langen een 21-tal verhalen, tot
dusver bij mijn weten in het Hollands
onbekend, in onze taal heeft overgezet:
overeenkomstig hun mystisch-fijnzinnige
sfeer, zoals men van een man als Langen,
die zelf, uit eigen aanleg en kunnen met
de „betoverde wereld" zo welvertrouwd is,
kon verwachten.
Maar wie geen Japans effect kan zien in
Hyde-Parkhij zal in een muurschil
dering van een zonderlinge Chinese tempel
nooit de suggestie gevoelen, die hem buiten
deze realiteit draagt en nimmer verkeren,
al is het voor de duur van een peinzend
ogenblik, met de schoonste gestalte, die de
tempelmuur versiert; hij zal zijn verlangen
niet stillen met de geschenken van het
bevrijdend wonder en zeker nooit begrij
pen, dat niets is, zoals het is, maar enkel
zoals men het in ontstegen zijn aan dage
lijks zien en weten ervaart met een ander
orgaan dan dat der zintuigen en van „ver
klarende" verstand..
Soms hebben deze wonderverhalen het
karakter van de Westerse sprookjes, waar
aan de moraliteit niet ontbreekt: het kwaad,
dat zich straft, de trouw van waarachtige
liefde die wordt beloond, het geloof in het
wonder dat het onvermoed geluk ten deel
doet vallen. Soms ook is het „wonderlijk
verhaal" een visioen van begeerd geluk,
een droom, verdiept door de wijsheid van
vele eeuwen, neergeschreven met de als
pastelkleuren verdoezelende vaagheid, die
vervloeit als een mijmeren, dat geen ant
woord weet voor dit leven, maar de lezer
doet voortpeinzen in gedachten die nauwe
lijks noembaar zijn. Een ander maal zijn
het tovermachten, boze en lieflijke: kwade
geesten bezielen de mens. welriekende en
smetteloze bloemen worden tot bekoorlijke
gestalten en zelfs het staren in het licht
van een lantaarn, die zo helder schijnt als
een ster, kan de verbeelding verrijken met
de verschijning van het liefst-verlangde.
Zwarte en witte magie doen beloften in
Vervulling gaan of lang gekoesterde ver
langens sterven. De betoverde mouw van
een priester kan de woonstee zijn van een
innigste liefdesvereniging, een droom de
ingeving van veel wijsheid en een enkele
keer strijdt ook in één mens de geleerdheid
der boeken met de liefde des harten. Maar
d x t is ook voor de Westerse lezer een
xekerheid geworden: „wie hier eenmaal
(uit het verre land achter een verre zee)
vandaan gaat, komt er niet weer terug".
Meer dan één „dromer" in deze wonder-
Agenda voor Haarlem
ZATERDAG 31 JANUARI
Stadsschouwburg: „Blijde dagen", gala
avond ten bate van Maatschappelijke zorg
voor zieken, 8.15 uur. Luxor: „Maria Cande-
laria 18 j., 2.00. 4.15, 7.00 en 9.15 uur. City:
„Hoe groen is mijn dal", 14 j., 2.00, 4.15, 6.45
uur. Spaarne: „De verborgen schat",
2.30, 7.00 en 9.15 uur. Frans Hals: „This love
°r -14 k. 2.30, 7.00 en 9.15 uur. Rem
brandt Geef 'm de ruimte", alle leeft., 2.00,
4.1 o, 7.00 en 9.15 uur. Palace: „Gevangen
hart 14 j.. 2 00. 4.15. 7.00 en 9.15 uur.
ca ZONDAG 1 FEBRUARI
Stadsschouwburg: „Glazen speelgoed", 8
jUr:,o"1- Concertgebouw: „Kromme Leen-
dert 8 uur. Bioscopen: Middag- en avond
voorstellingen.
MAANDAG 2 FEBRUARI.
