c
D
en
Madame
la Mode
Ditmaal geen dwang
bij de conversie
Cliefariitel
^rpac]Lapr1l 1948-
Literaire Kam
HERMAN GORTER: Verzamelde Werken, Deel I: „MEI".
(Van Dishoeck, Bussum/Querido, Amsterdam).
van zijn LATEREdichtwer-
t Gorter een volmaakter- nu-
rJJ rm.fer een VUiiimdivi,ci., zul-
s™ ^„atuurliiker synthese bereikt
"aiN dichterlijke kwaliteiten damn
van i S zijn zinnenverrukkende,
dit ieugd fi draad'van muzikaliteit ver
tot de hoogste ujterste sensitiviteit ge-
«rdeJ'iZng, waarin heel het poëtisch
tóten Mel de Tachtiger Beweging"
vermogen wi von<J m daj nu_ als
«el z«n hoottepn de,en „verzamelde
<-£ "Ververschenen is - voor de jo„-
Ucitan «er™ érwacht en ongedacht
«e"ï T dat hun de taal der dichters in
Vtaonste rijkdom kan leren eren,
hjar dp oudere generatie als een weder-
de dierbaarste, ongeschon-
„„tmoeüngj j ringen aan een tijd,
denste jenSd zó vol> zó smetteloos
waarin een
t0° bi°S mrinsste schade hebben de jaten
"'fre dithyrambisehe zang, die uit de
de verborgenste kleur-en geur
kunnen toebrengen. Weer gaat de
'W* fïS, mooi, zoo zacht was ze, een
^eljr/'flphlazen door den warmen bosch-
rM?4 doorhet Hollandse land, dat door
z Mprliike zinnen heen veredeld
ie Mi een landschap van de ziel. En ze
»f Jl Mei". alsof er sinds haar Ee"
gsl". lill'méér dan een halve eeuw was
Steën: even stralend en glanzend en
ongerept, in de volheid van haar schoon-
kon ook niet anders zijn: dit kind
L kuisheid der Maan-Moeder en de
VTtine begeerte van de Zon-Vader, deze
S»erd geboren uit een van muziek ver-
iril miimering van herinneringen aan
tón dkhtVr jeugd, die Carter's leven
'"bestemde tot een nooit falend, nooit
S end streven naar het hoogst-bereik-
bare Daarvan getuigde zijn werk,-.daarvan
TO zijn leven vo1' Wa" n
loomde, peinsde en deed kwam, hoe mis-
v„ort uit die éne zijn
vertrouwen, van haar schoonheid aan de
Dichter, in wiens mijmerend-herinnerende
verbeelding zij zal voortleven. In zijn
kamer komt zij binnen en „haar nabijzijn
maakte als een tent over mij heen- van vei
ligheid en schemer". In zijn stem herkent
zij Balder eri hij zijn hoogst verlangen in
de hare, totdat dit samenzijn met de ver
gankelijke Meischoonheid een einde nemen
moet: zij sterft na de voltooiing van haar
bloei als „een bloem 'van> zomerrood, pa
paver". En de Dichter delft haar, gezuiverd
voor een leven lang door haar geschenk,
een graf aan het strand:
de golven komen weer
en dalen weer met lachen of geschrei
daar ligt bedolven mijne kleine Mei",
Gorter's Mei, herlevend in dit waardig
eerste deel van een levenswerk, dat on
gedeerd zal blijven door de tijd, omdat het
voortkomt uit het hart van een mens die
de moed had, met zijn warmeleven te
staan voor de ongereptheid van zijn ideaal.
C. J. E. DINAUX.
verstaan soms,
nobele en grootse - drang naar het
Si onvoorwaardelijke, zijn onaantast-
tató ideaal van leven en mens-zip. en
foonheid. Nooit heeft hij er een smet
m geduld, geen stap is hij op zij getreden
nis het erop aankwam, het voor hem-on
aantastbare te behoeden voor de schending
door het zichzelf-gewonnengevend en ver-
loochenend compromis.
Zijn ontmoeting met Mei, „louter, mets
dan lieflijkheid", bepaalde zijn levensgang
en hoe gans en al hij ook in latere- jaren
temidden van de maatschappelijke strijd
zou staan -zij, deze Mei, verliet hem met
meer, al had hij de vergankelijkheid van
een eens genoten volmaakt geluk ook in de
kortstondigheid van 't samenzijn met „zijn
kleine Mei" beleden, in het mineur- van
de derde, de slotzang dezer jeugdlyriek,
waarin de Wagneriaanse extase duidelijker
hoorbaar is dan een weerklinken van
Keats' en Shelley's romantische wellui
dendheid.
