gare Majesteit Koningin Juliana is ingehuldigd!"
Plechtigheid om nooit te vergeten
we'ke de WCtte"
Ik bert bereid, deze
roeping te volgen
Ridderkruis voor
Prinses Wilhelmina
Weerbericht
sn Nederlandsche volk,
'Lel steeds zal onderhouden
t «eer ik de <maf"
en j,et grondgebied van den
f»8"*' 0n rermogen zal verdedigen
4a, jj de algemeene en
«^Skeid en de rechten van alle
zal beschermen, en tot
bevordering van de
'""""fbiitondere welvaart alle mid-
""LcUkki-f Stellen, zooals een goed
CÜ is te doen. Zoo waarlük
jjCdakmsMie"
moment van de Inhuldiging.
"„n jïüana, staande, de rechter-
^«riestrekte vingers omhoog,
:I Sr ganse volk met vaste, hel-
,.,tcr naar em goed konmg
fütr®" met nadruk gescandeerd
0**TL nu, na de warme woor-
■i-M lifhaar grote Uefde en dank
^CmU*heelt beleï,n en haar
VKZtraun en problemen van
«fïï geopenbaard, tot de beves-
„w belofte en de bezegeling van
no"« voor Neder"
Climax
i, riln soberheid zo indrukwek-
f jÜLgiiig vormt de apotheose
'LfSSgïSd die reeds aanving
0 jfuren van de feestelijk versierde
1 Kerk werden geopend, terwijl bui-
w hoorbaar - de saluutschoten
- de kerkklokken begonnen te
Eken de eerste commando's tot de ere.
Sd werden gegeven.
rffc vroeg zijn gekomen en dat
5 de eenvoudigen, die het geluk
-JjSLj van de griffier der Eerste
Sin kaart voor de plechtigheid te
2 ontvingen - kunnen nu nog hun
Stkijken naar de versiering van pal-
11oieren en zalmkleurige begonia s,
S i blinkende koper van koorhek en
finnen, naar bet drep-rode tapijt
?•-(» troonplatform, waarop twee een-
.i;» zetels, één voor Koningin Juliana
Jvoor Prins Bernhard, zijn geplaatst,
ïeen uur of negen is het gebouw al
«•een goed deel gevuld: het wemelt van
Lonnen en de toga's: Vlag- en opper
heren in het zwart, het wit, het grijs,
t het groen; rechters en advocaten,
faren en predikanten. Daartussen
gp de dames voor de élégance, die bij
i*! hoge feest past.
(Mallend is overigens, dat niemand m
tó'bijzonder opvalt, al rekken zich de
sixmo nu en dan wel eens voor een wel
jk geslaagde creatie, doch dat duurt al-
te xolang de gelukkige zich nog in het
agpi bevindt: onmiddellijk daarna
rcdizij opgenomen in het geheel en smelt
«4 haar gratie en haar toilet samen met
•t! kleurige mozaiek, datal deze hoog-
r«rdigheidsbekleders tezamen vormen.
Iteimozaiek is dan tevens een afspiegeling
;a de verscheidenheid van het Neder-
Vc;e volk: geen groep of hij heeft hier
ta vertegenwoordigers.
Haarlemmers
lit Haarlem en omgeving treffen we mr.
teers aan en natuurlijk de Commissaris
jkKoningin met het College van Gedepu-
Kófn, mevrouw J. M. BosVincent, de
pwiers Hendrik en Willem Andriessen
'«mejuffrouw Annie Woud in de banken
m ce kunstenaars. Op het koorbalkon
air.G, Friedhoff, de Rijksbouwmeester,
a een groot aandeel had in het totstand-
fean van de inrichting der kerk.
i Om half tien klinkt het uit de luidspre-
te „De genodigden worden verzocht hun
jlslsen in te nemen." Op dat ogenblik
ra wij hoe cle Commissaris der Koningin
see provincie Utrecht, de in staatsiege
stoken heer M. A. Reinalda, met
fa stevige handdruk een ambtgenoot
begroet.
Ëen lantaarnopsteker gaat van kroon tot
feta en ontsteekt kaars voor kaars. Ge
kende enkele minuten flonkeren de gou-
a kroon, de rijksappel en de scepter, ja
Süs de goud-op-snee-grondwet op de met
rood tapijt bedekte „credenstafel" in
Mdden voor het troonplatform in het
Kite schijnsel. Deze initimiteit duurt niet
fi Om vijf minuten voor tien, juist als
SKtriarchiale gestalte van prof. mr. R.