Gem. Concertgebouw: Spar „tempo"-avond
uur. Bioscopen: Middag- en avondvoor-
an.
lijke verhalen moest het ei-varen: dat het
geschenk van een belevenis der ondenk
bare en onzichtbare wereld, door de tover
van een geloofd wonder ontvangen, niet
ten twede male wordt gegeven. En wie als
de levensbegerige tot de Tao-istische
meester van Lao-Shan gaat, om de wijze
schoonheid deelachtig te worden, zal, al
ziet hij ook op een rond geknipt papier aan
de wand de maan verschijnen, waarin zich
het schoonste en liefelijkste aan zijn oog
vertoont, hard moeten wei ken: dat wil hier
zeggen: zich vele aardse offers moeten ge
troosten, om in het land der nuchter-
levenden door de stoffelijke wanden der
aardse begrenzing heen te zweven alsof hij
een geest was öfhij stoot zijn
hoofd.
Dit is de geest van deze mystisch-mijme
rende verhalen, die ge in het merendeel
der illustraties van R. H. van Rossum
suggestief verbeeld kunt zien en in
Langen's proza kunt beluisteren, om van
de vruchten ener zo rijke fantasie de smaak
mee te dragen van een „betoverde wereld"
waarheen een onbevangen overgave voe
ren kan, als het u te moede is als die
schone danseres, géboren uit een eetstokje,
die na de voltooiing van haar aardse dans
dit zong:
„naar u, naar u onsterfelijken
keer ik weer.
Mij is de grote, koude wereld
te eenzaam."
C. J. E. DINAUX.
Nederlandse kunst naar Curasao. Ter
gelegenheid van de opening van het Cura-
gaose museum te Willemstad op 1 Maart
wordt aldaar een expositie gehouden van 2a
schilderijen van bekende hedendaagse
meesters.
Een leemte. De componist Nico van dei-
Linden kwam tot de ontdekking, dat de pro
vincies Noord- en Zuidholland geen eigen
lied bezaten. Om in deze leemte te voorzien,
heeft hij zowel tekst als muziek voor een ge
meenschappelijke hymne der beide provin
cies geschreven. Het toen ontstane lied heeft
de heer Van der Linden opgedragen aan de
Koningin.
Weer Picasso. Van Zaterdag 31 Januari
tot en met 29 Februari zal in het Stedelijk
Museum te Amsterdam een tentoonstelling
worden gehouden van oude tekeningen en
nieuwe litho's van Pablo Picasso.
Jean Louis Barrault als Henry Dunant.
Er is een maatschappij te Genève opgericht
om een film van internationale betekenis te
vervaardigen, namelijk een rolprent gewijd
aan het leven van Henri Dunant, de stichter
van het internationale Rode Kruis.
Jean-Louis Barrault zal de figuur van
Henri Dunant uitbeelden. De film zal m
Augustus van dit jaar op de algemene verga
dering van het internationale Rode Kruis te
Stockholm worden vertoond. De buitenopna
men geschieden in Zwitserland en het studio
werk in Parijs.
Mariene naar Parijs. Mariene Dietrich
zal begin Februari naar Parijs komen om
mede te werken aan een film over het leven
van de Franse schrijfster Gabrielle Colelte.
Ridder Irvin. De Amerikaanse compo
nist van lichte muziek, Irvin Berlin, is door
de Franse regering tot ridder in het legioen
van eer benoemd.
Zal Monumentenzorg
kunnen redden
dit oude Tolhuis
Het lij-kt er veel op dat
de hoedenmode nog
steeds niet een voor deze
tijd karakteristieke vorm
heeft kunnen vinden,
zoals die hijvoorbeeld
wel duidelijk te consta
teren valt in de mantel
dracht, die eenvoud en
distinctie vertoont van
een speciaal modern
cachet. De hoedenont-
werpers zoeken al enkele
jaren, maar komen
steeds weer met imita
ties voor de dag, en als
zij een enkele keer eens
iets origineels denken
gevonden te hebben,
blijkt het zowel ondra
gelijk als ondraagbaar
te zijn, en bovendien
dikwijls nog „onophou
delijk", wat wil zeggen
dat de ongelukkige
draagster vele hoeden-
spelden en allebei haar
handen nodig heeft om
het geval op zijn plaats
te houden. Heel spora
disch komt er eens een
aanvaardbaar model,
waarvan bijgaand plaatje
er een weer geeft.
