len De 9 Muzen De slopershamer dreigend boven de „Haringbuis" in Aerdenhout Madame Hubert la Roche, de grote Vlaamse acteur Chopin II ZATERDAG 31 JANUARI 1948 P'OE-SOENG LING: De wonderiijke verhalen van een Chinees (vertaald door Ferdinand Langen) („De Bezige Bij", A'dam). Als ge niet in staat zijt, een absoluut Japans effect in Hyde-Park te zien, zult ge het nergens kunnen zien", aldus luidt een der even scherp- als diepzinnige aforis men van Oscar Wilde. En zo is het met deze I Wonderlijke Verhalen van een Chinees ge- steld. wie niet over de gave beschikt, in de dagelijkse dingen, waarmee we zo ver trouwd zijn dat we ze nauwelijks meer zien, het wonder te ontdekken, zal de bekoring van deze voor Westerse ogen vaag-verijlen- de beelden en de voor Westerse oren soms dromerig-vervluchtigende klanken dezer vertellingen nauwelijks ondergaan en hun zin stellig niet verstaan. Ferdinand Langen heeft ik schreef er enige tijd geleden pver eens verteld van een „betoverde wereld": die tweede werkelijkheid, waarvan niemand weet die alleen met zijn dag-ogen 2iet wereld van verbeelding, droom, vi sioen, spel der grenzeloze gedachten, van een ander denken en voelen en waarnemen dan de verstandelijk-nuchtere doet, die zich „maar liever bij de werkelijkheid houdt". Hijlc is de verbeelding die verschie ten opent, waarvan het redelijk denken niet weet, en toegang verschaft tot oorden, waar geen wordt binnengelaten die voor het grenzenvervagende mijmeren over mo gelijkheden, welke de bestaande te boven gaan. het orgaan mist. Het Oosten, levend in andere atmosfeer, van oudsher ver trouwd met een intuïtieve imaginatie, die achter de wereld der verschijnselen méér vermoedt en erkent dan het oog kan zien en het oor kan horen, heeft de rijke oogst van ziin innerlijk kennen en herkennen daaraan ontleend. Maar ook het Westen, hoe verrationaliseerd ook, verloor het ver langen daarnaar niet gans en al: vanwaar anders de smaak voor het sprookje, dat immers altijd een vlucht is uit de verdorde werkelijkheid naar het rijk der verbeel ding? P'oe-Soeng Ling is in mindere mate een „fantast" dan men geneigd zou zijn, bij het eerste lezen aan te nemen. Diep werkt Chinese wijsheid en verbinding met wat ons bovennatuurlijk toeschijnt, in hem na, al leefde hij vele eeuwen na de grote Chinese filosofen: omstreeks de helft der zeventiende eeuw. Ook hij verkoos in een tijd, waarin het onmiddellijk beleven der diepzinnige wijsheid van cultuurrijke tijden vluchtiger en spaarzamer werd, de loop baan van een armoedig en veronachtzaamd schrijver van wonderverhalen boven de geleerdenstand en diende in zijn verkeer met wat des geestes is de Chinese cultuur waardiger dan hij als eerzaam, maar van diepere bronnen verstoken, geleerde in een door opstand en corruptie geteisterd land had kunnen doen. Die versagende werke- lijkheid, ver van het geestelijk land der Vaderen verwijderd, verbitterde hem meer en meer hij trok zich terug, schreef over z ij n „werkelijkheid", zijn betoverde we reld, en de benauwenis der realiteit viel al schrijvende van hem af: wijd en bont en bezield was het landschap, waarin zijn oog zag. Zo, in een zinrijk en veelal schoon spel der verbeelding, schreef hij zijn tal loze „wonderlijke verhalen", eerst onbe grepen, na zijn dood beroemd en met gretigheid aangehoord, „op markten en openbare pleinen". En aldus is men hem, P'oe-Soeng Ling, de „laatste der onslerfe- lijken" gaan noemen, uit wiens werk Fer dinand Langen een 21-tal verhalen, tot dusver bij mijn weten in het Hollands onbekend, in onze taal heeft overgezet: overeenkomstig hun mystisch-fijnzinnige sfeer, zoals men van een man als Langen, die zelf, uit eigen aanleg en kunnen met de „betoverde wereld" zo