c i In vrede leven litteraire Jen De 9 Muzen Julia Cuypers, de actrice der romantiek la'Mode li ZATERDaG 14 FEBRUARI 1948 BELCAMPO: „Verhalen" (Uitg.Mij Kosmos, Amsterdam); D. V. NI3LAND: „Mature Morte" (Uitgeverij v/h C. A. Mees, Santpoort); 3. W. F. WERUMEUS BUNING: „De hoeve In het gebergte" (Em. Ouerido, Amsterdam). a unVELLE is geen geliefde lectuur in i land Het kan zijn, dat de Neder- f?'met 'zijn degelijk-burgerlljke aard lgnder „„Dikheid van geest, mist, om zich lbWf eïTn in het, in een beknopt be- snel'nx --1—- i in te leven i" sne -at gecondenseerd, gebeuren van stelc ellé en de bedachtzamer, trager eetl n!l een roman behoeft, om zich er- gatlg» kunnen vereenzelvigen. Mogelijk mee te n de auteurs zich minder toege- j n deze zo matig gewaardeerde lite- Iegd °P en het compositievermogen niet ft' raire, -j dat de evenwichtige besloten- I °nlfr?iP geen ruimte laat voor het breed- I verhalende, van deze verhaalvorm sprakig- tensi0tte: niet onwaarschijnlijk *ref k de schrijvers hun. volksaard 5 ontbreekt het de meesten aan de S; van geest, de spanning van ge ide bondigheid van zegging aan T vOÜ'r:Pi verbeelding, levendigheid om novelle een kans te geven. In ieder aa" i het aantal zuivere novellen, die geen g kniote of onuitgegroeide romans zijn, is SE' ze zün er, ook in ons land: ver- ,._::„0rS-par-naissance en Beleampo h.mner zelfs één der merkwaardig- is. e®,iLderlijkste. „Geef mij een punt ste' aarde en ik licht haar uit haar i' moet Copernicus eens gezegd hebben, alleen vergelijkbaar met de F Sand nauwelijks bekende Giovanni Z\-hééft met de kracht van zijn ver- S„e (wapen tegen de grauwe, bene- alledaagsheid) een punt betrokken bui- f deze wereld": buiten haar sleurgang, haar verstandelijk vastgelegde wetmatig- l m het zelfverzekerd domein van de ge- bourgeois. Zijn ongebreidelde fantasie die hem doet staan aan de zijde Z hèm die eens zei: „je pars toujours, lak ie n'arrive jamais" (steeds vertrek ik, !aar nooit kom ik aan) laat hem vele denkbare levens leven en vele onvoor- Tlbare doden sterven. In zijn schrijvers wereld der zinvolle verbeelding bevindt ■1 guy; mens en ding, uitspansel en -de dier en plant in één onafgebroken eêdaanteverwisseling; niets is er, alles frordt Elke mogelijkheid buiten het gang- hare is een levensmogelijkheid. Het is als of hij als een speels kind de bestaande wereld uit elkaar neemt en haar opnieuw ineen past met de grillige onberekenbaar heid van een altijd verrassende, maar nooit zinloze inval. Deze bundel dateert uit zijn jonge jaren en was-nimmer openbaar verschenen slechts aan een kleine kring bekend. Wat zich in de tweede verzameling „Verhalen" die ik destijds besprak onder de in vloed van bezonken levensernst verdiepte tot vaak veelzeggende symboliek, is hier nog zo ongeremd van verbeeldingsspel, dat ongehinderd „terreinen kunnen wor den betreden die door de werkelijkheid nog niet zijn ontgonnen". Wat hèm ook in later werk eigen bleef, treedt hier al, met een uitzonderlijke begaafdheid voor het komiseh-satyrisch-farttastische, waar in werkelijkheid en bonte dromerij onna speurlijk in elkander overgaan, aan de dag. Wie. wat is Beleampo? Hij zelf weet het niet zo min, als één zichzelf kent. In het laatste van deze verhalen waarin een zwerver-van-de-geest het tot fossiel ont zielde wereldbeeld al buitelend over zijn eigen kostelijke grillen „uit zijn voegen licht".