ToneeUierinneriaagejUi en toneel portretten
Van de Vlaamse toneelspelers, die in
de laatste vijftig jaar tot ons zijn gekomen
om in ons land hun kunst te brengen, was
Hubert La Roche onbetwistbaar de grootste.
Het was in de zomer van 1898 het
jaar der kroningsfeesten dat hij voor
het eerst gaar Nederland kwam en er met
een gezelschap uit Antwerpen voorstellin
gen gaf van Cyrano de Bergerac in het
Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam. De
pers was unaniem in haar lof over het
spel van La Roche, het artistieke succes
was groot, maar het was in die zomer zo
warm, dat de mussen van de daken vielen
en de mensen er niet aan dachten om naar
het theater te gaan. Zo werden de opvoe
ringen financieel 'n strop en La Roche
keerde met roem maar zonder geld naar
Antwerpen terug.
Toch heeft deze maar half geslaagde
tournée grote gevolgen gehad, want toen
Louis Bouwmeester in 1902 het Leidse
Plein verliet, herinnerde de Raad van
Beheer van Het Nederlands Toneel zich
het succes van La Roche van vier jaar
geleden met Cyrano, en Van Korlaar, de
administrateur, werd daarom als afgevaar
digde naar Antwerpen gezonden om La
Roche de ledig gekomen plaats van Bouw
meester aan ons eerste gezelschap aan te
bieden. Het onderhoud duurde geen kwar
tier; toen was het contract getekend en
stond het vast, dat de grote Vlaamse to
neelspeler naar Amsterdam zou gaan.
In September van dat jaar debuteerde
La Roche op het Leidse Plein als Cyrano
en dit debuut werd een overweldigend
succes. Sinds die dag mochten wij deze
temperamentvolle, sterke karakterspeler
tot de onzen rekenen. Want al keerde hij
nu en dan naar België waar hij ook in
1928 gestorven is terug, ik kan mij toch
ons toneel in Nederland, waar hij achter
eenvolgens bij het Neêrlands, Royaards,
Heyermans en Het Hofstad Toneel ver
bonden was, in die jaren niet zonder deze
grote karakterspeler denken.
La Roche behoorde tot de allergroot
sten. Hij moge niet zo geniaal zijn geweest
als onze Louis Bouwmeester, hij was toch
een speler van ras, zoals er hoogstens maar
één in de 30 jaar ia een klein land als
België of Nederland geboren wordt. Van
zijn tijdgenoten ik zonder natuurlijk
Bouwmeester uit stond als ras-speler
misschien alleen Jan Musch op een gelijke
hoogte al was zijn talent dan ook weer
heel verschillend van dat van de Vlaming.
La Roche was warmbloediger, spontaner,
vuriger, pathetischer dan Musch, zijn spel
was breder en voller, maar hij miste het
fijne en intelligente van Musch. La Roche
was meer de vertegenwoordiger van de
oude school, al kon hij in het meer mo
derne repertoire ik denk hier aan zijn
creatie in Droomulus en de fijne toets van
zijn spel in lichte Franse comédies ook
prachtige dingen doen. Maar toch, zijn
grote liefde ging uit naar stukken, waarin
te spelen viel hij haatte de „water- en
melkstukken" zoals hij ze noemde en
zijn kracht lag in de sterke, min of meer
romantische karakterrollen, waarin hij
breed, fors en toch ook rijk genuanceerd,
technisch volmaakt spel kon geven.
