de van de Burgvrouwe van Haarlem
De kleine wereld
Nederland erkent de staat
Israël nog niet
De minister van Buitenlandse Zaken
•heeft op vragen van het Eerste Kamerlid
dé heer Van Santen over de erkenning door
Nederland van de staat Israël geantwoord,
dat de regering de wenselijkheid overweègt
van een erkenning van de staat Israël, ge
lijk werd verzocht in de motie van de heer
Van de Kieft.
Er zijn aan de regering geen nieuwe om
standigheden gebleken, die voor haar vol
doende aanleiding zouden kunnen vormen,
om thans tot een erkenning van de staat
Israël over te gaan.
De onzekerheid, welke bestaat ten aan
zien van de strijdende partijen in Palestina
is niet opgeheven. De bemoeienissen van de
Verenigde Volken en in het bijzonder de
bemiddeling van graaf Bernadotte maken
het wenselijk, alles na te laten, wat de
tegenstellingen in het Heilige Land zou
kunnen verscherpen of door een der daar
bij betrokken partijen zou kunnen worden
misverstaan.
TREKKING HAARLEMS BLOEI
De derde hoofdprijs van de loterij ten bate
van de Stichting Haarlems Bloei, het slaap
kamerameublement, is niet, zoals abusieve
lijk gemeld is, gevallen op nummer 1892,
maar op nummer 1692. 1
De 71-jarige voerman Heerschop, die
hnet een met twee paarden bespannen wagen
op de Laarderweg te Bussum reed, gleed van
zijn zitplaats en viel op dé dissel van de
wagen. Hierdoor schrokken de paarden en
sloegen op hol. De wagen slingerde tegen een
paal, waardoor H. op slag werd gedood.
Agenda voor Haarlem
VRIJDAG 10 SEPTEMBER
Gem. Concertgebouw: Zomerconcert HOV,
8 uur. Gebouw Cultura: Herdenking Bart de
Ligt, 8 uur. Luxor „Saludos Amigos", alle
leeft., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. City: reportage
feestelijkheden van 9.30 tot 2 uur. „Lief maar
lastig", 14 j., 2. 4.15, 7 en 9.15 uur. Spaarne:
„De spookstad", 14 j., 2.30, 7 e» 9.15 uur.
Frans Hals „De stierenvechters", alle leeftij
den, 2.30, 7 en 9.15 uur. Rembrandt: „Een
onvergetelijke melodie", alle leeft., 2, 4.15
7 en 9.15 uur. Palace: Reportage feestelijk
heden, van 10.15 uur af. „De 'Andere", 18 j.,
2, 4.15, 7 en 9.15 uur.
ZATERDAG 11 September
Stadsschouwburg: „De graaf van Luxem
burg", 8 uur. Gem. Concertgebouw: optreden
van Lestikoff, 8 uur. Bioscopen: Middag- en
avondvoorstellingen.
Koningin Juliana en Prins Bernhard temidden der delegaties uit de Overzeese gebiedsdelen
#AG .0 SEPTEMBEB^
Uit Haarlems verleden
frirue T ?ez'" met de vorstelijke gasten: v. I. n. r. Prins George van Griekenland, Prins Aschwin, Kroonprins Axel van Denemarken,
Lytogord, Gravin van AthloneKoningin-Moeder Elisabeth van België, Kroonprins Otav van Noorwegen, Prinses Margaret van Enge-
'"'^prinses Martha van Noorwegen, Graaf van Athlone, Kroonprins Gustaaf Adolf van Zweden, Kroonprinses Louise van Zweden,
Kroonprinses Margarete van Denemarken, Erf-groothertog Jean van Luxemburg.
De legend'
,M een treffende legende,
$0- S ne Slotvoogd van Haarlem
overlevering bezaten de vooiri
I*® het geslacht van Haarlem reed!