- „Bekentenis" genaamd, ontmoet Belèampo zijn sprekend evenbeeld, dat be zit wat hij zelf begeert en verlangt naar wat de ander moe is. En zo wisselen zij van leven, jaar na jaar, tot elks tevreden heid, Aldus weert met de grillige punt van zijn. schrijverspen Beleampo een in zijn vermechaniseerde verstarring weinig aan trekkelijke wereld af, in verhalen ver halen die loochenen, dat er in ons land geen vertelkunst van novèllistische beslo tenheid zou kunnen bestaan. Nijlanc zoon van de schilder ont- breekt het in zijn „Nature Morte" te zeer •aan onmiddellijkheid van zegging, aan gheid van verbeelding, om zijn met zoveel zorg psychologisch- en symbolisch gegeven binnen ïzen van een gave novelle te ver- Zwevend tussen het schrijver- en p, weet hij zich nifrt te beper ken in de weergave van l^etr,bijkomstig, vermoeiend en afleidend d.4$ai^0dat het in trinsiek verband* nie$bVfj§$ffti kan met noodlottig conflict dat zi^i^n d,e tot hoofd persoon gekozen schilder yp)tr,ekt. Veel in deze novelle blijft overbodigrr— descriptief en contrasteert met de psychologisch- tra gische strekking: een schjjder wil .boven de macht van zijn kunnen de volle pracht der levende werkelijkheid (belichaamd in zijn vrouwelijk model) op het doek vast- leggen in haar absoluutheid; verzonken in zijn scheppingsdroqm gaat hij aan het Leven voorbij en als'het hem ontglipt is, zowel in vorm-scheppende verf als in de Parijse pers looft Schuurman w het Residentie-orkest De concerten, die het Residentie-orkest ®fler directie van Frits Schuurman te Parijs itöt gegeven, hebben in de Franse pers een gunstige weerklank gevonden. r.lti Presse" betreurt het, dat het orkest jjfi langer te Parijs heeft kunnen blijven. olad schrijft verder: „Het orkest bezit Hovaardige elementen. Het is uitste- gedisciplineerd, en zijn dirigent kan tC 20n(kr twijfel tot de krachtigste in rekenen". it Le/'?aro" weet niet, wie meer te loven S»est of zijn dirigent. „Het strijkers- smoie toont een volledige eenheid, en het hout kunnen zowel glans- h! M klanken laten horen", kimk n°emt Schuurman een uiterst iftó. yjlpyfe de „Figaro Littéraire i«wii>orkest is uitstekerid en in alle ti&Laan het Concert- W00, ?e° van der Pas wordt in warme be- VaG hst in gebuldigd voor zijn interpretatie tihnuü, -meen zeer gewaardeerd Concer- r P'3JU> v^n Hans Osieck. t Agenda voor Haarlem ZATERDAG 14 FEBRUARI tvrXhns°öVburgi- »G1?zen speelgoed'], 8 18 j Rembrandt: „Mildred Pierce", nOnfrpu v 15> 700 en 9.15 uur. Palace: enPlfm de"> alle leeft., 2.00, 4.15, 7.00 10 uur Luxor: „Fantasia", 14 j„ 2.00, 4.15, Wen" i4; „u,lir- City: „Tussen twee vrou- he: Dani'r, 7-00 en 9-15 uur. Spaar- aDUy Boy", 14 j., 2.30, 7.00 en 9.15 'uur. Sy,5r.Z„0NPAG 15 FEBRUARI lUxo7S Tbur^: "Glazen paleis", 8 uur. Voorstèlijnp fmse Kunstgemeenschap, film- ,v°ndvonrL)v uur' Bioscopen: Middag- en M«mgen- Sladswhi. ,NDAG 16 FEBRUARI bovpiA.i, °Uwburg: Padvindersrevi '••Wellmgen: J'AAXBAi Imtnm," Padvindersrevue „D'r ,,«ilïï-...Blosc°I,<!n: Middag- en realiteit van zfjn model Resi, kan alleen een verstoorde geest in een gruwelijke wanhoopsdaad werkelijkheid en ge droomde schoonheid trachten te verenigen in een surrealistisch portret, waarin een aan het leven ontnomen hoofd aan de pic turale romp de voltooiing moet schenken van het levenglanzende volmaakte, maar er niets dan de waanzin aan verleent, waarin de schilder Gerard ondergaat: trh- gisch conflict, dat matig ontroert door een- teveel aan overbodig-beeldend en een tel®rt aan uit innerlijke spanning ver halend vermogen. Vertellen: dat kan Werumeus Burring. Met alles soberheid van stijl, maar met die waarachtigheid van luisteren naar wat een innerlijke stem hem voorzegt, verstaat hij het, in een hoeve in het gebergte, niet ver van de dreiging der brandschattende Turkse heidenen, de onschuld van het Christuskind te doen herleven in een Kerstnacht een kind zo schoon, onbe smet en argeloos, dat het alle zonden weg vaagt en alle liefde wekt en alle v^ede. Een symbolisch tafereel is het, dat ,zich daar in die hoeve afspeelt, een tot levend beeld gewekte legende, waarvan zij weten, die mét Buning, in een