welvertrouwd is, kon verwachten. Maar wie geen Japans effect kan zien in Hyde-Parkhij zal in een muurschil dering van een zonderlinge Chinese tempel nooit de suggestie gevoelen, die hem buiten deze realiteit draagt en nimmer verkeren, al is het voor de duur van een peinzend ogenblik, met de schoonste gestalte, die de tempelmuur versiert; hij zal zijn verlangen niet stillen met de geschenken van het bevrijdend wonder en zeker nooit begrij pen, dat niets is, zoals het is, maar enkel zoals men het in ontstegen zijn aan dage lijks zien en weten ervaart met een ander orgaan dan dat der zintuigen en van „ver klarende" verstand.. Soms hebben deze wonderverhalen het karakter van de Westerse sprookjes, waar aan de moraliteit niet ontbreekt: het kwaad, dat zich straft, de trouw van waarachtige liefde die wordt beloond, het geloof in het wonder dat het onvermoed geluk ten deel doet vallen. Soms ook is het „wonderlijk verhaal" een visioen van begeerd geluk, een droom, verdiept door de wijsheid van vele eeuwen, neergeschreven met de als pastelkleuren verdoezelende vaagheid, die vervloeit als een mijmeren, dat geen ant woord weet voor dit leven, maar de lezer doet voortpeinzen in gedachten die nauwe lijks noembaar zijn. Een ander maal zijn het tovermachten, boze en lieflijke: kwade geesten bezielen de mens. welriekende en smetteloze bloemen worden tot bekoorlijke gestalten en zelfs het staren in het licht van een lantaarn, die zo helder schijnt als een ster, kan de verbeelding verrijken met de verschijning van het liefst-verlangde. Zwarte en witte magie doen beloften in Vervulling gaan of lang gekoesterde ver langens sterven. De betoverde mouw van een priester kan de woonstee zijn van een innigste liefdesvereniging, een droom de ingeving van veel wijsheid en een enkele keer strijdt ook in één mens de geleerdheid der boeken met de liefde des harten. Maar d x t is ook voor de Westerse lezer een xekerheid geworden: „wie hier eenmaal (uit het verre land achter een verre zee) vandaan gaat, komt er niet weer terug". Meer dan één „dromer" in deze wonder- Agenda voor Haarlem ZATERDAG 31 JANUARI Stadsschouwburg: „Blijde dagen", gala avond ten bate van Maatschappelijke zorg voor zieken, 8.15 uur. Luxor: „Maria Cande- laria 18 j., 2.00. 4.15, 7.00 en 9.15 uur. City: „Hoe groen is mijn dal", 14 j., 2.00, 4.15, 6.45 uur. Spaarne: „De verborgen schat", 2.30, 7.00 en 9.15 uur. Frans Hals: „This love °r -14 k. 2.30, 7.00 en 9.15 uur. Rem brandt Geef 'm de ruimte", alle leeft., 2.00, 4.1 o, 7.00 en 9.15 uur. Palace: „Gevangen hart 14 j.. 2 00. 4.15. 7.00 en 9.15 uur. ca ZONDAG 1 FEBRUARI Stadsschouwburg: „Glazen speelgoed", 8 jUr:,o"1- Concertgebouw: „Kromme Leen- dert 8 uur. Bioscopen: Middag- en avond voorstellingen. MAANDAG 2 FEBRUARI. Gem. Concertgebouw: Spar „tempo"-avond uur. Bioscopen: Middag- en avondvoor- an. lijke verhalen moest het ei-varen: dat het geschenk van een belevenis der ondenk bare en onzichtbare wereld, door de tover van een geloofd wonder ontvangen, niet ten twede male wordt gegeven. En wie als de levensbegerige tot de Tao-istische meester van Lao-Shan gaat, om de wijze schoonheid deelachtig te worden, zal, al ziet hij ook op een rond geknipt papier aan de wand de maan verschijnen, waarin zich het schoonste en liefelijkste aan zijn oog vertoont, hard moeten wei ken: dat wil hier zeggen: zich vele aardse offers moeten ge troosten, om in het land der nuchter- levenden door de stoffelijke wanden der aardse begrenzing heen te zweven alsof hij een geest was öfhij stoot zijn hoofd. Dit is de geest van deze mystisch-mijme rende verhalen, die ge in het merendeel der illustraties van R. H. van Rossum suggestief verbeeld kunt zien en in Langen's proza