gare Majesteit Koningin Juliana is ingehuldigd!" Plechtigheid om nooit te vergeten we'ke de WCtte" Ik bert bereid, deze roeping te volgen Ridderkruis voor Prinses Wilhelmina Weerbericht sn Nederlandsche volk, 'Lel steeds zal onderhouden t «eer ik de <maf" en j,et grondgebied van den f»8"*' 0n rermogen zal verdedigen 4a, jj de algemeene en «^Skeid en de rechten van alle zal beschermen, en tot bevordering van de '""""fbiitondere welvaart alle mid- ""LcUkki-f Stellen, zooals een goed CÜ is te doen. Zoo waarlük jjCdakmsMie" moment van de Inhuldiging. "„n jïüana, staande, de rechter- ^«riestrekte vingers omhoog, :I Sr ganse volk met vaste, hel- ,.,tcr naar em goed konmg fütr®" met nadruk gescandeerd 0**TL nu, na de warme woor- ■i-M lifhaar grote Uefde en dank ^CmU*heelt beleï,n en haar VKZtraun en problemen van «fïï geopenbaard, tot de beves- „w belofte en de bezegeling van no"« voor Neder" Climax i, riln soberheid zo indrukwek- f jÜLgiiig vormt de apotheose 'LfSSgïSd die reeds aanving 0 jfuren van de feestelijk versierde 1 Kerk werden geopend, terwijl bui- w hoorbaar - de saluutschoten - de kerkklokken begonnen te Eken de eerste commando's tot de ere. Sd werden gegeven. rffc vroeg zijn gekomen en dat 5 de eenvoudigen, die het geluk -JjSLj van de griffier der Eerste Sin kaart voor de plechtigheid te 2 ontvingen - kunnen nu nog hun Stkijken naar de versiering van pal- 11oieren en zalmkleurige begonia s, S i blinkende koper van koorhek en finnen, naar bet drep-rode tapijt ?•-(» troonplatform, waarop twee een- .i;» zetels, één voor Koningin Juliana Jvoor Prins Bernhard, zijn geplaatst, ïeen uur of negen is het gebouw al «•een goed deel gevuld: het wemelt van Lonnen en de toga's: Vlag- en opper heren in het zwart, het wit, het grijs, t het groen; rechters en advocaten, faren en predikanten. Daartussen gp de dames voor de élégance, die bij i*! hoge feest past. (Mallend is overigens, dat niemand m tó'bijzonder opvalt, al rekken zich de sixmo nu en dan wel eens voor een wel jk geslaagde creatie, doch dat duurt al- te xolang de gelukkige zich nog in het agpi bevindt: onmiddellijk daarna rcdizij opgenomen in het geheel en smelt «4 haar gratie en haar toilet samen met •t! kleurige mozaiek, datal deze hoog- r«rdigheidsbekleders tezamen vormen. Iteimozaiek is dan tevens een afspiegeling ;a de verscheidenheid van het Neder- Vc;e volk: geen groep of hij heeft hier ta vertegenwoordigers. Haarlemmers lit Haarlem en omgeving treffen we mr. teers aan en natuurlijk de Commissaris jkKoningin met het College van Gedepu- Kófn, mevrouw J. M. BosVincent, de pwiers Hendrik en Willem Andriessen '«mejuffrouw Annie Woud in de banken m ce kunstenaars. Op het koorbalkon air.G, Friedhoff, de Rijksbouwmeester, a een groot aandeel had in het totstand- fean van de inrichting der kerk. i Om half tien klinkt het uit de luidspre- te „De genodigden worden verzocht hun jlslsen in te nemen." Op dat ogenblik ra wij hoe cle Commissaris der Koningin see provincie Utrecht, de in staatsiege stoken heer M. A. Reinalda, met fa stevige handdruk een ambtgenoot begroet. Ëen lantaarnopsteker gaat van kroon tot feta en ontsteekt kaars voor kaars. Ge kende enkele minuten flonkeren de gou- a kroon, de rijksappel en de scepter, ja Süs de goud-op-snee-grondwet op de met rood tapijt bedekte „credenstafel" in Mdden voor het troonplatform in het Kite schijnsel. Deze initimiteit duurt niet fi Om vijf minuten voor tien, juist als SKtriarchiale gestalte van prof. mr. R. "Kranenburg aan het hoofd van de f;e! Kamerleden in de ingang aan de Dam- sk zichtbaar wordt, flitsen 34 gemas- pk gigantische lichtbronnen: het zijn schijnwerpers, die