verre kapel der verbeelding, een kind zien zo gaaf en on schuldig, dat alle zonden vergeven worden en alle zwerversdrang van de ziel tot rust komt, „als teeken van Gods hand, dat staat geschreven in alle dingen die ter wereld geschieden". C. J. E. DINAUX. Een Van Gogh gevonden? Een Eind- hovense kappersbediende in zijn vrije tijd een ambitieus tekenaar, heeft in 1943 in een huis te Niienen 'n schilderstuk ontdekt, dat sterk zijn aandacht trok. De eigenaren, twee bejaarde mensen, v/aren aanvankelijk niet. bereid hem het stuk te verkopen. In 1945 werden zij daartoe tenslotte bereid gevonden. De ontdekker is er van overtuigd, dat hij een studiewerk heeft aangekocht van Vincent van Gogh, die geruime tijd te Nuenen heeft gewoond. Men wil het doek thans in Am sterdam aan een onderzoek onderwerpen. Jeugdfilms in Amsterdamse theaters. T Een aantal samenwerkende theaters in de hoofdstad, Zaandam en Amstelveen vertoont sedert November 1947 speciale jeugdpro gramma's, in nauwe samenwerking met ver schillende onderwijsorganisaties, zoals Volksonderwijs, de Nederlandse onderwij zersvereniging, het Katholieke onderwijzers genootschap, de Centrale ouderraad en de gemeentelijke onderwijsinspectie. Deze 14 bioscopen hebben thans beslag gelegd op elf programma's van de J. Arthur Rank-produc- tie met hoofdfilms, onderwijsfilms, kluchten en tekenfilms, alle voor de schoolgaande jeugd en gecompleteerd met „Neerlands jeugdkrant", een journaal voor de jpugd, sa mengesteld uit Polygoon- en Profilti-jour naals van vroeger en nu. Twee dezer pro gramma's komen van Zaterdag 14 Februari af in vertoning in het Hallen- en het Bio- theater te Amsterdam. Toneellherinnerlngen en fomeelportretten Ten bate van de kinderbewaarplaatsen in Haarlem wordt op 2 Maart in hotel Rozen- daalde Overveen een bridge-drive gehouden. Voor deelneming of beschikbaarstelling van prijzen kan men zich wenden tot mevrouw Bouman, Schouwtjeslaan 63, Haarlem, telef. 17914. Nina Ricci, een bedaagde Parijse mode-ontwerpster heeft dezer dagen het Legioen van Eer gekre gen voor haar propa- gande magnifique de la haute-couture Frangaise" Ricci werkt, als we Franse journalisten mo gen geloven, op de vol gende verbluffende wijze: „zij krijgt plotseling in spiratie.... Een druk op de belleknop een van haar „mannequins admirables" verschwnt in galop zes meter stof worden rond de slanke schouders van de mannequin gewerveld op die onnavolgbare, geheimzinnige manier die alleen Nina Ricci beheerst hier een j speld, daar een speld hier een corsage, daar een plooitje en een nieuwe creatie is ge schapen". Op de foto ziet men haar, uitrustend van een zojuist plaats gehad heb bende schepping. Zij overziet haar werk en stelt vast, dat het goed is. HET IDEAAL „Waar gebeurd", zo wordt de bezoeker bij het begin van de film „Vivere in pace" („In vrede leven") meegedeeld. Een aan kondiging, die ons de gebeurtenissen in het Italiaanse dorp, waar de geschiedenis zich afspeelt, des te intenser doet volgen. Óp een boerderij, waar reeds een Ita liaanse dienstweigeraar is ondergedoken, vinden twee ontvluchte Amerikaanse krijgs gevangenen, een neger en een blanke, on derdak. Maar met hun komst is het dan ook gedaan met de rust in de kleine ge meenschap, waar al heel gauw iedereen x-n. behalve de ene Duitser, die i-i «1 i. er als dwarskijker zetelt en H 1 ITYl de secretaris van de fascis- J tische partij weet wat er aan de hand is op het erf van Tigna. Het moet dus wel spaak lopen en dat gebeurt op een avond als de Düitser weer eens een onderzoek instelt naar de. veestapel en nog meer naar de wijnkelder van de boer. Terwijl Tigna en zijn gezin de eindeloze verhalen van de Duitser over de grootheid van de Führer moeten aanhoren, waarbij zij hem onafgebroken van hun