Het is wel vreemd, dat La Roche bij
ons publiek nooit die grote waardering
heeft gevonden, die zijn talent feitelijk
verdiende. Tot de populariteit van een
Louis Bouwmeester is hij in ons land bij
lange na niet kunnen stijgen, ja, sterker
nog, het eigenlijke volk heeft hem nooit
in zijn waarachtige liefde en genegenheid
opgenomen en dat is te verwonderlijker,
omdat zijn spontaan, fors, technisch door
gaans meesterlijk spel toch waarlijk wel
geschikt was om ook de hogere regionen
in een schouwburg te enthousiasmeren.
De populariteit van La Roche was in Ant
werpen veel en veel groter dan in Am
sterdam. Kwam dit misschien .door de grote
verering van het eigenlijke volk voor zijn
idool Louis Bouwmeester, hebben de harts
tochtelijke bewonderaars van Bouw
meester ook onder een deel van de
toenmalige kritiek toén La Roche Louis
bij het „Neêrlands" verving, hem min of
meer als een indringer beschouwd? Zeker
is het, dat deze Vlaming de waarachtige,
warme liefde van ons publiek in zijn brede
lagen nooit in die mate heeft bezeten, als
hij het toch waarlijk om zijn zeldzaam
sterk talent had verdiend.
Maar wie hem volkomen in zijn volle
waarde hoogachtten en bewonderden, dat
waren zijn collega's. Zij hebben altijd de
grootte en de kracht van La Roche erkend.
Een enorm acteur, een ras-talent, hoe
dikwijls heb ik dat niet door zijn collega's
horen zeggen. Want La Roche was een
toneelspeler van het zuiverste ras, die
hartstochtelijk van zijn kunst hield, die
lééfde op het toneel, de techniek van het
vak volkomen beheerste en in zijn spel tot
een hoogte kon stijgen als maar heel en
kelen vermogen.
Aan La Roche heb ik herinneringen be
waard van het meest volmaakte toneel
spel als van een Bouwmeester, een Paul
Wegener, en Basserman, spel, waarvan
men kan zeggen, dat het onovertrefbaar
was. Ik denk hier bijvoorbeeld aan zijn
Isidore Lechat in „Zaken zijn Zaken"
van Octave Mirbeau, waarin hij misschien
het meest het bewijs van zijn ontzaglijk
kunnen heeft gegeven en Emile Jannings,
die ik er later in zag, ver en ver achter
zich liet.
Andere rollen? Och er zijn er zo onnoe
melijk vele geweest. Zijn parvenu de Rid
der in „De Winkeldochter" onder regie
van Royaards een van zijn mooiste en
geestigste rollen Cyrano, Tartuffe,
Pancras Duif, Mark Violier, Bonardon,
Marcus Antonius, Danton, de duivel in
„Ik dien", Striese in „De Sabynse Maag
denroof", de hofslachter, Tobias Hikken-
berg in „Driekoningenavond" ja als ik
mij hem in die rollen, die ik alle van hem
heb mogen zien weer terugdenk, dan
weet ik wel zeker, dat hij een der groot
sten van ons toneel is geweest.
J. B. SCHUIL.
Dertigduizend borden
Er is goed nieuws voor de huismoeders.
In Amerika is een machine aangekocht
welke per dag dertigduizend borden kan
vervaardigen. Er worden op het ogen
blik nog proeven met de machine ge
nomen. welke daarna in een fabriek te
Maastricht met de productie zal begin
nen. - Ook de productie van ander
huishoudelijk aardewerk zal dit jaar
waarschijnlijk belangrijk toenemen.
De „Haringbuis", het oude Tolhuis in
Aerdenhout, staande (van Heemstede ko
mend) links van de Zandvoorterweg, juist
even voor de viersprong, wordt met sloping
bedreigd. Men weet het, de Bloemendaalse
gemeenteraad heeft de vorige week het
vonnis geveld, het huisje zal worden afge
broken om ruimte te krijgen voor een ver
breding van de weg. Maar het is nog niet
zeker, dat dit vonnis ook zal worden uit
gevoerd, want „Monumentenzorg" pleit
voor het behoud, ook al staat het gebouwtje
niet op de lijst van beschermde monu
menten.
