c
i
In vrede leven
litteraire
Jen
De 9 Muzen
Julia Cuypers, de actrice der romantiek
la'Mode
li ZATERDaG
14 FEBRUARI 1948
BELCAMPO: „Verhalen" (Uitg.Mij Kosmos, Amsterdam);
D. V. NI3LAND: „Mature Morte" (Uitgeverij v/h C. A.
Mees, Santpoort); 3. W. F. WERUMEUS BUNING: „De
hoeve In het gebergte" (Em. Ouerido, Amsterdam).
a unVELLE is geen geliefde lectuur in
i land Het kan zijn, dat de Neder-
f?'met 'zijn degelijk-burgerlljke aard
lgnder „„Dikheid van geest, mist, om zich
lbWf eïTn in het, in een beknopt be-
snel'nx --1—-
i in te leven i"
sne -at gecondenseerd, gebeuren van
stelc ellé en de bedachtzamer, trager
eetl n!l een roman behoeft, om zich er-
gatlg» kunnen vereenzelvigen. Mogelijk
mee te n de auteurs zich minder toege-
j n deze zo matig gewaardeerde lite-
Iegd °P en het compositievermogen niet
ft' raire, -j dat de evenwichtige besloten-
I °nlfr?iP geen ruimte laat voor het breed-
I verhalende, van deze verhaalvorm
sprakig- tensi0tte: niet onwaarschijnlijk
*ref k de schrijvers hun. volksaard
5 ontbreekt het de meesten aan de
S; van geest, de spanning van ge
ide bondigheid van zegging aan
T vOÜ'r:Pi verbeelding, levendigheid om
novelle een kans te geven. In ieder
aa" i het aantal zuivere novellen, die geen
g kniote of onuitgegroeide romans zijn, is
SE' ze zün er, ook in ons land: ver-
,._::„0rS-par-naissance en Beleampo
h.mner zelfs één der merkwaardig-
is. e®,iLderlijkste. „Geef mij een punt
ste' aarde en ik licht haar uit haar
i' moet
Copernicus eens gezegd hebben,
alleen vergelijkbaar met de
F Sand nauwelijks bekende Giovanni
Z\-hééft met de kracht van zijn ver-
S„e (wapen tegen de grauwe, bene-
alledaagsheid) een punt betrokken bui-
f deze wereld": buiten haar sleurgang,
haar verstandelijk vastgelegde wetmatig-
l m het zelfverzekerd domein van de ge-
bourgeois. Zijn ongebreidelde
fantasie die hem doet staan aan de zijde
Z hèm die eens zei: „je pars toujours,
lak ie n'arrive jamais" (steeds vertrek ik,
!aar nooit kom ik aan) laat hem vele
denkbare levens leven en vele onvoor-
Tlbare doden sterven. In zijn schrijvers
wereld der zinvolle verbeelding bevindt
■1 guy; mens en ding, uitspansel en
-de dier en plant in één onafgebroken
eêdaanteverwisseling; niets is er, alles
frordt Elke mogelijkheid buiten het gang-
hare is een levensmogelijkheid. Het is als
of hij als een speels kind de bestaande
wereld uit elkaar neemt en haar opnieuw
ineen past met de grillige onberekenbaar
heid van een altijd verrassende, maar nooit
zinloze inval.
Deze bundel dateert uit zijn jonge jaren
en was-nimmer openbaar verschenen
slechts aan een kleine kring bekend. Wat
zich in de tweede verzameling „Verhalen"
die ik destijds besprak onder de in
vloed van bezonken levensernst verdiepte
tot vaak veelzeggende symboliek, is hier
nog zo ongeremd van verbeeldingsspel,
dat ongehinderd „terreinen kunnen wor
den betreden die door de werkelijkheid
nog niet zijn ontgonnen". Wat hèm ook
in later werk eigen bleef, treedt hier al,
met een uitzonderlijke begaafdheid voor
het komiseh-satyrisch-farttastische, waar
in werkelijkheid en bonte dromerij onna
speurlijk in elkander overgaan, aan de dag.
Wie. wat is Beleampo? Hij zelf weet het
niet zo min, als één zichzelf kent. In het
laatste van deze verhalen waarin een
zwerver-van-de-geest het tot fossiel ont
zielde wereldbeeld al buitelend over zijn
eigen kostelijke grillen „uit zijn voegen
licht".- „Bekentenis" genaamd, ontmoet
Belèampo zijn sprekend evenbeeld, dat be
zit wat hij zelf begeert en verlangt naar
wat de ander moe is. En zo wisselen zij
van leven, jaar na jaar, tot elks tevreden
heid, Aldus weert met de grillige punt van
zijn. schrijverspen Beleampo een in zijn
vermechaniseerde verstarring weinig aan
trekkelijke wereld af, in verhalen ver
halen die loochenen, dat er in ons land
geen vertelkunst van novèllistische beslo
tenheid zou kunnen bestaan.