geestrijke dranken laten genieten, bedrinkt de neger zich in de wijnkelder, waar hij voor alle zekerheid is opgesloten. Tigna spoort zijn huisgenoten aan tot een uitbundige ronde dans met de Duitser om het lawaai in de wijnkelder te overstemmen. Het mag niet baten. De neger breekt uit en stormt de kamer in. Dan gebeurt er iets volkomen onverwachts: de twee benevelde vijanden storten zich in eikaars armen en trekken zingend het dorp in, overtuigd als zij zijn, dat.de vrede is „uitgebroken...." En wij herinneren ons de mededelihg, dat alles echt gebeurd is. Natuurlijk keert met de nuchterheid, de bezinning weer. Als heel het dori? is uitgefeest en beseft, dat de grauwe werkelijkheid dujdelijk hoorbaar is aan het kanongebulder in de verte, vindt men het maar beter tijdelijk te verdwijnen tot de Duitsers hun woede gekoeld hebben. Die dralen niet, er verschijnt een „Spreng- kommando", dat de boerderij van Tigna in brand steekt en de eigenaar, die voortijdig naar zijn bezittingen is teruggekeerd, te recht stelt. Het zal hun laatste wandaad in deze streek zijn, want prompt na hun af tocht trekken de Amerikanen binnen en het sterfbed van Tigna wordt verlicht door onvervalste Amerikaanse shagEn weer herinneren we ons de formule, .dat het hier de uitbeelding van een ware gebeurtenis betreft. Het kan waar zijn, maar dan heeft regisseur Luigi Zampa de historie toch wel heel erf in het carica- turale getrokken èn in de scène van dat potsierlijke vredes-carnaval èn in die van dit wel zeer lang-ademige sterfbed. Gelukkig had de maker van de film nog een andere bedoeling dan alleen maar een tragi-comedie uit de oorlogsjaren te vertel len. Die intentie wordt met de titel gede monstreerd. Hier worden wij geconfron teerd met mensen, die maar één begeerte kennen: met rust gelaten te worden. Een verlangen, dat eigenlijk in ons allen leeft. Wij zoeken allen ons persoonlijk geluk en wij verweren ons tegen alles wat tegen* ons eigen leven, zoals wij dat graag beleven willen, indruist. Tot wij plotseling van aangezicht tot aan gezicht komen te staan met de levens en het geluk van anderen, die teloor dreigen te gaan, indien wij ons zelf niet durven op te offeren. En op dit plan hebben de schep pers van „Vivere in pace" hun heldinnen en helden gezien en in hun zoeken naar de diepste menselijkheid, die andere, grote rol prent van het menselijk lijden „De laatste kans" het meest benaderd. Want wellicht zal men producten als „In vrede leven" en „De laatste kans" het best kunnen karakte riseren als de films van de menselijkheid tegenover rólprenten als „De rode aarde" en „De regenboog", waar het accent meer ligt op de onmenselijkheid der Duitse demonie. Er is nog een ander punt in deze film, dat wij niet onvermeld willen laten. Dat is de grote eerlijkheid, waarmee de Italianen hun landgenoten hebben getekend. Niet als helden, niet als partisanen, maar als over het algemeen vreesachtige lieden, die hun wijngaard en hun vee belangrijker vinden dan Mussolini en Churchill. Eigenlijk wordt slechts één figuur geïdealiseerd. Dat is de Amerikaanse journalist. Maar ja, er bestaan nu een keer zeer noodzakelijke banden tus sen Amerika en Italië. Zodat zelfs in dit opzicht van een zeer menselijk trekje ge sproken zou kunnen worden. J. H. B. De Italiaanse dorpelingen komen tot het besef, dat hun rustige rust door de twee Amerikaanse krijgsgevangenen verstoord is. Bij de opvoering van „Lysistrata 1946" van de helaas veel te vroeg gestorven Eduard Veterman zat ik naast een jong meisje, „Wie is dat?" vroeg ze mij, blijkbaar verrast, toen Persephone met volmaakte en duidelijke uitspraak haar verzen zeide. „Julia Cuypers!" lichtte ik in. Zij zweeg, maar toen het doek gevallen was, kwam de krittek. „Ik heb soms niet de