Dit kunnen wij begrijpen. Het huisje
heeft weliswaar geen bijzondere waarde
als staal van boiiwkunst uit het grijs ver
leden, maar toch geeft 't een aardige herin
nering uit Bloemendaals historie. Boven
dien is het een schilderachtig plekje, dat
men slechts in geval van „uiterste nood
zaak" mag opgeven.
Die „uiterste noodzaak" is er niet. De
meerderheid van B. en W. (de burgemees
ter en twee wethouders) had aan de raad
voorgesteld de nieuwe weg (de Zandvoorter
weg wordt verbreed van de Houtvaart tot
de Viersprong) wat om te leggen, waardoor
de „Haringbuis" gespaard kan worden.
Maar daarmee zou een uitgaaf van
f 146.000 gemoeid zijn. Daarnaast was een
plan van de minderheid van het college,
dat slechts f 119.000 kost, maar daarbij zou
de „Haringbuis" gesloopt worden. Een ver
schil dus van f 27.000. De gemeenteraad
verwierp eerst het voorstel van B. en W.
met 13 tegen 2 stemmen. Daarop werd het
goedkopere plan met 14 tegen 1 stem aan
genomen, omdat tenslotte één der wethou
ders, die aanvankelijk voor het behoud van
de „Haringbuis" was, toch meende dat er
iets gedaan moest worden.
Het krachtige pleidooi van de burge
meester voor het behoud van de „Haring
buis" had niet mogen baten.
Het is eigenaardig dat bij het raadsdebat
niet is opgemerkt, dat men door die goed
kopere oplossing te kiezen ook een woning
opgeeft. De bouw van de kleinste arbei
derswoning kost in deze tijd toch nog
f 10.000 a f 12.000 en er is heel wat be
slommering voor nodig om die gebouwd te
krijgen.'
Nu ligt de beslissing in handen van Ged.
Staten. Deze hebben juist heden het Bloe
mendaals raadsbeslnit ontvangen. Voor
evenwel een besluit zal worden genomen,
wordt het advies van verschillende instan
ties (de Provinciale Waterstaat en „Monu
mentenzorg") gevraagd. Het zal dus nog
wel enige tijd duren voor het vonnis wordt
uitgesproken.
Een historische herinnering
Hoe oud de „Haringbuis" is valt niet met
zekerheid te zeggen; vermoedelijk dateert
het huisje uit de 18e eeuw. Bejaarden zul
len zich nog wel herinneren, dat het in hun
jonge jaren diende tot woning van de tol
gaarder. Op de Viersprong stonden de tol
bomen. Blijkbaar had heel lang geleden de
tolgaarder geen volle dagtaak met het
innen van de tolgelden. Als bijverdienste
exploiteerde hij een koffiehuis je.
In Allan, het bekende boek over de oude
historie van Haarlem en omgeving, lezen
wij over de Haringbuis:
„Daar, waar ge thans dien tolboom ziet,
was vroeger een klaphek en in de nabijheid
daarvan, nabij het buitenverblijf „BoSch
en Landzigt" van den heer 's Jacobs, van
Amsterdam, staat de herberg „De Haring
buis", voorheen het Guide Klaverblad, waar
men een curieus „gedenkstuk" vindt, dat
de alles behalve dichterlijke herinnering
bewaart aan de vraatzucht van zekeren
Hertog van Langeveld. Gelukkig dat ge
noemd document niet verloren is geraakt,
toen de naam van Het Guide Klaverblad
werd opgeruimd, want de geschiedenis zou
er een onherstelbaar verlies door hebben
geleden! 't Is gered en behouden gebleven,
en wordt in de Haringbuis nog zorgvuldig
bewaard. Laat ons even in die Haringbuis
vertoeven. Ziet, daar hangt het bewuste
stuk aan den wand tot nadere kennismaking
voor eiken belangstellenden bezoeker: 't Is
behoorlijk in een lijstje gevat en draagt den
weidschen titel van: „Gedenkstuk van den
Hertog van Langeveld". We lezen er:
„Als men sestienhondert agt en twintig
schreeven,
Was de Hertog van Langeveld in 't fleur
van sijn leven,
Kwam in den Aardehout in 't Guide
Klaverblad
Heeft een maaltijd gedaan van twee uuren
en at
Dees nabeschreeven spijs, soo ons de
waard vertelde
Die hem de spijs en drank met sijne hand
bestelde.