de Polygoonreporters saai stellen de Inhuldiging in celluloid Mkwartier na de leden van de Staten- ••sjaal arriveert een groep, die zeer vele "toten in zich bergt. Jwrjj gaan de Nederlandse ministers, rain een ingetogen zwart, gevolgd door j=»en van de Raad van State. Maar dan, overgang, de bonte verscheidenheid Indonesische delegatie, zowel in wsmsbouw als in klederdracht. De ver- ^'Gordiging der West-Indische gebie- haar jaquets deed daarbij haast aan, Zij allen worden met een 7 )k applaus ontvangen. De ministers 2 op de stoelen ter weerszijden van de jastafel zitten, minister-president W. naast de voorzitterstafel, waarachter :~m Kranenburg met de griffiers der Weeft plaats genomen. ®nuten over tien luidt de deur- h'Jl zijn schel en PPent professor n de verenigde vergadering der doet de griffier 't op de Mg betrekking hebbende Konink- voorlezen en benoemt een Com- rirjna-en uitgeleiding der Koningin, •g. a' u't de fractie-voorzitters van *jjm onder presidium van de Jgj» Tweede Kamer, mr. L. G. sfy?mededeling gedaan, dat «2,ht van verhindering had- bsCmrit r-T?e heren Stokvis, Wagenaar, tf2nde?PMriSanS: allen afgevaardig- MfledtfoTv i1 20 deftig en 20 ernstiS '•:;=r wn L biJeenkomst niet zijn, 6 H w!ieel^entfs- heel fijntjes een vleugje hilariteit hoorbaar: een korte rimpeling op het wa tervlak, doch in zijn eenvoud veelzeggend. Spanning stijgt Zo tegen half elf begint de spanning merkbaar te stijgen. Regelmatig zwenken de limousines voor de Dam-ingang, vaak begeleid door wit- gehelmde M.P.'s. Dan arriveert weer een bijzondere missie.Eerst die van de Ver enigde Staten met de eerwaardige Herman Baruch aan het hoofd; dan die van Frank rijk, waarin wij Paul Ramadier herkennen en de man in de groene dracht van de „Académie" is natuurlijk Georges Duhamel, Nederlands grootste vriend in Frankrijk. De Pauselijke nuntius mgr. Valerio Valeri en generaal H. D. Crerar namens Canada arriveren en na hen nog vele anderen: Ar gentinië, Brazilië, Mexico, China, Zwitser land, Portugal, Venezuela, Finland en Sïam hebben hun bijzondere afgezanten gezon- Vorstelijke gasten Om kwart vóór elf werd aan de over weldigende aanblik der Nieuwe Kerk nog meer luister bijgezet door de aankomst der vorstelijke gasten. Aan het hoofd schreed Koningin Elisa beth' van België, gevolgd door kroonprins Gustav Adolf en kroonprinses Louise van Zweden; kroonprins Olav en kroonprinses Martha van Noorwegen; prins Axel en prin- Margaretha van Denemarken; prins George van Griekenland; erf-groothertog Jan van Luxemburg en tussen deze veelal bejaarde personen een fleurig figuurtje: prinses Margaret van Engeland in een toi let van rose Atlaszijde. Op het hoofd droeg zij een wit kapje met rose veren. Prins Aschwin, die ook tot deze groep behoorde, was in jaquet. De imposante intocht dér buitenlandse vorsten werd gevolgd door een zeer huise lijk, Hollands tafereel, dat door de duizen den met vertedering en ontroering werd gadegeslagen. Via de ingang aan de N.Z. Voorburgwal betraden Beatrix en Irene in blauwe tulen jurken en met witte bloemen in het haar hand in hand de gewijde ruimte. Daar achter liepen de beide grootmoeders: prin ses Wilhelmina in éen zacht fraise japon met donker bloemmotief, overdekt door een paars fluwelen manteltje en prinses Arm gard in een eenvoudige zwarte robe met witte bontjas. De vier prinsessen nemen plaats op de eerste rij stoelen voor de buitenlandse gas ten, links van het platform met de troon zetels. Prinses Irene kijkt daarbij belang stellend en geamuseerd in het rond. Het grote ogenblik Het is duidelijk, dat het grote ogenblik nu niet ver meer kan-zijn. Klokgelui, aan