Met zijn Mei was hij, nadat zij, kind
toen nog, was geland aan de zeezoom, ge
gaan door zon-gezegende dagen van nog
ongehavende kleurenpracht, door ^paan-
verstilde; nevelige lentenachten, door een
weelde van geurende bloesems, zo rijk,
zo ongeschonden-teer en blij en verrukt
van alle leven, alsof de eerste scheppings
dag nog nauwelijks was' verstreken. Nieuw-
geschapen werd mét haar de wereld, en
de dorpen en steden kregen de glans van
haar lach.
Op die „tgverige tocht" zag hij met
haar die donkere vogel, dat zwart beest,
en wist toen wel:
daaraan gelijk
komt elk ding en gaat elk ding en is schoon
omdat het eenzaam is.
maar toch droeg hij déze zekerheid in zich
om, dat de zielsontmoeting met dit Mei-
schoon duren zou, al moest hij haar, die
het hem schonk, tenslotte een graf graven
aan het zeestrand, op dezelfde plaats waar
hij haar vond. Mei ging voorbij, maar
in zijn heugenis bleef zij, bleef al dit
schoon, ..omdat het staan zou voor het
licht, zijn leven lang".
Zij, deze zinnenpracht, deze Mei, had
gedongen naar de hoogste gunst: naar de
wederliefde van Balder, de blinde godde
lijke zanger van alle lichtmuziek: de
Ziel, Sinds, zij zijn stem gehoord had, zocht
zij hem en nauwelijks tot hèm genaderd,
die blind kon zingen van zijn schoonheid,
omdat hij met de ziel wa's uitgestegen
k°ven de verrukking der zinnen, hoorde
zij uit zijn mond, dat ^ij allèen zichzelf
kon toebehoren, alleen muziek kon zijn,
beeldloos, stem van eigen goddelijke oor
sprong een ziel die zichzelf zingt. Bal
der weet, dat elk vorm-worden, elke ver
werkelijking, een sterven is. Teruggetrok-
diepste Zelf kan hij eeuwig
zijn. Hij was aan de aarde ontstegen en
kon de tovertocht 'niet gaan met de in be
geren bloeiende, in een droom van beko
ring geurende. Mei. Wat haar; na Balder's
nog vergund blijft, is het toe-
De
luzem
Brailowsky naar Nederland. Na een af
wezigheid van 10 jaren komt Alexander
Brailowsky weer naar Nederland. Hij heeft
gedurende deze jaren hoofdzakelijk in Noord
en Zuid-Amerika geconcerteerd. Hij speelt
op 11 Mei in het Concertgebouw te Am
sterdam.
Brucknermedaille. Op de Brucknerdag,
welke op Zondag 18 April in 's Hertogrtibosch
wordt gehouden, zal aan een aantal personen,
die zich verdienstelijk hebben gemaakt bij
de propaganda voor of de uitvoering van het
oeuvre van Anton Bruckner de Bruckner
medaille worden toegekend. Voor deze on
derscheiding, die het bestuur van de Neder
landse Brucknervereniging reeds in 1946 ter
gelegenheid van de 50ste sterfdag van de
componist aan deze personen had willen uit
reiken, komen in aanmerking Eduard van
Beinum, Willem van Otterloo, Eduai*d Flipse,
Carl Schuricht, Wouter Paap en Herman
Rutters. en posthuum is zij verleend aan
Evert Cornells.
Film over Markthallen. De cameraman
Herman Wassenaar, die regelmatig films voor
de Nederlandse Spoorwegen produceert,
Heeft thans opdracht gekregen van de ge
meente Amsterdam om een film te vervaar
digen van het algehele marktwezen.
Van deze film zal zowel een Nederlandse
als een Engelse versie vervaardigd worden.
Binnen enkele dagen zal men met de eerste
opnemingen beginnen.
Tpncelhermiieringeri en toneelportretten
„Een nieuwe lente,
een nieuwe hoed",
schijnt deze schone
te denken, hoewel
natuurlijk niet in
'het minst vast
staat of haar my
sterieuze glimlach
opgewekt wordt
door het prettige
besef .er zo aardig
uit te zien dan wél
door de verlok
kende gedachte,
dat een ditje of
datje het geheel
nog aardiger zou
kunnen maken.
Hetgeen overigens
een misvatting zbu
zijn,-want de stijl
volle eenvoud, die
hier in practijk is
gebracht, vraagt
niets meer. Van
het ensemble dat
onmiddellijk aller
lei genoeglijke
uitjes in gedachten
brengt ligt het ac
cent op de hoed.
Van zachtrose Ba-
ku-stromet zwarte
zij gedrapeerd i:
hij in voortreffe
lijke harmonie met
de zwarte japon...