helft verstaan. Alleen Julia Cuypers, daar verstond ik nu elk woord van!" „En toch is die al 75 jaar!" antwoord de ik. Merkbare verrassing op het gezicht van mijn buurmeisje. Vij f-en-zeventig?" „Ja. dat is er een van de oude garde. Eigenlijk een Vlaamse! Die oudjes wisten nog, wat goed spreken voor het toneel waard was. De Bouwmeesters, Marie van Eysden-Vink, Alida Tartaud, mevrouw Holtrop-van Gelder en nu nog Rika Hop per, je kbn ze altijd verslaan, waar je ook zat in de zaal. Mevrouw Mann-Bouw- meester, van wie nooit één woord je ont ging. heeft mij eens gezegd: „De jonge mensen van tegenwoordig kunnen niet meer goecl spreken op het toneel. Ze brod delen maar wat! Schrijft u het toch altijd weer in uw kritieken, dat de 'artisten dui delijk moeten spreken". Toen het doek weer opging, kregen wij een verdere demonstratie van de oude en de nieuwe school. Mevrouw Cuypers won het verre, wat haar uitspraak betrof. .Julia Cuypers is de laatste, nog' levende vertegenwoordigster der oude romantiek. Heel haar leven was feitelijk romantiek. Stond zij, de kleine „Julieke" zoals zij in België algemeen genoemd werd als kind van vier jaar reeds niet in de schouw burg te Gent op de planken in het drama „Protestanten van Vlaanderen"? En heeft zij ook niet te Brussel in een kinderrol acht jaar was :zij toen de harten van het publiek gestolen in Gitten's treurspel Jane Shore? Julia Cuypers is een van die actrices, die tussen de coulissen is opgegroeid en altijd geleefd heeft in die eigenaardige toneel wereld, welke voor haar meer nog dan voor een ander het leven betekende. Reeds op 13-jarige leeftijd kreeg zij bij Fauconnier in de Nederlandse schouwburg te Gent haar eerste officiële engage ment en was zij „medelid" van een vast gezelschap. Julia Cuypers is altijd, een „Zondags kind" geweest. O zeker, zij heeft ook te genslagen en moelijkheden gehad stierf niet haar vader op de dag van haar eigen lijk debuut en moest-zij niet als 13-j'arig meisje spelen, nadat haar in de pauze van de voorstelling die droeve tijding was medegedeeld? maar zij heeft als weinig oudere actrices de mooie zijde van het toneelleven in ruime mate gekend. In Brussel droeg men haar op de handen en behaalde zij als jonge actrice triomfen in stukken als Charlotte Corday, De Maagd van Orleans, Serge Panino en vooral in „Rose Kate, het treurspel der smeden", van Nestor de Tiere. Het was met dat laatste stuk, dat zij in, 1894 voor het eerst een tournée door ons .land maakte. Het werd voor de jonge en zeer mooie actrice een overweldigend succes. Zij speelde met een temperament, dat de vonken er afspat ten en omdat de mensen uit die tijd nog vatbaar waren voor de brandende roman tiek, veroverde Julia Cuypers ook het Hol- larylse publiek, zo zeer zelfs, dat de jonge actrice besloot in ons land te blijven. En zij heeft er haar eigen en eervolle plaats ingenomen, vooral in de jaren, toen Sardou het toneel beheerste. In de romantische school was zij opge groeid en zij is de romantiek heel haar leven feitelijk trouw gebleven. In stukken als Frou-Frou, De Industrieel van Pont Avesnes, De Zondares, Margaretha Gau- thier, Fedóra, speelde zij bij voorkeur en het was in deze stukken ook, dat zij inihet Grand Théatre te Amsterdam in de tijd van de gebroeders van Lier haar grote triomfen vierde. Het was waarlijk geen wonder, dat zij ook een grote voorliefde had voor de stukken van Jhr. A. W. G. Prof, mr. A. Koelma onderscheiden Aan prof. mr. A. Koelma is niet ingang van »15 FebruaVi op zijn verzoek wegens gezondheidsredenen eervol ontslag ver leend als burgemeester van Alkmaar. Prof. Koelma is door H. M. de Koningin benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Directeur-generaal van het gevangeniswezen Mr. E. A. M. Lamers, rechter