Nijlanc zoon van de schilder ont-
breekt het in zijn „Nature Morte" te zeer
•aan onmiddellijkheid van zegging, aan
gheid van verbeelding, om zijn
met zoveel zorg psychologisch-
en symbolisch gegeven binnen
ïzen van een gave novelle te ver-
Zwevend tussen het schrijver- en
p, weet hij zich nifrt te beper
ken in de weergave van l^etr,bijkomstig,
vermoeiend en afleidend d.4$ai^0dat het in
trinsiek verband* nie$bVfj§$ffti kan met
noodlottig conflict dat zi^i^n d,e tot hoofd
persoon gekozen schilder yp)tr,ekt. Veel in
deze novelle blijft overbodigrr— descriptief
en contrasteert met de psychologisch- tra
gische strekking: een schjjder wil .boven
de macht van zijn kunnen de volle pracht
der levende werkelijkheid (belichaamd in
zijn vrouwelijk model) op het doek vast-
leggen in haar absoluutheid; verzonken in
zijn scheppingsdroqm gaat hij aan het
Leven voorbij en als'het hem ontglipt is,
zowel in vorm-scheppende verf als in de
Parijse pers looft Schuurman
w het Residentie-orkest
De concerten, die het Residentie-orkest
®fler directie van Frits Schuurman te Parijs
itöt gegeven, hebben in de Franse pers een
gunstige weerklank gevonden.
r.lti Presse" betreurt het, dat het orkest
jjfi langer te Parijs heeft kunnen blijven.
olad schrijft verder: „Het orkest bezit
Hovaardige elementen. Het is uitste-
gedisciplineerd, en zijn dirigent kan
tC 20n(kr twijfel tot de krachtigste in
rekenen".
it Le/'?aro" weet niet, wie meer te loven
S»est of zijn dirigent. „Het strijkers-
smoie toont een volledige eenheid, en
het hout kunnen zowel glans-
h! M klanken laten horen",
kimk n°emt Schuurman een uiterst
iftó. yjlpyfe de „Figaro Littéraire
i«wii>orkest is uitstekerid en in alle
ti&Laan het Concert-
W00, ?e° van der Pas wordt in warme be-
VaG hst in gebuldigd voor zijn interpretatie
tihnuü, -meen zeer gewaardeerd Concer-
r P'3JU> v^n Hans Osieck.
t Agenda voor Haarlem
ZATERDAG 14 FEBRUARI
tvrXhns°öVburgi- »G1?zen speelgoed'], 8
18 j Rembrandt: „Mildred Pierce",
nOnfrpu v 15> 700 en 9.15 uur. Palace:
enPlfm de"> alle leeft., 2.00, 4.15, 7.00
10 uur Luxor: „Fantasia", 14 j„ 2.00, 4.15,
Wen" i4; „u,lir- City: „Tussen twee vrou-
he: Dani'r, 7-00 en 9-15 uur. Spaar-
aDUy Boy", 14 j., 2.30, 7.00 en 9.15 'uur.
Sy,5r.Z„0NPAG 15 FEBRUARI
lUxo7S Tbur^: "Glazen paleis", 8 uur.
Voorstèlijnp fmse Kunstgemeenschap, film-
,v°ndvonrL)v uur' Bioscopen: Middag- en
M«mgen-
Sladswhi. ,NDAG 16 FEBRUARI
bovpiA.i, °Uwburg: Padvindersrevi
'••Wellmgen:
J'AAXBAi
Imtnm," Padvindersrevue „D'r
,,«ilïï-...Blosc°I,<!n: Middag- en
realiteit van zfjn model Resi, kan alleen
een verstoorde geest in een gruwelijke
wanhoopsdaad werkelijkheid en ge
droomde schoonheid trachten te verenigen
in een surrealistisch portret, waarin een
aan het leven ontnomen hoofd aan de pic
turale romp de voltooiing moet schenken
van het levenglanzende volmaakte, maar
er niets dan de waanzin aan verleent,
waarin de schilder Gerard ondergaat: trh-
gisch conflict, dat matig ontroert door een-
teveel aan overbodig-beeldend en een
tel®rt aan uit innerlijke spanning ver
halend vermogen.
Vertellen: dat kan Werumeus Burring.