kunt beluisteren, om van de vruchten ener zo rijke fantasie de smaak mee te dragen van een „betoverde wereld" waarheen een onbevangen overgave voe ren kan, als het u te moede is als die schone danseres, géboren uit een eetstokje, die na de voltooiing van haar aardse dans dit zong: „naar u, naar u onsterfelijken keer ik weer. Mij is de grote, koude wereld te eenzaam." C. J. E. DINAUX. Nederlandse kunst naar Curasao. Ter gelegenheid van de opening van het Cura- gaose museum te Willemstad op 1 Maart wordt aldaar een expositie gehouden van 2a schilderijen van bekende hedendaagse meesters. Een leemte. De componist Nico van dei- Linden kwam tot de ontdekking, dat de pro vincies Noord- en Zuidholland geen eigen lied bezaten. Om in deze leemte te voorzien, heeft hij zowel tekst als muziek voor een ge meenschappelijke hymne der beide provin cies geschreven. Het toen ontstane lied heeft de heer Van der Linden opgedragen aan de Koningin. Weer Picasso. Van Zaterdag 31 Januari tot en met 29 Februari zal in het Stedelijk Museum te Amsterdam een tentoonstelling worden gehouden van oude tekeningen en nieuwe litho's van Pablo Picasso. Jean Louis Barrault als Henry Dunant. Er is een maatschappij te Genève opgericht om een film van internationale betekenis te vervaardigen, namelijk een rolprent gewijd aan het leven van Henri Dunant, de stichter van het internationale Rode Kruis. Jean-Louis Barrault zal de figuur van Henri Dunant uitbeelden. De film zal m Augustus van dit jaar op de algemene verga dering van het internationale Rode Kruis te Stockholm worden vertoond. De buitenopna men geschieden in Zwitserland en het studio werk in Parijs. Mariene naar Parijs. Mariene Dietrich zal begin Februari naar Parijs komen om mede te werken aan een film over het leven van de Franse schrijfster Gabrielle Colelte. Ridder Irvin. De Amerikaanse compo nist van lichte muziek, Irvin Berlin, is door de Franse regering tot ridder in het legioen van eer benoemd. Zal Monumentenzorg kunnen redden dit oude Tolhuis Het lij-kt er veel op dat de hoedenmode nog steeds niet een voor deze tijd karakteristieke vorm heeft kunnen vinden, zoals die hijvoorbeeld wel duidelijk te consta teren valt in de mantel dracht, die eenvoud en distinctie vertoont van een speciaal modern cachet. De hoedenont- werpers zoeken al enkele jaren, maar komen steeds weer met imita ties voor de dag, en als zij een enkele keer eens iets origineels denken gevonden te hebben, blijkt het zowel ondra gelijk als ondraagbaar te zijn, en bovendien dikwijls nog „onophou delijk", wat wil zeggen dat de ongelukkige draagster vele hoeden- spelden en allebei haar handen nodig heeft om het geval op zijn plaats te houden. Heel spora disch komt er eens een aanvaardbaar model, waarvan bijgaand plaatje er een weer geeft. ToneeUierinneriaagejUi en toneel portretten Van de Vlaamse toneelspelers, die in de laatste vijftig jaar tot ons zijn gekomen om in ons land hun kunst te brengen, was Hubert La Roche onbetwistbaar de grootste. Het was in de zomer van 1898 het jaar der kroningsfeesten dat hij voor het eerst gaar Nederland kwam en er met een gezelschap uit Antwerpen voorstellin gen gaf van Cyrano de Bergerac in het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam. De pers was unaniem in haar lof over het spel van La Roche, het artistieke succes was groot, maar het was in die zomer zo warm, dat de mussen van de daken vielen en de mensen er niet aan dachten om naar het theater te gaan. Zo werden de opvoe ringen financieel 'n strop en La Roche keerde met roem maar zonder geld naar Antwerpen terug. Toch heeft deze maar half geslaagde tournée grote gevolgen gehad, want toen Louis Bouwmeester in 1902 het Leidse Plein verliet, herinnerde