in de ar- rondissements-rechtbank te Amsterdam, is tijdelijk belast met de leiding van de afdeling gevangeniswezen van het mi nisterie van Justitie onder toekenning van de titel van directeur-generaal van het gevangeniswezen onder gelijktijdige toe kenning van eervol ontslag uit de functie van raad-adviseur in buitengewone dienst bij dit ministerie. Over Muziek Bruckner van Riemsdijk die romanticus was als zij. Aan Silvia Silombra vooral, dat zij 500 maal speelde, is haar naam verbonden. Zij heeft dat stuk tot het succes gedragen en Van Riemsdijk is er haar altijd dank baar voor gebleven. Julia Cuypers was in haar romantische tijd bij een groot deel van het publiek zeer bemind. In haar gepassionneerd spel ont wikkelde zij soms een kracht en een harts tocht, die suggestief werkten op de toe schouwers, vooral wanneer zij in de stuk ken van Bernstein bijvoorbeeld een te genspeler had van dezelfde geaardheid, zoals een Louis de Vries. Het is waar, dat zij die kracht niet altijd wist te breidelen en zich soms te veel liet gaan. Het spel van mevrouw Cuypers in haar grote rollen kwam doorgaans breed en vol over het voetlicht, maar het was zuiver intuïtief. Zij is nooit de actrice geweest om rollen te creëren, die diepgaand intellect of psycho logische analyse verlangen. Zij moest op het toneél altijd haar gevoel niet haar ver stand laten werken. Daarom eigende haar talent zich geheel voor de romantiek, niet voor de stukken, die subtiele nuances en fijne karakter-ontleding eisen. Dat zij ook als 75-jarige het toneel nog steeds vermag te vullen, bewees zii niet alleen in „Lysistrata 1946", maar ook als gast bij Comedia met een misschien wat verouderd maar toch knap solo-spel aan het slot van Rosmersholm, waarin zij als huishoudster getuige is van de zelfmoord in de beek van Rosmer en Rebecca West. J, B. SCHUIL. Geldelijke tegemoetkoming aan ontslagen Indische werknemers Ter aanvulling van hieromtrent reeds verschenen berichten wordt medegedeeld, dat de tegemoetkoming aan ontslagen In dische werknemers is gebaseerd op de per 1 Januari in werking getreden regeling arbeids verh oud ingen oorlogsslachtoffers (Staatsblad 1947^.no. 163) en dat deze on der bepaalde voorwaarden en gedurende een zeker aantal maanden door de commis sie voor arbeidsaangelegenheden te Ba tavia kan worden toegekend aan particu liere (du^ niet ambtelijke) werknemers tevens oorlogsslachtoffers, die, vooropge steld dat hun dienstbetrekking aan de in de regeling gestelde voorwaarden voldeed, gedurende de periode 1 November 1941 1 Januari 1948 wegens de toen geldende bijzondere omstandigheden uit hun betrek king zijn ontslagen. Deze tegemoetkoming kan hun eveneens worden toegekend, wanneer zodanige werknemers na de bezetting wegens ge noemde omstandigheden, onder druk van hun werkgever, zelf ontslag uit hun be trekking hebben genomen dan wel in een ontslag met wederzijds goedvinden hebben toegestemd. Te dier zake kunnen zij zich wenden tot de daarvoor aangewezen ambtenaar op de afdeling Sociale Zaken vaiï het ministerie van Overzeese Gebiedsdelen, Van Speyk- straat 54, Den Haag, die als gedelegeerde voor Nederland zal optreden van de com missie te Batavia. I PH/USHAVE I STAALBAARD Ook UW boord vliegt eraf! Belgische begroting 1948 in evenwicht, maar te hoog (Vfm onze Brusselse correspondent). De Belgische ministqf van Financiën, prof. dr. Gaston Eyskens, zal in 3e komen de weken de staatsbegfcting voor 1948 voor het parlement moeten verdedigen. Dit belooft vanwege de liberale en com munistische oppositie, maar feitelijk even zeer van wege de tegenstand van een aan tal conservatieve Katholieken, heel wat vinnige interpellaties. Niet dat de minister ontevreden of gevaarlijk kwetsbaar is. Voor het eerst sedert 