èn met £e draag
ster
Poging om arrestant
te bevrijden mislukte
In Roermond zou Voor de kantonrechter
een, Verkeersdelict zekere K. uit
dar-vt tereJtstaan- K-> die eveneens ver-
-^eelgenomen te hebben aan
daarnl textiel-smokkelaffaire en
Bpwavm16]ïd®. eni§e.Ujd in het Huis van
met two utrecht Is opgesloten, vertrok
£mrd.Pai'ketWaChterS per trein naar
mSdhdoJeïaten van het station te Roer
ig onverhoeds een poging om
liik'doTIfa" !?e bewakers, die onmiddel-
wa2f'VOlging wilden betten, wer-
gehinderd di!VfnWe\ door enige Pers°nen
Waren en d' ennell!k kornuiten van K.
mond eehvfn "f »uitstaP,ie" naar Roer-,
smokkelaar hit den maken om deze
behulpzaam to ?-1Ja ontsnappingspoging
maakten dL ZIJ,n' De Parketwachten
met het gevoV 5^ruik van h"n revolvers
plot, Van der v t J:en lid van hef com-
in het Laurent"-' de1, ernstig gewond
moest wordm? nUS"Ziekenhuis te Roermond
deplïchtiee F °pge!?omen- Een andere me-
arresteert Weert' kon worden Se'
te afstand varfw gf"\eenteP°litie op kor-
Weer OP transomt h? gegrepen. Hij is
v transport gesteld naar Utrecht.
testten?? r0xas overleden.
Pijnen is Roxas van de PhiliP"
De president u 8, *e Mamlla overleden,
Ue pi-pelA rv ^anuia O'
ïede voor 800 off -dGS ochtends n°g een
ka®^hchtaaSC!e^en.van de Ameri"
Minister Lieftinck doet zijn woord gestand.
De 33' j pet. Nederland. 1938, waarvan nog
f 1.2 milliard uitstaat en waarop van 1 Maart
af volgens de leningsvoorwaarden 3"j pet.
rente wordt betaald, is per 1 Juni a.s. aflos
baar gesteld. Ter conversie zijn twee nieu
we leningen gecreëerd, doch deze conversie
operatie verschilt met die van het vorige jaar,
toen men gedwongen waè 'deel tfe nemen in
de nieuwe lening, op straffe van vijf 'jaar
blokkade op de 2Vi pet. conversierekening.
Uit de' Kamerstukken van de laatste maan
den was reeds gebleken, dat minister Lief
tinck ditmaal geen dwang bij de conversie
wilde toepassen. De deelneming in de nieuwe
leningen is dan ook geheel "Vrijwillig. Dë
houder van aflosbaar gestelde 33'4 pet.
stukken 1938, die niet mee wil doen aan de
conversie, krijgt zijn geld thuis, zij het onder
aftrek van^Vi pet. aan het waarborgfonds,
welke heffing bij elke verkoop van fondsen
moét worden betaald. Dit is de enige veer
die hij laten moet, al komt het verlies
daarvan bijvgrote beleggers nogal aan.
Overigens" kan de converteerder kiezen
tussen een lang- en'een kortlopende lening.
De kortlopende draagt 3 rente, wordt uit
gegeven tegen pari en loopt tot 1962 of 1964
zonder tussentijdseaflossingen en zonder
tussentijdse conversiemogelijkheden. De
langlopende lening draagt 3]4 pet. rente,
wordt uitgegeven tegen lOOMi. pet en begint
van 1959 af oplopend af te lossen. Vervroeg
de, aflossing kan in de eerste twintig jaren
slechts geschieden tegen 101
Vóorzover de kortlopende stukken uit con
versie voortkomen, kunnen zij dienen voor
betaling der heffingen (tot 1953). De lang
lopende obligaties genieten deze faciliteit
niet, evenmin de uit vrije inschrijving ver
kregen stukken.
Daar het bedrag van de nieuwe leningen
tezamen f 1500 millioen beloopt en de te con
verteren lening f 1200 millioen groot is, is
dus mede een begirt gemaakt met de con
solidatie der vlottende schuld, een aangele
genheid die reeds Hang de aandacht van de
minister had. Op 1 Januari^bedroeg de vlot
tende binnenlandse schuld niet minder' dan
f12.776 millioen tegen een*gevestigde bin
nenlandse schuld van f 7.099 millioen. Het is
duidelijk dat in deze verhouding ten spoe
digste verandering dient te komen. Marshall
zal ook in deze te hulp moeten komen,
'zoverre dat de opbrengst van de uit Amerika
ontvangen goederen en .machines, die hier in
het binnenland door de regering aan belang
hebbenden worden verkocht, moet worden
gebruikt tot delging van dc binnenlandse
staatsschuld. Op deze wijze zal de verhouding
tussen geld en goederen verbeteren.