de Raad van Beheer van Het Nederlands Toneel zich het succes van La Roche van vier jaar geleden met Cyrano, en Van Korlaar, de administrateur, werd daarom als afgevaar digde naar Antwerpen gezonden om La Roche de ledig gekomen plaats van Bouw meester aan ons eerste gezelschap aan te bieden. Het onderhoud duurde geen kwar tier; toen was het contract getekend en stond het vast, dat de grote Vlaamse to neelspeler naar Amsterdam zou gaan. In September van dat jaar debuteerde La Roche op het Leidse Plein als Cyrano en dit debuut werd een overweldigend succes. Sinds die dag mochten wij deze temperamentvolle, sterke karakterspeler tot de onzen rekenen. Want al keerde hij nu en dan naar België waar hij ook in 1928 gestorven is terug, ik kan mij toch ons toneel in Nederland, waar hij achter eenvolgens bij het Neêrlands, Royaards, Heyermans en Het Hofstad Toneel ver bonden was, in die jaren niet zonder deze grote karakterspeler denken. La Roche behoorde tot de allergroot sten. Hij moge niet zo geniaal zijn geweest als onze Louis Bouwmeester, hij was toch een speler van ras, zoals er hoogstens maar één in de 30 jaar ia een klein land als België of Nederland geboren wordt. Van zijn tijdgenoten ik zonder natuurlijk Bouwmeester uit stond als ras-speler misschien alleen Jan Musch op een gelijke hoogte al was zijn talent dan ook weer heel verschillend van dat van de Vlaming. La Roche was warmbloediger, spontaner, vuriger, pathetischer dan Musch, zijn spel was breder en voller, maar hij miste het fijne en intelligente van Musch. La Roche was meer de vertegenwoordiger van de oude school, al kon hij in het meer mo derne repertoire ik denk hier aan zijn creatie in Droomulus en de fijne toets van zijn spel in lichte Franse comédies ook prachtige dingen doen. Maar toch, zijn grote liefde ging uit naar stukken, waarin te spelen viel hij haatte de „water- en melkstukken" zoals hij ze noemde en zijn kracht lag in de sterke, min of meer romantische karakterrollen, waarin hij breed, fors en toch ook rijk genuanceerd, technisch volmaakt spel kon geven. Het is wel vreemd, dat La Roche bij ons publiek nooit die grote waardering heeft gevonden, die zijn talent feitelijk verdiende. Tot de populariteit van een Louis Bouwmeester is hij in ons land bij lange na niet kunnen stijgen, ja, sterker nog, het eigenlijke volk heeft hem nooit in zijn waarachtige liefde en genegenheid opgenomen en dat is te verwonderlijker, omdat zijn spontaan, fors, technisch door gaans meesterlijk spel toch waarlijk wel geschikt was om ook de hogere regionen in een schouwburg te enthousiasmeren. De populariteit van La Roche was in Ant werpen veel en veel groter dan in Am sterdam. Kwam dit misschien .door de grote verering van het eigenlijke volk voor zijn idool Louis Bouwmeester, hebben de harts tochtelijke bewonderaars van Bouw meester ook onder een deel van de toenmalige kritiek toén La Roche Louis bij het „Neêrlands" verving, hem min of meer als een indringer beschouwd? Zeker is het, dat deze Vlaming de waarachtige, warme liefde van ons publiek in zijn brede lagen nooit in die mate heeft bezeten, als hij het toch waarlijk om zijn zeldzaam sterk talent had verdiend. Maar wie hem volkomen in zijn volle waarde hoogachtten en bewonderden, dat waren zijn collega's. Zij hebben altijd de grootte en de kracht van La Roche erkend. Een enorm acteur, een ras-talent, hoe dikwijls heb ik dat niet door zijn collega's horen zeggen. Want La Roche was een toneelspeler van het zuiverste ras, die hartstochtelijk van zijn kunst hield, die lééfde op het toneel, de techniek van het vak volkomen beheerste en in zijn spel tot een hoogte kon stijgen als maar heel en kelen vermogen. Aan La Roche heb ik