zwellend en dan weer wegstervend, klinkt tot in de nu stil geworden kerk door. Vaag hoort men flarden vari het volkslied. Een aide-ceremoniemeester buigt zich in de deur-opening spiedend voorover, de loper wordt voor de laatste keer geveegd en recht getrokken. Minister-president Drees heeft zijn lectuur, waarmee hij de tijd gekort heeft, weggeborgen. Van het Paleiscarillon tinkelen de eerste maten van het Wilhelmus. Om zeven mi nuten over elf overschrijden de Herauten van Wapenen in blauw fluwelen en geel satijnen buizen met hun trompetters de drempel, op de voet gevolgd door de Ko ningen van Wapenen, fel contrasterend met hun voorgangers door hun scharlaken rode rok en hun witte pantalon. Een zwarte steek met witte struisveren dekt hun hoofd. Na hen komen de Ceremoniemeester, de Ka merheren, de Hoofden van Departementen, de Groot-Officieren van de kroon, de een al fraaier uitgedost dan de ander, tot de aandacht gevangen blijft door de martiale figuur van mr. H. J. Kruis, chef van de Generale Staf, die fier het ontblote Rijks zwaard voorzich uit houdt. Na hem verschijnt luitenant-admiraal C. E. L. Helfrich, die.de Rijksstandaard het Tijdens de eerste rijtoer van Koningin ouden van dagen in de Jordaan kijkt belangstellend toe tijdens de deze aanbieding oude Nederlandse wapen op witte moiré zijden achtergrond draagt. Dan dragen op hun beurt de regiments vaandels, omgeven door de in gala-tenue gestoken aanvoerders, tot het feeërieke schouwspel bij, waarna de opperceremonie- meester van de Koningin, mr. G. C. D. baron van Hardenbroek, met zijn lange ceremonie-staf de komst der vorstin aan kondigt. De Koningin Zichtbaar onder de indruk schreed Ko ningin Juliana de vijfde Oranje die in de Nieuwe Kerk zou zweren de Grondwet te handhaven en het volk te beschermen vergezeld van haar gemaal, Prins Bern hard der Nederlanden langs de buigen de rijen naar hun zetel op het platform. Het door de jeugdige Zwitser Erwin Dolder ont worpen statie-gewaad van bleu-royal wordt gesierd door het brede lint van het Groot kruis der Nederlandse Leeuw, terwijl het blauwe gewaad omgolfd wordt door de reeds door drie Oranjes gedragen rood fluwelen koningsmantel, met gouden leeu wen bestikt en met hermelijn gevoerd en omzoomd'. Het haar wordt gedekt door een kapje van edelstenen, omringd door dia manten sterren. De gehele tooi, waarin xr de hoofdstad werd haar door de mgeboden. De Koninklijke Familie waarmede dè af gezante der oudjes deed gaan. voorts robijnen en paarlen prijken, rust met een rand van paarlen op het hoofd. Nog is de bonte stoet niet ten einde: de Grootmeesteres, de Dames du Palais, de chef van het Militaire Huis der Koningin, de adjudanten van de Prins en die in bui tengewone dienst en tenslotte nog een aan tal vlag- en opperofficieren voltooien het geheel. Tableau vivant Terwijl het Amsterdamse Toonkunstkool" het Wilhelmus zingt en de stoet langzaam Zijn plaats inneemt rond de troonzetels: de hofhouding achter de Koningin, de Wapen, koningen en Ceremoniemeesters aan de uiterste zijden van het platform, iets meer naar binnen de vaandels van de Regimen ten Prinses Irene, Grenadiers en Jagers en Mariniers en op de hoeken der treden de dragers van het Rijkszwaard en de Rijks standaard, dringt de gedachte van met een enorm tableau vivant, met een levend Góu- deneeuws schuttersstuk te doen te hebben, zich onweerstaanbaar aan de toeschouwer op. Het is de bewogen stem van Koningin Juliana, die hem tot de werkelijkheid terug roept. In de Nieuwe Kerk: Koningin Juliana en Prins Bernhard na de eedsaflegging, omgeven door de.hofhouding. Leden van de Staten-Generaal. Dat ik hier op het ogenblik