Ondanks de dreigende wolken, welke af en
toe de politieke hemel verduisteren, blijft
de beurs aan de prijshoudende kant, ook voor
Indische fondsen. De emissie vaii Philips is
thans achter de rug. Dit schijnt voor vele
bedrijven het startsein te zijn om ook met een
nieuwe emissie in zee te gaan. Het regende
dezp week nieuwe uitgiften, welke veelal tot
kleine bedragen beperkt blijven, doch die
toch symptomatisch zijn. Behalve het geld,
dat nodig is voor herstel en na-oörlogse in
vesteringen. vraagt ook de rekening Voorra
den een veel groter bedrijfskapitaal. Meer en
meer werkt de waardevermindering van het
geld bij de bedrijven door. Nu er nog hoge
winsten worden gemaakt, wordt het bezwaar
van hoge aandelenkapitalen nog nkt gevoeld,
doch er zal ook weer een tijd v£n verzadi
ging en deflatie komen. Wanneer men de
thans verschijnende jaarverslagen nauwkeu
rig leest, moet men wel tot deconclusie
komen dat vele bedrijven hun hoogtepunt
reeds weer hebben gehad en in zoverre
steekt er in de veelvuldige kapitaalsuitbrei
dingen thans wel een gevaar.
Donderdag werden voor het eerst de in
vesteringscertificaten, voortkomend uit ge
blokkeerd geld, tor beurze verhandeld. De
koers stelde zich op 99a4 pet. Ook de koers
va§ 3 pet Grootboekinschrijvingen is van
pet tot boven 99 pet gestegen.
f PhiiSS!c^waarin hij ze5de-dat
J n ZI-lde aaq zijde met de
°°rl°g zoi'rkomen.en Vechten wanneer er
Nkt-officieef °Xas ls 5'5.3aar geworden.
"JTe Nijmegen wordt op 28 April de twee
de landdag van de Unie van Vrouwelijke
Vrijwilligers gehouden. Mevrouw J. van
NispenVan Wely, vice presidente van het
hoofdbestuur en presidente van de afdeling
Haarlem, zal spreken over „UW-werk in
de°stad".
Op 7, September 1937 dus 2% jaar
voordat de vijanden van haar ras ons land
binnen vièlen is mevrouw de Boer-Van
Rijk gestorven, maar zij leeft nog voort in
de herinnering van alle Nederlanders, die
het toneel van vóór de oorlog hebben ge
kend eri lief hebben gehad.
Esther de Boer-van Rijk is één der eerste
krachten geweest van de Nederlandse
Toneelvereniging. Ja, ik kan mij de Toneel
vereniging zelfs bijna niet denken zonder
haar. Zij paste geheel in dat ensemble, dat
zijn kracht allereerst zocht en ook vond in
de realistische kunst.
Weinige toneelkunstenaars zijn na Louis
Bouwmeester in brede kringen van het
eigenlijke volk zo populair geweest al:
mevrouw de Boer-van Rijk. Haar naam op
het programma was vooral in het laatst
van haar leven reeds voldoende om een
schouwburg te doen vol lopen. Wanneer ik
hiervoor een verklaring zoek, dan meen ik
die te vinden in het volkseigene van haar
kunst. Haar kunst sprak onmiddellijk aan
en was het grote publiek het meest verwant,
omdat zij zo zuiver Hollands was.
Het is zowel voor mevrouw de Boer-van
Rijk als voor ons een geluk geweest, dat
zij midden in de bloeitijd van het realisme
heeft gestaan, want in dit realisme kon zij
haar ongeëvenaard talent het best tot ont
plooiing brengen. In de realistische toneel
speelkunst heeft nooit iémand in ons land
mevrouw de Boer overtroffen. Van haar
kunst mogen wij zeggen dat zij in het genre
volmaakt was. En de Nederlanders, die
voor het overgrote deel.realistisch van aan
leg zijn, konden deze kunst ook het meest
waarderen. Figuren als Kniertje in Op
Hoop van Zegen, Esther in Ghetto, Eva
Bonheur, Engel in Het 7de Gebod, de Meid,
zij werden dank zij mevrouw de Boer
als beroemde schilderijen „nationaal bezit",
al was dit bezit dan ook helaas ver
gankelijk.'
men hoorde dikwijls zeggen dat het genre
van mevrouw de Boer beperkt was. Ten
dele was dit waar. Rollen als de deftige
mevrouw Kolberg in Het hoogste Recht van
Ina Boudier-Bakker lagen haa'r niet. Zij
speelde het liefst vrouwen uit het volk en
eenvoudige burgervrouwtjes, maar in dat
genre was haar spel zoals ik reed^
schreef -volmaakt. En welk een ver
scheidenheid was er in dat genre! Denken
wij aan de hartelijke, eerlijke, onderwor
pen Kniertje uit Op Hoop van Zegen naast
de vinnige, hebzuchtige Engel uit Het ze
vende Gebod, de gruwelijk-scherpe, wrede
„meid" uit het stuk van Heijermans naast
de zachte grootmoeder in Bloeimaand, de
egoïstische, innig burgerlijke, maar au
fond zielige Eva Bónheur naast de lieve,
gemoedelijke oude werkster in „De Medail
les van een Oude Vrouw", de haaiebaaiïge,
scherpe Esther uit Ghetto naast de aan
doenlijk tere vrouw Hilse in De Wevers,
dan moeten wij zeggen dat zij allen geheel
verschillend waren doch in uitbeelding
gelijkelijk af en compleet. Het was diep
menselijk en vooral ook volkomen Hol
lands.