"Kranenburg aan het hoofd van de
f;e! Kamerleden in de ingang aan de Dam-
sk zichtbaar wordt, flitsen 34 gemas-
pk gigantische lichtbronnen: het zijn
schijnwerpers, die de Polygoonreporters
saai stellen de Inhuldiging in celluloid
Mkwartier na de leden van de Staten-
••sjaal arriveert een groep, die zeer vele
"toten in zich bergt.
Jwrjj gaan de Nederlandse ministers,
rain een ingetogen zwart, gevolgd door
j=»en van de Raad van State. Maar dan,
overgang, de bonte verscheidenheid
Indonesische delegatie, zowel in
wsmsbouw als in klederdracht. De ver-
^'Gordiging der West-Indische gebie-
haar jaquets deed daarbij haast
aan, Zij allen worden met een
7 )k applaus ontvangen. De ministers
2 op de stoelen ter weerszijden van de
jastafel zitten, minister-president W.
naast de voorzitterstafel, waarachter
:~m Kranenburg met de griffiers der
Weeft plaats genomen.
®nuten over tien luidt de deur-
h'Jl zijn schel en PPent professor
n de verenigde vergadering der
doet de griffier 't op de
Mg betrekking hebbende Konink-
voorlezen en benoemt een Com-
rirjna-en uitgeleiding der Koningin,
•g. a' u't de fractie-voorzitters van
*jjm onder presidium van de
Jgj» Tweede Kamer, mr. L. G.
sfy?mededeling gedaan, dat
«2,ht van verhindering had-
bsCmrit r-T?e heren Stokvis, Wagenaar,
tf2nde?PMriSanS: allen afgevaardig-
MfledtfoTv i1 20 deftig en 20 ernstiS
'•:;=r wn L biJeenkomst niet zijn,
6 H w!ieel^entfs- heel fijntjes
een vleugje hilariteit
hoorbaar: een korte rimpeling op het wa
tervlak, doch in zijn eenvoud veelzeggend.
Spanning stijgt
Zo tegen half elf begint de spanning
merkbaar te stijgen.
Regelmatig zwenken de limousines voor
de Dam-ingang, vaak begeleid door wit-
gehelmde M.P.'s. Dan arriveert weer een
bijzondere missie.Eerst die van de Ver
enigde Staten met de eerwaardige Herman
Baruch aan het hoofd; dan die van Frank
rijk, waarin wij Paul Ramadier herkennen
en de man in de groene dracht van de
„Académie" is natuurlijk Georges Duhamel,
Nederlands grootste vriend in Frankrijk.
De Pauselijke nuntius mgr. Valerio Valeri
en generaal H. D. Crerar namens Canada
arriveren en na hen nog vele anderen: Ar
gentinië, Brazilië, Mexico, China, Zwitser
land, Portugal, Venezuela, Finland en Sïam
hebben hun bijzondere afgezanten gezon-
Vorstelijke gasten
Om kwart vóór elf werd aan de over
weldigende aanblik der Nieuwe Kerk nog
meer luister bijgezet door de aankomst der
vorstelijke gasten.
Aan het hoofd schreed Koningin Elisa
beth' van België, gevolgd door kroonprins
Gustav Adolf en kroonprinses Louise van
Zweden; kroonprins Olav en kroonprinses
Martha van Noorwegen; prins Axel en prin-
Margaretha van Denemarken; prins
George van Griekenland; erf-groothertog
Jan van Luxemburg en tussen deze veelal
bejaarde personen een fleurig figuurtje:
prinses Margaret van Engeland in een toi
let van rose Atlaszijde. Op het hoofd droeg
zij een wit kapje met rose veren.
Prins Aschwin, die ook tot deze groep
behoorde, was in jaquet.
De imposante intocht dér buitenlandse
vorsten werd gevolgd door een zeer huise
lijk, Hollands tafereel, dat door de duizen
den met vertedering en ontroering werd
gadegeslagen.
Via de ingang aan de N.Z. Voorburgwal
betraden Beatrix en Irene in blauwe tulen
jurken en met witte bloemen in het haar
hand in hand de gewijde ruimte. Daar
achter liepen de beide grootmoeders: prin
ses Wilhelmina in éen zacht fraise japon
met donker bloemmotief, overdekt door een
paars fluwelen manteltje en prinses Arm
gard in een eenvoudige zwarte robe met
witte bontjas.