Met alles soberheid van stijl, maar met die
waarachtigheid van luisteren naar wat een
innerlijke stem hem voorzegt, verstaat hij
het, in een hoeve in het gebergte, niet ver
van de dreiging der brandschattende
Turkse heidenen, de onschuld van het
Christuskind te doen herleven in een
Kerstnacht een kind zo schoon, onbe
smet en argeloos, dat het alle zonden weg
vaagt en alle liefde wekt en alle v^ede.
Een symbolisch tafereel is het, dat ,zich
daar in die hoeve afspeelt, een tot levend
beeld gewekte legende, waarvan zij weten,
die mét Buning, in een verre kapel der
verbeelding, een kind zien zo gaaf en on
schuldig, dat alle zonden vergeven worden
en alle zwerversdrang van de ziel tot rust
komt, „als teeken van Gods hand, dat
staat geschreven in alle dingen die ter
wereld geschieden". C. J. E. DINAUX.
Een Van Gogh gevonden? Een Eind-
hovense kappersbediende in zijn vrije tijd
een ambitieus tekenaar, heeft in 1943 in een
huis te Niienen 'n schilderstuk ontdekt, dat
sterk zijn aandacht trok. De eigenaren, twee
bejaarde mensen, v/aren aanvankelijk niet.
bereid hem het stuk te verkopen. In 1945
werden zij daartoe tenslotte bereid gevonden.
De ontdekker is er van overtuigd, dat hij een
studiewerk heeft aangekocht van Vincent
van Gogh, die geruime tijd te Nuenen heeft
gewoond. Men wil het doek thans in Am
sterdam aan een onderzoek onderwerpen.
Jeugdfilms in Amsterdamse theaters. T
Een aantal samenwerkende theaters in de
hoofdstad, Zaandam en Amstelveen vertoont
sedert November 1947 speciale jeugdpro
gramma's, in nauwe samenwerking met ver
schillende onderwijsorganisaties, zoals
Volksonderwijs, de Nederlandse onderwij
zersvereniging, het Katholieke onderwijzers
genootschap, de Centrale ouderraad en de
gemeentelijke onderwijsinspectie. Deze 14
bioscopen hebben thans beslag gelegd op elf
programma's van de J. Arthur Rank-produc-
tie met hoofdfilms, onderwijsfilms, kluchten
en tekenfilms, alle voor de schoolgaande
jeugd en gecompleteerd met „Neerlands
jeugdkrant", een journaal voor de jpugd, sa
mengesteld uit Polygoon- en Profilti-jour
naals van vroeger en nu. Twee dezer pro
gramma's komen van Zaterdag 14 Februari
af in vertoning in het Hallen- en het Bio-
theater te Amsterdam.
Toneellherinnerlngen en fomeelportretten
Ten bate van de kinderbewaarplaatsen
in Haarlem wordt op 2 Maart in hotel Rozen-
daalde Overveen een bridge-drive gehouden.
Voor deelneming of beschikbaarstelling van
prijzen kan men zich wenden tot mevrouw
Bouman, Schouwtjeslaan 63, Haarlem, telef.
17914.
Nina Ricci, een bedaagde
Parijse mode-ontwerpster
heeft dezer dagen het
Legioen van Eer gekre
gen voor haar propa-
gande magnifique de la
haute-couture Frangaise"
Ricci werkt, als we
Franse journalisten mo
gen geloven, op de vol
gende verbluffende wijze:
„zij krijgt plotseling in
spiratie.... Een druk
op de belleknop een
van haar „mannequins
admirables" verschwnt
in galop zes meter
stof worden rond de
slanke schouders van de
mannequin gewerveld
op die onnavolgbare,
geheimzinnige manier
die alleen Nina Ricci
beheerst hier een j
speld, daar een speld
hier een corsage, daar
een plooitje en een
nieuwe creatie is ge
schapen".
Op de foto ziet men
haar, uitrustend van een
zojuist plaats gehad heb
bende schepping. Zij
overziet haar werk en
stelt vast, dat het goed is.
HET IDEAAL
„Waar gebeurd", zo wordt de bezoeker
bij het begin van de film „Vivere in pace"
(„In vrede leven") meegedeeld. Een aan
kondiging, die ons de gebeurtenissen in het
Italiaanse dorp, waar de geschiedenis zich
afspeelt, des te intenser doet volgen.