Acht Ponden Roggebrood en vier Terwe-
bollen fijn,
Thien pond Soetemellcs Kaas en Haring
een dosijn.
Nog liet hij metter haast ook door het
keelgat snappen
Het goed Acht Guldens Bier omtrent de
veertien flappen
De Waard reekent het Gelag. Hier wel ter
deeg op let:
't Beliep de Gulden vier en nog vijf
stuivers net."
„Of 't waar is", zou onze onvergetelijke
Van Lcnnep zeggen, „Of 't waar is, kijk,
dat weten we niet".
In de laatste jaren wordt algemeen weer
het verschijnsel waargenomen dat men ge
makkelijk overgaat om oude schilder
achtige huizen en plekjes op te offeren voor
het verkeer. Ook Bloemen daal moet voor
zichtig zijn. Er moeten ook reeds plannen
bestaan om in de toekomst over te gaan tot
Als men over het leven van Chopin leest
krijgt men de neiging te geloven, dat de
componist door de altijd hem omringende
mensen geleidelijk vennoord is. Niemand
was ooit eenzamer te midden der mensen
dan hij, niemand stond ooit zwakker ten
opzichte van de eisen der altijd bemoei
zieke gezelschappen; en niemand was ooit
ongelukkiger onder een zogenaamd toe
gewijde. maar in wezen egoïstische liefde,
als Chopin onder de twijfelachtige be
scherming van George Sand. Zij die me
nen, dat de romantische schoonheid van
Chopin's muziek eigenlijk ontstond door
de levensomstandigheden, die een tiental
jaren hem ringeloorden, miskenden wel
deerlijk de vorstelijke ziel van deze artist.
Het was zijn eigen innerlijke romantiek,
die juist de hem omringende wereld met
een vleug aanraakte en deze wereld tot
leven, dikwijls tot verdwazing bracht. Hij
was au fond altijd alleen en ik geloof dat
slechts enkelen, zoals bijvoorbeeld Jules
Fontana, hem begrepen. Niemand zal ooit
te weten komen in hoeverre de melancho
lieke en tocli zozeer aan het leven ge
hechte componist zich bewust was van de
schade, die de omstandigheden hem de
den. Hoe dikwijls blijkt hij toch geloofd
te hebben in de liefde van Sand en zelfs
in de betekenis van het succes, maar hoe
dikwijls ook was hij teleurgesteld. Van
César Franck zegt men dat hij miskend
was, van Chopin dat hij dagelijks veraf
good werd, maar Franck was een gelukkig
man en Chopin was het nooit. Zij waren
beiden romantici, maar Franck was niet
gecompliceerd en Chopin was aan de he
vigste raadselen der diepste muzikaliteit
overgeleverd.