MUW een kasteel onder Heems-
?ü«sie ran het huis Assumburg dat
ïlt»'Vf»t -Bed. H.D.) was, zonder
ar»® mÉ woesteling te zijn, een
Si» wS t kon geloven dat Adel en
Liman, Q,e 1 Hpzelfde klei gevormd zijn,
iaP dan natuurlijk vond, dat
jen ei
P- -meT het oor
«i® ?„t afschrikkend voorbeeld voor
«M* Serene", bij wie de vermetele
8" ontwaken, zich het uitsluitend
««"ïeens aan 10 mat'gen'
'*^1 Kruistochten waren er geweest
„O Willem be Eerste en Willem
s<! hadden geleefd. Steden waren
««de M"aorpen waren vrij gewor-
!°"T "eigenhorige" hijgde alom de
r "7 iner ontkluisterde broede-
n Tevergeefs kantte zich de
l#fuik of in het geheim, daar
fdraven hadden nu eenmaal ge-
«"iuSelijke en zedelijke kracht er
»»w i massa, wanneer zij cke ten
fonrdele wilden ontwikkelen,
de worstelende Dorper, wan-
«("t1 gelegenheid tot vergelding de
«,foVg mocht zijn! En dat was
na de ontijdige dood van de
lif held die, ondanks pijne en
furie Rooms'-Koningskroon ver-
«rt eeluk van zijn graafschap zo
toccht' b«e p] ,is de vijfde was
nog niet de man des volles,
.retitel „der keerlen God", een-
aureool om het edele hoofd zou
De Edeldom had de hariden
8,11-5' gans vrij en misbruikte ze tot
"1 hard en zo pijnlijk, dat zelfs
f"! „site huid van de laaggeboren
^,51 niet langer dulden kon.- De
'"?L onderwerping was nu eenmaal
sterker drukking leidde slechts
'"fff. verzet. Dé Kennemers verbon-
A met de Waterlanders, ja zelfs
West-Friezen, anders hun oude,
ïartfcn vijanden, en kwamen in
al ike opstand. In gewapende benden
£s W het uiterste gebracht woe-
i. als wild gedierte, trokken zij door
SU vernielden de kastelen hunner
Etters, die, op de ontzettende
i dïtde dorpers in bandeloze horde,
Sit door aantal en kracht,' veranderd
1der wrake ontweken en naar de
hoofdstad van Kënnemerland
vloden.
Maar eer de Slotvoogd van Haarlem zo
w gekomen was, of (schaamde hij zich
1 trots nu voor het gepeupel te wij-
to?) eer hij zich van genoegzame joor-
raad voorzien
had en ter behoorlijke ver-
toebereid was daar naderde
Ss'"de joelende bende en wierp zich
cm de grauwe -
im toestand was ernstig en gevaarlijk. De
Sde en dreigende la-eten, de schorre vloe
ien en scheldwoorden, de tartende blikken
in oebalde vuisten dier onafzienbare
menigte, schilderden hem met een vreselijk
mw en toch maar al te levendig penseel,
welk een dood hem wachtte.
De dood van een krijger?Die vreest
hij niet. Neen de dood van een hond, die
onder stokslagen valt. En hij huivert ineen;
hij rilt bij het denkbeeld van zulk een ont
wend, zulk een dorpelijk einde. Ware hij
een heiden geweest, hij zou zich zelf heb
ben gedood; thans, bij al zijn ruwheid,
beefde liij voor zelfmoord terug en hij werd
radeloos. Toen trad zijn gade toe, een Maria
m Reygersbergh, niet erg door de echt
enoot gewaardeerd. Daarom te groter,
jief en leed heb ik gezworen met u te
en ik heb u lief gehad en ben uw
_eweest tot op dit uur ik zal het
blijven tot in de dood," sprak zij: „en daar
om, al loopt mijn leven gevaar, toch zal ik
bet uwe redden."
En zü verscheen op de transen van het
asteel.
Mocht er hier of daar een onbekende
band zijn, die zich ophief om een steen te
fllngeren, of een speer te werpen, of een
loog te spannen vele anderen dwongen
cat te staken, want zo gehaat de Slotvoogd
was, zo bemind was de Vrouwe. Geen arme
c! kranke in de omtrek, die niet dikwerf
voor haar gebeden had tot God en die
zelfde stemmen verhieven zich. thans voor
haar bij de mensen.
luisterde, ja, men riep haar toe:
af Vrouwe! en trek vrij uit de
poort, niemand zal u deren, ga thans
~"'"k uit en schut uw leven."
„ünmijn vrouwen dan en mijn maag
don?" - zo vroeg zij. „Wie harer bracht
muren van het kasteel.
een uwer ooit enig leed en hoevelen uwer
niet versterking?"
„Neem met u, wat vrouwe is op de
burcht" rieprni de aanvoerders terug,
„zij zijn gezegend om uwentwil, wij laten
ook haar vrij."