De vier prinsessen nemen plaats op de
eerste rij stoelen voor de buitenlandse gas
ten, links van het platform met de troon
zetels. Prinses Irene kijkt daarbij belang
stellend en geamuseerd in het rond.
Het grote ogenblik
Het is duidelijk, dat het grote ogenblik
nu niet ver meer kan-zijn. Klokgelui, aan
zwellend en dan weer wegstervend, klinkt
tot in de nu stil geworden kerk door. Vaag
hoort men flarden vari het volkslied. Een
aide-ceremoniemeester buigt zich in de
deur-opening spiedend voorover, de loper
wordt voor de laatste keer geveegd en recht
getrokken. Minister-president Drees heeft
zijn lectuur, waarmee hij de tijd gekort
heeft, weggeborgen.
Van het Paleiscarillon tinkelen de eerste
maten van het Wilhelmus. Om zeven mi
nuten over elf overschrijden de Herauten
van Wapenen in blauw fluwelen en geel
satijnen buizen met hun trompetters de
drempel, op de voet gevolgd door de Ko
ningen van Wapenen, fel contrasterend
met hun voorgangers door hun scharlaken
rode rok en hun witte pantalon. Een zwarte
steek met witte struisveren dekt hun hoofd.
Na hen komen de Ceremoniemeester, de Ka
merheren, de Hoofden van Departementen,
de Groot-Officieren van de kroon, de een
al fraaier uitgedost dan de ander, tot de
aandacht gevangen blijft door de martiale
figuur van mr. H. J. Kruis, chef van de
Generale Staf, die fier het ontblote Rijks
zwaard voorzich uit houdt.
Na hem verschijnt luitenant-admiraal C.
E. L. Helfrich, die.de Rijksstandaard het
Tijdens de eerste rijtoer van Koningin
ouden van dagen in de Jordaan
kijkt belangstellend toe tijdens de
deze aanbieding
oude Nederlandse wapen op witte moiré
zijden achtergrond draagt.
Dan dragen op hun beurt de regiments
vaandels, omgeven door de in gala-tenue
gestoken aanvoerders, tot het feeërieke
schouwspel bij, waarna de opperceremonie-
meester van de Koningin, mr. G. C. D.
baron van Hardenbroek, met zijn lange
ceremonie-staf de komst der vorstin aan
kondigt.
De Koningin
Zichtbaar onder de indruk schreed Ko
ningin Juliana de vijfde Oranje die in
de Nieuwe Kerk zou zweren de Grondwet
te handhaven en het volk te beschermen
vergezeld van haar gemaal, Prins Bern
hard der Nederlanden langs de buigen
de rijen naar hun zetel op het platform. Het
door de jeugdige Zwitser Erwin Dolder ont
worpen statie-gewaad van bleu-royal wordt
gesierd door het brede lint van het Groot
kruis der Nederlandse Leeuw, terwijl het
blauwe gewaad omgolfd wordt door de
reeds door drie Oranjes gedragen rood
fluwelen koningsmantel, met gouden leeu
wen bestikt en met hermelijn gevoerd en
omzoomd'. Het haar wordt gedekt door een
kapje van edelstenen, omringd door dia
manten sterren. De gehele tooi, waarin
xr de hoofdstad werd haar door de
mgeboden. De Koninklijke Familie
waarmede dè af gezante der oudjes
deed gaan.
voorts robijnen en paarlen prijken, rust
met een rand van paarlen op het hoofd.
Nog is de bonte stoet niet ten einde: de
Grootmeesteres, de Dames du Palais, de
chef van het Militaire Huis der Koningin,
de adjudanten van de Prins en die in bui
tengewone dienst en tenslotte nog een aan
tal vlag- en opperofficieren voltooien het
geheel.
Tableau vivant
Terwijl het Amsterdamse Toonkunstkool"
het Wilhelmus zingt en de stoet langzaam
Zijn plaats inneemt rond de troonzetels: de
hofhouding achter de Koningin, de Wapen,
koningen en Ceremoniemeesters aan de
uiterste zijden van het platform, iets meer
naar binnen de vaandels van de Regimen
ten Prinses Irene, Grenadiers en Jagers en
Mariniers en op de hoeken der treden de
dragers van het Rijkszwaard en de Rijks
standaard, dringt de gedachte van met een
enorm tableau vivant, met een levend Góu-
deneeuws schuttersstuk te doen te hebben,
zich onweerstaanbaar aan de toeschouwer
op.
Het is de bewogen stem van Koningin
Juliana, die hem tot de werkelijkheid terug
roept.