Óp een boerderij, waar reeds een Ita
liaanse dienstweigeraar is ondergedoken,
vinden twee ontvluchte Amerikaanse krijgs
gevangenen, een neger en een blanke, on
derdak. Maar met hun komst is het dan
ook gedaan met de rust in de kleine ge
meenschap, waar al heel gauw iedereen
x-n. behalve de ene Duitser, die
i-i «1 i. er als dwarskijker zetelt en
H 1 ITYl de secretaris van de fascis-
J tische partij weet wat er
aan de hand is op het erf
van Tigna. Het moet dus wel spaak lopen
en dat gebeurt op een avond als de Düitser
weer eens een onderzoek instelt naar de.
veestapel en nog meer naar de wijnkelder
van de boer.
Terwijl Tigna en zijn gezin de eindeloze
verhalen van de Duitser over de grootheid
van de Führer moeten aanhoren, waarbij
zij hem onafgebroken van hun geestrijke
dranken laten genieten, bedrinkt de neger
zich in de wijnkelder, waar hij voor alle
zekerheid is opgesloten. Tigna spoort zijn
huisgenoten aan tot een uitbundige ronde
dans met de Duitser om het lawaai in de
wijnkelder te overstemmen. Het mag niet
baten. De neger breekt uit en stormt de
kamer in. Dan gebeurt er iets volkomen
onverwachts: de twee benevelde vijanden
storten zich in eikaars armen en trekken
zingend het dorp in, overtuigd als zij zijn,
dat.de vrede is „uitgebroken...." En wij
herinneren ons de mededelihg, dat alles
echt gebeurd is. Natuurlijk keert met de
nuchterheid, de bezinning weer. Als heel
het dori? is uitgefeest en beseft, dat de
grauwe werkelijkheid dujdelijk hoorbaar
is aan het kanongebulder in de verte, vindt
men het maar beter tijdelijk te verdwijnen
tot de Duitsers hun woede gekoeld hebben.
Die dralen niet, er verschijnt een „Spreng-
kommando", dat de boerderij van Tigna in
brand steekt en de eigenaar, die voortijdig
naar zijn bezittingen is teruggekeerd, te
recht stelt. Het zal hun laatste wandaad in
deze streek zijn, want prompt na hun af
tocht trekken de Amerikanen binnen
en het sterfbed van Tigna wordt
verlicht door onvervalste Amerikaanse
shagEn weer herinneren we ons de
formule, .dat het hier de uitbeelding van
een ware gebeurtenis betreft. Het kan waar
zijn, maar dan heeft regisseur Luigi Zampa
de historie toch wel heel erf in het carica-
turale getrokken èn in de scène van dat
potsierlijke vredes-carnaval èn in die van
dit wel zeer lang-ademige sterfbed.
Gelukkig had de maker van de film nog
een andere bedoeling dan alleen maar een
tragi-comedie uit de oorlogsjaren te vertel
len. Die intentie wordt met de titel gede
monstreerd. Hier worden wij geconfron
teerd met mensen, die maar één begeerte
kennen: met rust gelaten te worden. Een
verlangen, dat eigenlijk in ons allen leeft.
Wij zoeken allen ons persoonlijk geluk en
wij verweren ons tegen alles wat tegen* ons
eigen leven, zoals wij dat graag beleven
willen, indruist.
Tot wij plotseling van aangezicht tot aan
gezicht komen te staan met de levens en
het geluk van anderen, die teloor dreigen
te gaan, indien wij ons zelf niet durven op
te offeren. En op dit plan hebben de schep
pers van „Vivere in pace" hun heldinnen
en helden gezien en in hun zoeken naar de
diepste menselijkheid, die andere, grote rol
prent van het menselijk lijden „De laatste
kans" het meest benaderd. Want wellicht
zal men producten als „In vrede leven" en
„De laatste kans" het best kunnen karakte
riseren als de films van de menselijkheid
tegenover rólprenten als „De rode aarde"
en „De regenboog", waar het accent meer
ligt op de onmenselijkheid der Duitse
demonie.
Er is nog een ander punt in deze film,
dat wij niet onvermeld willen laten. Dat is
de grote eerlijkheid, waarmee de Italianen
hun landgenoten hebben getekend. Niet als
helden, niet als partisanen, maar als over
het algemeen vreesachtige lieden, die hun
wijngaard en hun vee belangrijker vinden
dan Mussolini en Churchill. Eigenlijk wordt
slechts één figuur geïdealiseerd. Dat is de
Amerikaanse journalist. Maar ja, er bestaan
nu een keer zeer noodzakelijke banden tus
sen Amerika en Italië. Zodat zelfs in dit
opzicht van een zeer menselijk trekje ge
sproken zou kunnen worden. J. H. B.