herinneringen be waard van het meest volmaakte toneel spel als van een Bouwmeester, een Paul Wegener, en Basserman, spel, waarvan men kan zeggen, dat het onovertrefbaar was. Ik denk hier bijvoorbeeld aan zijn Isidore Lechat in „Zaken zijn Zaken" van Octave Mirbeau, waarin hij misschien het meest het bewijs van zijn ontzaglijk kunnen heeft gegeven en Emile Jannings, die ik er later in zag, ver en ver achter zich liet. Andere rollen? Och er zijn er zo onnoe melijk vele geweest. Zijn parvenu de Rid der in „De Winkeldochter" onder regie van Royaards een van zijn mooiste en geestigste rollen Cyrano, Tartuffe, Pancras Duif, Mark Violier, Bonardon, Marcus Antonius, Danton, de duivel in „Ik dien", Striese in „De Sabynse Maag denroof", de hofslachter, Tobias Hikken- berg in „Driekoningenavond" ja als ik mij hem in die rollen, die ik alle van hem heb mogen zien weer terugdenk, dan weet ik wel zeker, dat hij een der groot sten van ons toneel is geweest. J. B. SCHUIL. Dertigduizend borden Er is goed nieuws voor de huismoeders. In Amerika is een machine aangekocht welke per dag dertigduizend borden kan vervaardigen. Er worden op het ogen blik nog proeven met de machine ge nomen. welke daarna in een fabriek te Maastricht met de productie zal begin nen. - Ook de productie van ander huishoudelijk aardewerk zal dit jaar waarschijnlijk belangrijk toenemen. De „Haringbuis", het oude Tolhuis in Aerdenhout, staande (van Heemstede ko mend) links van de Zandvoorterweg, juist even voor de viersprong, wordt met sloping bedreigd. Men weet het, de Bloemendaalse gemeenteraad heeft de vorige week het vonnis geveld, het huisje zal worden afge broken om ruimte te krijgen voor een ver breding van de weg. Maar het is nog niet zeker, dat dit vonnis ook zal worden uit gevoerd, want „Monumentenzorg" pleit voor het behoud, ook al staat het gebouwtje niet op de lijst van beschermde monu menten. Dit kunnen wij begrijpen. Het huisje heeft weliswaar geen bijzondere waarde als staal van boiiwkunst uit het grijs ver leden, maar toch geeft 't een aardige herin nering uit Bloemendaals historie. Boven dien is het een schilderachtig plekje, dat men slechts in geval van „uiterste nood zaak" mag opgeven. Die „uiterste noodzaak" is er niet. De meerderheid van B. en W. (de burgemees ter en twee wethouders) had aan de raad voorgesteld de nieuwe weg (de Zandvoorter weg wordt verbreed van de Houtvaart tot de Viersprong) wat om te leggen, waardoor de „Haringbuis" gespaard kan worden. Maar daarmee zou een uitgaaf van f 146.000 gemoeid zijn. Daarnaast was een plan van de minderheid van het college, dat slechts f 119.000 kost, maar daarbij zou de „Haringbuis" gesloopt worden. Een ver schil dus van f 27.000. De gemeenteraad verwierp eerst het voorstel van B. en W. met 13 tegen 2 stemmen. Daarop werd het goedkopere plan met 14 tegen 1 stem aan genomen, omdat tenslotte één der wethou ders, die aanvankelijk voor het behoud van de „Haringbuis" was, toch meende dat er iets gedaan moest worden. Het krachtige pleidooi van de burge meester voor het behoud van de „Haring buis" had niet mogen baten. Het is eigenaardig dat bij het raadsdebat niet is opgemerkt, dat men door die goed kopere oplossing te kiezen ook een woning opgeeft. De bouw van de kleinste arbei derswoning kost in deze tijd toch nog f 10.000 a f 12.000 en er is heel wat be slommering voor nodig om die gebouwd te krijgen.' Nu ligt de beslissing in handen van Ged. Staten. Deze hebben juist heden het Bloe mendaals raadsbeslnit ontvangen. Voor evenwel een besluit zal worden genomen, wordt het advies van verschillende instan ties (de Provinciale Waterstaat en „Monu mentenzorg") gevraagd. Het zal dus nog wel enige tijd duren voor het vonnis wordt