In de Nieuwe Kerk: Koningin Juliana en Prins Bernhard na de eedsaflegging,
omgeven door de.hofhouding.
Leden van de Staten-Generaal.
Dat ik hier op het ogenblik in uw mid
den ben om de eed op de Grondwet af te
leggen, vervult mij met weemoed. Want
het is een gevolg van het feit, dat mijn
lieve moeder een halve eeuw lang haar
krachten in dienst van het vaderland en
het rijk heeft gegeven in een mate, dat
zij nu eindelijk de zware last niet verder
dragen kan.
Maar het vervult mij ook met de
troost, dat ik haar mag verlichten door
die last met mijn onervaren handen,
maar sterkere want jongere kracht,
over te nemen en dat ik daarmee iets
vóór mijn moeder doen kan voor haar,
aan wie ik samen met de goede mens die
mijn vader was, het levenslicht en alles
te danken heb.
Sedert eergisteren ben ik geroepen tot
een taak, die zo zwaar is, dat niemand
die zich daarin ook maar een ogenblik
heeft ingedacht, haar zou begeren, maar
ook zo mooi dat ik alleen maar zeggen
kan:
Wie ben ik, dat ik dit.doen mag?
De mogelijkheden, die mij hierdoor
worden gegeven, om in het algemeen
welzijn werkzaam te kunnen wezen, zijn
zo groot, dat ik na veel innerlijke strijd
bereid ben deze roeping te volgen
waarop mijn ouders mij met zorg heb
ben voorbereid.
Overeenkomstig de bepalingen van de
Grondwet ben ik tot het koningschap ge
roepen, maar de moed om deze roep te
volgen vind ik in vertrouwen op God en
in de grote liefde, waarmede ons volk
mij tegemoet treedt. Deze liefde heeft
mij mijn hele leven begeleid. Ik leefde
in de warmte daarvan in tijden van voor
spoed en geluk, maar nooit bleek de
kracht daarvan sterker, dan in tijden
van tegenspoed en verdriet.
Daarnaast ben ik gelukkig in mijn
man een levensgezel naast mij te heb
ben, die een grote steun voor mij is en
hebben wij het voorrecht zelf al onze
zorgen te mogen wijden aan onze vier
kinderen.
Ik wil hier met nadruk vaststellen, dat
voor een koningin haar taak als moeder
even belangrijk is als voor iedere andere
Nederlandse vrouw.
Lieve Moeder,
Geleid door de liefde, de wijsheid en het
verstand van grootmoeder, zijt gij uw
zware taak begonnen met later naast u
vaders gezegende persoonlijkheid. Hoe
moeilijk ge het hebt gehad in een wereld
van conventionele vooroordëlen, waar
door speciaal de tijd waarin ge begon,
zich kenmerkte, weet ik nog maar alleen,
en dat zeer ten dele.
Met uw scherpe visie en uw in de
grond van uw hart zo sterke verbonden
heid met de medemens, hebt gif echter
onverstoord voor het heil der gemeen
schap gewerkt.
Ik zelf en allen hadden altijd het ge
voel dat gij er waart, als een rots.
Toen de stormen kwamen, merkte men
dat pas goed. Want die rots stond daar
onwrikbaar: Saevis tranquillus in undis,
rustig te midden der woedende golven.
Ik weet dat ge in uw overgrote be
scheidenheid en nederigheid, na een
halve eeuw van offeren en dienen en
nooit uzelf zoeken, van onafgebroken
werken, zwoegen en scheppen, zegt:
maar ik heb toch immers niets gedaan.
Waarvoor dan al deze dank?
Nederland en de rijksdelen over zee
hebben u een halve eeuw als „De Ko
ningin" gekend en zelfs reeds acht moei
lijke jeugdjaren daarvoor.
Nu hoopt ge op een welverdiende rust,
het geven van eigen zinvolle vorm aan
uw levensavond.
Een uiterlijk zinnebeeld, hoe ontoe
reikend ook, moge u nog sterker gevoel
van verbondenheid geven met de besten
uwer wapenbroeders in de grote strijd.
In de hoop dat uw bescheidenheid u
niet zal beletten, het te aanvaarden,
worde u thans als symbool van het
hoogtepunt van uw regering, uw leider
schap in de zwarte tijd van oorlog en
onderdrukking, het ridderkruis der mili
taire Willemsorde, eerste klas, aange
boden.
Het tekenen van dit besluit was mijn
eerste regeringsdaad als Koningin.