De Italiaanse dorpelingen komen tot het
besef, dat hun rustige rust door de twee
Amerikaanse krijgsgevangenen verstoord is.
Bij de opvoering van „Lysistrata 1946"
van de helaas veel te vroeg gestorven
Eduard Veterman zat ik naast een jong
meisje,
„Wie is dat?" vroeg ze mij, blijkbaar
verrast, toen Persephone met volmaakte
en duidelijke uitspraak haar verzen zeide.
„Julia Cuypers!" lichtte ik in.
Zij zweeg, maar toen het doek gevallen
was, kwam de krittek.
„Ik heb soms niet de helft verstaan.
Alleen Julia Cuypers, daar verstond ik nu
elk woord van!"
„En toch is die al 75 jaar!" antwoord
de ik.
Merkbare verrassing op het gezicht van
mijn buurmeisje.
Vij f-en-zeventig?"
„Ja. dat is er een van de oude garde.
Eigenlijk een Vlaamse! Die oudjes wisten
nog, wat goed spreken voor het toneel
waard was. De Bouwmeesters, Marie van
Eysden-Vink, Alida Tartaud, mevrouw
Holtrop-van Gelder en nu nog Rika Hop
per, je kbn ze altijd verslaan, waar je ook
zat in de zaal. Mevrouw Mann-Bouw-
meester, van wie nooit één woord je ont
ging. heeft mij eens gezegd: „De jonge
mensen van tegenwoordig kunnen niet
meer goecl spreken op het toneel. Ze brod
delen maar wat! Schrijft u het toch altijd
weer in uw kritieken, dat de 'artisten dui
delijk moeten spreken".
Toen het doek weer opging, kregen wij
een verdere demonstratie van de oude en
de nieuwe school. Mevrouw Cuypers won
het verre, wat haar uitspraak betrof.
.Julia Cuypers is de laatste, nog' levende
vertegenwoordigster der oude romantiek.
Heel haar leven was feitelijk romantiek.
Stond zij, de kleine „Julieke" zoals zij
in België algemeen genoemd werd als
kind van vier jaar reeds niet in de schouw
burg te Gent op de planken in het drama
„Protestanten van Vlaanderen"? En heeft
zij ook niet te Brussel in een kinderrol
acht jaar was :zij toen de harten van
het publiek gestolen in Gitten's treurspel
Jane Shore?
Julia Cuypers is een van die actrices, die
tussen de coulissen is opgegroeid en altijd
geleefd heeft in die eigenaardige toneel
wereld, welke voor haar meer nog dan
voor een ander het leven betekende.
Reeds op 13-jarige leeftijd kreeg zij bij
Fauconnier in de Nederlandse schouwburg
te Gent haar eerste officiële engage
ment en was zij „medelid" van een vast
gezelschap.
Julia Cuypers is altijd, een „Zondags
kind" geweest. O zeker, zij heeft ook te
genslagen en moelijkheden gehad stierf
niet haar vader op de dag van haar eigen
lijk debuut en moest-zij niet als 13-j'arig
meisje spelen, nadat haar in de pauze van
de voorstelling die droeve tijding was
medegedeeld? maar zij heeft als weinig
oudere actrices de mooie zijde van het
toneelleven in ruime mate gekend. In
Brussel droeg men haar op de handen en
behaalde zij als jonge actrice triomfen in
stukken als Charlotte Corday, De Maagd
van Orleans, Serge Panino en vooral in
„Rose Kate, het treurspel der smeden",
van Nestor de Tiere. Het was met dat
laatste stuk, dat zij in, 1894 voor het eerst
een tournée door ons .land maakte. Het
werd voor de jonge en zeer mooie actrice
een overweldigend succes. Zij speelde met
een temperament, dat de vonken er afspat
ten en omdat de mensen uit die tijd nog
vatbaar waren voor de brandende roman
tiek, veroverde Julia Cuypers ook het Hol-
larylse publiek, zo zeer zelfs, dat de jonge
actrice besloot in ons land te blijven. En
zij heeft er haar eigen en eervolle plaats
ingenomen, vooral in de jaren, toen Sardou
het toneel beheerste.
In de romantische school was zij opge
groeid en zij is de romantiek heel haar
leven feitelijk trouw gebleven. In stukken
als Frou-Frou, De Industrieel van Pont
Avesnes, De Zondares, Margaretha Gau-
thier, Fedóra, speelde zij bij voorkeur en
het was in deze stukken ook, dat zij inihet
Grand Théatre te Amsterdam in de tijd
van de gebroeders van Lier haar grote
triomfen vierde. Het was waarlijk geen
wonder, dat zij ook een grote voorliefde
had voor de stukken van Jhr. A. W. G.