uitgesproken. Een historische herinnering Hoe oud de „Haringbuis" is valt niet met zekerheid te zeggen; vermoedelijk dateert het huisje uit de 18e eeuw. Bejaarden zul len zich nog wel herinneren, dat het in hun jonge jaren diende tot woning van de tol gaarder. Op de Viersprong stonden de tol bomen. Blijkbaar had heel lang geleden de tolgaarder geen volle dagtaak met het innen van de tolgelden. Als bijverdienste exploiteerde hij een koffiehuis je. In Allan, het bekende boek over de oude historie van Haarlem en omgeving, lezen wij over de Haringbuis: „Daar, waar ge thans dien tolboom ziet, was vroeger een klaphek en in de nabijheid daarvan, nabij het buitenverblijf „BoSch en Landzigt" van den heer 's Jacobs, van Amsterdam, staat de herberg „De Haring buis", voorheen het Guide Klaverblad, waar men een curieus „gedenkstuk" vindt, dat de alles behalve dichterlijke herinnering bewaart aan de vraatzucht van zekeren Hertog van Langeveld. Gelukkig dat ge noemd document niet verloren is geraakt, toen de naam van Het Guide Klaverblad werd opgeruimd, want de geschiedenis zou er een onherstelbaar verlies door hebben geleden! 't Is gered en behouden gebleven, en wordt in de Haringbuis nog zorgvuldig bewaard. Laat ons even in die Haringbuis vertoeven. Ziet, daar hangt het bewuste stuk aan den wand tot nadere kennismaking voor eiken belangstellenden bezoeker: 't Is behoorlijk in een lijstje gevat en draagt den weidschen titel van: „Gedenkstuk van den Hertog van Langeveld". We lezen er: „Als men sestienhondert agt en twintig schreeven, Was de Hertog van Langeveld in 't fleur van sijn leven, Kwam in den Aardehout in 't Guide Klaverblad Heeft een maaltijd gedaan van twee uuren en at Dees nabeschreeven spijs, soo ons de waard vertelde Die hem de spijs en drank met sijne hand bestelde. Acht Ponden Roggebrood en vier Terwe- bollen fijn, Thien pond Soetemellcs Kaas en Haring een dosijn. Nog liet hij metter haast ook door het keelgat snappen Het goed Acht Guldens Bier omtrent de veertien flappen De Waard reekent het Gelag. Hier wel ter deeg op let: 't Beliep de Gulden vier en nog vijf stuivers net." „Of 't waar is", zou onze onvergetelijke Van Lcnnep zeggen, „Of 't waar is, kijk, dat weten we niet". In de laatste jaren wordt algemeen weer het verschijnsel waargenomen dat men ge makkelijk overgaat om oude schilder achtige huizen en plekjes op te offeren voor het verkeer. Ook Bloemen daal moet voor zichtig zijn. Er moeten ook reeds plannen bestaan om in de toekomst over te gaan tot Als men over het leven van Chopin leest krijgt men de neiging te geloven, dat de componist door de altijd hem omringende mensen geleidelijk vennoord is. Niemand was ooit eenzamer te midden der mensen dan hij, niemand stond ooit zwakker ten opzichte van de eisen der altijd bemoei zieke gezelschappen; en niemand was ooit ongelukkiger onder een zogenaamd toe gewijde. maar in wezen egoïstische liefde, als Chopin onder de twijfelachtige be scherming van George Sand. Zij die me nen, dat de romantische schoonheid van Chopin's muziek eigenlijk ontstond door de levensomstandigheden, die een tiental jaren hem ringeloorden, miskenden wel deerlijk de vorstelijke ziel van deze artist. Het was zijn eigen innerlijke romantiek, die juist de hem omringende wereld met een vleug aanraakte en deze wereld tot leven, dikwijls tot verdwazing bracht. Hij was au fond altijd alleen en ik geloof dat slechts enkelen, zoals bijvoorbeeld Jules Fontana, hem begrepen. Niemand zal ooit te weten komen in hoeverre de melancho lieke en tocli zozeer aan het leven ge hechte componist zich bewust was van de schade, die de omstandigheden hem de den. Hoe dikwijls blijkt hij toch geloofd te hebben in de liefde van Sand en