Het was dat diep menselijke en zuiver
Hollandse iri haar sp^l, dat mij steeds zo
sterk getroffen heeft. Wij waren er zeker
van en het werd ook in de opvoeringen
in andere landen bewezen dat geen
buienlandse actrice haar in één van deze
rollen nabij zou kunnen komen, omdat die
nooit dat ras-eigene zou weten te bena
deren.
Mevrouw de Boer kon groot zijn, ook
in een heel kleine rol. Ik herinner mij van
haar een rol, waarin zij misschien niet
langer dan 10 minuten „op" was en maar
een enkel woord sprak en toch een indruk
op mij maakte, die voor altijd onuitwisbaar
-zal blijven. Ik bedoel die van de oude
vrouw Hilse in Hauptmann's „De Wevers".
Heel de avond was het toneel vol geweest
van rumoerig stemmengeluid en .drukke
actie. In deze „symphonie van de honger"
was ons drie bedrijven lang de ellende
van het proletariaat op de meest rauwe
wijze vertoond. Toen opeens stond daar in
'die wereld van opstandigheid het kleine
Over Muziek
Donizetti
figuurtje van mevrouw de Boer als het
zachte, blinde en dove vrouwtje van Hilse,
de oude, gelovige werkman, die aan zijn
weefgetouw blijft, ook als de schoten *der
soldaten buiten klinken. Zij weet niet, wat
er buiten voorvalt, ziet en hoort niet het
rumoer om haar heen, voelt alleen intuïtief,
dat er. iets vreselijks in haar huis gebeurt.
Zoals mevrouw de Boer dat toneel speelde
was het van een ontroerende innigheid, zo
wonderlijk teer, zo aanbiddelijk, dat
men alles, zelfs het grootse spel van Louis
Bouwmeester als de oude Hilse er door
vergat. Het was eeri mensenziel, die daar
geheel voor ons open lag en dat allerhoogste
in de kunst bereikte zij met de zuiverste
en schijnbaar eenvoudigste middelen.
Was het ook niet door diezelfde innige,
diep-menselijke kunst, dat zij ontroerde,
wanneer zij als Kniertje in Op Hoop van
Zegen aan het slot wezenloos daar neerzat
met het pannetje in haar handen. Het leek
dan bijna geen spel meer; wij beleefden
de grootste smart als werkelijkheid.
Op deze momenten was mevrouw de
Boer mij het liefst. Maar grote tegen
stelling wie kon op het toneel zo fel
haten als zij? Dezelfde ogen, die ons tot
schreiens toe konden ontroeren door hun
innige warmte en vrouwelijke zachtheid,
stootten op een ander ogenblik af door
koude onverschilligheid, felle wangunst of
priemende haat. En haar stem klonk dan
rauw, snijdend, giftig en fel.
Naast vrouwen van aanbiddelijke zacht
heid heeft zij figuren gegeven van bijna
onmenselijke hardheid en wreedheid, zodat
men zoals professor J. L. Walch eens
'heeft geschreven bijna onuitwisbare
antipathie tegen haar zou krijgen. „In De
Meid" zei eens mevrouw Van der Horst,
die jaren lang in dit stuk met haar samen
had gespeeld „haatte ik mevrouw de
Boer met innige haat". J. B. SCHUIL
Generaal Foulkes komt
naar ons land
De Canadese generaal Foulkes zal op
Zondag 2 IVTei, vergezeld van zijn echtge
note in Hoek van Holland aankomen.
Op 3 Mei gaaf de generaal naar Wage-
ningen, waar hem de oorkonde en bijbe
horende gouden medaille zouden worden
uitgereikt van het ereburgerschap, dat deze
stad hem heeft aangeboden.
Op 4 Mei zal generaal Foulkes aanwezig
zijn in de Ridderzaal in Den Haag tijdens
de officiële herdenking, die daar ieder
jaar wordt gehouden en op 5 Mei staat de
plechtigheid op het Canadese kerkhof op
de Holterberg op het programma. Diezelfde
dag reist de generaal naar Zutphen, waar
hij de gerepareerde „Deventerbrug" zal
herdopen jn „Canadese brug".
Het' ligt in het voornemen van gene
raal Foulkes om gedurende zijn verblijf
in ons land enige autotochten te maken
langs de wegen, die de bevrijdingslegers in
ons land gegaan zijn. Er staat daarbij ook
een bezoek aan de Noordelijke provincies
op het programma. De generaal zal dan via
de Afsluitdijk naar de residentie terug
keren. Vermoedelijk zal generaal Foulkes
een week in ons land verblijven. Hij hoopt
ook een kort bezoek aan België te brengen.