Leden van de Staten-Generaal,
Wij bevinden ons op dit ogenblik van
de wereldgeschiedenis in een toestand,
waarin alles aankomt op onze houding
tegen over het onheil van het jongste
verleden en tegenover de dreiging van
nieuwe onheilen. Nederland moet niet
alleen drijvende blijven op de wilde
golven van het wereldgebeuren, het moet
zelf zijn koers bepalen, en bovendien
trachten met de andere volken samen de
koers uit te zetten van de ganse wereld-
vloot. Wij moeten er niet op zien of dat
offers kost. Als het nodig bliikt, moeten
wij bereid zijn ballast uit te werpen. Alle
hens aan dek: „Eendracht en nog eens
eendracht", heeft Koningin Wilhelmina
ons op het hart gebonden.
Veel goede voornemens worden geuit,
veel plannen worden gemaakt. Zullen
wij ze ook waar maken:
Bij het nastreven van sociale recht
vaardigheid, culturele ontwikkeling en
economische welvaart in ons kleine land
met zijn grote bevolking, in het regelen
op voet van vrijheid, zelfstandigheid en
gelijkwaardigheid van onze verhouding
tot de volkeren van Indonesië, Suriname
en de Nederlandse Antillen, in het ver
vullen van onze taak tussen de volken,
in de wijde ruimte der wereldverhou
dingen?
Ja, wij kunnen en zullen waar ma
ken, wij kunnen en zullen verwezen
lijken, wat in onze macht is om te be
reiken. God helpt hen, die zich zelf
helpen.
Doen wij dit niet en zien wij te veel
op de offers, die het ons kosten zal, dan
lopen wij het gevaar in de golven onder
te gaan.
In de laatste twintig jaren hebben in
de wereldgemeenschap misdaden plaats
gegrepen zo groot, dat men zich dit niet
te voren had kunnen voorstellen. Als een
kwaadaardige besmetting heeft deze mis
dadigheid om zich heen gegrepen en een
verwildering der geesten tengevolge ge
had, die ook ons volk ondanks een
heldhaftig verweer niet geheel onaan
getast heeft gelaten.
Opvoeding tot vrije
mensen
Geen betere wijze om dit kwaad te
bestrijden dan het opvoeden van onze
jeugd tot vrije mensen met een geeste
lijk fundament, met een sterk verant
woordelijkheidsgevoel voor de mede
mens, met eerbied voor alles wat leeft
en groeit en voor eens anders diepste
overtuiging.
Ons volk is zeer onderscheiden naar
godsdienst en wereldbeschouwing. De
Staten-Generaal geven daarvan een
weerspiegeling en kennen om met Wil
lem van Oranje te spreken: „die gelegen-
heyt des lands ende de humeuren van de
ingesetenen het best".
Het is daarom aan hen te verwezen
lijken die eenheid in verscheidenheid, het
in eendracht behartigen van 's lands be
lang.
Zo dadelijk zal ik mijn eed afleggen in
honderd jaar oude bewoordingen. Daar
bij zal mij voor ogen staan het zinne
beeld, waarmede ik de regering van mijn
moeder kenmerkte, en dat voor mij het
wezen van het Nederlandse koningschap
weergeeft:
De rots temidden der woelige' baren.
Leden der Staten-Generaal, tezamen
zullen wij werken voor het heil van Ne
derland en het rijk.
Moge God onze arbeid zegenen."
Prof. Kranenburg:
Nadat de vorstin de eed had afgelegd,
sprak professor Kranenburg een korte rede
uit, waarin deze onder meer zeide:
„Is er wel ooit een tijdperk geweest van
zo sterke wisseling, van zo grote verande
ring, van zo snelle ontwikkeling? Wel
zwaar is de last der regering geweest in
deze halve eeuw vol lotswisselingen en
grote, verstrekkende gebeurtenissen, en
eerbiedig buigen wij thans het hoofd, het
igemoed vervuld van een diepe dankbaar
heid voor de draagster der kroon, die vijf
tig jaren geleden de zware last der rege
ring op haar schouders nam, en deze heeft
gedragen al die jaren door met onbezweken
moed, met hoog plichtsbesef en waardig
heid, met een onwrikbaar geloof, met vast
vertrouwen in de kracht van haar volk,
en in de toekomst van onze staat. Nooit was
rust meer vex-diend. Moge God haar levens
avond zegenen.