zelfs in de betekenis van het succes, maar hoe dikwijls ook was hij teleurgesteld. Van César Franck zegt men dat hij miskend was, van Chopin dat hij dagelijks veraf good werd, maar Franck was een gelukkig man en Chopin was het nooit. Zij waren beiden romantici, maar Franck was niet gecompliceerd en Chopin was aan de he vigste raadselen der diepste muzikaliteit overgeleverd. "Wie niet precies weet wat inspiratie is (en wie weet dit eigenlijk nauwkeurig?) kan weten dat Chopin in ieder geval altijd overvloedig geïnspireerd was. Afgezien vSn de lastige hartstochtelijkheden van George Sand moet ook de eeuwig-praten de intellectualiteit van deze vrouw hem hinderlijk geweest zijn. Iemand die zo in onmiddellijke waarheid van de schoonheid leeft moet de bewuste „zielkunde" van Sand's intelligentie als bezwarende last gevoeld hebben. Het is in zekere zin een kinderlijke vraag: waarom bemoeide die vrouw zich toch met deze man, maar ik geloof niet dat het kinderlijk is de artist te beklagen, die enige jaren dagelijks ge kweld werd door rumoerige dwingelan dijen en eigenzinnigheden, die alle uit een onbeheerst verstand voortkwamen. Neen, "IIUCIICCI S CIJltlllU VlIUI IfVYYclIllCIl. JUCCIJ, SïÈJK.^oot niet in de geestelijke invloed van op de hoek van de Boekenrode weg. Ook al ter wille van het verkeer. De Viersprong is een gevaarlijk kruis punt, vooral omdat de Zandvoorterweg een voorrangsweg is. Een automobilist verze kerde ons evenwel, dat hij juist in het be staan van de „Haringbuis" een veiligheid ziet, want, omdat de weg ter plaatse smal is, verminderen de autobestuurders vanzelf hun vaart. Er gebeuren trouwens bij de Viersprong betrekkelijk weinig ongelukken. Politie-inspecteur werd autodief Een inspecteur van politie in Arnhem, die enkele weken geleden reeds geschorst was omdat hij een revolver in verkeerde handen had gespeeld, is thans gearresteerd nadat gebleken was dat hij met twee on gunstig bekend staande vrienden een auto had gestolen. Dit gebeurde nadat het drie tal in een café ettelijke glaasjes gedronken had. Met de auto, die voor het café stond, reden zij naar Ede, waar de hulp van een garagehouder werd ingeroepen om een lekke band te vervangen. Toen deze hulp geweigerd werd, boden zij de auto voor 500 te koop aan. De garagehouder, die nog meer argwaan kreeg sloeg dit aanbod af waarop de heren vertrokken en de auto lieten staan. Zij werden later aangehouden, maar ont kenden iets van de diefstal af te weten. Na confrontatie met de garagehouder uit Ede vielen zij echter door de mand. DE „TARAKAN" OMSTREEKS HALF FEBRUARI THUIS. De „Tarakan", kapitein J. J. Schrakamp op reis van Indonesië naar Amsterdam, wordt 17 Februari in de haven verwacht. deze lastige romancière; ik geloof in de eenzame grootheid van de componist en overigens in een nutteloze en meestal schadelijke bemoeizucht van een artistiek intellectuele George Sand. Alfred de Musset schijnt haar toegewijde liefde gemakkelijker, laten we zeggen: vlotter opgenomen te hebben, al schrijft de eeuwig-rekenschap-gevende roman- maakster op dezelfde wijze in haar mé moires over de dichter als over de com ponist. Maar met de Musset behoef ik mij nu niet bezig te houden. Chopin's onvergelijkelijke „Préludes" zijn op Majorca ontstaan. De componist was er door zijn geliefde heengesleept; hij zou er genezen van de hem verterende ziekte, maar het was er somber en armoe dig, vochtig en kil. Chopin was ongeluk kig. maar het vuur ener fantastische mu zikaliteit doorstroomde zijn wezen en de grandioze persoonlijkheid gaat een onbe schrijfelijke lyriek zingen. Alles, wat na Bacil voor de piano geschreven is, ver bleekt bij deze hevige poëzie. Ik laat het anderen over om te weten, dat deze ro mantiek