Kjachtig pijnstillend middel
verovert wereldmarkt
De vier werkzame bestanddelen van
CHEFAR1NE „4" zijn in de hele wereld al be
roemd. In Amerika - het land van overvloed -
werden de voornaamste bestanddelen zelfs
al [.schaars. Eén ervan - Chefarox - zorgt
dat, al is de werking zéér krachtig, zelfs
een gevoelige maag niet van streek raakt.
TEGEN PUNEN EN GRIEP
20 TABLETTEN I 0.75
(Adv.)
De grote betekenis van Claude Autant
Lara's laatste filmische triomf ligt niet in
de eerste plaats bij de aanzienlijke techni
sche kwaliteiten van Le diable au corps",
noch in het onvergelijkelijke spel van
Micheline Presle en Gérard Philippe, doch
bovenal in de zeldzaam zuivere weergeving
van Raymond Radiguets gelijknamige
roman.
Deze jonge, in 1923 op 20-jarige leeftijd
overleden Franse schrijver, heeft in zijn
eerste boek, waarvan -de verfilming het
Nederlandse publiek thans wordt aangebo
den, de wereld een weergaloos document
voor de kennis van de ontredderde jeugd
ten tijde van de eerste wereldoorlog gege
ven. Hij onderscheidde zich daarbij door
zijn niets en niemand spa-
f-pi.! j rende nuchterheid, waar-
j pil tyi door vooral de kleinbur-
f gerlijke moraal in het hemd
Vkwam te staan en een
eenvoud van stijlmiddelên die klassiek
genoemd kan worden.
Deze eigenschappen nu komen door
Claude Autant Lara als regisseur, door
Micheline Presle ên Gérard Philippe als
hoofdrolvertolkers op het witte doek vol
ledig tot him recht.
Dit wil juist niet zeggen dat Radiguets
verhaal op de voet gevolgd is. Dan zou het
verfilmde litteratuur en geen film zijn ge
worden. Er zijn scènes ingevoegd die in de
oorspronkelijke tekst niet voorkomen; er
zijn er ook weggelaten.
Zo kan men constateren dat de scenario
schrijvers dieper op détails zijn ingegaan
dan de schepper van de roman deed. Dat
w,ij in de film valeer worden meegenomen
op uitstapjes der gelieven, naar ambulance,
bar, school en kérk waar de auteur de
nadruk legde op de algemene tegenstelling
tussen persoonlijk- en wei'eldleed.
De film heeft juist deze bijzonderheden
nodig om de generale lijn duidelijk te
maken.
Hierdoor wordt bereikt dat de geest van
dit tijdsbeeld in termen van licht en scha
duw ongeschonden tot ons kwam, dat de
atmosfeer, het rhythme en de diepte van
deze roman volledig bewaard bleven en dat
wij geen ogenblik het gevoel krijgen met
„litteratuur" te doen te hebben.
"Wij na de tweede wereldoorlog
weten maar al te goed hoe eeuwig-waar en
eeuwig-wrang deze geschiedenis van Mar-
the, de jonge vrouw van een gemobiliseer
de soldaat, en Francois, de romantische,
onrijpe H.B.S.-er, die elkaar in een roes
menen lief te hebben, is.
Menen lief te hebben, want de verhou
ding tussen het jonge paar, waarvan de
vrouw enkele jaren ouder is dan de acht
tienjarige scholier, berust in feite slechts
op zucht naar avontuur, vlucht uit de
werkelijkheid en lust tot physieke bevre
diging.
Het meisje onttrekt zich, terwijl Brankrijk
uit duizend wonden bloedt, aan haaf een
voudige verpleegstersplicht, de jongen wil
zelfs het woord „oorlog" niet horen.
Men versta ons overigens wel: het is niet
deze mentaliteit die in zichzelf te veroor
delen is, doch wel dat mensen hun indivi-
duële begeerten en verlangens ten bate van
de in nood verkerende collectiviteit niet
weten te beheersen en uit te schakelen.
Voor Marthe en Frangois als zovele duizen
den anderen betekenen vier jaren oorlog
een even lange grote vacantie, waarin in
het conflict tussen liefde en plicht, in het
antagonisme tussen individu en gemeen
schap de gemakkelijkste weg - wordt ge
kozen.
Er is van bepaalde zijde in Frankrijk,
Eelgië en ook in ons land kabaal gemaakt
over „Le diable au corps". Deze protesten
richtten zich minder tegen de weergeving
dan wel tegen de algemene strekking van
de film.