"Wie niet precies weet wat inspiratie is
(en wie weet dit eigenlijk nauwkeurig?)
kan weten dat Chopin in ieder geval altijd
overvloedig geïnspireerd was. Afgezien
vSn de lastige hartstochtelijkheden van
George Sand moet ook de eeuwig-praten
de intellectualiteit van deze vrouw hem
hinderlijk geweest zijn. Iemand die zo in
onmiddellijke waarheid van de schoonheid
leeft moet de bewuste „zielkunde" van
Sand's intelligentie als bezwarende last
gevoeld hebben. Het is in zekere zin een
kinderlijke vraag: waarom bemoeide die
vrouw zich toch met deze man, maar ik
geloof niet dat het kinderlijk is de artist
te beklagen, die enige jaren dagelijks ge
kweld werd door rumoerige dwingelan
dijen en eigenzinnigheden, die alle uit een
onbeheerst verstand voortkwamen. Neen,
"IIUCIICCI S CIJltlllU VlIUI IfVYYclIllCIl. JUCCIJ,
SïÈJK.^oot niet in de geestelijke invloed van
op de hoek van de Boekenrode weg. Ook al
ter wille van het verkeer.
De Viersprong is een gevaarlijk kruis
punt, vooral omdat de Zandvoorterweg een
voorrangsweg is. Een automobilist verze
kerde ons evenwel, dat hij juist in het be
staan van de „Haringbuis" een veiligheid
ziet, want, omdat de weg ter plaatse smal
is, verminderen de autobestuurders vanzelf
hun vaart. Er gebeuren trouwens bij de
Viersprong betrekkelijk weinig ongelukken.
Politie-inspecteur
werd autodief
Een inspecteur van politie in Arnhem,
die enkele weken geleden reeds geschorst
was omdat hij een revolver in verkeerde
handen had gespeeld, is thans gearresteerd
nadat gebleken was dat hij met twee on
gunstig bekend staande vrienden een auto
had gestolen. Dit gebeurde nadat het drie
tal in een café ettelijke glaasjes gedronken
had. Met de auto, die voor het café stond,
reden zij naar Ede, waar de hulp van een
garagehouder werd ingeroepen om een
lekke band te vervangen. Toen deze hulp
geweigerd werd, boden zij de auto voor
500 te koop aan. De garagehouder, die
nog meer argwaan kreeg sloeg dit aanbod
af waarop de heren vertrokken en de auto
lieten staan.
Zij werden later aangehouden, maar ont
kenden iets van de diefstal af te weten. Na
confrontatie met de garagehouder uit Ede
vielen zij echter door de mand.
DE „TARAKAN" OMSTREEKS HALF
FEBRUARI THUIS.
De „Tarakan", kapitein J. J. Schrakamp
op reis van Indonesië naar Amsterdam,
wordt 17 Februari in de haven verwacht.
deze lastige romancière; ik geloof in de
eenzame grootheid van de componist en
overigens in een nutteloze en meestal
schadelijke bemoeizucht van een artistiek
intellectuele George Sand.
Alfred de Musset schijnt haar toegewijde
liefde gemakkelijker, laten we zeggen:
vlotter opgenomen te hebben, al schrijft
de eeuwig-rekenschap-gevende roman-
maakster op dezelfde wijze in haar mé
moires over de dichter als over de com
ponist. Maar met de Musset behoef ik mij
nu niet bezig te houden.
Chopin's onvergelijkelijke „Préludes"
zijn op Majorca ontstaan. De componist
was er door zijn geliefde heengesleept; hij
zou er genezen van de hem verterende
ziekte, maar het was er somber en armoe
dig, vochtig en kil. Chopin was ongeluk
kig. maar het vuur ener fantastische mu
zikaliteit doorstroomde zijn wezen en de
grandioze persoonlijkheid gaat een onbe
schrijfelijke lyriek zingen. Alles, wat na
Bacil voor de piano geschreven is, ver
bleekt bij deze hevige poëzie. Ik laat het
anderen over om te weten, dat deze ro
mantiek onder invloed der levensomstan
digheden geschapen is; ik geloof alleen in
de overigens onnaspeurlijke diepte der
muzikaliteit.
Niemand en niets buiten de muziek in
Chopin's ziel heeft rechten op deze aan
biddelijke schoonheid, die onder twee han
den op een klavier opbloeit.