„En wie zal ons onderhoud geven, zo
wij alles moeten achterlaten wat ons nodig
en noodzakelijk is? Waarvan zullen wij ons
kleden en voeden? Sta mij toe mijn
male (manden) te vullen met het dierste
wat ik bezit, opdat ik weet waarvan wij
zullen leven" zo vroeg de Vrouwe weer.
En ook dat werd toegestaan. Na luttel
tijds werd de poort geopend en de brug
neergelaten. De Burchtvrouwe trad het
eerst naar buiten; zij had haar sluier terug
geslagen en droeg het gelaat vriendelijk en
rustig. Maar onder haar saamgeplooide
mantel had zij de armen op de boezem ge
perst, opdat het snel en angstig jagen van
haar hart zich door het golven van het ge
sloten lijfkleed niet verraden mocht.
Haai; Jonkvrouwen en maagden volgden
haar, torsende de zwaar gevulde male; en
of hier of daar ook de begeerlijkheid van
een enkele mocht opwekken, die enkele, zo
hij zich niet schaamde, verbeet zich ten
minste en zweeg. Men liet de vrouwen eer
biedig gaan.
Rustig trad de Burchtvrouwe met de
haren voort, langs de Hoflaan tot aan de
Oosterweg, die voorbij Haarlem en Heems
kerk naar St. Aechtenkerc voerde, God
biddende voor elke schrede, die nog ge
daan moest worden, God dankende voor
.iedere schrede die reeds gedaan was. Want
nooit was een vrouw de weg langer geval
len en laten blijken mocht zij het niet, dat
hield dodelijk geschrei in en kon met bloed
worden betaald, haar dierbaarder dan haar
eigen.
Toen zij een der kleine, met struikgewas
omgroeide en doorzaaide berkenbosjes be
reikt had, werd de male haastig neergezet
en snel ontsloten en viel zij een ogenblik
de man aan het hart, die er uit trad en
dwong hem toen: „Voort, nu voort, mij zul
len ze sparen, al vinden ze ons. Voort nu
naar de stede Haarlem, daar zult gij op
mij wachten en daar zal ik u weerzien.
God zij geloofd, de redding is geschied."
En waarlijk, de ruwe menigte deed. haar
leed noch hindernis.
Leerlingen van Jan Visser
exposeren
Van Zaterdag 11 tot en met Maandag IS
September exposeren leerlingen van Jan
Visser's „Yrije Haarlemse Schilderschool"
in het hooggelegen atelier aan de Kamper
singel 42.
Deze tentoonstelling is op zichzelf reeds
een bewijs, welke ruime betekenis de leraar
Jan Visser toekent aan het begrip „vrij".
Zijn discipelen worden vrijgelaten in de
keuze van hun onderwerp en van het mid
del, dat zij willen toepassen om dit uit te
beelden. Iedere vorm is geoorloofd, mits de
regels van de techniek niet worden ge
schonden.
Zo groepeert deze expositie werk, dat
wel zeer gevarieerd is naar de aard van de
gebezigde vorm, maar overeenstemt in een
zelfde liefde voor afwehking en volmaking.
Er zijn opvallend veel goede illustraties
voor kinderen te zien, zoals het Schets
boekje van. de jeugdige" Godelieve Tarle-
mijn en de gekleurde tekeningen van haar
kunstzuster Jeantje Kerkjhof. De oudere
Niek Draak gaf de verhalen uit het elfen
en kabouterrijk en met zijn leeftijd in over
eenstemming zijnde forsere toon. De on
zichtbare wereld van feeën en nimfen kreeg
een zeer gevoelige vertolking in Jessica
van der Velde's „Fantasia"* dat, hoewel het
werk anders doet vermoeden, toch reeds
voor de film van Walt Disney hier te lande
bekend werd, is ontstaan. Dezelfde artiste
is present met enkele devote tekeningen
voor gebedenboekjes en een getekend por
tret van haar leermeester.
De schilderijen van D. Hendriks weer
spiegelen een zekere neiging tot dramatiek,
zeer aanvaardbaar in de sombere „Stad",
te drukkend echter op de „Laan".
Dan verwijlt het oog liever op het uit
bundige „Brouwerskolkje" van De Jager,
waarin technische beheersing en levenslust
samen vloeiden in een veel-tintig natuur
tafereel.