1944 presenteert hij de Kamers een begroting, die volledig ge dekt wordt door de inkomsten, wat een unicum in Europa mag heten. De kritiek zal dus vooral slaan op het zeer hoge be drag der staatsuitgaven eventjes 57 milliard Belgische francs, die overigens gedekt worden doordat 'de belastingen vergeleken met de vooroorlogse jaren, enorm zijn gestegen. Wie thans in België een' auto of een huis koopt, weet zeker, dat de fiscus, rechtstreeks of indirect daarvan op de hoogte gebracht, zal onderzoeken of deze uitgave wel met zijn aangifte bij de belastingadministratie strookt. Het is ech ter een feit, dat de gemiddelde Belg een geboren belastingontduiker is. Staatsuitgaven zijn te hoog. Velen zijn het er over eens, dat de staatsuitgaven een veel te hoog percentage van het nationaal inkomen uitmaken. Ver geleken met 1939 zijn die verviervoudigd. „Het komt er niet zo zeer op aan de be groting in everfwicht te brengen", zeide ons een liberaal parlementslid, „doch hét gaat om het peil, waarop dit evenwicht wordt, gerealiseerd. En voor 1948, met® een totaal van 57 milliard francs, is dit zeker veel te hoog." Iedere liefhebber van orkestmuziek hoort af en toe een symphonie van Anton Bruckner. Het is curieus zoals het met de waardering van deze oude, ruige Oosten rijker gesteld is. Voor velen betekenen zijn symphonieën slechts uren van zware be lasting, voor anderen zijn het ogenblikken van zeer bijzondere vervoering. Natuur lijk is er een mieïden-orde van muzieklief hebbers, die de componist zeer bewondert, maar meteen toegeeft dat zijn werken zeer lang zijn; of, anders gezegd, er zijn zeer veel liefhebbers die de omvangrijke vorm van Bruckner's symphonieën aanvaarden en geboeid zijn door de schoonheid. dirigent Gustav Mahler," oud-leerling van Bruckner, heeft voor de componist ge streden, maar maakte toch in de vijfde symphonie coupures, omdat hij het werk te lang vond. Thans pleegt,men het stuk weer in de oorspronkelijke zetting'uit te voeren en het duurt dan ongeveer vijf kwartier. Wat velen, die aan Bruckner's muziek niet kunnen wennen, feitelijk ten opzichte dezer symphonieën koud laat, is niet alleen de lange duur der werken, maar ook de eigenaardige brede en plechtige pathetiek, de grote rethorische mededeling der 'gevoelens. Zij die op deze wijze ervaringen vaststellen, zijn meestal ongevoelig gebleven voor de talloze zeer innige en liefelijke sentimenten die hier en daar als klein gewas en geurige bloe men tussen de enorme bomen van een groot bos leven. Het schijnen werkelijk wel grote wouden, deze reusachtige sym phonieën; men wandelt er niet gemakkelijk en lichtvoetig op deze ruwe grond tussen de barre reuzen. Als hier een storm waait is men er klein! Maar men zal, op- en omziende tussen het zware donkergroen der woudreuzen, toch bij alle ongemak kelijkheid moeten toegeven dat men in de natuur is en niet in lelijke straten. Het is waar, hier heeft geen tuinarchitect ge werkt, het bos is ruig en de wandeling is nogal een onderneming, maar de onder neming is de moeite waard. De belang stellende lezer begrijpt wel dat ik slechts-^ een vergelijking maak en niet wil zeggen dat een symphonie van Bruckner een bos uitbeeldt. Ik moet echter bekennen dat ik mij met een andere vergelijking niet zeer op mijn gemak zou voelen. De muziek van Bruckner is evenzeer zogenaamde abso lute muziek als de symphonieën van Brahms, al is ze geheel anders van ka rakter. Onder de bewonderaars van deze conT- ponist zijn er velen die'het zware woud zelf omtoveren tot een soort mysterieuze tempel. Dit kan men in 't algemeen met een bos doen en men kan dit ook in 't al gemeen met een klinkende symphonie doen. Iets anders is of dit zeer verstandig en muzikaal is. Het is de oude kwestie in het verschil