Een tijdperk is afgesloten, een nieuw
tijdperk is aangevangen. Het Nederlandse
volk treedt uwe Majesteit tegemoet, vol
vertrouwen èn met warme genegenheid.
Wij -weten, dat het leven van ons volk in
al zijn vertakkingen uw volle belangstel
ling heeft, dat zijn welzijn uwe Majesteit
na aan het hart, ligt. Wij zijn overtuigd, dat
onze staatsinstellingen in uwer Majesteits
handen veilig zijn. Wij weten, dat de vrij
heid u dierbaar is, en wij weten ons daarin
een, de grote en edele traditie van gees
telijke vrijheid van Oranje is ook het gees
tesmerk van het Nederlandse volk. Zo staat
dit volk thans eensgezind om uwen troon,
vervuld van liefde voor uw persoon, voor
uw gezin en uw geslacht, met in het hart
de innige bede, dat Gods zegen op uwer
Majesteits regering moge rusten en dat het
u gegeven moge zijn uw volk weer in voor
spoed te zien gedijen, het tot hogere ont
wikkeling van zijn recht en zijn cultuur, tot
waardevolle ontplooiing van zijn gaven te
zien komen."
Eedsaflegging
Staten-Generaal
Na deze rede legde de voorzitter der
verenigde vergadering staande aan de voet
van het troonplatform de plechtige verkla-
ring van de leden der Staten-Generaal af:
„■Wij ontvangen en huldigen, in naam van
het Nederlandse volk en krachtens de
Grondwet, u als koning, wij zweren, dat
wij uwe onschendbaarheid en de rechten
uwer kroon zullen handhaven; wij zweren
alles te zullen doen wat goede en ge
trouwe Staten-Generaal schuldig zijn te
doen. Zo waarlijk helpe ons God almach
tig."
Gedurende deze verklaring was ook de
Koningin opgestaan.
Vervolgens werden de namen van de 145
aanwezige Kamerleden opgeroepen, die de
verklaring met de woorden „Zo waarlijk
helpe mij God almachtig" of „Dat beloof
ik" bevestigden.
Nauwelijks had het laatste Kamerlid, ir.
H. Vos, zijn plechtige verklaring afgelegd
of de oudste koning van Wapenen zwaaide
ziin scepter en riep „Hare Majesteit Ko
ningin Juliana is ingehuldigd".
De drieduizend aanwezigen blij, ein
delijk lucht te kunnen geven aan hun over-
kront gemoed stemden daaroo met hem
in rn-^ rrn drev/prf .Leve de Koningin!" in.
Om 11 uur 42 werden de kerkdeuren ge-
opend tv-ri-n dn Herauten van Wapenen
naar buiten om de menigte op de Dam
kond te doen, dat de inhuldiging van Ko
ningin Juliana is geschied.
Terwijl het koor het Gezang ..De Heer
is mijn herder" aanheft, verlaat de Ko
ninklijke stoet het gebouw. Ook de vier
Prinsessen Wilhelmina, Armgard, Beatrix
en Irene gaan heen, gevolgd dogr de bui
tenlandse delegaties.
'En dan ligt het dien-rode platform weer
leeg en verlaten, gelijk twee uur te voren.
WARMER.
Verwachting, medegedeeld door het
K.N.M.I. in De Bilt, geüddg van Dins
dagavond tot Woensdagavond:
Nu en dan overdrijvende wolkenban
ken Overwegend droog weer met ho
gere temperaturen vooral overdag in
hét Zuid-Oosten van het land. Aan de
kust tijdelijk vrij krachtige Zuid-Wes
telijke wind, overigens zwakke tot
matige wind tussen Zuid-West en Zuid.
8 September:
Zon op 6.02 uur, onder 19.12 uur
Maan op 12.49 uur, onder 21.09 uur
No. 19033 TP Dinsdag 7 September 1948
je»em«!aan lM'. MS1A(K 25J0)' I I 1 T 1 C 1 T f" Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest-
Jd33*' 5389, "a 5 uur j O,' 1 M I I I 1 M I II I f I J I I lil dagen. - Abonnementen per week 31 cent, per
^Santl--HaarlemGr\H fte, V XXX Wl X \A V-* X KS X VX XX L kw«t«ü Franco por post 4,50 - Giro-
'nirecteur-H°0^edac eur rekening 273107 ten name v. Haarlems Dagblad
l*1"' Directeur-Hoofdredacteur: Robert Peereboom KENNEMER EDITIE VAN HAARLEMS DAGBLAD Uitgave van de Stichting Voorlichting te Haarlem