onder invloed der levensomstan digheden geschapen is; ik geloof alleen in de overigens onnaspeurlijke diepte der muzikaliteit. Niemand en niets buiten de muziek in Chopin's ziel heeft rechten op deze aan biddelijke schoonheid, die onder twee han den op een klavier opbloeit. En wat zijn liefde nog betreft: één vi brerende schaduw vol warmte volgde hem overal; het was de gedachte aan zijn vaderland: Polen. Boven alle mondaine en intellectuele gedoe der mensen was het deze liefde, die hem niet verliet, maar ook zij was weemoed. HENDRIK ANDRIESSEN. Belgische onderscheidingen voor Nederlandse officieren Dezer dagen werden aan een aantal Ne derlandse officieren Belgische onderschei dingen verleend. Zoals gemeld werd aan de minister van Oorlog, luitenant-kolonel A. H. J. L. Fièvez het grootkruis in de Kroon orde verleend. De generaal-majoors Door man en Droste werden commandeurs en de luitenant-kolonels Forbes-Welles en Romer werden tot officier in de Kroonorde be noemd. De chef van de generale staf, luitenant- generaal mr. H. J. Kruis, werd benoemd tot groot-officier en de kapiteins van Reede en Kok tot ridders in de Leopoldsorde. Kolonel L. H. H. Calmeyer, kabinetschef van de minister van Oorlog, werd benoemd tot commandeur in de orde van Leopold II. Onlangs vertelden wij iels over de 110 Friese Hoogovenarbeiders, die in huize „Wester duin" te Wijk aan Zee een comfortabel onderdak hebben gevonden. Het voormalige pension is daartoe geheel gerestaureerd en bovenstaande foto toont het gebouw in de „schemering" van zijn hersteltoen de jonge Friezen het nog niet betrokken hadden. „Van het groene veld naar liet groene laken" „Van het groene veld naar het groene laken is maar een kleine stap" zei de Offi cier van Justitie bij de economische politie rechter te Amsterdam gistermiddag, toen de 37-jarige Amsterdamse groentengrossier en exporteur G. Keizer, beter bekend als doelverdediger van Ajax, voor de groene tafel verscheen, omdat hij zich had schul dig gemaakt aan overtreding der deviezen- bepalingen. „Deze sportsman heeft zich in het maat schappelijk leven helaas niet aan de spor tieve regels gehouden. Hij geniet een zekere populariteit bij het publiek en had zich te voren moeten realiseren, dat hem dat extra plichten oplegt. Hij heeft die plichten echter schromelijk verwaarloosd", aldus de Officier, die acht maanden ge vangenisstraf en een geldboete van f 40.000 eiste. De economische politierechter veroor deelde Keizer tot zes maanden en 31.500 boete. Vijftig gulden boete voor een „zwarte" verbouwing Een 72-jarige Aalsmeerse kweker had een schuur op zijn erf zonder vergunning tot noodwoning voor z'n zoon verbouwd. Nu stond hij voor de Haarlemse politie-rech- ter. „M'n zoon heeft toch een huis nodig", verweerde hij zich. „Het materiaal is no dig voor de Wederopbouw en de arbeids krachten ook", stelde de rechter vast. „Ik heb het zelf vertimmerd en er is hoog stens een half zakje cement voor ge bruikt", bracht de oude man in het mid den. „Aalsmeer staat zeer ongunstig bekend om het zwarte bouwen", onthulde mr. Petersen. „Dat komt omdat de gemeentelijke auto riteiten een oogje toeknijpen", lichtte een getuige toe. „Wordt dat huis nu be woond?" informeerde de kadi. „Och ja, het was toch bijna klaar", zei de verdachte gelaten, die op de eis van de Officier vijftig gulden boete het „wel een beetje erg" vond. Het vonnis luidde conform. DE „GROTE BEER" NOG ALS HOSPITAALSCHIP. Het stoomschip „Grote Beer", dat Woens dag met troepen van Amsterdam naar Ba tavia vertrokken is en daar omstreeks 22 Februari kan worden verwacht, zal op de thuisreis wederom als hospitaalschip dienst doen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1948 | | pagina 5