tussen vergelijkingen en be palingen. Vergelijkingen zijn al zeer ge vaarlijk, bepalingen zijn het nog veel meer. Vergelijkingen kunnen iemand helpen i X het verkrijgen van een gunstige gesteld heid tot het luisteren, bepalingen kimnen iemand van de wijs brengen. En om de wijs gaat het nu juist bij de muziek. Bruckner als artist was geen product van de stad, maar een product van het land. Zijn vrienden zullen hem wellicht goed gekend hebben, wij kennen hem in ieder geval minder en weten de uiterlijke levensgang van de hèvig-bewogen, boerse man, die vele, grote ggyoelens, zowel eroti sche als vrome, heeft gekend; die nooit recht thuis geweest is in het Weense leven, al was hij er professor aan 't Conservatorium en al doceerde hij aan de Universiteit- die een fameuze persoonlijkheid was en zich nochtans altijd gehinderd voelde door de knagende tactiek der critici; die, als een tweede Ilaydn, soms kinderlijke -uitingen van geluk gaf, maar toch zelden gelukkig en tevreden was. Het is in ieder geval verkeerd een po sitieve inhoud van religieusiteit op te bouwen in deze symphonieën van Bruckner, tenzij men in die religieusiteit- alles ver zamelt wat de onnaspeurlijke verscheiden heid van gevoelens bevat die de natuur in het wezen van een artist laat leven. Het is fantastisch zo onvoorzichtig als velen met inhouds-bepalingen omspringen. Het moet toch een gezond muziekliefhebber,* die nog maar niet aan Bruckner kon wen nen, wel afschrikken, wanneer men hem zou zeggen „u moet u diep-religieus in stellen eerst dan kunt u deze mystieke muziek begrijpen". Erken ten eerste dat niemand de verplichting heeft 'om van alles te houden, en spreek overigens nooit over mystiek. Ik zou wel willen dat ieder een zoveel van Bruckner hield als ik; maar men moet zich toch bewust blijven dat veel aanhankelijkheid aan een soort mu ziek samenhangt met persoonlijke re flecties. *Wat is er dan objectief-zeker in deze zaak? Zeker is het dat de levensbeweging in Bruckner's muziek langzamer is dan 't algemene tempo van de hedendaagse men sen. Zeker is het dat de vorming van alle thematiek in overeenstemming is met het grondtempo; dat de zetting, de instrumen tatie het juiste kleed dier gedachten is. Zeker is 't ook dat een .gelijksoortige tempo-gesteldheid bij 't luisteren de mo gelijkheid brengt tot het volkomen genie ten van de intimiteit. Zeker is het dat het enthousiasme van de componist groter is dan zijn .vormbeheersing; maar zeker is het ook dat dit enthousiasme zéér groot, zeer bijzonder en zéér zeldzaam is. HENDRIK ANDRIESSEN. In 1947 gedemobiliseerden vonden vrijwel allen Werk In 1947 werden 7210 gedemobiliseerden afkomstig uit Koninklijke Marine, Konink lijke Landmacht en Koninklijk Nederlands Indisch Leger ingeschreven bij de verschil lende arbeidsbureaux. Per 1 Januari 1948 waren 6268 van hen weer door het bedrijfsleven opgenomen. Het resterende aantal, dat öp die datum nog als werkzoekende was ingeschreven bestaat uit drie categorieën: 675 man, die korter dan 1 maand ingeschreven ston den: (verwacht kan worden, dat de meesten van hen inmiddels een plaats hebben gevonden) en 182 man, die een scholingscursus op een rijkswerkplaats voor vakontwikkeling volgen. Bij 85 man levert de plaatsing om uiteenlopende re denen, waaronder persoonlijke^ moeilijk heden op. Dit gunstige resultaat kon door de ar beidsbureaux mede worden bereikt, door de grote medewerking van het bedrijfs leven. Nationaal Damtournooi Op Tweede Paasdag zal te Haarlem doog de districtbond Noordholland een natio naal damtournooi worden georganiseerd. Er wordt gespeeld in groepen van vier en een groot aantal prominente spelers is uit genodigd voor de eregroepen, 1

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1948 | | pagina 5