in uw mid den ben om de eed op de Grondwet af te leggen, vervult mij met weemoed. Want het is een gevolg van het feit, dat mijn lieve moeder een halve eeuw lang haar krachten in dienst van het vaderland en het rijk heeft gegeven in een mate, dat zij nu eindelijk de zware last niet verder dragen kan. Maar het vervult mij ook met de troost, dat ik haar mag verlichten door die last met mijn onervaren handen, maar sterkere want jongere kracht, over te nemen en dat ik daarmee iets vóór mijn moeder doen kan voor haar, aan wie ik samen met de goede mens die mijn vader was, het levenslicht en alles te danken heb. Sedert eergisteren ben ik geroepen tot een taak, die zo zwaar is, dat niemand die zich daarin ook maar een ogenblik heeft ingedacht, haar zou begeren, maar ook zo mooi dat ik alleen maar zeggen kan: Wie ben ik, dat ik dit.doen mag? De mogelijkheden, die mij hierdoor worden gegeven, om in het algemeen welzijn werkzaam te kunnen wezen, zijn zo groot, dat ik na veel innerlijke strijd bereid ben deze roeping te volgen waarop mijn ouders mij met zorg heb ben voorbereid. Overeenkomstig de bepalingen van de Grondwet ben ik tot het koningschap ge roepen, maar de moed om deze roep te volgen vind ik in vertrouwen op God en in de grote liefde, waarmede ons volk mij tegemoet treedt. Deze liefde heeft mij mijn hele leven begeleid. Ik leefde in de warmte daarvan in tijden van voor spoed en geluk, maar nooit bleek de kracht daarvan sterker, dan in tijden van tegenspoed en verdriet. Daarnaast ben ik gelukkig in mijn man een levensgezel naast mij te heb ben, die een grote steun voor mij is en hebben wij het voorrecht zelf al onze zorgen te mogen wijden aan onze vier kinderen. Ik wil hier met nadruk vaststellen, dat voor een koningin haar taak als moeder even belangrijk is als voor iedere andere Nederlandse vrouw. Lieve Moeder, Geleid door de liefde, de wijsheid en het verstand van grootmoeder, zijt gij uw zware taak begonnen met later naast u vaders gezegende persoonlijkheid. Hoe moeilijk ge het hebt gehad in een wereld van conventionele vooroordëlen, waar door speciaal de tijd waarin ge begon, zich kenmerkte, weet ik nog maar alleen, en dat zeer ten dele. Met uw scherpe visie en uw in de grond van uw hart zo sterke verbonden heid met de medemens, hebt gif echter onverstoord voor het heil der gemeen schap gewerkt. Ik zelf en allen hadden altijd het ge voel dat gij er waart, als een rots. Toen de stormen kwamen, merkte men dat pas goed. Want die rots stond daar onwrikbaar: Saevis tranquillus in undis, rustig te midden der woedende golven. Ik weet dat ge in uw overgrote be scheidenheid en nederigheid, na een halve eeuw van offeren en dienen en nooit uzelf zoeken, van onafgebroken werken, zwoegen en scheppen, zegt: maar ik heb toch immers niets gedaan. Waarvoor dan al deze dank? Nederland en de rijksdelen over zee hebben u een halve eeuw als „De Ko ningin" gekend en zelfs reeds acht moei lijke jeugdjaren daarvoor. Nu hoopt ge op een welverdiende rust, het geven van eigen zinvolle vorm aan uw levensavond. Een uiterlijk zinnebeeld, hoe ontoe reikend ook, moge u nog sterker gevoel van verbondenheid geven met de besten uwer wapenbroeders in de grote strijd. In de hoop dat uw bescheidenheid u niet zal beletten, het te aanvaarden, worde u thans als symbool van het hoogtepunt van uw regering, uw leider schap in de zwarte tijd van oorlog en onderdrukking, het ridderkruis der mili taire Willemsorde, eerste klas, aange boden. Het tekenen van dit besluit was mijn eerste regeringsdaad als Koningin. Leden van de Staten-Generaal, Wij bevinden ons op dit ogenblik van de wereldgeschiedenis in een