Humor zij het voor de beschouwer niet
altijd even veelzeggende zit er te over
in de plakkaatverftekeningen van Martin
Böekens, het meest wel in de kleurige
„Serenade". Wars van conventies is ook
mevrouw Stuart, die in waterverf poëtisdhe
vaag-vervloeiendeBloemenimpressies gaf.
Bitter
Hare Majesteit de Koningin en Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Bernhard.
Een krijttekening, van J. Clay, „Flessen"
valt op door de fijne nuances* in licht en
donker en een aquarel „Spaarndam" van
Margriet van Loon, die ook door zeer ver
dienstelijk tekenwerk vertegenwoordigd is,,
geeft blijk van een intense.beleving van de
behandelde stof.
De veelzijdigheid van de tentoonstelling
wordt nog geaccentueerd door de koper
gravures van E. Schaap, die deze. oude
techniek op fijnzinnige wijze prijzenswaar
dig beoefent.
Tenslotte doen wij nog één greep in het
vele: dat zijn de litho's van Jan Visser zelf,
die te* zeer 'de meesterhand verraden om
niet op te vallen. Het zal de bejaarde
schilder een voldoening zijn, dat onder zijn
talrijke begaafde leerlingen ook zijn doch
ter Barbara met haar „Papavers" en „La
thyrus" op overtuigende wijze van haar
talent blijk geeft.
De tentoonstelling wordt morgenmiddag
om twee uur door prof. dr. A. W. de Groot
geopend.
Generaal Crerar bezocht
graven van zijn soldaten
De vroegere bevelhebber van het eerste
Canadese leger, generaal H. D. Crerar, die
Canada heeft vertegenwoordigd bij de in
huldiging van Koningin Juliana, bracht
Donderdagmiddag een bezoek aan de mili
taire Canadese begraafplaats op de Holter-
berg te Holten. De generaal legde een
krans aan de voet van het kruis.
De burgemeester van Holten die de ge
neraal begeleidde, herinnerde er aan, dat
generaal Crerar eerst aan het hoofd van
zijn troepen in ons land vrijheid en recht
had hersteld en thans als afgezant van het
Canadese volk, dat met zoveel banden van
vriendschap aan het Nederlandse volk was
verbonden, de inhuldiging van onze Ko
ningin heeft bijgewoond.
Generaal Crerar uitte in zijn antwoord
zijn grote waardering voor de wijze, waar
op de graven van zijn gesneuvelde soldaten
worden verzorgd.
Bloemendaalse bedrijven
boekten winst
De rekening, van het Waterbedrijf van
Bloemendaal over 1947, sluit wat-de afdeling
baten en lasten betreft, met een saldo van
f 34.120. B. en W. stellen de gemeenteraad
voor dit saldo ten goede te laten komen aan
de algemene dienst. Op de gewone dienst
van de gemeentebegroting was met een uit
kering aan winst van f 19.000 rekening ge
houden. Dat de opbrengst hoger is dan de
raming is een gevolg van het feit, dat door
de droge zomer 1947 meer water is afgeleverd
dan waarop oorspronkelijk was gerekend.
Het gasbedrijf heeft een saldo van f647
opgeleverd. Dit bedrag zal eveneens a?n de
algemene dienst ten goede komen.
Ja ja, onder dat. wekelijks bitteruurtje
wordt er aan filosofie gedaan. Daar wordt
heel wat wijsheid over en weer gratis ten
beste gegeven. Daar komen zelfs Kant en
Spinoza aan te pas, die hebben dat en dat
gezegd, die hadden het wat dat en dat be
treft wel bij het rechte eind.
Daar zitten de mannen op hun gemak
het leven te bekijken, zij bezien de wereld
door het verkleinglas dat gevuld voor hen
staat. De drukte raast om hen heen, het
lawaai van de haastige mensen daarbuiten
golft voorbij als het onrustige rivierwater
langs de brugpijlers. Zij kijken diepzinnig
tn het twinkelende vocht dat goudgeel
wordt van het lamplicht. Zij worden bij
ieder glaasje diepzinniger en wijzer.