Prof, mr. A. Koelma
onderscheiden
Aan prof. mr. A. Koelma is niet ingang
van »15 FebruaVi op zijn verzoek wegens
gezondheidsredenen eervol ontslag ver
leend als burgemeester van Alkmaar.
Prof. Koelma is door H. M. de Koningin
benoemd tot Ridder in de Orde van de
Nederlandse Leeuw.
Directeur-generaal van
het gevangeniswezen
Mr. E. A. M. Lamers, rechter in de ar-
rondissements-rechtbank te Amsterdam,
is tijdelijk belast met de leiding van de
afdeling gevangeniswezen van het mi
nisterie van Justitie onder toekenning van
de titel van directeur-generaal van het
gevangeniswezen onder gelijktijdige toe
kenning van eervol ontslag uit de functie
van raad-adviseur in buitengewone dienst
bij dit ministerie.
Over Muziek
Bruckner
van Riemsdijk die romanticus was als zij.
Aan Silvia Silombra vooral, dat zij 500
maal speelde, is haar naam verbonden.
Zij heeft dat stuk tot het succes gedragen
en Van Riemsdijk is er haar altijd dank
baar voor gebleven.
Julia Cuypers was in haar romantische
tijd bij een groot deel van het publiek zeer
bemind. In haar gepassionneerd spel ont
wikkelde zij soms een kracht en een harts
tocht, die suggestief werkten op de toe
schouwers, vooral wanneer zij in de stuk
ken van Bernstein bijvoorbeeld een te
genspeler had van dezelfde geaardheid,
zoals een Louis de Vries. Het is waar, dat
zij die kracht niet altijd wist te breidelen
en zich soms te veel liet gaan. Het spel
van mevrouw Cuypers in haar grote rollen
kwam doorgaans breed en vol over het
voetlicht, maar het was zuiver intuïtief.
Zij is nooit de actrice geweest om rollen te
creëren, die diepgaand intellect of psycho
logische analyse verlangen. Zij moest op
het toneél altijd haar gevoel niet haar ver
stand laten werken. Daarom eigende haar
talent zich geheel voor de romantiek, niet
voor de stukken, die subtiele nuances en
fijne karakter-ontleding eisen.
Dat zij ook als 75-jarige het toneel nog
steeds vermag te vullen, bewees zii niet
alleen in „Lysistrata 1946", maar ook als
gast bij Comedia met een misschien wat
verouderd maar toch knap solo-spel aan
het slot van Rosmersholm, waarin zij als
huishoudster getuige is van de zelfmoord
in de beek van Rosmer en Rebecca West.
J, B. SCHUIL.
Geldelijke tegemoetkoming aan
ontslagen Indische werknemers
Ter aanvulling van hieromtrent reeds
verschenen berichten wordt medegedeeld,
dat de tegemoetkoming aan ontslagen In
dische werknemers is gebaseerd op de per
1 Januari in werking getreden regeling
arbeids verh oud ingen oorlogsslachtoffers
(Staatsblad 1947^.no. 163) en dat deze on
der bepaalde voorwaarden en gedurende
een zeker aantal maanden door de commis
sie voor arbeidsaangelegenheden te Ba
tavia kan worden toegekend aan particu
liere (du^ niet ambtelijke) werknemers
tevens oorlogsslachtoffers, die, vooropge
steld dat hun dienstbetrekking aan de in
de regeling gestelde voorwaarden voldeed,
gedurende de periode 1 November 1941
1 Januari 1948 wegens de toen geldende
bijzondere omstandigheden uit hun betrek
king zijn ontslagen.
Deze tegemoetkoming kan hun eveneens
worden toegekend, wanneer zodanige
werknemers na de bezetting wegens ge
noemde omstandigheden, onder druk van
hun werkgever, zelf ontslag uit hun be
trekking hebben genomen dan wel in een
ontslag met wederzijds goedvinden hebben
toegestemd.
Te dier zake kunnen zij zich wenden tot
de daarvoor aangewezen ambtenaar op de
afdeling Sociale Zaken vaiï het ministerie
van Overzeese Gebiedsdelen, Van Speyk-
straat 54, Den Haag, die als gedelegeerde
voor Nederland zal optreden van de com
missie te Batavia.
I PH/USHAVE I
STAALBAARD
Ook UW boord vliegt eraf!
Belgische begroting 1948
in evenwicht, maar te hoog
(Vfm onze Brusselse correspondent).