De bezorgde Nederlandse filmkeurings
commissie heeft zich trouwens beperkt tot
het couperen van enkele meters, die niets
toe of af doen aan de wezenlijke inhoud
van het werk. Het wegknippen veroorzaakt
overigens ook geen al te grote aesthetische
schade en heeft ons slechts verwonderd
doen afvragen waarom zoveel op zinnen
prikkelend effect berekende showfilms wél
de toets der commissie-critiek kunnen
doorstaan en deze beelden, die de uiterste
liefdesbeleving van twee mensen inleiden,
niet.
De luidruchtige moralisten die „Le diable
au corps" afwijzen, menen in de film een
goed-praten, wellicht zelfs een verheerlij
king van een'immorele levenshouding te
zien. Niets is minder waar. Deze historie
eindigt in een ware catastrofe. Marthe
sterft bij de geboorte van het kind van
Francois, die nooit als de vader erkend
zal worden en voorlopig eenzaam achter
blijft. Haar echtgenoot heeft bij al zijn
naïveteit wel door dat hij zijn mooie vrouw
niet alleen heeft bezeten. Betere illustratie
van de gangbare moraal dat het kwaad
zichzelf behoort te straffen kan men toch
al niet verlangen.
Gérard Philippe ontving voor zijn creatie
op het festival te Brussel de grote prijs,
voor de beste mannelijke hoofdrol en het
kan ons slechts spijten dat aan zijn tegen
speelster niet een analoge onderscheiding
werd verleend, want men kon zich geen
harmonischer tweetal voorstellen. De in
tense wijze waarop beiden zich in hun rol
len hebben ingeleefd mag uniek in de ge
schiedenis van de filmkunst worden ge
noemd.
De regisseur Claude Autant Lara beves
tigde zijn reputatie als voortreffelijk weer
gever van decadente tijdperken en heeft
een groot aandeel gehad in het behalen
van de prijs van de internationale film-
critiek die „Le diable au corps" alleszins
verdiend bekroonde. J. B.
Frangois Gérard Philippe)
tracht te behouden wat verloren dreigt
te gaan.
Op 8 April was het honderd jaar geleden
dat de Italiaanse opera-comporiist Doni
zetti stiex'f. Hij was in 1798 in Bergamo
geboren. Toen hij twintig jaar was had hij
al een paar opera's geschreven. In die tijd
was Rossini de vermaardsté opera-compo
nist; de jonge Donizetti werkte naar het
brillante voorbeeld van de meester. Men
zegt gemakkelijk van de componisten in
die tijd dat ze alles naar de smaak van
het publiek maakten, maar het was niet zo
gek als het lijkt: de componisten hadden
namelijk als rechtgeaarde Italianen
geen andere smaak dan de liefhebbers van
het theater en ze vonden elkaar daarom
(meestal niet enthousiaste hartelijkheid,
soms met teleurstelling) altijd in de dra
matiek. Rossini, die geniaal was en de an
deren diejp^te talenten waren, sublimeer
den in hun muziek de hartstochtelijke ge
voelens der Italianen; zo was het na de
Renaissance van zelf gegaan en het is te
i hopen dat het zo blijven zal.
De vader van Donizetti wilde zijn zoon
aan de balie zien, maar de jongen heeft
naar het heet alleen even geaarzeld
tussen de architectuur en de muziek. Erg
moeilijk zal 't wël niet geweest zijn; toen
hij zeventien jaar was ging hij naar Bo
logna om daar volwaardige studies als mu
sicus te maken. Gedurende drie jaren
werkte hij daar buitengewoon voorspoedig
en zijn bijzondere aanleg voor toneelmu
ziek liet zich duidelijk gelden. Toen hij
weer thuis kwam maakte vader bezwaren
tegen het leven in de theater-muziek. want
hij kon er slechts een onzeker maatschap
pelijk bestaan in zien. De jonge Gaetano
ging vrijwillig maar balorig in de solda
tendienst en vond in zijn vrije tijd gele
genheid om te componeren. Toen hij met
zijn regiment in Venetië lag, schreef hij
„Enrico conté di Borgogna". Het stuk werd
opgevoerd en h^fl succes. Toen hij daarna
met „II Falegname" nog meer succes had,
werd hij van de dienst vr^gesteld om alle
gelegenheid te hebben opera's te compone
ren. Tussen 1820 en 1830 schreef hij voor
de schouwburgen van Mantua, Napels,
Rome, Milaan, Venetië, Genua en Palermo
een zeer groot aantal werken. Ik heb nooit
gehoord of gelezen dat vader Donizetti nu
voortaan tevreden was,tmaar in ieder ge
val leefde de jonge musicus door 't com
poneren, al was 't bescheiden en niet zon
der zorgen. Hij had nu de muzikale vol-_
doening, maar leefde ook in een artistiek*
gevaar. Want nu kwam het er op aan voort
durend nieuwe theaterstukken af te leve-
xen, dikwijls in zeer korte tijd; het is
duidelijk dat er veel oppervlakkig routine
werk bij zou zijn. In het geheel heeft
Donizetti' meer dan vier-en-zestig opera's
van allerlei aard geschreven;»slechts een
klein gedeelte zou de scherpe tanden van
'de tijd weerstaan. 0 x
Tot 1830 waren zijn opera's conventio
neel, van 't jaar 1831 af komt zijn persoon
lijke kracht tot uiting; te beginnen met de
opera „Anna Bolena" die in Milaan met
succes werd opgevoerd. De muzikale vor
men der aria's, duetten, enz. werden niet
gewijzigd maar de muzikale taal in har
monie en rhythme vertoonde persoonlijke
nuancen die voor het verwende publiek in
Milaan boeiend waren. Zijn volgende
werk „1' E-lisirg d'amore" werd ook in de
Italiaanse opera te Parijs gunstig ontvan
gen en sinds dien heeft Parijs altijd be
langstelling voor de componist getoond.