toestand, waarin alles aankomt op onze houding tegen over het onheil van het jongste verleden en tegenover de dreiging van nieuwe onheilen. Nederland moet niet alleen drijvende blijven op de wilde golven van het wereldgebeuren, het moet zelf zijn koers bepalen, en bovendien trachten met de andere volken samen de koers uit te zetten van de ganse wereld- vloot. Wij moeten er niet op zien of dat offers kost. Als het nodig bliikt, moeten wij bereid zijn ballast uit te werpen. Alle hens aan dek: „Eendracht en nog eens eendracht", heeft Koningin Wilhelmina ons op het hart gebonden. Veel goede voornemens worden geuit, veel plannen worden gemaakt. Zullen wij ze ook waar maken: Bij het nastreven van sociale recht vaardigheid, culturele ontwikkeling en economische welvaart in ons kleine land met zijn grote bevolking, in het regelen op voet van vrijheid, zelfstandigheid en gelijkwaardigheid van onze verhouding tot de volkeren van Indonesië, Suriname en de Nederlandse Antillen, in het ver vullen van onze taak tussen de volken, in de wijde ruimte der wereldverhou dingen? Ja, wij kunnen en zullen waar ma ken, wij kunnen en zullen verwezen lijken, wat in onze macht is om te be reiken. God helpt hen, die zich zelf helpen. Doen wij dit niet en zien wij te veel op de offers, die het ons kosten zal, dan lopen wij het gevaar in de golven onder te gaan. In de laatste twintig jaren hebben in de wereldgemeenschap misdaden plaats gegrepen zo groot, dat men zich dit niet te voren had kunnen voorstellen. Als een kwaadaardige besmetting heeft deze mis dadigheid om zich heen gegrepen en een verwildering der geesten tengevolge ge had, die ook ons volk ondanks een heldhaftig verweer niet geheel onaan getast heeft gelaten. Opvoeding tot vrije mensen Geen betere wijze om dit kwaad te bestrijden dan het opvoeden van onze jeugd tot vrije mensen met een geeste lijk fundament, met een sterk verant woordelijkheidsgevoel voor de mede mens, met eerbied voor alles wat leeft en groeit en voor eens anders diepste overtuiging. Ons volk is zeer onderscheiden naar godsdienst en wereldbeschouwing. De Staten-Generaal geven daarvan een weerspiegeling en kennen om met Wil lem van Oranje te spreken: „die gelegen- heyt des lands ende de humeuren van de ingesetenen het best". Het is daarom aan hen te verwezen lijken die eenheid in verscheidenheid, het in eendracht behartigen van 's lands be lang. Zo dadelijk zal ik mijn eed afleggen in honderd jaar oude bewoordingen. Daar bij zal mij voor ogen staan het zinne beeld, waarmede ik de regering van mijn moeder kenmerkte, en dat voor mij het wezen van het Nederlandse koningschap weergeeft: De rots temidden der woelige' baren. Leden der Staten-Generaal, tezamen zullen wij werken voor het heil van Ne derland en het rijk. Moge God onze arbeid zegenen." Prof. Kranenburg: Nadat de vorstin de eed had afgelegd, sprak professor Kranenburg een korte rede uit, waarin deze onder meer zeide: „Is er wel ooit een tijdperk geweest van zo sterke wisseling, van zo grote verande ring, van zo snelle ontwikkeling? Wel zwaar is de last der regering geweest in deze halve eeuw vol lotswisselingen en grote, verstrekkende gebeurtenissen, en eerbiedig buigen wij thans het hoofd, het igemoed vervuld van een diepe dankbaar heid voor de draagster der kroon, die vijf tig jaren geleden de zware last der rege ring op haar schouders nam, en deze heeft gedragen al die jaren door met onbezweken moed, met hoog plichtsbesef en waardig heid, met een onwrikbaar geloof, met vast vertrouwen in de kracht van haar volk, en in de toekomst van onze staat. Nooit was rust meer vex-diend. Moge God haar levens avond