Ik zeg u, het is een raar leven, het is
een zonderling bestaan. Wat weten wij van
elkander? Wij zitten hier bijeen, wij ken
nen elkaar van zien en van naam, maar
wat wefen wij van hetgeen er omgaat in
u en in mij? Wat weten wij van de reden,
waarom wij hier bijeen komen? De mens
is een onbegrijpelijk wezen, hij praat en
hij vertelt en hij onthult en hij openbaart
maar bij dat alles blijft hij zelf voor de
ander een zwart geheim. Dat zeg ik u.
Dat is filosofie. Daar valt niets tegen te
zeggen. Daar moet een paar minuten lang
bij gezwegen worden. Die paar minuten
zijn voor de ober met zijn volle glaasjes.
Ge zegt, de mens blijft een zwart ge
heim voor de ander. Accoord. Maar ik
voeg daarbij: hij blijft een nog zwarter
geheim voor zichzelf. Wij weten hoe een
motor werkt, en hoe een atoom kan wor
den gevierendeeld, en hoe we' een blinde
darm kunnen wegwerken. Maar zie, ik hef
mijn arm op. Weet ge, hoe ik dat kan?
Neen, zeg ik u, ik weet het zelf niet. Ik
wil dat mijn arm omhoog gaat, maar hoe
lap ik het hem? Ik kan dat niet verklaren.
Kijk, dat is nu eens echt diepzinnig en
filosofisch geredeneerd. Ze zijn er weer
enkele minuten stil van, ze moeten dat
probleem eens terdege verwerken. En zij
weten er het antwoord niet op, neen, dat
verklaart wel hoe filosofisch er gerede
neerd is.
Waarom komen wij hier iedere week op
dezelfde avond bijeen? Omdat wij wat ge
zelligheid .willen hebben, omdat wij wat
willen praten over dingen die men thuis
niet kan aansnijden. Wij zitten hier onze
wijsheid en ons verlangen naar geestelijke
gymnastiek met elkander te ruilen. Mis
schien zijn er onder ons die dit bitteruurtje
nodig hebben om niet al te bittei^ te wor
den. Een is er, die heeft niet v$el gezelligi-
heid in zijn leven, die komt hier wat ge
moedelijkheid kopen. Hij zegt „Jan" tegen
de ober en hij lijkt er naar te hunkeren
dat die ober „Piet" tegen hem zal terug
zeggen. Maar dat kan die ober niet. Die
heeft zijn eeuwig, „Monneer" voorgeschre
ven gekregen in zijn consignes. Die mag
niet intiem worden met zijn klanten, want
dat laat de beleefdheid niet toe. Daar zou
ook nog wat filosofisch over kunnen wor
den gezegd. Waarom zou een ober niet fi
losofisch kunnen zijn?-Hij kan dat zeker,
hij is dat vaak. Maar men moet hem zijn
„Monneer" niet willen afleren. Ge kunt
vfcor geld niet alles bereiken.
De man die „Jan" tegen de" ober zégt
heeft dat begrepen. Hij staat hier aan de
grens die de mensen gescheiden houdt,
die de geesten der mensen gescheiden
houdt. Hij is een van die mensen die altijd
voor iedereen mijnheer blijven heten. Hij
heeft dat aan zichzelf te wijten, hij is te
gesloten en te kalm. Hij peinst er over dat
er mensen zijn die trots en vrolijk naar
huis gaan als iedereen hen mijnheer heeft
genoemd.
Aan de bittertafel wordt zwaar aan filo
sofie gedaan. Maar geen is er filosofisch
genoeg aangelegd om ,Piet" te zeggen te
gen de eenzame inplaats van mijnheer. Zij
redeneren over het hoe en het waarom van
het leven en over het feit dat de mensen
niet genoeg geestelijk contact met elkaar
hebben. Maar zij maken het bitteruurtje
zéér bitter voor een van hen.
Die gaat straks naar huis met zijn portie
gekochte gezelligheid en hij komt volgende
week hongerig weer terug.
„Kijk, daar hebben we mijnheer ook
weer"-, zeggen de anderen dan. L.
Gaven voor Openluchttheater
B. en W. van Bloemendaal stellen de ge
meenteraad voor in grote dank als schenking
te aanvaarden een zestal gaven tot een ge
zamenlijk bedrag van f 6000 en, de gelden aan
te wenden ten behoeve van de aanleg van
het Openluchttheater in Bloemendaal.
Prinses Wilhelmina heeft Donderdag een
bezoek gebracht aan de tentoonstelling „De
Nederlandse Vrouw 18981948" in Den Haag.