En wat zijn liefde nog betreft: één vi
brerende schaduw vol warmte volgde hem
overal; het was de gedachte aan zijn
vaderland: Polen. Boven alle mondaine en
intellectuele gedoe der mensen was het
deze liefde, die hem niet verliet, maar
ook zij was weemoed.
HENDRIK ANDRIESSEN.
Belgische onderscheidingen
voor Nederlandse officieren
Dezer dagen werden aan een aantal Ne
derlandse officieren Belgische onderschei
dingen verleend. Zoals gemeld werd aan de
minister van Oorlog, luitenant-kolonel A.
H. J. L. Fièvez het grootkruis in de Kroon
orde verleend. De generaal-majoors Door
man en Droste werden commandeurs en de
luitenant-kolonels Forbes-Welles en Romer
werden tot officier in de Kroonorde be
noemd.
De chef van de generale staf, luitenant-
generaal mr. H. J. Kruis, werd benoemd tot
groot-officier en de kapiteins van Reede en
Kok tot ridders in de Leopoldsorde.
Kolonel L. H. H. Calmeyer, kabinetschef
van de minister van Oorlog, werd benoemd
tot commandeur in de orde van Leopold II.
Onlangs vertelden wij iels over de 110 Friese Hoogovenarbeiders, die in huize „Wester
duin" te Wijk aan Zee een comfortabel onderdak hebben gevonden. Het voormalige
pension is daartoe geheel gerestaureerd en bovenstaande foto toont het gebouw in de
„schemering" van zijn hersteltoen de jonge Friezen het nog niet betrokken hadden.
„Van het groene veld
naar liet groene laken"
„Van het groene veld naar het groene
laken is maar een kleine stap" zei de Offi
cier van Justitie bij de economische politie
rechter te Amsterdam gistermiddag, toen
de 37-jarige Amsterdamse groentengrossier
en exporteur G. Keizer, beter bekend als
doelverdediger van Ajax, voor de groene
tafel verscheen, omdat hij zich had schul
dig gemaakt aan overtreding der deviezen-
bepalingen.
„Deze sportsman heeft zich in het maat
schappelijk leven helaas niet aan de spor
tieve regels gehouden. Hij geniet een
zekere populariteit bij het publiek en had
zich te voren moeten realiseren, dat hem
dat extra plichten oplegt. Hij heeft die
plichten echter schromelijk verwaarloosd",
aldus de Officier, die acht maanden ge
vangenisstraf en een geldboete van f 40.000
eiste.
De economische politierechter veroor
deelde Keizer tot zes maanden en 31.500
boete.
Vijftig gulden boete voor
een „zwarte" verbouwing
Een 72-jarige Aalsmeerse kweker had
een schuur op zijn erf zonder vergunning
tot noodwoning voor z'n zoon verbouwd. Nu
stond hij voor de Haarlemse politie-rech-
ter. „M'n zoon heeft toch een huis nodig",
verweerde hij zich. „Het materiaal is no
dig voor de Wederopbouw en de arbeids
krachten ook", stelde de rechter vast. „Ik
heb het zelf vertimmerd en er is hoog
stens een half zakje cement voor ge
bruikt", bracht de oude man in het mid
den.
„Aalsmeer staat zeer ongunstig bekend
om het zwarte bouwen", onthulde mr.
Petersen.
„Dat komt omdat de gemeentelijke auto
riteiten een oogje toeknijpen", lichtte een
getuige toe. „Wordt dat huis nu be
woond?" informeerde de kadi. „Och ja,
het was toch bijna klaar", zei de verdachte
gelaten, die op de eis van de Officier
vijftig gulden boete het „wel een beetje
erg" vond. Het vonnis luidde conform.
DE „GROTE BEER" NOG ALS
HOSPITAALSCHIP.
Het stoomschip „Grote Beer", dat Woens
dag met troepen van Amsterdam naar Ba
tavia vertrokken is en daar omstreeks 22
Februari kan worden verwacht, zal op de
thuisreis wederom als hospitaalschip dienst
doen.