De Belgische ministqf van Financiën,
prof. dr. Gaston Eyskens, zal in 3e komen
de weken de staatsbegfcting voor 1948
voor het parlement moeten verdedigen.
Dit belooft vanwege de liberale en com
munistische oppositie, maar feitelijk even
zeer van wege de tegenstand van een aan
tal conservatieve Katholieken, heel wat
vinnige interpellaties. Niet dat de minister
ontevreden of gevaarlijk kwetsbaar is.
Voor het eerst sedert 1944 presenteert hij
de Kamers een begroting, die volledig ge
dekt wordt door de inkomsten, wat een
unicum in Europa mag heten. De kritiek
zal dus vooral slaan op het zeer hoge be
drag der staatsuitgaven eventjes 57
milliard Belgische francs, die overigens
gedekt worden doordat 'de belastingen
vergeleken met de vooroorlogse jaren,
enorm zijn gestegen. Wie thans in België
een' auto of een huis koopt, weet zeker, dat
de fiscus, rechtstreeks of indirect daarvan
op de hoogte gebracht, zal onderzoeken of
deze uitgave wel met zijn aangifte bij de
belastingadministratie strookt. Het is ech
ter een feit, dat de gemiddelde Belg een
geboren belastingontduiker is.
Staatsuitgaven zijn te hoog.
Velen zijn het er over eens, dat de
staatsuitgaven een veel te hoog percentage
van het nationaal inkomen uitmaken. Ver
geleken met 1939 zijn die verviervoudigd.
„Het komt er niet zo zeer op aan de be
groting in everfwicht te brengen", zeide ons
een liberaal parlementslid, „doch hét gaat
om het peil, waarop dit evenwicht wordt,
gerealiseerd. En voor 1948, met® een totaal
van 57 milliard francs, is dit zeker veel te
hoog."
Iedere liefhebber van orkestmuziek
hoort af en toe een symphonie van Anton
Bruckner. Het is curieus zoals het met de
waardering van deze oude, ruige Oosten
rijker gesteld is. Voor velen betekenen zijn
symphonieën slechts uren van zware be
lasting, voor anderen zijn het ogenblikken
van zeer bijzondere vervoering. Natuur
lijk is er een mieïden-orde van muzieklief
hebbers, die de componist zeer bewondert,
maar meteen toegeeft dat zijn werken zeer
lang zijn; of, anders gezegd, er zijn zeer
veel liefhebbers die de omvangrijke vorm
van Bruckner's symphonieën aanvaarden
en geboeid zijn door de schoonheid.
dirigent Gustav Mahler," oud-leerling van
Bruckner, heeft voor de componist ge
streden, maar maakte toch in de vijfde
symphonie coupures, omdat hij het werk
te lang vond. Thans pleegt,men het stuk
weer in de oorspronkelijke zetting'uit te
voeren en het duurt dan ongeveer vijf
kwartier. Wat velen, die aan Bruckner's
muziek niet kunnen wennen, feitelijk ten
opzichte dezer symphonieën koud laat, is
niet alleen de lange duur der werken,
maar ook de eigenaardige brede en
plechtige pathetiek, de grote rethorische
mededeling der 'gevoelens. Zij die op deze
wijze ervaringen vaststellen, zijn meestal
ongevoelig gebleven voor de talloze zeer
innige en liefelijke sentimenten die hier
en daar als klein gewas en geurige bloe
men tussen de enorme bomen van een
groot bos leven. Het schijnen werkelijk
wel grote wouden, deze reusachtige sym
phonieën; men wandelt er niet gemakkelijk
en lichtvoetig op deze ruwe grond tussen
de barre reuzen. Als hier een storm waait
is men er klein! Maar men zal, op- en
omziende tussen het zware donkergroen
der woudreuzen, toch bij alle ongemak
kelijkheid moeten toegeven dat men in
de natuur is en niet in lelijke straten. Het
is waar, hier heeft geen tuinarchitect ge
werkt, het bos is ruig en de wandeling is
nogal een onderneming, maar de onder
neming is de moeite waard. De belang
stellende lezer begrijpt wel dat ik slechts-^
een vergelijking maak en niet wil zeggen
dat een symphonie van Bruckner een bos
uitbeeldt. Ik moet echter bekennen dat ik
mij met een andere vergelijking niet zeer
op mijn gemak zou voelen. De muziek van
Bruckner is evenzeer zogenaamde abso
lute muziek als de symphonieën van
Brahms, al is ze geheel anders van ka
rakter.