Deze laatstgenoemde opera schreef Doni
zetti in veertien dagen! Het is eigenaardig
dat de snelst geschreven werken niet de
slechtste waren. In 1833 schreef hij vief
nieuwe opera's, alle niet alleen met char
mante en elegant gevonden melodieën,
maar ook zorgvuldig samengesteld en
nauwkeurig geïnstrumenteerd. Het laatste
van deze vier was „Lucrezia Borgia"; dit
stuk werd te Milaan nogal koel bejegend,
in Parijs echter had het veel succes. De
tekstdichter had zijn libretto samengesteld
uit 't werk van Victor Hugo. De dichter
Hugo maakte bezwaar tegen de overname,
op grond van het eigëndomsrecht. Hij werd
officieel in gelijk gesteld. Sindsdien werd
't werk met gróte veranderingen in tijd,
plaats en costumes opgevoerd: het werd
eigenlijk een ander stuk, Lucretia heette
voortaan Rinegata en de gebeurtenis speel
de bij de Turken. Maar later kwam Victor
Hugo tot andere* gedacl*ten of in ieder ge
val tot een andere waardering en toen werd
de opera weer in zijn oorspronkelijke vorm
en inhoud teruggebracht en opgevoerd.
In 1835 schreef Donizetti zijn meester-
wei'k: „Lucia di Lammermoor". In Napels
ging de première, maar het grootste suc
ces had het werk in Milaan en later in
Parijs. Als men de muziek leest van het
eerste jagerskoor, van het duo bij de fon
tein, het septuor, dan bewondert men dit
fx-isse, levendige karakter en men vindt
het jammer dat men dit alleen maar leest.
De Hollanders die alles weten, alles be
grijpen en alles wat Italiaanse opera is
nauwelijks of niet au sérieux nemen, vin
den dit eenvoudig ijdeie oppervlakkigheid.
Een zeer goed werk is ook „La Favorite"
dat in 1840 te Parijs opgevoerd werd;
reeds de inleiding tot deze opera bevat ten
opzichte van'de "harmonische gedachte
merkwaai-dige dingen. Het stuk bleef negen
en twintig jaar op het répertoire in Frank
rijk. De beroemde „Don Pasquale" kwam
in 1843 te Parijs tot opvoering; het is
curieus dat.men tijdens de repetities onder
musici voorspelde dat het werk zeker val
len zou. Het bleek, van de eerste uitvoering
af dat het stuk zeer grote indruk maakte.
Intussen had men ook in Wenen de
componist leren waarderen; hij reisde er
heen en werd er met de titel hofcomponist
en keizerlijk kapelmeester gehuldigd. Do
nizetti was geestelijk op zijn hoogtepunt
in deze jaren; lichamelijk echter verzwakte
hij. Een zenuw-ziekte ondermijnde zijn
krachten; hij kende echter geen rust en
componeerde nog enige jaren. In de win
ter van 1845'46 openbaarden zich teke^
nen van krankzinnigheid; hij wérd enige
tijd te Ivry verpleegd. Tenslotte werd hij
nèar zijn geboorteplaats overgebracht en
stierf aldaar. Men verhaalt dat het gebeier
der klokken bij zijn begrafenis samenklonk
met het kanongebulder ter gelegenheid van
de overwinning van Goïto, in de Italiaans-
Oostenrijkse oorlog.
HENDRIK ANDRIESSEN.
plezier steeds-duurder
In België is de verkeersbelasting voor
personenauto's, voor plezierreizen inge
richte autobussen en touringcars verhoogd.
Een bijkomende belasting is ingesteld
te nlaste van winnaars van voetbalpools
op het netto-winstbedrag.
Tevens heeft de minister een ontwerp
ingediend ter verhogirig van de weeldebe
lasting van 7,5 procent tot 10 procent bij
verkoop aan de consument, van 10 pro
cent tot 12 pi'ocent bij verkoop door de
fabrikant of bii import.