zegenen. Een tijdperk is afgesloten, een nieuw tijdperk is aangevangen. Het Nederlandse volk treedt uwe Majesteit tegemoet, vol vertrouwen èn met warme genegenheid. Wij -weten, dat het leven van ons volk in al zijn vertakkingen uw volle belangstel ling heeft, dat zijn welzijn uwe Majesteit na aan het hart, ligt. Wij zijn overtuigd, dat onze staatsinstellingen in uwer Majesteits handen veilig zijn. Wij weten, dat de vrij heid u dierbaar is, en wij weten ons daarin een, de grote en edele traditie van gees telijke vrijheid van Oranje is ook het gees tesmerk van het Nederlandse volk. Zo staat dit volk thans eensgezind om uwen troon, vervuld van liefde voor uw persoon, voor uw gezin en uw geslacht, met in het hart de innige bede, dat Gods zegen op uwer Majesteits regering moge rusten en dat het u gegeven moge zijn uw volk weer in voor spoed te zien gedijen, het tot hogere ont wikkeling van zijn recht en zijn cultuur, tot waardevolle ontplooiing van zijn gaven te zien komen." Eedsaflegging Staten-Generaal Na deze rede legde de voorzitter der verenigde vergadering staande aan de voet van het troonplatform de plechtige verkla- ring van de leden der Staten-Generaal af: „■Wij ontvangen en huldigen, in naam van het Nederlandse volk en krachtens de Grondwet, u als koning, wij zweren, dat wij uwe onschendbaarheid en de rechten uwer kroon zullen handhaven; wij zweren alles te zullen doen wat goede en ge trouwe Staten-Generaal schuldig zijn te doen. Zo waarlijk helpe ons God almach tig." Gedurende deze verklaring was ook de Koningin opgestaan. Vervolgens werden de namen van de 145 aanwezige Kamerleden opgeroepen, die de verklaring met de woorden „Zo waarlijk helpe mij God almachtig" of „Dat beloof ik" bevestigden. Nauwelijks had het laatste Kamerlid, ir. H. Vos, zijn plechtige verklaring afgelegd of de oudste koning van Wapenen zwaaide ziin scepter en riep „Hare Majesteit Ko ningin Juliana is ingehuldigd". De drieduizend aanwezigen blij, ein delijk lucht te kunnen geven aan hun over- kront gemoed stemden daaroo met hem in rn-^ rrn drev/prf .Leve de Koningin!" in. Om 11 uur 42 werden de kerkdeuren ge- opend tv-ri-n dn Herauten van Wapenen naar buiten om de menigte op de Dam kond te doen, dat de inhuldiging van Ko ningin Juliana is geschied. Terwijl het koor het Gezang ..De Heer is mijn herder" aanheft, verlaat de Ko ninklijke stoet het gebouw. Ook de vier Prinsessen Wilhelmina, Armgard, Beatrix en Irene gaan heen, gevolgd dogr de bui tenlandse delegaties. 'En dan ligt het dien-rode platform weer leeg en verlaten, gelijk twee uur te voren. WARMER. Verwachting, medegedeeld door het K.N.M.I. in De Bilt, geüddg van Dins dagavond tot Woensdagavond: Nu en dan overdrijvende wolkenban ken Overwegend droog weer met ho gere temperaturen vooral overdag in hét Zuid-Oosten van het land. Aan de kust tijdelijk vrij krachtige Zuid-Wes telijke wind, overigens zwakke tot matige wind tussen Zuid-West en Zuid. 8 September: Zon op 6.02 uur, onder 19.12 uur Maan op 12.49 uur, onder 21.09 uur No. 19033 TP Dinsdag 7 September 1948 je»em«!aan lM'. MS1A(K 25J0)' I I 1 T 1 C 1 T f" Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feest- Jd33*' 5389, "a 5 uur j O,' 1 M I I I 1 M I II I f I J I I lil dagen. - Abonnementen per week 31 cent, per ^Santl--HaarlemGr\H fte, V XXX Wl X \A V-* X KS X VX XX L kw«t«ü Franco por post 4,50 - Giro- 'nirecteur-H°0^edac eur rekening 273107 ten name v. Haarlems Dagblad l*1"' Directeur-Hoofdredacteur: Robert Peereboom KENNEMER EDITIE VAN HAARLEMS DAGBLAD Uitgave van de Stichting Voorlichting te Haarlem

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1948 | | pagina 1