Onder de bewonderaars van deze conT-
ponist zijn er velen die'het zware woud
zelf omtoveren tot een soort mysterieuze
tempel. Dit kan men in 't algemeen met
een bos doen en men kan dit ook in 't al
gemeen met een klinkende symphonie
doen. Iets anders is of dit zeer verstandig
en muzikaal is. Het is de oude kwestie in
het verschil tussen vergelijkingen en be
palingen. Vergelijkingen zijn al zeer ge
vaarlijk, bepalingen zijn het nog veel meer.
Vergelijkingen kunnen iemand helpen i X
het verkrijgen van een gunstige gesteld
heid tot het luisteren, bepalingen kimnen
iemand van de wijs brengen. En om de
wijs gaat het nu juist bij de muziek.
Bruckner als artist was geen product
van de stad, maar een product van het
land. Zijn vrienden zullen hem wellicht
goed gekend hebben, wij kennen hem in
ieder geval minder en weten de uiterlijke
levensgang van de hèvig-bewogen, boerse
man, die vele, grote ggyoelens, zowel eroti
sche als vrome, heeft gekend; die nooit recht
thuis geweest is in het Weense leven, al
was hij er professor aan 't Conservatorium
en al doceerde hij aan de Universiteit- die
een fameuze persoonlijkheid was en zich
nochtans altijd gehinderd voelde door de
knagende tactiek der critici; die, als een
tweede Ilaydn, soms kinderlijke -uitingen
van geluk gaf, maar toch zelden gelukkig
en tevreden was.
Het is in ieder geval verkeerd een po
sitieve inhoud van religieusiteit op te
bouwen in deze symphonieën van Bruckner,
tenzij men in die religieusiteit- alles ver
zamelt wat de onnaspeurlijke verscheiden
heid van gevoelens bevat die de natuur
in het wezen van een artist laat leven. Het
is fantastisch zo onvoorzichtig als velen
met inhouds-bepalingen omspringen. Het
moet toch een gezond muziekliefhebber,*
die nog maar niet aan Bruckner kon wen
nen, wel afschrikken, wanneer men hem
zou zeggen „u moet u diep-religieus in
stellen eerst dan kunt u deze mystieke
muziek begrijpen". Erken ten eerste dat
niemand de verplichting heeft 'om van
alles te houden, en spreek overigens nooit
over mystiek. Ik zou wel willen dat ieder
een zoveel van Bruckner hield als ik; maar
men moet zich toch bewust blijven dat
veel aanhankelijkheid aan een soort mu
ziek samenhangt met persoonlijke re
flecties.
*Wat is er dan objectief-zeker in deze
zaak? Zeker is het dat de levensbeweging
in Bruckner's muziek langzamer is dan 't
algemene tempo van de hedendaagse men
sen. Zeker is het dat de vorming van alle
thematiek in overeenstemming is met het
grondtempo; dat de zetting, de instrumen
tatie het juiste kleed dier gedachten is.
Zeker is 't ook dat een .gelijksoortige
tempo-gesteldheid bij 't luisteren de mo
gelijkheid brengt tot het volkomen genie
ten van de intimiteit. Zeker is het dat het
enthousiasme van de componist groter is
dan zijn .vormbeheersing; maar zeker is
het ook dat dit enthousiasme zéér groot,
zeer bijzonder en zéér zeldzaam is.
HENDRIK ANDRIESSEN.
In 1947 gedemobiliseerden
vonden vrijwel allen Werk
In 1947 werden 7210 gedemobiliseerden
afkomstig uit Koninklijke Marine, Konink
lijke Landmacht en Koninklijk Nederlands
Indisch Leger ingeschreven bij de verschil
lende arbeidsbureaux.
Per 1 Januari 1948 waren 6268 van hen
weer door het bedrijfsleven opgenomen.
Het resterende aantal, dat öp die datum
nog als werkzoekende was ingeschreven
bestaat uit drie categorieën: 675 man, die
korter dan 1 maand ingeschreven ston
den: (verwacht kan worden, dat de
meesten van hen inmiddels een plaats
hebben gevonden) en 182 man, die een
scholingscursus op een rijkswerkplaats
voor vakontwikkeling volgen. Bij 85 man
levert de plaatsing om uiteenlopende re
denen, waaronder persoonlijke^ moeilijk
heden op.
Dit gunstige resultaat kon door de ar
beidsbureaux mede worden bereikt, door
de grote medewerking van het bedrijfs
leven.
Nationaal Damtournooi
Op Tweede Paasdag zal te Haarlem doog
de districtbond Noordholland een natio
naal damtournooi worden georganiseerd.
Er wordt gespeeld in groepen van vier en
een groot aantal prominente spelers is uit
genodigd voor de eregroepen, 1